NIEUWE LEV DSCHE COURANT VAN ZATERDAG 19 JUNI 1926
TWEEDE BLAD.
H Uit de Schriften,
^fe<B>Bia>üttüüKièü>QÉÜtü>B<f
VERZADIGD WORDEN.
Zalig zijn die hongeren en
dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd wor
den.
Matth. 5:$
Een ziele die hongert en dorst naar
de gerechtigheid, naar de gere: tig-
heid, die daar is in .Christus Jezus, kan
het onder dat hongeren en dorsten be"
nauwd hebben.
Ge kent het aangrijpende lied van
den heiligen zanger: gelijk een hert
schreeuwt naar de waterstroomem al-
zoo schreeuwt mijn ziele tot U", o God.
Mijn #ziele dorst naar God; naar den
levenden God. Ook dit woord: mijn
ziele is begeerig, en bezwijkt ook van
verlangen, naar de voorhoven des
iHeeren, mijn hart en mijn vleesch roe*
uit tot den levenden God.
Weet een ziele die hongert en dorst
niet anders, zij zou onaer dat ver
langen bezwijken. En het is zoo innig
troostrijk dat de Heiland op den berg
der zaligsprekingen het „zalig zijt gij"
aan zulke zielen toeroept.
Niet alleen ómdat dat hongeren en;
dorsten naar de gerechtigheid een Ie"
vensteeken en een kenmerk der ge
nade is overmits een die dood is in de
zonden en misdaden niet kan hongeren
en dorsten, en alleen de ziel, die uit
de duisternis is overgezet in het Ko
ninkrijk van wonderbaar licht en uit
dert dood overgegaan is in het leven,
honger en dorst gevoelt naar de spijs
en drank van het eeuwig Koninklijk
maar veel meer en bovenal omdat vol
le verzadiging is toegezegd.
Wat moeder zal haar kind klagend
hoor en schreien, vanwege honger en
dorst, en niet aanstonds zorgen voor
lafenis en voedsel.
Wat vader zal zijin kind 'hoorem roe-
en om een gave voor dit leven, en
et een steep geven als hij "broodi
vraagt, een slang als hij een visch
vraagt.
O, mochten er onder de kinderen
der menschen ontaarde vaders en moe
ders zijn ,die huai kinderen laten ker
men en zuchten, ja in hun ellende
hen laten omkomen. God de Heere is
de volmaakte in neilige liefde. En
daarom veel meer dan aardsche va
ders goede gaven schenken aan hun
kinderen, geeft de hemelsche Vader
goede gaven aan Zijn kinderen op
aarde. En gelijk een vader zich ont
fermt over de kinderen, veel meer
ontfermt Zich de Heere over die Hem
vreezen:
Ja, wij 'lezen: kan ook een vrouw
haar. zuigeling vergeten, dat zij' zich
niet ontferme over den zoon haars
buiks Ofschoon deze vergate, zoo zal
Ik u toch niet vergeten.
Bij den Heere zijn milde handen en
vriendelijke oogen. Hij is goed ên
goeddoende. Bij Hem is veel verge
ving, en het zachtmoedig volk zal rijk
verzadigd wezen, omdat de hemelsche
LVader uit Zijn rijkdom en volheid
schenkt ver boven bede en wenschen
En toch kan niet ontkend worden,
dat in dit les/en, in het heden der
genade, de meeste van Gods kinde
ren blijven hongeren en dorsten heel
hun leven door.
Er is geloof, doph zij; bidden oot
moedig: ik geloof wel, maar kom mijn
ongeloovigheid te hulpe. Er is bekee
ring, maar zij gevoelen'dat de bekee
ring dagelijks vernieuwd moet worden.
Er is heiligmaking, doch zij; zijn zich
bewust dat de allerheiligste het nog
maar brengt tot een klein beginsel der
gehoorzaamheid. Er is toè"eigening -
van het in Christus geschonken heil,
maar dagelijks wordt gebeden: uw vrij
moedige Geest ondersteune mij.
Soms maakt dit moedeloos, en het
gebeurt ook wel dat een echt kind
van God, bij dat hongeren en dorsten
naar het meerdere, rijkere en vollere
van Gods genade gaat twijfelen aan
het echte van de genade, omdat het
zoo nooit eens ten volle- zich verza
digd gevoelt uit de stroomen des heils.
Laten dezulken bedenken dat Go.d
de Heere in dit leven hier op aarde
beginselen der genade eerstelingen
des Geestes geeft. Dat wij' op de woes"
tijnreize naar het hemelsche Kanaan
zijn, en dat zooals Israël op de woes-
tij'nreize manna en water ontving, maar
eerst in Kanaan het overjarige koren
mocht eten en de druiven van Eskol
enieten, zoo ook tusschen wat God
e Heere in dit leven aan .Zijn kin
deren schenkt en hiernamaals in de
eeuwigheid onderscheiden moet wor
den.
Gelukkig en zalig is hij1 die in dit
leven het beginsel der eeuwige vreug
de in zijn hart gevoelende, daarbij
zeker weet na dit leven de Molkomen
zaligheid te zullen bezitten, die geen
oog gezien, geen oor gehoord heeft, eni
in geen 's menschen hart is opgeklom
men, door God bereid die Hem lief
hebben, om Hem daaïih eeuwiglfjk
te loven en te prijzen.
Al toeft de volle verzadiging tot
wij over de doods-Jordaan zijn gegaan
en het hemelsch Kanaan zijin binnen
getreden, om daar te ontvangen de
schoonste plaats met ruime snoeren
gemeten en dat zoo mild voor ons is
uitgelezen, toch óók in dit leven wordt
meermalen aan Gods kinderen een
wondere verzadiging geschonken.
Zooals Israël op de woestijmreize
weliswaar dagelijks van God den Hee
re het Manna ontving, maar toch ook
somtijds door 's Heeren hand geleid
werd naar heerlijke rustplaatsen in de
woestijn, naar de oasen, om daar een
bijzondere verkwikking te ontvangen
zoo is ook voor Gods kinderen een
vindenstijd, waarvan zij gewagen kun
nen.
Dan worden zij opgetrokken uit de
diepte in de hoogte. Dan ïs er op
de toppen der bergen van Gods hei
ligheid een ontmoeting met den Vader
in de hemelen. Dan is het een zijn
in Gods zalige nabijheid en wordt het
kloppen van Gods vaderhart door .het
oor der zie^p beluisterd.
Zalige 00ganblikken, waarin de he
mel als op aarde wordt doorleefd,
en die aan de ziele voor een wijle
geven de volle, verzadiging, waarvoor
God den Heere nooit dank genoeg
kan worden toegebracht.
En dat is de voorproef en voor
smaak van wat het eens ten volle
zijn zal in de eeuwige zaligheid hier
namaals, als we ontwaakt God in ge
rechtigheid aanschouwen, verzadigd
met het goddelijk beeld.
VOLGT MIJ NAE.
W anneer ghij over see wilt van u
vrienden scheyden,
Sy sullen u wel aen, jae in de boot
geleijden.
Maer als het schip begint te varen'van
de strant,
Sy steken weer van boort en peuren
na het lant.
Wij volgen Christum wel soo lang hij
ons can baten
En dat Hij ons met vree'n bij huys en
bof wil laten,
Maer in het bange meyr van droefenis
en pijn
Wil niemant allte geern sijn rnede-
macker sijn.
REV1US
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Overdinkel (toe
zegging;: J. v. Dijk D.J.zn., cand te
De Steeg. Te St. Anna Ter Muiden:
J. P. Schol te te Schoondij'ke. Te Roo*
deschool [toez.j: R. B. Evenhuis te
'Winschoten. Te Ouddorp, S. Ronner
te Doornspijk
Bedankt: Voor Echteld, H. van
Dijken te Wageningen.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Middelburg (vac. L.
Boumajl, G. Laarman te Klundert en
A. Thielen te Maasland.
Bedankt: voor Barendrecht: J. G.
Feenstra te Scheveningen.
CHR. GEREF. KERK.
Be'roepen: Te Haarlem (2de pred
pl.j A. M. Berkhoff te Amsterdam.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Het afscheid van Ds. W|. J. J. V el
ders van de Gerei. Kerk te Amster
dam is een week vervroegd en thans
vastgesteld op Woensdag 2b juni.
Na bevestigd te zijn door Ds. J.
G. Feenstra van Scheveningen, met
een leerrede óver Ex. 2510, deed
Ds. B. Bouma intrede bij' de Geref.
Kerk van Dirkshorn, met een predi
cate over 1 Cor. 1 17 en 18.
Ds. J. W. Siertsema, geko
men van Zeist, deed Donderdagavond
intrede in de Geref. Kerk te Haarlem.
ZjEerw. had tot tekst gekozen Jes. 62
1. Spr. richtte zich in het bijzonder
met een persoonlijk woord tot zijn
collega Ds. Brinkman en zijin voor
ganger Ds. Kuijper van Den Haag.
Hij werd toegesproken door Ds. Brink
man en Ds. Diemer van Vijfhuizen.
Ds. A. Gruppen hoopt Zon
dag 27 Juni a.s. afscheid te nemen
van de Chr. Geref. Kerk te Vlissin"
gen en 11 Juli dja.v. intree te doen
te Zwaagwesteinde, na bevestigd te
zijn door Ds. J. W; Polman te Al
melo.
Dr. M. van Rhijln hoopt 23
Juli zijn intrede te doen in de Ned.
Herv. Kerk te Groesbeek na des voor
middags bevestigd te zijn door Dsl
J. A. van Selms, van Nijmegen.
Dr. J. Th. Ubbink is voor
nemens 18 Juli afscheid te nemen van
de Ned. Herv. Gem. te Roodeschool
en 25'Juli intrede te doen te Souburg,
na bevestiging door Ds. R. ten Kate,
van Koudekerk.
1 Cand. J. F. de Gier te Waar
der, beroepen predikant bij de Geref.
Kerk van Oua-Loosdrecht, is na pe
remptoir examen toegelaten tot de. be
diening des Woords en der Sacra
menten.
Door de classis Winschoten der
Geref. Kerken werd praeparatoir ge
ëxamineerd en met algemeene stem
men beroepbaar verklaard de heer F.
Dresselhuis, theol. cand. aan de V.
korten tijd een eventueel beroep in
des Zondags cfienen. Hij hoopt binnen
U. Gaarne zal de heer D. de Kerken
overweging te nemen. Adres: Hoog-
klei "6, Winschoten. v
Cand J. Meynen, Oude U>
trechtscheweg 2 te Baarn, na praer
paratoir examen beroepbaar verklaard
in de Geref. Kerken, neemt eerst over
enkele maanden een beroep in over
weging.
Emeritaatsaanvrage.
Ds. S. Bartstra, predikant bij de
Ned. Herv. Gemeente te Zwartewaal,
heeftt bij het Provinciaal Kerkbestuur
van Zuid-Holland eervol emeritaat aan
gevraagd.
Ds. E. L. Smeiik.
Naat het „Hdbl." verneemt heeft
de bespreking, die de commissie uit
de classis Breukelen gehad heeft met
ds. E. L. Smelik te Tienhoven, geen
resultaat opgeleverd. De bezwaren, die
ds. S. had ingediend, zijin niet wegge
nomen qn ds. S. heert aan ook gewei
gerd, zich aan dé besluiten van As
sen te conformeeran. Ter vergadering
was aanwezig de Synodale advies-
comissie. Wat er verder zal gebeüren,
of er voor deze zaak een buitenger
wone classisvergadering zal worden
gehouden of dat zijl direct v.oor de Sy
node zal worden gebracht, staat nog
niet vast.
Herst. Evang, Luthersch Kerkgenoot
schap.
De 91ste Algemeene Kerkelijke Ver
gadering van dit Kerkgenootschap koo6
in het moderamen tot Voorzitter Ds.
C. F. Westermann; tot vice-voorzitter
Ds. K. P. C. A. Gramberg, Enkhuizen;
als secretaris was volgens reglement
aangewezen de 2de predikant-afgevaar
digde van Amsterdam, Ds. A. Klinken
berg J.A.zn, terwijl als adjunct-secret»
ris werd gekozen de heer J. C. Londt
Nadat de voorzitter de vergadering
op de gebruikelijke wijze geopend had,
en de notulen der vorige vergadering
waren gelezen, kwamen de verslagen
aan de orde.
De Handelingen der Alg. Kerkel. Com
missie deden zien, dat ernstig gesproken
was over een pensioenregeling der pre-
dikanten en predikantsweduwen. Het
meest practische bleek te zijn een col
lectieve levensverzekering, waardoor mo
gelijk zou znn ook die predikanten, die
reeds te oua waren voor een verzeke
ring, toch daarin te doen deelen.
Gelukt het een regeling te treffen,
dan kunnen de bestaande pensioenen
niet onbelangrijk verhoogd worden.
Na afhandeling van verschillende in
terne Kerkelijke aangelegenheden en de
verkiezing van de leaen der algemeene
Kerkelijke Commissie en hun plaats
vervangers, bracht de rondvraag een
zeer belangrijke vraag yan Enknuizen
dat elk jaar niet alleen een predikant
maar ook een gemeentelid wil afgevaar
digd zien en niet zooals tot dusver
slechts bij beurten om de zooveel jaar.
Waar aan deze voorgestelde wijziging
allerlei niet te onderschatten gevolgen
verbonden zijn, werd aan Enkhuizen op
gedragen een voorstel tot wijziging van
de desbfetreffende artikelen der regle
menten aanhangig te maken.
De vergadering werd daarna geslo
ten.
Schijn van hiërarchie.
In de Westlandsche Kerkbode (Ge
reformeerd; merkt Dr. D. J. van Kat
wijk' op, dat het niet alleen de clas
sis Gouda, is, waarin men van de
wenschelijkheid overtuigd is, dat de
Particuliere Synode niet steeds uit de
zelfde personen besta.. En hij beveelt
de volgende „oplossing" aan: „men
bepale, dat dezelfde persoon niet twee
maal achtereen naar de Particuliere
Synode mag gedeputeerd worden".
Hiertegen kan, meent de „Heraut"
geen bezwaar zijn. Een dergelijke be
paling is gehee. naar den geest van
Art. 41 D. K., volgens weik artikel
dezelfde Dienaar „tweemaal achter
een niet zal mogen verkozen worden"
tot praeses. Trouwens, reeds een kwart
eeuw geleden werd in de (toenmalige;
classis Dordrecht naar den door Dr.
van Katwijk voorgeslagen regel ge
handeld. Of deze ook in andere clas
ses toepassing vond, is ons niet be
kend. Wel blijkt uit de ai'vaardigi ng
ter Particuliere Synode, dat vele clas
ses in dezen voor een „schijn van hiër
archie niet beducht zijin.
Kostbaar geschenk.
Naar Dr. C. N. Impeta in de Kam
per Kerkbode mededeelt, -ontving de
Theol. School van een onbekenden
gever een kostbaar geschenk, een
„kunstwerk van buitengewone kwali
teiten", n.l. een „schilderij van ko
lossale afmetingen, in breed-zware lijst'
voorstellende Boaz, zijin maaiers op
dracht gevende, voor Ruth aren te
laten liggen.
'tMoet in de bedoeling liggen, dit
schilderij op een standaard te plaat
sen in een der hoeken van de ka
mer der hoogleeraren.
Giffen en legaten.
Te Kollum heeft de Geref. Kérk
van de erven van wijlen H. J. H oo
geboom twee zilveren AvondmaalsteP
len te geschenke ontvangen.
„Jachin".
De 52ste jaarvergadering van de
Geref. Zondagsschoolvereen. „Jachin
wordt DJV. 14 Juli te Nijmegen ge
houden in de Geref. kerk, Bijüeveld-
si'ngel.
Aan den vooravond, 18 Juli, wordt
in genoemd kerkgebouw een "bidstond
gehouden, waarin Ds. H. Hummel en
van Zutphen hoopt voor te gaan.
Na de huishoudelijke werkzaamhe
den als jaarverslagen, verkiezing enz.
hoopt de heer J. aen Boeft, van Go*
rinchem het huisbezoek te belichten,
waarna prof. Dr. F. W. Grosheide,
de voorzitter, hoopt te refereeren over
„Het belang van de historiciteit der
Bijbelsche verhalen voor het onderwijs
op de Zondagsschool."
Nederl. Bijbelgenootschap.
Gedurende de vor^aDri::^ vuil Eet
Nederl. Bijbelgenootschap, gisteren te
Amsterdam gehouden, had in het kerk
gebouw, waarin men vergaderde, een
ongeluk plaats.
Plotseling werd de vergadering opge
schrikt door een slag en net daarop vol
gend geluid van neervaMond glas, dat
neerkwam op en naast de linker tafel' in
het kerkgebouw.
Men kan begrepen, welk een schrik
dit veroorzaakte, vooral toen men zag,
dat een aantal personen door de scher
ven bloedend waren gewond.
Een drietal aanwezigen bleken vrij
ernstig aan hoofd en handen getroffen
terwijl nog enkele andere der vergader
den aoor drieine scherven licht werden
verwond.
De Gem. Geneeskundige- en Gezond
heidsdienst werd gewaarschuwd en al
spoedig verscheen een auto met twee
AAN HET ZOEKUCHT.
Leiden, 19 Juni 1926.
De Socialisten die vroeger op bet
standpunt stonden, dat men de kin
deren niet mocht lastig yallen met
dingen, die ze niet kuniïen begrijpen
dit was mede-een argument tegen
de Chr. School beginnen den laat-
sten tijd de kinderen te misbruiken
voor hunne politieke propaganda.
Onlangs zag ik een plaatje, waarop
een demonstratie was afgebeeld voor
wie de kleinste maat kinderschoenen
zelfs nog te groot is.
Het partijbestuur keurt dit af.
De kinderen mogen niet mee demon
streeren.
Maar nu moeten binnenkort de roo-
de arbeiders weer eens paradeersn.
Van alle kanten worden ze opgetrom
meld om straks aan de eisohen die de
bonzen hebben bedacht, kracht bij te
zetten.
Om het den demonstranten gemak
kelijk te maken laat men natuur
lijk op Zondag! extra treinen rijden.
En het partijbestuur, deelt daarbij me
de dat kinderen beneden 10 jaar voor
half geld mee kunnen reizen.
Extra kinderwagens dus voor een
politieke straatbetooging.
OBSERVATOR
verplegers, die de gewonden voorloo-
pig verbonden.
Daarbij bleek, dat het ongeluk nog
betrekkelijk zeer goed is afgeloopen.
Want alhoewel ae drie personen, die
het ergst verwond waren herig bloedde*
bleek gelukkig, dat het slechte vleescn-
wonden waren en er bij geen hunner
reden is tot ongerustheid.
Omtrent de oorzaak van het ongeluk
vernemen wij nog, dat een werkman,
die op het kerkdak met reparatie werk
bezig was, een voorwerp neeft laten
vallen, dat op een der groote ruiten
van het lichtraam in het kerkdak is te
recht gekomen. Dit glasraam brak en
de scherven daarvan stortten naar be
neden.
Nadat de gewonden verbonden waren
werd de vergadering .tot 's middags ge
schorst.
De drie ernstigste gewonden zijn: Da
J. H. Grolle van Hulegom, Ds. J. de
Groot van Ouddorp en De. J. Thyssen
van Leermens.
Naar de Voorzitter in de middagver
gadering mededeelde, is bun toestand
echter niet ernstig.
Uit het Sociale Leven.
Ongunstige verhoudingen.
Welke verschrikkelijke toestanden
er nog heerschen in sommige 'bedrij
ven, blijkt uit deze mededeelingen in
„De Morgen omtrent arbeidsverhou
dingen op de steenfabrieken te Helden
Panningen:
Aan het los personeel wordt in den
winter een uurloon uitbetaald van
20 cent en in den zomer 25 cent. Aan
de ovenwerkers (zeer zware arbeid)
onder het vaste personeel wordt be
taald 30 cent per uurl In den winter
is er lang niet altijd werk, zoodat de
arbeiders dan dikwijls zonder werk
en zonder loon zijn. Er komen zich
te Helden-Pamiingen arbeiders aan
bieden uit het Peelland, waar nage
noeg geen werk is en waar die men
schen toch graag blijven wegens
goedkoopen grond; die arbeiders
bieden zich aan voor b.v. f 10 per
week. Dit is natuurlijk fnuikend voor
den toestand der andere arbeiders
en de fabrikanten profiteered van
die omstandigheid, om met een be
roep op de abnormaal lage loonen,
welke zij aan die uit het Peelgeb ko-
moriae arbeiders kunnen betakn
(gewoonlijk f 12 per week;, het loon
peil van al hun werklieLu t hou
den op een niveau dat deze menschen
in een voortdurende Verelea-
<i u n g houdt.
De financieele resultaten van de be
doelde steenfabrieken merkt „Patri
monium hierbij op, zijn, naar de divi
denden {e oordeelen, niet 9lecht.
Maar er is onder de arbeioers geen
organisatie.
Zij i|urven niet, uit vr° s voor al-
gobeele broodeloosheid.
Het is ontzettend.-
FEUILLETON.
Uit spannende dagen.
(Een Vlaamsch verhaal).
2)
Deze overtuiging lag nog dieper in
gedrukt op het gelaat van den notaris
en den koster; hun oogen blonken van
hoogmoed en vreugd.
Maar wie er tot verdwaaldheid toe
verblijd scheen, was de oude knecht
Jan. Hij deed geweld om zijn krom
men rug op te richten, draaide met
het hoofd naar alle zijden en bezag
de lieden met trotsohe blikken, als
wilde hij zeggen:
„Ik heb hem opgevoed!"
Bij den ingang van het kerkhof
moesten zij allen voorbij Simon, die
daar met vergramd en nijdig gelaat
van ijverzucht stond te beven, toen
hij zag, dat Bruno en Genoveva hand
aan hand tot hem naderden.
De zoon des brouwers bezag de
maagd zoo strak, dat zij het hoofd
boog en zij Bruno hare hand ontrukte;
dan wierp hij op den jongen student
een doorborenden blik, als een uitda
ging. Evenwel, bij den doorgang van
Genoveva toonde hij zich weder beval
lig, glimlachte minzaam en sprak een
zoet goeden dag; maar het meisje,
als beschaamd of verstoord, keerde
het gezicht van hem af en liep tot
haar vader, die reeds op de dorpsbaan
was getreden.
De oude knecht had dit alles met
gramschap nagezien; hij kwam voor
Simon staan, dreigde hem met de
vuist en sprak:
„Nog eens! Gij onbeleefde dronk
aard!"
Simon stond tegen den kerkmuur
met de oogen neergedrukt; woorden
van woede en van wraakzucht rolden
onverstaanbaar uit zijn mond. Hij
hoorde- den* knecht niet.
Zoo bleef hij eenige oogenblikken
in spijt bedolven, totdat hij recht-
sprong en zijn gezellen toeriep:
„Komt aan, het zal vandaag er op
zijn! Drinken, drinken, zooveel gij
wilt. Het feest is nog niet ten einde:
wij zullen nog vreemde dingen zien!"
Hij liep als een woestaard met zijn
gezellen door het v-olk, en stormde
schreeuwend en tierend een danstent
binnen.
Het was een geraas en gewemel,
dat een bedaard toeschouwer bij dit
onstuimig gewoel lichtelijk dwaas en
doof mocht worden.
Het geschreeuw van kwakzalvers,
kramers en goochelaars, het geroffel
van trommels, hetN geschetter van
hoorns en trompetten, het snijdend
geluid der violen, het klagend geknor
der varkens, die op de markt met hon
derden waren, de machtige zang der
jongelieden, en meer andere schallen
de geruchten versmolten in een aan
jagend gebrom, waaruit op eenigen
afstand niets meer te herkennen was
dan het gedruischs van een reusackti-
gen bijenkorf.
De menigte vlotte als een stroomen
den vloed over de markt; men duwde,
men pletterde, men trapte elkander
op de voetenmaar op aller aan
gezicht stond blijdschap en uitgela-
tene vreugde te lezen.
Van den een en kant, naar «de kerk
op, ontvouwden zich vele kramen, die
lekkers, speelgoed, huisraad, laken of
gemaakte kleedingstukken te koop
boden. Deze zijde was stil en vreed
zaam in vergelijking met de andere:
men kon daar geen teek ens van woel-
zin en overhaasting zien, dan dat som
wijlen de een of andere boer v bijtta
overhoop tuimelde door den stoot van
een pondenzwaren peperkoek, die hem
van uit een kraam te koop werd toe-
geduwd.
Naar deze kramen hadden de ou
ders van Bruno en Genoveva hunne
stappen gericht; zij bleven er eenigen
tijd, totdat de jongeling een aller
prachtigst kerkboek met zilveren slo
ten als geschenk voor zijn vriendin
had gekocht.
Dan wilden zij insgelijks de overzij
de der markt eens afwandelen, om te
vernemen wat het vroolijk geraas, de
vreemde sprongen en zonderlinge ge
baren der kwakzalvers en gooche
laars te verkonden hadden.
Aan dien kant was het êen onge
meen leven; daar scheen een gansch
leger schreeuwers en potsenmakers
zich nedeygeslagen te hebben.
Waar Bruno en Genoveva versche
nen, werd aanstonds uit eerbied of
uit vriendschap plaats gemaakt; en,
ofschoon de beide huisgezinnen verre
van de goochelaars bleven staan, kon
den zij echter alles goed hooren en
zien. Op den hoek, bij de herberg „De
Leeuw" stond een kwakzalver met
zonderlinge kleeren en een gansche
halske ten, van menschen tanden ge
maakt. Zijn hansworst blies de trom
pet en verhaalde in ronkelende taal,
welke nooit gehoorde wonderwerken
zijn meester in al de landen der we
reld had verrioht. Tot getuigenis daar
van toonde hij perkamentbladen mei
roode zegels, en waarop de bevestiging
geschreven stond in vreemde talen,
die natuurlijk niemand kon lezen of
verstaan.
Nauwelijks was de hansworst ter
halve zijner redevoering, of er kwam
een boer. wiens gezwollene wang ge
noeg merken liet wat wee hem kwelde
„Wel, Sus, jongen, wat gaat gij nu
doen?" vroeg de notaris. „De vent zal
u martelen."
„Het geeft er niet aan" morde Sus,
„ik kan het niet meer uitstaan. Al
trok hij den kop van mijn lijf, de tand
zal er uit."
De kwakzalver, deze prooi bemer
kende, begon in zijn handen te wrij
ven, deed den hansworst zwijgen en
zeide met statigen ernst tot het volk,
terwijl hij den lijdenden boer bij den
schouder vatte en tot zich rukte:
„Gij zult gaan zien, achtbare toe
hoorders, dat Ik hier niet gekomen
ben, gelijk andere kwakzalvers, wa
terschouwers, tandentrekkers en ek
steroogensnijders, die nooit hebben
gestudeerd en u dikwijls met den tand
de halve kinnebak uit den mond sleu
ren. Neen, neen, geeft acht, gij zult
gaan zien hoe meester Nicophorus
zijn kunst verstaat!"
Hij stroopte zich de rechtermouw
op, klapte met de vingeren- als een
goochelaar, zette den boer met het
hoofd achterover tegen een stoel en
greep een ijzeren tang, waarna hij uit
riep:
„Ziet, dit tangsken is ijzer noch
staal; het is een pluimken, dat. wel
verre van u zeer te doen. u aan het
tandvleesch kittelt, als liep er u een
vlieg over de lippen, noch min noch
meer! Bewondert de kunst van mees
ter Nicophorus Zeven stuivers voor
eiken tand! Zeven stuivers maai*! Hij
gaat, let op, hij gaat! Eén, twee, drie,
pst!"
En de kwakzalver stak de tang om
hoog met iets. dat hij uitgetrokken
had.
De boer was huilend op den grond
gevallen, en ofschoon hij kermde als
of men hem vermoordde, de hans
worst blies de trompet nog harder,
terwijl meester Nicophorus zegepra
len den omstanders het uitgetrokken
voorwerp toonde en dwars door het
trompetgeschal uitriep:
„Zonder pijn, tonder de minste
piJaJ"
'Wordt vervolgd*.