NIEUWE LEV DSCHE COURANT VAN ZATERDAG 19 JUNI 1926 TWEEDE BLAD. H Uit de Schriften, ^fe<B>Bia>üttüüKièü>QÉÜtü>B<f VERZADIGD WORDEN. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd wor den. Matth. 5:$ Een ziele die hongert en dorst naar de gerechtigheid, naar de gere: tig- heid, die daar is in .Christus Jezus, kan het onder dat hongeren en dorsten be" nauwd hebben. Ge kent het aangrijpende lied van den heiligen zanger: gelijk een hert schreeuwt naar de waterstroomem al- zoo schreeuwt mijn ziele tot U", o God. Mijn #ziele dorst naar God; naar den levenden God. Ook dit woord: mijn ziele is begeerig, en bezwijkt ook van verlangen, naar de voorhoven des iHeeren, mijn hart en mijn vleesch roe* uit tot den levenden God. Weet een ziele die hongert en dorst niet anders, zij zou onaer dat ver langen bezwijken. En het is zoo innig troostrijk dat de Heiland op den berg der zaligsprekingen het „zalig zijt gij" aan zulke zielen toeroept. Niet alleen ómdat dat hongeren en; dorsten naar de gerechtigheid een Ie" vensteeken en een kenmerk der ge nade is overmits een die dood is in de zonden en misdaden niet kan hongeren en dorsten, en alleen de ziel, die uit de duisternis is overgezet in het Ko ninkrijk van wonderbaar licht en uit dert dood overgegaan is in het leven, honger en dorst gevoelt naar de spijs en drank van het eeuwig Koninklijk maar veel meer en bovenal omdat vol le verzadiging is toegezegd. Wat moeder zal haar kind klagend hoor en schreien, vanwege honger en dorst, en niet aanstonds zorgen voor lafenis en voedsel. Wat vader zal zijin kind 'hoorem roe- en om een gave voor dit leven, en et een steep geven als hij "broodi vraagt, een slang als hij een visch vraagt. O, mochten er onder de kinderen der menschen ontaarde vaders en moe ders zijn ,die huai kinderen laten ker men en zuchten, ja in hun ellende hen laten omkomen. God de Heere is de volmaakte in neilige liefde. En daarom veel meer dan aardsche va ders goede gaven schenken aan hun kinderen, geeft de hemelsche Vader goede gaven aan Zijn kinderen op aarde. En gelijk een vader zich ont fermt over de kinderen, veel meer ontfermt Zich de Heere over die Hem vreezen: Ja, wij 'lezen: kan ook een vrouw haar. zuigeling vergeten, dat zij' zich niet ontferme over den zoon haars buiks Ofschoon deze vergate, zoo zal Ik u toch niet vergeten. Bij den Heere zijn milde handen en vriendelijke oogen. Hij is goed ên goeddoende. Bij Hem is veel verge ving, en het zachtmoedig volk zal rijk verzadigd wezen, omdat de hemelsche LVader uit Zijn rijkdom en volheid schenkt ver boven bede en wenschen En toch kan niet ontkend worden, dat in dit les/en, in het heden der genade, de meeste van Gods kinde ren blijven hongeren en dorsten heel hun leven door. Er is geloof, doph zij; bidden oot moedig: ik geloof wel, maar kom mijn ongeloovigheid te hulpe. Er is bekee ring, maar zij gevoelen'dat de bekee ring dagelijks vernieuwd moet worden. Er is heiligmaking, doch zij; zijn zich bewust dat de allerheiligste het nog maar brengt tot een klein beginsel der gehoorzaamheid. Er is toè"eigening - van het in Christus geschonken heil, maar dagelijks wordt gebeden: uw vrij moedige Geest ondersteune mij. Soms maakt dit moedeloos, en het gebeurt ook wel dat een echt kind van God, bij dat hongeren en dorsten naar het meerdere, rijkere en vollere van Gods genade gaat twijfelen aan het echte van de genade, omdat het zoo nooit eens ten volle- zich verza digd gevoelt uit de stroomen des heils. Laten dezulken bedenken dat Go.d de Heere in dit leven hier op aarde beginselen der genade eerstelingen des Geestes geeft. Dat wij' op de woes" tijnreize naar het hemelsche Kanaan zijn, en dat zooals Israël op de woes- tij'nreize manna en water ontving, maar eerst in Kanaan het overjarige koren mocht eten en de druiven van Eskol enieten, zoo ook tusschen wat God e Heere in dit leven aan .Zijn kin deren schenkt en hiernamaals in de eeuwigheid onderscheiden moet wor den. Gelukkig en zalig is hij1 die in dit leven het beginsel der eeuwige vreug de in zijn hart gevoelende, daarbij zeker weet na dit leven de Molkomen zaligheid te zullen bezitten, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, eni in geen 's menschen hart is opgeklom men, door God bereid die Hem lief hebben, om Hem daaïih eeuwiglfjk te loven en te prijzen. Al toeft de volle verzadiging tot wij over de doods-Jordaan zijn gegaan en het hemelsch Kanaan zijin binnen getreden, om daar te ontvangen de schoonste plaats met ruime snoeren gemeten en dat zoo mild voor ons is uitgelezen, toch óók in dit leven wordt meermalen aan Gods kinderen een wondere verzadiging geschonken. Zooals Israël op de woestijmreize weliswaar dagelijks van God den Hee re het Manna ontving, maar toch ook somtijds door 's Heeren hand geleid werd naar heerlijke rustplaatsen in de woestijn, naar de oasen, om daar een bijzondere verkwikking te ontvangen zoo is ook voor Gods kinderen een vindenstijd, waarvan zij gewagen kun nen. Dan worden zij opgetrokken uit de diepte in de hoogte. Dan ïs er op de toppen der bergen van Gods hei ligheid een ontmoeting met den Vader in de hemelen. Dan is het een zijn in Gods zalige nabijheid en wordt het kloppen van Gods vaderhart door .het oor der zie^p beluisterd. Zalige 00ganblikken, waarin de he mel als op aarde wordt doorleefd, en die aan de ziele voor een wijle geven de volle, verzadiging, waarvoor God den Heere nooit dank genoeg kan worden toegebracht. En dat is de voorproef en voor smaak van wat het eens ten volle zijn zal in de eeuwige zaligheid hier namaals, als we ontwaakt God in ge rechtigheid aanschouwen, verzadigd met het goddelijk beeld. VOLGT MIJ NAE. W anneer ghij over see wilt van u vrienden scheyden, Sy sullen u wel aen, jae in de boot geleijden. Maer als het schip begint te varen'van de strant, Sy steken weer van boort en peuren na het lant. Wij volgen Christum wel soo lang hij ons can baten En dat Hij ons met vree'n bij huys en bof wil laten, Maer in het bange meyr van droefenis en pijn Wil niemant allte geern sijn rnede- macker sijn. REV1US KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Overdinkel (toe zegging;: J. v. Dijk D.J.zn., cand te De Steeg. Te St. Anna Ter Muiden: J. P. Schol te te Schoondij'ke. Te Roo* deschool [toez.j: R. B. Evenhuis te 'Winschoten. Te Ouddorp, S. Ronner te Doornspijk Bedankt: Voor Echteld, H. van Dijken te Wageningen. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Middelburg (vac. L. Boumajl, G. Laarman te Klundert en A. Thielen te Maasland. Bedankt: voor Barendrecht: J. G. Feenstra te Scheveningen. CHR. GEREF. KERK. Be'roepen: Te Haarlem (2de pred pl.j A. M. Berkhoff te Amsterdam. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Het afscheid van Ds. W|. J. J. V el ders van de Gerei. Kerk te Amster dam is een week vervroegd en thans vastgesteld op Woensdag 2b juni. Na bevestigd te zijn door Ds. J. G. Feenstra van Scheveningen, met een leerrede óver Ex. 2510, deed Ds. B. Bouma intrede bij' de Geref. Kerk van Dirkshorn, met een predi cate over 1 Cor. 1 17 en 18. Ds. J. W. Siertsema, geko men van Zeist, deed Donderdagavond intrede in de Geref. Kerk te Haarlem. ZjEerw. had tot tekst gekozen Jes. 62 1. Spr. richtte zich in het bijzonder met een persoonlijk woord tot zijn collega Ds. Brinkman en zijin voor ganger Ds. Kuijper van Den Haag. Hij werd toegesproken door Ds. Brink man en Ds. Diemer van Vijfhuizen. Ds. A. Gruppen hoopt Zon dag 27 Juni a.s. afscheid te nemen van de Chr. Geref. Kerk te Vlissin" gen en 11 Juli dja.v. intree te doen te Zwaagwesteinde, na bevestigd te zijn door Ds. J. W; Polman te Al melo. Dr. M. van Rhijln hoopt 23 Juli zijn intrede te doen in de Ned. Herv. Kerk te Groesbeek na des voor middags bevestigd te zijn door Dsl J. A. van Selms, van Nijmegen. Dr. J. Th. Ubbink is voor nemens 18 Juli afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Roodeschool en 25'Juli intrede te doen te Souburg, na bevestiging door Ds. R. ten Kate, van Koudekerk. 1 Cand. J. F. de Gier te Waar der, beroepen predikant bij de Geref. Kerk van Oua-Loosdrecht, is na pe remptoir examen toegelaten tot de. be diening des Woords en der Sacra menten. Door de classis Winschoten der Geref. Kerken werd praeparatoir ge ëxamineerd en met algemeene stem men beroepbaar verklaard de heer F. Dresselhuis, theol. cand. aan de V. korten tijd een eventueel beroep in des Zondags cfienen. Hij hoopt binnen U. Gaarne zal de heer D. de Kerken overweging te nemen. Adres: Hoog- klei "6, Winschoten. v Cand J. Meynen, Oude U> trechtscheweg 2 te Baarn, na praer paratoir examen beroepbaar verklaard in de Geref. Kerken, neemt eerst over enkele maanden een beroep in over weging. Emeritaatsaanvrage. Ds. S. Bartstra, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Zwartewaal, heeftt bij het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-Holland eervol emeritaat aan gevraagd. Ds. E. L. Smeiik. Naat het „Hdbl." verneemt heeft de bespreking, die de commissie uit de classis Breukelen gehad heeft met ds. E. L. Smelik te Tienhoven, geen resultaat opgeleverd. De bezwaren, die ds. S. had ingediend, zijin niet wegge nomen qn ds. S. heert aan ook gewei gerd, zich aan dé besluiten van As sen te conformeeran. Ter vergadering was aanwezig de Synodale advies- comissie. Wat er verder zal gebeüren, of er voor deze zaak een buitenger wone classisvergadering zal worden gehouden of dat zijl direct v.oor de Sy node zal worden gebracht, staat nog niet vast. Herst. Evang, Luthersch Kerkgenoot schap. De 91ste Algemeene Kerkelijke Ver gadering van dit Kerkgenootschap koo6 in het moderamen tot Voorzitter Ds. C. F. Westermann; tot vice-voorzitter Ds. K. P. C. A. Gramberg, Enkhuizen; als secretaris was volgens reglement aangewezen de 2de predikant-afgevaar digde van Amsterdam, Ds. A. Klinken berg J.A.zn, terwijl als adjunct-secret» ris werd gekozen de heer J. C. Londt Nadat de voorzitter de vergadering op de gebruikelijke wijze geopend had, en de notulen der vorige vergadering waren gelezen, kwamen de verslagen aan de orde. De Handelingen der Alg. Kerkel. Com missie deden zien, dat ernstig gesproken was over een pensioenregeling der pre- dikanten en predikantsweduwen. Het meest practische bleek te zijn een col lectieve levensverzekering, waardoor mo gelijk zou znn ook die predikanten, die reeds te oua waren voor een verzeke ring, toch daarin te doen deelen. Gelukt het een regeling te treffen, dan kunnen de bestaande pensioenen niet onbelangrijk verhoogd worden. Na afhandeling van verschillende in terne Kerkelijke aangelegenheden en de verkiezing van de leaen der algemeene Kerkelijke Commissie en hun plaats vervangers, bracht de rondvraag een zeer belangrijke vraag yan Enknuizen dat elk jaar niet alleen een predikant maar ook een gemeentelid wil afgevaar digd zien en niet zooals tot dusver slechts bij beurten om de zooveel jaar. Waar aan deze voorgestelde wijziging allerlei niet te onderschatten gevolgen verbonden zijn, werd aan Enkhuizen op gedragen een voorstel tot wijziging van de desbfetreffende artikelen der regle menten aanhangig te maken. De vergadering werd daarna geslo ten. Schijn van hiërarchie. In de Westlandsche Kerkbode (Ge reformeerd; merkt Dr. D. J. van Kat wijk' op, dat het niet alleen de clas sis Gouda, is, waarin men van de wenschelijkheid overtuigd is, dat de Particuliere Synode niet steeds uit de zelfde personen besta.. En hij beveelt de volgende „oplossing" aan: „men bepale, dat dezelfde persoon niet twee maal achtereen naar de Particuliere Synode mag gedeputeerd worden". Hiertegen kan, meent de „Heraut" geen bezwaar zijn. Een dergelijke be paling is gehee. naar den geest van Art. 41 D. K., volgens weik artikel dezelfde Dienaar „tweemaal achter een niet zal mogen verkozen worden" tot praeses. Trouwens, reeds een kwart eeuw geleden werd in de (toenmalige; classis Dordrecht naar den door Dr. van Katwijk voorgeslagen regel ge handeld. Of deze ook in andere clas ses toepassing vond, is ons niet be kend. Wel blijkt uit de ai'vaardigi ng ter Particuliere Synode, dat vele clas ses in dezen voor een „schijn van hiër archie niet beducht zijin. Kostbaar geschenk. Naar Dr. C. N. Impeta in de Kam per Kerkbode mededeelt, -ontving de Theol. School van een onbekenden gever een kostbaar geschenk, een „kunstwerk van buitengewone kwali teiten", n.l. een „schilderij van ko lossale afmetingen, in breed-zware lijst' voorstellende Boaz, zijin maaiers op dracht gevende, voor Ruth aren te laten liggen. 'tMoet in de bedoeling liggen, dit schilderij op een standaard te plaat sen in een der hoeken van de ka mer der hoogleeraren. Giffen en legaten. Te Kollum heeft de Geref. Kérk van de erven van wijlen H. J. H oo geboom twee zilveren AvondmaalsteP len te geschenke ontvangen. „Jachin". De 52ste jaarvergadering van de Geref. Zondagsschoolvereen. „Jachin wordt DJV. 14 Juli te Nijmegen ge houden in de Geref. kerk, Bijüeveld- si'ngel. Aan den vooravond, 18 Juli, wordt in genoemd kerkgebouw een "bidstond gehouden, waarin Ds. H. Hummel en van Zutphen hoopt voor te gaan. Na de huishoudelijke werkzaamhe den als jaarverslagen, verkiezing enz. hoopt de heer J. aen Boeft, van Go* rinchem het huisbezoek te belichten, waarna prof. Dr. F. W. Grosheide, de voorzitter, hoopt te refereeren over „Het belang van de historiciteit der Bijbelsche verhalen voor het onderwijs op de Zondagsschool." Nederl. Bijbelgenootschap. Gedurende de vor^aDri::^ vuil Eet Nederl. Bijbelgenootschap, gisteren te Amsterdam gehouden, had in het kerk gebouw, waarin men vergaderde, een ongeluk plaats. Plotseling werd de vergadering opge schrikt door een slag en net daarop vol gend geluid van neervaMond glas, dat neerkwam op en naast de linker tafel' in het kerkgebouw. Men kan begrepen, welk een schrik dit veroorzaakte, vooral toen men zag, dat een aantal personen door de scher ven bloedend waren gewond. Een drietal aanwezigen bleken vrij ernstig aan hoofd en handen getroffen terwijl nog enkele andere der vergader den aoor drieine scherven licht werden verwond. De Gem. Geneeskundige- en Gezond heidsdienst werd gewaarschuwd en al spoedig verscheen een auto met twee AAN HET ZOEKUCHT. Leiden, 19 Juni 1926. De Socialisten die vroeger op bet standpunt stonden, dat men de kin deren niet mocht lastig yallen met dingen, die ze niet kuniïen begrijpen dit was mede-een argument tegen de Chr. School beginnen den laat- sten tijd de kinderen te misbruiken voor hunne politieke propaganda. Onlangs zag ik een plaatje, waarop een demonstratie was afgebeeld voor wie de kleinste maat kinderschoenen zelfs nog te groot is. Het partijbestuur keurt dit af. De kinderen mogen niet mee demon streeren. Maar nu moeten binnenkort de roo- de arbeiders weer eens paradeersn. Van alle kanten worden ze opgetrom meld om straks aan de eisohen die de bonzen hebben bedacht, kracht bij te zetten. Om het den demonstranten gemak kelijk te maken laat men natuur lijk op Zondag! extra treinen rijden. En het partijbestuur, deelt daarbij me de dat kinderen beneden 10 jaar voor half geld mee kunnen reizen. Extra kinderwagens dus voor een politieke straatbetooging. OBSERVATOR verplegers, die de gewonden voorloo- pig verbonden. Daarbij bleek, dat het ongeluk nog betrekkelijk zeer goed is afgeloopen. Want alhoewel ae drie personen, die het ergst verwond waren herig bloedde* bleek gelukkig, dat het slechte vleescn- wonden waren en er bij geen hunner reden is tot ongerustheid. Omtrent de oorzaak van het ongeluk vernemen wij nog, dat een werkman, die op het kerkdak met reparatie werk bezig was, een voorwerp neeft laten vallen, dat op een der groote ruiten van het lichtraam in het kerkdak is te recht gekomen. Dit glasraam brak en de scherven daarvan stortten naar be neden. Nadat de gewonden verbonden waren werd de vergadering .tot 's middags ge schorst. De drie ernstigste gewonden zijn: Da J. H. Grolle van Hulegom, Ds. J. de Groot van Ouddorp en De. J. Thyssen van Leermens. Naar de Voorzitter in de middagver gadering mededeelde, is bun toestand echter niet ernstig. Uit het Sociale Leven. Ongunstige verhoudingen. Welke verschrikkelijke toestanden er nog heerschen in sommige 'bedrij ven, blijkt uit deze mededeelingen in „De Morgen omtrent arbeidsverhou dingen op de steenfabrieken te Helden Panningen: Aan het los personeel wordt in den winter een uurloon uitbetaald van 20 cent en in den zomer 25 cent. Aan de ovenwerkers (zeer zware arbeid) onder het vaste personeel wordt be taald 30 cent per uurl In den winter is er lang niet altijd werk, zoodat de arbeiders dan dikwijls zonder werk en zonder loon zijn. Er komen zich te Helden-Pamiingen arbeiders aan bieden uit het Peelland, waar nage noeg geen werk is en waar die men schen toch graag blijven wegens goedkoopen grond; die arbeiders bieden zich aan voor b.v. f 10 per week. Dit is natuurlijk fnuikend voor den toestand der andere arbeiders en de fabrikanten profiteered van die omstandigheid, om met een be roep op de abnormaal lage loonen, welke zij aan die uit het Peelgeb ko- moriae arbeiders kunnen betakn (gewoonlijk f 12 per week;, het loon peil van al hun werklieLu t hou den op een niveau dat deze menschen in een voortdurende Verelea- <i u n g houdt. De financieele resultaten van de be doelde steenfabrieken merkt „Patri monium hierbij op, zijn, naar de divi denden {e oordeelen, niet 9lecht. Maar er is onder de arbeioers geen organisatie. Zij i|urven niet, uit vr° s voor al- gobeele broodeloosheid. Het is ontzettend.- FEUILLETON. Uit spannende dagen. (Een Vlaamsch verhaal). 2) Deze overtuiging lag nog dieper in gedrukt op het gelaat van den notaris en den koster; hun oogen blonken van hoogmoed en vreugd. Maar wie er tot verdwaaldheid toe verblijd scheen, was de oude knecht Jan. Hij deed geweld om zijn krom men rug op te richten, draaide met het hoofd naar alle zijden en bezag de lieden met trotsohe blikken, als wilde hij zeggen: „Ik heb hem opgevoed!" Bij den ingang van het kerkhof moesten zij allen voorbij Simon, die daar met vergramd en nijdig gelaat van ijverzucht stond te beven, toen hij zag, dat Bruno en Genoveva hand aan hand tot hem naderden. De zoon des brouwers bezag de maagd zoo strak, dat zij het hoofd boog en zij Bruno hare hand ontrukte; dan wierp hij op den jongen student een doorborenden blik, als een uitda ging. Evenwel, bij den doorgang van Genoveva toonde hij zich weder beval lig, glimlachte minzaam en sprak een zoet goeden dag; maar het meisje, als beschaamd of verstoord, keerde het gezicht van hem af en liep tot haar vader, die reeds op de dorpsbaan was getreden. De oude knecht had dit alles met gramschap nagezien; hij kwam voor Simon staan, dreigde hem met de vuist en sprak: „Nog eens! Gij onbeleefde dronk aard!" Simon stond tegen den kerkmuur met de oogen neergedrukt; woorden van woede en van wraakzucht rolden onverstaanbaar uit zijn mond. Hij hoorde- den* knecht niet. Zoo bleef hij eenige oogenblikken in spijt bedolven, totdat hij recht- sprong en zijn gezellen toeriep: „Komt aan, het zal vandaag er op zijn! Drinken, drinken, zooveel gij wilt. Het feest is nog niet ten einde: wij zullen nog vreemde dingen zien!" Hij liep als een woestaard met zijn gezellen door het v-olk, en stormde schreeuwend en tierend een danstent binnen. Het was een geraas en gewemel, dat een bedaard toeschouwer bij dit onstuimig gewoel lichtelijk dwaas en doof mocht worden. Het geschreeuw van kwakzalvers, kramers en goochelaars, het geroffel van trommels, hetN geschetter van hoorns en trompetten, het snijdend geluid der violen, het klagend geknor der varkens, die op de markt met hon derden waren, de machtige zang der jongelieden, en meer andere schallen de geruchten versmolten in een aan jagend gebrom, waaruit op eenigen afstand niets meer te herkennen was dan het gedruischs van een reusackti- gen bijenkorf. De menigte vlotte als een stroomen den vloed over de markt; men duwde, men pletterde, men trapte elkander op de voetenmaar op aller aan gezicht stond blijdschap en uitgela- tene vreugde te lezen. Van den een en kant, naar «de kerk op, ontvouwden zich vele kramen, die lekkers, speelgoed, huisraad, laken of gemaakte kleedingstukken te koop boden. Deze zijde was stil en vreed zaam in vergelijking met de andere: men kon daar geen teek ens van woel- zin en overhaasting zien, dan dat som wijlen de een of andere boer v bijtta overhoop tuimelde door den stoot van een pondenzwaren peperkoek, die hem van uit een kraam te koop werd toe- geduwd. Naar deze kramen hadden de ou ders van Bruno en Genoveva hunne stappen gericht; zij bleven er eenigen tijd, totdat de jongeling een aller prachtigst kerkboek met zilveren slo ten als geschenk voor zijn vriendin had gekocht. Dan wilden zij insgelijks de overzij de der markt eens afwandelen, om te vernemen wat het vroolijk geraas, de vreemde sprongen en zonderlinge ge baren der kwakzalvers en gooche laars te verkonden hadden. Aan dien kant was het êen onge meen leven; daar scheen een gansch leger schreeuwers en potsenmakers zich nedeygeslagen te hebben. Waar Bruno en Genoveva versche nen, werd aanstonds uit eerbied of uit vriendschap plaats gemaakt; en, ofschoon de beide huisgezinnen verre van de goochelaars bleven staan, kon den zij echter alles goed hooren en zien. Op den hoek, bij de herberg „De Leeuw" stond een kwakzalver met zonderlinge kleeren en een gansche halske ten, van menschen tanden ge maakt. Zijn hansworst blies de trom pet en verhaalde in ronkelende taal, welke nooit gehoorde wonderwerken zijn meester in al de landen der we reld had verrioht. Tot getuigenis daar van toonde hij perkamentbladen mei roode zegels, en waarop de bevestiging geschreven stond in vreemde talen, die natuurlijk niemand kon lezen of verstaan. Nauwelijks was de hansworst ter halve zijner redevoering, of er kwam een boer. wiens gezwollene wang ge noeg merken liet wat wee hem kwelde „Wel, Sus, jongen, wat gaat gij nu doen?" vroeg de notaris. „De vent zal u martelen." „Het geeft er niet aan" morde Sus, „ik kan het niet meer uitstaan. Al trok hij den kop van mijn lijf, de tand zal er uit." De kwakzalver, deze prooi bemer kende, begon in zijn handen te wrij ven, deed den hansworst zwijgen en zeide met statigen ernst tot het volk, terwijl hij den lijdenden boer bij den schouder vatte en tot zich rukte: „Gij zult gaan zien, achtbare toe hoorders, dat Ik hier niet gekomen ben, gelijk andere kwakzalvers, wa terschouwers, tandentrekkers en ek steroogensnijders, die nooit hebben gestudeerd en u dikwijls met den tand de halve kinnebak uit den mond sleu ren. Neen, neen, geeft acht, gij zult gaan zien hoe meester Nicophorus zijn kunst verstaat!" Hij stroopte zich de rechtermouw op, klapte met de vingeren- als een goochelaar, zette den boer met het hoofd achterover tegen een stoel en greep een ijzeren tang, waarna hij uit riep: „Ziet, dit tangsken is ijzer noch staal; het is een pluimken, dat. wel verre van u zeer te doen. u aan het tandvleesch kittelt, als liep er u een vlieg over de lippen, noch min noch meer! Bewondert de kunst van mees ter Nicophorus Zeven stuivers voor eiken tand! Zeven stuivers maai*! Hij gaat, let op, hij gaat! Eén, twee, drie, pst!" En de kwakzalver stak de tang om hoog met iets. dat hij uitgetrokken had. De boer was huilend op den grond gevallen, en ofschoon hij kermde als of men hem vermoordde, de hans worst blies de trompet nog harder, terwijl meester Nicophorus zegepra len den omstanders het uitgetrokken voorwerp toonde en dwars door het trompetgeschal uitriep: „Zonder pijn, tonder de minste piJaJ" 'Wordt vervolgd*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5