NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 2 JUNI 1926 groote gebreken wijzen, volkomen ge lijk hebben en dat een man, die zijn huisvaderlijke plichten in het geheel niet schijnt te kennen, door de wet moet gedwongen worden om in het onderhoud van de zijnen te voorzien. Maai* er zij nog andere beweegrede nen, die een mensch op zijn post doen blijven, ook al zet 'de wet de deur wijd open. Er is ook nogje geweten! Weer of geen weer Het is noodweer, als vader eiken dag dronken thuiskomt en den boel kapot slaat. Ik zal waarlijk geen vrouw veroor- deelen, die, als het water tot aan de lippen komt, opstaat en de huisdeur aclitër ziclh toesluit, en met langzame schreden, de kinderen aan de hand, en aan de rokken, de woning den rug toekeert. Maar ik zou het nooit op mijn gewe ten willen hebben, iemand zoo iets te hebben aangeraden. Ik geloof, dat ik zelf liever alles zou willen verdragen, dan déserteur zijn. Maar toch ben ik me ook absoluut bewust, dat ik niet volledig heb geant woord dien dag. Er zijn ook ifog dingen die je alleen onder vier oogen bespreekt. Er is ook nog te denken om de kin deren. Heeft een dronkaard recht op het 'bezit van kinderen? De medici en de mannen van weten schap doen ons ontstellende mededee- lingen. Maar de practijk lacht ze soms met vaststaande feiten en bewijzen uit. Ik kom er altijd meer van onder den indruk, op hoeveel vragen ik geen antwoord weet. Ik sta vandaag naast de vrouw van den dronkaard, en ik klem hare ma gere, uitgeteerde hand stijf in de mij ne. Geen antwoord weef. ik, maar wel warm medeleven geef ik. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroelpen: Te Gouderak, A. F. P. Pop, te Vaassen. Aangenomen: naar Frederiksoord Ds. H. Buiskool te Zijpe (N.-H.) GEREF. KERKEN. Drietal: Te Wóórden, J. Dam, te Bodegraven; B. van Halsema, te Ermelc en A. Wijngaarden te Baarland. Beroepen: Te Wagenborgen, A Dondorp, cand. te Utrecht; Te Hou wet zijl, H. Wiersema, cand. te Zandeweer; Te Roden, A. D. Jt. Polman, cand. te Groningen. CHR. GEREF. KF.RK Beroelpen: Te Maassluis (Vac. Da Bruin), J. B. G. Oroes, te Bussum. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. T. M. L o r a n, te De Lier, hoopt hoopt Zondag 15 Aug. 2 uur n.m. at- scheid te nemen van de Ned. Herv.' gem. te De Lier en Zondag 22 Aug. d.a.v. zijn intrede te doen te Brielie na bevestigd te znn door Ds. A. Buur man van Wijk bij Duurstede. Ds. H. W. Boscih hoopt Zondag 1 Augustus a.s. afscheid te nemen van de Herv. gem. te Lutjebroek en Zondag 8 Augustus d.a.v. zjjn intrede te doen te Geertruidenberg na bevestigd te zijn door Ds. J. Vink van Drimmeien. Ds. H. Stegenga, beeft Zondag met een predicate over Hand. 2032a afscheid genomen van de Ned. Herv. Gemeente tp Cothen. Ds. E. Zwlersf Te Hoogeveen is overleden Ds. E Zwiers, emeritus predikant der Gerei Kerk van Heinenoord. Ds. Zwiers werd 17 Maart 1863 geboren en werd can didaat in 1889. In Februari van het volgende jaaa verbond hij zich aan de Kerk van Anjum waar hij tot 1899 diende. Voorts stond de thans overledene als predikant te Willemstad, Raamsdonk, Asperen. Woudsend, en Heinenoord. In hei begin van het vorig jaar onb ving hij eervol emeritaat. Ds. K. Vos t Ln het Diaeonessenhuis te Groningen is Zondag, 51 jaar oud, overleden Da., K. Vos, doopsgezind predikant te Mio delstum. Ds. Vos is predikant geworden in 1903 te .Woudsend, en ging in 1911 naar Middelstum. Hü heeft zich be kend gemaakt door zijn werkzaamheid op velerlei gebied. Ook in de politiek, als aanhanger van de vrijzinnige gedachte, heeft Ds. Vos meermalen van zich laten hooren. Hij Wis indertijd een zeer actief lid van den Bond van Vrije liberalen. Evangelisch-Lathersche Synode. In de gisteren voortgezette vergade' ring kwam aan de orde het voorstel Amsterdam, om alleen mannelijke pre ponenten toe te laten. Prof. van Bake! bestreed het voorste! Men moet woorden als van Paulus op vatten in verband met den tiid, waarin ze werden uitgesproken. Gii zult niet zweren" wordt ook niet altijd lettèrlgk opgevat. Spr. zegt: In Christus is geen man en vrouw. Een andere vraag is, of men het gewenscht acht, dat eene vrouw een gemeente dient. Men moet ook hier de hulp der vrouw dankbaat aanvaarden. Prof. Loosjes wijst on een andef woord van Paulus in r Tim. waar hp uitgaat van het feit, dat vrouwen wel in het openbaar preeken en spreken mo gen. Spr. keurt sterk het oordeel van Am sterdam over het optreden der vrouw als een ziekteverschijnsel af. Ds. C. Th. Scharten vereenigt zich niet met de argumenten van Amsterdam maar zou voor de vrouw niet verdet willen gaan dan het hulnpredikerschap Voor Dr. Rust is het de vraag, of de vrouw de krachten er voor heefl, Heeft ze die, dan sluite men haar niet buiten. De heer H. J. Brejjer juicht de uit spraak van' prae-adviseurs toe. Men ge ve de vrouw gelpke rechten als den man- de uitkomst zal wel Ieeren, wie geschikt is. Ds. J. L. F. de Mejjere meent, dat de ervaring leert, dat er wel degelijk vrou wen zijn,, die geschikt zijn voor het volle ambt. De heeren Sigling en Reimeringei verdedigen de toelaatbaarheid van de vrouw. r De heer H. C. Cornelisse meent, dat er een groot onderscheid is tnsschen profeteeren en het geheele predikambt vervullen is. Gewenscht is, dat ei klaarheid is over de vraag, of de vrouw beroepbaar is. Men wachle niet de toe komst af, want dan offert men de vrouw als zij met beroepbaar is. Mr. Loman meent, dat een vrouw, die een maatschappelijke betrekking vei- vult, daardoor niets minder geschikt is of wordt voor het huwelpk. Wil men de vrouw niet als. predikant, dan lata men haar niet toe' tot het seminarium, dat predikanten wil. opleiden. Spr. acht het 't beste, de gelegenheid open te laten, dan mogen de gemeenten zelf weten," of ze een vrouw begeeren als predikante. Ds. L. Schutte vraagt, of de kerke raden zich niet moeten uitspreken ovei deze zaak.' Het voorstel Schutte tot aanhouding tot het volgende jjaar wordt verworpen met 12 tegèn 6 stemmen. Het voorstel-Amsterdam wordt hier na verworpen met 15 tegen 3 stemmen Aan de orde tornt een voorstel van Purmerend de gi-oeps-indeeling te wij zigen, of anders, de synode vooraan te doen samenstellen uit door elke ge meente te benoemen een of twee alge vaardigden en deze zoo samengestelde synode alle belangen te doen bespre ken en bindende Desluiten te doen ne men. De prae-adviseurs verklaarden zich tegen een verandering der groepsindee ling, en tegen een samenstelling aet synode volgens het voorstel van Pun merend. De kosten zijn een onoverko melijk bezwaar, en wat is te verwachten van haar besprekingen. De beer H. C. Cornelisse is tegen bet voorstel-Purmerena, 'maai' spreekt de wenscbelflkbeid uit, dat kerkeraden de gelegenheid krijgen in de synode hun voorstellen en belangen te verdedigen De voorstellen Purmerend worden vei worpen met algemeene stemmen. Utrechtsche Zendingsvereeniging. Gisteren hield de Utrechtsche Zending vereeniging haar jaarvergadering in het Dienstgebouw der Ned. Herv. Gemeente te Utrecht, onder presidium van Dr. J. A. Cramer. Ds. Joh. Rauws bracht verslag uit over het Zendingswerk op Nieuw-Guinea Het werk daar gaat regelmatig voort Men krijgt den indruk van een regel matigen constanten groei. Gerekend moet worden op ten minste 17 zendelin gen; men heeft het reeds gebracht tot TWEEDE BLAD. Wfll BE B1J8EN ZESSEN. „Weer of Been weer." Ir de „Nederlander"' vertelt Mevr. van Hoogstraten Scliocli op de haar eigen wijze van vragen' die gesteld werden in bijeenkomsten! van vrou wen: Sommige vragen 'waren gemakke lijk te beantwoorden. Twee echter bewaarde ik zuinig voor het laatst. En toen nog gaf ik een onvoldoend antwoord, bang als ik was voor de al te groot e verantwoordelijkheid en bang voor de publiciteit, die soms aan goed bedoelde woorden een anderen uitleg geeft. Ik heb echter de papiertjes met de vragen zorgvuldig bewaard. Ik rol ze weer open en denk nog eens na over het probleem. „Wat is de plicht van een vrouw, wier man iederen dag dronken is, vreeselijk te keer gaat tegen de kin deren, en den boel kapot slaat? Mag etij haar man verlaten of niet?" Ik heb op die vergadering gezegd: „Ach blijf toch. Als je gaat, is er nie mand meer die zijn hart opheft in het Heiligdom. Als je gaat, is zij heele- maal zonder hulp. God geeft uitkomst, is het niet op de eene manier, dan op de andere." Ik hebber latei* wel schrik over ge had. Mocht ik dat wel zeggen? Is bet niet precies zoo, alsof je aan den kant van het water staat en een drenkeling toespreekt om maar moed te houden? Weet ik het dan niet, dat er vrou wen door baar mannen in den dood gejaagd zijn? Heb ik het dan vergeten dat er een soort huisvaders bestaat, waar je alleen maar met af grijzen aan denkt? O ho! het leven is geen spelletje .voor sommige huisvrouwenl Wat zou het niet menscbelijk, be grijpelijk en modem aanvoelend zijn om te zeggen: „Ga maar, je bent het aan je zelf, je bent het aan je kinde ren verplicht, zoo'n onmensch heeft geen recht op een vrouw en nog veel minder recht op zijn kinderen." Ik durf het echter niet, ik durf bet heelemaal zelfs niet. Ik heb eens een bijzonder oogenblik meegemaakt, nooit heb ik het verge ten. Ik hoorde een moeder zeggen tot |een dochter: (en ge kunt u voorstellen welk een sterken geest en welk een onkreukbaar gevoel van eer die vrouw bezat) „Ik sta veel liever aan je graf, dan "dat jij je plicht niet doet." Wat zijn we in onze dagen lijdens- schuw, wat hebben we een angstvoor moeiten en zorgen, wat denken we maar dadelijk dat we gerechtigd zijn om den boel er bij neer te leggen, als het ergens aan hapert! Net als de bankdirecteur doet die op de vlucht gaat als zijn boeken niet uitkomen, of als de schildwacht, die zijn post verlaat als het aflossen wat lang op zich laat wachten. Wien namen we aan ons hart, dien dag, toen we daar stonden in Gods Heiligdom, onze jonge hand geklemd in die van een ander? O! een mensch, een zondig, zwak mensch, toegankelijk voor slechte in vloeden, bestookt door veelheid van verzoekingen. Hem zwoeren we trouw voor God en mensch en. In een van onze vil la-dorpen staat 2oo'n bijzonder huis. Het heeft zoo'n aardigen naam. Ik ga dien vandaag niet verraden, maar de beteekenis van bet woord is: „Weer of geen weer." Zijn wij, vrou/wen, niet met deze ge dachte op de lippen den drempel van ons huis binnengestapt? „Ik! hier door Gods genade, huisvrouwweer of geen weer!" En als de regen striemt en 't waait 'dat het huis staat te schudden op z'n grondvesten, en het water over den drempel klotst, gaan we dan maar op de vlucht? Zijn we slechts zonnekevertjes, of mooi-weer-vlindertjes? Ik heb niet anders kunnen antwoor den. O zeker! Ik zal de laatste zijn om te loochenen, dat er veel aan onze huwelijkswetgeving te veranderen valt, en dat de vrouwen die daar op FEUILLETON. - flfi 1 JONGE HELDEN. (Uit den tijd der Hervorming). Robert sloot de oogen en wenschte, dat hij ze nimmer weer behoefde te openen. Maar hij kon bidden! Hij beproef de het te doen. „God! Red Genève!" riep hjj luid kermend uit. Dan hield (hü zich eensklaps stil, als met stom heid geslagen bij de gedachte aan wat hü erbij had willen voegen.Indien Gij kunt." Maar gelukkig, die vreeselijke gedachte werd spoedig verdrongen door andere, welke hem rust gaven. „Maar voor Hem zijn toch alle dingen mogelijk; Hij, Israëls Wachter, slui mert niet. Ik kan niets meer bedenken of bidden alles ontgaat mij. Ik denk dat dit.sterven beteekent. Ik ben zoo bangWie was het ook alweer, die dat zei? Ik vrees den dood niet, maar ik ben bang voor 't ster ven." Er kwam een vage berinnering in hem, wie dat gezegd had. En langs zijn van vermoeidheid dichtvallende oogen trok een visioen; hij zag weer het gelaat van Theodora Viret, maar niet zooals hij het den laatsten keer gezien had, marmerbleek, liggend op 4» a*** witter* Than® H een gezicht, stralend van stille vreugd, en een lichaam, gewikkeld als in een gewaad van zachte veelkleurigheid. Het scheen ver van hem weg te wezen, en toch ook weer dichtbij, boven hem. Een zacht-glanizende hand was uitge strekt, als om hem op te trekken. Het laatste, wat' hij nog gevoelde, was de wensch, haar te volgen „Ze is niet minder, werkelijk, ze is niet minder." Zoo sprak Viret tot Jac ques Mercier, terwijl hij aan de deur van zijn huis stond. Mercier was, al vorens naar de stadswacht te gaan, om Viret's beurt af te lossen, nog even aangeloopën, om te hooren hoe het met de zieke was. „De bloeding heeft zich niet herhaald. Niet, dat wij nog hopen durven, ach neen! Maar toch, zooals het nu gaatGod zegene je, Jacques voor je vriendendaad, aan mij en om harentwil betoond." Hij drukte den jongeling de hand en trad zwij gend zijn huis binnen. Gestreeld door de erkentelijkheid van Viret, ging Mercier naar zijn post aan de Nieuwe Poort. Het beteekent zoo weinig, om zijn beurt waar te ne men, dacht hij. Die beste Robert heeft me toch maar mooi door de moeilijk- beid met Madeion heen geholpen. O zeker, daar zijn er. die groote dingen voor God mogen doen en veel voor Hem lijden mogen, zooals Robert zei, maar misschien is het in Zijn oogen welgevallig, om kleine dingen voor vervio,v,ter> al* w* bef- rnaar gewillig doen. Hier ben ik er al. Tijd genoeg, »om eens aan Madeion te denken, want er is voor ons twintig menschen van de stadswacht letterlijk niets te doen in deze tijden. Behalve den uitkijk, kun nen we wel den ganschen avond aan ons gewone werk blijven, en 's nachts gerust naar becl gaan. „Goedenavond,* kapitein! Goeden avond Willem! Goedenavond Lefranc! Een kouden avond, hé?" „Nou, het zal een koude en duiste re nacht worden", antwoordde een makker. De wachten werden als gewoonlijk uitgezet; de anderen zetten zich rustig neer in 't vooruitzicht van een langen, eenzamen avond en een felkouden nacht, zonder ook maar de minste kans op gevaar, zooals zij dachten. Langzaam kroop de avond om; al les was als gewoonlijk. Het, was zoowat drie uur in den morgen, toen de wacht aan de Nieuwe Poort, nauwelijks meer wakker door het afmattende van den eentonigen uitkijk, plotseling door vijanden over vallen werd. Als een bliksemflits in den donkeren nacht lichtte het schot uit een vuurroer., een doode. Er was een vijand, die ze overviel, maar wie, hoe, waar vandaan? Waren het er honderd., duizend., een heel leger, wie kon ze tellen? In dit vreeselijk oogenblik hadden 0.9 de tegenwoordigheid van geest, om 15. De heer van Hasselt die naar Nieutt (Guinea terugkeert, zal daar een op dracht van het Ned. Bijbelgenootschap faan volbrengen in verband met de to<* omstige Bijbelvertaling en de voor bereiding van het werK van een taal geleerde. De heer P. J. Grondel, wiens werk gesteund wordt door de Duinoordkerk te 's Gravenhage, is voorloopig: ter in leiding tot den arbeid te Seroei op het eiland Jappen geplaatst. Over het Zendingswerk op Halmaheira bracht Ds. Reinders verslag uit. Irizoj* derheid wordt gewezen op de sterfge vallen van de jeugdige zendelingen Sca de en Scholteri. Het vraagstuk, hoe dit arbeidsveld op behoorlijke wijze kan worden bezet is steeds moeilijker gewor den. De heer De Neef, die de leiding heeft van de opleidingsschool, hoopt spoedig van verlof terug te keeren Zr. Haandrikman te Tobelo. die in het; huwelijk gaat treden, wera vervangen door Zr. Loots van het Luthersche Di aeonessenhuis te Amsterdam. De oud-Zendeling G. J. Ellen heeft zich bereid verklaard weer enkele ja ren te gaan helpen. Betreffende het verslag op Boeroe brengt Ds. Brouwer verslag uit. Boeroe blijft een arbeidsveld van vele zorgen Toch zijn er enkele lichtpunten. In het Zuidelijk kustressort zijn er thans 207^ Christenen, in het binnenland en het Noordelijk kustressort 1100 Christenen De penningmeester Jhr. H. M. de Koek bracht verslag uit over de jaar rekening-1925. Gedurende dat jaar werd voor de Samenwerkende Zendingscorpo raties bijeengebracht, wat volgens ae raming noodig was. Voor de Utr. Zend. Vereen, was er bovendien dit aangename dat het tekort van f 20.520, waarmee het jaar 1925 opende, verdween. De rekening wordt goedgekeurd. De rekening betreffende de inkom sten in 1,926 kan niet even hoopvol zijn als de rekening over 1925. Gedurende de egrste drie maanden van dit jaai werd meer ontvangen dan in het eer ste kwartaal 1925, maai* gedurende de maanden April en Mei bleven de inkom sten beneden de verwachting, waardoor het werk weer met een tekort bedreigd wordt. Christelijk Nationaal Zendingsfeest. Op den vooravond van het Cür. Nal Zendingsfeest. dat Woensdag .7 Juli op „Beeckesteynbij Velsen gehouden zal worden, zal een bidstond gehouden woi den op spreekplaats II, waarbg zullen voorgaan Ds. H. J. Heynes van Lands meer en Ds. ,W. S. van Leeuwen van ^Velsen. Op de sprekerslijst, die reeds vroeger gepubliceerd werd, kwam nog niet voor de naam van Ds. H. Thomas, Gerei predikant te Leiden, die spreken zal over „Aanpakken". Er rijden twee feesttreienen, één van Dordrecht over Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem, en één van Utrecht over Hilversum, Bussum, Amsterdam. Zaandam naar Velsen. ,De „Alkmaar-packet" laat een speci ale boot varen van Amsterdam naai* Vel sen, ,voor aanmerkelijk verminderd t& rief. Men verwacht tenminste 8000 feest gangers. UIT ONZE INDIEN. Vreeselijk auto-ongeluk. De heer II., hoofd van een gezin en instrumentmaker hij het Laborato rium te Batavia is het slachtoffer ge worden van een vreeselijk ongeluk. Zondagmiddag 2 Mei, omstreeks een uur, wilde hij zijne woning, die gele gen is naast het hotel Binnenhof, Kra- mat, verlaten. De heer H. reed zijn erf af in zijn driewieligen automobiel maar had het ongeluk om, toen hij Kramat opreed, gegrepen te worden door de locomotief van een tram die uit de richting Batavia kwam. De auto werd terzijde geslingerd maar de heer H. zelf werd een eind- weegs, ongeveer 20 meter, door de machine meegesleept. Toen deze ten slotte tot staan kwam, lag de heer H. die nog leefde, met het hoofd bekneld onder den koevanger. Hoewel een groot aantal persoden aanstonds was toegesneld, scheen het aanvankelijk of niemand hulp kon verleenen. Vier personen slaagden er tenslotte hun vuurroeren nog één keer af te schieten, zoodat er alarm gemaakt werd, en toen vluchtten ze, om hun leven te redden. Drie van hen echter vluchtten niet, maar klommen naar het nokje van den wachttoren. Een van hen was Jac ques Mercier. Hij kroop .op het dak, en kon zoo den vijand overtien. Het licht van een lantaarn viel op de poort, en hij zag, dat eenige manschappen een zwaar voorwerp er heen sleepten. Hij begreep wat het was: een springbus. Men wilde de poort opblazen Hij had onmiddellijk zijn plan ge reed. Hij haalde een lang mes uit zijn gordel, bukte zich zoo ver mogelijk voorover, en sneed een touw door. Een spil vloog rond. en toen viel met don derend geraas de zware ijzeren deur neer. Zijn werk was gedaan: de Nieu we Poort w-as de sleutel der stad. Ge nève was gered! Slechts één oogenblik was den dap peren jongen de gelegenheid gegeven, de voldoening van zijn heldendaad te smaken; spoedig trof hem een doode- lifk schot, en steeg zijn ziel op naar de gewesten van eeuwige rust. Terwijl dit alles in vreeselijke snel heid elkaar opvolgde, waakten een va der en moeder bij de sponde van hun kind. onbewust van het onheil, dat hen en de stad dreigde, slechts oor en oog hebbend voor het zwakke leven, dat daar den dood tegemoet ging. The odora sluimerde thans rustig; al en AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 2 Juni 1928. Van Staatk. Geref. zijde werd on langs een beschuldiging tegen de A.R. partij ingebracht die niet mis was. Als een bewijs hoe diep de A.R. par tij reeds is gezonken, werd in de „Ba nier" medegedeeld, dat., te Schiedam op Hemelvaartsdag een partijdag was gehouden. Zijn dAarvoor, zoo vroeg het blad, nu deze feestdagen? Ja, het is wel erg! Wat kan een par tij toch diep zinken! Maar het ergste komt nog. 'Het kwaad werkt altijd aanstekelük en wie valt, sleurt zoo licht een ander in zijn val mee. Zoo ook hier. Want de Kronieken van Oud-Beijer- land vermelden dat daar.fren vorigen jare op Hemelvaartsdag óók een open bare politieke vergadering werd ga houden. Maar dat was niet een vergadering van de A.R. partij. De vergadering was uitgeschreven door.de Staatk. Geref. kiesvereeni- ging en als sprekers traden op.Ds. Kersten en Ds. Zandt. Zoo ziet men, niet alleen hoe diep de A.R. partij reeds gezonken is maar ook, hoe noodlottigen invloed zij op hare omgeving uitoefent. Intusschen ben ik toch benieuwd hoe straks de heeren Kersten en Zandt in de „Banier" onderhanden genomen zullen worden. OBSERVATOR in, nadat de heer H. drie kwartier In dien jammerlijken toestand had door gebracht hem te bevrijden met die ge brekkige outillage Zijn hoofd was vreeselijk gewond, de schedel was gebroken. De ongelukkige heer H. verkeerde in hoogst ernstigen toestand, maar men deelde den 3den Mei aan de „Ja- va-Bode mede, dat er nog eenige hoop bestond op zijn behoud. Een noodlottige vergissing. In de Lavolette-Kliniek te Malang overleed de beer J. C. G. van Vlierden, administrateur der sf. Pangoongrodjo, een te Malang bekende en geziene per soonlijkheid. De heer Van Vlierden was voorzitter van de groep Malang van het Alge meen Suikersyndicaat, bestuurslid van de Lavalette-Kliniek en vervulde nog andere bestuursfuncties, welke hem in de samenleving een vooraan staande plaats deden innemen. Door een even droevige als noodlot tige vergissing werd dit werkzame le ven plotseling afgesneden. Zooals een telegram reeds meldde, gevoelde de heer Van Vlierden zich een weinig on wel en besloot wat koolzure soda in te nemen. Hij nam, zoo meldt de Ind Ct., eigenhandig uit zijn medicijnkast de flesch, die het verlangde middel moest bevatten, doch greep abusievelijk een andere, welke salpeter inhield en nam hiervan een flinke dosis in. Deze ver gissing kostte den heer Van Vlierden het leven. Eerst drie dagen na het innemen van het schadelijke poeder deden zich abnormale verschijnselen voor en de ontslapene kwam eerst bij het inge stelde onderzoek tot het besef, dat hü zich vergist had. Prof. Leber deed wat in zijn macht was om het leven van den heer Van Vlierden te redden, doch medische hulp mocht niet meer haten. Een hevige nieraandoening met daar mede gepaard gaande verlamming en hartzwakte maakten een eind aan een nuttig leven. Ir .Maller vermoord. De heer Muller, ingenieur bij het Gouvernements Krachtstation van Tombang Sawah (Benkoelen) is door een onhebbelijken paardenjongen, dien de heer M. te voren had geslagen, met messteken gedood. De schandpalen van Cherlbon. De correspondent van de L'oc. te Cheribon vertelt van 2 „tiang oefcoem sara", twee schandpalen, eeuwen ge leden door een der Chenbonsche sul tans opgericht en nog steeds aanwo- zig, vlak bij den ingang van dm kro- ton der vroegere sultanfamilie. Het volk koestert er nog steeds een hei toe sloeg ze even de oogen op, haar ouders met een zadhten glimlach ver blijdend, en het voedsel innemend, dat ze haar gaven. Omstreeks drie uur kwam 'n vreemd gedruisck 'de straten der slapende stad vullen. Het zieke kind boorde er niets van, maar haar ouders wel, en ze keken elkaar verwonderd aan. Men hoorde haastig loopen, schreeuwen, en eindelijk ook het knetterend geluid van muskefcvuur. En tegelijk begon de klok van de St. Pieter te luiden, spoe dig gevolgd door de klokken der an dere kerken. Eindelijk opende Theodora haar oo gen, dcch geschrokken was zij niet. „Hoe laat is het?" vroeg ze kalm. „Ik dacht dat het pas middernacht was. Maar alle klokken luiden. Is dat voor het biduur?" „Ja, dat zal zeker voor t biduur zün» antwoordde Viret, terwül hü zijn ge jaagdheid trachtte te verbergen. „Lie ve kind, bid God, dat Hij ons allen in Zijn hoede neme. En jij ook, vrouw. Ik moet even gaan zien wat er aan de hand is. Wees niet angstig. Zoo 9poe dig mogelijk ben ik weer terug." De pliöht van een Geneefsch burger ging voor alles, hoe benard ook de huise lijke omstandigheden waren. Haastig gespte Viret zijn kur&9 aan zette zijn helm op, greep zijn vuurroer, en spoedde zich naar 't Raadhuis. fW.ordi vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5