NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 2 JUNI 1926
groote gebreken wijzen, volkomen ge
lijk hebben en dat een man, die zijn
huisvaderlijke plichten in het geheel
niet schijnt te kennen, door de wet
moet gedwongen worden om in het
onderhoud van de zijnen te voorzien.
Maai* er zij nog andere beweegrede
nen, die een mensch op zijn post doen
blijven, ook al zet 'de wet de deur wijd
open. Er is ook nogje geweten!
Weer of geen weer
Het is noodweer, als vader eiken
dag dronken thuiskomt en den boel
kapot slaat.
Ik zal waarlijk geen vrouw veroor-
deelen, die, als het water tot aan de
lippen komt, opstaat en de huisdeur
aclitër ziclh toesluit, en met langzame
schreden, de kinderen aan de hand,
en aan de rokken, de woning den rug
toekeert.
Maar ik zou het nooit op mijn gewe
ten willen hebben, iemand zoo iets te
hebben aangeraden.
Ik geloof, dat ik zelf liever alles zou
willen verdragen, dan déserteur zijn.
Maar toch ben ik me ook absoluut
bewust, dat ik niet volledig heb geant
woord dien dag.
Er zijn ook ifog dingen die je alleen
onder vier oogen bespreekt.
Er is ook nog te denken om de kin
deren.
Heeft een dronkaard recht op het
'bezit van kinderen?
De medici en de mannen van weten
schap doen ons ontstellende mededee-
lingen. Maar de practijk lacht ze soms
met vaststaande feiten en bewijzen
uit. Ik kom er altijd meer van onder
den indruk, op hoeveel vragen ik geen
antwoord weet.
Ik sta vandaag naast de vrouw van
den dronkaard, en ik klem hare ma
gere, uitgeteerde hand stijf in de mij
ne. Geen antwoord weef. ik, maar wel
warm medeleven geef ik.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroelpen: Te Gouderak, A. F. P.
Pop, te Vaassen.
Aangenomen: naar Frederiksoord
Ds. H. Buiskool te Zijpe (N.-H.)
GEREF. KERKEN.
Drietal: Te Wóórden, J. Dam, te
Bodegraven; B. van Halsema, te Ermelc
en A. Wijngaarden te Baarland.
Beroepen: Te Wagenborgen, A
Dondorp, cand. te Utrecht; Te Hou wet
zijl, H. Wiersema, cand. te Zandeweer;
Te Roden, A. D. Jt. Polman, cand. te
Groningen.
CHR. GEREF. KF.RK
Beroelpen: Te Maassluis (Vac. Da
Bruin), J. B. G. Oroes, te Bussum.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. T. M. L o r a n, te De Lier, hoopt
hoopt Zondag 15 Aug. 2 uur n.m. at-
scheid te nemen van de Ned. Herv.'
gem. te De Lier en Zondag 22 Aug.
d.a.v. zijn intrede te doen te Brielie
na bevestigd te znn door Ds. A. Buur
man van Wijk bij Duurstede.
Ds. H. W. Boscih hoopt Zondag
1 Augustus a.s. afscheid te nemen van
de Herv. gem. te Lutjebroek en Zondag
8 Augustus d.a.v. zjjn intrede te doen
te Geertruidenberg na bevestigd te zijn
door Ds. J. Vink van Drimmeien.
Ds. H. Stegenga, beeft Zondag
met een predicate over Hand. 2032a
afscheid genomen van de Ned. Herv.
Gemeente tp Cothen.
Ds. E. Zwlersf
Te Hoogeveen is overleden Ds. E
Zwiers, emeritus predikant der Gerei
Kerk van Heinenoord. Ds. Zwiers werd
17 Maart 1863 geboren en werd can
didaat in 1889.
In Februari van het volgende jaaa
verbond hij zich aan de Kerk van Anjum
waar hij tot 1899 diende.
Voorts stond de thans overledene als
predikant te Willemstad, Raamsdonk,
Asperen. Woudsend, en Heinenoord.
In hei begin van het vorig jaar onb
ving hij eervol emeritaat.
Ds. K. Vos t
Ln het Diaeonessenhuis te Groningen
is Zondag, 51 jaar oud, overleden Da.,
K. Vos, doopsgezind predikant te Mio
delstum.
Ds. Vos is predikant geworden in
1903 te .Woudsend, en ging in 1911
naar Middelstum. Hü heeft zich be
kend gemaakt door zijn werkzaamheid
op velerlei gebied.
Ook in de politiek, als aanhanger van
de vrijzinnige gedachte, heeft Ds. Vos
meermalen van zich laten hooren.
Hij Wis indertijd een zeer actief lid
van den Bond van Vrije liberalen.
Evangelisch-Lathersche Synode.
In de gisteren voortgezette vergade'
ring kwam aan de orde het voorstel
Amsterdam, om alleen mannelijke pre
ponenten toe te laten.
Prof. van Bake! bestreed het voorste!
Men moet woorden als van Paulus op
vatten in verband met den tiid, waarin
ze werden uitgesproken. Gii zult niet
zweren" wordt ook niet altijd lettèrlgk
opgevat. Spr. zegt: In Christus is geen
man en vrouw. Een andere vraag is,
of men het gewenscht acht, dat eene
vrouw een gemeente dient. Men moet
ook hier de hulp der vrouw dankbaat
aanvaarden.
Prof. Loosjes wijst on een andef
woord van Paulus in r Tim. waar hp
uitgaat van het feit, dat vrouwen wel
in het openbaar preeken en spreken mo
gen.
Spr. keurt sterk het oordeel van Am
sterdam over het optreden der vrouw
als een ziekteverschijnsel af.
Ds. C. Th. Scharten vereenigt zich
niet met de argumenten van Amsterdam
maar zou voor de vrouw niet verdet
willen gaan dan het hulnpredikerschap
Voor Dr. Rust is het de vraag, of
de vrouw de krachten er voor heefl,
Heeft ze die, dan sluite men haar niet
buiten.
De heer H. J. Brejjer juicht de uit
spraak van' prae-adviseurs toe. Men ge
ve de vrouw gelpke rechten als den
man- de uitkomst zal wel Ieeren, wie
geschikt is.
Ds. J. L. F. de Mejjere meent, dat de
ervaring leert, dat er wel degelijk vrou
wen zijn,, die geschikt zijn voor het
volle ambt.
De heeren Sigling en Reimeringei
verdedigen de toelaatbaarheid van de
vrouw. r
De heer H. C. Cornelisse meent, dat
er een groot onderscheid is tnsschen
profeteeren en het geheele predikambt
vervullen is. Gewenscht is, dat ei
klaarheid is over de vraag, of de vrouw
beroepbaar is. Men wachle niet de toe
komst af, want dan offert men de vrouw
als zij met beroepbaar is.
Mr. Loman meent, dat een vrouw, die
een maatschappelijke betrekking vei-
vult, daardoor niets minder geschikt is
of wordt voor het huwelpk. Wil men
de vrouw niet als. predikant, dan lata
men haar niet toe' tot het seminarium,
dat predikanten wil. opleiden. Spr. acht
het 't beste, de gelegenheid open te
laten, dan mogen de gemeenten zelf
weten," of ze een vrouw begeeren als
predikante.
Ds. L. Schutte vraagt, of de kerke
raden zich niet moeten uitspreken ovei
deze zaak.'
Het voorstel Schutte tot aanhouding
tot het volgende jjaar wordt verworpen
met 12 tegèn 6 stemmen.
Het voorstel-Amsterdam wordt hier
na verworpen met 15 tegen 3 stemmen
Aan de orde tornt een voorstel van
Purmerend de gi-oeps-indeeling te wij
zigen, of anders, de synode vooraan te
doen samenstellen uit door elke ge
meente te benoemen een of twee alge
vaardigden en deze zoo samengestelde
synode alle belangen te doen bespre
ken en bindende Desluiten te doen ne
men.
De prae-adviseurs verklaarden zich
tegen een verandering der groepsindee
ling, en tegen een samenstelling aet
synode volgens het voorstel van Pun
merend. De kosten zijn een onoverko
melijk bezwaar, en wat is te verwachten
van haar besprekingen.
De beer H. C. Cornelisse is tegen bet
voorstel-Purmerena, 'maai' spreekt de
wenscbelflkbeid uit, dat kerkeraden de
gelegenheid krijgen in de synode hun
voorstellen en belangen te verdedigen
De voorstellen Purmerend worden vei
worpen met algemeene stemmen.
Utrechtsche Zendingsvereeniging.
Gisteren hield de Utrechtsche Zending
vereeniging haar jaarvergadering in het
Dienstgebouw der Ned. Herv. Gemeente
te Utrecht, onder presidium van Dr. J.
A. Cramer.
Ds. Joh. Rauws bracht verslag uit
over het Zendingswerk op Nieuw-Guinea
Het werk daar gaat regelmatig voort
Men krijgt den indruk van een regel
matigen constanten groei. Gerekend
moet worden op ten minste 17 zendelin
gen; men heeft het reeds gebracht tot
TWEEDE BLAD.
Wfll BE B1J8EN ZESSEN.
„Weer of Been weer."
Ir de „Nederlander"' vertelt Mevr.
van Hoogstraten Scliocli op de haar
eigen wijze van vragen' die gesteld
werden in bijeenkomsten! van vrou
wen:
Sommige vragen 'waren gemakke
lijk te beantwoorden.
Twee echter bewaarde ik zuinig voor
het laatst.
En toen nog gaf ik een onvoldoend
antwoord, bang als ik was voor de al
te groot e verantwoordelijkheid en
bang voor de publiciteit, die soms aan
goed bedoelde woorden een anderen
uitleg geeft.
Ik heb echter de papiertjes met de
vragen zorgvuldig bewaard.
Ik rol ze weer open en denk nog
eens na over het probleem.
„Wat is de plicht van een vrouw,
wier man iederen dag dronken is,
vreeselijk te keer gaat tegen de kin
deren, en den boel kapot slaat? Mag
etij haar man verlaten of niet?"
Ik heb op die vergadering gezegd:
„Ach blijf toch. Als je gaat, is er nie
mand meer die zijn hart opheft in het
Heiligdom. Als je gaat, is zij heele-
maal zonder hulp. God geeft uitkomst,
is het niet op de eene manier, dan op
de andere."
Ik hebber latei* wel schrik over ge
had. Mocht ik dat wel zeggen? Is bet
niet precies zoo, alsof je aan den kant
van het water staat en een drenkeling
toespreekt om maar moed te houden?
Weet ik het dan niet, dat er vrou
wen door baar mannen in den dood
gejaagd zijn? Heb ik het dan vergeten
dat er een soort huisvaders bestaat,
waar je alleen maar met af grijzen aan
denkt?
O ho! het leven is geen spelletje
.voor sommige huisvrouwenl
Wat zou het niet menscbelijk, be
grijpelijk en modem aanvoelend zijn
om te zeggen: „Ga maar, je bent het
aan je zelf, je bent het aan je kinde
ren verplicht, zoo'n onmensch heeft
geen recht op een vrouw en nog veel
minder recht op zijn kinderen."
Ik durf het echter niet, ik durf bet
heelemaal zelfs niet.
Ik heb eens een bijzonder oogenblik
meegemaakt, nooit heb ik het verge
ten. Ik hoorde een moeder zeggen tot
|een dochter: (en ge kunt u voorstellen
welk een sterken geest en welk een
onkreukbaar gevoel van eer die vrouw
bezat)
„Ik sta veel liever aan je graf, dan
"dat jij je plicht niet doet."
Wat zijn we in onze dagen lijdens-
schuw, wat hebben we een angstvoor
moeiten en zorgen, wat denken we
maar dadelijk dat we gerechtigd zijn
om den boel er bij neer te leggen, als
het ergens aan hapert!
Net als de bankdirecteur doet die op
de vlucht gaat als zijn boeken niet
uitkomen, of als de schildwacht, die
zijn post verlaat als het aflossen wat
lang op zich laat wachten.
Wien namen we aan ons hart, dien
dag, toen we daar stonden in Gods
Heiligdom, onze jonge hand geklemd
in die van een ander?
O! een mensch, een zondig, zwak
mensch, toegankelijk voor slechte in
vloeden, bestookt door veelheid van
verzoekingen. Hem zwoeren we trouw
voor God en mensch en.
In een van onze vil la-dorpen staat
2oo'n bijzonder huis.
Het heeft zoo'n aardigen naam.
Ik ga dien vandaag niet verraden,
maar de beteekenis van bet woord is:
„Weer of geen weer."
Zijn wij, vrou/wen, niet met deze ge
dachte op de lippen den drempel van
ons huis binnengestapt? „Ik! hier
door Gods genade, huisvrouwweer
of geen weer!"
En als de regen striemt en 't waait
'dat het huis staat te schudden op z'n
grondvesten, en het water over den
drempel klotst, gaan we dan maar op
de vlucht?
Zijn we slechts zonnekevertjes, of
mooi-weer-vlindertjes?
Ik heb niet anders kunnen antwoor
den. O zeker! Ik zal de laatste zijn om
te loochenen, dat er veel aan onze
huwelijkswetgeving te veranderen
valt, en dat de vrouwen die daar op
FEUILLETON.
- flfi 1
JONGE HELDEN.
(Uit den tijd der Hervorming).
Robert sloot de oogen en wenschte,
dat hij ze nimmer weer behoefde te
openen.
Maar hij kon bidden! Hij beproef
de het te doen. „God! Red Genève!"
riep hjj luid kermend uit. Dan hield
(hü zich eensklaps stil, als met stom
heid geslagen bij de gedachte aan wat
hü erbij had willen voegen.Indien Gij
kunt." Maar gelukkig, die vreeselijke
gedachte werd spoedig verdrongen
door andere, welke hem rust gaven.
„Maar voor Hem zijn toch alle dingen
mogelijk; Hij, Israëls Wachter, slui
mert niet. Ik kan niets meer bedenken
of bidden alles ontgaat mij. Ik
denk dat dit.sterven beteekent.
Ik ben zoo bangWie was het ook
alweer, die dat zei? Ik vrees den dood
niet, maar ik ben bang voor 't ster
ven."
Er kwam een vage berinnering in
hem, wie dat gezegd had. En langs
zijn van vermoeidheid dichtvallende
oogen trok een visioen; hij zag weer
het gelaat van Theodora Viret, maar
niet zooals hij het den laatsten keer
gezien had, marmerbleek, liggend op
4» a*** witter* Than® H
een gezicht, stralend van stille vreugd,
en een lichaam, gewikkeld als in een
gewaad van zachte veelkleurigheid.
Het scheen ver van hem weg te wezen,
en toch ook weer dichtbij, boven hem.
Een zacht-glanizende hand was uitge
strekt, als om hem op te trekken. Het
laatste, wat' hij nog gevoelde, was de
wensch, haar te volgen
„Ze is niet minder, werkelijk, ze is
niet minder." Zoo sprak Viret tot Jac
ques Mercier, terwijl hij aan de deur
van zijn huis stond. Mercier was, al
vorens naar de stadswacht te gaan,
om Viret's beurt af te lossen, nog even
aangeloopën, om te hooren hoe het
met de zieke was. „De bloeding heeft
zich niet herhaald. Niet, dat wij nog
hopen durven, ach neen! Maar toch,
zooals het nu gaatGod zegene je,
Jacques voor je vriendendaad, aan mij
en om harentwil betoond." Hij drukte
den jongeling de hand en trad zwij
gend zijn huis binnen.
Gestreeld door de erkentelijkheid
van Viret, ging Mercier naar zijn post
aan de Nieuwe Poort. Het beteekent
zoo weinig, om zijn beurt waar te ne
men, dacht hij. Die beste Robert heeft
me toch maar mooi door de moeilijk-
beid met Madeion heen geholpen. O
zeker, daar zijn er. die groote dingen
voor God mogen doen en veel voor
Hem lijden mogen, zooals Robert zei,
maar misschien is het in Zijn oogen
welgevallig, om kleine dingen voor
vervio,v,ter> al* w* bef-
rnaar gewillig doen.
Hier ben ik er al. Tijd genoeg, »om
eens aan Madeion te denken, want er
is voor ons twintig menschen van de
stadswacht letterlijk niets te doen in
deze tijden. Behalve den uitkijk, kun
nen we wel den ganschen avond aan
ons gewone werk blijven, en 's nachts
gerust naar becl gaan.
„Goedenavond,* kapitein! Goeden
avond Willem! Goedenavond Lefranc!
Een kouden avond, hé?"
„Nou, het zal een koude en duiste
re nacht worden", antwoordde een
makker.
De wachten werden als gewoonlijk
uitgezet; de anderen zetten zich rustig
neer in 't vooruitzicht van een langen,
eenzamen avond en een felkouden
nacht, zonder ook maar de minste
kans op gevaar, zooals zij dachten.
Langzaam kroop de avond om; al
les was als gewoonlijk.
Het, was zoowat drie uur in den
morgen, toen de wacht aan de Nieuwe
Poort, nauwelijks meer wakker door
het afmattende van den eentonigen
uitkijk, plotseling door vijanden over
vallen werd. Als een bliksemflits in
den donkeren nacht lichtte het schot
uit een vuurroer., een doode. Er was
een vijand, die ze overviel, maar wie,
hoe, waar vandaan? Waren het er
honderd., duizend., een heel leger,
wie kon ze tellen?
In dit vreeselijk oogenblik hadden
0.9 de tegenwoordigheid van geest, om
15. De heer van Hasselt die naar Nieutt
(Guinea terugkeert, zal daar een op
dracht van het Ned. Bijbelgenootschap
faan volbrengen in verband met de to<*
omstige Bijbelvertaling en de voor
bereiding van het werK van een taal
geleerde.
De heer P. J. Grondel, wiens werk
gesteund wordt door de Duinoordkerk
te 's Gravenhage, is voorloopig: ter in
leiding tot den arbeid te Seroei op het
eiland Jappen geplaatst.
Over het Zendingswerk op Halmaheira
bracht Ds. Reinders verslag uit. Irizoj*
derheid wordt gewezen op de sterfge
vallen van de jeugdige zendelingen Sca
de en Scholteri. Het vraagstuk, hoe dit
arbeidsveld op behoorlijke wijze kan
worden bezet is steeds moeilijker gewor
den. De heer De Neef, die de leiding
heeft van de opleidingsschool, hoopt
spoedig van verlof terug te keeren
Zr. Haandrikman te Tobelo. die in het;
huwelijk gaat treden, wera vervangen
door Zr. Loots van het Luthersche Di
aeonessenhuis te Amsterdam.
De oud-Zendeling G. J. Ellen heeft
zich bereid verklaard weer enkele ja
ren te gaan helpen.
Betreffende het verslag op Boeroe
brengt Ds. Brouwer verslag uit. Boeroe
blijft een arbeidsveld van vele zorgen
Toch zijn er enkele lichtpunten. In het
Zuidelijk kustressort zijn er thans 207^
Christenen, in het binnenland en het
Noordelijk kustressort 1100 Christenen
De penningmeester Jhr. H. M. de
Koek bracht verslag uit over de jaar
rekening-1925. Gedurende dat jaar werd
voor de Samenwerkende Zendingscorpo
raties bijeengebracht, wat volgens ae
raming noodig was. Voor de Utr. Zend.
Vereen, was er bovendien dit aangename
dat het tekort van f 20.520, waarmee
het jaar 1925 opende, verdween.
De rekening wordt goedgekeurd.
De rekening betreffende de inkom
sten in 1,926 kan niet even hoopvol zijn
als de rekening over 1925. Gedurende
de egrste drie maanden van dit jaai
werd meer ontvangen dan in het eer
ste kwartaal 1925, maai* gedurende de
maanden April en Mei bleven de inkom
sten beneden de verwachting, waardoor
het werk weer met een tekort bedreigd
wordt.
Christelijk Nationaal Zendingsfeest.
Op den vooravond van het Cür. Nal
Zendingsfeest. dat Woensdag .7 Juli op
„Beeckesteynbij Velsen gehouden zal
worden, zal een bidstond gehouden woi
den op spreekplaats II, waarbg zullen
voorgaan Ds. H. J. Heynes van Lands
meer en Ds. ,W. S. van Leeuwen van
^Velsen.
Op de sprekerslijst, die reeds vroeger
gepubliceerd werd, kwam nog niet voor
de naam van Ds. H. Thomas, Gerei
predikant te Leiden, die spreken zal
over „Aanpakken".
Er rijden twee feesttreienen, één van
Dordrecht over Rotterdam, Den Haag,
Leiden, Haarlem, en één van Utrecht
over Hilversum, Bussum, Amsterdam.
Zaandam naar Velsen.
,De „Alkmaar-packet" laat een speci
ale boot varen van Amsterdam naai* Vel
sen, ,voor aanmerkelijk verminderd t&
rief.
Men verwacht tenminste 8000 feest
gangers.
UIT ONZE INDIEN.
Vreeselijk auto-ongeluk.
De heer II., hoofd van een gezin en
instrumentmaker hij het Laborato
rium te Batavia is het slachtoffer ge
worden van een vreeselijk ongeluk.
Zondagmiddag 2 Mei, omstreeks een
uur, wilde hij zijne woning, die gele
gen is naast het hotel Binnenhof, Kra-
mat, verlaten. De heer H. reed zijn erf
af in zijn driewieligen automobiel
maar had het ongeluk om, toen hij
Kramat opreed, gegrepen te worden
door de locomotief van een tram die
uit de richting Batavia kwam.
De auto werd terzijde geslingerd
maar de heer H. zelf werd een eind-
weegs, ongeveer 20 meter, door de
machine meegesleept. Toen deze ten
slotte tot staan kwam, lag de heer H.
die nog leefde, met het hoofd bekneld
onder den koevanger.
Hoewel een groot aantal persoden
aanstonds was toegesneld, scheen het
aanvankelijk of niemand hulp kon
verleenen.
Vier personen slaagden er tenslotte
hun vuurroeren nog één keer af te
schieten, zoodat er alarm gemaakt
werd, en toen vluchtten ze, om hun
leven te redden.
Drie van hen echter vluchtten niet,
maar klommen naar het nokje van
den wachttoren. Een van hen was Jac
ques Mercier. Hij kroop .op het dak, en
kon zoo den vijand overtien. Het licht
van een lantaarn viel op de poort, en
hij zag, dat eenige manschappen een
zwaar voorwerp er heen sleepten. Hij
begreep wat het was: een springbus.
Men wilde de poort opblazen
Hij had onmiddellijk zijn plan ge
reed. Hij haalde een lang mes uit zijn
gordel, bukte zich zoo ver mogelijk
voorover, en sneed een touw door. Een
spil vloog rond. en toen viel met don
derend geraas de zware ijzeren deur
neer. Zijn werk was gedaan: de Nieu
we Poort w-as de sleutel der stad. Ge
nève was gered!
Slechts één oogenblik was den dap
peren jongen de gelegenheid gegeven,
de voldoening van zijn heldendaad te
smaken; spoedig trof hem een doode-
lifk schot, en steeg zijn ziel op naar de
gewesten van eeuwige rust.
Terwijl dit alles in vreeselijke snel
heid elkaar opvolgde, waakten een va
der en moeder bij de sponde van hun
kind. onbewust van het onheil, dat
hen en de stad dreigde, slechts oor en
oog hebbend voor het zwakke leven,
dat daar den dood tegemoet ging. The
odora sluimerde thans rustig; al en
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 Juni 1928.
Van Staatk. Geref. zijde werd on
langs een beschuldiging tegen de A.R.
partij ingebracht die niet mis was.
Als een bewijs hoe diep de A.R. par
tij reeds is gezonken, werd in de „Ba
nier" medegedeeld, dat., te Schiedam
op Hemelvaartsdag een partijdag was
gehouden.
Zijn dAarvoor, zoo vroeg het blad,
nu deze feestdagen?
Ja, het is wel erg! Wat kan een par
tij toch diep zinken!
Maar het ergste komt nog.
'Het kwaad werkt altijd aanstekelük
en wie valt, sleurt zoo licht een ander
in zijn val mee.
Zoo ook hier.
Want de Kronieken van Oud-Beijer-
land vermelden dat daar.fren vorigen
jare op Hemelvaartsdag óók een open
bare politieke vergadering werd ga
houden.
Maar dat was niet een vergadering
van de A.R. partij.
De vergadering was uitgeschreven
door.de Staatk. Geref. kiesvereeni-
ging en als sprekers traden op.Ds.
Kersten en Ds. Zandt.
Zoo ziet men, niet alleen hoe diep
de A.R. partij reeds gezonken is maar
ook, hoe noodlottigen invloed zij op
hare omgeving uitoefent.
Intusschen ben ik toch benieuwd
hoe straks de heeren Kersten en Zandt
in de „Banier" onderhanden genomen
zullen worden.
OBSERVATOR
in, nadat de heer H. drie kwartier In
dien jammerlijken toestand had door
gebracht hem te bevrijden met die ge
brekkige outillage
Zijn hoofd was vreeselijk gewond,
de schedel was gebroken.
De ongelukkige heer H. verkeerde
in hoogst ernstigen toestand, maar
men deelde den 3den Mei aan de „Ja-
va-Bode mede, dat er nog eenige hoop
bestond op zijn behoud.
Een noodlottige vergissing.
In de Lavolette-Kliniek te Malang
overleed de beer J. C. G. van Vlierden,
administrateur der sf. Pangoongrodjo,
een te Malang bekende en geziene per
soonlijkheid.
De heer Van Vlierden was voorzitter
van de groep Malang van het Alge
meen Suikersyndicaat, bestuurslid
van de Lavalette-Kliniek en vervulde
nog andere bestuursfuncties, welke
hem in de samenleving een vooraan
staande plaats deden innemen.
Door een even droevige als noodlot
tige vergissing werd dit werkzame le
ven plotseling afgesneden. Zooals een
telegram reeds meldde, gevoelde de
heer Van Vlierden zich een weinig on
wel en besloot wat koolzure soda in te
nemen. Hij nam, zoo meldt de Ind Ct.,
eigenhandig uit zijn medicijnkast de
flesch, die het verlangde middel moest
bevatten, doch greep abusievelijk een
andere, welke salpeter inhield en nam
hiervan een flinke dosis in. Deze ver
gissing kostte den heer Van Vlierden
het leven.
Eerst drie dagen na het innemen
van het schadelijke poeder deden zich
abnormale verschijnselen voor en de
ontslapene kwam eerst bij het inge
stelde onderzoek tot het besef, dat hü
zich vergist had. Prof. Leber deed wat
in zijn macht was om het leven van
den heer Van Vlierden te redden, doch
medische hulp mocht niet meer haten.
Een hevige nieraandoening met daar
mede gepaard gaande verlamming en
hartzwakte maakten een eind aan een
nuttig leven.
Ir .Maller vermoord.
De heer Muller, ingenieur bij het
Gouvernements Krachtstation van
Tombang Sawah (Benkoelen) is door
een onhebbelijken paardenjongen,
dien de heer M. te voren had geslagen,
met messteken gedood.
De schandpalen van Cherlbon.
De correspondent van de L'oc. te
Cheribon vertelt van 2 „tiang oefcoem
sara", twee schandpalen, eeuwen ge
leden door een der Chenbonsche sul
tans opgericht en nog steeds aanwo-
zig, vlak bij den ingang van dm kro-
ton der vroegere sultanfamilie. Het
volk koestert er nog steeds een hei
toe sloeg ze even de oogen op, haar
ouders met een zadhten glimlach ver
blijdend, en het voedsel innemend, dat
ze haar gaven.
Omstreeks drie uur kwam 'n vreemd
gedruisck 'de straten der slapende
stad vullen. Het zieke kind boorde er
niets van, maar haar ouders wel, en
ze keken elkaar verwonderd aan. Men
hoorde haastig loopen, schreeuwen,
en eindelijk ook het knetterend geluid
van muskefcvuur. En tegelijk begon de
klok van de St. Pieter te luiden, spoe
dig gevolgd door de klokken der an
dere kerken.
Eindelijk opende Theodora haar oo
gen, dcch geschrokken was zij niet.
„Hoe laat is het?" vroeg ze kalm. „Ik
dacht dat het pas middernacht was.
Maar alle klokken luiden. Is dat voor
het biduur?"
„Ja, dat zal zeker voor t biduur zün»
antwoordde Viret, terwül hü zijn ge
jaagdheid trachtte te verbergen. „Lie
ve kind, bid God, dat Hij ons allen in
Zijn hoede neme. En jij ook, vrouw.
Ik moet even gaan zien wat er aan de
hand is. Wees niet angstig. Zoo 9poe
dig mogelijk ben ik weer terug." De
pliöht van een Geneefsch burger ging
voor alles, hoe benard ook de huise
lijke omstandigheden waren.
Haastig gespte Viret zijn kur&9 aan
zette zijn helm op, greep zijn vuurroer,
en spoedde zich naar 't Raadhuis.
fW.ordi vervolgd).