NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 15 MËI 1926
Aan het einde der Week
Het criselt weer overal. De politieke
crises zijp niet van de lucht.
Ook het Duitsche Rijkskabinet-Lu-
ther is de afgeloopen week heenge
gaan. Het vraagstuk, dat bij onze Oos
terburen de politiek beheerschte, was
de vlaggenkwestie.
Vóór de revolutie was de Duitsche
vlag zwart-wit-ro oddaarna werd het
zwart-rood-goud. Doch tegelijk werden
deze vlaggen partij vlaggen; de monar
chisten die nog droomen van de glo
rie van het voormalige Keizerrijk na
men de oude vlag tot symbool en de
republikeinen zweren bij het zwart-
rood-goud. Wie daarnaar ook maar
een vinger durft uitsteken, diens repu-
blikeinsche gezindheid is verdacht.
En nu had de regeering-Luther den
euvelen moed een verordening te ma
ken, dat bij feestelijke gelegenheden
door Duitsche diplomaten, die alleen
per schip te bereiken zijn, zoowel de
zwart-rood-gouden rijksvlag als de
zwart-wit-roode handels vlag moest
uitgehangen worden. Hierin zagen de
republikeinen een aanslag op de repu
bliek en het kabinet zag zich door de
aanneming eener motie van wantrou
wen genoodzaakt af te treden.
Niet slechts onze Oostelijke, ook on
ze Zuidelijke buren zitten midden in
eeii ministerieele crisis. Het kabinet
Poullet heeft nu ook officieel zijn ont
slag aangeboden.
De socialist Brunet, wien door den
koning de kabinetsformatie was opge
dragen, is daarin niet geslaagd en
heeft de opdracht moeten teruggeven.
Het is in België trouwens ook voor "een
socialist een eigenaardige situatie,
want hij moet met de bankiers, de ver
tegenwoordigers van het kapitaal, tot
overeenstemming zien te komen met
betrekking tot het uit te voeren regee-
ringsprogram. Hier moet alzoo de een
heid van tegendeelen gezocht worden.
In Polen was ook reeds eenlgen tijd
een ministerieele crisis, die maar niet
tot een oplossing kon komen. Nu be
proeft men het op den meer en meer
gebruikelijken weg van een militairen
staatsgreep. Het leger zal den Gordi-
aanschen knoop dan maar doorhak
ken.
Er was in het leger een sterke stroo
ming om den populairen maarschalk
Pilsoedski aan het hoofd van zaken te
brengen en deze was bereid zich daar
toe te leenen. De troepep rukten naar
Warschau op en hadden de hoofdstad
al spoedig in handen.
In Engeland is de algemeene staking
afgelast. Of dit een overwinning dan
wel een nederlaag voor de arbeiders
beteekent is niet met zekerheid te zeg
gen, daaromtrent heerscht verschil
van meening. Men krijgt evenwel den
indruk dat de regeling, die op haar
stuk bleef staan en hardnekkig wei
gerde te onderhandelen zoolang de al
gemeene stakingsorder niet ingetrok
ken was, den strijd gewonnen heeft.
Doch juister is het, met den premier
Baldwin te zeggen, dat de behaalde
overwinning er geen is van deze. of
gene partij, maar van het gezond' ver
stand van het beste deel van het volk.
De vraag is nu of de mijnwerkers
hun eischen zullen ingewilligd krijgen
en het schijnt wel, dat er thans meer
kans dan vóór de afbreking der onder
handelingen bestaat, dat de aanval op
hun loonen en arbeidsvoorwaarden zal
worden afgeslagen.
In ons land werd de afgeloopen
•week nog weer eens het bewijs gele
verd, dat de coalitie, die al zoo dik
wijls is dood verklaard, nog springle
vend is. De Bioscoopwet, nu toch wel
een „nationale" wet geworden nu zij
door het „nationale" kabinet-de Geer
is verdedigd, werd in de Eerste Kamer
aangenomen met een zuivere partij
stemming: rechts tegen links. Onze te
genstanders leveren alzoo zeiven het
bewijs, dat de antithese in de politiek
een werkelijkheid is en blijft.
Uit het grijs verleden.
DE TAAL VAN KANAAN.
Het Hebreeuwsch is de tale Kanaans
in den meest letterlijken zin des
woords. Het was reeds in den tijd der
aartsvaders de taal die in Kanaan ge
sproken werd en die door Abraham en
zijn zonen van de Kanaanieten werd
overgenomen.
Abraham zelf sprak Arameescli, de
taal die in Mesopotamië, vanwaar hij
afkomstig was, gesproken werd.
Hebreeuwsch en Arameesch zijn
twee nauw verwante talen; zij behoo-
ren beide (met Arabisch, Ethiopisch en
Assyrisch-Babylonisch) tot de Semic-
tische talen-familie. De voornaamste
eigenaardigheid, waardoor de Semio
tische talen zich van andere, b.v. Indo-
Europeesche onderscheiden, is dat de
medeklinkers daarin de voornaamste
rol spelen; de meeste woorden be
staan uit drie consonanten. Be klin
kers nemen slechts een zeer onderge
schikte plaats in en werden zelfs oor
spronkelijk niet eens geschreven. Zoo
luidt het Hebreeuwsche woord voor
„dooden" qatal, dit werd geschreven
qtl; in het Arameesch luidt dit woord
qètala en. ziet er dus zonder de voca-
lisatie precies eender uit als het He
breeuwsche woord.
Dat de aartsvaders de taal der Ka
naanieten overnamen blijkt zeer dui
delijk uit Gen. 31 47.
Toen Jakob een verbond sloot met
Laban, nam hij een steen en hij ver
hoogde dien tot een opgericht teeken,
en hij zeide tot zijn broederen: Verga
dert steenen! eri zij namen steenen en
maakten een hoop, en zij aten aldaar
op dien hoop. En dan geeft Laban dien
steenhoop een Arameeschen naam en
hij noemt hem: Jegar-Sahadutha, maar
Jakob noemt hem (in het He
breeuwsch) Gilead.
Dit zijn twee namen van ongeveer
dezelfde beteekenis; zij beteekenen
„steenhoop van het getuigenis".
In het Oude Testament worden de
Arameeërs „Syriërs." genoemd, ten
minste in de Statenvertaling. In het
oorspronkelijke staat „Arameeërs
b.v.: Gen. 25:20: En Izak was veertig
jaar oud, als hij Rebekka, de dochter
van den Arameeër Bethuel uit Pad-
dan Aram, de zuster van den Arameeër
Laban zich tot vrouw nam. Paddan
Aram is het Noorden van Mesopota
mië; de hoofdstad dezer landstreek
was Haran
Toen de Israëlieten het beloofde
land binentrokken om het in bezit te
nemen, vonden zij daar een volk, dat
reeds op een hoogen trap van ontwik
keling stond en welks rijke cultuur
schatten zij zich toeëigenden (Deut. (5
vers 10 en 11). De taal dezer Kananie-
ten kwam vrijwel met de hunne over
een, aangenomen hetgeen zeer waar
schijnlijk is dat zij door het langdu
rige verblijf in Egypte hun eigen taal
niet verleerd hadden.
Deze taal ontving, naar de nieuwe
bewoners, de Israëlieten of Hebreeën,
den naam Hebreeuwsch, onder welke
benaming zij ook thans nog bekend is.
In het Oude Testament heet zij: „de
taal van Kanaan (Jes. 19 18) of ook
Judeesch (Jes. 3611, 13). Alleen in
den proloog van de Spreuken van Je
zus Sirach is sprake van „He
breeuwsch": De vertaler van dit boek
vraagt verschooning, waar het blijken
mocht, dat hij in de met zorg bewerkte
vertaling van eenige spreekwijzen de
kracht niet heeft weergegeven; de
woorden toch bij de vertaling drukken
niet volkomen hetzelfde uit, wat men
oorspronkelijk in het Hebreeuwsch
leest.
Merkwaardig is, hoe bij de belegering
van Jeruzalem door Sanherib, den ko
ning van Assyrië, Hebreeuwsch en
Arameesch tegenover elkaar gesteld
worden (Jes. 36).
De rabsake (titel van een Assyrisch
opperofficier) tracht Hiskia door vrees
aanjaging tot overgave te bewegen en
spreekt daarbij Hebreeuwsch, opdat
ook het aanwezige volk hem zal kun
nen verstaan. Dan zeggen Eljakim en
Sebna en Joah tot hem: „Spreek toch
tot uwe knechten in het Arameesch
want wij verstaan het; en spreek tot
ons niet in het Judeesch voor de ooren
van het volk, dat op den muur is". Dit
Arameesch was niet de taal der Assy-
riërs, maar het werd gebruikt in het
diplomatiek verkeer. In de tweede
helft der 8e eeuw vóór Christus was er
in de kanselarij te Ninevé naast den
Assyrischen ook een Arameesche se
cretaris. Ook Juda's ambtenaren ver
stonden deze taal, maar het volk niet.
De rabsake gaat evenwel voort, met
luider stem in liet Judeesch te roeper.,
want het is hein er juist om te doen,
indruk te maken op het volk om dit
tegen zijn koning op te ruien.
Het Hebreeuwsch bleef de volkstaal
in Palestina tot eenige eeuwen voor on
ze jaartelling en werd toen vervan
gen door het Arameesch, dat in geheei
Voor-Azic de verkeerstaal geworden
was en dat ook Jezus' moedertaal was.
De vraag doet zich evenwel voor:
sinds wanneer hield het He
breeuwsch op volkstaal te zijn? Vol
gens de Joodsche traditie had deze
verwisseling Van taal tijdens de bal
lingschap plaats; het volk nam de taal
van het land waarin het woonde, de
Arameesche volkstaal, aan en het
deed dit te gemakkelijker om de ver
wantschap die er tusschen de beide
talen bestond.
De sterkste grond voor deze opvat
ting is Neh. 8:8: En zij, (de priesters
en Levieten) lazen in het boek, in de
wet Gods, duidelijk; en den zin ver
klarende, zoo maakten zij dat men het
verstond in het lezen. Het woord, dat
hier door „duidelijk" vertaald is, heeft
den zin van „verklaren"; het komt ook
voor in Lev. 24 12 en Num. 15 34.. De
verklaring, die hier bedoeld is, kan niet
bestaan in wat wij tekstverklaring noe
men, want daarvan is in het vervolg
van dezen tekst sprake, doch volgens
den samenhang moet bier gedacht
worden aan een weergeven van den
Hebreeuwschen grondtekst in de Ara
meesche volkstaal.
Deze opvatting der rabbijnen is in
den nieuweren tijd bestreden door ge
leerden die van meening waren, dat
het Hebreeuwsch eerst later heeft op
gehouden een levende taal te zijn, rn
wel in de derde of tweede eeuw vóór
Christus.
Het Hebreeuwsch handhaafde zich
evenwel als taal van den godsdienst
en werd voorts in de kringen der
schriftgeleerden gesproken en geschre
ven, ja zelfs verder ontwikkeld. Zoo
ontstond het Nieuw-Hebreeuwsch, dat
thans op de hoogte der moderne cul
tuurtalen staat, waarin tal van dag
en weekbladen verschijnen zoowel in
Palestina als daarbuiten, dat een litte
ratuur heeft minstens even om
vangrijk als b.v. het Vlaamsch en
waarin zelfs wetenschappelijke wer
ken over de exacte wetenschappen
verschijnen.
DAMRUBRIEK.
Redacteur: J. Verstoep, Jzn. Poort-
Iandlaan 40, Delft.
Een fraai eindspel.
Het volgende slotspel kwam voor in
eert correspondentie-partij tussclien de
heeren H. J. v. d. Broek, Rotterdam
met Wit en G. Mantel, Hengelo met
Zwart.
Na den 40en zet van Wit ontstond,
volgens ..het Damspel" deze stand:
Zwart (11) 6, 8, 9, 11, 15, 16, 19, 21,
23, 24. 26.
Wit (11) 22, 27, 31, 32, 33, 34, 35, 37,
41, 43. 46.
Het verloop was nu als volgt:
40 8—13
Op 15-T20 kan Wit als volgt remise
maken: 43—39, 33—28, 35—30. 39—34,
30—24, 15—20, 9—14, 24—29, 29 x 40,
40 x 29, 19 x 30, 28 X 10 remise. Elk
ander tegenspel wordt daarentegen
door Zwart gewonnen.
41 34—291!
Zeer fraai gespeeld. Ten koste van
minderheid
remise-stel-
16—21!
een schijf brengt Wit een schiif op het
sterke veld 18 en verschaft zich een
goccl remise-stelling.
41 23 x 34
42 22—18 13 x 22
43 27 x 18
De schijf op 18 houdt Zwart stevig
in bedwang.
•13 11—17!
Om, als Wit niet afruilt, schijf 17 te
offeren met winnenden stand.
44 32—27 21 x 32
45 37 x 28 26 x 37
46 41 x 32
Met een schiif in de
heeft Wit een bekwame
ling verkregen.
46
Moet Wit beletten veld 27 te bezetten.
47 46—41
De onderste hoekschiif gaat over de
remise ook eens een woordje meespre
ken.
47 15—20
48 41—37 6—11
49 37—31
4338 geeft eveneens remise. Zwart
is dan gedwongen tot 9—14, waardoor
Wit 3731, 3127 enz. de baan vrij
krijgt.
49 11—16
50 3127
Er volgde op 3126, 1812, 26 x 17,
20—25, 17 x 8. 9—13, 28—22a), 35 x 24,
32—28, 43—39, 39 x 30, 24—30, 19 x 30,
34—40, 30—34, 25 x 34. 28—23. 23—18,
18 x 9, 9 x 18, 4044, 44—49, 8—13,
34—39 wint a) 43—38, 33 x 24. 35 x 24,
32—27, 2721,'2429, 19 x 30. 34—39,
39—44, 16 x 27, 17—11, 44—49 wint.
Veel ander spel doet zich voor en
nader onderzoek brengt allicht nog
wel een remise-variant aan het licht.
50 21—26
Op 914 maakt Wit 2722 remise.
51 43—38!
2722? beloofde winst aan Zwart als
volgt: 22 x 11, 18—12, 32—27. 28 x 17,
17 x 28, 26—31, 16 x 7, 7 x 18, 31 x 22
18—22, 9—13 wint.
51 17—22
52 28 x 17 34—39
53 33 x 44 19=—23
54 18 x 29 24 x 42
55 17—12 42—47!
56 12—7
Ook 2722 is goed speelbaar.
56 41-36
57 7-1
Verkrijgt hierdoor onmiddellijk con
tact met de zwarte schijven 9 en 20.
57 36 x 60
58 1—18!
Op 129? met het doel om op Zwart
2025 remise te maken met 2945,
zou Zwart winnen door het aardige
zetje 2024, 50—17.
58 9—14
59 18—29 50—45
2631, 3136 was te verkiezen. Het
beste tegenspel voor Wit is daarna 35
30, voorkomt Zwart 36—41 wegens
Wit 30—24, daarna 15—4, 4—36. Het
loont de moeite dien stand aan uit
voerige studie te onderwerpen.
60 29 x 15 45—23
61 32—27 23—18
62 15—38! 18 x 36
63 33—281! 14—20 ged.
64 35301! Remise.
Zeer mooi. Wit heeft het eindspel
schitterend gespeeld. Op 3618 Wit 30
—25 remise. Op 36-4 Wit 28—23, 23—
12 remise.
GEMENGD NIEUWS.
O n t o r t u i n 1 ij' k reisje. Te
Veixlo mèlddè zich bij de politie de
17-jarige E. J„ kweeker te Hilver
sum, die in padvindercostuum een reis
was gaan maken.
Eerst per rijwiel, doch toen dit te
Nijmegen onklaar werd, wierp hij dit
weg en zette zijh zwerftocht te voet
door. Slapende in een hooiberg tus
sclien Kevelaer en Well, werd hij des
nachts van al zijn geld beroofd. Elke
aanwijzing van den dader ontbreekt.
Onweer. Tijdens een kort maar
hevig onweer sloeg gisternacht de
bliksem in de boerderij bewoond door
den heer J. de Jong te Oudemirdum
g'r.J De boerderij brandde geheel at.
et vee was gelukkig in de wedde.
Verzekering de'kt de schade.
De boerderiji van J. Jorntsma bij
Temmer, werd in den zelfden nacht
door den bliksem getroffen. Er ont
stond brand. De bewoners konden zich
door een haastige vlucht redden. De
geheele inboedel en de landbouwwerk
tuigen werden een prooi der vlammen.
Een jongen doodgereden.
Donderdagavond omstreeks half zes,
heeft te Muiden op den Muiderstraat-
weg, nabij de kruitfabriek een auto
ongeval plaats gehad. De 16-jange T.
Heinis uit Amsterdam, die aan den
leant van den weg zat, stak plotseling
naar de andere zijde van den weg over,
juist op het oogenblik, toen de auto
van den heer Eberwem uit Amster
dam passeerde. De jongen werd door
den auto gegrepen en zeer ernstig ge
wond. Hij werd eerst naar Muiden ver
voerd, waar dokter Ankersmit hem de
eerste hulp verleende en later per auto
naar 'tOnze Lieve Vrouwengasthuis
te Amsterdam. Bij aankonst aldaar
bleek de jongen te zijln overleden. Den
bestuurder van de auto treft geen
schuld.
Inbreker doodgeschoten.
Te Terapel heeft gisternacht de op
perwachtmeester der marechaussee,
Elings bij surveillance in de woning
van den kassier Timmerman, die afwe
zig was, inbrekers aange roftea. Deze
losten schoten, waarop Elings terug
schoot en H. R. trof, die dood neer
viel..
De andere inbrekers, onder wie ze
kere Z., zijn gevlucht.* Deze Z. werd
later met natte plunje aan van zij'n bed
gelicht. Het schijnt, dat hij bij de ach
tervolging in een vaart is terecht ge
komen.
In het kantoor van den heer Tim
merman was een zuurstof-apparaat bij
de brandkast opgesteld. De inbrekers
droegen bij huil werkzaamheden gum
mi-handschoen eif.
Doodelijk ongeval. Op den!
Amsterdamschen Straatweg te Naar
den heeft een ontzettend ongeluk plaats
gevonden. Omstreeks 5 uur reed een
drietal meisjes uit Hilversum in de
richting Muiden, toen zij achterop wer
den gereden door een auto. Een van'
haar, de 20-jange M. V. uit Hilver
sum, werd angstig en sprong van da
fiets op de trambaan. Door den he
vigere wind had zij echter de onmid
dellijk achter haar aankomende stoom
tram niet gehoord.. Zij werd gegre
pen en vóór dat de macninisten van de
extra lange tram, waarvoor twee lo
comotieven reden, deze tot stilstand
hadden kunnen brengen, reden d^ bei
de locomotieven en drie personenrijtui
gen over haar heen..
Gruwelijk was het lichaam verminkt,
toen het meisje dood onder de tram
werd weggehaald. Het lijk werd naar
-Naarden overgebracht. Het ongeval
veroorzaakte ouder de talrijke voor
bijgangers groote consternatie.
Overreden en gedood. Te
Terneuzen is bij het uitgaan van de
christelijke school in de buurtschap
Spui, gemeente Axel, het zevenjarig,
zoontje van R. Boeye onder een vracht
auto geraakt en kort daarna over
leden.
Kindermoord. Door een ge-
pensionneerd rechercheur van polnie
te Heerlen zijn in een vijver van aen,
Meezenbroek aldaar twee kinderlijkjes
gevonden.. Onmiddellijk waarschuwde
hij den commissaris van politie, die
een onderzoek instelde. De lijkjes ble
ken van pasgeboren kinderen te zijn en
waren gedeeltelijk verbrand.
Noodlanding. Nabij- de greng
der gemeenten Wassenaar en 's-Gra-
venhage, met ver van de kruising van
de lijnen der Electrische en de Hol-
landsche spoor bij den Leidscaen straati
weg is gistermiddag een militair vlieg
tuig, op weg van schiphol naar Waal
haven, wegens een klein motordefect
geland. Het defect werd ter plaatse
hersteld, waarna het vliegtuig weer
kon vertrekken.
In Mei doodgevroren. Ter
wijl ook in ons land de trawanten!
van den winter: storm, wind en ha
gel nog heerschen en ons doen gevoe
len, dat zij hun heerschappij tegenover
de lente met haar zachtheid, warmte
en zon niet heb oen opgegeven, heeft
da koude in Oostenrijk zelfs nog een]
slachtoffer gemaakt.
Uit Bludenz wordt n.l. gemeld, dat
op een weg nabij het dorpje Langer
een arbeider doodgevroren is gevon
den.
Leidsche Penkrassen.
Amice,
In de Maandag te houden Raadsver
gadering komen verschillende belang
rijke voorstellen aan de orde, voorstel
len waarvoor niet alleen de ingewij
den zich interesseeren, maar die ook
voor breede groepen van de bevolking
van belang zijn.
Daar is om te beginnen het voorstel
inzake bet vermenigvuldigingscijfer,
voor de plaatselijke directe belasting,
die wel in staat is velen een nacht
merrie te bezorgen. Met schrik worden
teikens weer de belastingbiljetten te
gemoet gezien en menigeen heeft de
grootste moeite om tijdig aan deze zij
ne verplichtingen te voldoen.
Toen ik nu onlangs las dat in ver
schillende gemeenten voorstellen tot
belastingverhooging werden ingediend
sloeg mij de schrik om bet hart, om
dat ik vreesde dat het ook hier dezen
wég op zou gaan. Gelukkig amice, is
die vrees ijdel gebleken. Door B. en W.
worctt voorgesteld het vermenigvuldi
gingscijfer op 0.9 te handhaven en ik
vermoed dat de Gemeenteraad daarte
gen wel geen bezwaar zal maken.
Uit de bijgevoegde beschouwingen
blijkt echter wel, dat het niet gemak
kelijk gaat op deze wijze de touwtjes
aan elkaar vast te knoopen en 'tzou
waarschijnlijk niet lukken ook, indien
er niet zekere reserves waren, over
schotten van vroegere diensten* waar
uit zoo spoedig geput kan worden.
Hieruit blijkt wel amice, dat de fi
nancieel© toestand van de Gemeente
niet bepaald rooskleurig kan worden
genoemd, wat voor een deel is toe te
schrijven aan de daling van het totaal
belasihaar inkomen en voor een ander
dee! aan de groote bedragen aio door
de belastingadministratie als oninvor-
derbaar zijn geschrapt. Alleen voor 't
belastingjaar 1925-26 is voor dit doel,
reeds een bedrag van ongeveer 4 ton
ingehouden en naar B. en W. meenen
te weten zullen ook de eerstvolgende
jaren nog zeer door kwade posten ge
drukt worden.
Ik weet niet precies amice, waaraan
wij clit hebben te danken; bij de be
handeling van de begrooting in de
Tweede Kamer is er ook reeds over
geklaagd maar als we hier te doen
hebben met een gevolg van de wijze
waarop de Rijksbelastingdienst werkt,
dan verdient zeker wel overweging de
vraag of het niet gewenscht en zelfs
noodzakelijk is, dat de gemeente zelf
weer de inning van de belastingpen
ningen in handen neemt.
Overigens ben ik 't geheel eens met
B. en W. wanneer zij opmerken, dat
met bet oog op den financieelen toe
stand der gemeente bij het voteeren
van uitgaven de grootste voorzichtig
heid in acht dient te worden genomen.
De grootste voorzichtigheid. Bezui
niging waar dat maar eenigszins mo
gelijk is.
Hieruit volgt echter niet amice, dat
ik alle voorstellen van B. en W. die
ten doel hebben de zuinigheid te be
trachten, kan toejuichen.
Ik denk hier speciaal aan een an'der
voorstel van B. en W. dat mede a.s.
Maandag in behandeling komt en dat
betrekking beetf op een verzoek van
de Gereformeerde Schoolvereeniging
tot beschikbaarstelling van de noodige
gelden voor de stichting van een Chris
telijke school aan de Javastraat, hoek
Driftstraat.
Ik kan niet zeggen amice, dat dit
prae-advies op mij een prettigen in
druk heeft gemaakt. Uit alles blijkt
toch, aan de eene zijde dat er aan een
school als hier gevraagd wordt, drin
gend behoefte bestaat, maar dan ook,
dat er bij B. en W. weinig geneigdheid
is om aan de tostandkoming mede te
werken.
- B. en W. hebben er blijkbaar alles op
gezet om de school aan de Lusthoflaan
te vergrooten, wat natuurlijk een zeer
groot nadeel heeft, daar men om de
kinderen te trekken, als daartegen al
thans geen overwegende bezwaren be
staan, met zijn scholen moet gaan
waar de kinderen zijn en niet omge
keerd.
Ik kan niet beoordeel en of het plan
van B. en W. inderdaad goedkooper
zal zijn, de meeningen loopen hierom
trent uiteen, maar ook al was dit het
geval, dan kan dat dunkt me, geen re
den zijn, om de stichting van 'n school
wanneer daaraan werkelijk behoefte
bestaat, togen te werken.
Die tegenwerking blijkt ook uit het
feit, dat aanmerking gemaakt wordt,
op de bandteekeningen van de ouders,
die hunne kinderen de nieuwe school
wenschen te doen bezoeken.
Er wordt aanmerking gemaakt op
het feit dat van de 101 leerlingen waar
voor de school gevraagd wordt, reeds
79 op de school aan de Lusthoflaan
zijn ingeschreven, zoodat de kern van
de nieuwe school uit slechts 22 leer
lingen bestaat.
Toen ik dat las amice, ben ik eens
op informatie uitgegaan en daarbij is
mij gebleken, dat dit toch wel eon hee»
zonderlinge voorstelling van zaken is.
Feit is toch, dat de school van den
heer Bakema nu reeds meer dan vol
is, r.oo zelfs, dat een 30 leerlingen in
een leermiddelenbergplaats zijn onder
gebracht. Ik heb die bergplaats ge
zien. 't Is niet een hok, integendeel,
't is een heel aardig vertrek, maar dat
toch allerminst geschikt is, duurzaam
kinderen te herbergen. Men zou het
een „kinderbergplaats" kunnen noe
men, die vóór dit doel niet langer ge
bruikt behoort te worden dan strikt
noodzakelijk is.
Zoo zijn er dus reeds een dikke 50
leerlingen, die gereed staan de nieuwe
school te bevolken.
En nu zeggen B. en W. in hun prae-
advies, dat wanneer men in een sterk
uitbreidend stadsgedeelte een 50 a 60
kinderen op de lijst beeft, die niet of
nog niet op een bijzondere school gaan
mag worden aangenomen dat xulk eeu
school op den duur wel vol zal loopen.
De conclusie zou dus moeten zijn
dat B. en W. van harte meewerkten,
om aan het verlangen van het school
bestuur te voldoen, maar inderdaad
iaat het college weten, dat het alleen
noodgedwongen medewerking ver
leent, omdat wat het bestuur wenscht
met de letter van de wet in over
eenstemming is te brengen.
En aan bet slot wordt dan nog #de
bedreiging toegevoegd, want daarop
komt het toch practiscb neer, dat men
als het aan de uitvoering van de plan
non toekomt het bestuur zal dwingen,
de door dit niet gewenschte oplossing
te aanvaarden en den bouw van een
nieuwe school te verhinderen.
Ik vind het jammer amice, dat B. en
W. op deze wijze optreden, daar toch
aangenomen mag worden, dat degroo
te meerderheid van dit college het bij-
zonder onderwijs een goed hart toe
draagt.
We zullen het nu zien gebeuren a.s.
Maandag, dat de linkerzijde Prof.
Eerdmans voorop, de houding van B.
en W. toejuicht, 't Kan ook niet mooi
er. Een rechtsche meerderheid in den
Raad, een rechtsch college van B. en
W. en dan toch de bijzondere school
gedwarsboomd!
Van harte hoop ik amice, dat bet
college tot andere gedachten zal ko-
men^en dat het con amore zal mee
werken om het bijzonder onderwijs te
geven datgene waarop het recht heeft.
B VERITAS.