NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 15 MËI 1926 Aan het einde der Week Het criselt weer overal. De politieke crises zijp niet van de lucht. Ook het Duitsche Rijkskabinet-Lu- ther is de afgeloopen week heenge gaan. Het vraagstuk, dat bij onze Oos terburen de politiek beheerschte, was de vlaggenkwestie. Vóór de revolutie was de Duitsche vlag zwart-wit-ro oddaarna werd het zwart-rood-goud. Doch tegelijk werden deze vlaggen partij vlaggen; de monar chisten die nog droomen van de glo rie van het voormalige Keizerrijk na men de oude vlag tot symbool en de republikeinen zweren bij het zwart- rood-goud. Wie daarnaar ook maar een vinger durft uitsteken, diens repu- blikeinsche gezindheid is verdacht. En nu had de regeering-Luther den euvelen moed een verordening te ma ken, dat bij feestelijke gelegenheden door Duitsche diplomaten, die alleen per schip te bereiken zijn, zoowel de zwart-rood-gouden rijksvlag als de zwart-wit-roode handels vlag moest uitgehangen worden. Hierin zagen de republikeinen een aanslag op de repu bliek en het kabinet zag zich door de aanneming eener motie van wantrou wen genoodzaakt af te treden. Niet slechts onze Oostelijke, ook on ze Zuidelijke buren zitten midden in eeii ministerieele crisis. Het kabinet Poullet heeft nu ook officieel zijn ont slag aangeboden. De socialist Brunet, wien door den koning de kabinetsformatie was opge dragen, is daarin niet geslaagd en heeft de opdracht moeten teruggeven. Het is in België trouwens ook voor "een socialist een eigenaardige situatie, want hij moet met de bankiers, de ver tegenwoordigers van het kapitaal, tot overeenstemming zien te komen met betrekking tot het uit te voeren regee- ringsprogram. Hier moet alzoo de een heid van tegendeelen gezocht worden. In Polen was ook reeds eenlgen tijd een ministerieele crisis, die maar niet tot een oplossing kon komen. Nu be proeft men het op den meer en meer gebruikelijken weg van een militairen staatsgreep. Het leger zal den Gordi- aanschen knoop dan maar doorhak ken. Er was in het leger een sterke stroo ming om den populairen maarschalk Pilsoedski aan het hoofd van zaken te brengen en deze was bereid zich daar toe te leenen. De troepep rukten naar Warschau op en hadden de hoofdstad al spoedig in handen. In Engeland is de algemeene staking afgelast. Of dit een overwinning dan wel een nederlaag voor de arbeiders beteekent is niet met zekerheid te zeg gen, daaromtrent heerscht verschil van meening. Men krijgt evenwel den indruk dat de regeling, die op haar stuk bleef staan en hardnekkig wei gerde te onderhandelen zoolang de al gemeene stakingsorder niet ingetrok ken was, den strijd gewonnen heeft. Doch juister is het, met den premier Baldwin te zeggen, dat de behaalde overwinning er geen is van deze. of gene partij, maar van het gezond' ver stand van het beste deel van het volk. De vraag is nu of de mijnwerkers hun eischen zullen ingewilligd krijgen en het schijnt wel, dat er thans meer kans dan vóór de afbreking der onder handelingen bestaat, dat de aanval op hun loonen en arbeidsvoorwaarden zal worden afgeslagen. In ons land werd de afgeloopen •week nog weer eens het bewijs gele verd, dat de coalitie, die al zoo dik wijls is dood verklaard, nog springle vend is. De Bioscoopwet, nu toch wel een „nationale" wet geworden nu zij door het „nationale" kabinet-de Geer is verdedigd, werd in de Eerste Kamer aangenomen met een zuivere partij stemming: rechts tegen links. Onze te genstanders leveren alzoo zeiven het bewijs, dat de antithese in de politiek een werkelijkheid is en blijft. Uit het grijs verleden. DE TAAL VAN KANAAN. Het Hebreeuwsch is de tale Kanaans in den meest letterlijken zin des woords. Het was reeds in den tijd der aartsvaders de taal die in Kanaan ge sproken werd en die door Abraham en zijn zonen van de Kanaanieten werd overgenomen. Abraham zelf sprak Arameescli, de taal die in Mesopotamië, vanwaar hij afkomstig was, gesproken werd. Hebreeuwsch en Arameesch zijn twee nauw verwante talen; zij behoo- ren beide (met Arabisch, Ethiopisch en Assyrisch-Babylonisch) tot de Semic- tische talen-familie. De voornaamste eigenaardigheid, waardoor de Semio tische talen zich van andere, b.v. Indo- Europeesche onderscheiden, is dat de medeklinkers daarin de voornaamste rol spelen; de meeste woorden be staan uit drie consonanten. Be klin kers nemen slechts een zeer onderge schikte plaats in en werden zelfs oor spronkelijk niet eens geschreven. Zoo luidt het Hebreeuwsche woord voor „dooden" qatal, dit werd geschreven qtl; in het Arameesch luidt dit woord qètala en. ziet er dus zonder de voca- lisatie precies eender uit als het He breeuwsche woord. Dat de aartsvaders de taal der Ka naanieten overnamen blijkt zeer dui delijk uit Gen. 31 47. Toen Jakob een verbond sloot met Laban, nam hij een steen en hij ver hoogde dien tot een opgericht teeken, en hij zeide tot zijn broederen: Verga dert steenen! eri zij namen steenen en maakten een hoop, en zij aten aldaar op dien hoop. En dan geeft Laban dien steenhoop een Arameeschen naam en hij noemt hem: Jegar-Sahadutha, maar Jakob noemt hem (in het He breeuwsch) Gilead. Dit zijn twee namen van ongeveer dezelfde beteekenis; zij beteekenen „steenhoop van het getuigenis". In het Oude Testament worden de Arameeërs „Syriërs." genoemd, ten minste in de Statenvertaling. In het oorspronkelijke staat „Arameeërs b.v.: Gen. 25:20: En Izak was veertig jaar oud, als hij Rebekka, de dochter van den Arameeër Bethuel uit Pad- dan Aram, de zuster van den Arameeër Laban zich tot vrouw nam. Paddan Aram is het Noorden van Mesopota mië; de hoofdstad dezer landstreek was Haran Toen de Israëlieten het beloofde land binentrokken om het in bezit te nemen, vonden zij daar een volk, dat reeds op een hoogen trap van ontwik keling stond en welks rijke cultuur schatten zij zich toeëigenden (Deut. (5 vers 10 en 11). De taal dezer Kananie- ten kwam vrijwel met de hunne over een, aangenomen hetgeen zeer waar schijnlijk is dat zij door het langdu rige verblijf in Egypte hun eigen taal niet verleerd hadden. Deze taal ontving, naar de nieuwe bewoners, de Israëlieten of Hebreeën, den naam Hebreeuwsch, onder welke benaming zij ook thans nog bekend is. In het Oude Testament heet zij: „de taal van Kanaan (Jes. 19 18) of ook Judeesch (Jes. 3611, 13). Alleen in den proloog van de Spreuken van Je zus Sirach is sprake van „He breeuwsch": De vertaler van dit boek vraagt verschooning, waar het blijken mocht, dat hij in de met zorg bewerkte vertaling van eenige spreekwijzen de kracht niet heeft weergegeven; de woorden toch bij de vertaling drukken niet volkomen hetzelfde uit, wat men oorspronkelijk in het Hebreeuwsch leest. Merkwaardig is, hoe bij de belegering van Jeruzalem door Sanherib, den ko ning van Assyrië, Hebreeuwsch en Arameesch tegenover elkaar gesteld worden (Jes. 36). De rabsake (titel van een Assyrisch opperofficier) tracht Hiskia door vrees aanjaging tot overgave te bewegen en spreekt daarbij Hebreeuwsch, opdat ook het aanwezige volk hem zal kun nen verstaan. Dan zeggen Eljakim en Sebna en Joah tot hem: „Spreek toch tot uwe knechten in het Arameesch want wij verstaan het; en spreek tot ons niet in het Judeesch voor de ooren van het volk, dat op den muur is". Dit Arameesch was niet de taal der Assy- riërs, maar het werd gebruikt in het diplomatiek verkeer. In de tweede helft der 8e eeuw vóór Christus was er in de kanselarij te Ninevé naast den Assyrischen ook een Arameesche se cretaris. Ook Juda's ambtenaren ver stonden deze taal, maar het volk niet. De rabsake gaat evenwel voort, met luider stem in liet Judeesch te roeper., want het is hein er juist om te doen, indruk te maken op het volk om dit tegen zijn koning op te ruien. Het Hebreeuwsch bleef de volkstaal in Palestina tot eenige eeuwen voor on ze jaartelling en werd toen vervan gen door het Arameesch, dat in geheei Voor-Azic de verkeerstaal geworden was en dat ook Jezus' moedertaal was. De vraag doet zich evenwel voor: sinds wanneer hield het He breeuwsch op volkstaal te zijn? Vol gens de Joodsche traditie had deze verwisseling Van taal tijdens de bal lingschap plaats; het volk nam de taal van het land waarin het woonde, de Arameesche volkstaal, aan en het deed dit te gemakkelijker om de ver wantschap die er tusschen de beide talen bestond. De sterkste grond voor deze opvat ting is Neh. 8:8: En zij, (de priesters en Levieten) lazen in het boek, in de wet Gods, duidelijk; en den zin ver klarende, zoo maakten zij dat men het verstond in het lezen. Het woord, dat hier door „duidelijk" vertaald is, heeft den zin van „verklaren"; het komt ook voor in Lev. 24 12 en Num. 15 34.. De verklaring, die hier bedoeld is, kan niet bestaan in wat wij tekstverklaring noe men, want daarvan is in het vervolg van dezen tekst sprake, doch volgens den samenhang moet bier gedacht worden aan een weergeven van den Hebreeuwschen grondtekst in de Ara meesche volkstaal. Deze opvatting der rabbijnen is in den nieuweren tijd bestreden door ge leerden die van meening waren, dat het Hebreeuwsch eerst later heeft op gehouden een levende taal te zijn, rn wel in de derde of tweede eeuw vóór Christus. Het Hebreeuwsch handhaafde zich evenwel als taal van den godsdienst en werd voorts in de kringen der schriftgeleerden gesproken en geschre ven, ja zelfs verder ontwikkeld. Zoo ontstond het Nieuw-Hebreeuwsch, dat thans op de hoogte der moderne cul tuurtalen staat, waarin tal van dag en weekbladen verschijnen zoowel in Palestina als daarbuiten, dat een litte ratuur heeft minstens even om vangrijk als b.v. het Vlaamsch en waarin zelfs wetenschappelijke wer ken over de exacte wetenschappen verschijnen. DAMRUBRIEK. Redacteur: J. Verstoep, Jzn. Poort- Iandlaan 40, Delft. Een fraai eindspel. Het volgende slotspel kwam voor in eert correspondentie-partij tussclien de heeren H. J. v. d. Broek, Rotterdam met Wit en G. Mantel, Hengelo met Zwart. Na den 40en zet van Wit ontstond, volgens ..het Damspel" deze stand: Zwart (11) 6, 8, 9, 11, 15, 16, 19, 21, 23, 24. 26. Wit (11) 22, 27, 31, 32, 33, 34, 35, 37, 41, 43. 46. Het verloop was nu als volgt: 40 8—13 Op 15-T20 kan Wit als volgt remise maken: 43—39, 33—28, 35—30. 39—34, 30—24, 15—20, 9—14, 24—29, 29 x 40, 40 x 29, 19 x 30, 28 X 10 remise. Elk ander tegenspel wordt daarentegen door Zwart gewonnen. 41 34—291! Zeer fraai gespeeld. Ten koste van minderheid remise-stel- 16—21! een schijf brengt Wit een schiif op het sterke veld 18 en verschaft zich een goccl remise-stelling. 41 23 x 34 42 22—18 13 x 22 43 27 x 18 De schijf op 18 houdt Zwart stevig in bedwang. •13 11—17! Om, als Wit niet afruilt, schijf 17 te offeren met winnenden stand. 44 32—27 21 x 32 45 37 x 28 26 x 37 46 41 x 32 Met een schiif in de heeft Wit een bekwame ling verkregen. 46 Moet Wit beletten veld 27 te bezetten. 47 46—41 De onderste hoekschiif gaat over de remise ook eens een woordje meespre ken. 47 15—20 48 41—37 6—11 49 37—31 4338 geeft eveneens remise. Zwart is dan gedwongen tot 9—14, waardoor Wit 3731, 3127 enz. de baan vrij krijgt. 49 11—16 50 3127 Er volgde op 3126, 1812, 26 x 17, 20—25, 17 x 8. 9—13, 28—22a), 35 x 24, 32—28, 43—39, 39 x 30, 24—30, 19 x 30, 34—40, 30—34, 25 x 34. 28—23. 23—18, 18 x 9, 9 x 18, 4044, 44—49, 8—13, 34—39 wint a) 43—38, 33 x 24. 35 x 24, 32—27, 2721,'2429, 19 x 30. 34—39, 39—44, 16 x 27, 17—11, 44—49 wint. Veel ander spel doet zich voor en nader onderzoek brengt allicht nog wel een remise-variant aan het licht. 50 21—26 Op 914 maakt Wit 2722 remise. 51 43—38! 2722? beloofde winst aan Zwart als volgt: 22 x 11, 18—12, 32—27. 28 x 17, 17 x 28, 26—31, 16 x 7, 7 x 18, 31 x 22 18—22, 9—13 wint. 51 17—22 52 28 x 17 34—39 53 33 x 44 19=—23 54 18 x 29 24 x 42 55 17—12 42—47! 56 12—7 Ook 2722 is goed speelbaar. 56 41-36 57 7-1 Verkrijgt hierdoor onmiddellijk con tact met de zwarte schijven 9 en 20. 57 36 x 60 58 1—18! Op 129? met het doel om op Zwart 2025 remise te maken met 2945, zou Zwart winnen door het aardige zetje 2024, 50—17. 58 9—14 59 18—29 50—45 2631, 3136 was te verkiezen. Het beste tegenspel voor Wit is daarna 35 30, voorkomt Zwart 36—41 wegens Wit 30—24, daarna 15—4, 4—36. Het loont de moeite dien stand aan uit voerige studie te onderwerpen. 60 29 x 15 45—23 61 32—27 23—18 62 15—38! 18 x 36 63 33—281! 14—20 ged. 64 35301! Remise. Zeer mooi. Wit heeft het eindspel schitterend gespeeld. Op 3618 Wit 30 —25 remise. Op 36-4 Wit 28—23, 23— 12 remise. GEMENGD NIEUWS. O n t o r t u i n 1 ij' k reisje. Te Veixlo mèlddè zich bij de politie de 17-jarige E. J„ kweeker te Hilver sum, die in padvindercostuum een reis was gaan maken. Eerst per rijwiel, doch toen dit te Nijmegen onklaar werd, wierp hij dit weg en zette zijh zwerftocht te voet door. Slapende in een hooiberg tus sclien Kevelaer en Well, werd hij des nachts van al zijn geld beroofd. Elke aanwijzing van den dader ontbreekt. Onweer. Tijdens een kort maar hevig onweer sloeg gisternacht de bliksem in de boerderij bewoond door den heer J. de Jong te Oudemirdum g'r.J De boerderij brandde geheel at. et vee was gelukkig in de wedde. Verzekering de'kt de schade. De boerderiji van J. Jorntsma bij Temmer, werd in den zelfden nacht door den bliksem getroffen. Er ont stond brand. De bewoners konden zich door een haastige vlucht redden. De geheele inboedel en de landbouwwerk tuigen werden een prooi der vlammen. Een jongen doodgereden. Donderdagavond omstreeks half zes, heeft te Muiden op den Muiderstraat- weg, nabij de kruitfabriek een auto ongeval plaats gehad. De 16-jange T. Heinis uit Amsterdam, die aan den leant van den weg zat, stak plotseling naar de andere zijde van den weg over, juist op het oogenblik, toen de auto van den heer Eberwem uit Amster dam passeerde. De jongen werd door den auto gegrepen en zeer ernstig ge wond. Hij werd eerst naar Muiden ver voerd, waar dokter Ankersmit hem de eerste hulp verleende en later per auto naar 'tOnze Lieve Vrouwengasthuis te Amsterdam. Bij aankonst aldaar bleek de jongen te zijln overleden. Den bestuurder van de auto treft geen schuld. Inbreker doodgeschoten. Te Terapel heeft gisternacht de op perwachtmeester der marechaussee, Elings bij surveillance in de woning van den kassier Timmerman, die afwe zig was, inbrekers aange roftea. Deze losten schoten, waarop Elings terug schoot en H. R. trof, die dood neer viel.. De andere inbrekers, onder wie ze kere Z., zijn gevlucht.* Deze Z. werd later met natte plunje aan van zij'n bed gelicht. Het schijnt, dat hij bij de ach tervolging in een vaart is terecht ge komen. In het kantoor van den heer Tim merman was een zuurstof-apparaat bij de brandkast opgesteld. De inbrekers droegen bij huil werkzaamheden gum mi-handschoen eif. Doodelijk ongeval. Op den! Amsterdamschen Straatweg te Naar den heeft een ontzettend ongeluk plaats gevonden. Omstreeks 5 uur reed een drietal meisjes uit Hilversum in de richting Muiden, toen zij achterop wer den gereden door een auto. Een van' haar, de 20-jange M. V. uit Hilver sum, werd angstig en sprong van da fiets op de trambaan. Door den he vigere wind had zij echter de onmid dellijk achter haar aankomende stoom tram niet gehoord.. Zij werd gegre pen en vóór dat de macninisten van de extra lange tram, waarvoor twee lo comotieven reden, deze tot stilstand hadden kunnen brengen, reden d^ bei de locomotieven en drie personenrijtui gen over haar heen.. Gruwelijk was het lichaam verminkt, toen het meisje dood onder de tram werd weggehaald. Het lijk werd naar -Naarden overgebracht. Het ongeval veroorzaakte ouder de talrijke voor bijgangers groote consternatie. Overreden en gedood. Te Terneuzen is bij het uitgaan van de christelijke school in de buurtschap Spui, gemeente Axel, het zevenjarig, zoontje van R. Boeye onder een vracht auto geraakt en kort daarna over leden. Kindermoord. Door een ge- pensionneerd rechercheur van polnie te Heerlen zijn in een vijver van aen, Meezenbroek aldaar twee kinderlijkjes gevonden.. Onmiddellijk waarschuwde hij den commissaris van politie, die een onderzoek instelde. De lijkjes ble ken van pasgeboren kinderen te zijn en waren gedeeltelijk verbrand. Noodlanding. Nabij- de greng der gemeenten Wassenaar en 's-Gra- venhage, met ver van de kruising van de lijnen der Electrische en de Hol- landsche spoor bij den Leidscaen straati weg is gistermiddag een militair vlieg tuig, op weg van schiphol naar Waal haven, wegens een klein motordefect geland. Het defect werd ter plaatse hersteld, waarna het vliegtuig weer kon vertrekken. In Mei doodgevroren. Ter wijl ook in ons land de trawanten! van den winter: storm, wind en ha gel nog heerschen en ons doen gevoe len, dat zij hun heerschappij tegenover de lente met haar zachtheid, warmte en zon niet heb oen opgegeven, heeft da koude in Oostenrijk zelfs nog een] slachtoffer gemaakt. Uit Bludenz wordt n.l. gemeld, dat op een weg nabij het dorpje Langer een arbeider doodgevroren is gevon den. Leidsche Penkrassen. Amice, In de Maandag te houden Raadsver gadering komen verschillende belang rijke voorstellen aan de orde, voorstel len waarvoor niet alleen de ingewij den zich interesseeren, maar die ook voor breede groepen van de bevolking van belang zijn. Daar is om te beginnen het voorstel inzake bet vermenigvuldigingscijfer, voor de plaatselijke directe belasting, die wel in staat is velen een nacht merrie te bezorgen. Met schrik worden teikens weer de belastingbiljetten te gemoet gezien en menigeen heeft de grootste moeite om tijdig aan deze zij ne verplichtingen te voldoen. Toen ik nu onlangs las dat in ver schillende gemeenten voorstellen tot belastingverhooging werden ingediend sloeg mij de schrik om bet hart, om dat ik vreesde dat het ook hier dezen wég op zou gaan. Gelukkig amice, is die vrees ijdel gebleken. Door B. en W. worctt voorgesteld het vermenigvuldi gingscijfer op 0.9 te handhaven en ik vermoed dat de Gemeenteraad daarte gen wel geen bezwaar zal maken. Uit de bijgevoegde beschouwingen blijkt echter wel, dat het niet gemak kelijk gaat op deze wijze de touwtjes aan elkaar vast te knoopen en 'tzou waarschijnlijk niet lukken ook, indien er niet zekere reserves waren, over schotten van vroegere diensten* waar uit zoo spoedig geput kan worden. Hieruit blijkt wel amice, dat de fi nancieel© toestand van de Gemeente niet bepaald rooskleurig kan worden genoemd, wat voor een deel is toe te schrijven aan de daling van het totaal belasihaar inkomen en voor een ander dee! aan de groote bedragen aio door de belastingadministratie als oninvor- derbaar zijn geschrapt. Alleen voor 't belastingjaar 1925-26 is voor dit doel, reeds een bedrag van ongeveer 4 ton ingehouden en naar B. en W. meenen te weten zullen ook de eerstvolgende jaren nog zeer door kwade posten ge drukt worden. Ik weet niet precies amice, waaraan wij clit hebben te danken; bij de be handeling van de begrooting in de Tweede Kamer is er ook reeds over geklaagd maar als we hier te doen hebben met een gevolg van de wijze waarop de Rijksbelastingdienst werkt, dan verdient zeker wel overweging de vraag of het niet gewenscht en zelfs noodzakelijk is, dat de gemeente zelf weer de inning van de belastingpen ningen in handen neemt. Overigens ben ik 't geheel eens met B. en W. wanneer zij opmerken, dat met bet oog op den financieelen toe stand der gemeente bij het voteeren van uitgaven de grootste voorzichtig heid in acht dient te worden genomen. De grootste voorzichtigheid. Bezui niging waar dat maar eenigszins mo gelijk is. Hieruit volgt echter niet amice, dat ik alle voorstellen van B. en W. die ten doel hebben de zuinigheid te be trachten, kan toejuichen. Ik denk hier speciaal aan een an'der voorstel van B. en W. dat mede a.s. Maandag in behandeling komt en dat betrekking beetf op een verzoek van de Gereformeerde Schoolvereeniging tot beschikbaarstelling van de noodige gelden voor de stichting van een Chris telijke school aan de Javastraat, hoek Driftstraat. Ik kan niet zeggen amice, dat dit prae-advies op mij een prettigen in druk heeft gemaakt. Uit alles blijkt toch, aan de eene zijde dat er aan een school als hier gevraagd wordt, drin gend behoefte bestaat, maar dan ook, dat er bij B. en W. weinig geneigdheid is om aan de tostandkoming mede te werken. - B. en W. hebben er blijkbaar alles op gezet om de school aan de Lusthoflaan te vergrooten, wat natuurlijk een zeer groot nadeel heeft, daar men om de kinderen te trekken, als daartegen al thans geen overwegende bezwaren be staan, met zijn scholen moet gaan waar de kinderen zijn en niet omge keerd. Ik kan niet beoordeel en of het plan van B. en W. inderdaad goedkooper zal zijn, de meeningen loopen hierom trent uiteen, maar ook al was dit het geval, dan kan dat dunkt me, geen re den zijn, om de stichting van 'n school wanneer daaraan werkelijk behoefte bestaat, togen te werken. Die tegenwerking blijkt ook uit het feit, dat aanmerking gemaakt wordt, op de bandteekeningen van de ouders, die hunne kinderen de nieuwe school wenschen te doen bezoeken. Er wordt aanmerking gemaakt op het feit dat van de 101 leerlingen waar voor de school gevraagd wordt, reeds 79 op de school aan de Lusthoflaan zijn ingeschreven, zoodat de kern van de nieuwe school uit slechts 22 leer lingen bestaat. Toen ik dat las amice, ben ik eens op informatie uitgegaan en daarbij is mij gebleken, dat dit toch wel eon hee» zonderlinge voorstelling van zaken is. Feit is toch, dat de school van den heer Bakema nu reeds meer dan vol is, r.oo zelfs, dat een 30 leerlingen in een leermiddelenbergplaats zijn onder gebracht. Ik heb die bergplaats ge zien. 't Is niet een hok, integendeel, 't is een heel aardig vertrek, maar dat toch allerminst geschikt is, duurzaam kinderen te herbergen. Men zou het een „kinderbergplaats" kunnen noe men, die vóór dit doel niet langer ge bruikt behoort te worden dan strikt noodzakelijk is. Zoo zijn er dus reeds een dikke 50 leerlingen, die gereed staan de nieuwe school te bevolken. En nu zeggen B. en W. in hun prae- advies, dat wanneer men in een sterk uitbreidend stadsgedeelte een 50 a 60 kinderen op de lijst beeft, die niet of nog niet op een bijzondere school gaan mag worden aangenomen dat xulk eeu school op den duur wel vol zal loopen. De conclusie zou dus moeten zijn dat B. en W. van harte meewerkten, om aan het verlangen van het school bestuur te voldoen, maar inderdaad iaat het college weten, dat het alleen noodgedwongen medewerking ver leent, omdat wat het bestuur wenscht met de letter van de wet in over eenstemming is te brengen. En aan bet slot wordt dan nog #de bedreiging toegevoegd, want daarop komt het toch practiscb neer, dat men als het aan de uitvoering van de plan non toekomt het bestuur zal dwingen, de door dit niet gewenschte oplossing te aanvaarden en den bouw van een nieuwe school te verhinderen. Ik vind het jammer amice, dat B. en W. op deze wijze optreden, daar toch aangenomen mag worden, dat degroo te meerderheid van dit college het bij- zonder onderwijs een goed hart toe draagt. We zullen het nu zien gebeuren a.s. Maandag, dat de linkerzijde Prof. Eerdmans voorop, de houding van B. en W. toejuicht, 't Kan ook niet mooi er. Een rechtsche meerderheid in den Raad, een rechtsch college van B. en W. en dan toch de bijzondere school gedwarsboomd! Van harte hoop ik amice, dat bet college tot andere gedachten zal ko- men^en dat het con amore zal mee werken om het bijzonder onderwijs te geven datgene waarop het recht heeft. B VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6