NUMMER 182f CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS 7d* JAARGANG VRIJDAG 14 MEI 1926 COURANT ABONNEMENTSPRIJS in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 Oil nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. V L,e ünancieele toestand. De financieels toestand van ons land is de laatste jaren dank zij het krachtig ingrijpen van Minister Colijn belangrijk verbeterd. Voor verschillende Kamerleden was dit een reden, een poging te doen op uitzetting der uitgaven aan te drin gen. Heele verlanglijstjes werden de re geering voorgelegd. Minister de Geer achtte het daarom noodig er de aandacht op te vestigen, dat de toestand veel minder gunstig is dan menigeen denkt. „Wanneer men, zoo verklaarde de Minister, de rijwielbelasting uitzondert en die moet men uitschakelen, om dat die bijna geheel wordt betaald in het begin van het jaar dan hebb,en de middelen het eerste kwartaal bo ven de raming opgebracht 6 ton. Dit zou dus over een jaar zijn een ver meerdering van 2.400.000. Nu ya.s er volgens de Millioenen- nota een overschot van 9 millioen, waarvan in de Nota echter terstond wordt gezegd, dat het eigenlijk geen overschot is, omdat daarvan besteed moet worden 4 millioen voor de Zui derzeewerken en 2 millioen voor de eerste overdracht van een deel Ier rij wielbelasting naar het Wegenfonds. Nu is de salarisverhooging, buiten de bedrijven, geworden bijna 5 mil lioen, zoodat er zelfs niet meer over zou zijn de 2 millioen der rijwielbetas ting, die n^ar het Wegenfonds zouden gaan tenzij de raming overschreden wordt. Dit wat aangaat het huidige oogenblik. Maar daarbij komen nu de vooruitzichten voor de naaste toê-, komst èn wat aangaat de verminde ring van de middelen èn wat betreft de automatische stijging van de uit gaven. In zake de vermindering van de mid delen wil ik op drie dingen wijzen. Vooreerst, dat de rijwielbelasting in haar geheel zal overgaan naar het We genfonds. In de tweede plaats, dat onder de middelen thans opgenomen zijn onge veer 7 millioen als het saldo van de Post. Doordat ook daar de wedden verhoogd zijn en doordat eenige ta riefsverlaging op den duur niet zal te ontgaan zijn, zal dat saldo dalen. Een derde vermindering dreigt uit een lagere opbrengst van de inkom stenbelasting. Veel belangrijker dan deze daling van de middelen is nog de stijging van de uitgaven. In de eerste plaats zal binnen drie jaar de bijdrage voor het Invaliditeitsfonds met 8 millioen ver meerderen. Z.ooals men weet, is in '24 om de begrooting sluitend te maken, de bijdrage ten deele geschrapt. Zij is langzamerhand hersteld en nu moeten nog gestort worden in 1927 2 millioen meer, in 1928 2 millioen en in 1929 4.2 millioen meer. Daarnaast komen de verhooging van de pensioenlasten en de annuiteiten voor het tekort van het Pensioenfonds Voorts moeten, naar het nieuwaan- genomen stelsel van splitsing in ge woon en buitengewoon, nog 3 A mil lioen overgebracht worden voor Mari ne en 5.6 millioen voor Waterstaat van den buitengewonen naar den gewonen dienst. Naast het voorafgaande wil ik wij zen op de bijdrage, die weer zal her leven, aan de spoorwegen. Er is tegen 1 Juli een tariefsverlaging aangekon digd voor het reizigers vervoer, wat naar de-schatting van de directie ook al verdisconteert men het te ver wachten meerdere vervoer over het eerste halfjaar (dus voor het Rijk even tueel op de begrooting voor 1927) kos ten zal 4 millioen. Waar de spoorwagen op hét oogen blik ongeveer financieel uitkomen, en waar zij niet heel veel meer bezuini gen kunnen, is dit bedrag waarschijn lijk bestemd om te worden een bijdra ge van het Rijk aan de spoorwegen. Toch moest men wel tot deze tariefs verlaging overgaan, omdat, als men het niet gedaan had, de teruggang der inkomsten ten gevolge van de concur rentie met de autobussen en andere verkeersmiddelen toch gekomen zou zijn. Dit wat betreft het reizigersvervoer. maar ook voor het goederenvervoer, zullen nieuwe tarieven worden vast gesteld, die niet onwaarschijnlijk ook ongeveer VA millioen zullen kosten gedurende het eerste halfjaar. Dit komt dan naast de 4 millioen. Er komt echter nog iets belangrijks bij. De commissarissen der spoorwe gen zijn van oordeel, dat het meer dan tijd wordt om den achterstand in de afschrijving op het spoorwegkapitaal ute gaan inhalen; dat het daarom noo dig is, jaarlijks een bepaald bedrag, BUREAU: Hooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 laat ons b.v. zeggen 5 millioen af te schrijven. Terecht concludeerde dan ook de Minister, dat er waarlijk geen reden is om te meenen dat wij de moeilijk heden in die mate te hoven zijn, dat thans de versobering weer zou kun nen worden stopgezet, of de genomen versoberings-maatregelen ongedaan zouden kunnen worden gemaakt. V Op veel te hoog peil. Minister de Geer betoogde niet al leen dat de financieele toestand nog niet bepaald gunstig is, maar hij liet ook niet na er de aandacht op te vesti gen, dat het budget thans sluit op een veel te hoog peil, zooals men in bijna geen enkel land, het aantal inwoners in aanmerking genomen, heeft. Evenals Minister Colijn is ook de heer de Geer van oordeel, dat belas tingverlaging noodzakelijk is. Het kan zoo niet langer doorgaan. Nog dezer dagen werd den Minister voorgerekend, dat iemand met een vrij aanzienlijk, maar niet overdreven vermogensinkomen, voordeeliger in het buitenland kan rentenieren, dan hier te lande een vrij hoog bezoldigde functie waarnemen, alleen gelet op de belastingen. Dit is echter nog maar één kant van de zaak en nog niet het ergste. Eep mensch went tenslotte aan al les en zoo aldUs de Minister zijn wij hier gewend geraakt aan exorbi tante heffingen van Rijk en gemeen ten in de laatste tien jaren. Maar de gemeenschap en het econo mische leven gewennen er nooit aan. Integendeel, deze zullen er des te meer schade van ondervinden, hoe l.anger het duurt. Het gaat er mee als met iemand, die ongezond leeft, b.v. vijf uur per etmaal slaapt. Hij past zich aan en heeft naar zijn persoonlijk be sef een tijdlang geen hinder. Maar zijn constitutie wordt ondermijnd."' Dat is zeer juist opgemerkt. Laten wij hopen dat het bij woor den niet blijft, maar dat de Minister gelegenheid vindt om op 't voetspoor van den heer Colijn, en met dezelfde energie door te gaan. De belastingen staan inderdaad op veel te hoog peil. DE ZOMERTIJD. Denkt om de klok. Wij brengen in herinnering, dat de Zomertijd dit jaar ingaat op 15 Mei a.s. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag worden te 2 uur de openbare uurwer ken op 3 uur gesteld. Voordat men zich vanavond dus ter ruste begeeft, zette men de klok een uur vooruit. STADSNIEUWS. Zendingsfeest. Evenals vorige jaren is ook gisteren weer op het landgoed „Oud-Poelgeest" het zendingsfeest, het zestiende van de vereen, tot bevordering der Zen dingszaak voor Leiden en Omstreken" (Hulpvereeniging van het N.Z.G.) ge houden. Het zag er de laatste dagen niet naar uit dat we dit Zendingsfeest in de open lucht zouden kunnen vieren, doch 'die vrees is beschaamd gewor den. Het was gistermiddag wel wat winderig, maar overigens mooi zonnig weer. Een flinke schare had zich dan ook rondom het spreekgestoelte ge schaard om te luisteren naar de ver schillende sprekers, die van het werk der zending zouden vertellen. De bijeenkomst werd opgeluisterd door de Chr. Harmonie-Vereeniglng jAtlialia" te Leiden, directeur de heer J. Noordanus. Prof. Dr. H. M. v a n N e s, de ©ere voorzitter der vereeniging, opende de s,amenkomst en heette de aanwezigen welkom, in 't bijzonder den dank uit sprekende aan de eigenaresse, die dit schoone landgoed weer zoo bereidwil lig voor het Zendingsfeest had afge staan. Spr. las vervolgens het Hemel vaart- verhaal uit Handelingen en sprak in aansluiting daaraan zijn openingsre de uit. De zending heeft zware slagen gekregen de laatste weken; twee ar beiders in het werk der zending heb ben wij door den dood verloren, en twee anderen moeten in verband met hun geschokte gezondheid uit Indië terugkeeren naar het vaderland. Is het dan wel een tijd om feest te vieren? is men geneigd te vragen. Ja toch, want deze dag spreekt ons van den Heiland die ten hemel vaart en die als de verhoogde Heer Zijn gemeente de kracht geeft de haar opgelegde zen- dingstaak te vervullen. Hij moet als Koning heerschen, dit is de orepstem die vooral op het Hemelvaartsfeest tot ons uitgaat en dit legt ong ook den plicht op het zendingswerk ter hand te nemen en al weten wij niet welken weg God met ons houden zal, een maal zal zeker het licht het winnen van de duisternis. Spr. ging hierna voor in gebed. Na het zingen van: „Nooit kan 't geloof te veel verwachten", betrad Ds H, Janssen, leger- en vlootpredi- ker in algemeenen dienst, het spreek gestoelte, die tot onderwerp had: De geestelijke verzorging van onze mili tairen in Ned. Indië. Spr. begon met op te merken, dat er over net algemeen zoo weinig be langstelling is voor den geestelijken arbeid onder de- militairen. Dit geldt reeds van de 20.000 jongelieden, die telken jare in ons land in den mili tairen dienst moeten, doch veel meer nog van de fuseliers en matrozen, die voor zes jaar naar Indië vertrekken. In Indië trekt men den neus op voor „Jan den fuselier", daar bestaat geen mogelijkheid, dat de militairen zich bij de burgermaatschappij kunnen aan sluiten, zooals dat hier te lande het geval is. Het Indische leger bestaat slechts gedeeltelijk uit Europeanen. Toen de koloniale reserve nog in Harderwijk was, kwamen er menschen van aller lei nationaliteiten, daarheen vloeide het schuim van de Europeesche na ties, zoodat Harderwijk wel eens ge noemd werd het gootgat van Europa Er werd in dien tijd betrekkelijk weinig gedaan voor de geestelijke be langen der kolonialen, al is er door eenvoudige fuseelirs, onderofficieren en ook burgers, wel eens heel wat goed werk vericht, waarop rijke ze gen heeft gerust. De inlandsche chris ten-militairen werden geestelijijk heel wat beter verzorgd door hun inland sche godsdienstleeraren, dan de Eu ropeesche militairen. En de inlanders stelden die geestelijke verzorging ook zoo op prijs; spr. heeft daar hij zijn verblijf in Indië heel wat van gezien en gehoord. Spr heeft veel waardee ring gekregen voor het werk der zen ding. Men denkt in Holland wel eens dat het maar een oppervlakkig ver nisje is, wanneer er door het werk der zending menschen voor het Chris tendom gewonnen worden, doch men gaat daar anders over denken, wan neer men ziet, de groote belangstel ling der Amboneezen, Menadoneezen en andere inlandsche soldaten voorde prediking van het Evangelie, die zoo treffend afsteekt bij de weinige be langstelling die de Europeesche sol daten voor de godsdienstoefeningen' aan den dag leggen. 'Wat de militairen, hier te lande, maar vooral ook in Indië, in de eerste plaats noodig hebben, is niet een bi oscoop, maar een Tehuis. De jongens moeten de kazerne-atmosfeer ontvluch ten en daartoe moet de aantrekkings kracht van een stroozak overwonnen worden. Spr. heeft in Indië veel eerbied ge kregen voor de Leger des Heilsofficie- cieren en den Chr. Militairen hond voor Oost- en West-Indië, die heel veel mooi en zegenrijk werk verrich ten onder de militairen. Spr. verhaalt treffende staaltjes van dien arbeid, die hij met eigen oogen heeft waargeno men. Wat in Indië aan dien arbeid ontbrak was dat er wat organisatie in moest komen en dat er voor de gees telijke verzorging der militairen kwam een instituut dat in samenwerking met de kerken voor dat doel was op gericht. De voorstellen die spr. deed, vonden een geopend oor bij den Gou verneur-Generaal en de hooge leger en vlootautoriteiten. Tijdens spr.'s ver blijf werd een vlootaalmoezenier en een vlootpredikant aangesteld en te Soerabaja werden twee militaire Te huizen, een voor de katholieken en een voor de protestanten, opgericht en spr heeft gunstige berichten van dien arbeid ontvangen. Spr. eindigt met den wensch uit te spreken dat in Indië een einde mag komen aan het concubi naat en dat rondom de kazerne wo ningen zullen gebouwd worden, waar Nederlandsche militairen met een Ne- derlandsch meisje getrouwd zullen wonen. Mogen er ook onder de mili tairen vele getuigen gevonden worden voor den ten hemel gevareu Heiland 1 Vervolgens werd gezongen „Heuge lijke tijding" waarna als spr. optrad Zendeling J. L. D. van der Roest over: „De donkere bosschen van Nw.- Guinea en het licht des hemels." De bevolking van Nieuw- Guinea behoort tot de diepst gezonken volks stammen van Indië. De macht der duisternis was daar voor de Zending er kwam zeer groot; er was niets te bekennen van de gedachte aan God; angst en vreeze voor de geesten der voorvaderen was de grondtoon van dit heidendom. Het was het land van het koppensnellen, en meermalen heeft spr. ze uitdagend zien thuisko men van him moordtochten. Toen spr. en zijn vrouw daar werk ten, kwam er vier keer per jaar een •chip dat post meebracht; spr.'s vrouw had in 3 A jaar geen anderen blanke gezien dan haai* man, en die was zoo geel geworden als saffraan. In die eenzaamheid heeft spr. met enkele an dere zendelingen (er werkteü in dit land, dat 14 maal zoo groot als Neder land is 5 zendelingen) den strijd aan gebonden tegen de geestelijke hooshe den in de lucht. Op eenvoudige wijze is daar het woord van Gods ontfer ming gebracht; men hielp de zieken en trachtte de gewetens der menschen wakker te maken; spelenderwijs pro beerde men de kinderen op school te krijgen teneinde op die wijze macht te krijgen over de kinderen en daar door over de ouderen. En God heeft dien arbeid gezegend, zoodat de zon doorbrak door de donkere wolken en men zich baadt in het volle daglicht van de Zon der gerechtigheid. Ongewapend, onbeschermd stonden de zendelingen tusschen die moorden de menschen, maar God heeft hen be schermd. De duisternis is geweken en overal langs de kusten van Nieuw- Guinea wordt een roep gehoord van verlangen naar 't licht en weerklinkt het loflied ter eere van het Lam, dat geslacht is ook voor den Papoea. Spr. liet vervolgens zingen: „Nooit kan 't geloof te veel verwachten" en daarna 'was het woord aan Ds. W. A. Hoek, Ned. Herv. Pred. te Amster dam, over „Gods werk en 's menschen werk." .,Zoo de Heere de staid niet houwt, de bouwlieden werken tevergeefs", maar ook het omgekeerde is waar, zegt spr. zoo (Ie Heer de stad bouwt, werken de bouwlieden niet te ver geefs. Met name geldt dit van allen geestelijken arbeid. De arbeid der zending, alle volken te onderwijzen, is een ongelooflijk moeilijke taak, zoowel wat de uitge breidheid, maar" nog meer wat de diepte betreft. Het Evangelie staat te genover den natuurlijken mensch als een ergernis en een dwaasheid, heeft de groote zendeling Paulus met zijn diepen blik in het menschenhart ge zegd. De taak om dat Evangelie be kend te maken is een taak waaronder wij klein worden. Men zou er moede loos onder worden, maar gelukkig.de eigenlijke kracht van den zendingsar- beid is de deemoed. Midden uit den dood wordt het leven geboren, zooals Christus is opgestaan uit het graf. God komt met Zijn kracht en wentelt den steen af van het graf onzer moe deloosheid, en in deemoed aanvaar den wij de ons opgelegde taak, over tuigd dat God zelf zal bouwen. Chris tus zelf heeft gebouwd al den tijd Zijns levens op aarde aan den geeste lijken tempel, die is Zijn lichaam, en ook nu nog houdt Hij Zijne kerk in stand. Alle menschelijk bouwwerk be zwijkt, maar de Christen leeft altijd onder den geopenden hemel, waar Christus is; wij hebben 9lechts op te zien naar dien hemel en diep te ade men in de hemelsche atmosfeer; dan drinken wij nieuwe krachten in, ons geschonken door God, en arbeiden voort aan de onmogelijke taak. Niet in eigen kracht, maar in Gods kracht; Zijn genade is ons genoeg. Zendings- menschen beginnen met louter mach teloosheid: God moet het doen, maar op hetzelfde oogenblik komt ook het andere: wij mogen het doen. En een maal zal als een hemelsche verrassing in onze ooren klinken: Gij goede en getrouwe dienstknecht; ga in in de vreugde uws Heeren. Daarna werd gezongen: „Als een stemme veler waat'ren", waarna werd gepauzeerd. Na de pauze werd allereerst „Zen dingsbede" van Mej. Cath. van Kla veren (muziek van den heer J. Noor danus) gezongen, daarna voerde het woord Zendeling L. Bod aan over: „In het binnenland van Sumatra." In het binnenland van Sumatra wo nen meer dan 120.000 Bataks. terwijl het aantal Christenen slechts 1000 be draagt. 11 jaar heeft spr. onder dezen volksstam gearbeid en het heeft spr. getroffen, dat hier te lande zoo weinig bewogenheid is over den geestelijken nood dier 120.000 zielen. Wat is daar van de oorzaak? Spr. gelooft dat dit is het tekort aan kennis. Daarom is het spr. een voorrecht hier iets van dien arbeid te vertellen. We gaan een Batakhuie in, zoo vangt spr. zijn causerie aan: een groo te kist op palen, waar soms 16 gezin nen gehuisvest zijn; toch heeft ieder gezin er een eigen stookplaats. Als er een kind geboren is blijft de Batak- scbe vrouw 4 dagen met haar kind bij een kolenvuurl iggen; door den rook en de warmte beschermt zij het kind tegen de aanvallen der booze geesten. Den vijfden dag wordt het kind gewas- schen in een diep ravijn, dan worden offers gebracht en een stroopop in het water gegooid voor de booze geesten In de Batakmaatschappij is de man beer en meester; hij koopt als hij f48 heeft een vrouw, meermalen ook verdobbelt hij een zijner vrouwen of ook een dochter. De vrouw moet wei- Ge wone advert en tiön per regel 22l/i eent Imgezondefl MededeeUngen, dobbel tariei Bi) contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bi) vooruitbetaling ven ten hoogste 30 woorden, worden dage-' lijk* geplaatst ad 40 cent Belangrijkste nieuws in dit Hummer. Binnenland. Bondsvergadering Ned. Bond van J. V. op Geref. Grondslag. De invoering van den Zomertijd. Het zilveren Jubileum van den Christelijken Metaalbewerkersbond. Buitenland. Vandaag zijn de onderhandelingen over het Britsche mijnconilict hervat. Het kabinet-Luther is afgetreden. In Polen is een revolutionaire bewe ging gaande. Warschan bevindt zich in de handen der opstandelingen. ken voor haar man, zwaar werk -ver richten op do rijstvelden. Deze menschen voelen zich ongeluk kig in hun heidendom en groot is hun nood. Het verheugt spr. dat hij hier het woord kan voeren om de men schen dezen nood. op het hart te bin den, opdat zij gevoelen zullen de nood zakelijkheid der zending. Als wij als zendelingen onder de Ba taks komen, zegt spr. staan wij eerst als vreemdelingen tegenover hen. Maar als wy ons geven in groote en kleine dingen, winnen wij langzamer hand het vertrouwen van deze men schen .En dan is er niets heerlijkers dan dat wij zondige menschen mogen medewerken aan de toebrenging vftn zielen uit de donkerheid tot het licht, dat eeuwig is en blijft. Spr. liet zingen: „Waterstroomen wil ik gieten", daarna was betwoorl aan Ds. J. Nauta, Ned. Herv. Pred. te Katwijk aan Zee, voor het houden der slotrede. Spr. memoreert, wat hij pas in een hoekje gelezen had, dat Nederland met 3 A millioen Protestanten had 2500. predikanten en Ned. Oost-Inldië met 49 millioen inlanders pl.m. 300 zende lingen. Wat zijn deizen onder zoo ve len? Zouden wij den arbeid maarniet opgeven? Neen, zegt spr. want God wil het en Christus is met ons alle de da gen tot aan de voleinding der wereld. Deze 300 zendelingen zijn de Gideons bende, die God verwaardigt om de Mi- dianieten te bestrijden efl ganschelijk te verslaan. Zij zetten de bazuin aan den mond. om het overal bekend te maken, dat Jezus Chrisus is de eenige Naam die onder den hemel gegeven is waardoor wij moeten zalig worden, Spr. wijst achtereenvolgens op de drie wapenen van Gideon in Ten strijd, de bazuin, de leege kruik en de lichtende fakkel. Spr. eindigt met een woord van dank, in 't bijzonder tot den directeur en sijn corps en wekt de aanwezigen op, te strijden met de drie wapmen van Gideon. Wij moeten bazuiner3 zijn wij moeten onszelf leeren kennen met onze leege kruik (zalig zijn de arnien van geest), ten slotte wij moeten zijn fakkeldragers, want Christus leeft. In Zijn kracht dan voort, ook wat de zen dingszaak betreft. Spr. liet ten slotte zingen: ,Ach, blijf met uw genade" en ging daarna voor in dankgebed. Prof. dr. G. A. J, Hazen. Prof. dr. G. A. J. Hazeu, hoogleeraar in de Javaansche taal en letterkunde, zal zich tot herstel van zijn gezond heid voor eenigen tijd naar Gelderland begeven. De geneesheer heeft hem volkomen rus voorgeschreven. Dr. J. C. S. Locher Dr. Locher heeft Woensdagmiddag in het Diaconessenhuis opnieuw een ope ratie ondergaan. Zijn toestand is he den gunstig. Bekroning. Op de Jubileum-tentoonstelling der afd. Rotterdam van de Nederl. Banket bakkers Vereeniging verkreeg onze stadgenoote, de firma Backer en Co., met hare afdeeling Essences en Ivleur- soffen, de Verguld Zilveren Medaille. Openbare LoeszaaL Het bestuur der Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens" heeft aan de bewoners van het Kooipark en naas te omgeving, voor wie hot gebouw der O. L. en B. in de Bree9traat op vrij grooten afstand ligt, de mogelijkheid verschaft de boeken gemakkeiijkor te verkrijgen, door het openen van een agentschap in die wijk. Op twee avon den per week, Maandag en Donderdag van half acht tot negen uur zal in het huis Javastraat 12 de gologenheid be staan boeken te leenen en aanvragen voor bepaalde boekwerken in te leve ren. Leden van de O. L. en B. die van do- ze gelegenheid wenschen gobruik te maken, kunnen zich in hot gebouw aan de Breestraat voor dit agentschap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1