NUMMER 182f
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
7d* JAARGANG
VRIJDAG 14 MEI 1926
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal i 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
Oil nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
V L,e ünancieele toestand.
De financieels toestand van ons
land is de laatste jaren dank zij het
krachtig ingrijpen van Minister Colijn
belangrijk verbeterd.
Voor verschillende Kamerleden was
dit een reden, een poging te doen op
uitzetting der uitgaven aan te drin
gen.
Heele verlanglijstjes werden de re
geering voorgelegd.
Minister de Geer achtte het daarom
noodig er de aandacht op te vestigen,
dat de toestand veel minder gunstig is
dan menigeen denkt.
„Wanneer men, zoo verklaarde de
Minister, de rijwielbelasting uitzondert
en die moet men uitschakelen, om
dat die bijna geheel wordt betaald in
het begin van het jaar dan hebb,en
de middelen het eerste kwartaal bo
ven de raming opgebracht 6 ton. Dit
zou dus over een jaar zijn een ver
meerdering van 2.400.000.
Nu ya.s er volgens de Millioenen-
nota een overschot van 9 millioen,
waarvan in de Nota echter terstond
wordt gezegd, dat het eigenlijk geen
overschot is, omdat daarvan besteed
moet worden 4 millioen voor de Zui
derzeewerken en 2 millioen voor de
eerste overdracht van een deel Ier rij
wielbelasting naar het Wegenfonds.
Nu is de salarisverhooging, buiten
de bedrijven, geworden bijna 5 mil
lioen, zoodat er zelfs niet meer over
zou zijn de 2 millioen der rijwielbetas
ting, die n^ar het Wegenfonds zouden
gaan tenzij de raming overschreden
wordt. Dit wat aangaat het huidige
oogenblik. Maar daarbij komen nu de
vooruitzichten voor de naaste toê-,
komst èn wat aangaat de verminde
ring van de middelen èn wat betreft
de automatische stijging van de uit
gaven.
In zake de vermindering van de mid
delen wil ik op drie dingen wijzen.
Vooreerst, dat de rijwielbelasting in
haar geheel zal overgaan naar het We
genfonds.
In de tweede plaats, dat onder de
middelen thans opgenomen zijn onge
veer 7 millioen als het saldo van de
Post. Doordat ook daar de wedden
verhoogd zijn en doordat eenige ta
riefsverlaging op den duur niet zal te
ontgaan zijn, zal dat saldo dalen.
Een derde vermindering dreigt uit
een lagere opbrengst van de inkom
stenbelasting.
Veel belangrijker dan deze daling
van de middelen is nog de stijging van
de uitgaven. In de eerste plaats zal
binnen drie jaar de bijdrage voor het
Invaliditeitsfonds met 8 millioen ver
meerderen. Z.ooals men weet, is in '24
om de begrooting sluitend te maken,
de bijdrage ten deele geschrapt. Zij is
langzamerhand hersteld en nu moeten
nog gestort worden in 1927 2 millioen
meer, in 1928 2 millioen en in 1929 4.2
millioen meer.
Daarnaast komen de verhooging van
de pensioenlasten en de annuiteiten
voor het tekort van het Pensioenfonds
Voorts moeten, naar het nieuwaan-
genomen stelsel van splitsing in ge
woon en buitengewoon, nog 3 A mil
lioen overgebracht worden voor Mari
ne en 5.6 millioen voor Waterstaat van
den buitengewonen naar den gewonen
dienst.
Naast het voorafgaande wil ik wij
zen op de bijdrage, die weer zal her
leven, aan de spoorwegen. Er is tegen
1 Juli een tariefsverlaging aangekon
digd voor het reizigers vervoer, wat
naar de-schatting van de directie
ook al verdisconteert men het te ver
wachten meerdere vervoer over het
eerste halfjaar (dus voor het Rijk even
tueel op de begrooting voor 1927) kos
ten zal 4 millioen.
Waar de spoorwagen op hét oogen
blik ongeveer financieel uitkomen, en
waar zij niet heel veel meer bezuini
gen kunnen, is dit bedrag waarschijn
lijk bestemd om te worden een bijdra
ge van het Rijk aan de spoorwegen.
Toch moest men wel tot deze tariefs
verlaging overgaan, omdat, als men
het niet gedaan had, de teruggang der
inkomsten ten gevolge van de concur
rentie met de autobussen en andere
verkeersmiddelen toch gekomen zou
zijn.
Dit wat betreft het reizigersvervoer.
maar ook voor het goederenvervoer,
zullen nieuwe tarieven worden vast
gesteld, die niet onwaarschijnlijk ook
ongeveer VA millioen zullen kosten
gedurende het eerste halfjaar. Dit
komt dan naast de 4 millioen.
Er komt echter nog iets belangrijks
bij. De commissarissen der spoorwe
gen zijn van oordeel, dat het meer dan
tijd wordt om den achterstand in de
afschrijving op het spoorwegkapitaal
ute gaan inhalen; dat het daarom noo
dig is, jaarlijks een bepaald bedrag,
BUREAU: Hooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
laat ons b.v. zeggen 5 millioen
af te schrijven.
Terecht concludeerde dan ook de
Minister, dat er waarlijk geen reden
is om te meenen dat wij de moeilijk
heden in die mate te hoven zijn, dat
thans de versobering weer zou kun
nen worden stopgezet, of de genomen
versoberings-maatregelen ongedaan
zouden kunnen worden gemaakt.
V Op veel te hoog peil.
Minister de Geer betoogde niet al
leen dat de financieele toestand nog
niet bepaald gunstig is, maar hij liet
ook niet na er de aandacht op te vesti
gen, dat het budget thans sluit op een
veel te hoog peil, zooals men in bijna
geen enkel land, het aantal inwoners
in aanmerking genomen, heeft.
Evenals Minister Colijn is ook de
heer de Geer van oordeel, dat belas
tingverlaging noodzakelijk is.
Het kan zoo niet langer doorgaan.
Nog dezer dagen werd den Minister
voorgerekend, dat iemand met een
vrij aanzienlijk, maar niet overdreven
vermogensinkomen, voordeeliger in
het buitenland kan rentenieren, dan
hier te lande een vrij hoog bezoldigde
functie waarnemen, alleen gelet op de
belastingen.
Dit is echter nog maar één kant van
de zaak en nog niet het ergste.
Eep mensch went tenslotte aan al
les en zoo aldUs de Minister zijn
wij hier gewend geraakt aan exorbi
tante heffingen van Rijk en gemeen
ten in de laatste tien jaren.
Maar de gemeenschap en het econo
mische leven gewennen er nooit aan.
Integendeel, deze zullen er des te meer
schade van ondervinden, hoe l.anger
het duurt. Het gaat er mee als met
iemand, die ongezond leeft, b.v. vijf
uur per etmaal slaapt. Hij past zich
aan en heeft naar zijn persoonlijk be
sef een tijdlang geen hinder. Maar zijn
constitutie wordt ondermijnd."'
Dat is zeer juist opgemerkt.
Laten wij hopen dat het bij woor
den niet blijft, maar dat de Minister
gelegenheid vindt om op 't voetspoor
van den heer Colijn, en met dezelfde
energie door te gaan.
De belastingen staan inderdaad op
veel te hoog peil.
DE ZOMERTIJD.
Denkt om de klok.
Wij brengen in herinnering, dat de
Zomertijd dit jaar ingaat op 15 Mei a.s.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
worden te 2 uur de openbare uurwer
ken op 3 uur gesteld.
Voordat men zich vanavond dus ter
ruste begeeft, zette men de klok een
uur vooruit.
STADSNIEUWS.
Zendingsfeest.
Evenals vorige jaren is ook gisteren
weer op het landgoed „Oud-Poelgeest"
het zendingsfeest, het zestiende van
de vereen, tot bevordering der Zen
dingszaak voor Leiden en Omstreken"
(Hulpvereeniging van het N.Z.G.) ge
houden.
Het zag er de laatste dagen niet
naar uit dat we dit Zendingsfeest in
de open lucht zouden kunnen vieren,
doch 'die vrees is beschaamd gewor
den. Het was gistermiddag wel wat
winderig, maar overigens mooi zonnig
weer. Een flinke schare had zich dan
ook rondom het spreekgestoelte ge
schaard om te luisteren naar de ver
schillende sprekers, die van het werk
der zending zouden vertellen.
De bijeenkomst werd opgeluisterd
door de Chr. Harmonie-Vereeniglng
jAtlialia" te Leiden, directeur de heer
J. Noordanus.
Prof. Dr. H. M. v a n N e s, de ©ere
voorzitter der vereeniging, opende de
s,amenkomst en heette de aanwezigen
welkom, in 't bijzonder den dank uit
sprekende aan de eigenaresse, die dit
schoone landgoed weer zoo bereidwil
lig voor het Zendingsfeest had afge
staan.
Spr. las vervolgens het Hemel vaart-
verhaal uit Handelingen en sprak in
aansluiting daaraan zijn openingsre
de uit. De zending heeft zware slagen
gekregen de laatste weken; twee ar
beiders in het werk der zending heb
ben wij door den dood verloren, en
twee anderen moeten in verband met
hun geschokte gezondheid uit Indië
terugkeeren naar het vaderland. Is het
dan wel een tijd om feest te vieren?
is men geneigd te vragen. Ja toch,
want deze dag spreekt ons van den
Heiland die ten hemel vaart en die als
de verhoogde Heer Zijn gemeente de
kracht geeft de haar opgelegde zen-
dingstaak te vervullen. Hij moet als
Koning heerschen, dit is de orepstem
die vooral op het Hemelvaartsfeest
tot ons uitgaat en dit legt ong ook den
plicht op het zendingswerk ter hand
te nemen en al weten wij niet welken
weg God met ons houden zal, een
maal zal zeker het licht het winnen
van de duisternis.
Spr. ging hierna voor in gebed.
Na het zingen van: „Nooit kan 't
geloof te veel verwachten", betrad Ds
H, Janssen, leger- en vlootpredi-
ker in algemeenen dienst, het spreek
gestoelte, die tot onderwerp had: De
geestelijke verzorging van onze mili
tairen in Ned. Indië.
Spr. begon met op te merken, dat
er over net algemeen zoo weinig be
langstelling is voor den geestelijken
arbeid onder de- militairen. Dit geldt
reeds van de 20.000 jongelieden, die
telken jare in ons land in den mili
tairen dienst moeten, doch veel meer
nog van de fuseliers en matrozen, die
voor zes jaar naar Indië vertrekken.
In Indië trekt men den neus op voor
„Jan den fuselier", daar bestaat geen
mogelijkheid, dat de militairen zich
bij de burgermaatschappij kunnen aan
sluiten, zooals dat hier te lande het
geval is.
Het Indische leger bestaat slechts
gedeeltelijk uit Europeanen. Toen de
koloniale reserve nog in Harderwijk
was, kwamen er menschen van aller
lei nationaliteiten, daarheen vloeide
het schuim van de Europeesche na
ties, zoodat Harderwijk wel eens ge
noemd werd het gootgat van Europa
Er werd in dien tijd betrekkelijk
weinig gedaan voor de geestelijke be
langen der kolonialen, al is er door
eenvoudige fuseelirs, onderofficieren
en ook burgers, wel eens heel wat
goed werk vericht, waarop rijke ze
gen heeft gerust. De inlandsche chris
ten-militairen werden geestelijijk heel
wat beter verzorgd door hun inland
sche godsdienstleeraren, dan de Eu
ropeesche militairen. En de inlanders
stelden die geestelijke verzorging ook
zoo op prijs; spr. heeft daar hij zijn
verblijf in Indië heel wat van gezien
en gehoord. Spr heeft veel waardee
ring gekregen voor het werk der zen
ding. Men denkt in Holland wel eens
dat het maar een oppervlakkig ver
nisje is, wanneer er door het werk
der zending menschen voor het Chris
tendom gewonnen worden, doch men
gaat daar anders over denken, wan
neer men ziet, de groote belangstel
ling der Amboneezen, Menadoneezen
en andere inlandsche soldaten voorde
prediking van het Evangelie, die zoo
treffend afsteekt bij de weinige be
langstelling die de Europeesche sol
daten voor de godsdienstoefeningen'
aan den dag leggen.
'Wat de militairen, hier te lande,
maar vooral ook in Indië, in de eerste
plaats noodig hebben, is niet een bi
oscoop, maar een Tehuis. De jongens
moeten de kazerne-atmosfeer ontvluch
ten en daartoe moet de aantrekkings
kracht van een stroozak overwonnen
worden.
Spr. heeft in Indië veel eerbied ge
kregen voor de Leger des Heilsofficie-
cieren en den Chr. Militairen hond
voor Oost- en West-Indië, die heel
veel mooi en zegenrijk werk verrich
ten onder de militairen. Spr. verhaalt
treffende staaltjes van dien arbeid, die
hij met eigen oogen heeft waargeno
men. Wat in Indië aan dien arbeid
ontbrak was dat er wat organisatie in
moest komen en dat er voor de gees
telijke verzorging der militairen kwam
een instituut dat in samenwerking
met de kerken voor dat doel was op
gericht. De voorstellen die spr. deed,
vonden een geopend oor bij den Gou
verneur-Generaal en de hooge leger
en vlootautoriteiten. Tijdens spr.'s ver
blijf werd een vlootaalmoezenier en
een vlootpredikant aangesteld en te
Soerabaja werden twee militaire Te
huizen, een voor de katholieken en
een voor de protestanten, opgericht en
spr heeft gunstige berichten van dien
arbeid ontvangen. Spr. eindigt met den
wensch uit te spreken dat in Indië een
einde mag komen aan het concubi
naat en dat rondom de kazerne wo
ningen zullen gebouwd worden, waar
Nederlandsche militairen met een Ne-
derlandsch meisje getrouwd zullen
wonen. Mogen er ook onder de mili
tairen vele getuigen gevonden worden
voor den ten hemel gevareu Heiland 1
Vervolgens werd gezongen „Heuge
lijke tijding" waarna als spr. optrad
Zendeling J. L. D. van der Roest
over: „De donkere bosschen van Nw.-
Guinea en het licht des hemels."
De bevolking van Nieuw- Guinea
behoort tot de diepst gezonken volks
stammen van Indië. De macht der
duisternis was daar voor de Zending
er kwam zeer groot; er was niets te
bekennen van de gedachte aan God;
angst en vreeze voor de geesten der
voorvaderen was de grondtoon van
dit heidendom. Het was het land van
het koppensnellen, en meermalen
heeft spr. ze uitdagend zien thuisko
men van him moordtochten.
Toen spr. en zijn vrouw daar werk
ten, kwam er vier keer per jaar een
•chip dat post meebracht; spr.'s vrouw
had in 3 A jaar geen anderen blanke
gezien dan haai* man, en die was zoo
geel geworden als saffraan. In die
eenzaamheid heeft spr. met enkele an
dere zendelingen (er werkteü in dit
land, dat 14 maal zoo groot als Neder
land is 5 zendelingen) den strijd aan
gebonden tegen de geestelijke hooshe
den in de lucht. Op eenvoudige wijze
is daar het woord van Gods ontfer
ming gebracht; men hielp de zieken
en trachtte de gewetens der menschen
wakker te maken; spelenderwijs pro
beerde men de kinderen op school te
krijgen teneinde op die wijze macht
te krijgen over de kinderen en daar
door over de ouderen. En God heeft
dien arbeid gezegend, zoodat de zon
doorbrak door de donkere wolken en
men zich baadt in het volle daglicht
van de Zon der gerechtigheid.
Ongewapend, onbeschermd stonden
de zendelingen tusschen die moorden
de menschen, maar God heeft hen be
schermd. De duisternis is geweken en
overal langs de kusten van Nieuw-
Guinea wordt een roep gehoord van
verlangen naar 't licht en weerklinkt
het loflied ter eere van het Lam, dat
geslacht is ook voor den Papoea.
Spr. liet vervolgens zingen: „Nooit
kan 't geloof te veel verwachten" en
daarna 'was het woord aan Ds. W. A.
Hoek, Ned. Herv. Pred. te Amster
dam, over „Gods werk en 's menschen
werk."
.,Zoo de Heere de staid niet houwt,
de bouwlieden werken tevergeefs",
maar ook het omgekeerde is waar,
zegt spr. zoo (Ie Heer de stad bouwt,
werken de bouwlieden niet te ver
geefs. Met name geldt dit van allen
geestelijken arbeid.
De arbeid der zending, alle volken
te onderwijzen, is een ongelooflijk
moeilijke taak, zoowel wat de uitge
breidheid, maar" nog meer wat de
diepte betreft. Het Evangelie staat te
genover den natuurlijken mensch als
een ergernis en een dwaasheid, heeft
de groote zendeling Paulus met zijn
diepen blik in het menschenhart ge
zegd. De taak om dat Evangelie be
kend te maken is een taak waaronder
wij klein worden. Men zou er moede
loos onder worden, maar gelukkig.de
eigenlijke kracht van den zendingsar-
beid is de deemoed. Midden uit den
dood wordt het leven geboren, zooals
Christus is opgestaan uit het graf.
God komt met Zijn kracht en wentelt
den steen af van het graf onzer moe
deloosheid, en in deemoed aanvaar
den wij de ons opgelegde taak, over
tuigd dat God zelf zal bouwen. Chris
tus zelf heeft gebouwd al den tijd
Zijns levens op aarde aan den geeste
lijken tempel, die is Zijn lichaam, en
ook nu nog houdt Hij Zijne kerk in
stand. Alle menschelijk bouwwerk be
zwijkt, maar de Christen leeft altijd
onder den geopenden hemel, waar
Christus is; wij hebben 9lechts op te
zien naar dien hemel en diep te ade
men in de hemelsche atmosfeer; dan
drinken wij nieuwe krachten in, ons
geschonken door God, en arbeiden
voort aan de onmogelijke taak. Niet
in eigen kracht, maar in Gods kracht;
Zijn genade is ons genoeg. Zendings-
menschen beginnen met louter mach
teloosheid: God moet het doen, maar
op hetzelfde oogenblik komt ook het
andere: wij mogen het doen. En een
maal zal als een hemelsche verrassing
in onze ooren klinken: Gij goede en
getrouwe dienstknecht; ga in in de
vreugde uws Heeren.
Daarna werd gezongen: „Als een
stemme veler waat'ren", waarna werd
gepauzeerd.
Na de pauze werd allereerst „Zen
dingsbede" van Mej. Cath. van Kla
veren (muziek van den heer J. Noor
danus) gezongen, daarna voerde het
woord Zendeling L. Bod aan over:
„In het binnenland van Sumatra."
In het binnenland van Sumatra wo
nen meer dan 120.000 Bataks. terwijl
het aantal Christenen slechts 1000 be
draagt. 11 jaar heeft spr. onder dezen
volksstam gearbeid en het heeft spr.
getroffen, dat hier te lande zoo weinig
bewogenheid is over den geestelijken
nood dier 120.000 zielen. Wat is daar
van de oorzaak? Spr. gelooft dat dit
is het tekort aan kennis. Daarom is
het spr. een voorrecht hier iets van
dien arbeid te vertellen.
We gaan een Batakhuie in, zoo
vangt spr. zijn causerie aan: een groo
te kist op palen, waar soms 16 gezin
nen gehuisvest zijn; toch heeft ieder
gezin er een eigen stookplaats. Als er
een kind geboren is blijft de Batak-
scbe vrouw 4 dagen met haar kind bij
een kolenvuurl iggen; door den rook
en de warmte beschermt zij het kind
tegen de aanvallen der booze geesten.
Den vijfden dag wordt het kind gewas-
schen in een diep ravijn, dan worden
offers gebracht en een stroopop in het
water gegooid voor de booze geesten
In de Batakmaatschappij is de man
beer en meester; hij koopt als hij
f48 heeft een vrouw, meermalen ook
verdobbelt hij een zijner vrouwen of
ook een dochter. De vrouw moet wei-
Ge wone advert en tiön per regel 22l/i eent
Imgezondefl MededeeUngen, dobbel tariei
Bi) contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentiën bi) vooruitbetaling
ven ten hoogste 30 woorden, worden dage-'
lijk* geplaatst ad 40 cent
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
Bondsvergadering Ned. Bond van
J. V. op Geref. Grondslag.
De invoering van den Zomertijd.
Het zilveren Jubileum van den
Christelijken Metaalbewerkersbond.
Buitenland.
Vandaag zijn de onderhandelingen
over het Britsche mijnconilict hervat.
Het kabinet-Luther is afgetreden.
In Polen is een revolutionaire bewe
ging gaande. Warschan bevindt zich
in de handen der opstandelingen.
ken voor haar man, zwaar werk -ver
richten op do rijstvelden.
Deze menschen voelen zich ongeluk
kig in hun heidendom en groot is hun
nood. Het verheugt spr. dat hij hier
het woord kan voeren om de men
schen dezen nood. op het hart te bin
den, opdat zij gevoelen zullen de nood
zakelijkheid der zending.
Als wij als zendelingen onder de Ba
taks komen, zegt spr. staan wij eerst
als vreemdelingen tegenover hen.
Maar als wy ons geven in groote en
kleine dingen, winnen wij langzamer
hand het vertrouwen van deze men
schen .En dan is er niets heerlijkers
dan dat wij zondige menschen mogen
medewerken aan de toebrenging vftn
zielen uit de donkerheid tot het licht,
dat eeuwig is en blijft.
Spr. liet zingen: „Waterstroomen
wil ik gieten", daarna was betwoorl
aan Ds. J. Nauta, Ned. Herv. Pred. te
Katwijk aan Zee, voor het houden der
slotrede.
Spr. memoreert, wat hij pas in een
hoekje gelezen had, dat Nederland met
3 A millioen Protestanten had 2500.
predikanten en Ned. Oost-Inldië met
49 millioen inlanders pl.m. 300 zende
lingen. Wat zijn deizen onder zoo ve
len? Zouden wij den arbeid maarniet
opgeven? Neen, zegt spr. want God wil
het en Christus is met ons alle de da
gen tot aan de voleinding der wereld.
Deze 300 zendelingen zijn de Gideons
bende, die God verwaardigt om de Mi-
dianieten te bestrijden efl ganschelijk
te verslaan. Zij zetten de bazuin aan
den mond. om het overal bekend te
maken, dat Jezus Chrisus is de eenige
Naam die onder den hemel gegeven is
waardoor wij moeten zalig worden,
Spr. wijst achtereenvolgens op de
drie wapenen van Gideon in Ten
strijd, de bazuin, de leege kruik en
de lichtende fakkel.
Spr. eindigt met een woord van
dank, in 't bijzonder tot den directeur
en sijn corps en wekt de aanwezigen
op, te strijden met de drie wapmen
van Gideon. Wij moeten bazuiner3 zijn
wij moeten onszelf leeren kennen met
onze leege kruik (zalig zijn de arnien
van geest), ten slotte wij moeten zijn
fakkeldragers, want Christus leeft. In
Zijn kracht dan voort, ook wat de zen
dingszaak betreft.
Spr. liet ten slotte zingen: ,Ach,
blijf met uw genade" en ging daarna
voor in dankgebed.
Prof. dr. G. A. J, Hazen.
Prof. dr. G. A. J. Hazeu, hoogleeraar
in de Javaansche taal en letterkunde,
zal zich tot herstel van zijn gezond
heid voor eenigen tijd naar Gelderland
begeven.
De geneesheer heeft hem volkomen
rus voorgeschreven.
Dr. J. C. S. Locher
Dr. Locher heeft Woensdagmiddag in
het Diaconessenhuis opnieuw een ope
ratie ondergaan. Zijn toestand is he
den gunstig.
Bekroning.
Op de Jubileum-tentoonstelling der
afd. Rotterdam van de Nederl. Banket
bakkers Vereeniging verkreeg onze
stadgenoote, de firma Backer en Co.,
met hare afdeeling Essences en Ivleur-
soffen, de Verguld Zilveren Medaille.
Openbare LoeszaaL
Het bestuur der Openbare Leeszaal
en Bibliotheek „Reuvens" heeft aan
de bewoners van het Kooipark en naas
te omgeving, voor wie hot gebouw der
O. L. en B. in de Bree9traat op vrij
grooten afstand ligt, de mogelijkheid
verschaft de boeken gemakkeiijkor te
verkrijgen, door het openen van een
agentschap in die wijk. Op twee avon
den per week, Maandag en Donderdag
van half acht tot negen uur zal in het
huis Javastraat 12 de gologenheid be
staan boeken te leenen en aanvragen
voor bepaalde boekwerken in te leve
ren.
Leden van de O. L. en B. die van do-
ze gelegenheid wenschen gobruik te
maken, kunnen zich in hot gebouw
aan de Breestraat voor dit agentschap