De lotgevallen van John Fox
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 10 MEI 1926
TWEEDE BLAD.
ALS BE MAIL KOMT.
Een correspondente te Weltevreden
v'ér.telt in de „N. Roti. Crt":
„De mail zal om zeven uur aan
de kade gemeerd liggen.
Het is zoo'n simpel berichtje, en
toch beteekent het hier in ons leven
zoo heel veel. Want de echte Euro-
peasche vrouw zal altijd min of meer
het gevoel houden vaa vreemdeling
te zijn hier, van een verbannene van
„ginds" van Holland, en het is zoo'n
groote vreugde brieven te krijgen,
nieuws te hooren van die ons lief
zijn, van vrienden en kennissen.
Ik zou haast zeggen: daarop leeft
men een gansche week, op het aan
komen van een mail.
Brieven van huis
Brieven van een vader én moeder,
waaruit meest zulk een groot verlan
gen spreekt naar weerzien, mogelijk
een weerzien voor het laatst. Dié ge
vuld zijn met de liefdevolle warmte
van harten die van je houden. Mis
schien zijn ze geschreven met oogen
vol tranen Aan. smartelijk verlangen,
al zijn er dan ook heel eenvoudige
woorden gebruikt, die juist daardoor
ons zoo aiep, diep in het hart grij
pen.
Over het witte papier is liaar hand
egleden, moeders hand, die hand vol
leine rimpeltjes, maar zoo zacht als
ze gleed over onze weerspannige hoof
den, ons rustigmakend daardoor.
Al het innig bekende van huis komt
mee met een stuk papier vol kleine
krabbels.
Tikt de klok nog zoo gezellig, gij'
kleine bode van huis?
Zien. de oude bekende portretten
nog immer van den wand?
Staat alles nog op de oude plaats?
/En gaat daar nog immer verlangen
haar ons door de kamerruimte?
Och, wat een domme vragen
We weten immers, dat moeder in
stille oogenblikken ons zoekt, naar ons
hunkert, in slapelooze uren spreekt
met de kinderen, die zoo ontzettend
ver weg; zijin en waaraan haar moeder
hart denkt met onuitsprekelijk ver
langen.
Brieven van huisIs het niet of
er iets heiligs door ons heen gaat
als we het bedenken? Als we Aveten
en voelen dat al de sprookjes die eens
in ons leven waren Aveer opgeroepen
worden door de lezing van die, eigen
lijk zoo dood-eenvoudige woorden,
maar waaruit zulk een innige liefde tot
ons opstijgt?
Zeker, ik weet wel, dat er ook in
(Holland wachten op lieve en verlan-
fende brieven, maar het is er anders,
ij die wachten gaan in de menigte
verloren en de postbode daar voelde
met ons mee als we, door ons verlan-
gen gedrongen, vragen„Wanneer
komt de mail?" Meestal was dan het
antwoord, dat hij het niet Avist. Maar
hier, waar zoovelen verstoken zijlnvan
spoedige verbinding met thuis, waar
kinderen die wel in eigen zelfstan
digheid \-an huis gingen toch zoo
vaak nog moeder zoo bitter noodig
hebben, waar het andere leven ons
den eersten tijd zoo verbijstert, als Ave
het hier vragen aan onzen Tavaan-
schen ongeletterden postbode, dan
zegt hij met de zoo vreemde Javaan-
sche klanken (vreemd voor ons, die
die aan het Maleisch gewend zijn):
„Bessok", nja, datang mail". (Morgen
mevrouw, komt de mail.) En hij' her
haalt het 's morgens van den eigenlij
ken dag als hij' ons ziet en het is
geen verbeelding; hij is echt blij, dat
hij ons een genoegen kan doen met
het brengen van brieven.
Als de mail aankomt, wordt er hier
in Indië op Zondag gewerkt als het
noodig is. Extra bestellingen Avorden
gedaan alleen maar om die vierkante
boden van „ginds" zoo spoedig mo
gelijk rond te brengen.
Ik zal nooit vergeten hoe Ave eens
zoo'n Langen langen avonnd gewacht
hadden: elf uur, twaalf uur, één uur
was het geworden en nog niets. Dat
gehmiker van je, dat kampt tegen de
vermoeidheid die je bekruipt. Elk licht
dat in -de verte op den donkeren weg
opdoemt, wekt belangstelling, elke
voetstap doet ons reikhalzend uitzien.
Dan is het stoepje van de voorgelerij
zoo'n goed plaatsje, want dat is im
mers zoo veel dichter bij
Wat een gedachten gaan er dan.
door je heen; tot eindelijk het klos
send gestap (zij loopen immers niet
zoo makkelijk op de schoenen?.) je op
wekt uit je gedroom. 1 oen, dien avond
het regende dat het goot, had ons
postje geen goede bui, eu ook wij dreig
aen die van ons te verliezen, want de
.brief Avaarop we zoo hadden zitten
wachten, was er niet.
j,Tidah ada Soerac nja". (Er is geen
brief, me\Trouwj.
„Misti post", (het moet, post.)
Natuurlijk was net geen bevel, het
was alleen een diepe teleurstelling, die
ons dit deed zeggen, maar de post,
kregelig door den zAvaren regen, de
'zware vracht van brieven en tijdschrif
ten bovendien, antAvoordde: „Kalau
tidah ada, saja tidah bisah bikin. (Als
er geen is, kan ik er zelf geen makenuj
Wij gevoelden het logische van zijn
redeneering terdege, en bij al onze
teleurstelling moesten we toch lachen.
Toen gaven Ave hem maar een kwartje
en beleefd dankend vertrok hij.
Hoe kan hij echter op een anderen
keer blij zeggen: Er is een brief voor
mevrouw, of voor de no.ina. Hij troost
ons dan een volgenden keer na zoo'n
teleurstelling door te -zeggen: „BeS-
sok datang masil Ingris". (Morgen
komt de Engelsche mail).
Nee gewoonlijk komen daar geen
brieven mee, maar het kan toch, niet
Avaar? En hoop doet leven en onze
post gaat Aveg met de gelukkige vol
doening, dat hij ons heeft blij ge
maakt".
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV KERK.
Drietal: Te Maarssen, G. Alers te
.Nieuw Lekkerland, K. J. v. il. Berg te
Amersfoort en J J. Timmer te Ermelo.
Beroepen: Te Franeker en te Hark
stede-Scharmer, J. H. Klein Wassink te
Rottevalle. Te Hattem, G. Bevers te Mon
ster.
Bedankt: Voor Voorthuizen, D. J.
v. d. Graaf te Ridderkerk. Voor Zetten,
Andelst, G. Benes te Monster.
GEREF. KERKEN.
Bedankt: Voor Barendrecht, J. Wij-
minga te Charlois. Voor Rozenburg en
Oud-Vossemeer, A. Wijngaarden te Baar
land.
Emeritaat
Ds. J. K. v. d. Hoeven, predikant der
Ned. Herv. gemeente te Rheden, heeft,
na ruim 40-jarigen dienst, tegen 1 Oct.
a.s. emeritaat aangevraagd.
Voor Rheden diende Ds. v. d. Hoeven
de gemeenten Wilhelminadorp en De-
demsvaart.
Ds. J. Schrijver.
Ds. J. Schrijver, prediitant-directeur
der weesinrichting te Neerbosch, is voor
neraens als zoodanig af te treden.
Ds. W. M. Le Cointre.
Naar aanleiding van het bedanken van
Ds. Le Cointre te Bergen op Zoom als
medewerker van „Woord en Geest",
schrijft Dr. Geelkerken in hetzelfde blad
dat van eenig principieel verschil tot nu
toe niets gebleken is.
„Integendeel betuigde Ds. Le Cointre
nog niet zoo lang geleden zelfs, dat,
mocht de Synode van Assen Dr. Geel
kerken veroordeelen, het hem alsdan te
meer een voorrecht zou zijn, om in
dien hjj daarvoor in aanmerking kwam
als tweede predikant van Amsterdam
Zuid nevens Dr. G. daar te komen ar
beiden.
Dr. Adriani. f
De bekende taalgeleerde Dr. N. Adri
ani, afgevaardigde voor den taalarbeid
van het Ned. Bijbelgenootschap voor Ta-
ripa (midden Celebes) en correspon
dent in Ned. Indië der af deeling voor
de geschied- en letterkundige weten
schappen van de Koninklijke Academie,
van Wetenschappen te Amsterdam, is
den isten Mei te Posso overleden.
Kort geleden werd gemeld, dat deze
uitnemende kenner van den Archipel,
die zich voor den zendingsarbeid op
schitterende wijze verdienstelijk heeft
gemaakt, weldra Celebes en Indië zou
verlaten, na een dertigjarige werkzaam
heid op Celebes; Dr. A. zou eerst nog
eenigen tjjd op -Java vertoeven, in het
belang van de publicatie van een woor
idenboek, vrucht van zpn studie.
Het beeft echter niet zoo mogen zijn.
In breede kringen zal het overlijden
van Dr. Adriani diepe ontroering .wek
ken.
De overledene werd op 15 Sept. 1865
ie Loosdrecht geboren. Zijn vader, Ds.
M. A. Adriani, stond jaren lang aan het
hoofd van het opleidingsinstituut voor
zendelingen der Utrechtsche Zendings-
vereeniging. Hij zelf studeerde in de
Indische taal- en letterkunde aan de
Üniversiteit te Leiden.
Na tot doctor in de Indische letteren
te zijn gepromoveerd, vertrok hij in het
jaar 1895 naar Indië. als afgevaardigde
van evengenoemd Bijbelgenootschap met
de opdracht zich te ves.igen in Centraal
Celebes (Posso) ter bestudeering van
de daar gesproken taal ter overzetting
van den Bijbel.
Gedurende de eerste jaren van zijn
verbljjf aldaar heeft hij ten koste van
veel inspanning een samenhangend over
zicht zoeken te krijgen van het geheele
taalgebied tusschen Posso en Straat
Makassar en kon vaststellen, dat in die
streek niet minder dan 14 innig met
elkaar verwante talen werden gespro
ken. In hoofdzaak heeft hij z:eh toege-
iegd op de z.g. Bareè-taal, die een min
of meer domineerende positie inneemt
onder de talen van Centraal Celebes.
Het bekende drie-deslige werk ,,B6
Bareë sprekende Toradja's', pa3 enKele
jaren geleden verschenen en samenge
steld door Dr. Kruyt en Dr. Adriani,
legt speciaal in het derde deel, dut meer
bijzonderlijk over de taal handelt, ge
tuigenis af van de schitterende resulta
ten van zijn veeljarigen taaluund.gen
arbeid.
In ae jaren 1900 en 1901 heeft hij
met Ds. Gunning, den zendingsüirector
van het Ned. Zendelingsgenoot-Chap, 'n
rondreis door Inuie gemaakt; terwijl hii
ook, in dienst der regeering, geduren
de 2 jaren te Sontler in Minahassa
werkzaam was in het belang der studie
van het Totemboanseh, een der talen van
de Minahassa. Een der resultaten van
dien arbeid was een Bjjbriscn leesbboeK
uitgegeven door het Bijbelgenootschap.
Veie verhandelingen over taal en volk
van Midden Celebes in de periodieken
van het „Bataviaansch Genootschap' ver
schenen van zijn hand. Hjj weritte voort
durend samen met den eveneens zeer
bekenden Dr. A. Kruyt.
In 1914 vertrok Dr. Adriana met een
spoed-cercificaat naar Nedenand, we
gens ernstige aandoening van de muag.
Een langdurig verblijf in het vader
land stelde hem echter weer in staat
naar Indië terug te keeren.
In 1894 huwde Dr. Adnani met mej.
11. L. Gunning; in 1918 werd hij be
noemd tot lid der Kon. Academie van
Wetenschappen.
Grafmonument Ds. N. v. Schouwenburg
Op de N. Oosterbesraaïplaats heeit
Zaterdag onder groote Belangstelling de
overdi a ht aan de familie plaats gehad
van Let monument, dat op het graf is
geplaa.it van wijlen Ds. N. v. Schou
wenburg den predikant der Ned. Herv.
G meente, die in December van het vo
rige ..ir i- overleden.
Ds. G. Mansveid, ried. Herv. predi
kant te Amsterdam, voerde namens de
v.'ijkcnuimissie van wjjk IV der Ned.
Gemeente i 1 welke Ds. v. Schouwen
burg ge.rbeid heeft het woord.
SpiT 2 -ide, dat de oprichting van. dit
n'Oii'vnent niet geschiedde als "menschen
v. Trading, doch uit dankbare liefde voor
ai hjig-en God door den arbeid van
Ds. i. Schouwenburg heefc willen tot
stand irengen.
Spr. nroeg hierna het monument aan
me»louw de weduwe van Schouwenburg
en haar kinderen over en zeide, dat zii
ia t t monument moeten zien de liefde,
die vc'en den overleden predikant toe
droegen.
Eer. zoon van Ds. v. Schouwenburg,
aanvaardde namens zijn moeder het mo
nument. De famiiie wist het, dat velen
den 0 verleden predikant en zijn arbeid
waardeerden, doch zij sielt toc'n liet be
wijs van deze liefde, zooals die door de
oprichting van dit monument getoond is,
op zeer lioogen prijs en is daarvoor de
gemeente zeer erkentelijk. Spr. dankte
tenslotte in het bijzonder den ontwerpei-
architect Kruyswijk en Ds. Mansvelt
voor de door hem gesproken woorden.
Peremptoir oxamen.
De classis Breukelen der Geref. Ker
ken heeft-peremptoir geëxamineerd en
toegelaten tot den dienst des Woords
en der Sacramenten, cand. N. Willem
se, beroepen pred. te Abcoude (Broost-
dij).
De classis Alkmaar heeft 11a pe
remptoir examen toegelaten tot het pre
dikambt in de Geref. Kerken den can-
didaat H. Bouma, beroepen predikant
kant te Dirkshorn.
Préparatoir examen.
De heer J. van Woerden te Loosdui-
nen is door het Prov. Kerkbestuur van
Zeeland tot de Evangeliebediening toe
gelaten in de Ned. Herv. Kerk.
Ver. v. Chr, Volksonderwijs.
Donderdag 27 Mei wordt de 35ste al-
gemeene vergadering der Vereeniging
voor Chr. Volksonderwijs te Utrecht ge
houden.
Op de agenda staan o.m. de volgende
punten:
Overdracht der Hervormde Kweek
school te Zwolle aan het bestuur te dier
plaatse;
Het onderwijs in de Vaderlandsche ge
schiedenis op onze lagere scholen;
Het bioscoopvraagstuk;
Aansluiting van bewaarscholen bij de
Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs.
Opleiding van Onderwijzers.
De Bchoolraad voor de Scholen met
den Eijbel heeft eenigen tijd geleden een
commissie benoemd .bestaande uit de
heel-en H. J. Emous, D. W. Reinders,
J. Strikwerda en J. C. Wirtz Qm, aan
wie werd opgedragen een rapport sa
men te stellen naar aanleiding van de
verschillende Konikljjke Bcs.uittn, die
betrekking hebben oj? 'de opleiding en
het examinceren van onze aanstaande
onderwijzers en onderwijzeressen. Het
uitgebreid rapport is samengevat in de
volgends conclusies:
1. Het schoolexamen kan Beschouwd
worden als een stap in de goede rich
ting van liet vrije examen en de ver
leende vrijheid om dat ook voor onze
kweekscholen te kunnen houden, moet
door ons dankbaar aanvaard worden.
2. Deze vrijheid worde in de toekomst
in geenen deele beperkt. Zelfs moet de
strigd voor het geheel vriie examen,
evenals die voor de vrije school, onver
poosd worden voortgezet.
3. De nu bestaande regel'ng staat nog
te "veel in het teeken van het intellec
tualisme.
4. Het centraliseerend en un'formee-
rend karakter dezer regeling worde zoo
veel mogelijk beperkt.
5. 't fs noodig, dat het rijk bij de
regeling der examens rekent met de
besturen der kweekscholen en niet al
leen, met de directeuren en leeraars,
tenzij de praetijk hier onoverkomenljjke
bezwaren in den weg ligt.
6. Het getal 104 voor het aantal uren
is te hoog en moet met 12 verminderd
worden cm ruimte te krijgen voor prac-
lische opleid'ng, enz.
7. Het verminderen van 90 geslaagden
- in 5 jaar tot 75, als eisch, is ge
biedend noodzakelijk en de eisch van
80 pet. geslaagden vervalle of worde
verlaagd.
8. In de verschillende Koninklijke Be
sluiten wordt soms de noodige eenheid
gemist.
9. De nu geldende regeling leidt tot
onbillijkheid voor de scholen en tot geld
verspilling voor het rijk; ze zal boven-
dien'metterfijd pract'sch onmogelijk blij
ken.
10. Het verdient ernstige overweging
dat het rijk gelegenheid biede, tot het
vormen van lcwe l;s hco'.bonden, waar
mee de overhei in hate van met elke
school afzonderlijk, in contact treedt.
11. Gewenschï wordt nog:
a. dat de B-afdeeling zal Kunnen vol
staan met 8 lessen 'van 50 minuten,
zonder dat een pauze van 2 uur ver
plicht is, en dat er 3 klassen gevormd
kunnen worden;
b. dat de bezitters van akte vak i vrji
gesteld worden van het examen in li
chamelijke oefening aan de kweekschool
c. dat een lokaal voor lichanjelijke
oefening, dat in hst kweeksch. o'gebauw
aanwezig is, ook poldoet aan den eiseh,
gesteld "in art. 21-sub p van het K. B.
van 11 Sept. 192J, Stbl. 110. 440.
Ten slotte deelt de Commissie nog
mee, wat uit het voorgaande eigenlijk
vanzelf voortvloeit, dat naar hare mee-
ning de schoolraad-examens nog niet
kunnen vervallen.
Uit het Sociale Leven.
Niet voor de jongeren.
In op zichzelf billijke critiek over een
bepaalde zaak kan heel gemakkelijk
iets onbillijks insluipen, als men bet
verledeh vergeet en niet waardeert bet
geen nog als vrucht van toen. u als
vanzelf in den schoot valt.
Er is geen algemeener klacht bijna,
dan over onze jeugd en over het niet
voldoende meedoen aan het werk van
de ouderen. De jeugd wordt veelszins
gevormd voor het volle leven, maar
wat zien we weinig van hen in dat vol
le leven, zoo wordt geklaagd.
Op kerkelijk terrein gaat het dan
nog zoo Avat, op politiek terrein is het
echter maar zóó, zóó, doch op het ge
bied der valkorganisatie is het droevig
en op het alg. chr. 90c. is het dan ten
slotte hé'él dun; zegt men.
„Waar zitten onze jonge menschen
toch?" zoo vragen velen.
Weet u waar ze zitten? Ze zitten.,
hij de ouderen! Dat schijnt mij het
nuchtere feit toe. En de klachten over
de jeugdorganisaties, speciaal owr de
jongeiingsvereenigingen, zijn voor het
grootste deel niet gegrond. Neen, de
kwestie is heel gewoon: zoo de ouden
zongen, piepen de jongen.
Ja zéker, we hebben véél zegenin
gen te boeken, (ik mocht er reeds op
wijzen), maar we moeten toch niet al
te hoog van den toren blazen.
Een buitenlandscli hoogleeraar
schreef eens dat in Nederland, naast
den bijbel, de groote werken van Dr.
A. Kuyper overal in onze gezinnen
werden gevonden; hebt u toen niet ge
glimlacht en gezegd: was dat maar
waar!
We hebben in het politieke leven
veel verbeurden zegen, o ja, maar wat
een traagheid en valseh conservatisme
ook.
Tot den winter van 1928 blijft het op
de meeste plaatsen wel rustig, hé?
Prijzenswaardige uitzonderingen, die
zijn er natuurlijk. t
Maar bijzonder op het sociale levens
terrein isxer bij velen een geest des
diepen slaaps in gevaren. Behalve dat
er „gemengd nieuws-" en „varia-" en
„burgerlijke stand-'' en „advertentie) -
„specialisten" zijn, die de politieke
hoofdartikelen en driestarren nooit
lezen is er in onze dagbladpers een ru
briek die nog veel erger leidt onder de
traagheid der abonné's. Dat zijn de so
ciale berichten, de sociale aankondi
gingen en verslagen.
Neem de proef eens op de som en
plaats een zelfde bericht met een so
ciaal opschrift of met een anderen ti
tel en ge zult zien hoevelen in het eer
ste geval er niets van lazen.
Als ge eens totaalcijfers ziet van hen
die voor Gods Woord willen buigen,
en ge plaatst die naast de totaalcijfers
der diverse chr. soc. organisaties van
patroon, middenstander, werkman en
boer, slaat ge de handen ineen! 10.000-
den verzuimen zonder blikken of blo
zen hun sociale roeping, in verband
met patroonsbond, alg. soc. hond of
vakorganisatie. Velen zeggen even ge
makkelijk: ik bedank of ik sluit mij
niet aan; als dat zij tot een garen- en
bandkoopman zeggen: „niet noodig
man!"
Vraagt ge dan nog: waar blijft het
opgroeiend geslacht? Terwijl een an
dere Debora nu ook en niet enkel
van de oude veteranen uit Ruben s
stam zou kunnen zeggen: „de inbeel
dingen des harten waren groot. Ze
hadden gropte onderzoekingen de9
harten. Waarom bleeft gij zitten tus
schen de stallingen?" (Richteren 5 15
en 16.
Hoe het komt? Een afschuwelijk
misverstand is hier de oorzaak, denk
ik. Men onderschat? den ernst van den
strijd op het sociale gebied en verstaat
onder sociaal minder dan er door om*
vat wordt. We mogen niet onderstel
len dat men hier welbewust zondigt.
Tot velen drong het nog niet door, clat
de strijd des geestes nu het heftigst op
het soc. terrein wordt gestreden, ge
lijk hij vroeger op het staatkundig en
nog vroeger op theologisch gebied
werd uitgevochten. En „sociale' vra
gen, daar verstaan velen niet anders
onder dan die vragen welke met in
komsten en uitgaven, arbeidsduur en
loon, bedrijfsbeheer en winst recht
streeks verband houden.
Maar de strijd des geestes in het
dagelijksch leven op fabriek en kan
toor, op het land en in den winkel
stoort zich weinig aan onze omschrij-
A'ingen, en,hier is een volk dat zijn
FEUILLETON.
34)
En ofschoon zij niet in staat zijn
zou Miss Flamstead in 't begin veel
te laten verdienen, voor dat zij met al
het werk vlug terecht kon komen, zou
zij toch een rustig tehuis hebben, en
binnenkort, daaraan viel niet te twij
felen, een redelijk \A-eekgeld bekomen.
Betsv Avas terstond bereid dit aan
bod aan te nemen. Zij kende Mrs.
Fernhead, had dikwijls haar winkel
bezocht en was overtuigd clat zij sa
men wel overAveg zouden komen en
daarenboven, zij zou dan dicht bij
George zijn.
„En ik?" vroeg Nancy, onder haar
tranen glimlachende.
„Gij, lieve kleine meid" zeide Mrs.
VVestbrook, moet hier blijven, op de
kinderen passen en tevens de huis
houding Avaarnemen bij uw ouders.
Waar zoudt gij gelukkiger en meer,
van nut kunnen zijn? Ik zal denklei
nen Edward, Jane en Mary bij mij
houden, en gij zult de drie anderen
hebben. Gij moet hier in de nabijheid
een huisje hebben, dan kunnen Avij el
kander dagelijks zien.
Mrs! Flamstead lag ween en d op de
sopha. en de tranen harer dochters
vloeiden even rijkelijk als de hare.
Veertien dagen ongeveer later trad
op een avond Mick Shay bij Mrs.
Westbrook binnen. De weduwe had
den ganschen namiddag met Mr.
Flamstead door het dorp rondgeloo-
pen en gezocht naar een Avoning of
kamers, die voor het ongelukkige huis
gezin geschikt waren. Hij verlangde
zóó er een te betrekken, alsof Mrs.
Westbrook's tafel, schoon rijkelijk van
alles voorzien, iets had dat hem aan
dreef om van daar te komen; dat hij
dan eens meende dat dit, dan weer dat
dat voor hem geschikt zou zijn. Geen
van alle vertrekken of woningen
scheen Mrs. Westbrook echter te be
vallen; de eene was te klein, de ande
re te somber, een derde te vochtig; zo
zouden er spit, rheumatiek, tering in
krijgen. Zij wilde er een hebben die
vroolijk Avas, waar de zon in scheen,
met een tuintje al was het nog zoo
klein.
„Is het nog vroeg genoeg? Mick: is
het nog vroeg genoeg'" zeide Mrs.
Westbrook.
„Hebt gij wel eens gezien hce men
in een boot goederen weegt, en hebt
gij het wel eens gedaan Mr. Flam
stead'" Arraagde Mick, zonder de vraag
der weduwe te beantwoorden.
„Neen, nooit" antwoordde Mr. Flam
stead.
„Maar gij zult het wel kunnen loe
ren, als men u een weinig terecht
helpt. Men heeft een stok, die met
streepjes is afgedeeld; dezen steekt
men langs de hoot in het water, ver
gelijkt de maat juet een boekje waar
in tafels en figuren staan, en spcedig
weet gij het juiste gewicht van de ha
len en andere goederen die zij in
heeft."
„Ik geloof Avel dat ik dat spoedig
zou ïeeren" zeide Mr. Flamstead.
„Ik zelf zou het wel kunnen" zei dó
Mick, „ofschoon ik nooit een meester
in het rekenen hen geweest; maar zoo
gij meent dat zulk eefi eenvoudig werk
u passen zou, totdat uw zaken een
gunstiger keer nemen, dan geloof ik
Avel dat gij het zoudt kunnen krijgen."
„Zou ik?" vroeg Mr. Flamstead met
geestdrift, zoodra hii daarin een mid
del bespeurde om in zijn onderhoud
te voorzien en dat tevens berekend
Avas naar zijn ziels- en lichaamskrach
ten. „Waar is het, Michel? Is het op
het kanaal? Eilieve, zeg het mij, waar
is het?"
„Luister" hernam Mick. ..Ik hoorde
onlangs dat de commies van 't Crom-
ford-kanaal, bij Coldnor-Park, dien
post ging verlaten, en zeide teen bij
mij zelvcr.: dat zou juist een baantje
zijn voor Mr. Flamstead in ziin tegen
woordige omstandigheden. Er is geen
gemakkelijker betrekking. Gij wacht
in uw huisje dot aan den oeArer staat,
totdat, de booten komen, steekt uw
stok in het water, kijkt in het hoek,
zegt: „I11 orde" en de zaak is aige-
loopen. Het is een allerliefst, klein
huisje, met abrikozen- en perenboo-
men langs de muren. Ik heb dat huis
je altijd zoo lief gevonden; en AA'at
heeft de bewoner lekkere abrikozen en
peren! E11 daar is een keurig tuintje
bij, met een ganscho rij bijenkorven;
hij zal die zeker achterlaten, hij zal
de bijën niet medenemen.
Dat zou juist goed zijn, zeide ik bij
mij zeiven, en ik moet er geen gras
over laten groeien; „daarop steeg ik
te paard en reed naar Mr. Jesson te
Butterlv. Ik dacht, die man heeft nog
al invloed bij de eigenaars, Ik spoedde
mij voort 0111 hem te gaan spreken;
maar toen ik hem mijn A-erzoek had
voorgedragen, zonk mij het hart in de
schoenen."
„Hoe? Avat?" vroeg Mrs. Westbrook
driftig.
„Hij schudde het hoofd. Ik dacht:
het is mis, de plaats is al aan een
ander beloofd, vóór ik er iets van
Avist. Stel u mijn angst voor! Maar
daarom schudde hij ziin hoofd juist
niet. 'tWas enkel om de rampen van
onzen goeden heer.
„Mick" zeide hij, „ik ben zeer blijde
dat gij juist nu gekomen zijt. Een uur
later zou het te laat geweest zijn; ik
ga juist naar de A-ergadering, waar
wel veertig sollicitanten staan te wach
ten; maar ik moet den post aan Mr.
Flamstead bezorgen, als het maar
eenig9zins mogelijk is; hij is een braaf
mensch en ik heb innig medelijden
met hen. Maar, Michel, gij hebt zeker
uaa* paard bij u: kon aan, rijd met mij
mede; er is geen tijd te verliezen. Gij
zult daar slechts eenige minuten te
wachten hebben, en dan terstond den
uitslag der zaak weten." Wij vertrok-
ken dus. Toen wij het logement be
reikten Avaar de vergadering gehouden
werd, trad een man met een pen ach
ter het oor op mij toe.
„Hier is wat voor u" zeide hij, „met
de groete van Mr. Jesson." Ik keek
in het papier: maar mijn hand sidder
de mijn hoofd duizelde, ik koq geen
letter lezen, stak het in miin zak en
vloog naar huis. Mijn paard scheen
evenA'eel haa9t te hebben als ik; het
A'loog over den weg, en niet voordat
ik te Coldnor was, hield ik op, en las
wat in het papier stond hier is het
gij hebt de plaats!"
Wie zal de blijdschap en verrassing
schetsen van allen die zich daar be
vonden? Er was meer vreugde, er
werden meer tranen van blijdschap ge
schreid in weerwil van hun medelij
den, met de teleurgestelde sollicitan
ten, over het verkrijgen van deze ge
ringe bediening, dan er zouden gestort
zijn zoo in de dagen van voorspoed
de schatten van den klokkenmaker
verdubbeld waren geAVorden.
Wordt vervolgd).