m blnben zeggen.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 APRIL 1926
TWEEDE BLAD.
De H. G. S.
Geen enkele maal, zegt de Neder
lander is zoozeer de armoede der
Hervormd (Geref.) Staatspartij aan 't
liclit getreden als verleden week bij de
behandeling der Indische begrooting.
Van de zijde der heeren Van Vuuren
en Van Boetzelaer van Dubbeldam
was de behartiging der godsdienstige
en ideëele belangen van Ned. Indië bij
den minister met warmte bepleit. De
heer Lingbeek had toen gezwegen.- In
zijn antwoord had de minister met
nadruk betoogd dat de godsdienstige
belangen van Ned.-Indië bij hem vol
komen veilig waren. Men kon dus vol
daan zijn. Maar daar verrijst de heer
Lingbeek om den minister aan zijne
roeping in deze te herinneren.
Zonderlinger kan het niet. Het beste
wat wij vermoeden kunnen, is dat de
heer Lingbeek niet goed naar den mi
nister geluisterd had.
Doch hoe dit zij, het was goed dat
dr. De Visser toen opstond en perti
nent aan den heer Lingbeek vroeg wat
hij nu eigenlijk practisch van den mi
nister wilde. Wij hebben de Indische
staatskerk, die door de regeering
wordt onderhouden; vrije inlandsche
gemeenten, die door haar worden
gesteund, evenals bijzonder on
derwijs, bijzondere zieken-verpleging,
terwijl de zending als regel
geen regeeringsteun begeert. In
welk opzicht was en is de regeering
dus nalatig? Dit wilde dr. De Visser
van den heer Lingbeek weten. Doch
'daarop kwam geen antwoord. De heer
Lingbeek antwoordde met de algemee
ne frase: „Eerst het moeten, en dan
het kunnen". Maar de regeering toont
al jaren dat „moeten" te verstaan en
het „kunnen" er bij, dank zij den strijd
'dien ook in dit opzicht de rechterzijde
'jaren lang heeft gestreden.
En in plaats, dat nu de vertegen
woordiger eener nieuwe partij hier óf
nieuwe banen opent óf iets practisch-
christelijks aan de hand doet, hooren
wij niets en nog eens niets dan een
ongegronde aanklacht tegen den mi
nister, omdat er niet voldoende naar
hem was geluisterd.
Treuriger kan het niet. Het verwon
dert dan ook niet, dat één der bladen
sprak van een afstraffing van ds. Ling
beek door dr. De Visser. En terecht
schreef iemand: De heer Lingbeek
heeft slechts één snaar op zijn speel
tuig (en die snaar heet „getuigen")
en die snaar is nog ontstemd.
KERK EN SCHOOL,
NED. HERV. KERK.
Zestal: Te Maarssea, G. Alers te
iNieuw Lekkerland. K. J. v. d. Berp te
Amersfoort. I. Kievit te Baarn. H. A.
(Leemnans Jr., te Delft. J. H. F. Rem-
ime te Amsterdam en J. J. Timmer te
Jïrmelo.
Bedankt: Voor Bergambacht D.
.Th. Keek te Garderen. Voor Bleiswijk,
(E. van Asch te Baarle.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Bunschoten-Spaken-
Iburg, A. ,W. Seinen te Opperdoes. Te
(DDriestim, J. S. Haartsett, cand. te Oost-
Souburg.
Bedankt: Voor Heinelnoord, S. de
iVries, te Ambt-Vol'lenhove B. Voor Ka-
merik, G. Veenendaal te Amerolngeo.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
-Na ruim 40-jarige Evangelie-be-
Idiening main Ds. A. de Haan, wegens
lemeritaatsaanvrage, Zondagavond in de
groote Kerk afscheid van de Ned. Her
Ivormde Gemeente te Zwolle.
Onder de talrijke aanwezigen bevon
den zich de burgemeester, de heer Mr.
ÏDr. I. A. van Hopen, het lid van Ged.
Staten, de heer J. W. J. Baron de V06
ivan Steenwijk an de griffier -van Over
ijssel, de heer Mr. M. W. Wijt. Voorts
co geheels kerkeraad en vele ambts
broeders uit stad en omgeving.
Ds. de Haan hield een predicatia over
Openbaring 28b, waarbp gewezen werd
FEUILLETON.
De Sotgevaileii van John Fox
23)
Maar ook zij haddenliun vijanden
en benijders; het waren diegenen wel
ke Henry gaarne vergeleken met zijn
voorouders en op het verschil tus-
schen hen en hem wezen.
Die eenvoudige oude lieden, hoe hui
selijk, voorzichtig en ijverig waren zij
geweest! Hier was een opmerkens
waardige verandering. De tegenwoor
dige Mr. Henry Flamstead. welk een
teer, beschaafd, deftig heer was hij;
zijn voorgangers zouden hem niet ge
kend hebben. Zij waren gewoon over
hunne, akkers te wandelen en achter
hun ploegen te gaan, hij reed op
een fraai paard. Zij ontzagen zich niet
waa. het noodig was, een opening
dicht te maken of een gat voor een
paal te graven, hij paste er wel op
zijn handen vuil te maken aan den
grond waarop hij geboren was, maar
liep heen en weer met handschoenen
aan, alsof het altijd winter ware.
Zij gingen naar alle markten en
kermissen, om zelve hun koren en vee
te koopen, hij had een rentmeester,
clie met dat alles heiast was. Zij had
den zich vergenoegd met een wagen
(en Henry's vader had slechts één
open rijtuig), Henry had een open
rijtuig, een welgesloten koets en een
bittenwagen.
op wat de verrezen Heiland van Zich
zelf en de Zijnen zegt.
Tenslotte sprak de oudste amutjbio -
der, Ds. H. visser, hartelijke woorden
van dank tot Ds. de Haajn, waarna de
igemieente dezen nog toezong Ps. 121 4.
Na een 40-jarige Evangeliebedie
ning heeft Ds. J. L. Piers o n, predi
kant bij de Ned. Herv. Gemeente te
Groningen, Zondagavond afscheid ge
nomen in een godsdienstoefening in d
Martinikerk aldaar.
De kerk was tot in al'le hoeken ge
vuld.
Spr. hield daarbij een rede naar aan
leiding van Jes. 40:8: ,,Ket gras ver
dort, de bloem valt af, maar het Woord
Gods bestaat tot in eeuwigheid."
Hij wees er daarbij op, dat het e enige
levensdoel dat hij heeft gehad is ge
weest, dat woord tot de gemeente te
brengen. Zijln eenige doel is geweest
haar de prediking van het Evangelie te
brengen. Dat was eein taak, die niet licht
maar daarentegen bijzonder heerlijk is.
Met dat woord bedoelde spr. niet alleen
het geschreven woord: oen Bijbel. In
de eeuwigheid zult gij noch ik, zeide
spr., den Bijbel' hebben, maar dan zullen
wij zien van aajngezicht tot aangezicht,
dan zal het geschreven woord veranderd
zijn in het vleesch geworden Woord
Jezus Christus.
Spr. zeide altijd getracht te hebben
dat woord aan zijn gemeetn.be te doen
zien. Christus moet het eerste en het
laatste zijn.
Spr. hoopte, dat zijn prediking er toe
mocht hebben bijgedragen, dat zijln ge
meente die zaligheid zal deelachtig wor
den en dat menig woord, dat hij heeft
doen hooren, vroeg of laat haar'tot ze
gen of tot troost moge strekken.
De gemeente zong tenslotte den. schei
denden leeraar staande Psalm 121:4
toe.
Dr. J. van Lonkhuyzen.
Naar de „Stand." meldt beeft Dr. J.
van Lonkhuyzen, predikant te Chica
go, wegens onvoorziene omstandghe-
den zijn reis naar Nederland een jaar
uit moeten stellen.
Dr. H. C. Rutgers.
De N C. S. V.-secretaris Dr. H. C.
Rutgers, zal vermoedelijk in de laatste
week van Juni van zijn Indische reis
weer op „Hardenbroek" te Driebergen
terugkeeren. I11 Aug. moet hij als lid
van het Hoofdbestuur en penning
meester der Wereldfederatie van Clir.
Studentenverenigingen de vergade
ring van het „General Committee"' te
Nyborg Strand in Denemarken bijwo
nen.
Dr. M. van Rhijn, eveneens secreta
ris van de N.C.S.V., zal, 'wegens het
aannemen van een* beroep naar de
Ned. Herv. Gemeente van Groesbeek
in Juli a.s. Driebergen gaan verlaten.
Prof. Dr. W. Geesink.
Naar de „Stand." meldt, heeft prof. Dr.
Geesink op een zijner colleges het
voornemen te kennen gegeven bij den
aanvang van den met September te
beginen cursus geen colleges in de
ethiek meer te geven aan de Vrije
Universiteit. Prof. Dr. V. Hepp zal de
ze colleges overnemen. Wel hoopt Prof.
Geesink voorloopig nog philosophie
aan de eerste-jaars-studenten te do-
ceeren.
Ds. E. W. van Duin.
Naar de „N. Rott. Crt" verneemt, zijn
aan Ds. W. E. van Duin te Haarlemmer
meer (Oostzijde) de volgende vragen
gesteld:
1. Zjjt ge genegen om de joingelui, die
•belijdenis des geloofs zullen' afieggein te
vragen of zij het soheppings- en, para
dijs verhaal1 kunnein aanvaarden gelijk 't
in dein Bijbel staat?
2. Zijt ge in Utrecht geweest op die
protest verga dering, gevoerd tegen ae be
sluiten der Synode?
3. Wilt ge u van nu af volkomen ont
houden om deel1 te nemen aan eeniga
(actie te voeren en die zou kuranen ge
voerd worden ftegen de Synodale be
sluiten. genomen op de Synode te Assen
glehouaen zoowel in of buiten de ge
mieente te dezer plaatse?
4. Zijt ge volkomen bereid 0111 op de
(eerste en volgende classicale vergade
ringen in de zaak-Geelkerken tegen de
Synodale besluiten, u te houden aan de
feventueele door den kerkeraad te ne
men besluiten?
- Na eenige malen met Ds. W. E. vatn
Duin te hebben vergaderd, en hierbij
Zij waren aan weinig bezoek gewoon -
aten op de algemeen gebruikelijke
uren, wie kon nagaên uit welke oor
den thans al de bezoekers kwamen,
edelen en burgers. Uit de vier wind
streken, neen, uit veertig windstreken
schenen zij samen te vloeien.
Adellijken, predikers, maar nooit
verliep er een week en zelfs dikwijls
geen dag zonder dat een vreemdeling
naar het oude kasteel reed. ,.Een stui
ver gespaard, is een stuiver gewon
nen" plachten zij te zeggen, en „de
kruik gaat net zoo lang to water tot
zij breekt" maar bier scheen geen van
deze regels van toepassing te zijn,
want hoe meer men verteerde, hoe
meer er overschoot. „De tijd zal het
leeren" voegden zij er echter met een
beteekenisvol hoofdschudden bij, om
zich zeiven te troosten.
Anderen weder, toen men bespeur
de welk een uitgestrektheid lands Mr.
Flamstead gekocht had, vroegen of 't
wel zeker was, dat hii alles betaald
had gelijk algemeen beweerd werd,
dan of het met hypotheken belast was
Zoo de oude Flamsteads niet een aan
zienlijk kapitaal hadden opgelegd,
moest dit noodzakelijk het geval zijn.
Menig onderzoek werd er op dit punt
gedaan, maar men ontdekte niets.
Vreugde en overvloed heerschten op
Dainsby; de nieuwsgierigen' verwon
derden er zich over; de vromen be
schouwden het als een zegen van God.
Het geheim hetwelk de eenvoudige
dorpelingen niet konden doorgronden,
geassisteerd te zjjn door den kerkeraad
aer Geref. Kerk van Hoofddorp, had
Ds. van Duin uitstel1 gekregen voor hét
beantwoorden «dier vragen tot Maandag:
2o April.
Intusschen was het aantal vragen
nog met het volgende tweetal vermeer
derd
1. Of ge u onthouden zult vajn elke
actio tegen de Synodale besluiten (geen
brochure, krantartikelen, samenspraken
met gemeenteleden) en uwe bezwaren
alleen in den kerke lij ken weg,zult ken
baar maken in overeenstemming met
het onderteekeningsformulier.
2. Of gij mee zult gaan op de classis-
vergadering met de besluiten - van uw
kerkeraad, die gegrond zijn op en in
overeenstemming zijn met de besluiten
•der Synode van Assen.
Bezwaarden te Rotterdam.
Sommige bladen weten te melden, dat
steeds meer belijdende leden der Geref.
Kerk van Rotterdam zich bezwaard blij
ken te gevoelen vanwege- do uitspraken
en daden der buitengewone Generale-
Synode te Assen.
Was do z.g. protestvergadering, die
onlangs is gehouden, reeds door 283
bezwaarden bezocht, eiken dag breidt
zich dit getal aanmerkelijk uit!
Het aantal „bezwaarde" gezinshoof
den wordt thans op een 500-tal geschat,
izoodat, mocht het tot een uitwerpen
uit de Geref. Kerk komen, er in Rot
terdam een Geref. Kerk buiten het kerk
verband zou ontstaan, die in totaal een
paar duizend belijdende leden en doop
leden zou tellen.
Het voorloopig comité voor de be-
izwaarden" heeft zich thans in 5 locale
comité's gesplitst: drie voor Groot-Rot
terdam, één voor Delfshaven en één
voor Kralingen.
Terug naar het Kerkverband.
Behalve de heer P. C. Molenaar, die
het eerst verklaarde niet langer de
handelingen van den Kerkeraad van
Amsterdam-Zuid voor zijn rekening
te kunnen nemen, is, volgens de „Rot-
terd." een zoodanig besluit dezer da
gen te wachten van een tweeden
ouderling dier Gemeente. Ook een der
diakenen berichtte zulks aan voor
melden Kerkeraad.
De Vrijzinnig-Hervormden.
De heeren G. A. de Ridder, voorzit
ter, en M. C. Wijhe, vice-voorzitter,
van de VrijzinnigHervormden in Ne
derland, richten een circulaire tot hun
geloofsgenooten, waarin zij er op wij
zen, dat in de groote steden in ons
land geen Vrijzinnige predikanten zijn
hoewel er vele Vrijzinnig-Godsdiensti
ge lidmaten der N.-H. Kerk wonen.
In de eerste plaats wenschen zij, dat
er te Amsterdam twee Vrijzinnige pre
dikanten zullen komen. Daarvoor is
dertien duizend gulden per jaar noo
dig.
Zending onder Chineezen.
Te Katendrecht (Rotterdam) worden
van Geref. zijde pogingen gedaan om
te komen tot evangelieprediking on
der de aldaar werkzame Chineezen.
Thans heeft de kerkeraad der Geref.
Kerk van Katendrecht zich tot dien
van Delfshaven gewend met verzoek,
een vergadering bij te wonen, waarin
over de zaak zal worden gehandeld.
Delfshaven heeft een afvaardiging aan
gewezen.
De psalmen weer in eere.
In de Geref. Kerken hier te lande
blijkt telkens weer een streven om te
komen tot het opnemen van gezangen
in den eeredienst.
In Duitschland daarentegen ziet men
het tegenovergestelde.
De herleving van het reformatori
sche lied in Duitschland, zoo wordt
gemeld, heeft ook herstel in eere van
de psalmen ten gevolge. In de nieuwe
re geestelijke liederen ontbreekt de
toon der aanbidding te veel. Juist in
de psalmen komt de aanbidding zoo
fnachtig tot uiting. Dr. HeSse (Elber-
feld) schrijft daarom: „De psalmen
zijn om deze reden bijzonder geschikt
om tegenover het kwakkelijke, weeke
gezang dat met name van Engeland
uit bij ons binnengedrongen is, het
oerkrachtige gezang te stellen, bij het
welk men het bemerkt, dat de schep
pers dezer liederen ijzer in het bloed
hadden".
kan ik ontraadselen, en daartoe zal ik
thans overgaan. Ja, de nieuw aange
kochte eigendommen waren bezwaard
Mr. Henry Flamstead was een van die
talrijke soort van lieden, die in de
hooge prijzen, waartoe de voortbreng
selen van den landbouw gedurende
den oorlog gestegen waren, een mid
del zagen om hun bezittingen uit te
breiden, die, eens verkregen, niet licht
konden verloren worden.
De buitengewone opbrengsten dier
landerijen zouden, naar een matige
berekening, in minder dan twintig ja
ren verdubbelen. De snelle verheffing
van Napoleon, zijn uitgestrekte over
winningen en krachtige maatregelen,
vereenigd met zijn onvergelijkelijk
krijgskundig genie, schenen hun ver
beelding een langen duur van dezen
stand van zaken te voorspellen, vooral
wanneer men lette op den vastberaden
tegenstand van Groot-Britannië, waar
van niemand het einde kon voor
uitzien.
In deze verwachting werdén er aan
zienlijke aankoopen gedaan en geld
daarvoor opgenomen, hetwelk bij jaar
lijksche termijnen afgelost werd, en
men had allen grond te verwachten,
dat, lettende op de vermeerdering der
opbrengsten, binnen tien of weinig
meer jaren, alle schuld afbetaald en
de welvaart der familie dus aanzien
lijk toegenomen zouden zijn.
Ongelukkig vcor een groot aantal
van die hartstochtelijke speculanten,
was de bloedige loopbaan van Xapo-
UIT ONZE INDIEN.
De nieuwe gouverneur-generaal.
De Java-Bode geeft een karakter
schets van jhr. de Graeff, waaraan wij
het volgende ontleenen:
Bekend was zijn bijzondere recht
vaardigheid en gestrengheid als chef
van de juridische afdeeling der alge-
meene secretarie. Hij had een zeer
hooge opvatting van het rechterlijk
ambt en deed al hetgeen hij kon om
in die dagen mogelijke excessen tegen
te gaan.
De goede trouw en de voortreffelijke
eigenschappen van dezen ambtenaar
maakten hem in de drie moeilijkste
vraagstukken, die in deze periode vie
len op te lossen, tot den gewaardeer-
den medewerker van den landvoogd
Idenburg. Dat waren de Chineezen-
relletjes te Soerabaja en Batavia,
voorts de eerste roerselen van de S.I.
en ten derde de bezwaren, die de pest-
bestrijding ondervond.
De Graeff is de man geweest, die,
beschikkende over een voortreffelijks
pen, deze correspondentie gevoerd
heeft. Hij wist in zijn stukken de punt
jes op de i's te zetten, en ambtenaren
herinneren zich uit dien tijd hoe hij,
met enkele veranderingen, een nota
kon maken tot een meesterstukje van
helderheid.
Merkwaardig is, dat de lieer de
Graeff in sommige kringen in Indië,
naast de herinnering aan een char
mante en krachtige persoolijkheid, die
heeft nagelaten vaneen ethicus
te zijn. Afgezien van het feit. dat zijn
ambtelijke periode beheerscht werd
door hetgeen wij eerder noemden: de
verdieping van het zedelijk bewustzijn
van onze taak in deze landen, zijn er
nog andere factoren, en dan van psy-
chologischen aard, die deze dwaal-
meening hebben doen ontstaan.
De Graeff was iemand, die zeer ge
voelig was voor persoonlijk onrecht.
Méér dan maatschappelijk onrecht
trof hem de grief van den enkeling.
In de dagen waarvan wij spreken nu,
beijverde zich de heer Hazeu die
toen nog geen politicus was als thans
om alle grieven die hii verzamelen
kon ter kennis van de regeering te
brengen. De weg, dien hij daartoe koos
was die, welke van den secretaris
ambtenaar de Graeff rechtstreeks leid
de naar den landvoogd. Hij wist na
melijk, dat de heer de Graeff zijn volle
medewerking gaf aan het herstel van
dergelijk geleden onrecht. Dit had ten
gevolge, dat de Graeff velen tegen zich
heeft ingenomen, wanneer het herstel
op het onderzoek volgde. Zoo heeft de
wijze waarop hij de bezetting van de
rechterlijke macht in handen hield,
hem vijanden bezorgd, en dit heeft 'm
ten onrechte bij dezulken de reputatie
bezorgd van een onverbeterlijk ethicus
te zijn.
Wat ten slotte de staatkundige over
tuiging van den nieuwen landvoogd
betreft, nog dit: zij die hem gekend
hebben, schetsen hem als iemand, die
meer op de uitvoering der bepalingen
let. dan op die daarin gestipuleerde
mogelijkheden. In zijn tijd vond hij
het regeeringsreglement voldoende,
zooals het was, mits de hanteering er
van naar de innerlijke bedoeling ge
schiedde.
De positie van oud-minister Weiter.
Een van de vragen waarvoor men
zich hier interesseert, zegt het Batav.
Nieuwsblad, is de regeling der positie
van den oud-minister Weiter, nu hij
in zijn vorigen rang in den Indischen
dienst terugkeert. Die regeling behoeft
geen zorg te geven.
De heer Welter had, naar men weet,
bedongen dat hem, als vergoeding
voor het prijs geven zijner positie in
Indië, het maximum pensioen zou toe
gekend worden, waarop hij na enkele
jaren recht verkregen zou hebben.
Daartegen bestond geen bezwaar;
immers het pensioens-reglement kent
de toekenning van pensioen ongeacht
den diensttijd, ingeval een eervol ont
slag wegens een benoeming tot hoofd
van een departement van algemeen
bestuur in Nederland, terwijl hetzelf
de reglement aan de regeering de vrij
heid voorbehoudt, voor bijzondere ge
vallen bijzondere regelingen te treffen.
Toen de heer Weiter dus optrad als
minister werd hij als Indisch ambte
naar gepensionneerd.
Nu hij weer in Indischen dienst is
getreden treedt in werking de bekende
bepaling dat het pensioen niet mag ge
noten worden tegelijk met activiteits
traktement en ware hem niet reeds
het hoogste pensioen toegelegd, dan
zou hij nu in de gelegenheid komen
om het alsnog te verdienen.
Hij krijgt dus activiteits-traktement
en weer het maximum bij eventueel
opnieuw verlaten van 's lands dienst
waarop naar wij hopen eerst na vele
jaren kans zal zijn.
Geheim ChineescSi eedgenootschap.
Het Bat. Nwsbl. meldt, dat te Bata
via een opleving is geconstateerd van
het Chineesch geheim vereenigingsle-
ven, althans van een nieuwe poging
om e'en geheim eedgenootschap te
stichten.
De politie kwam te weten dat in
het verlaten perceel op Molenvliet,
waarin vroeger het Zeemanshuis was
ondergebracht, een vergadering van
Chineesche zeelieden zou plaats heb
ben. Wanneer de vergadering een nor
maal karakter zou hebben gehad, zou
zij niet zijn belegd in een reeds gedu
rende geruimen tijd leegstaand ge
bouw. Het trok dus vanzelfsprekend
de aandacht dat men dit had uitgeko
zen als plaats van bijeenkomst.
De politie hield een wakend oog in
het zeil en zij kwam tot de conclusie,
dat de zeeliedenvergadering inder
daad slechts als mom diende voor een
vergadering die de oprichting van een
z.g. Sam Thiam Hwee, m.a.w. Drie-
Vingeren-Verbond beoogde.
Twee leiders der bijeenkomst wed
den toen aangehouden en bij een huis
zoeking zijn bezwarende papieren te
voorschijn gekomen, waaruit blijkt
aan welke geheime kenteekenen de
leden van het verbond elkaar konden
herkennen, de eedsformule enz. enz.
Op grond nu van Staatsblad 1909 no.
250 waarbij deelname aan geheime
vereenigingen verboden is zijn bei
de Chineezen door den landrechter
veroordeeld.
Vrouwen voor Palembang.
Volgens het Alg. Ind. Dgbl. heeft 'n
onderzoek en geregelde controle op
den invoer van vrouwen in Paiem-
bang asn het licht gebracht, -lat in de
laatste twee maanden een belangrijke
daling daarin is ingetreden. Blijkbaar
is men daar thans voldoende van
vrouwelijke elementen voorzien, zoo
dat ook aan de bekende times om met
vier wettige vrouwen en behoeftige,
minderjarige familieleden te trachtöD,
die import te bevorderen, grooten-
deels een einde is gekomen.
De bevolking van Indië.
Het aantal vestigingen in Indië in
het afgeloopen jaar, vergeleken bij het
jaar te voren, wijst een toeneming aan
van bijna zesduizend, m 1925 werd een
toelatingskaart verstrekt aan 33G4
Nederlanders, 1317 andere Europeanen
678 Japanners, 22300 Chineezen en 2698
vreemde Oosterlingen, in totaal 30357
personen, terwijl 217 verzoeken tot toe
lating moesten worden geweigerd.
In 1924 immigreerden 2864 Nederlan
ders, 1084 andere Europeanen, 18027
Chineezen, 504 Japanners en 2288
vreemde Oosterlingen, totaal 23267.
Rubberweelde.
Op een ochtend stapte, zoo vertelt de
te Bandjermasin verschijnende Bor
neo Post, een pembakal van een des-
sa in het Barabeische het administra
tie-kantoor der courant binnen, ont
knoopte een zakdoek, waarin een ge
weldig pak bankpapier, telde 18 gul
den neer en vroeg om 6 abonnementen
Bintang Borneo, voor hem en 5 kont-
jo's.
Men begreep direct, met een der ve
le rubbertuinbezitters te maken te
hebben, en informeerde boe de zaken
waren. Hij bleek met een partij rub
ber naar beneden te zijn gekomen, ge
deeltelijk van kamponggenopten. Hij
beklaagde zich over veel gewichtsver
lies, waardoor hij niet de winst ge
maakt had, waarop gerekend was.
heelemaal ontevreden mocht hij even
wel niet zijn, hoewel hij in dezen éénen
leon spoediger ten einde dan de erva-
renste staatsmannen hadden kunnen
voorspellen; de steeds toenemende ver
metelheid van den overweldiger, aan
gevuurd door den ongeloofelijken voor
spoed, leed het eerst schipbreuk, niet
door den weerstand van menschen,
maar door den machtigen arm des Op-
perheerschers, gewapend met de stor
men en de verschrikkelijke koude van
het Noorden.
Bij dat grootsche teeken des Hemels
stonden de volken als één man op; de
Kozakken en zelfs de Tartaren kwa
men opzetten van de grenzen van Chi
na, en als de sprinkhanen in het Oos
ten, overdekten zij Europa en dreven
Napoleon in ongeregelde vlucht naar
zijn eigen keizerstad en later in de
zegepralende macht van Engeland.
Plotseling keerde de vrede terug: de
'Onverwachte schok, voortgebracht
door den plotselingen overgang van
hooggespannen geestdrift tot tijdelijke
werkeloosheid, werd geheel Europa
door gevoeld. Alle groote handelson
dernemingen en de hoogopgevoerde
prijzen der levensmiddelen, de gevol
gen van dezen grooten en onnatuurlij-
ken oorlog, vielen in duigen en sleep
ten Mr. Henry Flamstead met duizend
dergelijke speculanten ten verderve.
Voor dat de kunstmatige dijk, door
de korenwet bedoeld, kon wórden ge
legd tegen de daling der prijzen en den
drang der omstandigheden, was de
ondergang van velen voltooid. Het
land daalde zóó in waarde, dat menig
maal de verkoop er van niet alleen
niet opbracht wat er voor betaald was
maar ook alles verzwolg wat de eige
naar bezeten had. Hoeyele familien
kunnen de waarheid van deze feiten
niet staven door de onherstelbare ar
moede waartoe zij vervallen zijn!
Mr. Flamstead's aankoopen, hoe aan
zienlijk die'ook waren, behoefden zijn
volslagen ondergang niet na zich te
slepen. Had hij geen vooruitzichten
gehad„ hij zou van zijn oorspronkelijk
erfgoed, dat aanzienlijk bewaard was,
en van al zijn andere bezittingen af
stand hebben moeten doen, maar hem
bleef nog de snel toenemende bezit
ting van den klokkenmaker over, wel
ke binnen twintig jaren, zoo geen op
vordering plaats had, hetgeen hoe lan
ger zoo onwaarschijnlijker werd, hem
moest toevallen, en die niet alleen ge
noegzaam zijn zou ter afdoening van
alle schulden, maai* daarenboven nog
een aanzienlijk, overschot beloofde.
Dit toonde hij zijn schuldeischers
aan, en het kwam dezen zoo aanne
melijk voor, dat zij voor het grootste
deel hun hypotheken niet opzeiden,
terwijl hij hun tevens een staat voor
legde waaruit bleek dat hij bij strenge
zuinigheid en bij het gelukken van an
dere plannen, in staat zou ziin den
jaarlijkschen interest geregeld te vol
doen.
(Wordt vervolgd).