m blnben zeggen. NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 27 APRIL 1926 TWEEDE BLAD. De H. G. S. Geen enkele maal, zegt de Neder lander is zoozeer de armoede der Hervormd (Geref.) Staatspartij aan 't liclit getreden als verleden week bij de behandeling der Indische begrooting. Van de zijde der heeren Van Vuuren en Van Boetzelaer van Dubbeldam was de behartiging der godsdienstige en ideëele belangen van Ned. Indië bij den minister met warmte bepleit. De heer Lingbeek had toen gezwegen.- In zijn antwoord had de minister met nadruk betoogd dat de godsdienstige belangen van Ned.-Indië bij hem vol komen veilig waren. Men kon dus vol daan zijn. Maar daar verrijst de heer Lingbeek om den minister aan zijne roeping in deze te herinneren. Zonderlinger kan het niet. Het beste wat wij vermoeden kunnen, is dat de heer Lingbeek niet goed naar den mi nister geluisterd had. Doch hoe dit zij, het was goed dat dr. De Visser toen opstond en perti nent aan den heer Lingbeek vroeg wat hij nu eigenlijk practisch van den mi nister wilde. Wij hebben de Indische staatskerk, die door de regeering wordt onderhouden; vrije inlandsche gemeenten, die door haar worden gesteund, evenals bijzonder on derwijs, bijzondere zieken-verpleging, terwijl de zending als regel geen regeeringsteun begeert. In welk opzicht was en is de regeering dus nalatig? Dit wilde dr. De Visser van den heer Lingbeek weten. Doch 'daarop kwam geen antwoord. De heer Lingbeek antwoordde met de algemee ne frase: „Eerst het moeten, en dan het kunnen". Maar de regeering toont al jaren dat „moeten" te verstaan en het „kunnen" er bij, dank zij den strijd 'dien ook in dit opzicht de rechterzijde 'jaren lang heeft gestreden. En in plaats, dat nu de vertegen woordiger eener nieuwe partij hier óf nieuwe banen opent óf iets practisch- christelijks aan de hand doet, hooren wij niets en nog eens niets dan een ongegronde aanklacht tegen den mi nister, omdat er niet voldoende naar hem was geluisterd. Treuriger kan het niet. Het verwon dert dan ook niet, dat één der bladen sprak van een afstraffing van ds. Ling beek door dr. De Visser. En terecht schreef iemand: De heer Lingbeek heeft slechts één snaar op zijn speel tuig (en die snaar heet „getuigen") en die snaar is nog ontstemd. KERK EN SCHOOL, NED. HERV. KERK. Zestal: Te Maarssea, G. Alers te iNieuw Lekkerland. K. J. v. d. Berp te Amersfoort. I. Kievit te Baarn. H. A. (Leemnans Jr., te Delft. J. H. F. Rem- ime te Amsterdam en J. J. Timmer te Jïrmelo. Bedankt: Voor Bergambacht D. .Th. Keek te Garderen. Voor Bleiswijk, (E. van Asch te Baarle. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Bunschoten-Spaken- Iburg, A. ,W. Seinen te Opperdoes. Te (DDriestim, J. S. Haartsett, cand. te Oost- Souburg. Bedankt: Voor Heinelnoord, S. de iVries, te Ambt-Vol'lenhove B. Voor Ka- merik, G. Veenendaal te Amerolngeo. Bevestiging, Intrede, Afscheid. -Na ruim 40-jarige Evangelie-be- Idiening main Ds. A. de Haan, wegens lemeritaatsaanvrage, Zondagavond in de groote Kerk afscheid van de Ned. Her Ivormde Gemeente te Zwolle. Onder de talrijke aanwezigen bevon den zich de burgemeester, de heer Mr. ÏDr. I. A. van Hopen, het lid van Ged. Staten, de heer J. W. J. Baron de V06 ivan Steenwijk an de griffier -van Over ijssel, de heer Mr. M. W. Wijt. Voorts co geheels kerkeraad en vele ambts broeders uit stad en omgeving. Ds. de Haan hield een predicatia over Openbaring 28b, waarbp gewezen werd FEUILLETON. De Sotgevaileii van John Fox 23) Maar ook zij haddenliun vijanden en benijders; het waren diegenen wel ke Henry gaarne vergeleken met zijn voorouders en op het verschil tus- schen hen en hem wezen. Die eenvoudige oude lieden, hoe hui selijk, voorzichtig en ijverig waren zij geweest! Hier was een opmerkens waardige verandering. De tegenwoor dige Mr. Henry Flamstead. welk een teer, beschaafd, deftig heer was hij; zijn voorgangers zouden hem niet ge kend hebben. Zij waren gewoon over hunne, akkers te wandelen en achter hun ploegen te gaan, hij reed op een fraai paard. Zij ontzagen zich niet waa. het noodig was, een opening dicht te maken of een gat voor een paal te graven, hij paste er wel op zijn handen vuil te maken aan den grond waarop hij geboren was, maar liep heen en weer met handschoenen aan, alsof het altijd winter ware. Zij gingen naar alle markten en kermissen, om zelve hun koren en vee te koopen, hij had een rentmeester, clie met dat alles heiast was. Zij had den zich vergenoegd met een wagen (en Henry's vader had slechts één open rijtuig), Henry had een open rijtuig, een welgesloten koets en een bittenwagen. op wat de verrezen Heiland van Zich zelf en de Zijnen zegt. Tenslotte sprak de oudste amutjbio - der, Ds. H. visser, hartelijke woorden van dank tot Ds. de Haajn, waarna de igemieente dezen nog toezong Ps. 121 4. Na een 40-jarige Evangeliebedie ning heeft Ds. J. L. Piers o n, predi kant bij de Ned. Herv. Gemeente te Groningen, Zondagavond afscheid ge nomen in een godsdienstoefening in d Martinikerk aldaar. De kerk was tot in al'le hoeken ge vuld. Spr. hield daarbij een rede naar aan leiding van Jes. 40:8: ,,Ket gras ver dort, de bloem valt af, maar het Woord Gods bestaat tot in eeuwigheid." Hij wees er daarbij op, dat het e enige levensdoel dat hij heeft gehad is ge weest, dat woord tot de gemeente te brengen. Zijln eenige doel is geweest haar de prediking van het Evangelie te brengen. Dat was eein taak, die niet licht maar daarentegen bijzonder heerlijk is. Met dat woord bedoelde spr. niet alleen het geschreven woord: oen Bijbel. In de eeuwigheid zult gij noch ik, zeide spr., den Bijbel' hebben, maar dan zullen wij zien van aajngezicht tot aangezicht, dan zal het geschreven woord veranderd zijn in het vleesch geworden Woord Jezus Christus. Spr. zeide altijd getracht te hebben dat woord aan zijn gemeetn.be te doen zien. Christus moet het eerste en het laatste zijn. Spr. hoopte, dat zijn prediking er toe mocht hebben bijgedragen, dat zijln ge meente die zaligheid zal deelachtig wor den en dat menig woord, dat hij heeft doen hooren, vroeg of laat haar'tot ze gen of tot troost moge strekken. De gemeente zong tenslotte den. schei denden leeraar staande Psalm 121:4 toe. Dr. J. van Lonkhuyzen. Naar de „Stand." meldt beeft Dr. J. van Lonkhuyzen, predikant te Chica go, wegens onvoorziene omstandghe- den zijn reis naar Nederland een jaar uit moeten stellen. Dr. H. C. Rutgers. De N C. S. V.-secretaris Dr. H. C. Rutgers, zal vermoedelijk in de laatste week van Juni van zijn Indische reis weer op „Hardenbroek" te Driebergen terugkeeren. I11 Aug. moet hij als lid van het Hoofdbestuur en penning meester der Wereldfederatie van Clir. Studentenverenigingen de vergade ring van het „General Committee"' te Nyborg Strand in Denemarken bijwo nen. Dr. M. van Rhijn, eveneens secreta ris van de N.C.S.V., zal, 'wegens het aannemen van een* beroep naar de Ned. Herv. Gemeente van Groesbeek in Juli a.s. Driebergen gaan verlaten. Prof. Dr. W. Geesink. Naar de „Stand." meldt, heeft prof. Dr. Geesink op een zijner colleges het voornemen te kennen gegeven bij den aanvang van den met September te beginen cursus geen colleges in de ethiek meer te geven aan de Vrije Universiteit. Prof. Dr. V. Hepp zal de ze colleges overnemen. Wel hoopt Prof. Geesink voorloopig nog philosophie aan de eerste-jaars-studenten te do- ceeren. Ds. E. W. van Duin. Naar de „N. Rott. Crt" verneemt, zijn aan Ds. W. E. van Duin te Haarlemmer meer (Oostzijde) de volgende vragen gesteld: 1. Zjjt ge genegen om de joingelui, die •belijdenis des geloofs zullen' afieggein te vragen of zij het soheppings- en, para dijs verhaal1 kunnein aanvaarden gelijk 't in dein Bijbel staat? 2. Zijt ge in Utrecht geweest op die protest verga dering, gevoerd tegen ae be sluiten der Synode? 3. Wilt ge u van nu af volkomen ont houden om deel1 te nemen aan eeniga (actie te voeren en die zou kuranen ge voerd worden ftegen de Synodale be sluiten. genomen op de Synode te Assen glehouaen zoowel in of buiten de ge mieente te dezer plaatse? 4. Zijt ge volkomen bereid 0111 op de (eerste en volgende classicale vergade ringen in de zaak-Geelkerken tegen de Synodale besluiten, u te houden aan de feventueele door den kerkeraad te ne men besluiten? - Na eenige malen met Ds. W. E. vatn Duin te hebben vergaderd, en hierbij Zij waren aan weinig bezoek gewoon - aten op de algemeen gebruikelijke uren, wie kon nagaên uit welke oor den thans al de bezoekers kwamen, edelen en burgers. Uit de vier wind streken, neen, uit veertig windstreken schenen zij samen te vloeien. Adellijken, predikers, maar nooit verliep er een week en zelfs dikwijls geen dag zonder dat een vreemdeling naar het oude kasteel reed. ,.Een stui ver gespaard, is een stuiver gewon nen" plachten zij te zeggen, en „de kruik gaat net zoo lang to water tot zij breekt" maar bier scheen geen van deze regels van toepassing te zijn, want hoe meer men verteerde, hoe meer er overschoot. „De tijd zal het leeren" voegden zij er echter met een beteekenisvol hoofdschudden bij, om zich zeiven te troosten. Anderen weder, toen men bespeur de welk een uitgestrektheid lands Mr. Flamstead gekocht had, vroegen of 't wel zeker was, dat hii alles betaald had gelijk algemeen beweerd werd, dan of het met hypotheken belast was Zoo de oude Flamsteads niet een aan zienlijk kapitaal hadden opgelegd, moest dit noodzakelijk het geval zijn. Menig onderzoek werd er op dit punt gedaan, maar men ontdekte niets. Vreugde en overvloed heerschten op Dainsby; de nieuwsgierigen' verwon derden er zich over; de vromen be schouwden het als een zegen van God. Het geheim hetwelk de eenvoudige dorpelingen niet konden doorgronden, geassisteerd te zjjn door den kerkeraad aer Geref. Kerk van Hoofddorp, had Ds. van Duin uitstel1 gekregen voor hét beantwoorden «dier vragen tot Maandag: 2o April. Intusschen was het aantal vragen nog met het volgende tweetal vermeer derd 1. Of ge u onthouden zult vajn elke actio tegen de Synodale besluiten (geen brochure, krantartikelen, samenspraken met gemeenteleden) en uwe bezwaren alleen in den kerke lij ken weg,zult ken baar maken in overeenstemming met het onderteekeningsformulier. 2. Of gij mee zult gaan op de classis- vergadering met de besluiten - van uw kerkeraad, die gegrond zijn op en in overeenstemming zijn met de besluiten •der Synode van Assen. Bezwaarden te Rotterdam. Sommige bladen weten te melden, dat steeds meer belijdende leden der Geref. Kerk van Rotterdam zich bezwaard blij ken te gevoelen vanwege- do uitspraken en daden der buitengewone Generale- Synode te Assen. Was do z.g. protestvergadering, die onlangs is gehouden, reeds door 283 bezwaarden bezocht, eiken dag breidt zich dit getal aanmerkelijk uit! Het aantal „bezwaarde" gezinshoof den wordt thans op een 500-tal geschat, izoodat, mocht het tot een uitwerpen uit de Geref. Kerk komen, er in Rot terdam een Geref. Kerk buiten het kerk verband zou ontstaan, die in totaal een paar duizend belijdende leden en doop leden zou tellen. Het voorloopig comité voor de be- izwaarden" heeft zich thans in 5 locale comité's gesplitst: drie voor Groot-Rot terdam, één voor Delfshaven en één voor Kralingen. Terug naar het Kerkverband. Behalve de heer P. C. Molenaar, die het eerst verklaarde niet langer de handelingen van den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid voor zijn rekening te kunnen nemen, is, volgens de „Rot- terd." een zoodanig besluit dezer da gen te wachten van een tweeden ouderling dier Gemeente. Ook een der diakenen berichtte zulks aan voor melden Kerkeraad. De Vrijzinnig-Hervormden. De heeren G. A. de Ridder, voorzit ter, en M. C. Wijhe, vice-voorzitter, van de VrijzinnigHervormden in Ne derland, richten een circulaire tot hun geloofsgenooten, waarin zij er op wij zen, dat in de groote steden in ons land geen Vrijzinnige predikanten zijn hoewel er vele Vrijzinnig-Godsdiensti ge lidmaten der N.-H. Kerk wonen. In de eerste plaats wenschen zij, dat er te Amsterdam twee Vrijzinnige pre dikanten zullen komen. Daarvoor is dertien duizend gulden per jaar noo dig. Zending onder Chineezen. Te Katendrecht (Rotterdam) worden van Geref. zijde pogingen gedaan om te komen tot evangelieprediking on der de aldaar werkzame Chineezen. Thans heeft de kerkeraad der Geref. Kerk van Katendrecht zich tot dien van Delfshaven gewend met verzoek, een vergadering bij te wonen, waarin over de zaak zal worden gehandeld. Delfshaven heeft een afvaardiging aan gewezen. De psalmen weer in eere. In de Geref. Kerken hier te lande blijkt telkens weer een streven om te komen tot het opnemen van gezangen in den eeredienst. In Duitschland daarentegen ziet men het tegenovergestelde. De herleving van het reformatori sche lied in Duitschland, zoo wordt gemeld, heeft ook herstel in eere van de psalmen ten gevolge. In de nieuwe re geestelijke liederen ontbreekt de toon der aanbidding te veel. Juist in de psalmen komt de aanbidding zoo fnachtig tot uiting. Dr. HeSse (Elber- feld) schrijft daarom: „De psalmen zijn om deze reden bijzonder geschikt om tegenover het kwakkelijke, weeke gezang dat met name van Engeland uit bij ons binnengedrongen is, het oerkrachtige gezang te stellen, bij het welk men het bemerkt, dat de schep pers dezer liederen ijzer in het bloed hadden". kan ik ontraadselen, en daartoe zal ik thans overgaan. Ja, de nieuw aange kochte eigendommen waren bezwaard Mr. Henry Flamstead was een van die talrijke soort van lieden, die in de hooge prijzen, waartoe de voortbreng selen van den landbouw gedurende den oorlog gestegen waren, een mid del zagen om hun bezittingen uit te breiden, die, eens verkregen, niet licht konden verloren worden. De buitengewone opbrengsten dier landerijen zouden, naar een matige berekening, in minder dan twintig ja ren verdubbelen. De snelle verheffing van Napoleon, zijn uitgestrekte over winningen en krachtige maatregelen, vereenigd met zijn onvergelijkelijk krijgskundig genie, schenen hun ver beelding een langen duur van dezen stand van zaken te voorspellen, vooral wanneer men lette op den vastberaden tegenstand van Groot-Britannië, waar van niemand het einde kon voor uitzien. In deze verwachting werdén er aan zienlijke aankoopen gedaan en geld daarvoor opgenomen, hetwelk bij jaar lijksche termijnen afgelost werd, en men had allen grond te verwachten, dat, lettende op de vermeerdering der opbrengsten, binnen tien of weinig meer jaren, alle schuld afbetaald en de welvaart der familie dus aanzien lijk toegenomen zouden zijn. Ongelukkig vcor een groot aantal van die hartstochtelijke speculanten, was de bloedige loopbaan van Xapo- UIT ONZE INDIEN. De nieuwe gouverneur-generaal. De Java-Bode geeft een karakter schets van jhr. de Graeff, waaraan wij het volgende ontleenen: Bekend was zijn bijzondere recht vaardigheid en gestrengheid als chef van de juridische afdeeling der alge- meene secretarie. Hij had een zeer hooge opvatting van het rechterlijk ambt en deed al hetgeen hij kon om in die dagen mogelijke excessen tegen te gaan. De goede trouw en de voortreffelijke eigenschappen van dezen ambtenaar maakten hem in de drie moeilijkste vraagstukken, die in deze periode vie len op te lossen, tot den gewaardeer- den medewerker van den landvoogd Idenburg. Dat waren de Chineezen- relletjes te Soerabaja en Batavia, voorts de eerste roerselen van de S.I. en ten derde de bezwaren, die de pest- bestrijding ondervond. De Graeff is de man geweest, die, beschikkende over een voortreffelijks pen, deze correspondentie gevoerd heeft. Hij wist in zijn stukken de punt jes op de i's te zetten, en ambtenaren herinneren zich uit dien tijd hoe hij, met enkele veranderingen, een nota kon maken tot een meesterstukje van helderheid. Merkwaardig is, dat de lieer de Graeff in sommige kringen in Indië, naast de herinnering aan een char mante en krachtige persoolijkheid, die heeft nagelaten vaneen ethicus te zijn. Afgezien van het feit. dat zijn ambtelijke periode beheerscht werd door hetgeen wij eerder noemden: de verdieping van het zedelijk bewustzijn van onze taak in deze landen, zijn er nog andere factoren, en dan van psy- chologischen aard, die deze dwaal- meening hebben doen ontstaan. De Graeff was iemand, die zeer ge voelig was voor persoonlijk onrecht. Méér dan maatschappelijk onrecht trof hem de grief van den enkeling. In de dagen waarvan wij spreken nu, beijverde zich de heer Hazeu die toen nog geen politicus was als thans om alle grieven die hii verzamelen kon ter kennis van de regeering te brengen. De weg, dien hij daartoe koos was die, welke van den secretaris ambtenaar de Graeff rechtstreeks leid de naar den landvoogd. Hij wist na melijk, dat de heer de Graeff zijn volle medewerking gaf aan het herstel van dergelijk geleden onrecht. Dit had ten gevolge, dat de Graeff velen tegen zich heeft ingenomen, wanneer het herstel op het onderzoek volgde. Zoo heeft de wijze waarop hij de bezetting van de rechterlijke macht in handen hield, hem vijanden bezorgd, en dit heeft 'm ten onrechte bij dezulken de reputatie bezorgd van een onverbeterlijk ethicus te zijn. Wat ten slotte de staatkundige over tuiging van den nieuwen landvoogd betreft, nog dit: zij die hem gekend hebben, schetsen hem als iemand, die meer op de uitvoering der bepalingen let. dan op die daarin gestipuleerde mogelijkheden. In zijn tijd vond hij het regeeringsreglement voldoende, zooals het was, mits de hanteering er van naar de innerlijke bedoeling ge schiedde. De positie van oud-minister Weiter. Een van de vragen waarvoor men zich hier interesseert, zegt het Batav. Nieuwsblad, is de regeling der positie van den oud-minister Weiter, nu hij in zijn vorigen rang in den Indischen dienst terugkeert. Die regeling behoeft geen zorg te geven. De heer Welter had, naar men weet, bedongen dat hem, als vergoeding voor het prijs geven zijner positie in Indië, het maximum pensioen zou toe gekend worden, waarop hij na enkele jaren recht verkregen zou hebben. Daartegen bestond geen bezwaar; immers het pensioens-reglement kent de toekenning van pensioen ongeacht den diensttijd, ingeval een eervol ont slag wegens een benoeming tot hoofd van een departement van algemeen bestuur in Nederland, terwijl hetzelf de reglement aan de regeering de vrij heid voorbehoudt, voor bijzondere ge vallen bijzondere regelingen te treffen. Toen de heer Weiter dus optrad als minister werd hij als Indisch ambte naar gepensionneerd. Nu hij weer in Indischen dienst is getreden treedt in werking de bekende bepaling dat het pensioen niet mag ge noten worden tegelijk met activiteits traktement en ware hem niet reeds het hoogste pensioen toegelegd, dan zou hij nu in de gelegenheid komen om het alsnog te verdienen. Hij krijgt dus activiteits-traktement en weer het maximum bij eventueel opnieuw verlaten van 's lands dienst waarop naar wij hopen eerst na vele jaren kans zal zijn. Geheim ChineescSi eedgenootschap. Het Bat. Nwsbl. meldt, dat te Bata via een opleving is geconstateerd van het Chineesch geheim vereenigingsle- ven, althans van een nieuwe poging om e'en geheim eedgenootschap te stichten. De politie kwam te weten dat in het verlaten perceel op Molenvliet, waarin vroeger het Zeemanshuis was ondergebracht, een vergadering van Chineesche zeelieden zou plaats heb ben. Wanneer de vergadering een nor maal karakter zou hebben gehad, zou zij niet zijn belegd in een reeds gedu rende geruimen tijd leegstaand ge bouw. Het trok dus vanzelfsprekend de aandacht dat men dit had uitgeko zen als plaats van bijeenkomst. De politie hield een wakend oog in het zeil en zij kwam tot de conclusie, dat de zeeliedenvergadering inder daad slechts als mom diende voor een vergadering die de oprichting van een z.g. Sam Thiam Hwee, m.a.w. Drie- Vingeren-Verbond beoogde. Twee leiders der bijeenkomst wed den toen aangehouden en bij een huis zoeking zijn bezwarende papieren te voorschijn gekomen, waaruit blijkt aan welke geheime kenteekenen de leden van het verbond elkaar konden herkennen, de eedsformule enz. enz. Op grond nu van Staatsblad 1909 no. 250 waarbij deelname aan geheime vereenigingen verboden is zijn bei de Chineezen door den landrechter veroordeeld. Vrouwen voor Palembang. Volgens het Alg. Ind. Dgbl. heeft 'n onderzoek en geregelde controle op den invoer van vrouwen in Paiem- bang asn het licht gebracht, -lat in de laatste twee maanden een belangrijke daling daarin is ingetreden. Blijkbaar is men daar thans voldoende van vrouwelijke elementen voorzien, zoo dat ook aan de bekende times om met vier wettige vrouwen en behoeftige, minderjarige familieleden te trachtöD, die import te bevorderen, grooten- deels een einde is gekomen. De bevolking van Indië. Het aantal vestigingen in Indië in het afgeloopen jaar, vergeleken bij het jaar te voren, wijst een toeneming aan van bijna zesduizend, m 1925 werd een toelatingskaart verstrekt aan 33G4 Nederlanders, 1317 andere Europeanen 678 Japanners, 22300 Chineezen en 2698 vreemde Oosterlingen, in totaal 30357 personen, terwijl 217 verzoeken tot toe lating moesten worden geweigerd. In 1924 immigreerden 2864 Nederlan ders, 1084 andere Europeanen, 18027 Chineezen, 504 Japanners en 2288 vreemde Oosterlingen, totaal 23267. Rubberweelde. Op een ochtend stapte, zoo vertelt de te Bandjermasin verschijnende Bor neo Post, een pembakal van een des- sa in het Barabeische het administra tie-kantoor der courant binnen, ont knoopte een zakdoek, waarin een ge weldig pak bankpapier, telde 18 gul den neer en vroeg om 6 abonnementen Bintang Borneo, voor hem en 5 kont- jo's. Men begreep direct, met een der ve le rubbertuinbezitters te maken te hebben, en informeerde boe de zaken waren. Hij bleek met een partij rub ber naar beneden te zijn gekomen, ge deeltelijk van kamponggenopten. Hij beklaagde zich over veel gewichtsver lies, waardoor hij niet de winst ge maakt had, waarop gerekend was. heelemaal ontevreden mocht hij even wel niet zijn, hoewel hij in dezen éénen leon spoediger ten einde dan de erva- renste staatsmannen hadden kunnen voorspellen; de steeds toenemende ver metelheid van den overweldiger, aan gevuurd door den ongeloofelijken voor spoed, leed het eerst schipbreuk, niet door den weerstand van menschen, maar door den machtigen arm des Op- perheerschers, gewapend met de stor men en de verschrikkelijke koude van het Noorden. Bij dat grootsche teeken des Hemels stonden de volken als één man op; de Kozakken en zelfs de Tartaren kwa men opzetten van de grenzen van Chi na, en als de sprinkhanen in het Oos ten, overdekten zij Europa en dreven Napoleon in ongeregelde vlucht naar zijn eigen keizerstad en later in de zegepralende macht van Engeland. Plotseling keerde de vrede terug: de 'Onverwachte schok, voortgebracht door den plotselingen overgang van hooggespannen geestdrift tot tijdelijke werkeloosheid, werd geheel Europa door gevoeld. Alle groote handelson dernemingen en de hoogopgevoerde prijzen der levensmiddelen, de gevol gen van dezen grooten en onnatuurlij- ken oorlog, vielen in duigen en sleep ten Mr. Henry Flamstead met duizend dergelijke speculanten ten verderve. Voor dat de kunstmatige dijk, door de korenwet bedoeld, kon wórden ge legd tegen de daling der prijzen en den drang der omstandigheden, was de ondergang van velen voltooid. Het land daalde zóó in waarde, dat menig maal de verkoop er van niet alleen niet opbracht wat er voor betaald was maar ook alles verzwolg wat de eige naar bezeten had. Hoeyele familien kunnen de waarheid van deze feiten niet staven door de onherstelbare ar moede waartoe zij vervallen zijn! Mr. Flamstead's aankoopen, hoe aan zienlijk die'ook waren, behoefden zijn volslagen ondergang niet na zich te slepen. Had hij geen vooruitzichten gehad„ hij zou van zijn oorspronkelijk erfgoed, dat aanzienlijk bewaard was, en van al zijn andere bezittingen af stand hebben moeten doen, maar hem bleef nog de snel toenemende bezit ting van den klokkenmaker over, wel ke binnen twintig jaren, zoo geen op vordering plaats had, hetgeen hoe lan ger zoo onwaarschijnlijker werd, hem moest toevallen, en die niet alleen ge noegzaam zijn zou ter afdoening van alle schulden, maai* daarenboven nog een aanzienlijk, overschot beloofde. Dit toonde hij zijn schuldeischers aan, en het kwam dezen zoo aanne melijk voor, dat zij voor het grootste deel hun hypotheken niet opzeiden, terwijl hij hun tevens een staat voor legde waaruit bleek dat hij bij strenge zuinigheid en bij het gelukken van an dere plannen, in staat zou ziin den jaarlijkschen interest geregeld te vol doen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5