NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 27 MAART 1920 naar mijn gevoel af. Het is, alsof deze op en neer zou gaan met mijn wis selende gemoedstoestanden. Maar Gij hebt, in die bangste ver latenheid, geloof geoefend en zijt niet aan de wanhoop ten prooi geweest. Gij hebt, zelfs al voeldet gij' u geheel van Goid gescheiden, ja, al daalde Zijn toom in zijn volle zwaarte op u neer, nochtans gezegd, mijn God, mijn God. Gij hebt u vastgehouden, als zaagt mj den Onzienlijke. Och, dat ik u aan ook eere als dien Oversten Leids man en Voleinder des geloofs, die mij niet alleen in het geloot zijt voor gegaan, maar die ook alleen het ge loof in mijn hart werken en mij tot het geloof licht en kracht geven kunt. En als ik dan nu wel bezie, dan zijn er aan mijn geloot door dit uw lijden en sterven ae sterkste steunséls ge geven. Alle Gods 'beloften zijn nu in u Ja en zijn in u Amen. Gode tot heerlijkheid door ons. Wat God in die belofte toezeide, dat is door U in den weg eener vol- komene genoegdoeninng vernomen en aangebracht. Gij zijt van uw God ver laten geweest, opdat ik nimmermeer van .Hem verlaten worde. Gij hebt u van uws Vaders gunst willen laten schei-en, opdat gij, onder en beneden mij gekomen en dragen de, wat ik verdiend had, mij opheffen zoudt uit den dood in het leven. In dien ik buiten U zou blijven en geen deel hebben aan u, eeuwig bleet voor mij de scheiding tussohen een heilig en rechtvaardig God en een onver zoenden zondaar en uwe duisternis op Golgotha zou mij een prediking en voorspelling zijn van den nacht der buitenste duisternis. Maar heb ik u door het geloot lee- ren kennen en erkennen en in uw lij den het rantsoen mijner ziel leeren vinden dat ik dan ook met twijteie ot door uw dood is een volkomene verzoening voor mij verworven. En al is het, dat ik mi] 'nog wel soms van God verlaten kan gevoe len en Zijn gunst moet missen, dat ik, er, ziende op uw kruis, liefde in zie, liefde, die mij beproeft ten goéde, lief de, die mij niet zal overgeven noch loslaten, totdat zij mij gébracht zal hebben in dat land, van iie.welk de ziener heeft geproxeteerd: Zie de Ta bernakel Gods is bij ae menseden, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen en hun God zijn. GELOOFD ZIJ JEZUS CHRISTUS. Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid 1 Die uit den hemel daalde, Ten offerdood bereid, En met ons vleesch omkleed Zoovele smarten leed. Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid! Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid 1 Die voor ons wilde dragen De straf, ons opgeleid, En door zijn hittren dood Den hemel ons ontsloot. Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid! Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid! Die steeds met open armen Des zondaars komst verbeidt, Hem immer vol geduld Vergeving schenkt van schuld. Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid! Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid! Die ons in 's hemels hoven Een eeuwig heil bereidt. Daar prijzen wij eens sa&m Voor eeuwig Jezus' Naam. Geloofd zij Jezus Christus In tijd en eeuwigheid! KERK EN SCHOOL. ned. herv kerk. Bedamkt: Voor Bleiswijk, A. M. den Oudsten te Middeihamis. geref. kerken. Tweetal: Te Kamerik, G. Veenen- daal te Amerongen en H. van der Zan den te Wapenvelde. Aangenomen: Naar Gouda, 2de beroep, Herm. Knoop te Kooten. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. B. Gijzel te IJlst, die bet beroep naar de Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam aannam is voornemens Zondag 2 Mei afscheid te nemen van fljjn Gemeente en Woensdag 12 Mei zijn intrede te doen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, na Zondag te voren in hetzelfde Kerkgebouw bevestigd te zijn door Ds. L. D. Poot. Prof. H. H. Kuyper over de Synode. Prof. H. H. Kuyper verdedigt in „De Heraut" de Synode tegen het verwijt, dat zij het meerendeel der kerkeraads- ledem van Amsterdam-Zuid heeft afge zet zonder hen te hooren. „De Gen. Synode heeft met bijna on uitputtelijk geduld aan de afgevaardig den van den Kerkeraad gelegenheid ge geven het standpunt vam den Kerkeraad "uiteem te zetten. De afgevaardigden zijn gehoord èn door de dogmatische èn door de kerkrechtelijke commissie. Met dit „hooren" zijn dagen lang zoek ge bracht. De Synode heeft tot het uiterste toe het hoor ein wederhoor toegepast. Toen de Generale Synode tenslotte over het dogmatisch geschil, dat het kernpunt van deze procedure vormde, uitspraak had gedaan eu de verklaring had vastgesteld, die Dr. Geelkerken had te onderteekenen, heeft de Synode zeer wel begrepen, hoeveel 't hier afhing van de houding, die de kerkeraad zou aan nemen. Weigering vain de onderteeke- ning moest op een conflict uitloopen, niet alleen met Dr. Geelkerken zelf, maar ook met den kerkeraad, die zich aan zijn zijde stelde. Daarom heeft de Synode dne afgevaardigden naar den Kerkeraad gezonden om dezen te be wegen met de Generale Synode mede te werken en Dr. Geelkerken er toe te brengen de gevraagde verklaring af te leggen. Deze afgevaardigden hebben in den Kerkeraad op de hoogst ernstige gevol gen gewezen, die uit dit conflict kon den voortkomen. En elk dezer ouder lingen heeft toen ten aanhoore van deze deputatan zijn standpunt kunnen uit eenzetten. Al de argumenten, die de Kar keraadslelen meenden te moeten aan voeren, om aan het verlangen der Sy node niet te voldoen, maar integendeel Dr. Geelkerken tot verzet tegen het Synodaal besluit te prikkelen, zrjn „ge hoord". Daarop heeft de Kerkeraad nog een maal, toen Dr. Geelkerken na lang wach ten zijn antwoord aan de Synode zond gelegenheid gekregen om zon standpunt uiteen te zetten. Zelfs heeft de Synode hoewel de termijn van vier dagen, aan Dr. Geelkerken gesteld, verstreken was, een gebeelen dag in afwachting gezeten, om den kerkeraad in de gelegenheid te stellen, dit nieuwe bezwaarschrift bij baar in te dienen. Hierop is de schorsing van Dr. Geel kerken gevolgd, welke schorsing door den kerkeraad niet werd erkend; de gronden, waarop dit besluit van den Kerkeraad berustte, werden publiek aan de Gemeente medegedeebld, aan de pers verstrekt, stonden in alle bladen te lezen en waren de Generale Synode dus volkomen bekend. Is de voorstelling dan niet al te dwaas alsof de Generale Synode zonder den Kerkeraad te hooren, haar vonnis uit gesproken heeft? Stond het feit zelf, Hat de Kerkeraad geweigerd had het schorsingsbesluit te erkennen, soms niet vast en moest door verhoor nog wor den uitgemaakt, of de daad geschied was? Uit het Sociale Leven. De Arbeidstijd. De Minister van Arbeid, H. en N. heeft, onder eenige voorwaarden, aan hoofden of bestuurders van onderne mingen, waarin heerenkleeding als maatwerk en detailconfectiê wordt vervaardigd, in alle gemeenten Jes Rijks vergund, dat in hun onderne mingen van 29 Maart tot en met 5 Juni en van 11 October tot en met 27 Nov. door arbeiders van 16 jaar of ouder, niet zijnde coupeurs, in afwij king van het bepaalde bij d'e artt. 23 en 24 der Arbeidswet 1919, gedurende 9>£ uur per dag en 53 uren per week arbeid wordt verricht. Uit de Metaalindustrie. Naar aanleiding van de door den Directeur-Generaal gedane toezeggin- i \VEEDE BLAD. Uit de Schriften. Van god verlaten. En omtrent de negende ure riep Jezus met een groote stem, zeggende: EH, Eli, Lama Sabachtani! Dat is: Mjjn God, Mijn God, waarom hebt Gjj Mij verlaten. Matth. 27:46. iTierbare Jems, getrouwe Zaligma: ker; hoe zwaar e;i hoe bitter hebt Gij toch geleden! Hoe is uwe liefde tot den einde toe, die gij' voor uw volk, voor uwe gemeente gehad hebt, toch op de zwaarste proet gesteld. In wat diepten, in wat jammerkolken, in wat afgronden zijt gij nedergestooten ge- worden Als ik u daar zie hangen aan het vloekhout des kruises, als ik denk aan dien zwarten nacht van duisternis, die u daar drie uren lang omgaf en ik hoor van uit die donkerhe.d uw smart en angstkreetEli, Eli, Lama, Sa bachtani dan moet ik uitroepen: mijn verstand staat hier stil, deze diep te kan ik niet peilen. Anderen hebben over hetzelfde ge klaagd als Gij, over Godverlatenheid. 'Het oude Zion heeft reeds gezegd: De Heere heeft mij verlaten, en de 'Heere heeft mij vergeten. Maar tot dat zuchtende en klagende Zion is toen de profeet der vertroosting gezonden, om het hun toe te roepen: „Kan ook een vrouw haren zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars sdhoots. Ofschoon deze ver- gate, zoo zal Ik u toch niet vergeten". Toen echter in uwe groote, ondoor grondelijke ziele-duisternis is niet één engel van vertroosting gezonden. Gij hebt de pers alleen moeten treden en daar was niemand van de volkeren met u. David, Heman, én anderen hebben .ook gejammerd: „Heere, waarom ver stoot Gij mijne zjel en verbergt uw aanschijn voor my". Maar dat was toch niet de verber ging en verlating, die over u geko men is. Bij u, toen gij daar aan het knus hingt, is het de straffende en vergeldende rechtvaardigheid Gods die mijne en uws volks zooden m u be zocht. Bij u is het de onverminderde rechterlijke toorn Gods geweest, die in al zijn verteren-Jen gloed tegen u ont brandde en over u en in u is uitge goten. Bij u is het de helledood geweest met al' zijn angst en pijn, die uw ziel aangreep en verre wegvoerde, verre weg van uw Vader, en zijn licht en van de heerlijkheid zijner sterkte tot in ongekende duisternis. Hoeveel moest gij reeds lijden on der het verlaten-zijn door menschen, onder de .trouweloosheid uwer vrien den en discipelen, bij een hunner zelts tot verraad geklommen! Maar dit is voor u het allerzwaarste geweest, dat uw Vader in den hemel zich van u terugtrok en zijn grimmigheid tegen u deed rooken. Hoe zal ik dan uw lij den tot in al zijn diepten doorgron den! Wanneer ik luister naar uw jam merkreet: Eli, Eli, Lama Sabachtani, dan weet ik niet, waarover ik mij ten slotte meer moet verwonderen: over de onpeilb're diepte van uw lijden, of över de grootte en hoogte van uw geloof, dat gij ook daarin nog hebt getoond. 4 Gij Hebt toch nog geroepen: mijn God, m ij n God. Dat tweevoudig is getuigenis van uw geloof. Ik weetook ddt was nog ernedering voor u, dat gij' evenals een mensch door het geloof u moest vasthouden. Uwe Godheid, hoewel zij steeds met uwe menschheid vereenigd bleef; trok zich al meer en meer in zich zelve terug en gij moest ook in uwe mensch heid door "het geloof leven. Maar in en door dat geloot hebt gij dan toch geroepenmi]n God, mijn God! Ga ik het een oogenblik bij mij zeiven na, dan moet ik zeggen, dat ik zoo spoedig, bij de geringste aan vallen, bij de minste bewolking d u „mijn" opgeef. Ik meet de verhou ding van uw God en Vader tot mij Leidsche Penkrassen. Amice, De opwekking, die ik de vorige week schreef om de jaarvergadering van onze Kiesvereeniging bij te wonen, heeft niet geheel aan het doel beant woord. De opkomst werd in het Don derdag geplaatste verslagje bevredi gend genoemd en dat was tot op ze kere hoogte ook wel het geval, vooral als men rekening houdt met de slapte die er nu eenmaal is ook in het poli tieke leven, maar in vergelijking met het ledental was de opkomst toch ta melijk slecht. Ik weet niet waaraan dit is toe te schrijven. Zooals ik reeds opmerkte is er bij schier geen enkele partij van een opgewekt leven sprake, wat voor een 'deel ook uit de omstandigheden te ver klaren is, en zoo behoeft het dan ook niet te verwonderen, dat wij daarvan ook den nadeeligen invloed ondervin den. Een bezwaar was ook, dat op den zelfden avond de. ik mag haast wel zeg gen: beroemde schrijver, de heer Pen ning hier optrad, terwijl 'tme ook be kend is, dat enkele vergaderingen van kcrkelijken aard werden gehouden, waardoor meerdere trouw meelevende leden verhinderd waren. Hier valt dus wel een en ander te verklaren, maar we zouden 't toch wel wat al te gemak kelijk opnemen indien we alleen aan dergelijke factoren de mindere animo ■toeschreven. Ik vrees en nu hoop ik van harte, dat ik de plank heelemaal missla dat we hier te doen hebben met een verschijnsel van geestelijke inzinking, met een gevolg van het feit, dat de band aan de beginselen minder sterk word't gevoe«ld en dat niet vol doende wordt beseft de groote betee- kenis van den staatkundigen strijd en de groote taak, die ook in dezen tijd van verwarring onze A. R. partij heeft te vervullen. Overigens kan gelukkig worden ge tuigd, dat we een heel goede, een ge zellige en ook wel vruchtbare verga dering hadden, waarop met genoegen kan worden teruggezien. Ik ga van de ze vergadering geen verslag geven, maar het komt mij niét ongewenscht voor een klacht, die daar geuit werd, hier even ter sprake te brengen. Door een van onze trouwe werkers werd er de aandacht op gevestigd, dat wij onze, ik zal nu maar zeggen: ver trouwensmannen, op de vergaderingen zoo weinig zien De juistheid van deze opmerking moet worden toegegeven, wat ik heel jammer vindt, omdat daardoor ons partijileven veelmeer ge schaad wordt dan menigeen vermoedt. Inplaats van toenadering en hartelijk meeleven komt er op die manier ver wijdering. De geestdrift verslapt en er wordt daardoor veelmeer misschien dan men oppervlakkig wel denkt, een zekere onverschilligheid gekweekt, die op den duur noodlottige gevolgen heb ben moet. Regel is toch, dat naar verschillende colleges worden afgevaardigd mannen die niet ten onrechte als „voorman nen" worden aangeduid. Maar als die voormannen dan zelf geen blijk geven mee te leven en zich op de gewone ver gaderingen niet of zoo goed als nooit laten zien, dan spreekt het vanzelf dat de volgelingen maar al te gaarne ge neigd zijn zich ook in dat opzicht naar hunne voormannen te fichten, terwijl er anderen zijn, geestdriftelingen, bij wie op deze wijze de geestdrift gedoofd wordt. Ik zou hierover niet geschreven heb ben amice, wanneer bij de bespreking van dit punt een min-broederlijke toon was aangeslagen en als daarbij dingen gezegd waren, die men liever niet in het openbaar herhaalt. Maar dat was niet het geval. Sober en met ernst is over deze dingen ge sproken en ik meen daarom geen kwaad te doen daarop hier even te wijzen. Dat lijkt me temeer noodig, omdat het maar al teveel gewoonte is gewor den, dat velen, die, al zijn ze niet naar een of ander college afgevaardig .1, maar die toch krachtens hunne ont wikkeling en positie tot de voorman- RECLAME. LIJSTENMAKERIJ „DE CONCURRENT" Groote Voorjaqrs-Ultverkoop van spiegels, schilderijen. Het omlijsten van platen, foto's enz. Alleen HAARLEMMERSTRAAT 62 gen aan de R.-K. en Christ. Metaalbe werkersbonden om ingaande 1 April den werktijd met 1 uur te verkorten en van 53 op 52 te brengen, en per 1 Juli wederom met 1 uur voor de groot industrie te Rotterdam, hebben de besturen van genoemde organisaties zich direct tot de Rotterdamsche werk gevers individueel, zoowel als hun or ganisaties gewend om de minder te werken uren vergoed te krijgen. Het gevolg is geweest dat aan de overwerkvergunninghouders, leden van den Metaalbond, zal worden aanbe volen, indien zij van 53 op 52 mochten terugvallen, dat e e n e uur te betalen. Uitgesloten zullen eventueel alleen die firma's zijn, wier economische toe stand van dien aard is, dat eenige loonsverhooging totaal onmogelijk is. Voor zoover thans na te gaan is, be treft het slechts enkele bedrijven. Het verkregen resultaat zal ten spoedigste door de besturen van den R.-K. en den Christ. Bond met de betrokken leden worden besproken. Met welk resultaat zal dan spoedig kunnen worden mede gedeeld. Uit de kleedingindustrie. Woensdag hebben de hoofdbesturen van de kleermakersorganisaties ge zamenlijk vergaderd en daarna is na mens den modernen boQd in de kle dingindustrie, en R.-K., uen Christelij- ken, den Federatieven en den Neutra len Bond een brief aan het bestuur der Belangengemeenschap verzonden, waarin deze organisaties tot haar leedwezen constateeren, dat de pa troons vasthouden aan t&n standpunt om de door hen onderling getroffen regeling, betreffende de inieeling der loonserie, gebaseerd op den verkoop prijs niet aan de organisatlebesturen mee te deelen. Zij wijzen er op, dat de patroons kunnen weten, dat het de be sturen daardoor onmogel-jK is de -k'ecrmakers te adviseereu een loon- overeenkomst af te sluiten. Aan het sic 1 van den brief, verzoeken de orga- nisdtiebesturen om een conferentie ten einde nogmaals na te gaan oi tot oveuenstemming kan wordec geko men, ten aanzien van het «belangrijk ste punt, n.l. de toepassing der tarie ven Op dezen brief is, naar do Vrwts. me'dï, een antwoord van de werkge vers binnen gekomen, waarbij ?ij liun stanopunt ten volle haninaveri en lotte schrijven: Wij raden u aan, alsnr g vóór Maandag a.s. bh ons een u i-ieren tie aan te vragen, waarin u uw eischen om meedeeliag der k'asse- indeeUng laat varen. Wij vreezen an- v't.rs, dat op den a.s. Maandag door on- e Belangengemeenschap te houden al- gemeene vergadering ae onderlinge k.asse indeeling zh.1 worden ingetrok- 1 eo. Vandaag zulen de hoofdbesturen dei arbeidersorganisaties bijeenkomen oiu over d entoestand te beiaadsiagen. Staking. Te Nieuw Weerdinge zijn Je veen arbeiders in staking gegaan wegens een loongeschil. De arbeiders vragen het loon 1924/1925, terwijl de verve- ners loonsverlaging noodzakelijk ach ten. BINNENLAND. Het communisme in Indlë. De minister van koloniën heeft ten vervolge op de beantwoording van vra gen van het lid van de Tweede Kamer, den heer L. L. H. de Visser, betreffen de maatregelen der Indische regee ring ten opzichte van communistische propaganda en communistische pro pagandisten, het volgende medege deeld. Het is den ondergeteekende bekend dat de gouverneur-generaal van Ne- derlandsch-Indië met verschillende autoriteiten besprekingen heeft ge houden ter beraming van maatrege len tot beteugeling van de revolutio- nen moeten worden gerekend, zich op de vergaderingen niet laten zien. Vroeger is dat wel anders geweest. En ik wil wel op gezag van anderen aannemen al kan ik het zelf niet zien dat mentoen dergelijke mannen meer noodig had dan nu. Maar dan leg ik toch den nadruk op meer. Want noodig zijn ze nu ook. Zij hebben ook op djt gebied een taak te vervullen. Dat is niet het geval wanneer we een kiesvereeniging als een soort aar digheid van enkele liefhebbers kun nen beschouwen. In dat geval staat een ieder volkomen vrij. Maar de zaak wordt een beetje an ders, als we bedenken, dat het ook in den politieken 9trijd gaat, althans gaan moet, om groote beginselen, om niets minder dan de verheerlijking van Gods Naam. Zoo de zaak bezien amice, is 't onmogelijk dat we ons, wie we dan overigens ook mogen zijn, af zijdig zouden kunnen houden We gaan nu, wanneer zich geen bij zonderheden voordoen, een vrij rusti- gen tijd tegemoet, 't Vergaderseizoen behoort weer zoo ongeveer tot het ver leden. "t Is echter te hopen, dat de rustige zomermaanden gebruikt en beschouwd zullen worden als een voorbereiding tot nieuwe actie. Want het volgend jaar zal er over gebrek aan werk ie- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 27 Maart 1928. Aan een der Kameroverzichtschrij vers werd gevraagd, waarom de Twee de Kamer deze week zooveel haast maakte, terwijl de volgende week geen vergadering wordt gehouden. En het antwoord-luidde: „Men zegt, dat de voorzitter in de meening ver keerde, dat in de Stille Week comedie- voorstellingen in Den Haag verboden zijn." Ik weet niet of ik dit antwoord als spotternij of als zotternij moert opvat ten. Erg veel waardeering voor het parlement spreekt er in elk geval niet uit. En het ergste is nog, dat er in deze grappenmakerij een groot element van waarheid schuilt. Wanneer men, zoo al 3 deze week, de heeren L. de Visser en Duys hoort de- batteeren, dan krijgt men veeleer den indruk in een comedievoorstelüng ver zeild te zijn. dan een ernstig par lemen talr debat bij te wonen. Het democratische parlement ge raakt steeds meer in miscrediet. Maar de heeren democraten zullen nooit kunnen zeggen, dat ze het er nieit naar gemaakt hebben. OBSERVATOR. naire actie door leiders van commu nistische organisaties in toenemende mate gevoerd ook onder de werkne mers in verschillende bedrijven. Om trent die besprekingen kunnen geen mededeelingen worden gedaan. Bij ordonnantie van 5 Augustus 1925 (Indisch Staatsblad no. 363) is ter hoofdplaats Semarang de uitoefening van het recht van vergadering tijde lijk aan de daarbij omschreven bë- perkingen onderworpen. Met de toe passing van dezen wettelijken maat regel is geenszins bedoeld eenige ecor nomische actie van inlandsche arbei ders onmogelijk te maken; beoogd werd slechts den leiders van commu nistische organisaties de gelegenheid te benemen om gedurende de ten ge volge van hun agitatorische actie ont stane stakingsbewegingen ernstige ver storing der openbare orde te weeg te brengen. Een dergelijk oogmerk kan, naar het gevoelen van den onderge teekende, niet als reactionair worden aangemerkt. De redacteur Darsono, van het te Semarang uitgegeven orgaan Api der Communistische Partij werd in voor- loopigè hechtenis gesteld wegens het plaatsen van een artikel in genoemd blad, waarin tot staking bij de poli ;io werd epgeruid. Bij gouvernementsbe sluit van 17 December 1925, no. 2x (Javascbe Courant van 17 December 1925. no. 102) is deze communistische propagandist in het belang der open bare rust en orde geïnterneerd. Bij gouvernementsbesluit van 15 Januori 1926, no. 21x, is hem vervolgens, op zijn verzoek, vrijheid gelaten om ge heel voor eigen rekenjng Nederlandsch Indië te verlaten, van welke vrijheid hij sedert gebruik gemakt. De propa gandist Moeso werd, eveneens wegens opruiing, in voorloopige hechtenis ge steld. Deze opruiing werd echter ge pleegd te Soerabaja en hield geen ver band met de stakingen te Semarang. De zaak is reeds berecht; Moeso wera tot een maand gevangenisstraf veroor deeld. In geval van interneering worden de gronden voor het nemen van dien maatregel bekendgemaakt ln het des betreffend besluit der Indische regee ring. Uit de omschrijving dier gronden blijkt tevens, welk materiaal in hoofd zaak daarvoor is gebezigd en uit welke bronnen dit is geput. Uiteraard is het niet doenlijk, dit materiaal ter kennis van de Kamer te brengen, vóórdat het interneering9besluit ten uitvoer wordt gebracht. Met betrekking tot den, thans huiten Nederlandsch-Indië vertoevenden, pro pagandist Alimin kan geen ander standpunt worden ingenomen. Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Woensdag 7 April, des avonds te half- negen uur. ker niet te klagen vallen. We hebben dan eerst de Statenverkiezingen en kort daarop de verkiezingen voor den Gemeenteraad. En geloof maar, da't het er dan spoken zal. Alles wijst er toch op, dat tenzij een actie gevoerd wordt zooals er misschien nog nooit gevoerd is, de rechtsche meerderheid in de Stalen verloren gaat,-dat het col lege van Ged. Staten in meerderheid linksch wordt en dat de osuie .and« rechtsche partijen in de Eerste Kaïn r wordt verzwakt. %i Spreekt wei vanzelf amice, dat de linksche partijen' alle zeilen zullen bijzetten om dat doei te bereiken. En met den Gemeenteraad staat het niet anders. De partijverhouding Is op dit oogenblik 17 rechts en 16 links. Weet de linkerzijde dus 9lechts een enkelen zetel te winnen, dan is het met de rechtsche meerderheid gedaan. Ik ga hierop nu niet verder in amice. Daarvoor is 'tnu nog een beetje vroog in den tijd. Maar 'tkan toch geen kwaad, dat we er zoo nu en dan eens aan herinnerd worden, dat onze posi tie vrij hachelijk it en dat het daarom noodzakelijk is dat we wakker blijven en waakzaam en dat we ons betoenen te zijn gewillige dienstknechten van God onzen Vader, tegenover Wiens on wankelbare trouw wij nooit iets an ders kunnen plaatsen dan onze zon digheid en ontrouw. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5