NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 19 MAAR¥I926 STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Het gezantschap. Na eeaiig debat wordt met 42 tegen ,38 stemmen verworpen een voor stel der commissie van rapporteurs, ivan het nieuwe regeeringsvoorstel in zake het gezantschap bij' den Paus op nieuw in afdeelingen te onderzoeken. Voor stemmen de Roomsch-katho'lie- ken, de anti-sevolutionairen, de hee- ren Knottenbelt (v. b.J, Boissevain (v. 'b.J Arts (R. K. Volkspartij) en Vlie- (gen (s.d. a.p.) Do Staatsbegrooting. Aan de orde is een voorstel van den voorzitter om na de debatten over Jde regeeringsverklaring de staats- beg rooting te behandelen en te beginnen met binnenlandsche zaken Wi landbouw, geen algemeene beschou wingen over ae begrooting te houden en na het Paasch-reces bijzondere pun- !ten d er regeeringsverklaring te behan delen. Het voorstel van den voorzitter ^jjordt aangenomen met 79 tegen 2 tstemmen. Tegen de heeren Braat en L. de Visser. De regeeringsverklaring. Aan de orde is de voortzetting der 'Behandeling van de regeeringsverkla ring. Rede van minister De Geer. De Minister van financiën de heer de Geer, zet zijn rede voort. /Hi] neemt het wóórd „bêtise" aan het adres van den heer Snoeck Henke- jnans terug en vervangt het woord i„mm volledige voorstellen". TerugkoAiende op zijn beschouwin- fen: alle pogingen van "dr. de Visser oor spr. naar vermogen gesteund, zijni Jmislukt. In de nadagen van 'den heer de Visser is den heer Limburg ge vraagd in een extra parlementair ka binet de portefeuille van minister van justitie te aanvaarden. De heer de [Visser moest zijn pogingen opgeven, ouidat hij' geen premier kon vinden. (Spr. meende daarvoor te moeten be danken als partijman. Op een verzoek van den heer Lim burg, die daarna optrad, heeft spr. 'geen bezwaar gemaakt om diens po- gingón te steunen. De heer Colijn heeft op loyale wij ze gepoogd de pogingen te steunen, door aan den heer cle Visser perso nen aan te wijzen, die in het extra parlementaire kabinet konden zitting (nemen. Spr. verklaarde .zich bereid de portefeuille van financiën te aan vaarden, toen er een andere minister bedankte. Wat de formatie-Limburg betreft: na zijn eerste verzoek om ontheffing heeft hil zijn pogingen op verzoek van IH. M. voortgezet, maar daarna moest hij opnieuw ontheffing verzoeken. Over de oorzaak der mislukking kan spr. niet meer mededeelen, dan in het be kende officieuze communiqué is mee gedeeld. De heer Limburg beschouw de de onderhandelingen als vertrou welijk. Óver wat daarna is gescfiied, deelt spr. mee, dat op 27 Februari eerst ,een opdracht aan den heer Kan is ge geven. Op 1 Maart werd opdracht gegeven aan den heer Patijn, burge meester van Den Haag, die één dag van beraad vroeg, doch reeds idien dag de opdracht weigerde, omdat hiji te weinig politieke scholing had. Tegen 5 uur kreeg- spr. bericht, dat hij' bijt IH.. M. zou worden ontboden. Dat de heeren uit het kabinet-Lim burg na de mislukking samen hebben beraadslaagd, is pure fantasie. De hee ren waren naar hun haardsteden te ruggekeerd en daarna is geen woord, tusschen hen gewisseld. Maandagmid dag kreeg spr. de opdracht. De heer Oud (v.d.j: Waarvoor heeft u die geheim gehouden? De heer De Geer, voortgaande, betoogt, dat de opdracht hem be- Inauwae. Voor binnen- en buitenland- stond het prestige van het parlemen- "raire stelsel op net spel. Ook nu nog acht spr.- zich als parlementair man, jals ook om zïjln zwak physiek, niet geschikt voor het ambt. Maar als an deren ook om dergelijke redenen be dankten, kwam er geen kabinet. Toen kwam het moment, dat spr. het als een lafheid voelde, niet over zijn be zwaren heen te stappen. Hij1 wist, dat hem moeilijkheden wachtten, o.a. in de aanvalsgedeelten van de rede van den heer Heemskerk. Hij; heeft een kabinet gezocht met voldoende schakeering naar rechts, niet om daarop te steunen, maar om .verwijten te voorkomen. Spr. verzocht een dag voorberaad, en uitstel van publicatie, tevens om zich te beraden-. Dit voorberaad is met een dag verlengd, waarvan spr. het schokkende niet inziet. Er is geen sprake van dat de Kamer iets wist op Dinsdagmidddag. Ook de heer Snoeck Henkemans wist niets. Woensdagavond, komende van de audiëntie bij' H.M. en gaande naar zijn huis, ontmoette spr. een r.-k. Ka merlid, oud-minister, die spr. zeide, dat hem nu gebleken was, dat er een formateur aan het werk was, die nipt genoemd wilde worden. Het bewijs voor de discretie, waarmede de zaak behandeld is. Woensdag ging een der aangezochte ministers naar den heer Heemskerk, die toen op de hoogte werd gesteld, Dit was. één dag te laat, dat erkent Spr., maar spr. leefde Dinsdag en een deel v'an den Woensdag nog in de overtuiging, dat de taak mislukken zou. De vraag besprekend, ol er con tinuïteit was tusschen de formatie-Lim burg en spr.'s formatie, zegt spr., dat er geen ander verband was, dan dat spr. zijn nut heeft gedaan met de er varingen, opgedaan in de combinatie- Limburg. Een derde deel is niet uit de comoinatie-Limbure overgenomen n.l. de ministers van waterstaat, jus titie en landbouw. Een tweede derde deel, de ministers van buitenlandsche zaken en arbeid, kan niet beschouwd worden als overgenomen, omdat deze ministers toch gekozen zouden zijn. Het resteerende derde is overgenomén uit de formatie-Limburg, n.l. de mi nisters van koloniën, onderwijs en oor log. Eén opmerking van den heer Heems kerk moet spr. nog beantwoorden, n.l. de opmerking, dat er in het optreden van dit kabineteen vitium originïs is. Over de vragen, wat de geschied schrijver zal zeggen van de opvol ging van den heer Coliin door spr. wil hij zwijgen. Het schijnt dat de heer Heemskerk de formatie beschouw de als eeiu lot uit de loterij', een Sin terklaas surprise, die men elkaar af snoept. De heer Heemskerk heeft ver band gelegd tusschen spr.'s optreden en zeker Telegraafartikel van een van zijn geestverwanten, waarin gezegd werd, dat spr. formateur moest wor den. Spr. herinnert zich nog met hoe veel ergernis hij het artikel las op de boot naar Zierikzee en hij' 'heeft het beantwoord met een artikel, waar in hij het standpunt bestreed en waar in Hij! deed uitkomen, dat een zoo danige concurreerende zet el jacht uit den booze is. Het is spr. onbegrijpe lijk, dat nu de heer Heemskerk kan betoogen, dat het doel van het Te legraafartikel bereikt is. Ook begrijpt spr. de beschuldiging niet, dat hij den heer Limburg over boord geworpen zou hebben. Hij' "kan er niet boos om worden, omdat dit zoover van hem af ligt, als een be schuldiging van diefstal met braak van den heer Heemskerk afligt. Spr. was niet gebrand op het minister-president schap. De heer Heemskerk stelt het voor alsof dit het hoogste lot uit de tombola is. Maar gesteld eens, dat 'de christelijk historischen inderdaad het kabiaet-Co- lijn ten val hadden gebracht. Dan zou het immers logisch zijn, dat een dhr.- hist. formateur optrad. Op de portefeuille van financiën had spr. reeds in het kabinet-Limburg een beroep gedaan. Het bezvvarend oor deel van den geschiedschrijver zou spr. dus toch niet ontgaan zijh. De heele redeneering van den heer Heems kerk, die erkent dat het kabinet-Co- lijn na de mislukknig van de pogin gen van den heer de Visser, ttiet kon terugkeeren, a 1 zou de heer Colijn; onttroond zijn, hinkt dus op twee ge dachten. De heer Heemskerk heeft gezegd, dat de christ.-historischen geen belang hebben bij het herstel der coalitie, om- 1 dat zij' dan den christ-hist, premier zou den verliezen. Van dat soort politiek heeft spr. echter geen verstand. Met eenigen weerzin wijdde spr. zoo veel tijd aan dit onderwerp. De mi- misterieele verantwoordelijkheid eisch- te het. De hoogachting die spr. den heer Heemskerk toedacnt maakte het spr. dubbel zwaar zulke beschuldigin gen uit zijn mond te hooien. Sprv meent ten slotte dat het zijn nut kan hebben dat een persoon die in de Ka mer thuis is, premier is. Dat zou wel licht ook door den heer Heemskerk gewaardeerd kunnen worden, (appl.). De heer Veraart (R.K.J betoogt tegenover den heer Marchant dat deze niet kan vergen, dat de R.K. Staats partij onder.de vanen der vrij'z-dem. zou moeten gaan. De „uiterste nood zaak" had behoorlijk aan de orde kun nen komen, indien de formatie aan een katholiek staatsman was opge dragen. De heer Snoeck Henkemans (c.:h.) dankt den minister van finan ciën dat hij eenigszins recht heeft ge zet hietgeen gisteren in krassen vorm ia gesproken. Van het „Telegraaf"-artikel van spr. was d e strekking ertegen op te komen, dat een bepaalde partij steeds haar voorzitter op den voorgrond drong, voor het premierschap. Daarom heett spr. geschreven, dat er ook nog wel een andere partij was. Het feit, dat de hear De* Geer inderdaad minis* ter-president is geworden, mag bewij zen, dat spr. toch niet zoo ver mis was. Verder merkt spr. den heer Nolens op, dat niet de regeering, doch de heer Nolens de kwestie van het ge zantschap in 1914 al aan de orde ge steld heeft, op een oogenblik, dat er door de regeering absoluut nog niet aan werd gedacht. Toen de zaak in behandeling kwam, heeft de heer de Savornin Lobman reeds op 9 Juli'15 Erincipieele bezwaren aangevoerd. Wat et tijdelijk karakter van de missie aangaat, heeft de heer Nolens in de zelfde zitting toegegeven, dat de mis sie een tijdelijke en bijzondere zou zijn. Een ander punt» is of het bekend was, in het bijzonder aan den voor zitter der christ-historische fractie, mr. Schokking, dat bij moeilijkheden over het gezantschap de regeering zou val len. Hij komt nu tot de opmerking van den heer Dresselhuys, als zouden de Christelijk Historischen geschipperd hebben in de gezantschapskwestie. Er is echter geen sprake van geweest, dat de Christelijk Historischen een compromis hebben aanvaard. Het zou echter mogelijk zijn dat de regeering een maatregel nam, die in een vorm gegoten was, zóó dat de christelijk-his- torischen niet tegen konden stemmen In dat geval zouden zij niet tegen de begrooting gestemd "hebben, yijf leden der fractie wilden de regeering in dat geval vrijlaten, vijf andere wil den een motie van afkeuring voorstel len. De heer jBeumer meende, dat de strijd door de christelijk-historischen op een verkeerd terrein is gebracht. IHoe is echter de zaak geweest? In de crisis zal men in de cnristelij'k-his- torische'bladen tevergeéïs zoeken naar een onaangenaam woord, aan het adres van anti-revolutionairen en zelfs van de katholieken. Anders was het in de katholieke én anti-revolutionaire bla den, waar gesproken werd van kronkel in het karakter en onbetrouwbaarheid, waartegen toen wel éénmaal eeni krach tig antwoord gegeven moest worden. De heer Al bar da (S.D.A.P.) keert zich vooral tegen de democraten on der de Katholieken die tenslotte toch bij de Soc.-dem, terecht zullen komen. Zij zullen den stroom niet kunnen keeren. De heer Heemskerk (a.-r.) heeft minister de Geer in' het algemeen met veel genoegen en instemming gehoord. Niet voldaan is spr. omtrent het inge komen voorstel tot behoud van het ge- zatnschap bij het Vaticaan. Wanneer de regeering een voorstel doet, doet zij dat omdat zij! het nuttig oordeelt en het is dus volstrekt geen onrede lijke eisch dat zij' zich onomwonden daarover uitspreekt. In zijn eerste rede heeft spr. reeds gezegd dat de minister duidelijk en naar vermogen het extra parlemen taire karakter van het kabinet in de regeeringsverklaring uiteen heeft ge zet. Het was echter ook de taak 'der partijen om zich klaar uit te spreken De anti-revolutionairen hebben dat bij! monde van spr. gedaan, de christ.-his- torischen hebben echter niet duidelijk verklaard, dat zij1 als alle andere par tijen los is taan van het kabinet. De opmerking van spr. in zijn. vorige rede bedoelde niet den minister te treffen, -doch klaarheid te krijgen van den woordvoerder der Christeliik-His- torische partij. Deze partij kan de ern stige leemte alsnog aanvullen." Wat de opvolging van den minis ter van Financiën 'in het vorige ka binet 'door 'dezen minister betreft, houdt spr. vol. dat de geschiedschrij ver over den loop van zaken zal oor- 'deelen, dat hij niet met de justitia overeen te brengen i». Eén ding is jammer; spr. had zoo- ontzaglijk graag gehoord waarom de 'formatie-Limburg mislukt is. Dat is niet opgehelderd. Er zijn tegenstrijdige berichten verschenen in de bladen over dit punt in verband met het gezant schap bij den Paus, welke interessan ter zijn geworden door de merkwaar dige verklaring door clen minister gis teren afgelegd. Wanneer dit punt ge heim moet blijven, is er nietê aan te doen, maar het is^Jammër. Tot dusver is wel gebleken, dat de heer Nolens en spr. herstel van de coalitie willen, maar van christelijk- historische zijde is dit nog niet geble ken. Dit moei groten en er moet nog naar iets anders' gekeken worden dan naar één punt. Naar aanleiding van 'de rede van den heer Albarda merkt spr. op, dat in zijn kabinet de heer Talma zitting had, die de sociale wetgeving ontwierp Den heer Kersten wijst spr. erop, dat reeds Groen gewezen heeft op de wenschelijkheid van een goede ver standhouding met de Roomsch-Katho- lieken. Gevaar voor roomsche of pro- testantsche overheersching bestaat niet De katholieken hebben een zékere macht, maar gebruiken die niet om1 in staatszaken hungeloof het protes- tantsche te doen overheersdiende samenwerking tusschen protestanten en roomschen is de beste waarborg, dat het daartoe niet zal komen. Daar om is de strijd door ds. Kersten aan- Als vervolgens nog cle heeren L\ de Visser (C.P.) en Marchant gebonden, een roekelooze strijd. (V.D.'J het woord hebben gevoerd, spreekt nog de heer de Geer. De heer' De Geer, Minister-presi dent, vindt geen reden om op "de re plieken uitvoerig in te gaan. Spr. be toogt t egenover den heer Albaida dat een frictie nooit voor een regeering den 'dwang kan inhouden, haar uit te voeren. De vraag van den Keer Marchant naar 'de reden van h'et af springen der combinatie-Limbur'g; spr. heeft ook na nadere, informatie bij dezen formateur geen vrijheid, daarop Kader in te gaan; de formule er frig' van een desbetreffende clausule zou trouwens door alle er bij betrokkenen Kloeten worden goedgekeurd. Spr. waardeert de goede bedoeling van de verzachtende woorden, heden door den heer Heemskerk gesproken. De voorzitter verdaagt te 5.05 uur de vergadering tot hedenmiddag één uur. RECHTZAKEN. KANTONGERECHT LEIDEN. Voor de openbare zitting staan op de rol 22 zaken; voor niet openbaar 2 zaken. M. A., te Voorh out heeft ver zuimd op verzoek van den Raad van Arbeid inlichtingen te geven. Bekl. is niet verschenen, doch gehoord wor.lt de Ambtenaar van den Raad van Ar beid J. Noorland, waarna f 10 of 5da'g. werd geeischt. C. den H., en H. den H., vader en zoon, visschers te Katwijk aan Zee, is hetzelfde ten laste gelegd. De vader is verschenen doch vertelt geen andere brief gekregen te hebben dan in Januari, doch wist niet, dat hij dien moest beantwoorden. Hij had zoo iets nooit bij de hand gehad. De zoon was op zee, en kon niet verschijnen. De Ambtenaar v. d. Ham bevestigde zijn verbaal waarna f 5 of 5 dagen te gen ieder werd geëisch,t. C. C., te L e i d e n is ten laste gelegd dat hij een verwond paard heeft ge bruikt. Beklaagde wist dat bet dier een schaafwonde had, doch de dieren arts had verklaard dat het niet pijn lijk was en geen hinder voor het paard zou geven. De koetsier M. van Leeu wen bevestigde dit; hij had het tuig er op gelegd zóó dat het niet kwellend kon zijn. De kantonrechter oordeelde het hoo- ren van de dierenartsen Roos en Sper- na Weiland wenschelijk, waarom de zaak 14 dagen werd aangehouden. W. J. M. D. te Voorburg was ge dagvaard doch niet verschenen, we gens het overtreden van de arbeids wet in een meubelmakerij op de Mare- dijk, waarom deze zaak 8 dagen werd aangehouden. Mr. Averbeck trad als verdediger van beklaagde op. C. D., timmerman te Zoeterwou- d e heeft in de zagerij een onbescherm de zaaginrichting gehad, waarvoor te gen den niet verschenen beklaagde f 15 of 10 dagen werd geëischt. N. den H., timmerman te Noord- w ij k eveneens niet verschenen, heeft de arbeids- en loonlijst niet bijgehou den, waarvoor f 10 of 5 dagen werd ge eischt. W. v. E., chauffeur te Leiden, heeft in de Sieboldtstraat een lan taarn omgereden, bij het achteruit rij den. Beklaagde had een man achter den wagen gezet om te waarschuwen, doch deze had te laat gewaarschuwd. Mej. Veerman en Vis hadden het bei den goed gezien, ook dat de achteruit- kijk niet goed uitkèek. Eisch f 10 of 10 dagen. H. v. d. L., chauffeur te Oegst- geest, heeft bij de kromming van de Grunerie een bespannen boerenwagen aangereden wat beklaagde niet kon voorkomen, daar van de tegenoverge stelde zijde een andere auto kwam, die hij niet had opgemerkt. Get. Koekebakker van Rijnsburg, die op den wagen zat, had genoeg uitge haald en zou de schade nog wel ver goed wenschen. Get. L. Pieterse, schil der te Sassenheim, meent dat het te kort was om te remmen en de aanrij ding te voorkomen. De Ambtenaar raadt aan wat voor zichtiger te zijn om hoeken en eischt f 20 of 10 dagen. J. M. J., wagenmaker te Leiden, heeft per abuis een week te vroeg la ten overwerken. Als getuigen worden de smid en wagenmaker Goddijn en Strik gehoord, die bevestigen dat geen opzet in het spel was. Eisch 20 geld boeten van f 1. M. C. N. C. M., student te Leiden, heeft op 6 December op den Haagweg een auto aangereden van de autover huurinrichting Borgerding. Bekl. heeft zeer voorzichtig gereden, 25 30 K.M. en geeft de schuld aan de auto die uit een hek kwam. Getuigen Com. E. v. d. Rooden en Gerritje E. Croesen, modis te te Leiden, hebben het gezien en zouden het ongeval voorkomen achten als bekl. niet zoo hard gereden had langs den gladden weg. Deze meening is ook getuige Borgerding toegedaan. De zaak werd aangehouden om nog een getuige te hooren. A. C. J. v. d. P., slager te Den Haag, heeft zich te Oegstgeest bevonden met een motorrijtuig zonder rij- en nummerbewijs. Eisch 2 maal f 5 boete, wat bekl. wel wat veel vindt. De kan tonrechter zal er eens over denken. C. V., autohandelaar te Leiden, heeft een goedgekeurde garage in huur gehad en dacht dat er dan in opge sloten lag dat hij er benzine in voor raad mocht hebben. Het bleek echter dat dit zonder vergunning van B. en W. niet geoorloofd is, waarom f 5 of 5 dagen werd geëischt, wat bekl. wel wat abnormaal voorkwam, daar hij ge heel ter goeder trouw is geweest. De valsche Fransche bankbiljetten. De Haagsche Rechtbank beeft gister uitspraak gedaan in de zaak tegen de drie Hongaren Aristide Jankovich, ge boren te Boedapest, 12 Dec. 1876, oud- kolónel, thans zonder beroep, Dr. Gyor- gy Marsowsky geboren te Felaut, 21 Jan. 1894, journalist, en Georgy Man- kovies, geboren te Bartfa, 6 Juni J9Ö1, ingenieur, beschuldigd van het ter ver spreiding in voorraad hebben van een groote hoeveelheid valsche buitenland sche bankbiljetten van duizend francs van de Banque de France; de eerste verdachte bovendien van liet uitgeven van een dergelijk banbiljet. .Het O.M. had tegen de verdachten respect. 9, 7 en 7 jaar gevangenisstraf geëischt. De verdedigers waren onderschei denlijk mrs. de Hartogh, de Vrieze en Dompierre de Chaufepié. De rechtbank veroordeelde beklaag de Jankovich tot 3 jaar en de beide an dere beklaagden elk tot 2 jaar gevan genisstraf. Scheepstijdingen. HOLLAND-AMERIKA LIJN. BINNEDIJK, v. New York n. R'dam, pass. 18 Scilly. BREEDIJK, v. R'dam n. Newport Nev.s 18 te Norfolk. DINTELDIJK, v. R'dam n. d. N. Pau- fickust 18 te Londen. DRECHTDIJK, v. Seattle n. R'dam, li GLAMORGANSHIRE, 18 v. Astoria n. Rotterdam. MARYLAND, 17 v. R'dam te Antw. NESSIAN, v. Philadelphia n. R'dam, pass. 18 Lizard. VOLENDAM, v. R'dam n. New York 13 v. Southampton. STOOMV. MIJ. NEDERLAND. JOHAN DE WITT (uitreis) 18 v. Sout hampton. BINTANG (uitreis) 17 v. Genua. RIOUW, 18 v. Amsterdam te Löndeu. KANGEAN (uitreis) 15 v. Port Swet- tenham. PRINSES JULIANA (uitreis) 17 v. Sa- bang. SOEMBA (thuisreis) p. 17 Lizard 18 v.m. verwacht). BALI (thuisreis) 18 te Suez. JAVA, 17 v. Hamburg te Newcastle JAVA, 17 v. Hamburg te Newcastle. KON. HOLLANDSOHE LLOYD. ZAANLAND (thuisreis) 17 v. Las Pal- mas via Duinkerken. ROTTEP.DAMSOHE LLOYD. BLITAR (thuisreis) 17 v. Belawan. TJERIMAI (thuisreis) pass. 18 Oues- sant. BLITAR (thuisreis) 17 v. ReldU i. TAPANOELI (uitreis) 18 v. Sur PALEMBANG (uitreis) 17 v. Sn TABANAN (uitreis) 18 te Manc.i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6