NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 19 MAART 192ff j. WEEDË BLAD. DE BLADEN ZEGGEN. Bittere ervaring. Toen de coalitie nog niet gebroken lag, schrijft de Standaard, had de man van de Hervormd Gereformeerde Staatspartij bij zijn aanvallen op de Christelijke politiek de toejuiching van heel de linkerzijde in ontvangst te ne men. Als hij optrad toonde men veel belangstelling. Elk woord van aanval werd toegejuicht. Men deed alsof er heel belangrijke dingen werden ge zegd. Men prees den spreker om zijn handigheid en slagvaardigheid. En deze scheen den aard dezer hul de niet geheel te doorzien. Thans zal hij allicht beter in staat zijn, de linksche hulde op haar wezen lijke waarde te schatten. Nu de toeleg gelukte en de samen werking der rechtsche partijen voor eerst gebroken ligt, had men voor zijn redevoering heel geen aandacht meer. Zijn betoog liet blijkbaar volkomen koud, en de Socialistische en Vrijzin nige pers, eerst vol vriendelijke atten tie, was nu zoo onverschillig, als het maar kon. Deze bittere ervaring zal, zoolang de huidige toestand blijft gehandhaafd, wel blijvend zijn. Zal zij leering brengen? KERK EN SCHOOL. NED HE KV KERK. Beroepen: Te Doezum, W. A. Noest te Metslawier. Te Gouda: H. Knaap te Kooten. Te Werkhove: M. Niemcyer te Wilsum. Aangenomen naar Ootmarsum cand P. ten Have te Zandvoort. Naar Nijkerk: A. H. J. K. v Voorthuizen te Huizen Bedankt: Voor Noordwijk a. Zee J. F. Both te Almkerk. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Broek op Langen- dijk, J. Jongeleen te Hilversum. Generale Synode Gerei. Kerken. Ter aanvulling, van het gistarejn ge plaatste verslag diene nog het volgende. Na de lezing van het reeds door ons vermelde afzettingsbesluit met betrek king tot Ds. Geelkerken, las de praeses het ontzettingsbeslu.it met betrekking tot den kerkeraad, luidende: „De Generale Synode, overwegende, dat de Kerkeraad van de Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid zijn Dienaar des Woords, Dr. J. G. Geelkerken, inplaa.ts van hem te vermanen, zooals zijn plicht was, aan de billijke wenschen «der meer dere kerkelijkevergaderingen toe te geven, voortdurend gestijfd heeft in aijln verzet; overwegende1, dat zelfs, toen de Gene rate Synode van Dr. J. G. Geelkerken de onderteekening vroeg vain de door de Synode hem voorgelegde verklaring en een drietal deput&ten naar dien ker keraad zond om dezen te verzoeken zijn invloed op Dr. Geelkerken te ge bruiken, teneinde hem tot die omder- teekening te bewegen, de Kerkeraad ge weigerd heeft aan dit verzoek te vol doen; overwegende, dat, toen de Generale Synode in haar beshiit van 12 Maart 1926 Dr. J. G. Geelkerken Voor den tijd van drie maanden geschorat heeft l)n zijn ambtelijke bediening, de Kerkeraad hem desniettegenstaande in zijn ambt gehandhaafd heeft en Zondag 14 Maart hem heeft laten optreden in dein Dienst des .Woords; overwegende, dat de ouderlingen (daardoor op zeer ernstige wijze te kort zijn geschoten in hu(n Goddelijke roe ping, om toezicht te houden op den Dienaar des Woords, opdat geen vreem de leeringen worden voorgesteld en de Kerkeraad in zijn geheel zich schuldig heeft gemaakt aan openbare soheunna king;; besluit de ouderlingen en diakenen, die medegewerkt of zich geconformeerd hebben aan het besluit van idem Kerke raad van 13 Maart om Dr. Geelkerken te handhaven in zijln ambtelijke bedie ning* uit hun ambt als (ouderling of di aken te ontzetten, terwijl aam den-Ker keraad van'Amsterdam wordt gen met de broeders ouderlingen uit Am sterdam-Zuid, die aan deze openbare scheurmaking niet deelnamen, ten spoe digste tot verkiezing van nieuwe ambts dragers over te gaan, deze te bevestigen in hun ambt en aldus Idem Kerkeraad van Amsterdam-Zuid opnieuw te for- meeren. Mededeeling van dit besluit zal ge schieden aan den kerkeraad vam Am sterdam-Zuid, aan de ouderlingen em diakenen, die tot het besluit van dem Kerkeraad van 13 Maart hebben mee gewerkt, aan den Kerkeraad der Geref. Kerk van Amsterdam, aan de classis Amsterdam, de Part. Synode van Noord Holland en aan alle Geref. Kerken in Nederland, Bentheim en Oost-Friesiaind, Rijn-Pruisen en Westfaiem, België, der classis Batavia en der classis fjueoos Aires. Van de adviseeremde leden stemde Prof. Greydanus tegen, van de ledein verklaarde Dr. W. A. v. Es van Leeu wara en, zich aan het, besluit der Sy node te conformeeren met behoud vam eigen gevoelen. De overige leden stemden allen voor. Nadat vervolgens de ontzettingsbeslui- ten van een aantal met iname genoemde ouderlingen en diakenen waren voorge lezen, deelde de praeses nog mede, dat de volgende besluiten, aangenomen in oomitó-generaal, thans worden overge bracht in de acta der 'openbare zittin gen 1. Indi n de Kerkeraad van Amster- dam-Zuiu de schorsing niet erken, em toch zien in het kerx ver band wil hand haven, dan zullen de kerkeraadsleckm die zich aan deize scheurmakerij schub dig maken, door de Generale Synode worden afgezet en de kerkeraad. van Amsterdam worden gemachtigd om met behulp van de getrouw gebieven ouder lingen en diakenen en het beste deel der Gemeente, ten spoedigste opn.euw den Kerkeraad te formeeren en dezen in hun ambt te do én bevestigen! 2. Wanneer op andere plaatsew (dan te Amsterdam-Zuid de predikanten of ker keraden z.ch openiijk aan do 'zijde vam Dr. Geelkerken en den schismatiekem Kerkeraad mochten stellen, moeten de Classes terstond optreden om hen te vermanen en wanneer zrj desniettegen staande volharden hen schismatiek ver klaren en afzetten. 3. Mocht in een of (andere classis de meerderneid mat Dr. Geelkerken mede gaan. dan moet terstond door 'het trou we deel een tegenclassis worden gefor meerd. 4. Attestaties door een schismatie- ken kerkeraad afgegeven, mogen door onze kernen niet meer worden aange nomen zonder nader onderzoek. 5. De Generale Synode benoemt eem Commissie van Advies, die ook vol macht ontvangt, om, wanmeer elders dan in Amsterdam-Zuid scheuring omstaat van advies te dienen; voor elk provinci aal ressort zal een fte, utaat worden aan gewezen, die daarbij deze Comm.ssie ter zijde zal staan, voorzoover het zijn res sort betreft. 6. Als leden der Commissie van Ad vies worden benoemd Prof. Dr. F. W. Grosheide, Prof. Dr. H. H. Kuyper, Ds. J. L. Schouten Mr. G. H. A. Grosheide, en Mr. J. A. de Wilde, terwijl voor de provinciale ressorten worden aangewe zen voor Zuid-Holland-Noord, Dr. K. Dijk, Zuid-Holland-Zuid, Dr. C. W. J. van Lummel; Zeeland Ds. J. H. Telkamp, Utrecht Dr. H. Kaaian. Gelderland Ds. J. G. Kunst, Noord-Brabant en Limburg Ds. J. H. Donner, Overijssel Prof. Dr. H. Bouwman, Drente Dr. J. Thijs, Fries land-Noord, Ds. J. P. Klaarhamer, Frie3 liand-Zuid, Ds. D. P. Koopmans, Gro ningen, Ds. J. J. Miedema. 7. Er zal' een open brief aan alle Kerken worden gezonden om ze in te lichten en te waarschuwen voor scheur making; de samenstelling daarvan wordt opgedragen aan Ds. C. W. E. Ploos van Amstel, Prof. Dr. J. Ridderbos en Dr. J. Thijs. De praeses sprak hierop ongeveer als vofèt Ik heb aan de gevallen besluiten niet veel meer toe te voegen. Ik zou dan moe ten herhalen, wat ae praeses Vrijdag avond gezegd heeft. En dat is niet noo- dig. Ik wil dit uitspreken, dat wjj met diep leedwezen tot deze besluiten zijn moéten komen. Wij hadden het graag anders gewild en ruime stof tot dankejn gehad, als Dr. Geelkerken het besluit had genomen zich aan de beslissingen der Synode te onderwerpen en als de Kerkeraad daarop bij hem had aange drongen. Dat is niet geschied. En de Synode stond nu voor de droeve noodzakelijk heid niet alleen Dr. Geelkerken, maar ook de ouderlingen en diakefnen van Am sterdam-Zuid te moeten ontzetten uit nun ambt. Wij hebben deze daad met ontroering verricht en zjg} er alleen toe overge gaan, omdat het niet anders koin. Het gaat om de handhaving onverzwakt vam het ggza£ 'varThet Woord Gods, 0111 het heil onzer Kerken en om de eere van Onzen Koning. Wij kunnen met goede consciëntie voor onzen God verklaren, dat wij bh al deze dingen het heil van Sion gezocht hebben, en daarom leggen wij met volle vrijmoedigheid deze be slissingen neer voor Zijn heilig aange zicht. Wij pntveinzen ons niet, dat wij staan voor moeilijke dingen. Wij weten, dat een storm zal losbreken, Maar wij den ken ook aan het woord van Ds. Lamain, dat onze Heiland, de Koning der Kerk, machtig is het stormstillen*! woord te spreken. Wij gelooven en gaan met de overtuiging uit elkaar, dat Jezus Chris tus het scheepke van Zijn Kerk door de stormen zal leiden en er voor zor gen zal, dat de poorten der hel Zijn Sion niet zullen overweldigen. Ik her inner aan het woord in. den brief van den praeses, dat het nu tijd is voor veel gebeden, niet alleen voor de leden der Synode, maar voor alle Kerken van ons land. God roept ons tot gebedswor- teling. Het zal altijd blijken, dat onze kracht gebrekkig is, maar wij zullen «dan ervaren de kracht des Heeren, om dat Zijn kracht in onze zwakheid vol bracht wordt. Wat er komen zal1: houdt u manlijk en wees sterk. God geve ons met moed, de toekomst tegen te gaan, omdat wij de beslissing genomen hebben in. de wetenschap, dat het Woord Gods eischt absolute onderwerping. Wij gedenken' ook Dr. Geelkerken en de broeders van Amsterdam-Zuid. Het is onze bede, dat God dezen weg moge gebruiken om hen te leiden tot veroot moediging. Als wij elkaar weer mogen ontmoeten in vrede en eensgezindheid zal ons dat zijn tot groote vreugde en zullen wij God danken, dat de breuk hersteld is. Wij leggen zoo de zaak in de hand des Heeren, in het geloof, dat God voor Zijn werk zorgen zal. Besloten werd, aat de acta dezer zitting zullen vastgesteld worden door het moderamen. Voorts stelde de praeses voor, de vergadering nog niet definitief te slui ten, maar de Synode ,te verdagen, om dat allerlei moeilijkheden kunnen voor komen, die het noodzakelijk zouden ma ken weer bij elkaar te komen. Staande zong de vergadering nog Psalm 90:9: „Laat Uw gena ons met haar troost verrijken", waarna de prae ses voorging in een innig gebed en te ruim hall tien de vergadering sloof. In verband met. het feit, dat bij de namen der door de Synode afgezette puideriingen en diakenen ontbreken die van enkele kerk ©raadsleden, van wie het bekend is, dat zij aan de zijde van .Dr. Geelkerken staan o.a. Prof. R. H, Woltjer verneemt de N. R. Crt., dat dit een gevolg is van het feit, dat deze leden de kerkeraadsvergadering van Zaterdag j.l. niet hebben bqgewooind en dus het besluit van die vergadering om Dr. Geelkerken te handhaven niet hebben onderbeekend. Verhooging examengelden M. O. Ingediend* is een wetsontwerp tot wijziging der Middelbaar Onderwijs wet. In de Memorie.,, van Toelichting wordt opgemerkt, dat de. bedragen^ die sedert 1 Sept. 1920, krachtens art. 81 der vigeerende Middelbaar-Onder wijswet, gevorderd worden van de Can dida ten voor de examens ter verkrijL ging van een akte van 'bekwaamheid tot net geven van middelbaar onder wijs, in vérband* met de verminderde waarde van het' geld te laag zijn. Een bepaalde wanverhouding is clan ook ontstaan ten aanzien van de in 1924 geregelde examengelden voor de ak ten lager onderwijs. Terwijl het exa mengeld voor de akten Fransch, En gelsen, Duitsch, wiskunde en licha melijke oefening lager onderwijs laat stelijk op f 15 werd vastgesteld, be draagt aat voor de middelbare akten in die vakken, slechts f 10, terwijl bo vendien in geval van afwijking, voor de eerste herhaling van hetzelfde ex- men geene betaling wordt gevorderd. "Het komt den Minister voor, cfat die verhouding niet behoort besten digd te blijven en dat de examengel den voor de akten M. O. moeten wor den verhoogd. Te meer schijnt deze maatregel wenschelijk, wijl zich nog ieder jaar vele candidaten aanmelden, die geheel onvoldoende zijn voorbe reid en die zich door het lage exa mengeld van zoodanige lichtvaardige aanmelding niet laten terug houden. In verband daarmede zijn de uitga voor deze examens aanzienlijk hoo- fer, dan zij onder normale omstandig- eden zouden wezen. Bovendien wor den thans hoogleeraren en andere exa minatoren gedurende te langen tijd aan hun eigenlijke taak onttrokken, zoodat niet alleen op financieele gron den, doch ook uit een oogpunt van onderwijsbelang wijziging geboden is. Deze wijziging is van eenvoudigen aard en de daarbij' betrokken belangen maken spoed gewenscht; daarom wordt voorgesteld haar thans reeds aan te brengen, in afwachting van de totstandkoming van het thans bij de Tweefle Kamer der Stat en-Generaal aanhangige wetsontwerp ophet voor bereidend h(ooger en middelbaar on derwijs. Evenals zijn toenmalige ambtsvoor- tanger i3 de Minister van meening, at het geen aanbeveling verdient de examengelden, zooals tot dusver, in de wet vast te "leggen, doch dat er de voorkeur aan moet worden gegeven ze bii Kon. Besluit te regelen. Daartoe 'wordt een wijziging van artikel 81 der Middelbaar-Onderwijswet voorge steld. BINNENLAND. Verpakking van Margarine. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft bepaald, dat op verpakkingen van margarine, bestemd voor IJsland, in plaats van het woord „Margarine" de aandui ding „Smörliki" mag worden gebezigd Voor die aanduiding is afwijking ge oorloofd van den vorm en de afmetin gen ten opzichte van het woord „Mar garine" bepaald; vrijheid wordt gela ten, wat betreft het aantal malen, dat de aanduiding is aan te brengen. Onbewaakte overwegen. Op de vragen van den heer Haaze- voet betreffende de onbewaakte over wegen, heeft minister van der Vegte het volgende geantwoord: 1. In het volgende, gesplitst naar de drie soorten van onbewaakte over wegen, zijn vermeld het aantal dooden en gekwetsten in de jaren 1923, 1924 en 1925. 1923 gedood: hoofdoverwegen 2, lo caalspoorwegen nimmer afgesloten ge weest 2; gekwetst: hoofdspoorwegen 3, locaalspoorwegen bewaking opgehe ven locaal-spoorwegen nimmer af gesloten geweest 9. 1924, gedood: hoofdspoorwegen 9, locaalspoorwegen nimmer afgesloten geweest gekwetst: hoofdspoorwe gen 13, locaal-spoorwegen bewaking opgeheven 5, locaal-spoorwegen nim mer afgesloten geweest 7. 1925, gedood: hoofdspoorwegefn 7, lo caal-spoorwegen nimmer afgesloten geweest 4, gekwetst: hoofdspoorwegen 8, locaal-spoorwegen bewaking opge heven 5 locaal-spoorwegen nimmer afgesloten geweest 5. 2. Aangezien de onbewaakte over wegen op duidelijke wijze door waar schuwingsborden en vóórwaarschu- wingsteekenen zijn of worden aange geven en er nauwlettend voor wordt gewaakt, dat het uitzicht op de nade rende treinen voldoende is, mag de zorg voor eigen veiligheid, in overeen stemming met hetgeen dienaangaande in andere landen geschiedt, aan de gebruikers van den weg worden over gelaten. Üit het onbewaakt laten van over wegen' mag derhalve geen gebrek aan eerbied voor het leven van den mensch worden afgeleid. 4. Het antwoord van de directie van de Nederlandsche Spoorwegen op het verzoekschrift van het RK. Werklie den verbond is in zijn algemeene strek king blijkbaar niet juist begrepen. Niet volkomen, betrouwbare automatische AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 19 Maart 1920. De heer de Geer heeft zijn Kabinet aangeduid als een intermezzo Kabinet. Dat bier inderdaad een intermezzo bedoeld is, zou kunnen blijken uit het feit üat de ministers Kan en Donner bepaald hebben dat hun betrekkingen voor hen opengelaten moeten worden. Ik kan me begrijpen, dat deze heeren bun mooie vaste betrekkingen niet voor het buitengewoon onzekere mi nistersambt in den steek wilden- laten. Toch zit hier iets in wat minder prettig aandoet. Als een jongmensch voor enkele maanden naar de kazerne gaat vinüt hij bij terugkomst zijn plaats .vaak door een ander ingenonüen. Maar deze heeren kunnen naar hat schijnt, zonder dat 's lands belangen geschaad, worden, gemist worden. Justitie kan 't, zoolang deze heeren aan 't bewind zijn, zonder een Raads adviseur stellen en Binnenlandsche Zaken zonder een Secretaris-Generaal. Ik neem aan dat alles behoorlijk blijft marcheerén. Maar dan zou 't me toch meer rationeel schijnen, wanneer thans deze betrekkingen werden opger heven. OBSERVATOR waarschuwingstoestellen zouden het gevaar bij afgesloten overwegen ver- grooten. Plaatsing van zulke toestellen kan dus vooralsnog niet worden be vorderd; door nader ondeyzoek en be proeving zal moeten blijken, of en in hoeverre voor eenig systeem de moge lijkheid van toepassing bestaat. „Patrimonium." Door de Bondsvergadering op 22 en 23 Februari j.. van het Nederlandsch Werkliedenverbond „Patrimonium" is als 1ste voorzitter gekozen de heer P. van Vliet Jr. te Utrecht, terwijl het moderamen van het bondsbestuur in zijn vergadering van 13 Maart j.l. de functies als volgt heeft verdeeld. G. Baas Kzn. te Amsterdam le seer K. A. Grondijs te Utrecht, le penningm. C. Smeenk te Arnhem 2e voorz. J. Douwes Jr. te Amsterdam 2e secr. 'M. H. Luther te Groningen, 2e penningm. en J. Hollander te Den Haag, algem. plaatsverv. Het adres van den len secretaris is aan het Centraal Bureau. Mr. Donner en Mr. Kan. Bij Koninklijk Besluit van 17 Maart 1926 is aan Mr. Dr. J. Donner en aan Mr. J. B. Kan, bij K B van 4 Maart j.l. met ingang van 8 Maart, d.a.v. res pectievelijk benoemd tot Minister van Justitie en tot Minster van Binnen landsche Zaken en Landbouw, te re kenen van laatstgenoemden datum eer vol ontslag verleend, respectievelijk als Raad-Aüviseur bij 't Departement van Justitie en als Secretaris-Gene raal bij het Departement van Binnen landsche Zaken en Landbouw, wat laatstgenoemd ontslag betreft tevens met gelijktijdig eervol ontslag uit de functie van Secretaris-Generaal in Al- gemeenen dienst. Eerste Kamerverkiezing. Het Centraal Stembureau heeft gis teren in de vacature, ontstaan door het ontslag nemen van Prof. Slotema- ker de Bruine als lid der Eerste Ka mer, benoemd verklaard Prof. Jhr. Mr B. C. de Savornin Lohman, hooglee raar in het Staatsrecht aan de Rijks universiteit te Utrecht. De ho?r Drees voorzitter der S.D.A.P. „Het Volk" deelt mede dat na ge voerde besprekingen, het Bestuur der S.D.A.P. er in geslaagd is den heer W. Drees, wethouder te Den Haag, be reid te vinden de functie van bezol digd voorzitter der S.D.A.P. te aan vaarden zoodra hij zijn wethouder schap in 1927 kan neerleggen. In verband met bovenstaande stelt het Partijbestuur het congres voor af te wijken van art. 31 der Statuten en de heer Drees reeds op dit congres als onbezoldigd voorzitter te benoemen tot het tijdstip waarop hij zich geheel vrij kan maken voor zijn functie. FEUILLETON. Uit nood en dood gered 22) „Maar als ik nu eens een ander ge kregen had en een kom goede melk er bij?" hervatte La Croisette, mij beide voorhoudende. „Ziehier, eet naar har telust; ik ontbijt in het huis." „Waar zijn wij?" vroeg ik, terwijl ik gretig toetastte. „Bij een pachthoeve aan den weg, waarvan de goedhartige bewoners m'n paard goed gevoederd en mij een ruim ontbijt aangeboden hebben." „Hre hebt gij toch dit alles gekre gen?" „Door een langen slungel, wiens wang aoor kiespijn vreeselijk was op gezwollen, een kies uit te trekken Hebt gij hem niet geweldig hoor en schreeuwen? Men kon hem wel te Ni mes hooren." ,Ja ik hoorde hem gillen en kort daarna lachen." .Omdat hij zoo blij was, van zijn pijn verlost te zijn." „Verstaat gij dan de kunst om tan „Het 'was voor het eerst dat ik er e^n trok, maar ik deed hef, alsof h t mijn H'inKsch werk was." Jurfdet gij het ondernemen! kom! Het is noodig om vc trouwen in te boezemen, en eens moet men toch beginnen. Wie zou zich ooit aan de behandeling van een dokter wagen als men wist dat men zijn eer ste patient was?" Ik glimlachte en schudde het hoofd, zon Ier iets meer te zeggen. Toen ik de heerlijke melk genuttigd had, zeide hij „Nu ga ik de kom terugbrengen en mijn paard weer inspannen. Om alle lastige bezoekers te vermijden, bracht ik de lieden in den waan, dat ik een zieken broeder in den wagen had, die in een hevige koorts lag, en sloot u bovendien op." „Zoudt gij het een of het ander niet hebben kunnen vermijden?" merkte ik aan, misnoegd over zijn onoprechtheid „Neen, dat geloof ik niet; mijn ban- lelingen en begrippen zijn zoo vreem i niet als de uwe." Thans reden wij heen en bewaarden een tijdlang het stilzwijgen. Eindelijk sprak La Croissette zich omwendende: „Er zijn goede menschen bij beide partijen. Die arme ongelukkige, die liever sterven wilde dan haar geloof verzaken, en wie wij het brood gaven, was ongetwijfeld een goede Hugenote Viaar daarentegen hebben wij straks •en Room^ch gezin ontmoet, dat even raaf was: zij geloofden elk mijner oorden en voorzagen overvloedig in ijne behoeften Xekei zijn ei goede menschen bij beide partijen stemde ik toe, „en als de Roomschen dit van ons eveneens wilden gelooven, zouden wij thans in rust en vrede met elkander leven. Wij hebben hun geen leed gedaan, zij zijn het, dié ons kwaad en*onrecht aan doen." „Het is tot uw bestwil, zullen 2ij u zéggen." ,Zij mogen het zoo meenen, maar wij kunnen het niet gelooven, De dwang, dien zij ons opleggen, .is niet in den geest der liefde." La Croissette trok de schouders op en begon over andere onderwerpen to spreken; eindelijk zeide hij: Thans zijn wij een stad genaderd, en weldra zult gij. de een of andere kluchtige vertooning zien." „Zou het niet te veel gewaagd zijn?" ,Het is daar zelfs veiliger dan overal elders, doordat het er kermis is. Ik ga aanstonds rechttoe naar het markt plein rijden op, mijn hoorn blazen en als wonderdokter optreden; maar neen gij zult mijn handlanger wezen en op den hoorn blazen. Laat mij u terstond in het daartoe behoorende kostuum kleedcn." En tegelijkertijd haalde hij een ou- 'en scharlaken, aan alle kanten glin- teréndep mantel te voorschijn, dien 'lij mij over de schouders wierp, be- 'ekte liet bovendeel van mijn gelaat met een masker, van een grooten roo- den neus voorzien, zette m{j een Spaan scben pluimhoed op en duwde mij eeh hoorn in de hand. „Daarop nu zoo hard en dikwijls ge blazen, als gij kunt." Ik lachte en aanvaardde vroolijk mijn rol; niemand zou in mij een Hu genoot vermoed hebben. La Croissette hulde zich vervolgens in den deftigen zwarten mantel van dokter Jameray en zette een groenen bril op. Op de markt aangekomen, plaatste bij een kleine tafel voor zich en bedekte die met doozen en flesch- jes, terwijl ik van tijd tot tijd vrij wan luidende tonen op den hoorn blies, hetgeen echter weldra een menigte volks deed toestroomen. Nu hield hij met evrwofiderlijken ernst een lofrede op de voortreffelijkheid zijner artse nijen. Zoo hield hij een fleschje, met een lichtrood vocht gevuld, in de lioog- té, welks deugden hij in dezer voege aanprees: „Mijne vrienden dit fleschje bevat een weergaloos middel voor hen, die het voorzichtig weten te gebruiken Wanneer ik zeg voorzichtig, dan .be doel ik daarmee, dat het voor zekere gevallen heilzaam is en voor andere niet baten zal. Dit geneesmiddel ver leent spierkracht, bevordert den eet lust en verheldert het denkvermogen Zal het daarom een gebroken arm hee- len of van kiespijn genezen? Volstrekt niet. Ik kan u een kies uittrekken, in dien gij het verlangt; sommigen zeggen dat ik hierin bijzonder erva ren ben, maar zich zelf te prijzen is geen aanbeveliing; ik kan een kies uittrekken, herhaal ik, hoe vast haar ^wortel ook zit, maar dit vocht kan het niet. Kan het daarom van een ver koudheid of een keelontsteking gene zen? In geenen deele. Hier, indien het u behaagt" hij vertoonde een andere flesch, „is iets, dat daarvoor heil zaam is; maar wat doet dit hier ter zake? Kan het oogziekten genezen? Neen. Of verzwikkingen? Verre van daar. Neen, neen geachte dames en heeren, laat ons geen onredelijke ver wachtingen opwekken; dag is geen nacht, zomer geen winter, een genees middel voor paarden niet dienstig te- *gen de koorts, en het zou dwaasheid zi>n, zulken onzin een verstandig pu bliek te willen opdringen. Maar hiev biedt rich een gelegenheid aan, die voor eenigen uwer wellicht nimmer terugkeert, om een voortreffelijk en afdoend geneesmiddel te koopen van aangenamen smaak, welriekend, op- vroolijkend en uiterst schaars te ver krijgen. Inderdaad, ik heb er maar 3 stuks van, drie, zeg ik? ik vrees er nog maar twee te bezitten, laat eens zien o Ja, hier zijn er toch drie en tegen spotprijs te krijgen (Wordt vervolff'd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5