NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG
19 MAART 192ff
j. WEEDË BLAD.
DE BLADEN ZEGGEN.
Bittere ervaring.
Toen de coalitie nog niet gebroken
lag, schrijft de Standaard, had de
man van de Hervormd Gereformeerde
Staatspartij bij zijn aanvallen op de
Christelijke politiek de toejuiching van
heel de linkerzijde in ontvangst te ne
men. Als hij optrad toonde men veel
belangstelling. Elk woord van aanval
werd toegejuicht. Men deed alsof er
heel belangrijke dingen werden ge
zegd. Men prees den spreker om zijn
handigheid en slagvaardigheid.
En deze scheen den aard dezer hul
de niet geheel te doorzien.
Thans zal hij allicht beter in staat
zijn, de linksche hulde op haar wezen
lijke waarde te schatten.
Nu de toeleg gelukte en de samen
werking der rechtsche partijen voor
eerst gebroken ligt, had men voor zijn
redevoering heel geen aandacht meer.
Zijn betoog liet blijkbaar volkomen
koud, en de Socialistische en Vrijzin
nige pers, eerst vol vriendelijke atten
tie, was nu zoo onverschillig, als het
maar kon.
Deze bittere ervaring zal, zoolang de
huidige toestand blijft gehandhaafd,
wel blijvend zijn.
Zal zij leering brengen?
KERK EN SCHOOL.
NED HE KV KERK.
Beroepen: Te Doezum, W. A.
Noest te Metslawier. Te Gouda: H.
Knaap te Kooten. Te Werkhove: M.
Niemcyer te Wilsum.
Aangenomen naar Ootmarsum
cand P. ten Have te Zandvoort. Naar
Nijkerk: A. H. J. K. v Voorthuizen te
Huizen
Bedankt: Voor Noordwijk a. Zee
J. F. Both te Almkerk.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Broek op Langen-
dijk, J. Jongeleen te Hilversum.
Generale Synode Gerei. Kerken.
Ter aanvulling, van het gistarejn ge
plaatste verslag diene nog het volgende.
Na de lezing van het reeds door ons
vermelde afzettingsbesluit met betrek
king tot Ds. Geelkerken, las de praeses
het ontzettingsbeslu.it met betrekking tot
den kerkeraad, luidende:
„De Generale Synode, overwegende,
dat de Kerkeraad van de Geref. Kerk
van Amsterdam-Zuid zijn Dienaar des
Woords, Dr. J. G. Geelkerken, inplaa.ts
van hem te vermanen, zooals zijn plicht
was, aan de billijke wenschen «der meer
dere kerkelijkevergaderingen toe te
geven, voortdurend gestijfd heeft in aijln
verzet;
overwegende1, dat zelfs, toen de Gene
rate Synode van Dr. J. G. Geelkerken
de onderteekening vroeg vain de door
de Synode hem voorgelegde verklaring
en een drietal deput&ten naar dien ker
keraad zond om dezen te verzoeken
zijn invloed op Dr. Geelkerken te ge
bruiken, teneinde hem tot die omder-
teekening te bewegen, de Kerkeraad ge
weigerd heeft aan dit verzoek te vol
doen;
overwegende, dat, toen de Generale
Synode in haar beshiit van 12 Maart
1926 Dr. J. G. Geelkerken Voor den tijd
van drie maanden geschorat heeft l)n
zijn ambtelijke bediening, de Kerkeraad
hem desniettegenstaande in zijn ambt
gehandhaafd heeft en Zondag 14 Maart
hem heeft laten optreden in dein Dienst
des .Woords;
overwegende, dat de ouderlingen
(daardoor op zeer ernstige wijze te kort
zijn geschoten in hu(n Goddelijke roe
ping, om toezicht te houden op den
Dienaar des Woords, opdat geen vreem
de leeringen worden voorgesteld en de
Kerkeraad in zijn geheel zich schuldig
heeft gemaakt aan openbare soheunna
king;;
besluit de ouderlingen en diakenen,
die medegewerkt of zich geconformeerd
hebben aan het besluit van idem Kerke
raad van 13 Maart om Dr. Geelkerken
te handhaven in zijln ambtelijke bedie
ning* uit hun ambt als (ouderling of di
aken te ontzetten, terwijl aam den-Ker
keraad van'Amsterdam wordt
gen met de broeders ouderlingen uit Am
sterdam-Zuid, die aan deze openbare
scheurmaking niet deelnamen, ten spoe
digste tot verkiezing van nieuwe ambts
dragers over te gaan, deze te bevestigen
in hun ambt en aldus Idem Kerkeraad
van Amsterdam-Zuid opnieuw te for-
meeren.
Mededeeling van dit besluit zal ge
schieden aan den kerkeraad vam Am
sterdam-Zuid, aan de ouderlingen em
diakenen, die tot het besluit van dem
Kerkeraad van 13 Maart hebben mee
gewerkt, aan den Kerkeraad der Geref.
Kerk van Amsterdam, aan de classis
Amsterdam, de Part. Synode van Noord
Holland en aan alle Geref. Kerken in
Nederland, Bentheim en Oost-Friesiaind,
Rijn-Pruisen en Westfaiem, België, der
classis Batavia en der classis fjueoos
Aires.
Van de adviseeremde leden stemde
Prof. Greydanus tegen, van de ledein
verklaarde Dr. W. A. v. Es van Leeu
wara en, zich aan het, besluit der Sy
node te conformeeren met behoud vam
eigen gevoelen. De overige leden stemden
allen voor.
Nadat vervolgens de ontzettingsbeslui-
ten van een aantal met iname genoemde
ouderlingen en diakenen waren voorge
lezen, deelde de praeses nog mede, dat
de volgende besluiten, aangenomen in
oomitó-generaal, thans worden overge
bracht in de acta der 'openbare zittin
gen
1. Indi n de Kerkeraad van Amster-
dam-Zuiu de schorsing niet erken, em
toch zien in het kerx ver band wil hand
haven, dan zullen de kerkeraadsleckm
die zich aan deize scheurmakerij schub
dig maken, door de Generale Synode
worden afgezet en de kerkeraad. van
Amsterdam worden gemachtigd om met
behulp van de getrouw gebieven ouder
lingen en diakenen en het beste deel der
Gemeente, ten spoedigste opn.euw den
Kerkeraad te formeeren en dezen in
hun ambt te do én bevestigen!
2. Wanneer op andere plaatsew (dan te
Amsterdam-Zuid de predikanten of ker
keraden z.ch openiijk aan do 'zijde vam
Dr. Geelkerken en den schismatiekem
Kerkeraad mochten stellen, moeten de
Classes terstond optreden om hen te
vermanen en wanneer zrj desniettegen
staande volharden hen schismatiek ver
klaren en afzetten.
3. Mocht in een of (andere classis de
meerderneid mat Dr. Geelkerken mede
gaan. dan moet terstond door 'het trou
we deel een tegenclassis worden gefor
meerd.
4. Attestaties door een schismatie-
ken kerkeraad afgegeven, mogen door
onze kernen niet meer worden aange
nomen zonder nader onderzoek.
5. De Generale Synode benoemt eem
Commissie van Advies, die ook vol
macht ontvangt, om, wanmeer elders dan
in Amsterdam-Zuid scheuring omstaat
van advies te dienen; voor elk provinci
aal ressort zal een fte, utaat worden aan
gewezen, die daarbij deze Comm.ssie ter
zijde zal staan, voorzoover het zijn res
sort betreft.
6. Als leden der Commissie van Ad
vies worden benoemd Prof. Dr. F. W.
Grosheide, Prof. Dr. H. H. Kuyper, Ds.
J. L. Schouten Mr. G. H. A. Grosheide,
en Mr. J. A. de Wilde, terwijl voor de
provinciale ressorten worden aangewe
zen voor Zuid-Holland-Noord, Dr. K.
Dijk, Zuid-Holland-Zuid, Dr. C. W. J.
van Lummel; Zeeland Ds. J. H. Telkamp,
Utrecht Dr. H. Kaaian. Gelderland Ds.
J. G. Kunst, Noord-Brabant en Limburg
Ds. J. H. Donner, Overijssel Prof. Dr.
H. Bouwman, Drente Dr. J. Thijs, Fries
land-Noord, Ds. J. P. Klaarhamer, Frie3
liand-Zuid, Ds. D. P. Koopmans, Gro
ningen, Ds. J. J. Miedema.
7. Er zal' een open brief aan alle
Kerken worden gezonden om ze in te
lichten en te waarschuwen voor scheur
making; de samenstelling daarvan wordt
opgedragen aan Ds. C. W. E. Ploos
van Amstel, Prof. Dr. J. Ridderbos en
Dr. J. Thijs.
De praeses sprak hierop ongeveer als
vofèt
Ik heb aan de gevallen besluiten niet
veel meer toe te voegen. Ik zou dan moe
ten herhalen, wat ae praeses Vrijdag
avond gezegd heeft. En dat is niet noo-
dig.
Ik wil dit uitspreken, dat wjj met
diep leedwezen tot deze besluiten zijn
moéten komen. Wij hadden het graag
anders gewild en ruime stof tot dankejn
gehad, als Dr. Geelkerken het besluit
had genomen zich aan de beslissingen
der Synode te onderwerpen en als de
Kerkeraad daarop bij hem had aange
drongen.
Dat is niet geschied. En de Synode
stond nu voor de droeve noodzakelijk
heid niet alleen Dr. Geelkerken, maar
ook de ouderlingen en diakefnen van Am
sterdam-Zuid te moeten ontzetten uit
nun ambt.
Wij hebben deze daad met ontroering
verricht en zjg} er alleen toe overge
gaan, omdat het niet anders koin. Het
gaat om de handhaving onverzwakt vam
het ggza£ 'varThet Woord Gods, 0111 het
heil onzer Kerken en om de eere van
Onzen Koning. Wij kunnen met goede
consciëntie voor onzen God verklaren,
dat wij bh al deze dingen het heil van
Sion gezocht hebben, en daarom leggen
wij met volle vrijmoedigheid deze be
slissingen neer voor Zijn heilig aange
zicht.
Wij pntveinzen ons niet, dat wij staan
voor moeilijke dingen. Wij weten, dat
een storm zal losbreken, Maar wij den
ken ook aan het woord van Ds. Lamain,
dat onze Heiland, de Koning der Kerk,
machtig is het stormstillen*! woord te
spreken. Wij gelooven en gaan met de
overtuiging uit elkaar, dat Jezus Chris
tus het scheepke van Zijn Kerk door
de stormen zal leiden en er voor zor
gen zal, dat de poorten der hel Zijn
Sion niet zullen overweldigen. Ik her
inner aan het woord in. den brief van
den praeses, dat het nu tijd is voor veel
gebeden, niet alleen voor de leden der
Synode, maar voor alle Kerken van
ons land. God roept ons tot gebedswor-
teling. Het zal altijd blijken, dat onze
kracht gebrekkig is, maar wij zullen
«dan ervaren de kracht des Heeren, om
dat Zijn kracht in onze zwakheid vol
bracht wordt.
Wat er komen zal1: houdt u manlijk
en wees sterk. God geve ons met moed,
de toekomst tegen te gaan, omdat wij
de beslissing genomen hebben in. de
wetenschap, dat het Woord Gods eischt
absolute onderwerping.
Wij gedenken' ook Dr. Geelkerken en
de broeders van Amsterdam-Zuid. Het
is onze bede, dat God dezen weg moge
gebruiken om hen te leiden tot veroot
moediging. Als wij elkaar weer mogen
ontmoeten in vrede en eensgezindheid
zal ons dat zijn tot groote vreugde en
zullen wij God danken, dat de breuk
hersteld is.
Wij leggen zoo de zaak in de hand
des Heeren, in het geloof, dat God
voor Zijn werk zorgen zal.
Besloten werd, aat de acta dezer
zitting zullen vastgesteld worden door
het moderamen.
Voorts stelde de praeses voor, de
vergadering nog niet definitief te slui
ten, maar de Synode ,te verdagen, om
dat allerlei moeilijkheden kunnen voor
komen, die het noodzakelijk zouden ma
ken weer bij elkaar te komen.
Staande zong de vergadering nog
Psalm 90:9: „Laat Uw gena ons met
haar troost verrijken", waarna de prae
ses voorging in een innig gebed en te
ruim hall tien de vergadering sloof.
In verband met. het feit, dat bij de
namen der door de Synode afgezette
puideriingen en diakenen ontbreken die
van enkele kerk ©raadsleden, van wie
het bekend is, dat zij aan de zijde van
.Dr. Geelkerken staan o.a. Prof. R.
H, Woltjer verneemt de N. R. Crt.,
dat dit een gevolg is van het feit, dat
deze leden de kerkeraadsvergadering
van Zaterdag j.l. niet hebben bqgewooind
en dus het besluit van die vergadering
om Dr. Geelkerken te handhaven niet
hebben onderbeekend.
Verhooging examengelden M. O.
Ingediend* is een wetsontwerp tot
wijziging der Middelbaar Onderwijs
wet.
In de Memorie.,, van Toelichting
wordt opgemerkt, dat de. bedragen^ die
sedert 1 Sept. 1920, krachtens art.
81 der vigeerende Middelbaar-Onder
wijswet, gevorderd worden van de Can
dida ten voor de examens ter verkrijL
ging van een akte van 'bekwaamheid
tot net geven van middelbaar onder
wijs, in vérband* met de verminderde
waarde van het' geld te laag zijn. Een
bepaalde wanverhouding is clan ook
ontstaan ten aanzien van de in 1924
geregelde examengelden voor de ak
ten lager onderwijs. Terwijl het exa
mengeld voor de akten Fransch, En
gelsen, Duitsch, wiskunde en licha
melijke oefening lager onderwijs laat
stelijk op f 15 werd vastgesteld, be
draagt aat voor de middelbare akten
in die vakken, slechts f 10, terwijl bo
vendien in geval van afwijking, voor
de eerste herhaling van hetzelfde ex-
men geene betaling wordt gevorderd.
"Het komt den Minister voor, cfat
die verhouding niet behoort besten
digd te blijven en dat de examengel
den voor de akten M. O. moeten wor
den verhoogd. Te meer schijnt deze
maatregel wenschelijk, wijl zich nog
ieder jaar vele candidaten aanmelden,
die geheel onvoldoende zijn voorbe
reid en die zich door het lage exa
mengeld van zoodanige lichtvaardige
aanmelding niet laten terug houden.
In verband daarmede zijn de uitga
voor deze examens aanzienlijk hoo-
fer, dan zij onder normale omstandig-
eden zouden wezen. Bovendien wor
den thans hoogleeraren en andere exa
minatoren gedurende te langen tijd
aan hun eigenlijke taak onttrokken,
zoodat niet alleen op financieele gron
den, doch ook uit een oogpunt van
onderwijsbelang wijziging geboden is.
Deze wijziging is van eenvoudigen
aard en de daarbij' betrokken belangen
maken spoed gewenscht; daarom
wordt voorgesteld haar thans reeds
aan te brengen, in afwachting van de
totstandkoming van het thans bij de
Tweefle Kamer der Stat en-Generaal
aanhangige wetsontwerp ophet voor
bereidend h(ooger en middelbaar on
derwijs.
Evenals zijn toenmalige ambtsvoor-
tanger i3 de Minister van meening,
at het geen aanbeveling verdient de
examengelden, zooals tot dusver, in
de wet vast te "leggen, doch dat er
de voorkeur aan moet worden gegeven
ze bii Kon. Besluit te regelen. Daartoe
'wordt een wijziging van artikel 81
der Middelbaar-Onderwijswet voorge
steld.
BINNENLAND.
Verpakking van Margarine.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw heeft bepaald,
dat op verpakkingen van margarine,
bestemd voor IJsland, in plaats van
het woord „Margarine" de aandui
ding „Smörliki" mag worden gebezigd
Voor die aanduiding is afwijking ge
oorloofd van den vorm en de afmetin
gen ten opzichte van het woord „Mar
garine" bepaald; vrijheid wordt gela
ten, wat betreft het aantal malen, dat
de aanduiding is aan te brengen.
Onbewaakte overwegen.
Op de vragen van den heer Haaze-
voet betreffende de onbewaakte over
wegen, heeft minister van der Vegte
het volgende geantwoord:
1. In het volgende, gesplitst naar
de drie soorten van onbewaakte over
wegen, zijn vermeld het aantal dooden
en gekwetsten in de jaren 1923, 1924
en 1925.
1923 gedood: hoofdoverwegen 2, lo
caalspoorwegen nimmer afgesloten ge
weest 2; gekwetst: hoofdspoorwegen
3, locaalspoorwegen bewaking opgehe
ven locaal-spoorwegen nimmer af
gesloten geweest 9.
1924, gedood: hoofdspoorwegen 9,
locaalspoorwegen nimmer afgesloten
geweest gekwetst: hoofdspoorwe
gen 13, locaal-spoorwegen bewaking
opgeheven 5, locaal-spoorwegen nim
mer afgesloten geweest 7.
1925, gedood: hoofdspoorwegefn 7, lo
caal-spoorwegen nimmer afgesloten
geweest 4, gekwetst: hoofdspoorwegen
8, locaal-spoorwegen bewaking opge
heven 5 locaal-spoorwegen nimmer
afgesloten geweest 5.
2. Aangezien de onbewaakte over
wegen op duidelijke wijze door waar
schuwingsborden en vóórwaarschu-
wingsteekenen zijn of worden aange
geven en er nauwlettend voor wordt
gewaakt, dat het uitzicht op de nade
rende treinen voldoende is, mag de
zorg voor eigen veiligheid, in overeen
stemming met hetgeen dienaangaande
in andere landen geschiedt, aan de
gebruikers van den weg worden over
gelaten.
Üit het onbewaakt laten van over
wegen' mag derhalve geen gebrek aan
eerbied voor het leven van den mensch
worden afgeleid.
4. Het antwoord van de directie van
de Nederlandsche Spoorwegen op het
verzoekschrift van het RK. Werklie
den verbond is in zijn algemeene strek
king blijkbaar niet juist begrepen. Niet
volkomen, betrouwbare automatische
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 19 Maart 1920.
De heer de Geer heeft zijn Kabinet
aangeduid als een intermezzo
Kabinet.
Dat bier inderdaad een intermezzo
bedoeld is, zou kunnen blijken uit het
feit üat de ministers Kan en Donner
bepaald hebben dat hun betrekkingen
voor hen opengelaten moeten worden.
Ik kan me begrijpen, dat deze heeren
bun mooie vaste betrekkingen niet
voor het buitengewoon onzekere mi
nistersambt in den steek wilden- laten.
Toch zit hier iets in wat minder
prettig aandoet.
Als een jongmensch voor enkele
maanden naar de kazerne gaat vinüt
hij bij terugkomst zijn plaats .vaak
door een ander ingenonüen.
Maar deze heeren kunnen naar hat
schijnt, zonder dat 's lands belangen
geschaad, worden, gemist worden.
Justitie kan 't, zoolang deze heeren
aan 't bewind zijn, zonder een Raads
adviseur stellen en Binnenlandsche
Zaken zonder een Secretaris-Generaal.
Ik neem aan dat alles behoorlijk
blijft marcheerén. Maar dan zou 't me
toch meer rationeel schijnen, wanneer
thans deze betrekkingen werden opger
heven.
OBSERVATOR
waarschuwingstoestellen zouden het
gevaar bij afgesloten overwegen ver-
grooten. Plaatsing van zulke toestellen
kan dus vooralsnog niet worden be
vorderd; door nader ondeyzoek en be
proeving zal moeten blijken, of en in
hoeverre voor eenig systeem de moge
lijkheid van toepassing bestaat.
„Patrimonium."
Door de Bondsvergadering op 22 en
23 Februari j.. van het Nederlandsch
Werkliedenverbond „Patrimonium" is
als 1ste voorzitter gekozen de heer P.
van Vliet Jr. te Utrecht, terwijl het
moderamen van het bondsbestuur in
zijn vergadering van 13 Maart j.l. de
functies als volgt heeft verdeeld. G.
Baas Kzn. te Amsterdam le seer K.
A. Grondijs te Utrecht, le penningm.
C. Smeenk te Arnhem 2e voorz. J.
Douwes Jr. te Amsterdam 2e secr. 'M.
H. Luther te Groningen, 2e penningm.
en J. Hollander te Den Haag, algem.
plaatsverv.
Het adres van den len secretaris
is aan het Centraal Bureau.
Mr. Donner en Mr. Kan.
Bij Koninklijk Besluit van 17 Maart
1926 is aan Mr. Dr. J. Donner en aan
Mr. J. B. Kan, bij K B van 4 Maart
j.l. met ingang van 8 Maart, d.a.v. res
pectievelijk benoemd tot Minister van
Justitie en tot Minster van Binnen
landsche Zaken en Landbouw, te re
kenen van laatstgenoemden datum eer
vol ontslag verleend, respectievelijk
als Raad-Aüviseur bij 't Departement
van Justitie en als Secretaris-Gene
raal bij het Departement van Binnen
landsche Zaken en Landbouw, wat
laatstgenoemd ontslag betreft tevens
met gelijktijdig eervol ontslag uit de
functie van Secretaris-Generaal in Al-
gemeenen dienst.
Eerste Kamerverkiezing.
Het Centraal Stembureau heeft gis
teren in de vacature, ontstaan door
het ontslag nemen van Prof. Slotema-
ker de Bruine als lid der Eerste Ka
mer, benoemd verklaard Prof. Jhr. Mr
B. C. de Savornin Lohman, hooglee
raar in het Staatsrecht aan de Rijks
universiteit te Utrecht.
De ho?r Drees voorzitter der S.D.A.P.
„Het Volk" deelt mede dat na ge
voerde besprekingen, het Bestuur der
S.D.A.P. er in geslaagd is den heer
W. Drees, wethouder te Den Haag, be
reid te vinden de functie van bezol
digd voorzitter der S.D.A.P. te aan
vaarden zoodra hij zijn wethouder
schap in 1927 kan neerleggen.
In verband met bovenstaande stelt
het Partijbestuur het congres voor af
te wijken van art. 31 der Statuten en
de heer Drees reeds op dit congres als
onbezoldigd voorzitter te benoemen
tot het tijdstip waarop hij zich geheel
vrij kan maken voor zijn functie.
FEUILLETON.
Uit nood en dood gered
22)
„Maar als ik nu eens een ander ge
kregen had en een kom goede melk er
bij?" hervatte La Croisette, mij beide
voorhoudende. „Ziehier, eet naar har
telust; ik ontbijt in het huis."
„Waar zijn wij?" vroeg ik, terwijl
ik gretig toetastte.
„Bij een pachthoeve aan den weg,
waarvan de goedhartige bewoners m'n
paard goed gevoederd en mij een ruim
ontbijt aangeboden hebben."
„Hre hebt gij toch dit alles gekre
gen?"
„Door een langen slungel, wiens
wang aoor kiespijn vreeselijk was op
gezwollen, een kies uit te trekken
Hebt gij hem niet geweldig hoor en
schreeuwen? Men kon hem wel te Ni
mes hooren."
,Ja ik hoorde hem gillen en kort
daarna lachen."
.Omdat hij zoo blij was, van zijn
pijn verlost te zijn."
„Verstaat gij dan de kunst om tan
„Het 'was voor het eerst dat ik er
e^n trok, maar ik deed hef, alsof h t
mijn H'inKsch werk was."
Jurfdet gij het ondernemen!
kom! Het is noodig om vc
trouwen in te boezemen, en eens moet
men toch beginnen. Wie zou zich ooit
aan de behandeling van een dokter
wagen als men wist dat men zijn eer
ste patient was?"
Ik glimlachte en schudde het hoofd,
zon Ier iets meer te zeggen. Toen ik de
heerlijke melk genuttigd had, zeide hij
„Nu ga ik de kom terugbrengen en
mijn paard weer inspannen. Om alle
lastige bezoekers te vermijden, bracht
ik de lieden in den waan, dat ik een
zieken broeder in den wagen had, die
in een hevige koorts lag, en sloot u
bovendien op."
„Zoudt gij het een of het ander niet
hebben kunnen vermijden?" merkte ik
aan, misnoegd over zijn onoprechtheid
„Neen, dat geloof ik niet; mijn ban-
lelingen en begrippen zijn zoo vreem i
niet als de uwe."
Thans reden wij heen en bewaarden
een tijdlang het stilzwijgen. Eindelijk
sprak La Croissette zich omwendende:
„Er zijn goede menschen bij beide
partijen. Die arme ongelukkige, die
liever sterven wilde dan haar geloof
verzaken, en wie wij het brood gaven,
was ongetwijfeld een goede Hugenote
Viaar daarentegen hebben wij straks
•en Room^ch gezin ontmoet, dat even
raaf was: zij geloofden elk mijner
oorden en voorzagen overvloedig in
ijne behoeften
Xekei zijn ei goede menschen bij
beide partijen stemde ik toe, „en als
de Roomschen dit van ons eveneens
wilden gelooven, zouden wij thans in
rust en vrede met elkander leven. Wij
hebben hun geen leed gedaan, zij
zijn het, dié ons kwaad en*onrecht aan
doen."
„Het is tot uw bestwil, zullen 2ij u
zéggen."
,Zij mogen het zoo meenen, maar
wij kunnen het niet gelooven, De
dwang, dien zij ons opleggen, .is niet
in den geest der liefde."
La Croissette trok de schouders op
en begon over andere onderwerpen to
spreken; eindelijk zeide hij:
Thans zijn wij een stad genaderd,
en weldra zult gij. de een of andere
kluchtige vertooning zien."
„Zou het niet te veel gewaagd zijn?"
,Het is daar zelfs veiliger dan overal
elders, doordat het er kermis is. Ik ga
aanstonds rechttoe naar het markt
plein rijden op, mijn hoorn blazen en
als wonderdokter optreden; maar neen
gij zult mijn handlanger wezen en op
den hoorn blazen. Laat mij u terstond
in het daartoe behoorende kostuum
kleedcn."
En tegelijkertijd haalde hij een ou-
'en scharlaken, aan alle kanten glin-
teréndep mantel te voorschijn, dien
'lij mij over de schouders wierp, be-
'ekte liet bovendeel van mijn gelaat
met een masker, van een grooten roo-
den neus voorzien, zette m{j een Spaan
scben pluimhoed op en duwde mij eeh
hoorn in de hand.
„Daarop nu zoo hard en dikwijls ge
blazen, als gij kunt."
Ik lachte en aanvaardde vroolijk
mijn rol; niemand zou in mij een Hu
genoot vermoed hebben.
La Croissette hulde zich vervolgens
in den deftigen zwarten mantel van
dokter Jameray en zette een groenen
bril op. Op de markt aangekomen,
plaatste bij een kleine tafel voor zich
en bedekte die met doozen en flesch-
jes, terwijl ik van tijd tot tijd vrij wan
luidende tonen op den hoorn blies,
hetgeen echter weldra een menigte
volks deed toestroomen. Nu hield hij
met evrwofiderlijken ernst een lofrede
op de voortreffelijkheid zijner artse
nijen. Zoo hield hij een fleschje, met
een lichtrood vocht gevuld, in de lioog-
té, welks deugden hij in dezer voege
aanprees:
„Mijne vrienden dit fleschje bevat
een weergaloos middel voor hen, die
het voorzichtig weten te gebruiken
Wanneer ik zeg voorzichtig, dan .be
doel ik daarmee, dat het voor zekere
gevallen heilzaam is en voor andere
niet baten zal. Dit geneesmiddel ver
leent spierkracht, bevordert den eet
lust en verheldert het denkvermogen
Zal het daarom een gebroken arm hee-
len of van kiespijn genezen? Volstrekt
niet. Ik kan u een kies uittrekken, in
dien gij het verlangt; sommigen
zeggen dat ik hierin bijzonder erva
ren ben, maar zich zelf te prijzen is
geen aanbeveliing; ik kan een kies
uittrekken, herhaal ik, hoe vast haar
^wortel ook zit, maar dit vocht kan
het niet. Kan het daarom van een ver
koudheid of een keelontsteking gene
zen? In geenen deele. Hier, indien het
u behaagt" hij vertoonde een andere
flesch, „is iets, dat daarvoor heil
zaam is; maar wat doet dit hier ter
zake? Kan het oogziekten genezen?
Neen. Of verzwikkingen? Verre van
daar. Neen, neen geachte dames en
heeren, laat ons geen onredelijke ver
wachtingen opwekken; dag is geen
nacht, zomer geen winter, een genees
middel voor paarden niet dienstig te-
*gen de koorts, en het zou dwaasheid
zi>n, zulken onzin een verstandig pu
bliek te willen opdringen. Maar hiev
biedt rich een gelegenheid aan, die
voor eenigen uwer wellicht nimmer
terugkeert, om een voortreffelijk en
afdoend geneesmiddel te koopen van
aangenamen smaak, welriekend, op-
vroolijkend en uiterst schaars te ver
krijgen. Inderdaad, ik heb er maar 3
stuks van, drie, zeg ik? ik vrees
er nog maar twee te bezitten, laat
eens zien o Ja, hier zijn er toch drie
en tegen spotprijs te krijgen
(Wordt vervolff'd).