CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
6e JAARGANG
DONDERDAG 18 MAART 1928
NUMMER 1773
LEIDSCHB CODIANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
BUREAUHooigracht 35 Tel. 1278, Postgiro 58936
T ei Hen PiufhnY
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiSn par regel 221/» c«n{
Ingezonden Mededeelingen, dubbel terieL
Bij contract, belangrijk* reductie.
Kleine advertentiên bij vooruitbetaling
▼an ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Franco per post per kwartaal f 2.90
Dil nummer hfistaaf ui! TWEE Bigden.
EERSTE BLAD.
's Lands linanciën.
Het „Handelsblad" wijdt een uitvoe
rige beschouwing aan het financieele
vraagstuk en komt daarbij tot de
conclusie dat er achter dr sluitende
begrooting toch nog heel veel finan
cieele moeilijkheden schuilen.
Vooreerst zijn er nog posten van be-
teekenis die nog steeds niet op den ge
wonen dienst voorkomen.
Dan moet niet uit het oog worden
verloren, dat het bedrag voor rente cn
aflossing nationale schuld, waarvoor
thans op de gewonen dienst f 23 mil-
lioen is uitgetrokken de eerstvolgende
Jaren schrikbarend zal stijgen tot het
"in 1923 de hoogte van f 42.2 millioen
zal hebben bereikt.
Bovendien zal de totale pensioenlast
aan den Staat de komende jaren tel
kens met ongeveer 6 millioen omhoog
gaan, waarbij nog komt dat tal
van wetten aanhangig zijn die mede
groote uitgaven zullen eisclien, terwijl
anderzijds Regeering noch Kamer den
zwaren belastingdruk willen handha
ven.
„Aan den eenen kant dus een drang
om de uitgaven uit te zetten, aan den
anderen kant een verlangen om de in
komsten te verminderen, zoowel ter
wille der „bevordering van de kapi
taalvorming" als der „ontlasting van
groote gezinnen" (regeeringsprogram;
Zouden we, ook maar begrootender-
wijs, het nadeelig verschil, dat daar
door moet ontstaan op den gewonen
dienst, in 'n cijfer kunnen uitdrukken,
dan zou daarvoor een getal moeten
dienen, dat in de tientallen millioenen
zou loopen. Hoe die millioenen
zouden moeten worden opgevangen,
dat zal op het oogenblik wel niemand
zoo dadelijk durven zeggen.
Minister De Geer zal daarover ech
ter moeten denken en spreken. Hij
zal zich moeten verklaren, moeten uit
maken, hoe op al de bovengenoemde
punten zal behooren te worden gehan
deld zonder dat een nieuw tekort
dreigt. Zietdaar, de waarlijk heel
moeilijke taak, welke de heer De
Geer op zich heeft willen nemen.
In zekeren zin is die taak moeilijker
dan die, waarvoor de heer Colijn
stond bij zijn optreden. Die had, als
we 't in dit verband even zoo uitdruk
ken mogen, het voordeel te moeten be
zuinigen, terwijl er een tekort was
van rond f 130 millioen. Dat was een
bedrag, dat tot den verwoedsten demo
craat moeest spreken (maar het, he
laas, nog niet eens altijd deed).
Maar nusluit de begrooting. In
de Kamer zullen er te vinden zijn, die
de noodzakelijkheid niet zullen vatten
van „voortgaande bezuiniging nog
wat lagere aanhouding van op zichzel-
ve hoogstgewenschte nieuwe wetten
en zoo meer. Hoeveel te minder zal die
noodzakelijkheid, bij een sluitende be
grooting, tot de massa des volks spre
ken?
Bovendien zijn sedert 1922, de uitga
ven, die voor besparing vatbaar zijn
(die voor leehing en aflossing en voor
de pensioenen zijn dat bijv. niet),
reeds m e t f 103 millioen vermin
derd. Dat beteekent dus, dat voor mi
nister De Geer nieuwe bezuinigings
objecten steeds moeilijker te vinden
zullen zijn. En toch zal hij die moeien
zoeken, wil hij niet gedwongen wor
den de meeste der hierboven-aangeroer
de punten als onoplosbare raadseltjes
terzijde te leggen".
Minister De Geer staat dus voor een
ver van gemakkelijke taak.
En in zooverre kan men den moed
bewonderen van den man die nu lif t
werk van den heer Colijn ontijdig
werd afgebroken den moed had de
taak die in 1922 voor hem te zwaar
bleek, weer op te vatten.
Temeer omdat algemeen van hem
verwacht wordt, dat hij, in tegeustel-
liug met den heer Colijn die bittere
drankjes voor moet schrijven, zal kun
nen optreden als den kok die de her»
stellende zieke een weinig verwent.
Waarbij nog komt dat de gulden
vrijheid waarvan thans de Kamerle
den genieten niet bevorderlijk is aan
het zoo noodig met straffe hand regee-
ren.
STADSNIEUWS.
De Litteraire Schoonheid van den
Bijbel.
In de laatste vergadering van bet
Chr. Comité v AVinterlezingen in dit
-seizoen heeft gisteravond Dr. B. W i e -
1 e n g a, Geref. predikant te Amster
dam, en schrijver o.m. va „De Bijbel
als boek van Schoonheideen lezing
gehouden over bovengenoemd onder
werp,
De spreker, na bij den aanvang Ps.
119 65 te hebben laten zingen, con
stateerde in zijn algemeene inleiding
als een der verrassingen van onzen
tijd, dat de bijbel door kringen waarin
hij vroeger werd beschouwd als vij
and, uit zijn ballingschap is terugge
roepen, en in zekeren zin in eer her
steld. Die waardeering is begonnen in
den kring der wetenschap, heeft zich
uitgebreid tot de z.g. itelléctueele
kringen en heeft ook haar intrede ge
daan, waar de religie geen eerste be-
teekenis wordt toegekend, n.l in den
Kunstenaarskring.
Deze kentering in de public ie opi
nie geldt niet zoozeer de religieuse,
dan wel de letterkundige beteeke-
nis van den bijbel. Maar toch moeten
wij, die den bijbel in de eerste plaats
liefhebben als boek van waarheid, r.s
afvragen of hij voor ons genoeg wordt
gewaardeerd als boek van schoonheid.
Eerst in algemeene trekken het ka
rakter van den bijbel schetsend, noem
de spr. den bijbel in de eerste plaats
een indirect voortbrengsel van de Is
raëlitische volksziel. Die volksziel
dorstte naar God, en stond daardoor
argeloos tegenover de cultuur. In dit
ééne boek dat het in den loop van
eeuwen heeft voortgebracht, heeft het
volk Israël dan ook alles gegeven wat
het had en daardoor is de bijbel ge
worden het volledig afschijnsel van
Gods heerlijkheid; het schoonste dat
de wereldlitteratuur heeft voortge
bracht. God heeft met Israëls volks
ziel iets gedaan dat gelijkenis heeft
met het wonder in Maria s schoot. De
H. Geest heeft de volksziel bevrucht,
en daaruit is de bijbel, als een wonder
van waarheid en schoonheid, geboren.
A'ls wij den bijbel eens alleen zien
om te bewonderen, als wij ook op de
bladzijden die de ingetreden levens
verarming teekenen de superieure
schoonheid van het echt-goddelijke
leeren bewonderen, en er oog voor krij
gen dat de bijbel een eenige, een ge
zalfde schoonheid bezit, dan verheffen
we een boek als Ruth ver boven de
Griekschemythen, een boek als Job
boven de fabelen van Promotheus,
Hooglied boven de Romeo en Julia
van Shakespeare, de Psalmen van Da
vid boven de Sonnetten van Kloos en
Boutens, zelfs boven de gevoelige ly
riek van Guido Gezelle.
Zich aansluitende bij de verdeeling
die de Bijbel zelf geeft, behandelde de
spreker hem achtereenvolgens als een
uiting van het verstand, van het ge
voel, en van den wil, of, naar zijn pro
fetisch, zijn koninklijk en zijn priester
lijk karakter.
Eerst die profetische schoonheid.
Om die te laten uitkomen noemt spr.
b.v. naast het majestiueuze Scheppings
verhaal eenige scheppingsmythen
van de heidenen.
- Het is eigenlijk te heilig om er ver
gelijkingen mede te maken, maar is er
iets schooners denkbaar dan het in
den bijbel woordgeworden raadsplan
Gods.
Eerst een paradijs en in het ehrle
weer een paradijs, maar gekristalli
seerd, de, stad Gods, met paarleri poor
ten en straten van goud. En in 't mid-
de» het bloedoverstroomde kruis
van Golgotha dat met zijn beide ar
men die twee partijen vereent Geen
wonder, dat de machtige schoonheid
van de openbaring dezer Godsgedach-
te Dante bracht tot zijn Divina Come-
dia, eindigend in het juichen der ver
losten en het weenen der opstandigen.
Geen roman, geen fantasie ncch fi-
losophie kunnen halen bij de g->dach-
tenkunst van den bijbel.
De karakterteekeningen, in enkele
trekken soms, de lichschijnscls van
levenswijsheid,, de omschrijving van
zienlijke en onzienlijke dingen waar
vinden zij haar wederga.
De bijbel heeft ook een Koninklijk
karakter. In den bijbel vinden we in
een niet te vergelijken mate de heer
schappij van het gedachten-openbaren
de Woord. De bijbel begint mei de
constateering van een feit, kent in dit
opzicht geen bescheidenheid, erkent
geen verbetering of tegenspraak.
Schopenhauer heeft wel eenigerma-
te overdreven toen hij het verstand het
instrument noemde van den menscho-
lijken wil. Maar in den bijbel inden
we in waarheid, de majesteit, de heer
schappij van het overredende, van net
vermorselende, van het snijdende
woord dat gedachten openbaart.
In woorden die onze pen in dit be
stek moeilijk een plaats kan geven
schildert spr. de vreeselijke schoon
heid die in de taal der profeten en der
Psalmisten zich openbaart.
De bijbel is een boek dat kan maar
het dringt zich op, het vermeestert
ook w i 1 overtuigen. Het laat niet los,
Hier blijkt het tekort der raociime
kunst, die slchts te genieten is voor
een kringetje fijnproevers cn het ver
mogen mist om de ziel vai\het volk te
pakken.
Rijk is de Bijbel ook in de uiting van
de zoo schaarsche nxlve'
aanvoelen. In de uiting'van alle ziels
stemmingen is de bijbel superieur. Hoe
heeft de Opperste Kunstenaar de na
tuurlijke gaven van den herder David
en van den visscher Johannes gehei
ligd»
Iedere taal verliest aan klanken
schoonheid door overzetting. Dit geldt
vooral van het Grieksch en het He-
breeuwsch, waarin men destijds 25
accenten kende met allerlei modula
ties, klemtoonen en zwellingen, die wij
niet hebben.
Maar toch blijft er nog genoeg te
bewonderen over. De klank is niet de
eenige eigenschap van de taal en de
uitdrukking van het zuiver natuurlijk
gevoel behoeft door vertaling niet ver
loren te gaan. Denk slechts aan Psalm
23. Voor ons, die in de inspiratie ge-
looven, is het door Heinrich Heine ge
roemde taalwonder in den bijbel niot
onbegrijpelijk. Als de klaprozen tus-
schen het koren, vinden wij de bloe
men van schoonheid op het graanveld
des Evangelies. Dit heeft de H. Geest
gedaan.
Citeerende uit verschillende Schrift
gedeelten laat spr. de schitterende poë
zie in den bijbel hooren. Niet Lamech,
met zijn zwaardlied was de eerste po-
eet, maar Adam, toen hij zijn Maninne
bezong.
Voor ons gevoel is een lied niet in
orde als het van achter niet rijmt. Hoe
maken wij daardoor van mooie poëzie
dikwijls droevig proza.. Spr. citeert op
een indrukwekkende wijze Ps. 114.
Daar zit geen rijm in, maar toch is
het de edelste poëzie, waarmede niets
kan vergeleken worden.
Het is niet toevallig, dat God aan den
bijbel zooveel schoonheid heeft gege
ven, en wij mogen die schoonheid niet
oneerbiedig voorbijgaan. Van hoe ont
zaglijken invloed is de bijbel geweest
op de ontwikkeing der kunst. Denk
aan Dante, Milton, Bunyan, Thomas a
Kempis, Vondel, Gezelle; wat de mu
ziek betreft aan Verdi, Haydn, Bach,
Handel, en aan schilders als Rem
brandt en Jozef Israëls
Wij moeten ons beijverdh om de»
bij'bel weer in zijn oorspronkelijke
schoonheid te laten spreken. Gelukkig
zijn we daarmede op den goeden weg.
Maar ook moet in onze omgang, en
vooral bij het spreken in de kerk alles
vermeden worden wat gezwollen en on
natuurlijk klinkt.
De Psalmen moeten wij leeren zin
gen zooals bet behoort, opdat de kun
stenaar David zich niet behoeve te
ergeren in zijn graf.
De taalverbetering is noodig voor de
propaganda van het Christendom Wij
mogen door ons gebrek aan schoon-
heidswaardeering geen belemmering
worden voor kunstzinnige buitenstaan
ders. En bovenal moeten wij door die
schoonheidswaardeering versterken
het eigen heilig heimwee naar den
nieuwen hemel en de nieuwe aarde
Naar Kanaan, waar alle talen ophou
deii; ook het Grieksch en Hebreeuwsch
behalve die ééne taal, die in de stil
bewonderende aanschouwing is gebo
ren: de taal der liefde.
Geëindigd werd met het zingen van
den lofzang van Simeon: „Een licht,
zoo groot, zoo schoon...."
RECLAME.
Allen die de lezing van Dr. B. Wielenga
hebben gehoord verlangen zeer het boek
„De Bijbel als boek van schoonheid" te
bezitten. Maar vooral voor hen die niet
zoo gelukkig waren Dr. B. Wielenga te
hooren, is het noodig dat zij dit zoo
schoone boek met rijken inhoud lezen.
De Bijbel als boek van schoonheid
door Dr. B. WIELEHGH.
Fraai gebonden f 6,90.
Verkrijgbaar bij 2540
J. PONTIER, Boekhandel J. DU PON,
HAARLEMMERSTRAAT 81, LEIDEN.
Gemeenteraad.
De Raad dezer gemeente zal a.s. Maan
dag des nam. te 2 uur vergaderen ter
behandeling van de volgetnae punten:
1. Benoeming van twee leden der
Plaatselijke schoolcommissie.
2. Voorstel om het bepaalde bij abt.
28. ie lid, sub, 2 der verordening, re
gelende den rechtstoestand van de amb
tenaren der gemeente Leiden* ten op;
zichte van den directeur der Gemeente
werker fr. G. L. Driessan, tot 1 Jan.
1928 buivoi toepassing te laten.
3. Rekeninh, dienst 1925, van de plaat
seljjke Schoolcommissie.
4. Voorstel tot verhuring van eenige
perceelen teelland, gelegen ten noorden
van den Morschweg. aan J. Schild.
5. Voorstel tot aanvaarding van de
voorwaarden, Waaronder door Gedepu
teerde Staten vergunning is verleend
voor den aanleg en de exploitatie van
een hoogspanningslijn van de Elèctri-
cdteitsfabnek te Leiden naar een te
bouwen transformator- en schakelstati
on op het terrein van de Boskoopsche
Waterleiding in de gemeente Hazers-
woude.
6. Voorstel tot aanvulling van het
dictum van het raadsbesluit van 2A Aug.
1925, inzake het verhaal van bijdragen
wegens inkoop voor pensioen.
7. Voorstel tot verhooging van ver
schillende posten der begrooting, dienst
1025, waarvan de raming te laag is ge
bleken.
8. Voorstel tot nadere vaststelling van
de bijdragen in de kosten vain het bij
zonder vervolgonderwijs, bedoeld in art.
102 der Lager Onderwijswet 1920, over
1923, voor de cursussen in een 6-tal
scholen.
9. Voorstel tot beschikbaarstelling v.
geilden voor de kosten van dein bijbouw
van een tweede spreekkamer in het
schoolgebouw aan de Langebrug.
10. Voorsteltot beschikbaarstelling
van gelden voor een kleine verbouwing
van cLe bovenverdieping van het Stede
lijk Museum „de Lakenhal".
11. Verordening, houdende wijziging
van de verordening van 31 Januari
1918, Gem.blad no. 3, betreffende de
wedden van ambtenarcfri in dienst der
gemeente Leiden.
12. Verordening, houdende wijziging
van de verordening vain 22 Januari
Gem.blad no. 4, regelende de heffing
van belastingen voor het gebruik van
het Openbaar Slachthuis te Leiden.
De Diaconale Conferentie der Classis
Leiden.
Namens de roepende Diaconie v. d.
Geref. Kerk te Leiderdorp opende br.
C. v. Dommelen als voorzitter deze
Classicale Diaconale Conferentie te
half zes met gebed, na 't zingen van
Ps. 133:1 en lezing van Rom. 12. Een
woord van welkom sprak de voorz. die
na afdoening van enkele huishou
delijke zaken het woord gaf aan br.
C. van Veen te Boskoop, welke een re
feraat hield over: „Particuliere en Di
aconale Barmhartigheid."
Op duidelijke wijze zette spreker uit
een, dat in de particuliere barmhar
tigheid tot uiting komt, het priester
lijk ambt der geloovigen, en het dia
conale ambt er is om dit te leiden en
tot ontwikkeling te brengen. Verkeer.!
achtte spreker de meening van som
migen, dat steeds de diaconale harm
hartigheid voorop moet gaan Z.i. komt
deze pas, als er geen andere bron van
hulpverleening is, of de particuliere
barmhartigheid te kort schiet. Echter
zoo te verstaan, dat de Diaconale
barmhartigheid ten volle hare plaats
behoudt, die haar als ambt in de kerk
des Heeren toekomt. Eenig verband)
tusschen de particuliere en diaconale
barmhartigheid is daarom zeer ge-
wenscht.
Aan de bespreking werd deel geno
men door de brs. Hijdema uit Hdlle-
gom, Y. de Bruin en J. Matze te Ha
zerswoude Boekkooi en de Jong, Lei
den, Mol erna, Koudekerk, v. Wijk, Bos
koop en Statema te Lisse.
De referent beantwoordde uitvoerig
de gemaakte opmerkingen en gestelde
vragen, waaronder vele niet van be
lang ontbloot wargn.
Als roepende Diaconie voor de D.v.
volgende te houden Classicale Confe
rentie werd aangewezen de Diaconie
te Lisse, terwijl de Diaconie van Ha-
zerswoude werd aangewezen alsdan te
zorgen voor een referaat.
Met dank aan den inleider, br. C. v.
Veen voor het geleverde, en aan_ de
kerk van Leiden voor de betoonde
gastvrijheid sloot de voorzitter deze
conferentie met het laten zingen van
Ps. 133:3 Br. de Jong eindigde met
dankzegging.
Uitvoering D. O. S.
De sportlievend Leiden zoo welbe
kende Chr. Gymnastiek- en Scherm-
vereeniging „Door Oefening Sterk",
had gisteravond in de groote zaal der
Stadsgehoorzaal haar propaganda-uit
voering. Evenals vorige jaren was er
ook nu weer flinke belangstelling en
waren vele huisgenoot en en vrienden
der leden opgekomen om bij de uit
voering tegenwoordig te zijn.
Het was een mooi gezicht, toen pre
cies op tijd alle afdeelingen der ver
eeniging, terwijl de muziek den D.O.S.
marsch sp 'e met den looppas de
zaal kwa nnenstormen, vlug en
vroolijk. toch ordelijk. Vervol
gens schaarden zij zich rondom het
vaandel.
De leider der uitvoering, de heer
A. M. Verschoor, opekde den
avond met gebed en heette daarna
namens D.O.S. alle aanwezigen harte
lijk welkom.
Was het eerst het plan geweest,
de uitvoering in tweeën te splitsen,
door bijzondere omstandigheden was
het bestuur genoodzaakt, daarvan af
te zien, wat tot gevolg heeft, dat het
programma in een ietwat vlugger tem
po zal afgewerkt worden.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer.
Binnenland.
De nieuwe spoorwegtarieven.
Het crisisdebat in da Tweede Eam«ï
Dr. De Geer aan het woord.
Een voorstel tot behond van het ge
zantschap bij het Vaticaan.
Dr. J. G. Geelkerken door de Genera
le Synode te Assen uit het ambt ontzet
Buitenland
De beslissende zitting der Voften-
bondsvergadering.
Jhr. London verklaart, dat op zijn
minst het gezag van den Volkenbond
geleden heeft.
De voorbereidende ontwapenings
conferentie zal begin Mei bijeenkomen
Spr. hoopte dai D.O.S. oib ook
dezen avond niet zou teleurstellen doch
zijn ouden roem handhaven en werken
zooals we dat van D.O.S. gewend zijn.
Spr. heette vervolgens in t bijzon
der de gasten welkom, allereerst de
zusterverenigingen die afgevaardig
den gezonden hadden.
De Burgemeester had bericht gezon
den, door rouw verhinderd te zijn, de
uitvoering bij te wonen; laat ons ho
pen, dat nij de volgende maal in ons
midden zal kunnen zijn.
Het verheugt spr., den.heer Steyna'
welkom te kunnen heet en, die de ver
eeniging zoo menigmaal trouw heeft
geholpen en bijgestaan waar dat noo
dig was en thans ook voorzitter van
de Technische Commissie is gewor
den.
Spr. eindigde met den wensch uit
te spreken, aat alle leden van D.O.S.
hun beste beentje zouden voorzetten
en verklaarde daarna den uitvoerings
avond voor geopend.
Een hartelijk applaus onderstreepte
het openingsvvoora/ van den voorzit
ter. Hierna werd aan de uitvoering
van het niet minder dan 18 nummers
tellende programma begonnen.
De volgende oefeningen werden uit
gevoerd: door de adsp. heeren vrije
oefeningen en klimmen; door de adsp.
dames springrietoefeningen en even-
wichts-latten; door de sub. adsp. da
mes variatienummer en spel; door de
sub W.L. heeren loop- en springoefe
ningen (Weber), vrije oefeningen
(Niels Bukhj en voorbereidende ath-
letiekoefesninngen; door de sub W. L.
dames paardspirngen. stokoefenmgen
en springen (paard); door de W. L.
heeren rek- en brugoefeningen, staaf -
oefeningen en springen 'tremplini
hoog); door de W. L*. dames knots-,
vrije, en brugoefeningen.
Het zou ons te ver voeren, al deze
oefeninngen afzonderlijk te bespreken,
doch we zullen alleen onzen totaal
indruk weergeven.
Er werd door alle leden zonderon
derscheid uitstekend gewerkt en we
merkten maar heel weinig op, waarop
eenige aanmerking te maken ware;
trouwens wat is volmaakt
D.O.S. heeft zijn ouden roem in
derdaad schitterend gehandhaafd en
dit is zeker voor een groot deel te
danken aan de uitstekende leiding die
het heeft. Daarom een woord van hul
de aan de leidster der Damesafdeeling
Mej. A. v. d. Vegt te 's-Gravenhage
en den leider der Heerenafdeeling,
den heer A. M. Schieffelers te Haar
lem. De hun aangeboden bloemen wa
ren dan ook wel verdiend
Spraakonderricht voor predikanten.
De heer L. van Lier, gemeente spraak
leeraar in Den Haag, heeft gister voor
het Collegium Theolocicum Chrysoeto-
mus in het klein auditorium der Uni
versiteit alhier, een voordracht gehou
den over: Het methodisch spreken.
Hulde brengend aan Prof. Knappert
voor diens bemoeiingen besprak de neer
van Lier de klachten over onverzorg
de predikatiën. Hjj toonde mot citaten
uit den Bijbel aan, dat in de oudheid de
voorgangers der menschheid de waar
de van het goed gekozen en goed uit
gesproken woord ten volle beseften, en
dat de belangstelling in „onze' dagen
voor het woord sterk toeneemt
Aan den Predikant worden bijzondere
beroepseischen gesteld. De hoogesohool
hééft op uitnemende wijze gezorgd voor
onderwijs in het kiezen van het woord,
zoodat de te bespreken stof volledig
beheerecht wordt
De vorm zij een bescheiden begin,
een uiteenzetting der beteekonis van net
onderwerp en een samenvattend, op
wekkend slot, omdat het verbindingsmid
del het gesproken woord is, moet de
Heider meesterschap voeren over de
taal en wei zoo, dat de gedachte juist
en nauwkeurig wordt uitgedrukt Arti-
tieke aanleg mag ontkiemen, taalver-
sieringen en stijl worden toegelat
Maar met Dr. Pierson plei te spr. vu