NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 10 MAART 1926 TWEEDE BLAD. WAT DE BLAOEN ZEGGEN, Het nieuwe kabinet. Aan een beschouwing in onze „Rot terdammer" is het volgende ontleend: Op het oogenblik is de toestand zoo, dat wij hebben een extra-parlementair kabinet, met een bij uitstek parle mentair figuur als Mr. De Geer ais premier. Mr. De Geer is een van de vooraan staande politici van rechts en was dus reeds uit dien hoofde niet de aange wezen man om als leider van een ex tra-parlementair kabinet op te treden. Verder maakte hij deel uit van het nu afgereden kabinet-Colijn, terwijl hij bovendien door zijn ministrieel verle den aan het hoofd van het Dept. van Financiën in een eenigszins eigenaar dige positie komt te verkeeren. Het is om deze redenen dat hét ex tra-parlementair gerecht, reeds vanaf het oogenblik dat Mr. De Geer het ons heeft opgediend een minder aangena- men geur verspreidde, en de overigens tamelijk smakelooze extra-parlemen taire spijs vermoedelijk ook straks een sterk „politieken" bijsmaak zal blij ken te bezitten. Het mag als bekend worden veron dersteld, dat de A.-R., toen een parle mentair kabinet niet meer mogelijk bleek, de pogingen van Air. Limburg om in extra-parlementaire richting een oplossing te zoeken tot op zekere hoogte met instemming hebben be groet. Mr. Limburg was een ervaren parlementariër, die echter buiten de politiek van den dag stond, en derhal ve voor de vorming van een extra-par lementair kabinet als aangewezen kon worden beschouwd. Toen Mr. Limburg's pogingen faal den had aan een ander buiten de ac- tueele politiek staand politicus van voldoende gezag en ervaring een soort gelijke opdracht kunnen zijn verstrekt Indien echter bleek, dat zulk een for mateur niet meer was te vinden, dan lag het voor de hand, dat een admini stratieve figuur met de vorming van een ambtenarenministerie ware be last. Niet voor de hand lag de aanwijzing van een der ministers uit het vorige kabinet, en nog wel van de positie van Mr. De Geer, voor de samenstelling van een extra-parlementair kabinet. Ook Mr. Heemskerk heeft zich in zijn Zaterdag te Nunspeet en gisteren te Utrecht gehouden rede in dezen geest uitgelaten en liet niet onduidelijk doorschemeren dat hij na de misluk king van Mr. Limburg een opdracht aan den vroegeren secretaris-generaal van Binnenl. Zaken, Mr. J. B. Kan, ra tioneel zou hebben gevonden. Naar wij meenen te weten heeft ook de voorzitter der Tweede Kamer, die nog Vrijdagavond door de Koningin in audiëntie werd ontvangen, geadvi seerd nu Mr. Kan met de formatie van een extra-parlementair kabinet te be lasten, zoodat, indien dit juist is, de opdracht aan Mr. De Geer niet bet ge volg is geweest van het door den heer Ruys gegeven advies. Mr. Kan schijnt ook inderdaad te zijn aangezocht, maar meende dat hij nog niet aan de beurt was en eerst nog een poging door een politicus moest worden beproefd. Dat iemand als Mr. Kan daarmede gedoeld heeft op een politieke figuur van het slag van Mr. Limburg en niet op iemand van de positie van Mr. De Geer kan wel als zeker worden aangenomen. Na de opdracht aan Mr. De Geer is diens „hulp" aan Mr. Limburg in een nog eigenaardiger licht komen te staan. En het zal voor den buiten staander zonder meer ook niet duide lijk zijn waarom het door Mr. Lim burg bijeengebrachte materiaal moest dienen voor een kabinet, aan het hoofd waarvan niet een min of meer partijlooze als Mr. Limburg, maar een der prominente figuren van de rechter zijde moest komen te staan. De situatie wordt er niet duidelijker op, wanneer men bedenkt, dat Mr. De Geer over de hem reeds Maandag verleende opdracht aanvankelijk een geheimzinnig stilzwijgen heeft be waard, zoodat Dinsdag zelfs Minister Coiijn'er nog geheel onkundig van was en ook aan de leiding Ier A.-R. groep in de Tweede Kanier geen enke le mededeeling was gedaan. Veilig mag worden aangenomen, dat tijdens ce behandeling van i et voor stel inzake Kamerontbinding in de Kamer niemand kennis dro»g van een opdracht aan Jhr. De Geer, zoodat de heer Albarda zich wel grootelijks heeft vergist, toen hij meende dat al les „doorgestoken kaart' was en hij daarom de leden der rechterzijde met „ploerten" meent te mogen gelijk stellen of vergelijken. De zaak krijgt nog een bedenkelij ker aanzien, wanneer men er zich re kenschap van geeft, dat het aanvan kelijk de bedoeling was van Mr. De Geer zóó tijdig met zijn formatie ge reed te komen, dat reeds in de Kamer zitting van Dinsdag de mededeeling kon worden gedaan, dat de vorming van een nieuw kabinet was gelukt. Men denke zich even in, wciken indruk zulk een bericht op een geheel onvoorbereide Kamer zou hebben ge maakt 1 Het is Mr. De Geer intusschen niet mogen gelukken de zaak reeds Dins dag in kanen en kruiken te hebben. Uit het bovenstaande moge zijn ge bleken, dat het Kabinet-De Geer door den persoon van zijn premier, een po litieke figuur par excellence,, die bo vendien als Minister van Financiën een zekere reputatie heeft, niet als een zuiver extra-parlementair ministerie kan worden beschouwd, maar toch ook weer, door de wijze waarop het is tot stand gekomen, een uitgesproken buiten-parlementair stempel draagt, zoodat er, naar Mr. Heemskerk gister avond opmerkte, alle reden is om, meer dan bij eenig ander kabinet, er den nadruk op te leggen, dat de par tijen er volkomen los van staan Moge het politieke debat van Vrij dag a.s. veel van de neve.on, waarin nu het Kabinet-De Geer nog is gehuld, doen opklaren. KERK EN SCHOOL. NED. HERV KERK. Beroepen. Te Hien en Doodewaard D. J. Peters e te Oud-Loosdrecht. Te Sloten, B. S. Dijkstra Szm te Hollandscbe Veld. Te Geertruidenberg, H. W. Bosch te Lutjebroek. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Zwolle, J. R. Gom te Apeldoorn en Dr. J. Thijs te Meppel. Beroepen: Te Rotterdam, w! J. J. Velders te Amsterdam. Te Bierum, F. H. van Loon te Smilde. Te Fijnaart, P. v. d. Spek te Spiikernisse. Bedankt: Voor' Haarlemmermeer, (Sloterweg), W. H. van der Vegt te (Drachtster Compagnie. CHR. GEREF. KERK. Twee tal: Te Broek op Langendijk, J. Jongeleen te Hilversum en G. Salo mons te Amersfoort. Te Drachten. H. C. Binée te Murmerwoude en H. Velema te Noordeloos. REM. BROEDERSCHAP. Tweetal: Te Dokkum, L. B. Hout- gast te Boskoop en mej. Dr. F. W. Rappold, Zwammerdam. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. P. Jukkeaekke J. Pzn., nam wegens vertrek naar Maarssen Zon dag j.l. afscheid van de Geref. Kerk van Epe met een predicatie over 2 Thess. 3:6. Na door Ds. C. Vermaat van Mak- kum met een predicatie over Matth. 4 vers 17 te zijn bevestigd, deed Zondag cajid .H. J. Hoek uit Haarlem intrede (bij de Geref. Kerk van Gaast, met een predicatie over Jes. 40:1 en 2. Ds. F. A. den Boeft heeft Zon dagmiddag afscheid genomen van de Geref. Kerk van Kruinlngen met een predicatie over Matth. 25:19. In een speciale avonddienst hield de scheidende leeraar een toespraak naar aanleiding van Openb. 21:22. Emeritaat. Ds. J. C. Helders, Ned. Herv. pred. te Groesbeek, heeft tegen 11 April om gezondheidsredenen eervol onthef fing gevraagd uit zijn ambt. Naar wij vernemen, zal Ds. L. van Wijk, pred. bij de Geref. Kerk van Ede, die reeds geruimen tijd ziek is, ge noodzaakt zijn binnenkort zijn emeritaat aan te vragen. Evangelische Maatschappij. In plaats van Dr. J. F. Beer ens te Utrecht, die aan de beurt was om af te treden, is tot lid van het hoofdbestuur der Evangelische Maatschappij gekozen Ds. H. H. Dorgelo te Culemborg. Een protesteerende kerkeraad. De kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Hoorn heeft het volgende protest in gediend bij den minister van Justitie: „De kerkeraad der Ned. Herv. Gsm. te Hoorn, vernomen hébbende de be noeming van den heer P. Kiehl (voorg. eener Evangelisatie vereenig ing te Hoorn) tot Protestantsch godsdienstlee raar aan de rijkswerkinrichting te Hoorn neemt de vrijheid tegen deze benoeming een nadrukkelijk protest bij uwe excel lentie in te dienen, wijl daardoor de geestelijke verzorging der protestant- sche gedetineerden, die bijna alle tot de Ned. Herv. Kerk behooren. door u ont trokken wordt aan de ofriciesl'e, door den staat erkende en sedert eeuwen hier bestaande Ned. Herv. Gem., tot welke genoemde hervormde gedetineerden wet- tiglijk behooren en welker godsdien stige verzorging vanwege de officieele gemeente, waartoe zij bshooren, op deze wijze door den staat onmogelijk worden gemaakt hetwelk in strijd is m?t de door den staat te eerbiedigen plichten van het onderhavige kerkgenootschap en met de rechten ziiner leden. Onze kerkeraad moet de gewraakte benoeming beschouwen als een minis - terieele handeling, die dienstbaar is ge maakt aan de partijzucht van uwe excel lentie. Federatie van Ned. Herv. Diaconieën. De jaarlij jsche diacona e confurent.e der Federatie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk komt dit jaar niet te Lumtercn samen. Inplaats hi rv;n worden twee confe renties in het conferentie-oord Amers foort gehouden; de eerste 46 Mei en de tweede 1517 Mei a,s. De Tsjechische Kerkenbond. Volgens het orgaan van de Evang. Tsjechische Broeaerkerk zijn de vol gende kerken in Tsjecho-Slowakije be reid een Tsjechischen kerkenbond te vermen: Evang. Luth. Kerk, de Evang. Tsjech. Broederkerk, de Hernhutter Broedergemeenten, de Duitsch-Evang. Kerk, de Broeder-Uniteit van Chelt- schitzky en de Methodisten. Het. bestuur der Poolsch-Evangeli- sche Kerk verklaarde, dat in de statuten van den bond enkele bepalingen voor kwamen, waaromtrent het eerst nog overleg wenschte te plegen. De Vrij- Geref. Kerk had dogmatische bezwa ren tegen de aansluiting, terwijl de Ge ref. Kerk van Slowakije niet eens de moeite nam om op de uitnoodiging te antwoorden. Op den 25sten Maart zal in Praag de stichting van den nieuwen kerkenbond plaats vinden. Het Protestantisme wint in sommige deelen van dit nieuwe rijk steeds meer veld. Zoo traden b.v. 'in Brüinn in 192s niet minder dan 3^19 personen tot ae protestantsche Kerken toe. Voor eenige jaren was hier het Pro- testantsche aeel een kleine minderheid, die nu reeds uitgegroeid is tot een gemeente van ruim 23000 leden. In Kremsier telt de gemeente 5800 leden, in Prerau 3700. In Pardubitz" slo ten zich_ in het vorige jaar ruim 2300 leden bij de gemeen je aan. BINNENLAND. Oud-minister Kooien weer lid der Tweede Kamer? Naar de „Msb." meldt, heeft de heer 'G. W. Kampschöer, burgemeester van Monster, aan mr. dr. D. A. P. N. Koo ien, afgetreden minister, aangeboden van zijn Tweede Kamerzetel afstand te doen ten einde mr. Kooien gelegen heid te bieden weder in de Kamer zijn intrede te doen. Mr. Kooien heeft ver klaard dit aanbod van den heer Kamp schöer op zeer hoogen prijs te stellen en het in beraad te nemen. De heer Kampschöer heeft gisteren het bestuur der R. K. Kamerfractie en dat van de R. K. Staatspartij met een en ander in kennis gesteld. Afscheid Mr Dr. J. Schokking. Maandagmorgen 110 uur gaf de af tredende Minister van Justitie aan de ambtenaren van zijn Departement ge legenheid afscheid van hem te nemen. Zeer velen stelden er prijs op, door hun tegenwoordigheid te toonen, hoe zeer de scheidende chef in den korten tijd van zijn bewind hunne sympathie had weten te winnen. Elk der onder- afdeeJingen werd door Z.Ex. in een |vorte toespraak op het mooie van hare speciale taak gewezen en ieder der aanwezigen opgewekt, om zich bij het soms ietwat droge van zijn dage- lijksche taak, in zijn werk te laten inspire eren door het verheven doel van het geheel. Met de beste wenschen voor hunne personen en gezinnen drukte Z.Exc. ten slotte ieder hunner de hand. Christelijk-democratische Bond. Deze hond heeft dezer dagen zijn al- gemeene vergadering gehouden te Utrecht. De waarnemende voorzitter herinnerde aan de verkiezingen van het vorige jaar en de teleurstellende ervaringen 'jeq opgedaan. Na eenige bespeking werd besloten, doel en karakter van hdn bond niet te wijzigen. Het bondsbestuur werd op voorstel van eenige afdeelingen ge machtigd, de noodige stappen te doen, die kunnen leiden tot een zoo groot mogelijke eenheid tusschen de Chr. democratische groepen. In verband met de eenheids-pogingen werden en kele voorstellen aangehouden, o.a. be treffende program en actie. Ook de vraag betreffende een Chr. democrati sche jeugdorganisatie zal door het bondsbestuur nader overwogen wor den. Mr. Sandberg is als voorzitter af getreden. Eigenaardig is dat wel gemeld wordt wie aftrad, maar niet, wie gekozen werden. Een bijzonder bewijs van democra tie misschien? Bevordering van de Ned. Nijverheid, Vanwege het Ministerie van Binnen- landsche Zaken en Landbouw is tot de gemeentebesturen een schrijven ge richt, waarin de Minister herinnert aan een aanschrijving, waarbij in aan sluiting aan het rondschrijven van zijn ambtsvoorganger d.d. 14 Jan. 1924, verzocht werd zooveel mogelijk te be vorderen, dat geen bestellingen, we'ke kunnen geacht worden aan de buiten- landsche nijverheid te zullen ten deel vallen, vanwege het Rijk worden ge daan of goedgekeurd, zonder da: blijkt dat de Rijkscommissie voor werkver ruiming betreffende die bestellingen is gehoor. Het overleg met vorengenoemde commissie heeft in vele gevallen tot een gunstig resultaat geleid. Desniet temin is de commissie van oordeel, dat in dit opzicht nog aanzienlijk meer zou kunnen worden bereikt. Daar door nauwgezette opvolging van bovenbedoeld verzoek een dubbel belang wordt gediend, n.l. de bevor dering van de Nederlandsche Nijver heid en vooral bestrijding van de heer- schee de werkloosheid, vestigt de Mi nister nogmaals daarop de aandacht van :1e gemeentebesturen. Tolheffing in de Haarlemmermeer? In de gehouden vergadering van Hoofdingelanden van den Haarlem mermeerpolder deed de voorzitter o.a mededeeling dat een verzoekschrift was gericht tot de Kroon tot het mo gen heffen van tolgelden. Waar het in hoofdzaak het door gaand autoverkeer is, dat de wegen treft, achten dijkgraaf en heemraden het zeer gewenscht, dat ook dat ver keer eenigszins meehelpt de zeer zwa re onderhoudskosten te dragen. Mede in verband met het onderhoud der we gen heeft het college zich tot Gedep Staten gewend, om het zwaar autover keer op den Ringdijk eenigszins te be perken. Als waterkeering vereischt de ze dijk alle zorgen van het polderbe stuur en dientengevolge moet al het verkeer, dat ook langs andere wegen geleid kan worden, daar worden ge weerd. Het moet in de bedoeling liggen de tollen op alle in- en uitgangen van den polder, de bruggen en pontveren dus. te paatsen Eieren voor Duitsculand. De Minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw brengt ter kennis, AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 10 Maart 1926. A. B. K. de roode spotter, heeft Co- lijn nog uitgeluid, hoewel naar hij steeds beweerd, Colijn 't leelijk heeft verbruid. -Heel wat had hij aan té merkenCo- lijn was hem veel te straf; maar hij moest toch ook erkennen dat 't hem stof voor krabbels gaf. Voor de roode lasteraren, was Colijn een prachtfiguur. Altijd viel er wat te smalen, want de druiven waren zuur. Maar nu is het eind gekomen Niet door 's vijands overmacht, maar door 't onderling krakeelen, van personen tuk op macht. 't Rechtsche Kabinet verdween weer. Colijn had het bed gespreid en toen heelt Jonkheer de Geer zich, vlug op 't bedje neergevleid. A. B. K. is in de wolken, over 't on verwachte end? Maar hij kon het niet ontkennen: die Colijn was toch een v en tl OBSERVATOR. dat certificaten van oorsprong voor eieren, bestemd voor Duitschland, kun nen worden aangevraagd bij de Ka mers van Koophandel, alsmede bij den Rijkspluimveeteeltconsulent te Beek bergen en bij de assistenten bij den dienst van voornoemden consulent, de heeren B. van Asperen Vervenne te 's-Gravenhage, W. Janssen te Horst en F. Hoogeveen te Leeuwarden. De Glindhorst. Nu in verschillende bladen berich ten voorkomen over het mogelijke standpunt, ingenomen door de com missie-Bosch, welke zal rapporteeren over het stelsel, toegepast bij de stich ting De Glindhort, kan de Rott. uit de beste bron mededeelen, dat dit rap port binnen enkele dagen volledig zal worden gepubliceerd. De commissie is unaniem van oor deel, dat De Glindhorst moet blijven bestaan. De grootst mogelijke meerder heid stelt voor het thans gevolgde op voedingssysteem-volledig voort te zet-, ten. De kleinst mogelijke minderheid zou wenschen, dat voorloopig alleen jongens werden opgenomen, waarbij in de toekomst eventueel zou kunnen worden overwogen ook weer meisjes op te nemen. Dat de commissie-Bosch niet den oud-directeur Ds. S. J. Vogelaar zou hebben gehoord is te verklaren uit de haar gegeven opdracht welke alleen inhield te rapporteeren over het opvoe dingssysteem en niet inhield een on derzoek in te stellen naar toestanden in het verleden als waarbij de naam van Ds. V. werd gemoeid. Ned. Chr. Voetbalbond. In een te Utrecht gehouden vergade ring is opgericht een Nederlanclsche Christelijke Voetbal-Bond, welke Bond zich ten doel stelt deze tak van licha melijke oefening in eigen» milieu te doen beoefenen. Er waren afgevaardigden aanwezig uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Gel derland, Utrecht en Overijsel. De Gron. Voetbalbond was niet vertegenwoor digd, maar betuigde reeds eerder in stemming. Enkele vooraanstaande per sonen uit den lande betuigden schrif telijk hun sympathie. Na eenige bespreking werd met al- gemeene stemmen tot oprichting be sloten. Een voorloopig comité, dat de oprichting had voorbereid, werd geko zen tot voorloopig bestuur. Het secre tariaat zal gevestigd zijn v. Alkemade straat 14, Rotterdam. Besloten werd de nieuwe organisatie een federatief karakter te doen dragen. De uitwer king der plannen werd aan het voor loopig bestuur opgedragen. Een staking. De Chr. Fabrieks- en Transportar beidersbond deelt mede, dat Maandag een staking is uitgebroken op de Steen fabriek N.V. de Lage Waard te Hur- wenen (G.) De staking omvat 55 per sonen en staat onder leiding van den Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders- bond. De oorzaak van het conflict is gelegen in het feit, dat de directie 6 arbeiders heeft ontslagen, die zicli hadden georganiseerd. FEUILLETON. Uit nood en dood gered M> „Goede vriend, ik ben aan beide voe ten kreupel" zeide ik, en wilde mij haastig met Madeleine verwijderen, maar een for9che, donkerkleurige man trad ons in den weg. „Gij zult niet heengaan" verklaarde hij, tenzij gij ons zegt, wie gij zijt en wat uw voornemen is." „Wij zijn onschadelijke lieden en slechts verdwaald geraakt?' sprak Ma deleine „O zool Maar verdwaald? En hoe ko men onschadelijke lieden op dit late uur in het Amphitheater rond te dwa len?" Voordat wij konden antwoorden, trad een klein, schraal man, in het zwart gekleed, met een flesch in de hand, die hij even aan de lippen ge bracht had, te voorschijn en sprak: ,Houd op, er is genoeg gevraagd. Ik ken dezen jonkman en ook deze jonge dame; wij zijn zeer goede vrienden. En terwijl hij mij scherp aanzag, vroeg hy mij: „Herkent gij mij?" En toen ik het moest ontkennen, vervolgde hij: „Och. kom, denk maar eens na. Laatst waart gij er beter aan toe dan ik, thans is het omgekeerd. Herinnert gij u de jaarmarkt van Beaucaire?" „Ja, zeker, mijnheer' sprak thans Madeleine snel, „en ook uw fraaie naalden en spelden en mooien wa gen." De speldenkoopman. gestreeld, her vatte: „Gij hebt een beter geheugen dan de jonge man, ofschoon ik hem veel dank schuldig ben. Gij hebt mij toen een dienst bewezen en mij uw halsdoek geleend." En dien uit zijn rokzak nemende, reikte hij hem mij toe; vervolgens zich tot zijn makkers wendende, sprak hij tot hen: „Ver schoont mij; ik zal deze jongelieden een eindweegs vergezellen. Het zijn mijn vrienden, en de jonge man i3 ziek." En inderdaad, mijn hoofd was zoo zwak, dat ik nog slechts een verward gegons van 9temmen vernam. Toen ik weder tot mij zeiven kwam, werd ik door den speldenkoopman La Croisette genaamd, terwijl Madeleine mijn voe ten steunde. „Laat mij beproeven een weinig te gaan" verzocht ik, maar het was mij niet mogelijk. Toen bleven wij een wijle toeven, daar Madeleine naar hare zuster en de kinderen wilde zoeken. La Croisette vroeg mij intusschen: Gij schijnt in verlegenheid; wat is u overkomen?" „Weet gij niet, dat de dragonders te Nimes zijn? Zij hebben mijn moeder willen verbranden, mijn vader gebon den en geslagen, ons eigendom ver nield en mij zoo mishandeld, dat het gaan mij onmogelijk is." „Elk dezer zaken is reeds erg ge noeg" sprak hij bewogen. „Is dat vriendelijke meisje uwe zuster?" „Neen. zij is mijn verloofde." „En gij zijt naar het Amphitheater gevlucht en hebt uw vader en moeder ginds aan hun lot overgelaten?" „Zeer tegen mijn zin. ik verzeker het u. Mijn moeder en Madeleine hebben mij schier hierheen gedragen, toen eerst zagen wij mijns vaders zijdekan toor in brand staan en mijn moeder snelde daarop naar hem." Madeleine, teruggekomen, zeide nu bemoedigend: Ik heb hen gevonden, het is hier kort bij en zij zien er recht tevreden uit." Met hare hulp en die van La Croi sette sleepte ik mij voort, en zoo be reikten wij ten laatste hunne tamelijk verwijderde schuilplaats. eHt oude ge welf met het kleine haardvuur, de brandende lamp en een gordijn ter wering der vochtigheid, de gereedge zette voedingsmiddelen en de op den grond gespreide nachtlegers boden een verrassend huiselijk tafereel aan. Aanstonds wierp ik mij op het voor mij bereide strooleger, en nooit heeft een vorst op dons en satijn zoo ver kwikkelijk gerust als ik op mijn ar melijk nachtleger. La Croisette be schouwde dit alles met kennelijk wel gevallen. waarna hij, zijn flesch aan mijn lippen brengende, mij dringend uitnoodigde die verder te ledigen. Wat zij bevatte weet ik niet, maar het sterkte mij, en na mij goeden nacht gewenscht te hebben, knikte hij mij vriendelijk toe en ging heen. Maar ik was uiterst bekommerd over mijn moeder, ofschoon Madeleine mij verzekerde, dat zij onze schuil plaats wist. De kinderen geraakten in slaap, terwijl wij in pijnlijke onze kerheid hieven. Eindelijk hoorden wij voetstappen, en wijl ik er mij te zwak toe voelde, ver wijderde Madeleine zich, om te zian of er vriend of vijand naderde. Weldra leidde zij mijn vader en mijn moeder beiden binnen, terwijl de roode haard- gloea bun gelaat verlichtte. Na een korten blik op ons geslagen te hebben, was mijns vaders eerste woord: „Kin deren, laat ons bidden-" Zelfs de kleine kinderen rezen uit hunne sluimering op en hieven de han den opwaarts. Mijn moeder en de meis jes knielden, terwijl mijn vader dank te, dat wij allen weder bijeen waren, 'en dat, al mochten onze tijdelijke goe deren ons ontnomen zijn, ons leven ge spaard was gebleven. Voorts dankte hij vurig, dat in deze dagen van gees telijke beproeving niemand onzer zijn geloof verzaakt had en wij staande gebleven waren in den strijd. Verder smeekte hij den Heere God, dat, wat ons ook beidde, Hij ons voldoende kracht mocht verleenen, evenals hij Daniël in den leeuwenkuil, Sadrach," Mesach en Abednego in den vurigen oven, Petrus en Silas in den kerker en Johannes op Patmos gesterkt had>dat ook wij ons mochten verheugen, de ge nade te zijn waardig gekeurd om Zijns Naams wille verdrukking te lij den, en gesterkt mochten worden om, daartoe geroepen, voor koningen ge tuigenis af te leggen Terwijl h(j zoo bad, maakte zich een onuitsprekelijke kalmte en blij moedig vertrouwen van mij meester; een diepe slaap overviel mij, die mij tot den volgenden morgen aan alle pijn, zorg en komfner, onttrok. HOOFDSTUK VII. La Croisette. Ik ontwaakte pijnlijk en huiverend van koude. Van mijn voeten was de huid aan de zolen geheel wegge- schroeid, en door het langdurige gaan waren zij zeer gekneusd; de daardoof ontstane ontsteking schokte mijn g^* heele lichaam, dat door de ontvangeo slagen als verstijfd waa. [Wordt vervolg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5