NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 10 MAART 1926
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLAOEN ZEGGEN,
Het nieuwe kabinet.
Aan een beschouwing in onze „Rot
terdammer" is het volgende ontleend:
Op het oogenblik is de toestand zoo,
dat wij hebben een extra-parlementair
kabinet, met een bij uitstek parle
mentair figuur als Mr. De Geer ais
premier.
Mr. De Geer is een van de vooraan
staande politici van rechts en was dus
reeds uit dien hoofde niet de aange
wezen man om als leider van een ex
tra-parlementair kabinet op te treden.
Verder maakte hij deel uit van het nu
afgereden kabinet-Colijn, terwijl hij
bovendien door zijn ministrieel verle
den aan het hoofd van het Dept. van
Financiën in een eenigszins eigenaar
dige positie komt te verkeeren.
Het is om deze redenen dat hét ex
tra-parlementair gerecht, reeds vanaf
het oogenblik dat Mr. De Geer het ons
heeft opgediend een minder aangena-
men geur verspreidde, en de overigens
tamelijk smakelooze extra-parlemen
taire spijs vermoedelijk ook straks een
sterk „politieken" bijsmaak zal blij
ken te bezitten.
Het mag als bekend worden veron
dersteld, dat de A.-R., toen een parle
mentair kabinet niet meer mogelijk
bleek, de pogingen van Air. Limburg
om in extra-parlementaire richting
een oplossing te zoeken tot op zekere
hoogte met instemming hebben be
groet. Mr. Limburg was een ervaren
parlementariër, die echter buiten de
politiek van den dag stond, en derhal
ve voor de vorming van een extra-par
lementair kabinet als aangewezen kon
worden beschouwd.
Toen Mr. Limburg's pogingen faal
den had aan een ander buiten de ac-
tueele politiek staand politicus van
voldoende gezag en ervaring een soort
gelijke opdracht kunnen zijn verstrekt
Indien echter bleek, dat zulk een for
mateur niet meer was te vinden, dan
lag het voor de hand, dat een admini
stratieve figuur met de vorming van
een ambtenarenministerie ware be
last.
Niet voor de hand lag de aanwijzing
van een der ministers uit het vorige
kabinet, en nog wel van de positie van
Mr. De Geer, voor de samenstelling
van een extra-parlementair kabinet.
Ook Mr. Heemskerk heeft zich in
zijn Zaterdag te Nunspeet en gisteren
te Utrecht gehouden rede in dezen
geest uitgelaten en liet niet onduidelijk
doorschemeren dat hij na de misluk
king van Mr. Limburg een opdracht
aan den vroegeren secretaris-generaal
van Binnenl. Zaken, Mr. J. B. Kan, ra
tioneel zou hebben gevonden.
Naar wij meenen te weten heeft ook
de voorzitter der Tweede Kamer, die
nog Vrijdagavond door de Koningin
in audiëntie werd ontvangen, geadvi
seerd nu Mr. Kan met de formatie van
een extra-parlementair kabinet te be
lasten, zoodat, indien dit juist is, de
opdracht aan Mr. De Geer niet bet ge
volg is geweest van het door den heer
Ruys gegeven advies.
Mr. Kan schijnt ook inderdaad te
zijn aangezocht, maar meende dat hij
nog niet aan de beurt was en eerst
nog een poging door een politicus
moest worden beproefd. Dat iemand
als Mr. Kan daarmede gedoeld heeft
op een politieke figuur van het slag
van Mr. Limburg en niet op iemand
van de positie van Mr. De Geer kan
wel als zeker worden aangenomen.
Na de opdracht aan Mr. De Geer is
diens „hulp" aan Mr. Limburg in een
nog eigenaardiger licht komen te
staan. En het zal voor den buiten
staander zonder meer ook niet duide
lijk zijn waarom het door Mr. Lim
burg bijeengebrachte materiaal moest
dienen voor een kabinet, aan het
hoofd waarvan niet een min of meer
partijlooze als Mr. Limburg, maar een
der prominente figuren van de rechter
zijde moest komen te staan.
De situatie wordt er niet duidelijker
op, wanneer men bedenkt, dat Mr. De
Geer over de hem reeds Maandag
verleende opdracht aanvankelijk een
geheimzinnig stilzwijgen heeft be
waard, zoodat Dinsdag zelfs Minister
Coiijn'er nog geheel onkundig van
was en ook aan de leiding Ier A.-R.
groep in de Tweede Kanier geen enke
le mededeeling was gedaan.
Veilig mag worden aangenomen, dat
tijdens ce behandeling van i et voor
stel inzake Kamerontbinding in de
Kamer niemand kennis dro»g van een
opdracht aan Jhr. De Geer, zoodat de
heer Albarda zich wel grootelijks
heeft vergist, toen hij meende dat al
les „doorgestoken kaart' was en hij
daarom de leden der rechterzijde met
„ploerten" meent te mogen gelijk
stellen of vergelijken.
De zaak krijgt nog een bedenkelij
ker aanzien, wanneer men er zich re
kenschap van geeft, dat het aanvan
kelijk de bedoeling was van Mr. De
Geer zóó tijdig met zijn formatie ge
reed te komen, dat reeds in de Kamer
zitting van Dinsdag de mededeeling
kon worden gedaan, dat de vorming
van een nieuw kabinet was gelukt.
Men denke zich even in, wciken
indruk zulk een bericht op een geheel
onvoorbereide Kamer zou hebben ge
maakt 1
Het is Mr. De Geer intusschen niet
mogen gelukken de zaak reeds Dins
dag in kanen en kruiken te hebben.
Uit het bovenstaande moge zijn ge
bleken, dat het Kabinet-De Geer door
den persoon van zijn premier, een po
litieke figuur par excellence,, die bo
vendien als Minister van Financiën
een zekere reputatie heeft, niet als een
zuiver extra-parlementair ministerie
kan worden beschouwd, maar toch
ook weer, door de wijze waarop het is
tot stand gekomen, een uitgesproken
buiten-parlementair stempel draagt,
zoodat er, naar Mr. Heemskerk gister
avond opmerkte, alle reden is om,
meer dan bij eenig ander kabinet, er
den nadruk op te leggen, dat de par
tijen er volkomen los van staan
Moge het politieke debat van Vrij
dag a.s. veel van de neve.on, waarin
nu het Kabinet-De Geer nog is gehuld,
doen opklaren.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV KERK.
Beroepen. Te Hien en Doodewaard
D. J. Peters e te Oud-Loosdrecht. Te
Sloten, B. S. Dijkstra Szm te Hollandscbe
Veld. Te Geertruidenberg, H. W. Bosch
te Lutjebroek.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Zwolle, J. R. Gom
te Apeldoorn en Dr. J. Thijs te Meppel.
Beroepen: Te Rotterdam, w! J.
J. Velders te Amsterdam. Te Bierum,
F. H. van Loon te Smilde. Te Fijnaart,
P. v. d. Spek te Spiikernisse.
Bedankt: Voor' Haarlemmermeer,
(Sloterweg), W. H. van der Vegt te
(Drachtster Compagnie.
CHR. GEREF. KERK.
Twee tal: Te Broek op Langendijk,
J. Jongeleen te Hilversum en G. Salo
mons te Amersfoort. Te Drachten. H.
C. Binée te Murmerwoude en H. Velema
te Noordeloos.
REM. BROEDERSCHAP.
Tweetal: Te Dokkum, L. B. Hout-
gast te Boskoop en mej. Dr. F. W.
Rappold, Zwammerdam.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. P. Jukkeaekke J. Pzn.,
nam wegens vertrek naar Maarssen Zon
dag j.l. afscheid van de Geref. Kerk
van Epe met een predicatie over 2
Thess. 3:6.
Na door Ds. C. Vermaat van Mak-
kum met een predicatie over Matth. 4
vers 17 te zijn bevestigd, deed Zondag
cajid .H. J. Hoek uit Haarlem intrede
(bij de Geref. Kerk van Gaast, met een
predicatie over Jes. 40:1 en 2.
Ds. F. A. den Boeft heeft Zon
dagmiddag afscheid genomen van de
Geref. Kerk van Kruinlngen met een
predicatie over Matth. 25:19. In een
speciale avonddienst hield de scheidende
leeraar een toespraak naar aanleiding
van Openb. 21:22.
Emeritaat.
Ds. J. C. Helders, Ned. Herv.
pred. te Groesbeek, heeft tegen 11 April
om gezondheidsredenen eervol onthef
fing gevraagd uit zijn ambt.
Naar wij vernemen, zal Ds. L. van
Wijk, pred. bij de Geref. Kerk van Ede,
die reeds geruimen tijd ziek is, ge
noodzaakt zijn binnenkort zijn emeritaat
aan te vragen.
Evangelische Maatschappij.
In plaats van Dr. J. F. Beer ens te
Utrecht, die aan de beurt was om af te
treden, is tot lid van het hoofdbestuur
der Evangelische Maatschappij gekozen
Ds. H. H. Dorgelo te Culemborg.
Een protesteerende kerkeraad.
De kerkeraad der Ned. Herv. Gem.
te Hoorn heeft het volgende protest in
gediend bij den minister van Justitie:
„De kerkeraad der Ned. Herv. Gsm.
te Hoorn, vernomen hébbende de be
noeming van den heer P. Kiehl (voorg.
eener Evangelisatie vereenig ing te
Hoorn) tot Protestantsch godsdienstlee
raar aan de rijkswerkinrichting te Hoorn
neemt de vrijheid tegen deze benoeming
een nadrukkelijk protest bij uwe excel
lentie in te dienen, wijl daardoor de
geestelijke verzorging der protestant-
sche gedetineerden, die bijna alle tot de
Ned. Herv. Kerk behooren. door u ont
trokken wordt aan de ofriciesl'e, door
den staat erkende en sedert eeuwen hier
bestaande Ned. Herv. Gem., tot welke
genoemde hervormde gedetineerden wet-
tiglijk behooren en welker godsdien
stige verzorging vanwege de officieele
gemeente, waartoe zij bshooren, op deze
wijze door den staat onmogelijk worden
gemaakt hetwelk in strijd is m?t de
door den staat te eerbiedigen plichten
van het onderhavige kerkgenootschap en
met de rechten ziiner leden.
Onze kerkeraad moet de gewraakte
benoeming beschouwen als een minis -
terieele handeling, die dienstbaar is ge
maakt aan de partijzucht van uwe excel
lentie.
Federatie van Ned. Herv. Diaconieën.
De jaarlij jsche diacona e confurent.e
der Federatie van Diaconieën in de
Ned. Herv. Kerk komt dit jaar niet te
Lumtercn samen.
Inplaats hi rv;n worden twee confe
renties in het conferentie-oord Amers
foort gehouden; de eerste 46 Mei en
de tweede 1517 Mei a,s.
De Tsjechische Kerkenbond.
Volgens het orgaan van de Evang.
Tsjechische Broeaerkerk zijn de vol
gende kerken in Tsjecho-Slowakije be
reid een Tsjechischen kerkenbond te
vermen: Evang. Luth. Kerk, de Evang.
Tsjech. Broederkerk, de Hernhutter
Broedergemeenten, de Duitsch-Evang.
Kerk, de Broeder-Uniteit van Chelt-
schitzky en de Methodisten.
Het. bestuur der Poolsch-Evangeli-
sche Kerk verklaarde, dat in de statuten
van den bond enkele bepalingen voor
kwamen, waaromtrent het eerst nog
overleg wenschte te plegen. De Vrij-
Geref. Kerk had dogmatische bezwa
ren tegen de aansluiting, terwijl de Ge
ref. Kerk van Slowakije niet eens de
moeite nam om op de uitnoodiging te
antwoorden.
Op den 25sten Maart zal in Praag de
stichting van den nieuwen kerkenbond
plaats vinden. Het Protestantisme wint
in sommige deelen van dit nieuwe rijk
steeds meer veld. Zoo traden b.v. 'in
Brüinn in 192s niet minder dan 3^19
personen tot ae protestantsche Kerken
toe.
Voor eenige jaren was hier het Pro-
testantsche aeel een kleine minderheid,
die nu reeds uitgegroeid is tot een
gemeente van ruim 23000 leden.
In Kremsier telt de gemeente 5800
leden, in Prerau 3700. In Pardubitz" slo
ten zich_ in het vorige jaar ruim 2300
leden bij de gemeen je aan.
BINNENLAND.
Oud-minister Kooien weer lid der
Tweede Kamer?
Naar de „Msb." meldt, heeft de heer
'G. W. Kampschöer, burgemeester van
Monster, aan mr. dr. D. A. P. N. Koo
ien, afgetreden minister, aangeboden
van zijn Tweede Kamerzetel afstand
te doen ten einde mr. Kooien gelegen
heid te bieden weder in de Kamer zijn
intrede te doen. Mr. Kooien heeft ver
klaard dit aanbod van den heer Kamp
schöer op zeer hoogen prijs te stellen
en het in beraad te nemen.
De heer Kampschöer heeft gisteren
het bestuur der R. K. Kamerfractie en
dat van de R. K. Staatspartij met een
en ander in kennis gesteld.
Afscheid Mr Dr. J. Schokking.
Maandagmorgen 110 uur gaf de af
tredende Minister van Justitie aan de
ambtenaren van zijn Departement ge
legenheid afscheid van hem te nemen.
Zeer velen stelden er prijs op, door
hun tegenwoordigheid te toonen, hoe
zeer de scheidende chef in den korten
tijd van zijn bewind hunne sympathie
had weten te winnen. Elk der onder-
afdeeJingen werd door Z.Ex. in een
|vorte toespraak op het mooie van
hare speciale taak gewezen en ieder
der aanwezigen opgewekt, om zich bij
het soms ietwat droge van zijn dage-
lijksche taak, in zijn werk te laten
inspire eren door het verheven doel
van het geheel. Met de beste wenschen
voor hunne personen en gezinnen
drukte Z.Exc. ten slotte ieder hunner
de hand.
Christelijk-democratische Bond.
Deze hond heeft dezer dagen zijn al-
gemeene vergadering gehouden te
Utrecht. De waarnemende voorzitter
herinnerde aan de verkiezingen van
het vorige jaar en de teleurstellende
ervaringen 'jeq opgedaan.
Na eenige bespeking werd besloten,
doel en karakter van hdn bond niet te
wijzigen. Het bondsbestuur werd op
voorstel van eenige afdeelingen ge
machtigd, de noodige stappen te doen,
die kunnen leiden tot een zoo groot
mogelijke eenheid tusschen de Chr.
democratische groepen. In verband
met de eenheids-pogingen werden en
kele voorstellen aangehouden, o.a. be
treffende program en actie. Ook de
vraag betreffende een Chr. democrati
sche jeugdorganisatie zal door het
bondsbestuur nader overwogen wor
den. Mr. Sandberg is als voorzitter af
getreden.
Eigenaardig is dat wel gemeld wordt
wie aftrad, maar niet, wie gekozen
werden.
Een bijzonder bewijs van democra
tie misschien?
Bevordering van de Ned. Nijverheid,
Vanwege het Ministerie van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw is tot
de gemeentebesturen een schrijven ge
richt, waarin de Minister herinnert
aan een aanschrijving, waarbij in aan
sluiting aan het rondschrijven van zijn
ambtsvoorganger d.d. 14 Jan. 1924,
verzocht werd zooveel mogelijk te be
vorderen, dat geen bestellingen, we'ke
kunnen geacht worden aan de buiten-
landsche nijverheid te zullen ten deel
vallen, vanwege het Rijk worden ge
daan of goedgekeurd, zonder da: blijkt
dat de Rijkscommissie voor werkver
ruiming betreffende die bestellingen
is gehoor.
Het overleg met vorengenoemde
commissie heeft in vele gevallen tot
een gunstig resultaat geleid. Desniet
temin is de commissie van oordeel,
dat in dit opzicht nog aanzienlijk meer
zou kunnen worden bereikt.
Daar door nauwgezette opvolging
van bovenbedoeld verzoek een dubbel
belang wordt gediend, n.l. de bevor
dering van de Nederlandsche Nijver
heid en vooral bestrijding van de heer-
schee de werkloosheid, vestigt de Mi
nister nogmaals daarop de aandacht
van :1e gemeentebesturen.
Tolheffing in de Haarlemmermeer?
In de gehouden vergadering van
Hoofdingelanden van den Haarlem
mermeerpolder deed de voorzitter o.a
mededeeling dat een verzoekschrift
was gericht tot de Kroon tot het mo
gen heffen van tolgelden.
Waar het in hoofdzaak het door
gaand autoverkeer is, dat de wegen
treft, achten dijkgraaf en heemraden
het zeer gewenscht, dat ook dat ver
keer eenigszins meehelpt de zeer zwa
re onderhoudskosten te dragen. Mede
in verband met het onderhoud der we
gen heeft het college zich tot Gedep
Staten gewend, om het zwaar autover
keer op den Ringdijk eenigszins te be
perken. Als waterkeering vereischt de
ze dijk alle zorgen van het polderbe
stuur en dientengevolge moet al het
verkeer, dat ook langs andere wegen
geleid kan worden, daar worden ge
weerd.
Het moet in de bedoeling liggen de
tollen op alle in- en uitgangen van den
polder, de bruggen en pontveren dus.
te paatsen
Eieren voor Duitsculand.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw brengt ter kennis,
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 10 Maart 1926.
A. B. K. de roode spotter, heeft Co-
lijn nog uitgeluid, hoewel naar hij
steeds beweerd, Colijn 't leelijk heeft
verbruid.
-Heel wat had hij aan té merkenCo-
lijn was hem veel te straf; maar hij
moest toch ook erkennen dat 't hem
stof voor krabbels gaf.
Voor de roode lasteraren, was Colijn
een prachtfiguur. Altijd viel er wat te
smalen, want de druiven waren zuur.
Maar nu is het eind gekomen Niet
door 's vijands overmacht, maar door
't onderling krakeelen, van personen
tuk op macht.
't Rechtsche Kabinet verdween weer.
Colijn had het bed gespreid en toen
heelt Jonkheer de Geer zich, vlug op
't bedje neergevleid.
A. B. K. is in de wolken, over 't on
verwachte end? Maar hij kon het niet
ontkennen: die Colijn was toch een
v en tl
OBSERVATOR.
dat certificaten van oorsprong voor
eieren, bestemd voor Duitschland, kun
nen worden aangevraagd bij de Ka
mers van Koophandel, alsmede bij den
Rijkspluimveeteeltconsulent te Beek
bergen en bij de assistenten bij den
dienst van voornoemden consulent, de
heeren B. van Asperen Vervenne te
's-Gravenhage, W. Janssen te Horst en
F. Hoogeveen te Leeuwarden.
De Glindhorst.
Nu in verschillende bladen berich
ten voorkomen over het mogelijke
standpunt, ingenomen door de com
missie-Bosch, welke zal rapporteeren
over het stelsel, toegepast bij de stich
ting De Glindhort, kan de Rott. uit de
beste bron mededeelen, dat dit rap
port binnen enkele dagen volledig zal
worden gepubliceerd.
De commissie is unaniem van oor
deel, dat De Glindhorst moet blijven
bestaan. De grootst mogelijke meerder
heid stelt voor het thans gevolgde op
voedingssysteem-volledig voort te zet-,
ten. De kleinst mogelijke minderheid
zou wenschen, dat voorloopig alleen
jongens werden opgenomen, waarbij
in de toekomst eventueel zou kunnen
worden overwogen ook weer meisjes
op te nemen.
Dat de commissie-Bosch niet den
oud-directeur Ds. S. J. Vogelaar zou
hebben gehoord is te verklaren uit de
haar gegeven opdracht welke alleen
inhield te rapporteeren over het opvoe
dingssysteem en niet inhield een on
derzoek in te stellen naar toestanden
in het verleden als waarbij de naam
van Ds. V. werd gemoeid.
Ned. Chr. Voetbalbond.
In een te Utrecht gehouden vergade
ring is opgericht een Nederlanclsche
Christelijke Voetbal-Bond, welke Bond
zich ten doel stelt deze tak van licha
melijke oefening in eigen» milieu te
doen beoefenen.
Er waren afgevaardigden aanwezig
uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Gel
derland, Utrecht en Overijsel. De Gron.
Voetbalbond was niet vertegenwoor
digd, maar betuigde reeds eerder in
stemming. Enkele vooraanstaande per
sonen uit den lande betuigden schrif
telijk hun sympathie.
Na eenige bespreking werd met al-
gemeene stemmen tot oprichting be
sloten. Een voorloopig comité, dat de
oprichting had voorbereid, werd geko
zen tot voorloopig bestuur. Het secre
tariaat zal gevestigd zijn v. Alkemade
straat 14, Rotterdam. Besloten werd
de nieuwe organisatie een federatief
karakter te doen dragen. De uitwer
king der plannen werd aan het voor
loopig bestuur opgedragen.
Een staking.
De Chr. Fabrieks- en Transportar
beidersbond deelt mede, dat Maandag
een staking is uitgebroken op de Steen
fabriek N.V. de Lage Waard te Hur-
wenen (G.) De staking omvat 55 per
sonen en staat onder leiding van den
Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders-
bond. De oorzaak van het conflict is
gelegen in het feit, dat de directie 6
arbeiders heeft ontslagen, die zicli
hadden georganiseerd.
FEUILLETON.
Uit nood en dood gered
M>
„Goede vriend, ik ben aan beide voe
ten kreupel" zeide ik, en wilde mij
haastig met Madeleine verwijderen,
maar een for9che, donkerkleurige man
trad ons in den weg.
„Gij zult niet heengaan" verklaarde
hij, tenzij gij ons zegt, wie gij zijt en
wat uw voornemen is."
„Wij zijn onschadelijke lieden en
slechts verdwaald geraakt?' sprak Ma
deleine
„O zool Maar verdwaald? En hoe ko
men onschadelijke lieden op dit late
uur in het Amphitheater rond te dwa
len?"
Voordat wij konden antwoorden,
trad een klein, schraal man, in het
zwart gekleed, met een flesch in de
hand, die hij even aan de lippen ge
bracht had, te voorschijn en sprak:
,Houd op, er is genoeg gevraagd. Ik
ken dezen jonkman en ook deze jonge
dame; wij zijn zeer goede vrienden.
En terwijl hij mij scherp aanzag, vroeg
hy mij: „Herkent gij mij?"
En toen ik het moest ontkennen,
vervolgde hij:
„Och. kom, denk maar eens na.
Laatst waart gij er beter aan toe dan
ik, thans is het omgekeerd. Herinnert
gij u de jaarmarkt van Beaucaire?"
„Ja, zeker, mijnheer' sprak thans
Madeleine snel, „en ook uw fraaie
naalden en spelden en mooien wa
gen."
De speldenkoopman. gestreeld, her
vatte: „Gij hebt een beter geheugen
dan de jonge man, ofschoon ik hem
veel dank schuldig ben. Gij hebt mij
toen een dienst bewezen en mij uw
halsdoek geleend." En dien uit zijn
rokzak nemende, reikte hij hem mij
toe; vervolgens zich tot zijn makkers
wendende, sprak hij tot hen: „Ver
schoont mij; ik zal deze jongelieden
een eindweegs vergezellen. Het zijn
mijn vrienden, en de jonge man i3
ziek."
En inderdaad, mijn hoofd was zoo
zwak, dat ik nog slechts een verward
gegons van 9temmen vernam. Toen ik
weder tot mij zeiven kwam, werd ik
door den speldenkoopman La Croisette
genaamd, terwijl Madeleine mijn voe
ten steunde. „Laat mij beproeven een
weinig te gaan" verzocht ik, maar het
was mij niet mogelijk. Toen bleven wij
een wijle toeven, daar Madeleine naar
hare zuster en de kinderen wilde
zoeken.
La Croisette vroeg mij intusschen:
Gij schijnt in verlegenheid; wat is u
overkomen?"
„Weet gij niet, dat de dragonders te
Nimes zijn? Zij hebben mijn moeder
willen verbranden, mijn vader gebon
den en geslagen, ons eigendom ver
nield en mij zoo mishandeld, dat het
gaan mij onmogelijk is."
„Elk dezer zaken is reeds erg ge
noeg" sprak hij bewogen. „Is dat
vriendelijke meisje uwe zuster?"
„Neen. zij is mijn verloofde."
„En gij zijt naar het Amphitheater
gevlucht en hebt uw vader en moeder
ginds aan hun lot overgelaten?"
„Zeer tegen mijn zin. ik verzeker het
u. Mijn moeder en Madeleine hebben
mij schier hierheen gedragen, toen
eerst zagen wij mijns vaders zijdekan
toor in brand staan en mijn moeder
snelde daarop naar hem."
Madeleine, teruggekomen, zeide nu
bemoedigend: Ik heb hen gevonden,
het is hier kort bij en zij zien er recht
tevreden uit."
Met hare hulp en die van La Croi
sette sleepte ik mij voort, en zoo be
reikten wij ten laatste hunne tamelijk
verwijderde schuilplaats. eHt oude ge
welf met het kleine haardvuur, de
brandende lamp en een gordijn ter
wering der vochtigheid, de gereedge
zette voedingsmiddelen en de op den
grond gespreide nachtlegers boden
een verrassend huiselijk tafereel aan.
Aanstonds wierp ik mij op het voor
mij bereide strooleger, en nooit heeft
een vorst op dons en satijn zoo ver
kwikkelijk gerust als ik op mijn ar
melijk nachtleger. La Croisette be
schouwde dit alles met kennelijk wel
gevallen. waarna hij, zijn flesch aan
mijn lippen brengende, mij dringend
uitnoodigde die verder te ledigen. Wat
zij bevatte weet ik niet, maar het
sterkte mij, en na mij goeden nacht
gewenscht te hebben, knikte hij mij
vriendelijk toe en ging heen.
Maar ik was uiterst bekommerd
over mijn moeder, ofschoon Madeleine
mij verzekerde, dat zij onze schuil
plaats wist. De kinderen geraakten
in slaap, terwijl wij in pijnlijke onze
kerheid hieven.
Eindelijk hoorden wij voetstappen, en
wijl ik er mij te zwak toe voelde, ver
wijderde Madeleine zich, om te zian
of er vriend of vijand naderde. Weldra
leidde zij mijn vader en mijn moeder
beiden binnen, terwijl de roode haard-
gloea bun gelaat verlichtte. Na een
korten blik op ons geslagen te hebben,
was mijns vaders eerste woord: „Kin
deren, laat ons bidden-"
Zelfs de kleine kinderen rezen uit
hunne sluimering op en hieven de han
den opwaarts. Mijn moeder en de meis
jes knielden, terwijl mijn vader dank
te, dat wij allen weder bijeen waren,
'en dat, al mochten onze tijdelijke goe
deren ons ontnomen zijn, ons leven ge
spaard was gebleven. Voorts dankte
hij vurig, dat in deze dagen van gees
telijke beproeving niemand onzer zijn
geloof verzaakt had en wij staande
gebleven waren in den strijd. Verder
smeekte hij den Heere God, dat, wat
ons ook beidde, Hij ons voldoende
kracht mocht verleenen, evenals hij
Daniël in den leeuwenkuil, Sadrach,"
Mesach en Abednego in den vurigen
oven, Petrus en Silas in den kerker en
Johannes op Patmos gesterkt had>dat
ook wij ons mochten verheugen, de ge
nade te zijn waardig gekeurd om
Zijns Naams wille verdrukking te lij
den, en gesterkt mochten worden om,
daartoe geroepen, voor koningen ge
tuigenis af te leggen
Terwijl h(j zoo bad, maakte zich
een onuitsprekelijke kalmte en blij
moedig vertrouwen van mij meester;
een diepe slaap overviel mij, die mij
tot den volgenden morgen aan alle
pijn, zorg en komfner, onttrok.
HOOFDSTUK VII.
La Croisette.
Ik ontwaakte pijnlijk en huiverend
van koude. Van mijn voeten was de
huid aan de zolen geheel wegge-
schroeid, en door het langdurige gaan
waren zij zeer gekneusd; de daardoof
ontstane ontsteking schokte mijn g^*
heele lichaam, dat door de ontvangeo
slagen als verstijfd waa.
[Wordt vervolg.