CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS Dit nummer beslaat ui! TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Hummer, JAARGANG MAANDAG 8 MAART 1926 NUMMER 1766 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per weeki 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 V ColijnDe Geer. Het merkwaardige geval doet zich voor, dat de heer de Geer, die in 1923 door den heer Colijn als Minister van Financiën werd opgevolgd, thans weer het. beheer van Financiën vó-n den heer Colijn Qverneemt. Er is echter een groot verschil tus- schen het heengaan en het weer op treden van dezen bewindsman. Toen de heer de Geer in 1923 ontslag nam, verkeerden de staatsfinanciën in een ontredderden toestand. Er werd voor 1924 een tekort geraamd van meer dan honderd millioen gulden. De toestand die bij den dag verergerde, scheen hopeloos. En meermalen is dan ook uitgespro ken de gedachte, dat de indiening van hot vlootplan wel de aanleiding was voor het aftreden van den heer de Geer, maar dat. de oorzaak toch hierin gezocht moet worden, dat de heer de Geer geen kans zag aan de dreigende moeilkheden het hoofd te bieden. In deze opvatting is men versterkt, door wat later is gebleken, n.l. dat de beer de Geer geen enkel plan tot dek king van de ontzaglijke tekorten ge reed had. De toestand was hem boven het hoofd gegroeid en hij heeft blijk baar geen kans gezien daarin veran dering te brengen. In die hoogst critieke dagen is toen de heer Colijn aan het bewind geko men. Deze begon met d"e werkelijke en de dreigende tekorten vast te stellen. Hij begreep onmiddellijk, dat diep ingrijpende maatregelen noodzakelijk waren en hij begreep ook, dat het ne men van die soms pijnlijke maatrege len in breede kringen tot ontstemming moest leiden, dat daarvan door de te genstanders niet alleen op handige, maar op de meest onbeschaamde wijze gebruik zou worden gemaakt en dat het gevolg zou zijn niet alle.en een per soonlijke hetze, maar ook een hetze te gen de Antirevolutionaire partij, die ongetwijfeld op een belangrijk stem menverlies zou komen te staan. Dit alles overwogen hebbende, heeft de heer Colijn, die zich noch door per soonlijk belang, noch door partijbelang maar alleen door 's lands belang liet leiden, zich een benoeming tot Minis ter van Financiën laten welgevallen. Hij heeft de koe bij de horens gevat en ondanks openlijke tegenwerking van politieke tegenstanders en meer bedekte aanmerkingen van politieke, medestanders, doorgezet. Met het resultaat dat de dreigende inflatie voorkomen werd, dat thans de begrooting sluitend en de periode der tekorten geOindigd is en dat, mede ook in verband met het ruimer vloeien van verschillende middelen, de teugels weer een weinig gevierd kunnen wor den. Op dat gunstige moment nu, zooals het onlangs werd uitgedrukt het bed gespreid is, treedt de heer de Geer weer naar voren. Hij kan nii plukken de vruchten door den heer Colijn gekweekt. De heer Colijn heeft de moeilijke en hoogst ondankbare taak gehad de te korten weg te werken en de beêroo- ting sluitend te maken, terwijl nu de heer de Geer de dankbare taak heeft, hier en daar de plooien' glad te strij ken en de door zijn voorganger voor bereide plannen tot belastingverlaging al dan niet gewijzigd, te verdedigen en straks uit te .voeren. Voor velen die niet verder zien dan de oppervlakte is de heer Colijn van wege zijn straffe maatregelen d* ge hate man, terwijl den heer De Geer, die de teugels kan laten vieren deswege wierook kan worden toegezwaaid. De heer Colijn is voor velen wat de dokter is die bittere pillen voor schrijft, terwijl ze den heer De Geer zien als den kok, die den herstellen den zieke lekkernijen toedient. Wie echter dieper doordenkt zal moeten erkennen, dat do lieer Colijn, hoe ondankbaar zijn taak ook was en hoe weinig zijn arbeid misehien ook door de massa wordt gewaardeerd, aan land en volk onberekenbare dien sten heeft bewezen. En mischien ook dat hier en daar verwondering tot uiting k >mt, dat de leer De Geer, na wat de laatste jaren ''■beurde, den moed heeft gehad ion vacanten zetel van i «nancièn te jezetten. STADSNIEUWS. BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertentiSn per regel 22l/t cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieL Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adv«rtentl$n bij vooruitbetaling ▼an ten hoogste 30 woorden, worden dage* lijk* geplaatst ad 40 cent Geref. Sohcalvereeniging. Door t bestuur van de Ger. School vereniging alhier jfijn vóór de op 7 April as. te houden vergadering van den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel de volgende voorstellen in gediend: I. De Schoolraad wende zich tot de regeering met het verzoek om art. 103, 3e lid der wet zoodanig te wijzigen, dat niet ten hoogste 80 pet doch ten hoog ste 90 pet. van de voorloopig vastge stelde vergoeding worde uitgekeerd aan de besturen en dat dit voorschot ook worde gegeven voor de kosten van het vervolgonderwijs. Toelichting: Door do uiterst langzaam werkende gemeenteadministratie en het voor schrift van sommige colleges van Ged Staten, dat de vergoeding, bedoeld in art 101 niet eerder kan worden vast gesteld, dan na het sluiten der reke ning over een bepaald jaar, loopt het bedrag, ciat een schoolbestuur feitelijk ieder jaar voorschiet op de expl. kos ten (20 pet.) dermate op, dat van groot financieel nadeel moet worden ge sproken. Voor deze gemeente was de vergoeding over 1923 in Januari 1926 nog niet vastgesteld. Stel, dat de ver goeding over 1924 in December van dii jaar wordt vastgesteld, dan is ons be- stuui, dat 4 scholen exploiteert, reeds over de jaren 1922-1926, d.L 5 jaren 20 pet. in voorschot of totaal 100 pet, Daarvan wordt geen rente vergoed. Het is dei'halve van belang, dat de voorschotten verruimd worden. Sedert het vervolgonderwijs niet meer, wat de salarissen betreft voor 's Rijks rekening is, doch op den voet van art. 102 door de gemeente vergoe ding meet worden gegeven, missen de besturen de voorschotten op de sala rissen, die zij vroeger van het rijk ont vingen. Het is billijk, dat waar de ge meenten nu de vergoeding moeten be talen. ook door de gemeenten voor schot daarop gegeven wordt. II. De Schoolraad wende zich tot de regeering met het verzoek art. 103 zoodanig aan te vullen, dat ook op de salarissen der surnumeraire onder wijzers, welke voor rekening der ge meente komen, voorschot worde ge geven tot ten hocgste 90 pet. f Toelichting: Door de opeenvolgende bezuini- gingswetten (23 Febr. 1923, 30 Juni '24) wordt het aantal verplichte onderwij zers waarvoor het rijk voorschot geeft steeds kleiner, dat der onverplichte, welke voor rekening van de gemeen te komen, steeds grooter. Waar de gemeente evenwel niet verplicht is tot het geven van voorschotten op de ze salarissen, stijgt de behoefte aan kasgeld dermate, dat van groot finan cieel nadeel kan worden gesproken. Zoo moest ons bestuur in Januari 1926 nog f 8000 van de gemeente ont vangen over 1924 en pl.m. f6000 over 1925, terwijl dit bedrag over 1926 weer grooter wordt. Dit stelt zoodanige eischen aan de kasgeldvoorziening, en dies aan de post „rente", dat schier al onze gewone vereenigingsinkom- sten daardoor worden verslonden. Waar dit in strijd is met de gelijk stelling, daar is redres noodzakelijk. III. De Schoolraad wende zich tot Regeering met het verzoek afdoende te willen regelen de kwestie der ad ministratiekosten van de bijzondere scholen in verband met die der ge meenten. Toelichting: Volgens verschillende Koninklijke Besluiten zijn de gemeentebesturen in principe wel gehouden in hun on- kostenstaat administratiekosten qp te voeren, doch waar het bedrag daar van niet uit de rekeningen der ge meente is af te leiden, kan de Kroon ook niet bepalen, hoeveel die kosten bedragen. Aan dergelijke beslissingen hebben de besturen niets. De Minister (bedoeld wordt Dr. de Visser) op dezen misstand attent gemaakt door het Eerste Ka merlid Dr. Franssen merkte op, dat de zaak in orde kan komen indien de ge meentebesturen op hun begrootingen een post voor administratiekosten raamden. De gemeente I-Iellendoorn deed zulks maar het bleef een eenling, zoodat deze zaak om regeling blijft vragen. IV. De Schoolraad wende zich tot de Regeering met het verzoek, art. 101 der wet zoodanig te wijzigen, dat vereeni- gingen die meer dan een gelijksoorti ge school exploiteeren de leerlingen dier scholen voor de berekening der exploitatiekosten bij elkaar mogen tol len of m.a.w. hun scholen door elkaar mogen slaan, gelijk ook de gemeenten krachtens lid 2 van genoemd artikel het met de openbare scholen mogen doen. Toelichting: Krachtens de vigeerende wettelijke voorschriften wordt iedere school af zonderlijk afgerekend en mag een be stuur maximaal per leerling niet meer uitgeven (tenzij voor eigen rekening) dan hetgeen <le gemeente gemiddeld per leerling van alle gelijksoortige scholen uitgeeft. In groote gemeenten waar vaak meerdere scholen door één vereeniging worden geexploiteerd geeft deze regeling aanleiding tot onrecht vaardigheid. De gemeente mag dure en goedkoope scholen door elkaar slaan, de vereeniging moet met zijn duurste school beneden het gemeen telijk gemiddelde blijven. Zoo komt het voor, dat een Vereeniging alle scholen dooreengenomen goodkooper exploiteert dan de gemeente en toch op een bepaalde school geld toelegt. Dit is vooral het geval met scholen van een bepaald type (opleidingsscho len) en met groeiende scholen cl. w. z. scholen die nog niet aan hun volle leerlingen-aantal toe zijn. V. De Schoolraad wende zich tot de regeering met het verzoek een snelle re procedure van beroepszaken in on- derwijs-aangelegenheden te bevorde ren. Toelichting: Het is bekend, dat de Lager Onder wijswet 1920 den schoolstrijd ver plaatst heeft naar de gemeènten. Ten gevolge daarvan moeten in vele ge meenten de besturen der bijzondere scholen strijd voeren om hun goed recht. Nu is het beroepsrecht in de La- ger-Onderwijswet goed geregeld, doch de duur der administratieve proces sen is zóó lang, dat men er tegen op gaat zien in beroep te gaan. Het komt voor dat een eindbeslissing der Kroon 21/2 k 3 jaar na 's raadsbeslissing nog niet genomen is. Deze lange duur maakt dit beroepsrecht voor een goed deel illusoir. Het verdient derhalve aanbeveling om te trachten den gang van zaken te bespoedigen desnoods door wetswij ziging. Kunst voor Alien. Wij vestigen de aandacht op het, concert voor de Leden ^an len Leiri- schen Kunstkring voor Af en op Woensdag 10 Maart, waar vcJ spelen Max Schmuller, viool, aan den vleugel begeleid door. Mar cc' van Geref. Gemeente. Door den Iverkeraad der Geref. ge meente alhier, is ter aanvulling van de predikants-vacature een 'tweetal opgemaakt, bestaande uit de volgende predikanten: G. H. Kersten te Ierseke en H. Kievit te Veenendaal. Na afloop van den bidstond in ver band met de beroeping, welke a.s. Don derdagavond te half acht staat gehou den te worden en waarbij Ds. W. den Hengst hoopt op te treden, zal uit dit tweetal een keuze worden gedaan. Sappho's leukadiscfae sprong. Voor de Leidsche vereeniging al hier voor wetenschappelijke Voor drachten heeft Vrijdagavond in het klein auditorium van de universiteit alhier dr. Tadeusz Zielinski, hooglee raar te Warschau, gesproken. De nieuw ontdekte z.g. Basiliek van Porta Maggiora in Rome, zoo ving spr. zijn rede aan, geeft zonder eeni- gen twijfel den leukadischen sprong van Sappho weer en heeft de belang stelling voor de betreffende legende opnieuw in het leven geroepen. Terwijl echter de vroegere vorschers dezen sprong van de leukadische rots als een poging tot zelfmoord beschouw den (wegens een ongelukkige liefde), heeft men thans de meening verkon digd. mede onder den invloed van de gevonden afbeeldingen, dat deze enkel bedoelde te zijn een duikbad, dat een gelukkig bijeenkomen van de geliefden vooraf moest gaan. Na een nauwkeurige bestudeering van het Sappho-verhaal van Ovidius schijnt de waarheid echter in het mid den te liggen: Sappho was met haar sprong niet direct van plan zelfmoord te plegen, maar deze had ongelukki gerwijze wel haar dood ten gevolge. Wat was haar plan dan wel? Gelijk uit de desbetreffende passage van het Ovidius verhaal blijkt, bestond de too- verkracht uit het volgende: hij die van de leukadische rots afsprong werd van een ongelukkige liefde genezen en bracht deze over op dengeen, die oor zaak van deze ongelukkige liefde was. Het zelfde was nu ook het geval hij de Sappho van Ovidius. Bij nadere beschouwing ontdekt men ook deze verwisseling van de liefdes verhoudingen aannemend, dat'dit zelf de ook voorkomt bij de belofte, die Aphrodite gedaan heeft. Daar \vaar zij zelf over den persoon van haar ongelukkige 'liefde spreekt, zegt zij: Indien de liefde van Phaon thans wegvliedt, zal deze spoedig ver volgen maar in werkelijkheid werd slechts de vluchtende vervolgd. Combineeren we een en ander, dan constateeren wij, dat èn de Phaonle- gende èn de leukadische sprong met de tooverkracht in Sappho's eigen ge dichten hun oorsprong vinden. Nemen we dit echter als vaststaande aan, dan mag ook de waarschijnlijk heid worden uitgesproken, dat de sprong van Sappho van de leukadische rots, dank zij haar tooverkracht, haar werking niet heeft gemist en Sappho's liefde op Phaon heetf overgebracht. Phaon heeft zich bedacht en keert tot de versmade geliefde terug, maar vindt haar als doode weer. Dit was het tragisch einde van de legende van den leukadischen sprong. Patrimonium. A.s. Vi'ijdagavond zal „Patrimoni um" een ledenvergadering houden, die ook toegankelijk is voor geestverwan ten en waarop ter sprake zal komen „Patrimonium en de Jeugd". Watersnood-Comité. Bij het Watersnood-Comité zijn de volgende giften ingekomen: Th. M. E. f 10; M. S. v. Y. f 10 P. v. H. te L. f 10; Weldadigheidsconcert Leidsch Harmonie Gezelschap „de Post" op 18 Febr. 1926 f 128.70; Mevr. de B. f 3: Een klein clubje van wolfabriek f 7.65; Uitvoering der Har- monicavereeniging „Crescendo" f 12.50 Giften worden nog gaarne inge wacht bij den Penningmeester, den heer F. Muys van de Moer, Plantsoen 49 Leiden, postgironummer 57471. Ver. voor vrouwelijke studenten. Het bestuur van de Vereeniging voor vrouwelijke studenten alhier, i voor het jaar 1926 27 als '-O'sa mengesteld: mej. L. A. van Stra:.- ten. praeses; mej. Th. C. Pijnac ;er Hordijk, ab-actis 1, mej. A. ten Hove quaestrix, mej. M. J. Kluitman, ab-acsis II, mej. C. P. van Kerkwijk, assessor. De heer H. J. Kouwenhoven Jr., Theol. Cand. alhier, ontving een be roep van de Geref. Kerk van Leid- schendam. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen 246 Volwassenen en 6 Kinderen, totaal 252 personen. Aan de firma J. Kukler en Zo nen alhier, is door ae gemeente Lei den voor den tijld van: 2 jaren opge dragen het wasschen, witten en kleu ren der Gëmeentegeb'ouwen. Gisteravond was dé steenhou wer H. J. P., uit Rotterdam* die hier tijdelijk vertoeft, met een kameraad prettig uit geweest, toen hij, uit een café komend, (welk café dat kon hij (zich niet meer juist herinneren) na een „korte Woordenwisseling" an een grooten onbekende met een hard (voorwerp een harden' slag tegen het voorhoofd kreeg, waardoor een ga pende wond boven het rechteroog' ont stond. De verwonding was van dien aard, dat het noodig geoordeeld wer, den getroffene ter behandeling naar het Academisch Ziekenhuis over te brengen. Een steen lijkt ons meer aanger wezen om er op te staan, en een ger- marioneerde haring een minder pijn lijk middel om nucnter te worden. Een bewoner van het Gerecht, H. C. D„ kwam vanmorgen tot de ontdekking dat een nachtelijk voor bijganger de welwillendheid had ge haa het paneel van zijn huisdeur in te trappen. Een auto van v. d. L., reed Zater dagmiddag de uitstalling van den bloe- menkoopman K., op den Nieuwen Rijn aan, waarbij ©enige bloemen werden be schadigd. De blocmenkoopman maakte zich daarover zóó kwaad, dat hij een ruit van de auto stuk sloeg. „Laat bloemen uw tolk zijn'. De weduwe v. d. K., meende Za terdagavond in de keuken van haar wo ning aan de Geeregracht gas te ruiken. Toen haar bleek dat de kraan was af gesloten, onderzocht zij met een bran dende lucifer de gasleiding, die een fiin ke scheur bleek te hebben, en b\j aan raking met den brandenden lucifer iu ■brand vloog. Reeds deelden zich de vlam men aan uen schoorsteenmantel mede, toen de kostganger er bij kwam, die eerst de hoofdkraan afsloot, en er daar na spoedig in slaagde, het vuur te doo ven. Schade van beteekenis werd niet aangericht. Uit café 't Posthoi is Zaterdag avond ten nadeel© van J. B. een hee renrijwiel ontvreemd. Inbrekers hebben zich Zondagnacht, nacht toegang verschaft tot het kantoor van den grossier in suikerwerken, Jac. Z., aan de Heereuigracht. Na over een muur aan de achterzijde te zijn ge klommen, heeft men een ruit uitgesne den en in het kantoor met behulp van een standaard, die onder een kachelpijp stond, een schrijfbureau opengebroken Er wordt evenwel niets vermist. Burgerlijk* «tand. Ondertrouwd: P. P. Hagendijk, jm. en R. v. d. Berg, jd; H. Mieremet, jm. 25 j. en M. H. A. Zilverentant, jd. 25 j; P. Oostveen wedr. 54 j. en E. Verwoerd wed. 48 j; J. Sierat, jm. 21 j. en M. W. Dubbelaar, jd. 19 j; A. G. Schipper, jm. 21 j. en P. C. Benning, jd. 26 j; A. Koo ien, jm. 23 j. en E. Paauw, jd. 23 j; J. Binnenland. Mr. J. A. de Wilde over den politic ken toestand. Buitenland. De verwachting is, dat Briacd met de vorming van een nieuw Fransch Kabinet zal worden belast. In de voorloopige conferentie te Gs- nève is men niet tot een acccotd ge komen inzake de uitbreiding van den Volkenbondsraad. Een botsing tusschen Chilenen en Pernanen. Duk, jm. 23 j. en L, Verstraateu, jd. 19 j; J. Smit, jm. 24 j. en M. Schroef, jd. 19 j; C. J. v. Tol. 28 j. en E. Dekker, jd. 28 j; C. L. Boukenholdt, 30 j. en H. Planje, jd. 28 j; J. Betgen, gesch. 43 j. en A. E. Mooy. 32 j; H. v. d. Ou- denaller gesch. en S v. Erkel, gesch; W. Oudshoorn, jm. 27 j. en J. van Eg- mond, jd. 23 j. BINNENLAND De Administratiekosten iter Rijks- veraikeringsb a nk. Door commissarissen en directie dei- Centrale Werkgevers RAico-Bank is een schrijven tot den Minister van Arbeid, H. en N. gericht, waarin er op gewezen wordt, dat, ofschoon de On gevallenwet 1921 aan de bijzondere risicodragers den plicht oplegt een aandeel in de aan de uitvoering dier wet verbonden administratiekosten der Rijksverzekeringsbank te betalen, hun eik middel van controle op de vaststelling van dat aandeel door het bestuur der Bank ontbreekt. Adressanten verzoeken den minister aan dit bezwaar tegemoet te komen door wijziging van de wet op de Rijks verzekeringsbank. In een bij het schrijven gevoegde no ta wordt het verzoek nader toegelicht, en er op gewezen dat volgens het laatstverschenen verslag der Rijksver zekeringsbank de administratiekosten ten laste van het Ongevallenfonds voor het boekjaar 1923 ruim f4.000.000 hebben bedragen, terwijl van dit be drag 74 pet. ten laste der bizondere risico-dragers komen en wel 48 pet. (van het totaalbedrag) ten laste van de Centrale Werkgevers Risico-Bank die in 1923 bijna fS.COO.OOO bijdroeg. Ofschoon dus de Risico-Bank groot be lang heeft bij een juiste vaststelling van wat onder administratiekosten ter uitvoering van de Ongevallenwet 1921 is te rekenen en bij een juiste verdee ling van het bedrag dier kosten over de risico-dragers, is haar echter niet de geringste gelegenheid gelaten om op de totstandkoming van de tot die kosten leidende maatregelen en op de verdeeling van die kosten eenigen in vloed uit te oefenen. De stellers van de nota meenen, dat verbetering verkregen zou kunnen worden langs den weg. welke ook door Minister Treub in zijn wetsont werp tot organisatie der Rijksverze keringsbank was ingeslagen, n.l. door de verantwoordelijkheid van het Bank bestuur aan de Regeering op te heffen en te beperken tot een rekenplichtig- heid naar het financieele beheer, zoo dat de Minister wel bevoegd zou blij ven algemeene regelen te stellen ter uitvoering van.de wetten, waarbij aan de Rijksverzekeringsbank een functie is opgedragen, doch binnen de gren zen dier regelen het Bankbestuur zelf standig zou kunnen handelen en daar in den algemeenen maatregel van be stuur. 'omschrijvende de taak van den Raad van Toezicht op de Rijksverze keringsbank. aan te geven, welke he sluiten van het Bankhestuur aan «ie goedkeuring van dien Raad zouden zijn te onderwerpen. De Raad van Toe zicht zou daardoor de plaats krijgen die bij naamlooze vennootschappen in den regel door den Raad van Commis sarissen tegenover de directie wordt ingenomen. Wanneer in de wet op de Rijksverzekeringsbank zou worden be paald. dat een tweetal vertegenwoor digers van de bijzondere risicodragen de instellingen in den Raad van Toe zicht zitting nemen, zou zonder om- vangrijke wetswijziging aan deze in stellingen eenige invloed op de gestie van het Bankbestum- ten aan/ten van de administratie zijn toegekend. Aangegeven wordt vervolgens, wel ke wetsbepalingen in verband met het verzoek wijziging zouden moeten on dergaan. Ziekte verzekering door ood^iiemingon In het laatstverschenen nummer van „De Nederlandsche Werkgever schrijft M r. II. A. Goen eve ld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1