CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
Dit nummer beslaat ui! TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Belangrijkste nieuws in dit Hummer,
JAARGANG
MAANDAG 8 MAART 1926
NUMMER 1766
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
V ColijnDe Geer.
Het merkwaardige geval doet zich
voor, dat de heer de Geer, die in 1923
door den heer Colijn als Minister van
Financiën werd opgevolgd, thans weer
het. beheer van Financiën vó-n den
heer Colijn Qverneemt.
Er is echter een groot verschil tus-
schen het heengaan en het weer op
treden van dezen bewindsman.
Toen de heer de Geer in 1923 ontslag
nam, verkeerden de staatsfinanciën in
een ontredderden toestand. Er werd
voor 1924 een tekort geraamd van
meer dan honderd millioen gulden. De
toestand die bij den dag verergerde,
scheen hopeloos.
En meermalen is dan ook uitgespro
ken de gedachte, dat de indiening van
hot vlootplan wel de aanleiding
was voor het aftreden van den heer
de Geer, maar dat. de oorzaak toch
hierin gezocht moet worden, dat de
heer de Geer geen kans zag aan de
dreigende moeilkheden het hoofd te
bieden.
In deze opvatting is men versterkt,
door wat later is gebleken, n.l. dat de
beer de Geer geen enkel plan tot dek
king van de ontzaglijke tekorten ge
reed had. De toestand was hem boven
het hoofd gegroeid en hij heeft blijk
baar geen kans gezien daarin veran
dering te brengen.
In die hoogst critieke dagen is toen
de heer Colijn aan het bewind geko
men.
Deze begon met d"e werkelijke en de
dreigende tekorten vast te stellen.
Hij begreep onmiddellijk, dat diep
ingrijpende maatregelen noodzakelijk
waren en hij begreep ook, dat het ne
men van die soms pijnlijke maatrege
len in breede kringen tot ontstemming
moest leiden, dat daarvan door de te
genstanders niet alleen op handige,
maar op de meest onbeschaamde wijze
gebruik zou worden gemaakt en dat
het gevolg zou zijn niet alle.en een per
soonlijke hetze, maar ook een hetze te
gen de Antirevolutionaire partij, die
ongetwijfeld op een belangrijk stem
menverlies zou komen te staan.
Dit alles overwogen hebbende, heeft
de heer Colijn, die zich noch door per
soonlijk belang, noch door partijbelang
maar alleen door 's lands belang liet
leiden, zich een benoeming tot Minis
ter van Financiën laten welgevallen.
Hij heeft de koe bij de horens gevat
en ondanks openlijke tegenwerking
van politieke tegenstanders en meer
bedekte aanmerkingen van politieke,
medestanders, doorgezet.
Met het resultaat dat de dreigende
inflatie voorkomen werd, dat thans de
begrooting sluitend en de periode der
tekorten geOindigd is en dat, mede ook
in verband met het ruimer vloeien van
verschillende middelen, de teugels
weer een weinig gevierd kunnen wor
den.
Op dat gunstige moment nu, zooals
het onlangs werd uitgedrukt het bed
gespreid is, treedt de heer de Geer
weer naar voren.
Hij kan nii plukken de vruchten
door den heer Colijn gekweekt.
De heer Colijn heeft de moeilijke en
hoogst ondankbare taak gehad de te
korten weg te werken en de beêroo-
ting sluitend te maken, terwijl nu de
heer de Geer de dankbare taak heeft,
hier en daar de plooien' glad te strij
ken en de door zijn voorganger voor
bereide plannen tot belastingverlaging
al dan niet gewijzigd, te verdedigen en
straks uit te .voeren.
Voor velen die niet verder zien dan
de oppervlakte is de heer Colijn van
wege zijn straffe maatregelen d* ge
hate man, terwijl den heer De Geer, die
de teugels kan laten vieren deswege
wierook kan worden toegezwaaid.
De heer Colijn is voor velen wat de
dokter is die bittere pillen voor
schrijft, terwijl ze den heer De Geer
zien als den kok, die den herstellen
den zieke lekkernijen toedient.
Wie echter dieper doordenkt zal
moeten erkennen, dat do lieer Colijn,
hoe ondankbaar zijn taak ook was en
hoe weinig zijn arbeid misehien ook
door de massa wordt gewaardeerd,
aan land en volk onberekenbare dien
sten heeft bewezen.
En mischien ook dat hier en daar
verwondering tot uiting k >mt, dat de
leer De Geer, na wat de laatste jaren
''■beurde, den moed heeft gehad
ion vacanten zetel van i «nancièn te
jezetten.
STADSNIEUWS.
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
Gewone advertentiSn per regel 22l/t cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieL
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adv«rtentl$n bij vooruitbetaling
▼an ten hoogste 30 woorden, worden dage*
lijk* geplaatst ad 40 cent
Geref. Sohcalvereeniging.
Door t bestuur van de Ger. School
vereniging alhier jfijn vóór de op 7
April as. te houden vergadering van
den Schoolraad voor de Scholen met
den Bijbel de volgende voorstellen in
gediend:
I. De Schoolraad wende zich tot de
regeering met het verzoek om art. 103,
3e lid der wet zoodanig te wijzigen, dat
niet ten hoogste 80 pet doch ten hoog
ste 90 pet. van de voorloopig vastge
stelde vergoeding worde uitgekeerd
aan de besturen en dat dit voorschot
ook worde gegeven voor de kosten van
het vervolgonderwijs.
Toelichting:
Door do uiterst langzaam werkende
gemeenteadministratie en het voor
schrift van sommige colleges van Ged
Staten, dat de vergoeding, bedoeld in
art 101 niet eerder kan worden vast
gesteld, dan na het sluiten der reke
ning over een bepaald jaar, loopt het
bedrag, ciat een schoolbestuur feitelijk
ieder jaar voorschiet op de expl. kos
ten (20 pet.) dermate op, dat van groot
financieel nadeel moet worden ge
sproken. Voor deze gemeente was de
vergoeding over 1923 in Januari 1926
nog niet vastgesteld. Stel, dat de ver
goeding over 1924 in December van dii
jaar wordt vastgesteld, dan is ons be-
stuui, dat 4 scholen exploiteert, reeds
over de jaren 1922-1926, d.L 5 jaren 20
pet. in voorschot of totaal 100 pet,
Daarvan wordt geen rente vergoed.
Het is dei'halve van belang, dat de
voorschotten verruimd worden.
Sedert het vervolgonderwijs niet
meer, wat de salarissen betreft voor
's Rijks rekening is, doch op den voet
van art. 102 door de gemeente vergoe
ding meet worden gegeven, missen de
besturen de voorschotten op de sala
rissen, die zij vroeger van het rijk ont
vingen. Het is billijk, dat waar de ge
meenten nu de vergoeding moeten be
talen. ook door de gemeenten voor
schot daarop gegeven wordt.
II. De Schoolraad wende zich tot
de regeering met het verzoek art. 103
zoodanig aan te vullen, dat ook op
de salarissen der surnumeraire onder
wijzers, welke voor rekening der ge
meente komen, voorschot worde ge
geven tot ten hocgste 90 pet. f
Toelichting:
Door de opeenvolgende bezuini-
gingswetten (23 Febr. 1923, 30 Juni '24)
wordt het aantal verplichte onderwij
zers waarvoor het rijk voorschot geeft
steeds kleiner, dat der onverplichte,
welke voor rekening van de gemeen
te komen, steeds grooter. Waar de
gemeente evenwel niet verplicht is
tot het geven van voorschotten op de
ze salarissen, stijgt de behoefte aan
kasgeld dermate, dat van groot finan
cieel nadeel kan worden gesproken.
Zoo moest ons bestuur in Januari
1926 nog f 8000 van de gemeente ont
vangen over 1924 en pl.m. f6000 over
1925, terwijl dit bedrag over 1926 weer
grooter wordt. Dit stelt zoodanige
eischen aan de kasgeldvoorziening, en
dies aan de post „rente", dat schier
al onze gewone vereenigingsinkom-
sten daardoor worden verslonden.
Waar dit in strijd is met de gelijk
stelling, daar is redres noodzakelijk.
III. De Schoolraad wende zich tot
Regeering met het verzoek afdoende
te willen regelen de kwestie der ad
ministratiekosten van de bijzondere
scholen in verband met die der ge
meenten.
Toelichting:
Volgens verschillende Koninklijke
Besluiten zijn de gemeentebesturen
in principe wel gehouden in hun on-
kostenstaat administratiekosten qp te
voeren, doch waar het bedrag daar
van niet uit de rekeningen der ge
meente is af te leiden, kan de Kroon
ook niet bepalen, hoeveel die kosten
bedragen.
Aan dergelijke beslissingen hebben
de besturen niets. De Minister (bedoeld
wordt Dr. de Visser) op dezen misstand
attent gemaakt door het Eerste Ka
merlid Dr. Franssen merkte op, dat de
zaak in orde kan komen indien de ge
meentebesturen op hun begrootingen
een post voor administratiekosten
raamden. De gemeente I-Iellendoorn
deed zulks maar het bleef een eenling,
zoodat deze zaak om regeling blijft
vragen.
IV. De Schoolraad wende zich tot de
Regeering met het verzoek, art. 101 der
wet zoodanig te wijzigen, dat vereeni-
gingen die meer dan een gelijksoorti
ge school exploiteeren de leerlingen
dier scholen voor de berekening der
exploitatiekosten bij elkaar mogen tol
len of m.a.w. hun scholen door elkaar
mogen slaan, gelijk ook de gemeenten
krachtens lid 2 van genoemd artikel
het met de openbare scholen mogen
doen.
Toelichting:
Krachtens de vigeerende wettelijke
voorschriften wordt iedere school af
zonderlijk afgerekend en mag een be
stuur maximaal per leerling niet meer
uitgeven (tenzij voor eigen rekening)
dan hetgeen <le gemeente gemiddeld
per leerling van alle gelijksoortige
scholen uitgeeft. In groote gemeenten
waar vaak meerdere scholen door één
vereeniging worden geexploiteerd geeft
deze regeling aanleiding tot onrecht
vaardigheid. De gemeente mag dure
en goedkoope scholen door elkaar
slaan, de vereeniging moet met zijn
duurste school beneden het gemeen
telijk gemiddelde blijven. Zoo komt
het voor, dat een Vereeniging alle
scholen dooreengenomen goodkooper
exploiteert dan de gemeente en toch
op een bepaalde school geld toelegt.
Dit is vooral het geval met scholen
van een bepaald type (opleidingsscho
len) en met groeiende scholen cl. w. z.
scholen die nog niet aan hun volle
leerlingen-aantal toe zijn.
V. De Schoolraad wende zich tot de
regeering met het verzoek een snelle
re procedure van beroepszaken in on-
derwijs-aangelegenheden te bevorde
ren.
Toelichting:
Het is bekend, dat de Lager Onder
wijswet 1920 den schoolstrijd ver
plaatst heeft naar de gemeènten. Ten
gevolge daarvan moeten in vele ge
meenten de besturen der bijzondere
scholen strijd voeren om hun goed
recht. Nu is het beroepsrecht in de La-
ger-Onderwijswet goed geregeld, doch
de duur der administratieve proces
sen is zóó lang, dat men er tegen op
gaat zien in beroep te gaan. Het komt
voor dat een eindbeslissing der Kroon
21/2 k 3 jaar na 's raadsbeslissing nog
niet genomen is. Deze lange duur
maakt dit beroepsrecht voor een goed
deel illusoir.
Het verdient derhalve aanbeveling
om te trachten den gang van zaken
te bespoedigen desnoods door wetswij
ziging.
Kunst voor Alien.
Wij vestigen de aandacht op het,
concert voor de Leden ^an len Leiri-
schen Kunstkring voor Af en op
Woensdag 10 Maart, waar vcJ spelen
Max Schmuller, viool, aan den
vleugel begeleid door. Mar cc' van
Geref. Gemeente.
Door den Iverkeraad der Geref. ge
meente alhier, is ter aanvulling van
de predikants-vacature een 'tweetal
opgemaakt, bestaande uit de volgende
predikanten: G. H. Kersten te Ierseke
en H. Kievit te Veenendaal.
Na afloop van den bidstond in ver
band met de beroeping, welke a.s. Don
derdagavond te half acht staat gehou
den te worden en waarbij Ds. W. den
Hengst hoopt op te treden, zal uit dit
tweetal een keuze worden gedaan.
Sappho's leukadiscfae sprong.
Voor de Leidsche vereeniging al
hier voor wetenschappelijke Voor
drachten heeft Vrijdagavond in het
klein auditorium van de universiteit
alhier dr. Tadeusz Zielinski, hooglee
raar te Warschau, gesproken.
De nieuw ontdekte z.g. Basiliek van
Porta Maggiora in Rome, zoo ving
spr. zijn rede aan, geeft zonder eeni-
gen twijfel den leukadischen sprong
van Sappho weer en heeft de belang
stelling voor de betreffende legende
opnieuw in het leven geroepen.
Terwijl echter de vroegere vorschers
dezen sprong van de leukadische rots
als een poging tot zelfmoord beschouw
den (wegens een ongelukkige liefde),
heeft men thans de meening verkon
digd. mede onder den invloed van de
gevonden afbeeldingen, dat deze enkel
bedoelde te zijn een duikbad, dat een
gelukkig bijeenkomen van de geliefden
vooraf moest gaan.
Na een nauwkeurige bestudeering
van het Sappho-verhaal van Ovidius
schijnt de waarheid echter in het mid
den te liggen: Sappho was met haar
sprong niet direct van plan zelfmoord
te plegen, maar deze had ongelukki
gerwijze wel haar dood ten gevolge.
Wat was haar plan dan wel? Gelijk
uit de desbetreffende passage van het
Ovidius verhaal blijkt, bestond de too-
verkracht uit het volgende: hij die
van de leukadische rots afsprong werd
van een ongelukkige liefde genezen en
bracht deze over op dengeen, die oor
zaak van deze ongelukkige liefde was.
Het zelfde was nu ook het geval hij de
Sappho van Ovidius.
Bij nadere beschouwing ontdekt men
ook deze verwisseling van de liefdes
verhoudingen aannemend, dat'dit zelf
de ook voorkomt bij de belofte, die
Aphrodite gedaan heeft.
Daar \vaar zij zelf over den persoon
van haar ongelukkige 'liefde spreekt,
zegt zij: Indien de liefde van Phaon
thans wegvliedt, zal deze spoedig ver
volgen maar in werkelijkheid werd
slechts de vluchtende vervolgd.
Combineeren we een en ander, dan
constateeren wij, dat èn de Phaonle-
gende èn de leukadische sprong met
de tooverkracht in Sappho's eigen ge
dichten hun oorsprong vinden.
Nemen we dit echter als vaststaande
aan, dan mag ook de waarschijnlijk
heid worden uitgesproken, dat de
sprong van Sappho van de leukadische
rots, dank zij haar tooverkracht, haar
werking niet heeft gemist en Sappho's
liefde op Phaon heetf overgebracht.
Phaon heeft zich bedacht en keert
tot de versmade geliefde terug, maar
vindt haar als doode weer.
Dit was het tragisch einde van de
legende van den leukadischen sprong.
Patrimonium.
A.s. Vi'ijdagavond zal „Patrimoni
um" een ledenvergadering houden, die
ook toegankelijk is voor geestverwan
ten en waarop ter sprake zal komen
„Patrimonium en de Jeugd".
Watersnood-Comité.
Bij het Watersnood-Comité zijn de
volgende giften ingekomen:
Th. M. E. f 10; M. S. v. Y. f 10 P. v.
H. te L. f 10; Weldadigheidsconcert
Leidsch Harmonie Gezelschap „de
Post" op 18 Febr. 1926 f 128.70; Mevr.
de B. f 3: Een klein clubje van
wolfabriek f 7.65; Uitvoering der Har-
monicavereeniging „Crescendo" f 12.50
Giften worden nog gaarne inge
wacht bij den Penningmeester, den
heer F. Muys van de Moer, Plantsoen
49 Leiden, postgironummer 57471.
Ver. voor vrouwelijke studenten.
Het bestuur van de Vereeniging
voor vrouwelijke studenten alhier, i
voor het jaar 1926 27 als '-O'sa
mengesteld: mej. L. A. van Stra:.-
ten. praeses; mej. Th. C. Pijnac ;er
Hordijk, ab-actis 1, mej. A. ten Hove
quaestrix, mej. M. J. Kluitman, ab-acsis
II, mej. C. P. van Kerkwijk, assessor.
De heer H. J. Kouwenhoven Jr.,
Theol. Cand. alhier, ontving een be
roep van de Geref. Kerk van Leid-
schendam.
In de Stedelijke Werkinrichting
zijn opgenomen 246 Volwassenen en
6 Kinderen, totaal 252 personen.
Aan de firma J. Kukler en Zo
nen alhier, is door ae gemeente Lei
den voor den tijld van: 2 jaren opge
dragen het wasschen, witten en kleu
ren der Gëmeentegeb'ouwen.
Gisteravond was dé steenhou
wer H. J. P., uit Rotterdam* die hier
tijdelijk vertoeft, met een kameraad
prettig uit geweest, toen hij, uit een
café komend, (welk café dat kon hij
(zich niet meer juist herinneren) na
een „korte Woordenwisseling" an
een grooten onbekende met een hard
(voorwerp een harden' slag tegen het
voorhoofd kreeg, waardoor een ga
pende wond boven het rechteroog' ont
stond. De verwonding was van dien
aard, dat het noodig geoordeeld wer,
den getroffene ter behandeling naar
het Academisch Ziekenhuis over te
brengen.
Een steen lijkt ons meer aanger
wezen om er op te staan, en een ger-
marioneerde haring een minder pijn
lijk middel om nucnter te worden.
Een bewoner van het Gerecht,
H. C. D„ kwam vanmorgen tot de
ontdekking dat een nachtelijk voor
bijganger de welwillendheid had ge
haa het paneel van zijn huisdeur in
te trappen.
Een auto van v. d. L., reed Zater
dagmiddag de uitstalling van den bloe-
menkoopman K., op den Nieuwen Rijn
aan, waarbij ©enige bloemen werden be
schadigd. De blocmenkoopman maakte
zich daarover zóó kwaad, dat hij een
ruit van de auto stuk sloeg.
„Laat bloemen uw tolk zijn'.
De weduwe v. d. K., meende Za
terdagavond in de keuken van haar wo
ning aan de Geeregracht gas te ruiken.
Toen haar bleek dat de kraan was af
gesloten, onderzocht zij met een bran
dende lucifer de gasleiding, die een fiin
ke scheur bleek te hebben, en b\j aan
raking met den brandenden lucifer iu
■brand vloog. Reeds deelden zich de vlam
men aan uen schoorsteenmantel mede,
toen de kostganger er bij kwam, die
eerst de hoofdkraan afsloot, en er daar
na spoedig in slaagde, het vuur te doo
ven. Schade van beteekenis werd niet
aangericht.
Uit café 't Posthoi is Zaterdag
avond ten nadeel© van J. B. een hee
renrijwiel ontvreemd.
Inbrekers hebben zich Zondagnacht,
nacht toegang verschaft tot het kantoor
van den grossier in suikerwerken, Jac.
Z., aan de Heereuigracht. Na over een
muur aan de achterzijde te zijn ge
klommen, heeft men een ruit uitgesne
den en in het kantoor met behulp van
een standaard, die onder een kachelpijp
stond, een schrijfbureau opengebroken
Er wordt evenwel niets vermist.
Burgerlijk* «tand.
Ondertrouwd: P. P. Hagendijk, jm.
en R. v. d. Berg, jd; H. Mieremet, jm.
25 j. en M. H. A. Zilverentant, jd. 25 j;
P. Oostveen wedr. 54 j. en E. Verwoerd
wed. 48 j; J. Sierat, jm. 21 j. en M. W.
Dubbelaar, jd. 19 j; A. G. Schipper, jm.
21 j. en P. C. Benning, jd. 26 j; A. Koo
ien, jm. 23 j. en E. Paauw, jd. 23 j; J.
Binnenland.
Mr. J. A. de Wilde over den politic
ken toestand.
Buitenland.
De verwachting is, dat Briacd met
de vorming van een nieuw Fransch
Kabinet zal worden belast.
In de voorloopige conferentie te Gs-
nève is men niet tot een acccotd ge
komen inzake de uitbreiding van den
Volkenbondsraad.
Een botsing tusschen Chilenen en
Pernanen.
Duk, jm. 23 j. en L, Verstraateu, jd.
19 j; J. Smit, jm. 24 j. en M. Schroef,
jd. 19 j; C. J. v. Tol. 28 j. en E. Dekker,
jd. 28 j; C. L. Boukenholdt, 30 j. en
H. Planje, jd. 28 j; J. Betgen, gesch.
43 j. en A. E. Mooy. 32 j; H. v. d. Ou-
denaller gesch. en S v. Erkel, gesch;
W. Oudshoorn, jm. 27 j. en J. van Eg-
mond, jd. 23 j.
BINNENLAND
De Administratiekosten iter Rijks-
veraikeringsb a nk.
Door commissarissen en directie dei-
Centrale Werkgevers RAico-Bank is
een schrijven tot den Minister van
Arbeid, H. en N. gericht, waarin er op
gewezen wordt, dat, ofschoon de On
gevallenwet 1921 aan de bijzondere
risicodragers den plicht oplegt een
aandeel in de aan de uitvoering dier
wet verbonden administratiekosten
der Rijksverzekeringsbank te betalen,
hun eik middel van controle op de
vaststelling van dat aandeel door het
bestuur der Bank ontbreekt.
Adressanten verzoeken den minister
aan dit bezwaar tegemoet te komen
door wijziging van de wet op de Rijks
verzekeringsbank.
In een bij het schrijven gevoegde no
ta wordt het verzoek nader toegelicht,
en er op gewezen dat volgens het
laatstverschenen verslag der Rijksver
zekeringsbank de administratiekosten
ten laste van het Ongevallenfonds
voor het boekjaar 1923 ruim f4.000.000
hebben bedragen, terwijl van dit be
drag 74 pet. ten laste der bizondere
risico-dragers komen en wel 48 pet.
(van het totaalbedrag) ten laste van
de Centrale Werkgevers Risico-Bank
die in 1923 bijna fS.COO.OOO bijdroeg.
Ofschoon dus de Risico-Bank groot be
lang heeft bij een juiste vaststelling
van wat onder administratiekosten ter
uitvoering van de Ongevallenwet 1921
is te rekenen en bij een juiste verdee
ling van het bedrag dier kosten over
de risico-dragers, is haar echter niet
de geringste gelegenheid gelaten om
op de totstandkoming van de tot die
kosten leidende maatregelen en op de
verdeeling van die kosten eenigen in
vloed uit te oefenen.
De stellers van de nota meenen, dat
verbetering verkregen zou kunnen
worden langs den weg. welke ook
door Minister Treub in zijn wetsont
werp tot organisatie der Rijksverze
keringsbank was ingeslagen, n.l. door
de verantwoordelijkheid van het Bank
bestuur aan de Regeering op te heffen
en te beperken tot een rekenplichtig-
heid naar het financieele beheer, zoo
dat de Minister wel bevoegd zou blij
ven algemeene regelen te stellen ter
uitvoering van.de wetten, waarbij aan
de Rijksverzekeringsbank een functie
is opgedragen, doch binnen de gren
zen dier regelen het Bankbestuur zelf
standig zou kunnen handelen en daar
in den algemeenen maatregel van be
stuur. 'omschrijvende de taak van den
Raad van Toezicht op de Rijksverze
keringsbank. aan te geven, welke he
sluiten van het Bankhestuur aan «ie
goedkeuring van dien Raad zouden
zijn te onderwerpen. De Raad van Toe
zicht zou daardoor de plaats krijgen
die bij naamlooze vennootschappen in
den regel door den Raad van Commis
sarissen tegenover de directie wordt
ingenomen. Wanneer in de wet op de
Rijksverzekeringsbank zou worden be
paald. dat een tweetal vertegenwoor
digers van de bijzondere risicodragen
de instellingen in den Raad van Toe
zicht zitting nemen, zou zonder om-
vangrijke wetswijziging aan deze in
stellingen eenige invloed op de gestie
van het Bankbestum- ten aan/ten van
de administratie zijn toegekend.
Aangegeven wordt vervolgens, wel
ke wetsbepalingen in verband met het
verzoek wijziging zouden moeten on
dergaan.
Ziekte verzekering door ood^iiemingon
In het laatstverschenen nummer
van „De Nederlandsche Werkgever
schrijft M r. II. A. Goen eve ld