NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 2 MAART 1926
STADSNIEUWS.
Oud-Minister J. J. C. van Dijk over
den politieken toestand.
Een volle Graanbeurs wlo had
daarop nu vast durven rekenen.
Met iederen dag dat de oplossing
van de crisis, die nu al 110 dagen
duurt, uitblijft, schijnt de belangstel
ling van het groote publiek voor 6e
staatkundige gebeurtenissen wel te
verflauwen, ja soms kreeg men den
indruk alsof zij ook in onze' kringen
gevaarlijk dicht het nulpunt begon te
naderen.
Maar gelukkig, Anti-revolutionair
Leiden heeft gisteren door zijn trouwe
opkomst naar de Graanbeurs 'dezen
indruk gelogenstraft, bewezen dat het
nog trouw meeleeft in het werk van
onze volksvertegenwoordiging en dal
het de voorlichting van een man als
den heer van Dijk op hoogen prijs stelt.
De schoone, duidelijke en rijk gedo
cumenteerde rede van den Oud-Minis
ter werd van het begin tot het einde
met groote aandacht gevolgd en bleek
algemeen ingang te hebben gevonden,
toen de gelegenheid werd geopend om
vragen te stellen.
Maar beginnen wij bij het begin.
De vergadering werd geopend door
'den heer R. Zuidema, voorzitter
van Nederland en Oranje, die eerst
voorging in gebed en daarna de aan
wezigen hartelijk verwelkomde.
Spr. wees op de tanende belangstel
ling van de groote massa, waar het
den huidigen staatkundigen toestand
betreft. Die lusteloosheid is trouwens
wel te verklaren. Met toewijding heeft
men wat ons betreft, bij de stembus
gestreden voor een rechtsche regeering
en, in weerwil van de ondankbare taak
die de populariteit onzer leiders in ge
vaar had gebracht, en het handig ge
bruik, dat de tegenstander daarvan
wist te maken, sprak ons volk zich
duidelijk uit voor een regeering naar
Christelijke beginselen. Uit bekwame
mannen werd een flink kabinet samen
gesteld met een rijk program, en
ziedaar, om een kwestie, die voor ons
een nevenkwestie is, lieten coalitiesc
ncoten plotseling de regeering in den
steek en maakten zij het mogelijk dat
het kabinet ten prooi viel aan den op/
zet van een linksch politicus. Had men
in dien nacht van 11 November in het
cog gehouden om welke groote volks
belangen, om welke groote geestelijke
goederen het ging, men zou onmoge
lijk de verantwoordelijkheid voor zoo'n
roekelooze daad op zich hebben kun
nen nemen en den vijanden van God
en den Christus gelegenheid hebben
kunnen geven om te juichen.
Geen Avonder, dat er in breede krin
gen een zekere lusteloosheid heerscht
en dat er allerlei vragen rijzen en
daarom doet het ons genoegen iemand
als spreker te zien optreden als de
•heer van Dijk. Wij zijn er getuige van
geAA'eest, aldus spr. hoe hij gedurende
een viertal jaren met vaste hand het
departement van Oorlog heeft beheerd,
en het doet ons genoegen, dat hij van
die hooge plaats afgedaald, zich weer
wil geven aan het A.R. volk en wij ver
trouwen dat hij ons vanavond door
zijn Avoord het inzicht in den huidigen
politieken toestand zal verhelderen.
(Applaus).
iBierna nam de heer v. D ij k het
woord.
We doen, aldus spr. goed, het ver
loop der crisis in vogelvlucht te over
zien.
Op den voorgrond kan daarbij wor-
'den gesteld, dat van een conflict tus-
schen regeering en volksA'ertegemvoor-
diging niet kan Avorden gesproken.
Dat is juist het merkwaardige; geen
conflict tusschen overheid en volk, en
toch zoo'n ingewikkelde crisis, als er
nog geen is gezien.
Spr. Avilde beginnen met den wensch
dat voortaan het gezantschap bij den
paus niet meer de politiek zou beheer-
schen, want dan is het met de coalitie
voor goed gedaan naar het zich thans
laat aanzien.
De coalitie, het schoone werk, onder
de eminente leiding van Dr. Kuyper
tot stand gebracht, maar reeds door
Groen van Prinsterer, die Avars van
alle antipapisme Avas, voorbereid, is
thans verbroken. Onder leiding van
dissentieerende broeders.
Het gezantschap bij den paus be
sprekend, herinnerde spr. aan zijn ont
staan in den tijd, dat de paus nog we
reldlijk gezag had, en zijn aanvanke
lijke opheffing door aanneming van
het amendement-Dumbar in 1871.
Met dit laatste feit waren
alle relaties met het Vaticaan echter
niet verbroken, want, de pauselijke'
nuntius te den Haag bleef. Een feit,
dat den tegenstanders van het gezant
schap wel eens tot nadenken mocht
stemmen.
In 1915 werd met het oog op den te
verwachten vredesarbeid van den paus
het gezantschap tijdelijk weer inge
steld. Onder de voorstemmers waren
ook de C. H.'en. Hierbij merkte spr.
op dat zij toen blijkbaar in strijd met
hun principe hebben gehandeld. Im
mers het principieele wordt niet be-
heerscht door bet tijdelijke en het
wenschelijke.
In 1920 kAvam de opheffing in de
Kamer ter sprake. Spr. citeerde het
betoog, toen door Min. van Karnebeek
gehouden om het gezantschap te ver
dedigen als van overwegend belang
voor de handhaving van Nederland's
positie tusschen de staten, daar het
een der meest belangrijke centra van
politiek verkeer betrof.
Telkenjare is vervolgens bij de be
handeling der begrooting het gezant
schap in de Kamer behandeld. In 1924,
toen de heer Schokking weer een amen
dement tot afschaffing verdedigde.
aa*erd hem door den heer Marchant ver
weten, dat hij de regeering vleugellam
wilde maken, en haar overleverde aan
de genade van de oppositie,'want, zei
de heer M. namens de linkerzijde, gij
bidt ons of we asjeblieft tegen het
amendement willen stemmen, anders
gaat uw coalitie eraan.
Feitelijk heeft dus toen de heer Mar
chant reeds laten doorschemeren, dat
vroeg of laat op dit punt de coalitie
wel eens voor goed zou kunnen strui
kelen.
Vervolgens besprak spr. uitvoerig de
kwestie van 11 November.
In volgorde behandelde spr. de be
kende verklaring van den heer Nolens,
die van den heer Marchant en van den
heer Snoeck Henkemans.
Spr. laakte het in de C. H. fractie,
dat zij het amendement-Kersten steun
de. Iets anders zou het geAveest zijn,
als het een nieuwe zaak had gegolden.
Men had dan kunnen zeggen: Avij zijn
niet gediend van een gezantschap
bij den paus, wij helpen er niet aan
mee. Doch hier stond het anders. Men
Aveigerde niet mee op te houwen, doch
men hielp afbreken. Vooral na Mar-
chant's verklaring hadden de C. H.
zich opnieuw moeten bezinnen. Het is
gemakkelijk te zeggen, dat men boven
alles prijs stelt op de handhaving der
coalitie, maar dan moet men er ook
naar handelen, en niet om dingen die
buiten de hoofdzaken omgaan de sa-
menAverking a'erbreken.
De A.R, hebben het gezantschap al
tijd beschouwd als een nuttigheids-
kwestie. Dat heeft zij reeds uitgespro
ken in haar program van .actie en
daarom kan haar nooit worden ver-
Aveten, dat zij in papistische Avateren
is verzeild of dat zij de Roomschen
heeft willen believen.
Nu is het begrijpelijk, dat de C. H.
die algemeen worden beschouwd als
verantwoordelijk voor de crisis, en
terecht, zich met allerlei pogingen
trachten vrij te pleiten door te betoo-
gen dat het gezantschap waarlijk, ook
in dit geval een gewetenszaak raakte
en dat het door de voormannen steeds
is veroordeeld.
Een uiting daarA'an is het boekje
van den heer Krijger, die zich beijverd
heeft citaten van Groen en Kuyper bij
een te brengen, waarin deze voorgan
gers tegen het gezantschap zouden heb
ben getuigd. Het kan geen kwaad deze
citaten eens te lezen, mits men het
goed doe, dus in het licht van de om
standigheden. Want dan blijkt, (s'pr.
toont het alles uitvoerig en duidelijk
aan), dat zooaa?o1 Groen als Kuyper
altijd doordrongen zijn geweest van de
noodzakelijkheid aran samemverking
met Rome tegen het ongeloof, en, wat
het gezantschap betreft, hoe heiden
zich daartegen slechts hebben verzet
voor zoover er sprake Avas van een
schenden der constitutioneele gelijk
stelling van alle gezindten en een be-
leedigen van den Koning als hoofd
van een gemengd© natie, door hulde
te brengen aan het hoofd van een be
paald kerkgenootschap.
Daaruit volgt dan onvermijdelijk en
onbetwistbaar, dat zoodra het niet
meer geldt het hoofd der kerk, maar
louter een centrum van staatkundig di
plomatiek verkeer, heel het betoog,
dat op de bezwaren dezer voormannen
is gegrond, ineenstort.
En zoo. nu stond het in deze kwestie.
Niemand in de Kamer die bij het ge
zantschap dacht aan een hulde aan
den paus als zoodanig. Zelfs de R.K.
al had het voor hen een meer
dan gewone beteekenis, stelden in het
parlement toch steeds het nationaal
belang der zaak op den voorgrond.
Met nadruk heeft Groen steeds ge
waarschuwd tegen dat breed uitmeten
van het a'erschil tusschen Roomsch en
Protestant. De goede verhouding tus
schen die beiden zegt hij, heb ik steeds
beschouwd als een der geAvichtigsto
aangelegenheden van het land. „De R
kerk heeft van het geloof in Christus
geen afstand gedaan. Daarom staat Üe
prot. christen van haar veel minder
ver dan van hen die den Christus
schijnbaar omhelzen em er zich des te
zekerder van te ontdoen."
Opheffing van het gezantschap vraag
ik, zegt hij elders, niet als protestant,
doch als burger van den constitutio
neel en slaat, die zijn protestant sche
specialiteit heeft moeten prijsgeven en
daarom hetzelfde mag verwachten
van den- Roomschen burger. (Groen
noemt Nederland geen „protestant-
schedoch een niet-Roomsche natie).
Het gezantschap, zoo betoogt hij.
past niet in het stelsel dat staat en
kerk gescheiden houdt. Doch hier, nog
maals, gold het slechts een zuiver
staatkundige aangelegenheid en Avas
de gedachte aan erkenning van 's pau
sen „koningschap" geheel uitgesloten.
Dr. Kuyper, Aviens Standaardartike
len uit '88 en '93 in hetzelfde hoekje
Avorden aangehaald om zijn afkeer te
bewijzen, kon als lid der Eerste Ka
mer in 1910, dan ook met overtuiging
zeggen, dat de pogingen der regeering
om zuiver staatkundig met het Vati
caan contact te onderhouden, niet
slechts moesten worden goedgekeurd,
doch toegejuicht en dat men er zich in
moest verblijden.
Bij aa'ie rust de verantwoordelijkheid
voor deze crisis?
Bij Ds. Kersten? Maar niemand,noch
in, noch buiten de Kamer heeft, hem
die durven opleggen, omdat men in
hem, de sterkte van zijn partij daar
gelaten, niet den eventueelen kabi
netsformateur heeft durven zien, en
terecht, want daarvoor zijn meer kwa
liteiten noodig.
Bij de V.D. misschien, die succes
hadden met hun avonturierspolitiek?
Maar ook dat was niet mogelijk ge-
Aveest zonder de medewerking van een
deel der rechterzijde
Bij den heer Nolens dan? Maar die
heeft uitsluitend het nationaal belang
verdedigd en slechts zijn bekende ver
klaring, daargelaten of zij tactisch
juist was, afgelegd omdat de R.K. ge
griefd Avaren door de antipapistische
tendenz in de bestrijding der andere
partijen. Ook hij is dus niet in de eer
ste plaats verantAvoordelijk.
De C. H. hebben een beroep gedaan
op het geweten. Dat spreekt ons toe.
Het is heel moeilijk en gevaarlijk over
eens anders geweten te oordeelen.
Maar is daarmede de zaak uit?
Neen, Avant rondom de gewetens
vraag groepeeren zich andere feiten,
die aan het absolute van de gewetens
vraag doen twijfelen.
Als zoodanig noemt spr. het vóór-
stemmen der C. H. in 1915,. toen Lob
man zelf betoogde, dat het niet ging
om de erkenning van den paus als
hoofd der Chr. kerk. Dan is er ook het
zittingnemen van twee C. H. in het
vorig, en van een. gelijk getal in dit
kabinet, Avaarmede z,ij dus deelden in
de alge-m. verantAvoordelijkheid van
het regeeringsvoorstel. Dan is er ook
de C.H. fractie in de Eerste Kamer, die
verleden jaar het optreden van den
heer Schokking tegen het gezantschap
streng afkeurde, terwijl het een pu
bliek geheim is, dat zij ook thans de
houding harer partijgenooten in de T.
Kamer niet beAvon'dert. Zien Ave dan
ten slotte nog, dat de C. H. krachtens
het stembusprogra'm 1925 reeds door
de kiezers Avaren verplicht om tegen
het gezantschap te sternen, dan is
eenigen twijfel gewettigd ten aanzien
van de onbevangen uitspraak van het
„geAveten."
Toch hebben zij de coalitie waar
voor zij zooveel over hadden en waar
door de opvolgende Chr. regeeringen
zoo zegenrijk hebben kunnen wer
ken, verbroken. Men tracht zich van
de verantwoordelijkheid te ontdoen.
Maar daarmede is het nog niet gebeurd
Enfin, de protestantsche natie is ge
red, en Dr. Kromsigt kan in zijn te
recht als profanie gebrandmerkte
speech zeggen dat links en rechts
mochten meewerken om Gods wil te
volbrengen. Maar het zou toch wel
treurig zijn als ons protestantsch ka
rakter stond of viel met een politiek
votum in de volksvertegemvoordiging.
De vraag of de heer Colijn zelf ver
antAvoordelijk is te stellen voor deze
crisis beantwoordt spr. voor zoover dit
naar de ten dienste staande gegeve'ns
mogelijk is, ontkennend.
Niemand kon verwachten, dat de
C.-H. waar het zulke hooge belangen
gold, van hun „voorbehoud" zouden
ge(?)bruik maken en dat de V. D. naar
het woord van Prof. Heeres zóó zou
den sjacheren, dat zij in een kort tijds
bestek nu eens tegen, dan weer voor
het gezantschap zouden stemmen.
Vervolgens stond spr. stil bij de ver
reikende beteekenis van een combina
tie Rome-rood. Nog is de R.-K. Staats
partij er evenals de onze een die een
volledige groep uit het volksleven om
vat, van hoog tot laag verbonden door
één beginsel. Die onderscheiding zou
dan plaats maken voor de vaiscbe
economische onderscheiding die de
S.D.A.P. als voorstandster van den
klassenstrijd maakt, terwijl zij, die
voor deze crisis verantwoordelijk
zijn zich Avel eens mogen herinneren,
dat de R.-K. van rood alles kunnen
krijgen wat ze begeeren, al waren het
twee gezanten.
Spr. schetste achtereenvolgens den
formateursarbeid van de heeren Mar
chant, de Visser en Limburg en her
innerde daarbij aan het compromis
voorstel-de Visser, dat schipbreuk leed
op de tegenwerking der C.-H. Een mo
tie. van teleurstelling van de C.-H.
Welk een houding 1 Werd die verwor
pen dan lag hun de baan vrij om tegen
alle andere moties te stemmen. Geen
wonder dat de A.-R. en R.-K. met zóó
veel onwaarachtigheid niet konden in
stemmen.
Voorts schetste spr. de begrijpelijke
wees van den heer Marchant voor een
kabinet-Limburg. Geen wonder, want
Marchant wil het tegen eiken prijs tot
de uiterste noodzaak laten komen. Ove
rigens vraagt spr. hoe het mogelijk
is, dat 2 C.-H. zich aanvankelijk laten
vinden om in een extra-parlementair
kabinet te zitten, dat het gezantscahp
nog op zijn program heeft.
En nu de mogelijkheden die blijven.
Die zijn: een kabinet-CoIijn of
Roomsch-rood.
Het laatste schijnt echter wel uit
gesloten. Over de uiterste noodzaak
denken de Roomschen gelukkig al
niet meer.
Echter zou een kabinet-Colijn ook de
geAvenschte pari. basis missen. For
meel zou het onkwetsbaar zijn, maar
moreel toch te zeer verzwakt.
We hebben af te wachten.
Vermoedelijk komen we als A.-R.
partij geisoleerd te staan.
Wij staan daarmede voor een be
schikking van God en wij moeten ons
afvragen Avat Hij ons daardoor te
zeggen heeft. Onze beginselen zullen
we moeten verdiepen en de uit onze
rijen weggeloopen broeders terug
brengen. Maar ook zullen we weer een
nieuwe samenwerking moeten voor
bereiden voor de toekomst tusschen
allen die ook op staatkundig gebied
het Koningschap Aran Christus belij
den. Mogen Ave het doen in biddend op
zien tot Hem van Wien alle kracht
is. (applaus).
Bij de bespreking die nu volgde
vroeg de heer Goslinga:
1. Wat de spr. dacht van een kabi
net R.-K.A.-R.
2. Wat hij dacht van het voorstel tot
Kamerontbinding;
en de heer Dee:
3. waarom de ministercrisis behoef
de te leiden tot een kabinetscrisis
Op de eerste vraag antwoordde spr.
dat practisch de rechterzijde toch nog
veel invloed zal kunnen doen golden,
zoodat in dit opzicht een rechtsch kabi
net niet onmisbaar is, terwijl het ook
te duur gekocht zou zijn met de ont
ketening van een nieuwe anti-papisti-
sche hetze tegen de A.-R. partij, die
om de belangrijke plaats welke zij in
ons volksleven inneemt tegen verde
re aanslagen, voorzoover die princi
pieel te ontgaan zijn, moet worden be
veiligd.
Kamerontbinding is een politieke
daad van de Koningin waarvoor in dit
geval moeilijk de handteckeuing kan
Avorden gevraagd van een minister, die
nooit een dergelijk besluit heelt be
pleit. Daarbij zou spr. aanneming van
het voorstel onbehoorlijk vinden tegen
over de Koningin. De Kamer blijve op
eigen terrein.
Op de laatste vraag antwoordde spr.
dat verder regeeren niet mogelük was
wegen het ontbreken van het R.-K.
deel Aran de parlementaire basis in
ministerraad zoowel als in Kamer
fractie.
De heer Zuidema dankte den
spreker met eenige welgekozen woor
den. In het bijzonder deed het ons
goed, aldus spr., den nadruk te hoe
ren gelegd op de eenige beteekenis
der A.-R. partij. Daarvan doordrongen
te zijn, dat hebben we noodig om
weer eens met warmte voor de partij
te kunnen werken.
Den spreker wenschte hij toe, dat
deze, hoe ook de toestand zich zal wij
zigen, nog lang in staat zal zijn om
met dezelfde liefde voor de A.-R. be
ginselen het pleit te voeren (applausj.
De heer Van Dijk ging ten slotte
voor in dankgebed.
Bij den uitgang werd een collecte
gehouden, die een mooi bedrag op
bracht.
Het welvoldaan" waarmede men
uiteenging was meer dan een term;
het bleek uit de geheele stemming, die
wat opgêwektheid en bezieling betrof,
sterk herinnerde aan den mooien stem
busstrijd van Juni 1925.
Mogen Ave er in deze periode nog
eens A'ruchten van zien.
In elk geval is in Leiden de keurben
de nog wakende.
RECHTZAKEN.
KANTON BERECHT LEIDEN.
Voor de openbare zitting staan 21
zaken op de rol, voor niet openbaar 1
P. L. chauffeur te O eg st geest,
is beklaagd van het te snel rijden met
een auto op den Hoogen Rijndijk. Be
klaagde heeft daarbij een mast van de
tramleiding omgereden, wat echter
niet ten laste wordt gelegd. Beklaagde
ontkent de aanrijding niet, doch wel
het te snel rijden. Getuige J. Voet9,
monteur, die naast beklaagde zat in
den auto, bevestigt het door beklaagde
beAveerde. Getuige G. Neuteboom te
Leiden heeft niet de aanrijding gezien
doch Avel dat beklaagde nog al snel
reed al ontkent hij, zooals het verhaal
vertelt, dat hij eerst verklaard heeft
dat er 35 K.M. gereden is, iets wat hij
niet kan constateeren. De Ambtenaar
nam echter aan dat er te hard gereden
was en eischte 'daarvoor f 10 of 10 dg.
hechtenis.. Beklaagde meende dat dit
door niemand is geconstateerd of kon
geconstateerd worden.
G. F. S. chauffeur te Leiden, niet
verschenen, heeft nagelaten signalen
te geven, waar zulks noodig was. Na
het hooren van getuige L. Mol, geb.
Ravensbergen, werd f5 of 5 dg. hech
tenis geëischt.
In de zaak, vorige week behandeld
van J. v. d. B. wegens verzuim zegel-
plakken, Averd gehoord de eigenlijke
aannemer W. v. d. Berg, stucadoor te
Rotterdam, die verklaarde, dat zijn
broeder op eigen gezag werkte, Avaar-
om de Ambtenaar 5 maal f 1 boete
eischte.
In de zaak van G. M. S. die vorige
week ontkende een agent te hebben
uitgescholden, werd nu gehoord de
agent E. Boon, die zijn verhaal beves
tigde. Beklaagde ontkende nog, ge
scholden te hebben, zijn kameraad
had het gedaan, doch Avas op de vlucht
geslagen. Eisch f2 of 2 dagen hech
tenis.
J. v. d. L. veekoopman te Zoeter-
w o u d e, is ten laste gelegd het ont
trekken aan den keuringsdienst van
onvoldragen of doodgeboren kalveren.
Deze waren ook van de huid ontdaan
in zijn schuur gevonden. Beklaagde
heeft er geen hand aangeslagen; 't wa
ren kadavers, die zijn zoontje voor de
honden had medegebracht. De keur
meester den Hertog heeft de dieren
aangetroffen, doch kan niet zeggen,
dat beklaagde ze van den huid heeft
ontdaan. Eisch f25 boete. Beklaagde
zou daarom eerst nog wel eens zijn
zoontje (19 jaar) gehoord Avillen heb
ben.
N. P. W. S. te W a r m o n d, is niet
verschenen, doch heeft, 's avonds laat
uit Leiden komend, een reclamebord
bij café „Welgelegen" afgetrokken en
„neergelegen" midden op den weg, be
vestigde de verbalisant A. Koot, ge
meente-veldwachter te Oegstgeest. J.
de Veyser te Warmond, die met nog ie
mand er bij geAveest was, kon een en
ander bevestigen. Eisch f 10 of 5 dagen.
J. V. opkooper te Leiden, niet ver
schenen, heeft een dekkleed en dekzeil
gekocht zonder dit in het register aan
te teekenen, Avelke artikelen later van
diefstal afkomstig bleken. N. Owel,
slager te Leiden, als getuige gehoord,
verklaarde het voor een behoorlijken
prijs gekocht te hebben en ook weer
verkocht aan J. Th. Klaverweyden, die
ook over geen diefstal dacht. De agent
van politie N. C. Uitendaal vertelde
hoe een en ander aan het licht kwam,
Avaarna f 10 of 5 dagen werd geëischt
F. A. H. Dr. fabrikant te L e i d e i
is overtreding der arbeidsAvet ten last*
gelegd. Beklaagde beweerde, dat het
in het belang was van de arbeiders
(waarop eenig rumoer op de publieke
tribune ontstond) wijl deze menscher
stukwerk verrichten en den achter
stand van de Kerstdagen inhaalden.
Aan die menschen was toen gezamen
lijk ruim f 500 voorschot gegeven, wa
met een half uur daags kon wordei
ingehaald.
De Ambtenaar eischte zeven geld
boeten van f 10 of 7 maal 5 dagen.
A. S. arbeider te Kat w ij k (18 jaai
oud) heeft met een schietgeAveer in eei
jachtveld geloopen. 't Was beklaagde
te doen geAveest om spreeuwen, en ah
't kon een konijntje, vult de kanton
rechter aan. Eisch f 6 of 6 dagen.
J. L. vr. K. G. V, te Leiden heeft
zonder licht gereden. Het Avas een elec-
trische, die het een oogenblik A'ertikte
De ambtenaar vroeg f 1,50, doch de
kantonrechter maakte er meteen 5(
cent van.
J. R. vissclier te Kat w ij k, heeft
geen huisnummer op zijn deurpost ge
had, waarvoor f3 of 3 dagen Averd ge-
eischt, wat beklaagde nog al veel vonn
daar hij bekeurd werd terwijl hij o\
zee was.
Een proces over een kaas.
Hier ot 'daar in ons land, zoo ver
telt de „Telegr." zwerft een veelbe
sproken kaas. Een kaas. die, vooi
zij haar bestemming bereikte, de oor
zaak Avas van een proces, nog Avel in
twee instanties, Avaarbij zich tevens
nog de gelegenheid voordeed om de
bepalingen onzer arbeidswet op te hel
deren.
Voor zij ter tafel kwam, Avas er
Til., een tijd Avaarin die kaas no? niet
„rijp" was. Zii lag toen in Boaegra
ven, in een pakhuis. Maar van liggen
alleen wordt een kaas niet rijp. Daar
voor is bovendien nog noodig, dat
zij Avorde geveegd, geschrapt, en ge
keerd. Welnu, zulks geschiedde, en
Avel o.a. op een Zaterdagmiddag om
twee uur. Dat de behandeling juist
op dat tijdstip werd verricht, en daar
toe\rallig een ambtenaar van de Ar-
beidsAvet passeerde, ziedaaf de om
standigheden, die deze kaas beroemd
maakten.
Want de ambtenaar maakte bij het
aanschouwen van deze op Zaterdag
middag geschrapte, geveegde en ge
keerde kaas, een proces verbaal op,
waarin hij meldde, dat in een „werk
plaats" te Bodegraven op gezegden
Zaterdagmiddag in strijd met de wet
gearbeid was.
Doch de Rechtbank tc Utrecht ont
sloeg den eigenaar der kaas van alle
rechtsvervolging. Want in het gege
ven geval kon zoo meende zij
van Averken in een „werkplaats" niet
worden gesproken. Artikel 2 van de
arbeidswet toch omschrijft een werk
plaats als een open ot besloten ruim
te, waar, anders dan ten behoeve van
eene daar gevestigde huishouding, gc-
Averkt pleegt ie worden aan ot ten
behoeve van het vervaardigen, veran
deren, herstellen, versieren, afwerken
of op andere Avijze tot verkoop of ge
bruik geschikt ot meer geschikt ma
ken van voorwerpen en stoffen. En
de vraag was nu: Averd de ka is door
vegen, schrappen en keeren. „geschikt
of meer gesciiikt voor liet gePruia
Het hangt er van at zoo betoogde
de Utrecntsche rechter ot die kaas
al dan niet rijp- Avas. Was zij rijp, dan
dienden die kunstbewe-k.ngeu a.lecii
voor haar behoud. Was zij me. rijp,
dan dienden zii om haar rijp, dus "voor
gebruik ot verkoop geichi te maken.
Maar het proces veruaa1 bewua.deom
trent de rijpheid der kaa: he. stil
zwijgen. Zoodoende kon cie i.echtban.:
niet uitmaken, of er geschrapt, ge
veegd. en gekeerd v.a, voor het be
houd of voor het gereedmaken der
kaas, weshaive haar eigenaar van
reciitsvervolg.ng werd ontslagen. Nog
ging de Ofticier \an Justitie de
kaas Avas nu eenmaal aan hei rollen -
in cassatie. Maar de Hooge Raad sloot
zich bij liet oordeel van de rechtbank
aan: de dagvaarding' had van „nog
niet gerijpte' kaas moeien spreken.
Bijna'een jaar had het proces ge
duurd. En toen de Hooge Raad er zijn
oordeel over velde, was de kaas ver
moedelijk reqds gerijpt en verkocht.
De kooper :.al n.et nebben geAveten,
tot hoeveel juridische zwarigheden zn.
kaas aanleiding was.
Scheepstijdingen.
HOIXAND-AKffiftÉKA LUK.
iVEENDAM, New York n. Barbados.
28 (9.30 v.m.) te Colon.
NI TON IAN, R'dam n. Boston 28,
(8.30 v.m.J 60 mijl O. v. Niton.
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
JOHAN DE WJTT, 28 v. Batavia
te A'dam.
KARIMOEN, thuisr., 27 v. Colombo.
KON. DER NEDERLANDEN, uitr.
28 v. Colombo.
SIMALOER, 28 v. Antwerpen te Rot
terdam.
BALI, thuisr., 1 v. Padang.
KANGEAN, uitr., pass. 28 Perim,
KARIMATA, (charter) '1 v. Macas
sar n. Rangoon.
KON. HOLLANDSGHE LLOYD.
IJSSELDIJK, uitr.. 1 te Antwerpen
EEMLAND, Hamburg n. R'dam 1
te AntAverpen.
DELFLAND, uitr., 1 v. A'dam.
ROTTERDAMSGHE LLOYD.
JACATRA, 26 v. Soerabaja te Bas-
KEDÓE, thuisr., 1 (11 uur v.m.) te
Marseille.
PATRIA wordt Woensdagochtend 10
u. v. BataHate Rotterdam verwacht
TAMBDRA, 1 v. R'dam n. "Batavia.
INDRAPOÉRA, uitr., pass. 27 Perim.
i