NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 2 MAART 1926 STADSNIEUWS. Oud-Minister J. J. C. van Dijk over den politieken toestand. Een volle Graanbeurs wlo had daarop nu vast durven rekenen. Met iederen dag dat de oplossing van de crisis, die nu al 110 dagen duurt, uitblijft, schijnt de belangstel ling van het groote publiek voor 6e staatkundige gebeurtenissen wel te verflauwen, ja soms kreeg men den indruk alsof zij ook in onze' kringen gevaarlijk dicht het nulpunt begon te naderen. Maar gelukkig, Anti-revolutionair Leiden heeft gisteren door zijn trouwe opkomst naar de Graanbeurs 'dezen indruk gelogenstraft, bewezen dat het nog trouw meeleeft in het werk van onze volksvertegenwoordiging en dal het de voorlichting van een man als den heer van Dijk op hoogen prijs stelt. De schoone, duidelijke en rijk gedo cumenteerde rede van den Oud-Minis ter werd van het begin tot het einde met groote aandacht gevolgd en bleek algemeen ingang te hebben gevonden, toen de gelegenheid werd geopend om vragen te stellen. Maar beginnen wij bij het begin. De vergadering werd geopend door 'den heer R. Zuidema, voorzitter van Nederland en Oranje, die eerst voorging in gebed en daarna de aan wezigen hartelijk verwelkomde. Spr. wees op de tanende belangstel ling van de groote massa, waar het den huidigen staatkundigen toestand betreft. Die lusteloosheid is trouwens wel te verklaren. Met toewijding heeft men wat ons betreft, bij de stembus gestreden voor een rechtsche regeering en, in weerwil van de ondankbare taak die de populariteit onzer leiders in ge vaar had gebracht, en het handig ge bruik, dat de tegenstander daarvan wist te maken, sprak ons volk zich duidelijk uit voor een regeering naar Christelijke beginselen. Uit bekwame mannen werd een flink kabinet samen gesteld met een rijk program, en ziedaar, om een kwestie, die voor ons een nevenkwestie is, lieten coalitiesc ncoten plotseling de regeering in den steek en maakten zij het mogelijk dat het kabinet ten prooi viel aan den op/ zet van een linksch politicus. Had men in dien nacht van 11 November in het cog gehouden om welke groote volks belangen, om welke groote geestelijke goederen het ging, men zou onmoge lijk de verantwoordelijkheid voor zoo'n roekelooze daad op zich hebben kun nen nemen en den vijanden van God en den Christus gelegenheid hebben kunnen geven om te juichen. Geen Avonder, dat er in breede krin gen een zekere lusteloosheid heerscht en dat er allerlei vragen rijzen en daarom doet het ons genoegen iemand als spreker te zien optreden als de •heer van Dijk. Wij zijn er getuige van geAA'eest, aldus spr. hoe hij gedurende een viertal jaren met vaste hand het departement van Oorlog heeft beheerd, en het doet ons genoegen, dat hij van die hooge plaats afgedaald, zich weer wil geven aan het A.R. volk en wij ver trouwen dat hij ons vanavond door zijn Avoord het inzicht in den huidigen politieken toestand zal verhelderen. (Applaus). iBierna nam de heer v. D ij k het woord. We doen, aldus spr. goed, het ver loop der crisis in vogelvlucht te over zien. Op den voorgrond kan daarbij wor- 'den gesteld, dat van een conflict tus- schen regeering en volksA'ertegemvoor- diging niet kan Avorden gesproken. Dat is juist het merkwaardige; geen conflict tusschen overheid en volk, en toch zoo'n ingewikkelde crisis, als er nog geen is gezien. Spr. Avilde beginnen met den wensch dat voortaan het gezantschap bij den paus niet meer de politiek zou beheer- schen, want dan is het met de coalitie voor goed gedaan naar het zich thans laat aanzien. De coalitie, het schoone werk, onder de eminente leiding van Dr. Kuyper tot stand gebracht, maar reeds door Groen van Prinsterer, die Avars van alle antipapisme Avas, voorbereid, is thans verbroken. Onder leiding van dissentieerende broeders. Het gezantschap bij den paus be sprekend, herinnerde spr. aan zijn ont staan in den tijd, dat de paus nog we reldlijk gezag had, en zijn aanvanke lijke opheffing door aanneming van het amendement-Dumbar in 1871. Met dit laatste feit waren alle relaties met het Vaticaan echter niet verbroken, want, de pauselijke' nuntius te den Haag bleef. Een feit, dat den tegenstanders van het gezant schap wel eens tot nadenken mocht stemmen. In 1915 werd met het oog op den te verwachten vredesarbeid van den paus het gezantschap tijdelijk weer inge steld. Onder de voorstemmers waren ook de C. H.'en. Hierbij merkte spr. op dat zij toen blijkbaar in strijd met hun principe hebben gehandeld. Im mers het principieele wordt niet be- heerscht door bet tijdelijke en het wenschelijke. In 1920 kAvam de opheffing in de Kamer ter sprake. Spr. citeerde het betoog, toen door Min. van Karnebeek gehouden om het gezantschap te ver dedigen als van overwegend belang voor de handhaving van Nederland's positie tusschen de staten, daar het een der meest belangrijke centra van politiek verkeer betrof. Telkenjare is vervolgens bij de be handeling der begrooting het gezant schap in de Kamer behandeld. In 1924, toen de heer Schokking weer een amen dement tot afschaffing verdedigde. aa*erd hem door den heer Marchant ver weten, dat hij de regeering vleugellam wilde maken, en haar overleverde aan de genade van de oppositie,'want, zei de heer M. namens de linkerzijde, gij bidt ons of we asjeblieft tegen het amendement willen stemmen, anders gaat uw coalitie eraan. Feitelijk heeft dus toen de heer Mar chant reeds laten doorschemeren, dat vroeg of laat op dit punt de coalitie wel eens voor goed zou kunnen strui kelen. Vervolgens besprak spr. uitvoerig de kwestie van 11 November. In volgorde behandelde spr. de be kende verklaring van den heer Nolens, die van den heer Marchant en van den heer Snoeck Henkemans. Spr. laakte het in de C. H. fractie, dat zij het amendement-Kersten steun de. Iets anders zou het geAveest zijn, als het een nieuwe zaak had gegolden. Men had dan kunnen zeggen: Avij zijn niet gediend van een gezantschap bij den paus, wij helpen er niet aan mee. Doch hier stond het anders. Men Aveigerde niet mee op te houwen, doch men hielp afbreken. Vooral na Mar- chant's verklaring hadden de C. H. zich opnieuw moeten bezinnen. Het is gemakkelijk te zeggen, dat men boven alles prijs stelt op de handhaving der coalitie, maar dan moet men er ook naar handelen, en niet om dingen die buiten de hoofdzaken omgaan de sa- menAverking a'erbreken. De A.R, hebben het gezantschap al tijd beschouwd als een nuttigheids- kwestie. Dat heeft zij reeds uitgespro ken in haar program van .actie en daarom kan haar nooit worden ver- Aveten, dat zij in papistische Avateren is verzeild of dat zij de Roomschen heeft willen believen. Nu is het begrijpelijk, dat de C. H. die algemeen worden beschouwd als verantwoordelijk voor de crisis, en terecht, zich met allerlei pogingen trachten vrij te pleiten door te betoo- gen dat het gezantschap waarlijk, ook in dit geval een gewetenszaak raakte en dat het door de voormannen steeds is veroordeeld. Een uiting daarA'an is het boekje van den heer Krijger, die zich beijverd heeft citaten van Groen en Kuyper bij een te brengen, waarin deze voorgan gers tegen het gezantschap zouden heb ben getuigd. Het kan geen kwaad deze citaten eens te lezen, mits men het goed doe, dus in het licht van de om standigheden. Want dan blijkt, (s'pr. toont het alles uitvoerig en duidelijk aan), dat zooaa?o1 Groen als Kuyper altijd doordrongen zijn geweest van de noodzakelijkheid aran samemverking met Rome tegen het ongeloof, en, wat het gezantschap betreft, hoe heiden zich daartegen slechts hebben verzet voor zoover er sprake Avas van een schenden der constitutioneele gelijk stelling van alle gezindten en een be- leedigen van den Koning als hoofd van een gemengd© natie, door hulde te brengen aan het hoofd van een be paald kerkgenootschap. Daaruit volgt dan onvermijdelijk en onbetwistbaar, dat zoodra het niet meer geldt het hoofd der kerk, maar louter een centrum van staatkundig di plomatiek verkeer, heel het betoog, dat op de bezwaren dezer voormannen is gegrond, ineenstort. En zoo. nu stond het in deze kwestie. Niemand in de Kamer die bij het ge zantschap dacht aan een hulde aan den paus als zoodanig. Zelfs de R.K. al had het voor hen een meer dan gewone beteekenis, stelden in het parlement toch steeds het nationaal belang der zaak op den voorgrond. Met nadruk heeft Groen steeds ge waarschuwd tegen dat breed uitmeten van het a'erschil tusschen Roomsch en Protestant. De goede verhouding tus schen die beiden zegt hij, heb ik steeds beschouwd als een der geAvichtigsto aangelegenheden van het land. „De R kerk heeft van het geloof in Christus geen afstand gedaan. Daarom staat Üe prot. christen van haar veel minder ver dan van hen die den Christus schijnbaar omhelzen em er zich des te zekerder van te ontdoen." Opheffing van het gezantschap vraag ik, zegt hij elders, niet als protestant, doch als burger van den constitutio neel en slaat, die zijn protestant sche specialiteit heeft moeten prijsgeven en daarom hetzelfde mag verwachten van den- Roomschen burger. (Groen noemt Nederland geen „protestant- schedoch een niet-Roomsche natie). Het gezantschap, zoo betoogt hij. past niet in het stelsel dat staat en kerk gescheiden houdt. Doch hier, nog maals, gold het slechts een zuiver staatkundige aangelegenheid en Avas de gedachte aan erkenning van 's pau sen „koningschap" geheel uitgesloten. Dr. Kuyper, Aviens Standaardartike len uit '88 en '93 in hetzelfde hoekje Avorden aangehaald om zijn afkeer te bewijzen, kon als lid der Eerste Ka mer in 1910, dan ook met overtuiging zeggen, dat de pogingen der regeering om zuiver staatkundig met het Vati caan contact te onderhouden, niet slechts moesten worden goedgekeurd, doch toegejuicht en dat men er zich in moest verblijden. Bij aa'ie rust de verantwoordelijkheid voor deze crisis? Bij Ds. Kersten? Maar niemand,noch in, noch buiten de Kamer heeft, hem die durven opleggen, omdat men in hem, de sterkte van zijn partij daar gelaten, niet den eventueelen kabi netsformateur heeft durven zien, en terecht, want daarvoor zijn meer kwa liteiten noodig. Bij de V.D. misschien, die succes hadden met hun avonturierspolitiek? Maar ook dat was niet mogelijk ge- Aveest zonder de medewerking van een deel der rechterzijde Bij den heer Nolens dan? Maar die heeft uitsluitend het nationaal belang verdedigd en slechts zijn bekende ver klaring, daargelaten of zij tactisch juist was, afgelegd omdat de R.K. ge griefd Avaren door de antipapistische tendenz in de bestrijding der andere partijen. Ook hij is dus niet in de eer ste plaats verantAvoordelijk. De C. H. hebben een beroep gedaan op het geweten. Dat spreekt ons toe. Het is heel moeilijk en gevaarlijk over eens anders geweten te oordeelen. Maar is daarmede de zaak uit? Neen, Avant rondom de gewetens vraag groepeeren zich andere feiten, die aan het absolute van de gewetens vraag doen twijfelen. Als zoodanig noemt spr. het vóór- stemmen der C. H. in 1915,. toen Lob man zelf betoogde, dat het niet ging om de erkenning van den paus als hoofd der Chr. kerk. Dan is er ook het zittingnemen van twee C. H. in het vorig, en van een. gelijk getal in dit kabinet, Avaarmede z,ij dus deelden in de alge-m. verantAvoordelijkheid van het regeeringsvoorstel. Dan is er ook de C.H. fractie in de Eerste Kamer, die verleden jaar het optreden van den heer Schokking tegen het gezantschap streng afkeurde, terwijl het een pu bliek geheim is, dat zij ook thans de houding harer partijgenooten in de T. Kamer niet beAvon'dert. Zien Ave dan ten slotte nog, dat de C. H. krachtens het stembusprogra'm 1925 reeds door de kiezers Avaren verplicht om tegen het gezantschap te sternen, dan is eenigen twijfel gewettigd ten aanzien van de onbevangen uitspraak van het „geAveten." Toch hebben zij de coalitie waar voor zij zooveel over hadden en waar door de opvolgende Chr. regeeringen zoo zegenrijk hebben kunnen wer ken, verbroken. Men tracht zich van de verantwoordelijkheid te ontdoen. Maar daarmede is het nog niet gebeurd Enfin, de protestantsche natie is ge red, en Dr. Kromsigt kan in zijn te recht als profanie gebrandmerkte speech zeggen dat links en rechts mochten meewerken om Gods wil te volbrengen. Maar het zou toch wel treurig zijn als ons protestantsch ka rakter stond of viel met een politiek votum in de volksvertegemvoordiging. De vraag of de heer Colijn zelf ver antAvoordelijk is te stellen voor deze crisis beantwoordt spr. voor zoover dit naar de ten dienste staande gegeve'ns mogelijk is, ontkennend. Niemand kon verwachten, dat de C.-H. waar het zulke hooge belangen gold, van hun „voorbehoud" zouden ge(?)bruik maken en dat de V. D. naar het woord van Prof. Heeres zóó zou den sjacheren, dat zij in een kort tijds bestek nu eens tegen, dan weer voor het gezantschap zouden stemmen. Vervolgens stond spr. stil bij de ver reikende beteekenis van een combina tie Rome-rood. Nog is de R.-K. Staats partij er evenals de onze een die een volledige groep uit het volksleven om vat, van hoog tot laag verbonden door één beginsel. Die onderscheiding zou dan plaats maken voor de vaiscbe economische onderscheiding die de S.D.A.P. als voorstandster van den klassenstrijd maakt, terwijl zij, die voor deze crisis verantwoordelijk zijn zich Avel eens mogen herinneren, dat de R.-K. van rood alles kunnen krijgen wat ze begeeren, al waren het twee gezanten. Spr. schetste achtereenvolgens den formateursarbeid van de heeren Mar chant, de Visser en Limburg en her innerde daarbij aan het compromis voorstel-de Visser, dat schipbreuk leed op de tegenwerking der C.-H. Een mo tie. van teleurstelling van de C.-H. Welk een houding 1 Werd die verwor pen dan lag hun de baan vrij om tegen alle andere moties te stemmen. Geen wonder dat de A.-R. en R.-K. met zóó veel onwaarachtigheid niet konden in stemmen. Voorts schetste spr. de begrijpelijke wees van den heer Marchant voor een kabinet-Limburg. Geen wonder, want Marchant wil het tegen eiken prijs tot de uiterste noodzaak laten komen. Ove rigens vraagt spr. hoe het mogelijk is, dat 2 C.-H. zich aanvankelijk laten vinden om in een extra-parlementair kabinet te zitten, dat het gezantscahp nog op zijn program heeft. En nu de mogelijkheden die blijven. Die zijn: een kabinet-CoIijn of Roomsch-rood. Het laatste schijnt echter wel uit gesloten. Over de uiterste noodzaak denken de Roomschen gelukkig al niet meer. Echter zou een kabinet-Colijn ook de geAvenschte pari. basis missen. For meel zou het onkwetsbaar zijn, maar moreel toch te zeer verzwakt. We hebben af te wachten. Vermoedelijk komen we als A.-R. partij geisoleerd te staan. Wij staan daarmede voor een be schikking van God en wij moeten ons afvragen Avat Hij ons daardoor te zeggen heeft. Onze beginselen zullen we moeten verdiepen en de uit onze rijen weggeloopen broeders terug brengen. Maar ook zullen we weer een nieuwe samenwerking moeten voor bereiden voor de toekomst tusschen allen die ook op staatkundig gebied het Koningschap Aran Christus belij den. Mogen Ave het doen in biddend op zien tot Hem van Wien alle kracht is. (applaus). Bij de bespreking die nu volgde vroeg de heer Goslinga: 1. Wat de spr. dacht van een kabi net R.-K.A.-R. 2. Wat hij dacht van het voorstel tot Kamerontbinding; en de heer Dee: 3. waarom de ministercrisis behoef de te leiden tot een kabinetscrisis Op de eerste vraag antwoordde spr. dat practisch de rechterzijde toch nog veel invloed zal kunnen doen golden, zoodat in dit opzicht een rechtsch kabi net niet onmisbaar is, terwijl het ook te duur gekocht zou zijn met de ont ketening van een nieuwe anti-papisti- sche hetze tegen de A.-R. partij, die om de belangrijke plaats welke zij in ons volksleven inneemt tegen verde re aanslagen, voorzoover die princi pieel te ontgaan zijn, moet worden be veiligd. Kamerontbinding is een politieke daad van de Koningin waarvoor in dit geval moeilijk de handteckeuing kan Avorden gevraagd van een minister, die nooit een dergelijk besluit heelt be pleit. Daarbij zou spr. aanneming van het voorstel onbehoorlijk vinden tegen over de Koningin. De Kamer blijve op eigen terrein. Op de laatste vraag antwoordde spr. dat verder regeeren niet mogelük was wegen het ontbreken van het R.-K. deel Aran de parlementaire basis in ministerraad zoowel als in Kamer fractie. De heer Zuidema dankte den spreker met eenige welgekozen woor den. In het bijzonder deed het ons goed, aldus spr., den nadruk te hoe ren gelegd op de eenige beteekenis der A.-R. partij. Daarvan doordrongen te zijn, dat hebben we noodig om weer eens met warmte voor de partij te kunnen werken. Den spreker wenschte hij toe, dat deze, hoe ook de toestand zich zal wij zigen, nog lang in staat zal zijn om met dezelfde liefde voor de A.-R. be ginselen het pleit te voeren (applausj. De heer Van Dijk ging ten slotte voor in dankgebed. Bij den uitgang werd een collecte gehouden, die een mooi bedrag op bracht. Het welvoldaan" waarmede men uiteenging was meer dan een term; het bleek uit de geheele stemming, die wat opgêwektheid en bezieling betrof, sterk herinnerde aan den mooien stem busstrijd van Juni 1925. Mogen Ave er in deze periode nog eens A'ruchten van zien. In elk geval is in Leiden de keurben de nog wakende. RECHTZAKEN. KANTON BERECHT LEIDEN. Voor de openbare zitting staan 21 zaken op de rol, voor niet openbaar 1 P. L. chauffeur te O eg st geest, is beklaagd van het te snel rijden met een auto op den Hoogen Rijndijk. Be klaagde heeft daarbij een mast van de tramleiding omgereden, wat echter niet ten laste wordt gelegd. Beklaagde ontkent de aanrijding niet, doch wel het te snel rijden. Getuige J. Voet9, monteur, die naast beklaagde zat in den auto, bevestigt het door beklaagde beAveerde. Getuige G. Neuteboom te Leiden heeft niet de aanrijding gezien doch Avel dat beklaagde nog al snel reed al ontkent hij, zooals het verhaal vertelt, dat hij eerst verklaard heeft dat er 35 K.M. gereden is, iets wat hij niet kan constateeren. De Ambtenaar nam echter aan dat er te hard gereden was en eischte 'daarvoor f 10 of 10 dg. hechtenis.. Beklaagde meende dat dit door niemand is geconstateerd of kon geconstateerd worden. G. F. S. chauffeur te Leiden, niet verschenen, heeft nagelaten signalen te geven, waar zulks noodig was. Na het hooren van getuige L. Mol, geb. Ravensbergen, werd f5 of 5 dg. hech tenis geëischt. In de zaak, vorige week behandeld van J. v. d. B. wegens verzuim zegel- plakken, Averd gehoord de eigenlijke aannemer W. v. d. Berg, stucadoor te Rotterdam, die verklaarde, dat zijn broeder op eigen gezag werkte, Avaar- om de Ambtenaar 5 maal f 1 boete eischte. In de zaak van G. M. S. die vorige week ontkende een agent te hebben uitgescholden, werd nu gehoord de agent E. Boon, die zijn verhaal beves tigde. Beklaagde ontkende nog, ge scholden te hebben, zijn kameraad had het gedaan, doch Avas op de vlucht geslagen. Eisch f2 of 2 dagen hech tenis. J. v. d. L. veekoopman te Zoeter- w o u d e, is ten laste gelegd het ont trekken aan den keuringsdienst van onvoldragen of doodgeboren kalveren. Deze waren ook van de huid ontdaan in zijn schuur gevonden. Beklaagde heeft er geen hand aangeslagen; 't wa ren kadavers, die zijn zoontje voor de honden had medegebracht. De keur meester den Hertog heeft de dieren aangetroffen, doch kan niet zeggen, dat beklaagde ze van den huid heeft ontdaan. Eisch f25 boete. Beklaagde zou daarom eerst nog wel eens zijn zoontje (19 jaar) gehoord Avillen heb ben. N. P. W. S. te W a r m o n d, is niet verschenen, doch heeft, 's avonds laat uit Leiden komend, een reclamebord bij café „Welgelegen" afgetrokken en „neergelegen" midden op den weg, be vestigde de verbalisant A. Koot, ge meente-veldwachter te Oegstgeest. J. de Veyser te Warmond, die met nog ie mand er bij geAveest was, kon een en ander bevestigen. Eisch f 10 of 5 dagen. J. V. opkooper te Leiden, niet ver schenen, heeft een dekkleed en dekzeil gekocht zonder dit in het register aan te teekenen, Avelke artikelen later van diefstal afkomstig bleken. N. Owel, slager te Leiden, als getuige gehoord, verklaarde het voor een behoorlijken prijs gekocht te hebben en ook weer verkocht aan J. Th. Klaverweyden, die ook over geen diefstal dacht. De agent van politie N. C. Uitendaal vertelde hoe een en ander aan het licht kwam, Avaarna f 10 of 5 dagen werd geëischt F. A. H. Dr. fabrikant te L e i d e i is overtreding der arbeidsAvet ten last* gelegd. Beklaagde beweerde, dat het in het belang was van de arbeiders (waarop eenig rumoer op de publieke tribune ontstond) wijl deze menscher stukwerk verrichten en den achter stand van de Kerstdagen inhaalden. Aan die menschen was toen gezamen lijk ruim f 500 voorschot gegeven, wa met een half uur daags kon wordei ingehaald. De Ambtenaar eischte zeven geld boeten van f 10 of 7 maal 5 dagen. A. S. arbeider te Kat w ij k (18 jaai oud) heeft met een schietgeAveer in eei jachtveld geloopen. 't Was beklaagde te doen geAveest om spreeuwen, en ah 't kon een konijntje, vult de kanton rechter aan. Eisch f 6 of 6 dagen. J. L. vr. K. G. V, te Leiden heeft zonder licht gereden. Het Avas een elec- trische, die het een oogenblik A'ertikte De ambtenaar vroeg f 1,50, doch de kantonrechter maakte er meteen 5( cent van. J. R. vissclier te Kat w ij k, heeft geen huisnummer op zijn deurpost ge had, waarvoor f3 of 3 dagen Averd ge- eischt, wat beklaagde nog al veel vonn daar hij bekeurd werd terwijl hij o\ zee was. Een proces over een kaas. Hier ot 'daar in ons land, zoo ver telt de „Telegr." zwerft een veelbe sproken kaas. Een kaas. die, vooi zij haar bestemming bereikte, de oor zaak Avas van een proces, nog Avel in twee instanties, Avaarbij zich tevens nog de gelegenheid voordeed om de bepalingen onzer arbeidswet op te hel deren. Voor zij ter tafel kwam, Avas er Til., een tijd Avaarin die kaas no? niet „rijp" was. Zii lag toen in Boaegra ven, in een pakhuis. Maar van liggen alleen wordt een kaas niet rijp. Daar voor is bovendien nog noodig, dat zij Avorde geveegd, geschrapt, en ge keerd. Welnu, zulks geschiedde, en Avel o.a. op een Zaterdagmiddag om twee uur. Dat de behandeling juist op dat tijdstip werd verricht, en daar toe\rallig een ambtenaar van de Ar- beidsAvet passeerde, ziedaaf de om standigheden, die deze kaas beroemd maakten. Want de ambtenaar maakte bij het aanschouwen van deze op Zaterdag middag geschrapte, geveegde en ge keerde kaas, een proces verbaal op, waarin hij meldde, dat in een „werk plaats" te Bodegraven op gezegden Zaterdagmiddag in strijd met de wet gearbeid was. Doch de Rechtbank tc Utrecht ont sloeg den eigenaar der kaas van alle rechtsvervolging. Want in het gege ven geval kon zoo meende zij van Averken in een „werkplaats" niet worden gesproken. Artikel 2 van de arbeidswet toch omschrijft een werk plaats als een open ot besloten ruim te, waar, anders dan ten behoeve van eene daar gevestigde huishouding, gc- Averkt pleegt ie worden aan ot ten behoeve van het vervaardigen, veran deren, herstellen, versieren, afwerken of op andere Avijze tot verkoop of ge bruik geschikt ot meer geschikt ma ken van voorwerpen en stoffen. En de vraag was nu: Averd de ka is door vegen, schrappen en keeren. „geschikt of meer gesciiikt voor liet gePruia Het hangt er van at zoo betoogde de Utrecntsche rechter ot die kaas al dan niet rijp- Avas. Was zij rijp, dan dienden die kunstbewe-k.ngeu a.lecii voor haar behoud. Was zij me. rijp, dan dienden zii om haar rijp, dus "voor gebruik ot verkoop geichi te maken. Maar het proces veruaa1 bewua.deom trent de rijpheid der kaa: he. stil zwijgen. Zoodoende kon cie i.echtban.: niet uitmaken, of er geschrapt, ge veegd. en gekeerd v.a, voor het be houd of voor het gereedmaken der kaas, weshaive haar eigenaar van reciitsvervolg.ng werd ontslagen. Nog ging de Ofticier \an Justitie de kaas Avas nu eenmaal aan hei rollen - in cassatie. Maar de Hooge Raad sloot zich bij liet oordeel van de rechtbank aan: de dagvaarding' had van „nog niet gerijpte' kaas moeien spreken. Bijna'een jaar had het proces ge duurd. En toen de Hooge Raad er zijn oordeel over velde, was de kaas ver moedelijk reqds gerijpt en verkocht. De kooper :.al n.et nebben geAveten, tot hoeveel juridische zwarigheden zn. kaas aanleiding was. Scheepstijdingen. HOIXAND-AKffiftÉKA LUK. iVEENDAM, New York n. Barbados. 28 (9.30 v.m.) te Colon. NI TON IAN, R'dam n. Boston 28, (8.30 v.m.J 60 mijl O. v. Niton. STOOMV. MIJ. NEDERLAND. JOHAN DE WJTT, 28 v. Batavia te A'dam. KARIMOEN, thuisr., 27 v. Colombo. KON. DER NEDERLANDEN, uitr. 28 v. Colombo. SIMALOER, 28 v. Antwerpen te Rot terdam. BALI, thuisr., 1 v. Padang. KANGEAN, uitr., pass. 28 Perim, KARIMATA, (charter) '1 v. Macas sar n. Rangoon. KON. HOLLANDSGHE LLOYD. IJSSELDIJK, uitr.. 1 te Antwerpen EEMLAND, Hamburg n. R'dam 1 te AntAverpen. DELFLAND, uitr., 1 v. A'dam. ROTTERDAMSGHE LLOYD. JACATRA, 26 v. Soerabaja te Bas- KEDÓE, thuisr., 1 (11 uur v.m.) te Marseille. PATRIA wordt Woensdagochtend 10 u. v. BataHate Rotterdam verwacht TAMBDRA, 1 v. R'dam n. "Batavia. INDRAPOÉRA, uitr., pass. 27 Perim. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6