Schoonmaak NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 27 FEBRUARI 1926 Aan het einde der Week Wanneer wij overeenkomstig onze gewoonte op dezen Zaterdag een blik terug werpen op de afgeloopen week, denken wij allereerst aan het verlies tiat Nederland geleden heeft in het overlijden van een zijner grootste man nen op wetenschappelijk gebied. Prof. Kamerlingh Onnes. Hij was een man van groote verdiensten op het terrein der natuurkunde; hij heeft^ontdekkin- gen gedaan, waarvan de draagwijdte door ons leeken ,wel niet geheel be grepen wordt, doch welker beteekenis ook practische beteekenis, er daarom niet te minder om wordt. Evenals zijn evenknie Prof. Lorentz was hijeen man van Europeesche vermaardheid, die zijn nationaliteit in den vreemde eer aandeed. Nog een ander groot man is van ons weggenomen en werd in de afgeloopen week ter aarde besteld, de bekende em. predikant van Den Haag Ds. Js. van der Linden. Hij was groot in an deren zin dan wijlen Prof. Kamerlingh Onnes; ja zonder in waardeering te kort te schieten voor de wetenschap, üie een gave is van Gods algemeene genade, mogen we wel zeggen: inhoo- geren zin. Hij heeft veel en lang ge arbeid in het koninkrijk Gods, en zijn persoonlijkheid heeft een stempel ge drukt op de kerken, die hij gediend heeft. Het is een opmerkelijk' verschijnsel, naar 'tons voorkomt, in 'tbijzonder aan onzen tijd eigen, dat zoovele man nen die in meer dan een opzicht lei ding geven aan ons volk, van ons heen gingen. En toch kunnen wij ze thans i'minder dan ooit missen, onze groote mannen. Vele zijn nog de moeilijkheden, .zoo wel nationaal als internationaal. Om (bij ons eigen land te beginnen, nog steeds zijn wij nog niet uit de impasse, waarin het Kamervotum op den ge denk waar digen 11 den November ons land gebracht heeft. Na de wekenlan ge pogingen van Dr. de Visser is thans 'Mr. Limburg al weer meer dan een maand bezig geweest een kabinet te vormen, zonder resultaat. «Weinig dringt er van de door liern ge voerde besprekingen tot de buitenwe reld door, doch het groote struikelblok schijnt nog steeds het gezantschap bij 'het Vaticaan geweest te zijn. De S.D.A.P. heeft nu de „massa" op geroepen „vóór Kamerontbinding" te demonstreeren. Niet omdat op deze wijze de crisis tot een oplossing ge bracht zou kunnen worden, misschien zelfs niet eens om Kamerontbinding te krijgen, want 't zou wel eens kunnen .zijn, dat zij daar weinig pleizier van beleefde. Maar "t demonstreeren op zichzelf is al iets, waaruit wellicht po litieke munt te slaan is. Buiten onze grenzen is 'tin dit op zicht al niet veel beter; overal zit men midden in wat Charles Benoist ge noemd heeft de crisis van het parle mentarisme. Vooral in frankrijk. De Fransche Kamer heeft de regeering-Briand de middelen onthouden om de valuta te saneeren; nu is het vertrouwen op den Senaat gevestigd. Doch al zou deze de door de Kamer verworpen voorstellen aannemen, dan moeten deze toch weer naar de Kamer terug. Zal er nu aan dezen maandenlangen lijdensweg met de financieele voor stellen een einde komen? Het is' zeer de vraag, want de socialisten zijn voornemens tegenover h<et regeeringsvoorstel het hunne te stellen en dan zal men weer naar een Compromis gaan zoeken In België is men beter geslaagd; de stabilisatie van den Belgischen franc schijnt hu wel verzekerd, en de regee ring verwacht ook geen economische crisis. Groot zijn ook nog, ondanks de ver- Lfcidsche Peukrassen. Amice, Ik hoorde onlangs de opmerking ma ken, dat er van onze Kiesvereeniging betrekkelijk weinig actie uitgaat den taatsten tijd. Er wordt weinig verga derd en verder wordt er toch ook wei nig gedaan tot versterking van onze organisatie en de verbreiding van on ze beginselen. Welk een verschil, zoo ■werd er opgemerkt, b.v. met de S.D. A.P. welker afdeeling geregeld verga dert en waar men onafgebroken in de weer is om nieuwe leden te werven, propagandalectuur te verspreiden en de menscben op hunne wijze voor te lichten. De juistheid van deze opmerkingen kan en wil ik niet geheel ontkennen. Er is inderdaad een zekere slapheid in onze kringen, die zich mede open baart in het weinig vergaderen en het voeren van weinig actie, en al kan ik dat niet precies controleeren, want de ervaring heeft me geleerd om met de /overwinningsbulletins van de S.D.A.P. 'een weinig voorzichtig te Zijn, ik wil toch wel aannemen, dat het in het roode kamp in dit opzicht beter is ge steld dan bij ons. Toch vraag ik mij af, amice, of het billijk is en verstandig, bet bestuur daar een verwijt van te maken. Als ik terugdenk aan de vergaderingen, die den vorigen winter gehouden zijn en hoe slecht die bezocht waren, dan kan ik me best begrijpen, dat met bet uit schrijven van vergaderingen eenïge voorzichtigheid wordt betracht, te meer omdat de vergadering, die on langs gehouden werd, ook al niet door een druk bezoek uitmuntte. We heb ben toen met den beer H. de Wilde een mooien avond gehad, daar niet van, maar de opkomst was toch eigenlijk bedroevend. En met de propaganda- iïlub gaat bet al niet veel beter. Be is dragen en den geest van Locarno de internationale moeilijkheden. De groo te kwestie, waar het thans om gaat. is de al dan niet uitbreiding van het aantal vaste zetels in den Volkenbond» raad ten gevolge van Dutschlands toe treding tot den Bond. Er zal heel wat staatsmanswijsheid noodig zijn om in dezen alle klippen te ontzeilen en een oplossing te vinden, die alle mogend heden bevredigt. Uit het grijs verleden. DE ROMEINSCHE BESCHAVING. Overal waar de Romeinen heersch- ten over een bevolking, welker cul tuur lager stond dan de hunne, werd de oorspronkelijke beschaving \;er- drongen. Dit was ook het geval in Gallië met den volksstam de Pavisii in de omgeving van Lute tja. De sporen van die Romeinsche over- heersching zijn al dadelijk zichtbaar in de ruines der beide bouwwerken die te Parijs opgegraven zijn: de Ther men (een luxueuse publieke badin richting) en de Arena. Deze beide monumenten zijn opge trokken in steen; voor het laatste dienden groote steenblokken, liet eer ste is gebouwd van kleinere steenen, en cie steenen zijn samengevoegd door cement. Op deze wijze ontstonden bouwwerken, die den tand des tijds konden trotseer en; zij waren zooals de Romeinen zeiven het uitdrukten bestemd voor de eeuwigheid. Dit was een groote stap vooruit in den ontwikkelingsgang der architec tuur. Want oorspronkelijk bestond Lute- tia, naar GalJischen trant, slechts uic wat bouten huisjes, eenvoudig van bouw en weinig duurzaam. Doch dank zij de Romeinsche overheersching kreeg ook hier de bouwwijze ingang, die reeds eeuwen te voren in de lan den rondom de oude Wereldzee wou deren van Architectuur in het aanzijn bad geroepen. En in onzen tijd zijn wij nog altijd niet boven die bouwkuns t in steen uit. Nog immer bouwen we onze kerken en overheidsgebouwen, ja al onze buizen voorzoover het geen noodwoningen zijn van steen. Hoe zouden we ons een wereldstad als Parijs kunnen voorstellen zonder steenen gebouwen? In dien tijd werd alzoo de eerste schrede gezet op den weg, die leidt naar onze moderne steden. Toen werd de grondslag gelegd voor bet huidige Parijs. Nog om een andere reden- dan om de steenen waaruit zij opgetrokken zijn, zijn de ruines uit den Romein- schen tijd belangwekkend en wél om de plaats, waar zij zich bevinden. Zoowel de Thermen als de Arena liggen aan den linkeroever van de Seine, alzoo niet op het eilandje in de rivier, l'ile de la Cité, 4at de wieg van Parijs genoemd wordt. Dit wijst op een aanmerkelijke uit breiding van Lutetia want deze bouw werken veronderstellen al een bevol king van beteekenis. De stad was reeds op weg, hoofdstad te worden. In die zucht naar expansie trok de rechteroever niet zoo erg aan omdat het daar te moerassig was. Later, toen de bevolking zich nog meer had uitgebreid, moest naar middelen om gezien worden om ook dien grond be woonbaar te maken, doch thans was dit nog niet noodig. Men vond immers aan den linker oever nog goeden, bewoonbaren grond genoeg, vasten grond waarop gebouwd kon worden. Dit was op den heuvel, die later genoemd werd de Montagne Sainte-Geneviève (de berg van de heili ge Genoveva. Hier ontstond een rijke stadswijk; daar een klein greepje, dat den moed er in houdt en dat ondanks alle te leurstellingen rustig doorwerkt, maar er is zoo weinig meeleven, dat het waarlijk niet te verwonderen zou zijn indien ze den moed opgaven en den arbeid staakten. Misschien echter, dat er nu eenige verbetering komt. Zooals ge weet, hoopt a.s. Maandag voor de Antirevo lutionaire Kiesvereeniging op te tre den de heer J. J. C. van Dijk, oud-mi nister van Oorlog en lid van de Twee de Kamer. De heer van Dijk is een uitstékend redenaar, die altijd zijn gehoor weet te boeien en daarenboven 'iemand die wat te zeggen heeft. Hij is volkomen op de hoogte met de prac tische vraagstukken van dezen tijd en daarbij verstaat hij uitnemend de kunst om onze beginselen, die de lief de hebben van zijn hart, met warmte en bezieling te verdedigen. En nu hoop ik van harte amice, dat de opkomst Maandagavond zoo zal zijn, dat bet bestuur daarin een aan sporing vindt om weer krachtig aan het werk te gaan en met bezieling zijn taak te vervullen. Laat daarom ieder, die maai* eenigszins kan, zorgen Maan dagavond in de „Graanbeurs" aanwe zig te zijn, niet alleen, maar laat men ook, een ieder in eigen omgeving, an deren opwekken den heer van Dijk te gaan hooren. 't Spreekt wel vanzelf, dat ocV. onze vrouiwen meegaan. De vraag ho^ de tegenwoordige cri sis zal worden opgelost en hoe het in de toekomst op politiek gebied zal gaan, kan ook voor onze vrouwen niet onverschillig zijn. Daarom is het ge- wenscht, dat de vrouwen ditmaal eens niet thuisblijven, maar dat ze meehel pen de „Graanbeurs" te vullen en de vergadering wel te doen slagen. 'tls uit alles duidelijk, dat, hoewel deze crisis feitelijk geheel buiten ons .omgaat, de Antirevolutionaire partij ook kwamen hier de publieke gebou wen te staan, ten nutte of tot ver maak der geheele bevolking. Van slechts twee daarvan zijn de ruines nog over, doch er zijn natuur lijk veel meer bouwwerken dan die en kele geweest. Zoo hebben de geleerden nog de sporen teruggevonden van ecu theater, waar tooneelstukken opge voerd werden, van een tweede paleis der thermen, van tal van weelderige villa's, versierd met rijk schilderwerk en fraaie standbeelden. Hieruit blijkt wel, dat op de Mon tagne Sainte-Geneviève de aristocra tische wijk van het toenmalige Parijs heeft gelegen. Het nieuwe Parijs, onder invloed der Romeinen ontstaan, kan zonder overdrijving beschouwd worden als een belangrijke stap in de richting van het tegenwoordige, en behalve om de genoemde redenen nog om iets an ders. Bij een moderne stad behooren re gelmatige straten, alsmede een riolen- stelsel en waterleiding. Ook het Pa rijs van de Montagne Sainte-Geneviè ve was we weten dit uit de nauw keurige onderzoekingen der archaeo- logen doorsneden met een net van straten, sommige breed, andere wat smaller, doch alle op zoo natuurlijke wijze geprojecteerd, dat men er thans nog profijt van heeft. Zoo was, om slechts dit eene voor beeld te noemen, de Rue Saint-Jacques vóór den aanleg van den boulevard Saint-Michel onder keizer Napoleon III de meest volkrijke en drukste straat van bet stadsgedeelte aan den linker Seine-oever, en het plaveisel de zer straat rust geheel op de funda menten uit den Romeinscben tijd. Twintig eeuwen lang heeft deze straat alzoo reeds dienst gedaan. Dit betreft nog maar het Parijs van de oppervlakte, doch daaronder was, evenals in onzen tijd, een geheel net van riolen en waterleidingbuizen. Vooral die waterleiding was van veel beteekenis. De Romeinen hechtten er steeds veel aan, veel, zuiver en frisch water te hebben om te drinken en te baden, en deze gewoonte namen de Galliërs van de Romeinen over. Wel had men de Seine, welker wa ter destijds nog niet door fabrieken was verontreinigd en dat, zooals de Ouden zeiden, uitstekend geschikt was om te drinken. Maar hoe zou men dat water de hel lingen van den berg op moeten krij gen naar de landhuizen en de ther men? Toen ging men op de hoogvlakte van Wissous zoeken naar bronnen, en van daaruit weM een waterleiding aangelegd die in de Rue Saint-Jacques eindigde, en die onderweg de villa's en de thermen van water voorzag. Dank zij de zegenrijke overheer sching der Romeinen werden alzoo reeds twintig eeuwen geleden de grondslagen gejegd voor he stad, die in later tijd zou schitteren als een koningin onder de hoofdsteden van Europa. UIT DE OMGEVING. iiEIMUIDEN., Woensdagavond hield de afd. van het Groene Kruis alhier haar gewone, jaarvergadering. Door het afwezig zijn met kennisge ving van den voorzitter, Dr. Bouthoorn, wordt de vergadering geopend door den burgemeester. Deze heette de weinige aanwezige leden (nog geen 10 pet. was present) hartelijk welkom, den wensch uitspre kende, dat het een goieldie avond moge zqn. Spr. schetste als afgevaardigde naar de Zuid-Hollandsche vereeniging het vorige jaar, in korte trekken het feestelijk samenzijn aldaar; vooral de toch 't meest bestreden wordt. Als ge de „Banier" leest, dan is het alsof er maar één vijand in het land is, n.l. de Anti-revolutionaire partij. Kolom na kolom wordt gevuld, niet om de revo lutiebeginselen te bestrijden en de macht van bet ongeloof te bekampen, maar om de Antirevolutionaire partij aan te vallen en in een hatelijk dag licht te plaatsen. En als ge „Het Volk" leest, dan treft u hetzelfde verschijn sel. Van de Christelijk-Historischen wordt schier neit gerept, de R. Katho lieken worden nu eens aangehaald, en dan weer bestreden, maar het gaat altijd en onveranderlijk tegen de An tirevolutionairen. Dat zijn in de oogen van de Soc. Dem. de mannen, die het politieke Israël beroerd hebben en die daarom te vuur en te zwaard bestre den moeten worden. Nu vind ik dat ndoit een kwaad toe ken. 'tZijn niet de slechtste appels, waaraan de wespen knagen en bet feit, dat men ons overal den voet dwars zet en ons van alle kanten fel bestrijdt wijst er op, dat we in den strijd der beginselen toch nog wel iets beteekenen en dat het nog wel de moei te waard is te pogen onzen invloed te breken. Maar daarom temeer is het noodig, 'dat we wakker worden en dat we ons scharen achter onze leiders, wier taak in deze dagen van spanning ver van gemakkelijk is. En ik herbaal daarom mijn aansporing om Maandagavond in de Graanbeurs niet te ontbreken, en ieder in zijn of haar omgeving tot het welslagen van deze vergadering mee te werken, Is er op politiek gebied in den laat- sten tijd een weinig opgewekt leven, wat ook bleek toen onlangs de beer Snoeck Henkemans voor een heel slecht bezette zaal optrad, op sociaal gebied valt, naar het schijnt, eanige vooruitgang te bespeuren. film over wijkverpleging slaagde schit terend en was zeer leerzaam. Hij sprak den wensch uit, dat ook phze Vereeniging spoedig eten wijkzuster mag hebben. De benoeming naar de algemeie'ne ver gadering wordt weer aan "het bestuur overgelaten. Hierna krijgt de secretaris, de heter A. v. Loon, gelegenheid de notulen te lezen van de vorige ledenvergadering welke onveranderd' werdten vastgesteld en geteekend. Het jaarverslag, op humoristische wij ze voorgedragen, werd met applaus door de vergadering ontvangen. Hieruit bleek dat het bestuur hard had gewerkt. Ook waren twee cursussen gehouden een voor eerste hulp bij ongelukken en een Moedercursus. Het ligt in de bedoeling deze cursussen nog etens te herhalen. Na dit jaarverslag speekt de voor zitter een warm woord van dank tot (den secretaris, die al van de oprichting af deze functie vervult. Hierna was aan de orde de rekening en verantwoording van den penning meester, den heelr P. de Jeu. Uit het verslag bleek dat de inkomsten waren f 565,50, de uitgaven f 550,95, batig saMo f 13,55. Op de spaarbankboekjes staat een be drag van f 2375,16 ingeschreven. Door een commissie van drie perso nen werd de rekening nagezien en in lórde bevonden. Den penningmeester werd dank ge zegd voor zijn gehouden beheer. De begrooting voor 1926 wordt in inkomsten eh uitgaven geraamd op f 403,55. Uit het verslag van de commissie van controle over het materiaal bleek, dat er, veel1 materiaal aanwezig is, en alles in den besten staat verkeert. Alsnu komt aan de orde het verkie zen van drie bestuursleden. De aftre dende bestuursleden, de hesren P. de Jeu, A. v. Loon en D. L. Hakker, worden met- bijna algemeene stemmen herkozen; zij nemen allen hun herbe noeming aan, waarmede de voorzitter hen hartelijk feliciteert. Bij den secretaris is nog ingekomen een schrijven om gteun yoor de armen in veenstreken van Drente'. De voorzitter zegt, dat bij het ge meentebestuur ook een aanvrage voor een collecte gekomen is, maai" lip is bevreesd om die te houden, omdac er pas gecollecteerd is voor den waters nood. De heer De Puiter zegt: hier moet de regeering helpen; geld is er genoeg, anders moesten de ministers maai* geen f 1000 meer aanvaarden. De burgemeester dient den heer De Ruiter van Antwoord. De heer Rietdpk dringt aan 0111 te helpen dien grooten nood in Drente te lenigen. Spoedige hulp is dubbel hel pen. Besloten wordt om te doen wat ge vraagd wordt. Het bestuur zal maat regelen daartoe treffen. Bij de rondvraag komt de heer.Brus met de vraag, of de maandblaadjes van het Groene Kruis ad verschenen zijn. De voorzitter antwoordt, dat zij tegen den kostend en prijs verkrijgbaar zijn do secretaris zai er om schrijven. Niels meer ter tafel komende sluit de voorzitter de vergadering. RECHTZAKEN. HAAGSCHE RECHTBANK. De relletjes te Katwijk. Voor den politierechter zijn gister behandeld zaken tegen vijf ingezete nen van Katwijk aan Zee, tegen wie proces-verbaal is opgemaakt we gens verzet tegen de politie aldaar op 12 December, toen één hunner wegens dronkenschap werd gearresteerd. De agent van- politie C. Jonker, die toen in burgerkleeding was, werd geschopt, Onze Christelijke Besturenbond, die den geheelen winter een flinke actie voerde, hield in de afgeloopen week zijn jaarvergadering, die al heel goed geslaagd mag heeten. Wat mij daar trof, was de degelijke principieele toon, die daar werd beluis terd en de stevige leiding, die daar in meer dan één opzicht werd. gegeven. Het gaat met onze Christelijke vakbe weging al precies als met andere soort gelijke organisaties, aan tegenwerking en miskenning ontbreekt het niet. Voor de tegenwerking zorgen wel de socialistische vakorganisaties die geen middel onbeproefd laten om de Chris telijke vakbeweging en hare leiders verdacht te maken. Nu eens worden ze voorgesteld als amechtige lieden, 'die toch nooit in staat zijn om iets ten gunste van de arbeiders te verkrijgen en dan weer worden ze uitgeteekend als „verrajers van de arbeiders", als „kapitalistenknechten" als „waakhon den voor de brandkast" en weet ik wat voor moois meer. En daarbij komt dan nog, dat waardeering, waarop men toch aan spraak zou mogen maken van de zijde van ben, die ook de Christelijke be ginselen belijden vaak ontbreekt. Er is nog zoo heel veel misverstand tenge volge van onverstand en het is mij be kend, dat er zijn oprechte Christenen, die liever vandaag dan morgen de Christelijke vakbeweging zagen ver dwijnen, omdat ze daarvan voor de komst van Gods Koninkrijk en de ver heerlijking van Gods Naam niets goeds verwachten. Ik zou wenschen, amice, dat zulke menschen eens een poosje het leven van onze Christelijke vakorganisaties mee" konden leven en dat ze vergade ringen als er deze week een gehouden werd en waarin zulk een besliste en kloeke toon werd beluisterd, eens kon den meemaken. Daar was geen praten RECLAME. - geeft ipenige huisvrouw en dienstbode ruwe en roode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol getrapt en geslagen, en volgens de dagvaarding beijverden anderen zich, aan den geardesteerde te rukken en te trekken om hem weer vrij te maken Uit de menigte werd de politie met steenen gegooid. Terecht stonden: C. G., visscher, 23 jaar; J. v. d. O., visscher, 23 jaar; J. v. R., grondwerker, 23 jaar cn J. R.» visscher, 23 jaar, allen te Katwijk aan Zee De 22-jarige H. S., eveneens vis scher aldaar, was niet verschenen; bij vertoeft op zee. Alle vier ontkenden iets met het geval uitstaande te hebben. Getuige Jonker verklaarde, dat het op den 12en December 's avonds zeer rumoerig was in Katwijk. Toen de veldwachter den eersten verdachte arresteerde, werd hij van alle kanten door Katwij kers aangevallen, zoodat hij aanhan kelijk den arrestant moest loslaten. Later, toen politiehulp kwam opdagen werd de verdachte opnieuw gearres teerd. De verdedigster, mej. A. La Bohm uit Leiden, vroeg, of de agent Jonker op den avond van de arrestatie Diet kwam van ean bruiloft en of hij toen geen snor droeg, zoodat de verdachten hem niet herkenden. Geuige Jonker verklaarde, dat hij noch naar een bruiloft was geweest, noch een snor droeg. .De officier van justitie mr. Poldman eischte tegen S. 1 maand, tegeD G. 14 dagen, tegen v. d. O. 2 maanden, tegen v. R. 3 weken en tegen R. eveneens 3 weken gevangenisstraf. Mr. La Bohm zeide, nader te willen weten, of de agent Jonkers dien avond niet naar een bruiloft was geweest. Pleitster wil niet zeggen, dat bij aar- geschoten was, doch hij verkeerde dan toch wel in een eigenaardigen toe stand. PI. zou door een getuige kun nen laten verklaren, dat J. wel op de bruiloft geweest was. Tegen Kerstmis komen, zoo zeide pleitster, in Katwijk ongeveer 1500 jongelui binnen van de vaart. De ge meente vaardigt dan allerlei ver bodbepalingen uit, waarvan de toe pasing tot in bespottelijke finesses wordt doorgedreven. Het is voor deze jonge vischers op straat niet uit te houden. Er is winkelsluiting, er mag geen muziek gemaakt worden, enz. Zoo worden de visschers de café's in gedreven, waar zij dan elkaar ontmoe ten, rondjes geven en veel hier drin ken. De verdachte S. is op dien be- wusten avond suf geworden. De ^poli tie dient deze toestanden beter te ver dragen en beter te begrijpen. Wanneer de politie minder op den loer lag en minder erop uit was, relle tjes uit te lokken, zou de bevolking rustiger blijven. Later op den avond van 12 December, toen deze jongens reeds thuis waren, is de heele Katwijk- sche bevolking in opstand gekomen. In het Waaigat brak een waar oproer uit, er werd met steenen gegooid en geschoten. Maar hier staan de ver dachten buiten. Het proces-verbaal vond pleitster te zwak om daarop een veroordeeling te kunnen doen volgen. Zij vroeg, alsnog den agent R, te doen hooren, dien zij als een betrouwbaar man kende. In ieder geval zouden de vei dachten niet dan een zeer clemente straf mogen krijgen. De politierechter schorste hierop de behandeling van deze zaak tot gister over één week, ten einde verdachte S. gelegenheid te geven te verschijn vu en den agent R. als getuige te hooren. naar den mond van de volgelingen, maar een kloek en beslist opkomen voor de eischen van Gods Woord. Als ik goed ben ingelicht, dan viert onze Christelijke Besturenbond dezer dagen zijn 15den verjaardag. Ik hoop amice, dat die verjaardag een feestdag mag zijn, vooral ook door de blijken van waardeering, die dan ontvangen worden en door het meeleven, dat niet het minst van de zijde onzer Christe lijke arbeiders openbaar wordt. Van den Christelijken Besturenbond naar de Christelijke Middenstan'dsver- eeniging is maar een klein stapje. Met blijdschap heb ik gezien, dat het con gres van den Christelijken Midden standsbond dit jaar te Leiden zal ge houden worden. Dat is een heele eer voor Leiden, maar 'n eer, die ook verplichtingen op legt. Want 't zou toch al te dwaas zijn cils de middenstanders te Leiden ont vangen werden door een lijdende ver eeniging, die niet anders kan getuigen dan dat het lijden is in Leiden en om geving. Er is voor onze Christelijke Middenjj standsvereeniging nog wel. heel wat te doen en daarom hoop ik van harte, dat aï' onze middenstanders zullen mee werken hunne organisatie zoo te ver sterken, Üat de congressisten die dezen zomer hier komen, den indruk krij gen, dat de woorden Leiden en verblij dden zoo ongeveer dezelfde beteekenis hebben. Als alle christelijke middenstanders zich eens bij hunne organisatie aan sloten, wat zou dan een kracht ontwik keld kunnen worden. Alsmaar dan denk ik aan het versje van de Liefde, waarin achter ieder „als" een „maar" vólgt en aan de vele „maren" die ook 't Christelijk middenstandsleven vergallen. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 6