NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 FEBRUARI 1926 wal m. iuyEn ZEGSEM. Kamerontbinding De Standaard (A.-K.) schrijft onder het opschrift: Behoefte aan la waai: Zonder lawaai kan een revolutio naire partij niet leven. Agitatie is haar harteklop en haar normale levens uiting het groote rumoerige woord. Het was dus gansch natuurlijk, dat er uit den hoezem der S.D.A.P. af en toe klachten kwamen over het rv 'g oezien der partij. Er kwam geen be weging. Geen groote vergaderingen, geen protestmeetings, geen oratorisch vuurwerk, geen moties, geen dreige menten. Zoo kon het niet langer. Men zou gaan meenen, dat de partij er niet meer was. De nieuwe leider, de heer Albarda, is een naar den aard rustig man en hij heeft nu een veertien da gen geleden getracht de onrust te stil len door een nuchter zakelijk betoog in Het Volk. Maar de S.D.A.P. leeft niet uit het gezond en koel verstand, maar uit het revolutionair sentiment en dus lag het voor de hand, dat het kalm betoog, hoe uitnemend ook, weinig bevredi ging bood. De heer Albarda stelde de vraag, wat het Parlement uit zichzelf toch kon doen om de oplossing der crisis te bespoedigen. De club der S.D.A.P. zou om een ver gadering kunnen vragen van de Ka mer, maar voor welk doel zou men zulk een vergadering belegen? Zou men met een interpellatie ko men? Maar tot wien moest men zich richten? Ook zou men aan de Kamer kunnen voorstellen, zich met een verzoek te richten tot de Kroon. Maar ook dit denkbeeld werd verworpen. Er bleef de Kamer niets anders ever dan rustig af te wachten. Als gezegd, dit bevredigde niet De onrust bleef, en zie, thans heeft de club der S.D.A.P. besloten aan den voorzitter van de Tweede Kamer het verzoek te richten een spoedvergade ring te beleggen voor de behandeling van haar voorstel, om zich te richten tot H. M. de Koningin, met het ver zoek tot Kamerontbinding over te gaan Zie zoo, nu is er dan toch wat. De pers staat weer vol van de daad der partij. En Het Volk heeft al dade- ijk wear een schetterend artikel tegen den „door de groote meerderheid des vrolks verafschuwden reactionair Co- lijn". Wie weet, of er straks nog geen meeting kan vogen met „een eisch des volks". Wat er dus ook van de zaak worde, aan de behoefte aan lawaai, is men nu tegemoet gekomen. Zoo moet men het voorstel der S.D.A.P. allereerst bezien. De Rotterdammer (A.-R.) laat zich als volgt uit: Een zonderlingen zet deed de soc.- democratische kamerfractie op het po litieke schaakbord door de indiening van een voorstel om de Tweede Kamer een verzoek aan de Koningin te doen richten om tot haar onbinding over te gaan. Nog zonderlinger is de inhoud van het voorstel. Het miskent in elk opzicht het we zen van het instituut der Kameront binding. Een^ unicum in onzè parlementaire historie is het dat enkele maanden na haar eerste bijeenroeping de Tweede Kamer het „hara-kiri" over zichzelf uitspreekt. Pogingen van parlementaire zijde om ontbinding tegen te gaan zijn niet onbekend. Onder het „ontbindings^-nii- nisterie Heemskerk-van Zuylen dien de de heer Blussé zijn-motie in, die constateerde dat het landsbelang door de Kamerontbinding niet werd ge diend. Toen werd getracht Kamer ontbinding te voorkomen. Thans ech ter openbaart zich eene levensmoeheid die verre van heroischen indruk maakt Nog in ander opzicht wordt deor dit roode voorstel de Kamerontbinding in zijn principieelen aard aangetast. Daar is niet een bepaald geschil, waarop het overleg tusschen regeering en volksvertegenwoordiging hokt .en dat nu voor het forum van het kiezers volk wordt gebracht. In het stuk waarmede Het Volk van Woensdagavond 1.1. dit voorstel verde digde, (wordt met geen woord de ge dachte verdedigd, dat bij de verkiezin gen het vóór of tegen den'gezantschaps post de inzet moet zijn. Neen,^vat de ergernis gaande maakt is dit: de verkiezingen in Juli 1925 wa ren slecht, omdat Colijn kwam; de crisis verloopt slecht, omdat kans be staat dat Colijn blijft. Om Colijn te weren moet Kameront binding komen! Ernst of kortswijl is men geneigd boven het voorstel der roode fractie te schrijven. De Nederlander (C.H.) merkt o.m. bot volgende op: Met welken blik men het voorstel ook beziet: met het oog van den theo reticus of met den critischen blik van den technicus; er zit in het voorstel geen perspectief en dus schijnt ons zijn aanvaarding door de Kamer uit gesloten. Toch kunnen wij ons het voorstel verklaren. Het is in Nederland thans een onmogelijke toestand. Op 11 No vember 1925, ruim drie maanden ge leden, neemt de Tweede Kamer een amendement aan op Hoofdstuk III der Rtaatsbegrooting. Het is een besluit, allerminst van wereldschokkende be- teekenis, van het stellen van Kabi- néis- of Portefeuille-quaestie was geen sprake. Het besluit kwam ook aller minst plotseling. Het kon sedert vijf jaren worden verwacht. Het was meer te verwonderen, dat het bedoelde be sluit niet reeds genomen werd in 1920 of in 1924, dan dat het nu eerst kwam En ziet. nu is het reeds gedurende ruim drie maanden een gepijnig en gemartel, om den parlementairen wa gen weder vooruit te brengen, zonder aan het bedoelde besluit uitvoering te geven. Eerst de heer Marchaht, die kort en beknopt het gansche besluit wilde weg werken. Toen dr. De Visser, die zes weken lang trachtte een tusschenweg te ontdekken, welke in dit geval nu eenmaal niet te vinden is. Thans we der een maand mr. Limburg, van wie ook verteld wordt, dat hij aan het ge nomen besluit wil tornen al moeten wij het van hem nog zien, om het te gelooven. Wij wenschen thans geen dezer po gingen te beoordeelen, veel minder te veroordeelen. Die zelf nimmer stond in zoo moeilijke verhouding, tusschen Kroon en S tat en-Genera a 1kan er niet over. oordeelen. Maar een feit is, dat, door al deze gerekte pogingen, 's lands belangen schade lijden en dat gevaar dreigt voor het parlementaire stelsel, tot welks vervanging geen staatsman reeds iets beters beeft aanbevolen. Daarom mag 'de daad der Sociaal democratische Kamerleden niet beoor deeld worden enkel naar den inhoud van hun voorstel. De bestaande onze kerheid kan niet langer voortduren. De voorstellers zochten blijkbaar in wet en reglement naar een weg, om althans alarm te kunnen blazen, op dat de toestand van parlementaire apathie niet verergere tot nationale gevoelloosheid. Het voorstel van de S.D.A.P. is geen fijn parlementair werkstuk; het is een noodschot, rauw klinkend door den dikken pojitieken mist; het zegt aan het Nederlandsche volk. dat werkelijk gevaar dreigt. Als zoodanig verdient het ietwat vreemde voorstel zekere waardeering. GEMENGD NIEUWS. Auto onder een trein. Een landbouwer te Feuchy (Fr.) reed per auto naar zijn huis, in gezelschap van zijn vrouw en vier kinderen, toen hij bij "Buissy-Baralle een overweg moest passeeren. Hij vond de s.agboomen geopend en reed dwars over de spoor lijn. Op hetzelfde oogenblik kwam er een trein uit de richting van Atrecht aanstoómen. De auto werd in de flank aangereden en een 80-tal meters mee gesleurd. Uit de overblijfselen van de caros- serie haalde men de vier kinderen ongedeerd te voorschijn. De landbou wer en zijn vrouw echter, die vóór in den wagen zaten, waren reeds over leden. Brand in de „Garoe t". ,Uit, Sydney in Australië meldt men, dat in ruim 3 van het Nederlandsche stoomschip „Garoet", dat bezig, was te laden, brand is uitgebroken. TT et vuur werd gebluscht, doch een deel van de lading, bestaande uit wol en copra, werd beschadigd. De romp van het schip ondervond geen schade. Zes kin der én verbrand. Bij een brand, die gisteren in een huis dicht bij New' York plaats had, is een moeder met 6 kinderen verbrand. Den vader gelukte hef slechts het 7de kind te redden, waarbij hij zelf ernstige brandwonden opliep, en' uit de vlam men gered moest worden. lU i tsl a and ebrand. Donderdag middag lipp in de Binkhorstlaan te 's-Gravenhage een jongmensch van 12 jaar een sigaret te rooken. Plotseling ontdekte hij in de verte een politie agent. In zijn angst gesnapt te zul len worden, stak de knaap de bran dende sigaret in zijn zak, waarin al spoedig een binnenbrandje ontstond, dat weldra overging tot een uitslaan- den brand, hetgeen natuurlijk de aan dacht trok van den inmiddels ge na derden politieagent. Deze bedacht een even origineel als afdoend middel, om den brand te blussdhen, door den knaap in een na- bijzijnde sloot kopje-onder te dom pelen. Hierna geleidde hij den jon geling, die zooals vanzelf spreekt, vee' waterschade gekregen had, naar de ouderlijke woning. De branden in Australië.— Na drie dagen van inspannenden ar beid en onverzwakt doorzetten, hebben de leden der bluschbrigades de bosch- en veldbranden bedwongen, doch al leen zware regen, waarop echter he laas geen kans is, zal het gevaar van uitbreiding der branden, geheel kun nen bezweren. Tallooze schapen zijn door" de bran den deerlijk gewond of blind gewor den, zoodat zij moeten worden afge maakt. De regeering beraamt maat regelen tot steunverleening aan de boeren. - Reuter meldt nog, dat de waarde van de door het vuur vernielde zage rijen in de provincie Victoria onge veer 300.000 pond sterling bedraagt. Auto-ongeluk. Gistermorgen ongeveer kwart voor tien heeft op de Zandvoortschelaan te Heemstede een ernstig ongeluk plaats gehad. Een auto bestuurd door den cnauffeur J. H., in dienst van den heer Audes, te Aardenhout, reed in snelle vaart in de richting Zandvoort. De wagen slipte waarbij een paard en wagen werden aangereden. Jlet paard stortte zwaar gekwetst neer. Door den hevigen. schok vloog de auto aan den anderen feheel vernield. De chauffeur werd ant van den weg tegen een boom. De carosserie van den wagen werd zwaar gewond uit den auto gehaald en per auto naar het St. Elisabeths- gasthuis vervoerd. V e r g i f t ig i n g. Na (liet eten van gebakken lever zijn te Liessel alle leden van een gezin ongesteld gewor den. Het vleesch was in Asten ge kócht, waar bij twee slagers in de buurtschap Leensel een onderzoek is ingesteld. Zij bleken het vleesch van twee jonge varkens, die na het sterven geslacht waren, in voorraad te hebben. Bran d in e en w oanwa g en. Tengevolge van hei; omvallen van een petroleum-lampje is gisteravond brand ontstaan in een woonwagen staande aan den Rijksweg nabij Delfzijl. Alhoe wel direct hulp aanwezig was, kon toch niet worden belet, dat de wagen geheel uitbrandde. Van den inboedel kon niets worden gered. De bewoners, man, vrouw en twee kinderen hebben letterlijk alles verloren. De menschen zijn voorloopig in een aan de gemeente behoorend gebouw ondergebracht. Niets was verzekerd. Watersnood-parasieten. De rechtbank te Tiel heeft Donderdag J. C. uit Arnhem, thans gedetineerd, wegens diefstal van voor de door den watersnood noodlijdenden bestemde klëeren, veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. Ter zake van heling van een jas, behoorende onder de door den vo- rigen verdachte gestolen kleedingstuk- ken, werd de varkenskoopman E. v. D. te Tiel, overeenkomstig den eisch veroordeeld tot f 200 boete, subs, 40 dagen hechtenis. Smakelijk ete.n. Onlangs "werd door aen veearts bij een land bouwer te ,s-Heer Areadskerke een van zijn gestorven runderen, da,t uit nood was afgeslacht, voor de con sumptie door mensch en dier afge keurd. De landbouwer die daarmede geen genoegen nam vroeg herkeuring aan hetgeen den volgenden dag zou plaats vinden. Men heeft het evenwel in den daaropvolgenden nacht gesto len en blijkbaar hebben de dieven het met een auto vervoerd, waarheen is nog onbekend. Het zal inmiddels wel reeds zijn verdwenen in hopelijk zonder al te nadeelige gevolgen de maag van onze vleeschetende mede burgers. De politie doet onderzoek. Gas vers tikking. Na eene echtelijke twist is gistermorgen in de woning van den 28-jarigen bankwer ker A. van Ardennen, aan de Larey- straat te Rotterdam de 24-jarige vrouw des huizes ten gevolge van een gas- verstikking dood in de keuken gevon den. In verband met deze zaak Is de man in bewaring gesteld. Land- en Tuinbouw. De landbouw in Dnitscnland. De Rijkslandbouwconsulent te Ber lijn deelt in zijn maandverslag mede, dat in verschillende deelen van DuTtschland een wijziging plaats heeft in cultuur en bedrijf, in dien zin, (lat de voederbouw zich uitbreidt ten koste van de graanteelt. Alle Pruisische landbouwkamers wijzen voorts op een sterken achteruitgang van de paarden fokkerij. Vele fokkers leggen zich meer op de rundvee- en varkenshou derij toe. Voor de rundveehouderij wordt de belangstelling steeds grooter. De prij zen van het fokvee zijn nog behoorlijk, hoewel de afzet zeer onder den geld nood lijdt. Het mesten is minder ren dabel geworden; daarentegen worden melkkoeien en vaarzen goed betaald. De melkcontrole breidt zich voortdu rend uit. De varkensfokkerij en -houderij zijn "zeer toegenomen; daarentegen ging de schapenhouderij, tengevolge van de onvoldoende prijzen voor wol en lam meren, in alle provincies achteruit. In een rondschrijven aan de gewes telijke landbonden hebben de voorzit ters van den Rijkslandbond er op ge wezen, dat de voornaamste voorwaar de voor het in stand houden van een intensief bec^rijf, de rentabiliteit, thans niet aanwezig is. Het is noodzakelijk dat de credieten op korten termijn worden vervangen door credieten op langen termijn. Gaat dit niet, dan zal de landbouwer zich terdege reken schap moeten geven, welk gevaar het grootst is, dat van een kleineren oogst of dat van in den volgenden herfst vervallende schulden, aangegaan voor den aankoop van kunstmeststoffen enz. In het hijzonder dient zooveel moge lijk op alle van de industrie of am bachten afkomstige bedrijfsbenoodigd- heden te worden bespaard, daar vooral de prijzen daarvan in wanverhouding staan tot die der landbouwpro.iu n. Opmerkelijk is, dat deze groote landbouworganisatie, die steeds voor een ruim gebruik van kunstmest ge ijverd heeft ter bevordering van de on afhankelijkheid op het gebied der volksvoeding van het buitenland, thans openlijk groote voorzichtigheid ten aanzien van het.gebruik daarvan meent te moeten aanraden, een raad, die waarschijnlijk in vele gevallen zal worden opgevolgd. De slechte economische toestand heeft ook op de aan- en verkoopscoope- raties een ongunstigen invloed geoefend Tengevolge van de lage prijzen was de coöperatie afzet zeer moeilijk. De ont wikkeling van de zuivel-cooperatie wijst echter op vooruitgang Het aan tal nieuwe coöperatieve fabrieken is betrekkelijk groot. Het verkrijgen van kapitaal vormt een groote moeilijk heid. Eveneens wordt de ontwikkeling van den coöperatieven veeVerkoop cn den eirenafzet niet ongunstig genoemd Op 31 Dec. 1925 bedroeg het aantal landbouw-coopcraties 40.138, waarvan 107 centrale coöperaties, 20.855 spaar en voorschotbanken, 1807 aan- en ver- koopvereenigingen, 3730 coop, zuivel fabrieken en 10.639 andere. De Enveloppe. Het „Grafisch Weekblad" gaf on langs historische bijzonderheden over het brievenzakje oftewel enveloppe. De schrijver vertelt, d^t er een ver zamelaar in het bezit moet zijn van een enveloppe, die in het jaar 1692 ver zonden werd door den Franschen edel man De Vallyer. Dit is wel het oudst bekende specimen, waarvan verder geen bijzonderheden bekend zijn. Een papierhandelaar, die zijn zaken dreef in de rue Dauphine te Parijs, verzond in het jaar 1789 een prospec tus, waarin sprake is van enveloppen voor brieven, uitnoodigingen, enz., in verschillende formaten. Deze waren échter niet gegomd, doch moesten met een ouwel of lak gesloten worden. Doordat ze 't publiek weinig gemak boden, maakten deze briefomslagen niet veel opgang. De gebruikelijke ge woonte: het dichtgevouwen, beschreven vel met lak of ouwel te sluiten, was minstens even gemakkelijk, terwijl men desgewenscht zelf wel een omhul sel kon plakken. De gegomde enveloppe, zoo onge veer van uitvoering als we haar thans kennen, werd uitgedacht door den En- gelschen böekhandelaar Brewer te Brighton. Evenals er van zoovele uitvindingen wordt verteld, moet ook deze te dan ken zijn aan het toeval. Bij Brewer kocht in het eerste kwart der vorige eeuw de betere stand van Brighton zijn schrijfbehoeften. Vooral wat het papier betrof, had Brewer's naam hij het publiek een goeden klank. Hij maakte dan ook met zijn schrijfpapier een flinke reclame. Op een goeden dag van het jaar 1824 bouwde hij in zijn uitstalkast een py- ramide van vellen papier. De boven ste velletjes waren niet veel grooter dan een visite-kaartje. Dit formaat beviel een zijner dames klanten bijzonder. Op deze grootte wenschte zij wellicht haar „lettres d'amour' te schrijven. Maar zoo'n klein formaat liet zich niet tot een ooglijken brief vouwen en zelf een omhulsel te plakken, dat ging haar, na eerige po gingen, niet zoo vlot af en dies ging ze naar den heer Brewer, met het verzoek een aantal van die briefomslagen voor haar te maken. Hij toog aan het werk en 't gelukte hem, zijn opdrachtgeefster tevreden te stellen. Spoedig kreeg hij van efni- ge harer vriendinnen dergelijke bestel lingen en dit bracht hem op liet idee, van het aanvankelijk geknipte model een metalen vorm te maken, l&ngs welker omtrek hij het papier door sneed, waardoor het werk sneller voortgang kreeg. Om deze reden liet hij ook van de grootte van het briefpa pier een metalen blad maken, waar langs hij het uitgesneden enveloppe- papier omvouwde. Het laat zich hegrijpen, dat hij na de eerste successen, er spoedig toe over ging, op dezelfde manier ook voor de grootere papierformaten passende en veloppen te vervaardigen. Ook de heeren-cliëntèle wisten blijk baar het hun aangeboden gemak wel te apprecieeren. Althans onze bock handelaar kon spoedig de hestellingen niet alle tijdig gereed krijgen. Daarom riep hij de hulp in van zijn boekbinder de thans nog bestaande firma Dobbs en Co. te Londen en spoedig waren daar twaalf werklieden dagelijks bezig enveloppen te vervaardigen. Uit iets, dat aanvankelijk bedoeld wa? om een lieftallige juffrouw tot ge mak te dienen, groeide weldra een ar tikel, dat dagelijks bij millioenen wordt gebruikt. Het spreekt van zelf, dat het men schel ijk vernuft machines heeft uitge dacht, waardoor de snelheid van aan maak gelijken tred kon houden met de reusachtige behoeften. Oas Babbelhoekje. TOCH VERZOEND. door FRANCLNA. Eindelijk was de zoo lang verbeide St. Nieolaasavond aangebroken. De ge- heele familie zat gezellig rond de mei Alle cadeautjes waren in een groote mand gepakt. De mand stond gevuld in een hoek van de kamer. Nadat ze eerst allen een kopje chocolademelk hadden gedronken, zei vader: „Ziezoo, nu gaan we uitpakken". Hij ging bij de mand zitten en haalde er telkens een pakje uit. Dan riep vader den naam van dengene voor wien het pakje bestemd was, en haastte de geluk kige zich zijn of haar geschenk in ont vangst te nemen. Allerlei uitroepen van bewondering en verrassing klonken er nu door het vertrek. En steeds kwamen er meer cadeautjes, 't Leek wel, of de mand onuitputtelijk was. Maar eindelijk liet zich toch de bodem zien en om iedereen te bewijzen dat het nu werke lijk op was, zette vader de mand onderst boven neer. Toen zette iedereen zich weer aan tafel om nog eens de pas gekregen geschenken te bewonderen. Tiiigelingelingtingeiingeling, ging De kinderen sprongen bijna allemaal op. „Vast eeu pakjbj&zei Annie. „Zeker, vocrwie (lan?" vro g Cato, „we krijgen nooit cadeautjes op St. Nicolaas. 't Is een belletje". „Maar 't zal toch ma.r he; b:s." zijn, dat ik eens ga kijken", meende rader. Tegelijk ging hij dc gang in, terwijl de kinderen nieuwsgierig om een hoekje blven. kijken. Vader deed de deur open maar zag niemand. Ook stond er geen pakje op de stoep te wachten. Links en rechts keek vader de straat in, maar hij kou niet bemerken, dat er iemand gebeld had. Toen sloot hij de deur maar weer. ,,'t Was zeker toch een belletje", zed vader tegen de kinderen, die, toen ze niemand zag ook de gang waren bilt- nen gekomen. „Lat valt tegen he?" „O, vader", zei Annie opeens, „kijk eens in de bus, wat een groote envelop, daarvoor is zeker gebeld". „He ja", antwoordde vader, „dat had ik nog niet eens gezien". Hij maakte de bus open en .haalde een groot, geel couvert er uit. In de huisimmer gekomen, las hij het adres. „Jongejuffrouw Annie Laman", stond er op. „Hier Amiie, 't is voor jou", zei va der, „dan mag je het .ook zelf open maken". - „Voor mij?" vroeg Annie in de groot ste verbazing, „wie kan mij nu wat sturen?" Zenuwachtig wilde zij het couvert openscheuren. „Niet scheuren", zei Tom, „je weet nooit wat er in zit. Hieu, gebruik mijn nieuwe zakmes maar Voorzichtig sneed Annie nu het .cou vert open. Langzaam haalde ze er een groot papier uit. Toen vouwde zij het open. „Een teekening", riep Tom. ,Ja. 't was een teekening. „Wat stelt het voor?' vroeg moeder. Annie stond nog met het papier in de hand, maar nauwelijks had zij het even bekeken, of ze wierp het op ta fel en begon luid te snikken. „Wat is dat nu?" vroegen vader en moeder gelijk. Tom 'had het ook ai gezien. „Dat is gemeen", zei hij, „wie zou dat gedaan hebben?" en toen hartelijk tot Annie: „Toe meid, trek je er niks van an". Vader en moeder hadden de teoke ning intusschen ook bekeken, 't Stelde een meisje oor, met veen heel hdbgen rug, en een heel langen hals. Langs den rug was een rechthouder geteekend en om den hals Uep een breede riem. Er onder stond: Bochel, bochel, wat ben jij toch dom, Bochel, bochel, loop (och niet zoo krom, 'k Wil 't je af gaan leereu, Jij moet recht marcheereo, LfOo idjien houder aan, Dan kun je rechtop gaan. 't Was geen wonder, dat Annie in tranen was uitgebarsten. Vader en moe der waren ook verontwaardigd. Wie kon toch zoo iets leeljjks bedenken? Durfde men dit misschien een grap te noemen? Moedér trachtte Annie tot bedaren te brengen. '„Toe kind1', zei ze, „huil er toch niet zoo om. Degene, die zoo iets lée- lijks kon bedenken, met die is het veel treuriger gesteld dan met jou.. Ten eerste heb je geen bochel, maar. moet je ialleen dienrechthouder dragen tot voorkoming daarvan. En al had je wel een hoogen rug, dan zou dat droevig voor je zijn, maar wjj zouden moeten bedenken, Jat het God is, Die ieder mensch, ook ieder kind zjjn eigen li chaam geeft. Veel erger dan een leelijk lichaam te hebben, is het, wanneer men een lee- lijke ziel heeft. Een ziel, waarin telkens booze gedachten opkomen. En als wij dan met die booze gedachten niet naar iden Heiland vluchten en Hem om ver geving vragen, dan brengt om; dat tot Dooze daden. Juist, zooals dat bij den jongen of dat meisje is gegaan, die jou die teekening heeft gestuurd. \Fant ie mand, die zoo iets doen kan, geeTt daar mee duidelijk bewijs, dat liij een hart heeft, dat niet kan meevoelen met het lijven van anderen, maar veelmeer daar in nog vermaak schept". Zoo sprak moeder en langzamerhand begonnen Annie's tranen minder rijke lijk te vloeien. „Kun je niet vermoeden, Annie", vroeg vader nu, „wie je die teekening gestuurd heeft?" \V#d je op school nooit geplaagd om ie rechthouder?" „Nee vader", heelemaal niet, ant woordde Annie. „Alleen de eerst» keer keken ze allemaal wel erg, maar nie mand heeft er me nog mee geplaagd". ,,'k Zal het aan je onderwijzer zeg gen kind", besloot vader, „misschien kan hh er achter komen, wie het gedaan heeft, ik hoop het maar, want de schol' dige heeft wel een strenge straf ver diend". Dien avond keerde de prettige stem ming niet terug. Vroeger dan anders op St, Nicolaas ging de familie ter ruste. HOOFDSTUK 5. Koos Martij 11. De volgende morgen, eer de school begon, had mjjnheer Laman, in de kar mer die voor de onderwijzers bestemd svas, gelegenheid om mijnheer van Stcin Annie's onderwijzer, kennis te geven van het gebeurde. Met de teekening in de hand stond mijnheer van Stein te luisteren. Ook hg was zeer verontwoordigd over het geval en beloofde zijn best te zullen doen, om de schuldige te vinden. „Verdenkt Annie er soms iemand van?" vroeg hij. „Neen", antwoorrdde mijnheer La- maii, dat hebben WQ haar ook al ge vraagd, maar zjj zegt, dat niemand er haar nog om geplaagd heeft en daar om begrijpt ze ook niet, wie haai" dia teekening jheeft gestuurd". „Nu, we zullen zien", zei mijnheer van Stein. (Onze beperkte ruimte het niet toe de gewone correspondentie en het ver volg van het verhaal te plaatsen. Daait het verhaal* ook de vorige week reed» moest blijven liggen, hebben we daar aan nu da voorkeur gegeven). (W.ordt vervolgdI.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7