NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 FEBRUARI 1926
wal m. iuyEn ZEGSEM.
Kamerontbinding
De Standaard (A.-K.) schrijft
onder het opschrift: Behoefte aan la
waai:
Zonder lawaai kan een revolutio
naire partij niet leven. Agitatie is haar
harteklop en haar normale levens
uiting het groote rumoerige woord.
Het was dus gansch natuurlijk, dat
er uit den hoezem der S.D.A.P. af en
toe klachten kwamen over het rv 'g
oezien der partij. Er kwam geen be
weging. Geen groote vergaderingen,
geen protestmeetings, geen oratorisch
vuurwerk, geen moties, geen dreige
menten.
Zoo kon het niet langer. Men zou
gaan meenen, dat de partij er niet
meer was. De nieuwe leider, de heer
Albarda, is een naar den aard rustig
man en hij heeft nu een veertien da
gen geleden getracht de onrust te stil
len door een nuchter zakelijk betoog
in Het Volk.
Maar de S.D.A.P. leeft niet uit het
gezond en koel verstand, maar uit het
revolutionair sentiment en dus lag het
voor de hand, dat het kalm betoog,
hoe uitnemend ook, weinig bevredi
ging bood.
De heer Albarda stelde de vraag,
wat het Parlement uit zichzelf toch
kon doen om de oplossing der crisis te
bespoedigen.
De club der S.D.A.P. zou om een ver
gadering kunnen vragen van de Ka
mer, maar voor welk doel zou men
zulk een vergadering belegen?
Zou men met een interpellatie ko
men? Maar tot wien moest men zich
richten?
Ook zou men aan de Kamer kunnen
voorstellen, zich met een verzoek te
richten tot de Kroon. Maar ook dit
denkbeeld werd verworpen.
Er bleef de Kamer niets anders ever
dan rustig af te wachten.
Als gezegd, dit bevredigde niet De
onrust bleef, en zie, thans heeft de
club der S.D.A.P. besloten aan den
voorzitter van de Tweede Kamer het
verzoek te richten een spoedvergade
ring te beleggen voor de behandeling
van haar voorstel, om zich te richten
tot H. M. de Koningin, met het ver
zoek tot Kamerontbinding over te gaan
Zie zoo, nu is er dan toch wat.
De pers staat weer vol van de daad
der partij. En Het Volk heeft al dade-
ijk wear een schetterend artikel tegen
den „door de groote meerderheid des
vrolks verafschuwden reactionair Co-
lijn". Wie weet, of er straks nog geen
meeting kan vogen met „een eisch
des volks".
Wat er dus ook van de zaak worde,
aan de behoefte aan lawaai, is men nu
tegemoet gekomen. Zoo moet men het
voorstel der S.D.A.P. allereerst bezien.
De Rotterdammer (A.-R.) laat
zich als volgt uit:
Een zonderlingen zet deed de soc.-
democratische kamerfractie op het po
litieke schaakbord door de indiening
van een voorstel om de Tweede Kamer
een verzoek aan de Koningin te doen
richten om tot haar onbinding over te
gaan.
Nog zonderlinger is de inhoud van
het voorstel.
Het miskent in elk opzicht het we
zen van het instituut der Kameront
binding.
Een^ unicum in onzè parlementaire
historie is het dat enkele maanden na
haar eerste bijeenroeping de Tweede
Kamer het „hara-kiri" over zichzelf
uitspreekt.
Pogingen van parlementaire zijde
om ontbinding tegen te gaan zijn niet
onbekend. Onder het „ontbindings^-nii-
nisterie Heemskerk-van Zuylen dien
de de heer Blussé zijn-motie in, die
constateerde dat het landsbelang door
de Kamerontbinding niet werd ge
diend. Toen werd getracht Kamer
ontbinding te voorkomen. Thans ech
ter openbaart zich eene levensmoeheid
die verre van heroischen indruk maakt
Nog in ander opzicht wordt deor dit
roode voorstel de Kamerontbinding in
zijn principieelen aard aangetast.
Daar is niet een bepaald geschil,
waarop het overleg tusschen regeering
en volksvertegenwoordiging hokt .en
dat nu voor het forum van het kiezers
volk wordt gebracht.
In het stuk waarmede Het Volk van
Woensdagavond 1.1. dit voorstel verde
digde, (wordt met geen woord de ge
dachte verdedigd, dat bij de verkiezin
gen het vóór of tegen den'gezantschaps
post de inzet moet zijn.
Neen,^vat de ergernis gaande maakt
is dit: de verkiezingen in Juli 1925 wa
ren slecht, omdat Colijn kwam; de
crisis verloopt slecht, omdat kans be
staat dat Colijn blijft.
Om Colijn te weren moet Kameront
binding komen!
Ernst of kortswijl is men geneigd
boven het voorstel der roode fractie te
schrijven.
De Nederlander (C.H.) merkt
o.m. bot volgende op:
Met welken blik men het voorstel
ook beziet: met het oog van den theo
reticus of met den critischen blik van
den technicus; er zit in het voorstel
geen perspectief en dus schijnt ons
zijn aanvaarding door de Kamer uit
gesloten.
Toch kunnen wij ons het voorstel
verklaren. Het is in Nederland thans
een onmogelijke toestand. Op 11 No
vember 1925, ruim drie maanden ge
leden, neemt de Tweede Kamer een
amendement aan op Hoofdstuk III der
Rtaatsbegrooting. Het is een besluit,
allerminst van wereldschokkende be-
teekenis, van het stellen van Kabi-
néis- of Portefeuille-quaestie was geen
sprake. Het besluit kwam ook aller
minst plotseling. Het kon sedert vijf
jaren worden verwacht. Het was meer
te verwonderen, dat het bedoelde be
sluit niet reeds genomen werd in 1920
of in 1924, dan dat het nu eerst kwam
En ziet. nu is het reeds gedurende
ruim drie maanden een gepijnig en
gemartel, om den parlementairen wa
gen weder vooruit te brengen, zonder
aan het bedoelde besluit uitvoering te
geven.
Eerst de heer Marchaht, die kort en
beknopt het gansche besluit wilde weg
werken. Toen dr. De Visser, die zes
weken lang trachtte een tusschenweg
te ontdekken, welke in dit geval nu
eenmaal niet te vinden is. Thans we
der een maand mr. Limburg, van wie
ook verteld wordt, dat hij aan het ge
nomen besluit wil tornen al moeten
wij het van hem nog zien, om het te
gelooven.
Wij wenschen thans geen dezer po
gingen te beoordeelen, veel minder te
veroordeelen. Die zelf nimmer stond
in zoo moeilijke verhouding, tusschen
Kroon en S tat en-Genera a 1kan er niet
over. oordeelen.
Maar een feit is, dat, door al deze
gerekte pogingen, 's lands belangen
schade lijden en dat gevaar dreigt
voor het parlementaire stelsel, tot
welks vervanging geen staatsman
reeds iets beters beeft aanbevolen.
Daarom mag 'de daad der Sociaal
democratische Kamerleden niet beoor
deeld worden enkel naar den inhoud
van hun voorstel. De bestaande onze
kerheid kan niet langer voortduren.
De voorstellers zochten blijkbaar in
wet en reglement naar een weg, om
althans alarm te kunnen blazen, op
dat de toestand van parlementaire
apathie niet verergere tot nationale
gevoelloosheid.
Het voorstel van de S.D.A.P. is geen
fijn parlementair werkstuk; het is een
noodschot, rauw klinkend door den
dikken pojitieken mist; het zegt aan
het Nederlandsche volk. dat werkelijk
gevaar dreigt. Als zoodanig verdient
het ietwat vreemde voorstel zekere
waardeering.
GEMENGD NIEUWS.
Auto onder een trein. Een
landbouwer te Feuchy (Fr.) reed per
auto naar zijn huis, in gezelschap van
zijn vrouw en vier kinderen, toen hij
bij "Buissy-Baralle een overweg moest
passeeren. Hij vond de s.agboomen
geopend en reed dwars over de spoor
lijn. Op hetzelfde oogenblik kwam er
een trein uit de richting van Atrecht
aanstoómen. De auto werd in de flank
aangereden en een 80-tal meters mee
gesleurd.
Uit de overblijfselen van de caros-
serie haalde men de vier kinderen
ongedeerd te voorschijn. De landbou
wer en zijn vrouw echter, die vóór
in den wagen zaten, waren reeds over
leden.
Brand in de „Garoe t". ,Uit,
Sydney in Australië meldt men, dat
in ruim 3 van het Nederlandsche
stoomschip „Garoet", dat bezig, was
te laden, brand is uitgebroken. TT et
vuur werd gebluscht, doch een deel
van de lading, bestaande uit wol en
copra, werd beschadigd. De romp van
het schip ondervond geen schade.
Zes kin der én verbrand.
Bij een brand, die gisteren in een huis
dicht bij New' York plaats had, is
een moeder met 6 kinderen verbrand.
Den vader gelukte hef slechts het 7de
kind te redden, waarbij hij zelf ernstige
brandwonden opliep, en' uit de vlam
men gered moest worden.
lU i tsl a and ebrand. Donderdag
middag lipp in de Binkhorstlaan te
's-Gravenhage een jongmensch van 12
jaar een sigaret te rooken. Plotseling
ontdekte hij in de verte een politie
agent. In zijn angst gesnapt te zul
len worden, stak de knaap de bran
dende sigaret in zijn zak, waarin al
spoedig een binnenbrandje ontstond,
dat weldra overging tot een uitslaan-
den brand, hetgeen natuurlijk de aan
dacht trok van den inmiddels ge na
derden politieagent.
Deze bedacht een even origineel als
afdoend middel, om den brand te
blussdhen, door den knaap in een na-
bijzijnde sloot kopje-onder te dom
pelen. Hierna geleidde hij den jon
geling, die zooals vanzelf spreekt, vee'
waterschade gekregen had, naar de
ouderlijke woning.
De branden in Australië.—
Na drie dagen van inspannenden ar
beid en onverzwakt doorzetten, hebben
de leden der bluschbrigades de bosch-
en veldbranden bedwongen, doch al
leen zware regen, waarop echter he
laas geen kans is, zal het gevaar van
uitbreiding der branden, geheel kun
nen bezweren.
Tallooze schapen zijn door" de bran
den deerlijk gewond of blind gewor
den, zoodat zij moeten worden afge
maakt. De regeering beraamt maat
regelen tot steunverleening aan de
boeren. -
Reuter meldt nog, dat de waarde
van de door het vuur vernielde zage
rijen in de provincie Victoria onge
veer 300.000 pond sterling bedraagt.
Auto-ongeluk. Gistermorgen
ongeveer kwart voor tien heeft op
de Zandvoortschelaan te Heemstede
een ernstig ongeluk plaats gehad. Een
auto bestuurd door den cnauffeur J.
H., in dienst van den heer Audes, te
Aardenhout, reed in snelle vaart in
de richting Zandvoort. De wagen slipte
waarbij een paard en wagen werden
aangereden. Jlet paard stortte zwaar
gekwetst neer. Door den hevigen.
schok vloog de auto aan den anderen
feheel vernield. De chauffeur werd
ant van den weg tegen een boom.
De carosserie van den wagen werd
zwaar gewond uit den auto gehaald
en per auto naar het St. Elisabeths-
gasthuis vervoerd.
V e r g i f t ig i n g. Na (liet eten
van gebakken lever zijn te Liessel alle
leden van een gezin ongesteld gewor
den. Het vleesch was in Asten ge
kócht, waar bij twee slagers in de
buurtschap Leensel een onderzoek is
ingesteld. Zij bleken het vleesch van
twee jonge varkens, die na het sterven
geslacht waren, in voorraad te hebben.
Bran d in e en w oanwa g en.
Tengevolge van hei; omvallen van een
petroleum-lampje is gisteravond brand
ontstaan in een woonwagen staande
aan den Rijksweg nabij Delfzijl. Alhoe
wel direct hulp aanwezig was, kon
toch niet worden belet, dat de wagen
geheel uitbrandde. Van den inboedel
kon niets worden gered. De bewoners,
man, vrouw en twee kinderen hebben
letterlijk alles verloren. De menschen
zijn voorloopig in een aan de gemeente
behoorend gebouw ondergebracht.
Niets was verzekerd.
Watersnood-parasieten.
De rechtbank te Tiel heeft Donderdag
J. C. uit Arnhem, thans gedetineerd,
wegens diefstal van voor de door den
watersnood noodlijdenden bestemde
klëeren, veroordeeld tot 4 maanden
gevangenisstraf met aftrek van de
voorloopige hechtenis.
Ter zake van heling van een jas,
behoorende onder de door den vo-
rigen verdachte gestolen kleedingstuk-
ken, werd de varkenskoopman E. v.
D. te Tiel, overeenkomstig den eisch
veroordeeld tot f 200 boete, subs, 40
dagen hechtenis.
Smakelijk ete.n. Onlangs
"werd door aen veearts bij een land
bouwer te ,s-Heer Areadskerke een
van zijn gestorven runderen, da,t uit
nood was afgeslacht, voor de con
sumptie door mensch en dier afge
keurd. De landbouwer die daarmede
geen genoegen nam vroeg herkeuring
aan hetgeen den volgenden dag zou
plaats vinden. Men heeft het evenwel
in den daaropvolgenden nacht gesto
len en blijkbaar hebben de dieven het
met een auto vervoerd, waarheen is
nog onbekend. Het zal inmiddels wel
reeds zijn verdwenen in hopelijk
zonder al te nadeelige gevolgen
de maag van onze vleeschetende mede
burgers. De politie doet onderzoek.
Gas vers tikking. Na eene
echtelijke twist is gistermorgen in de
woning van den 28-jarigen bankwer
ker A. van Ardennen, aan de Larey-
straat te Rotterdam de 24-jarige vrouw
des huizes ten gevolge van een gas-
verstikking dood in de keuken gevon
den. In verband met deze zaak Is de
man in bewaring gesteld.
Land- en Tuinbouw.
De landbouw in Dnitscnland.
De Rijkslandbouwconsulent te Ber
lijn deelt in zijn maandverslag mede,
dat in verschillende deelen van
DuTtschland een wijziging plaats heeft
in cultuur en bedrijf, in dien zin, (lat
de voederbouw zich uitbreidt ten koste
van de graanteelt. Alle Pruisische
landbouwkamers wijzen voorts op een
sterken achteruitgang van de paarden
fokkerij. Vele fokkers leggen zich
meer op de rundvee- en varkenshou
derij toe.
Voor de rundveehouderij wordt de
belangstelling steeds grooter. De prij
zen van het fokvee zijn nog behoorlijk,
hoewel de afzet zeer onder den geld
nood lijdt. Het mesten is minder ren
dabel geworden; daarentegen worden
melkkoeien en vaarzen goed betaald.
De melkcontrole breidt zich voortdu
rend uit.
De varkensfokkerij en -houderij zijn
"zeer toegenomen; daarentegen ging de
schapenhouderij, tengevolge van de
onvoldoende prijzen voor wol en lam
meren, in alle provincies achteruit.
In een rondschrijven aan de gewes
telijke landbonden hebben de voorzit
ters van den Rijkslandbond er op ge
wezen, dat de voornaamste voorwaar
de voor het in stand houden van een
intensief bec^rijf, de rentabiliteit, thans
niet aanwezig is. Het is noodzakelijk
dat de credieten op korten termijn
worden vervangen door credieten op
langen termijn. Gaat dit niet, dan zal
de landbouwer zich terdege reken
schap moeten geven, welk gevaar het
grootst is, dat van een kleineren oogst
of dat van in den volgenden herfst
vervallende schulden, aangegaan voor
den aankoop van kunstmeststoffen
enz.
In het hijzonder dient zooveel moge
lijk op alle van de industrie of am
bachten afkomstige bedrijfsbenoodigd-
heden te worden bespaard, daar vooral
de prijzen daarvan in wanverhouding
staan tot die der landbouwpro.iu n.
Opmerkelijk is, dat deze groote
landbouworganisatie, die steeds voor
een ruim gebruik van kunstmest ge
ijverd heeft ter bevordering van de on
afhankelijkheid op het gebied der
volksvoeding van het buitenland,
thans openlijk groote voorzichtigheid
ten aanzien van het.gebruik daarvan
meent te moeten aanraden, een raad,
die waarschijnlijk in vele gevallen zal
worden opgevolgd.
De slechte economische toestand
heeft ook op de aan- en verkoopscoope-
raties een ongunstigen invloed geoefend
Tengevolge van de lage prijzen was de
coöperatie afzet zeer moeilijk. De ont
wikkeling van de zuivel-cooperatie
wijst echter op vooruitgang Het aan
tal nieuwe coöperatieve fabrieken is
betrekkelijk groot. Het verkrijgen van
kapitaal vormt een groote moeilijk
heid. Eveneens wordt de ontwikkeling
van den coöperatieven veeVerkoop cn
den eirenafzet niet ongunstig genoemd
Op 31 Dec. 1925 bedroeg het aantal
landbouw-coopcraties 40.138, waarvan
107 centrale coöperaties, 20.855 spaar
en voorschotbanken, 1807 aan- en ver-
koopvereenigingen, 3730 coop, zuivel
fabrieken en 10.639 andere.
De Enveloppe.
Het „Grafisch Weekblad" gaf on
langs historische bijzonderheden over
het brievenzakje oftewel enveloppe.
De schrijver vertelt, d^t er een ver
zamelaar in het bezit moet zijn van
een enveloppe, die in het jaar 1692 ver
zonden werd door den Franschen edel
man De Vallyer. Dit is wel het oudst
bekende specimen, waarvan verder
geen bijzonderheden bekend zijn.
Een papierhandelaar, die zijn zaken
dreef in de rue Dauphine te Parijs,
verzond in het jaar 1789 een prospec
tus, waarin sprake is van enveloppen
voor brieven, uitnoodigingen, enz., in
verschillende formaten. Deze waren
échter niet gegomd, doch moesten met
een ouwel of lak gesloten worden.
Doordat ze 't publiek weinig gemak
boden, maakten deze briefomslagen
niet veel opgang. De gebruikelijke ge
woonte: het dichtgevouwen, beschreven
vel met lak of ouwel te sluiten, was
minstens even gemakkelijk, terwijl
men desgewenscht zelf wel een omhul
sel kon plakken.
De gegomde enveloppe, zoo onge
veer van uitvoering als we haar thans
kennen, werd uitgedacht door den En-
gelschen böekhandelaar Brewer te
Brighton.
Evenals er van zoovele uitvindingen
wordt verteld, moet ook deze te dan
ken zijn aan het toeval.
Bij Brewer kocht in het eerste kwart
der vorige eeuw de betere stand van
Brighton zijn schrijfbehoeften. Vooral
wat het papier betrof, had Brewer's
naam hij het publiek een goeden
klank. Hij maakte dan ook met zijn
schrijfpapier een flinke reclame. Op
een goeden dag van het jaar 1824
bouwde hij in zijn uitstalkast een py-
ramide van vellen papier. De boven
ste velletjes waren niet veel grooter
dan een visite-kaartje.
Dit formaat beviel een zijner dames
klanten bijzonder. Op deze grootte
wenschte zij wellicht haar „lettres
d'amour' te schrijven. Maar zoo'n klein
formaat liet zich niet tot een ooglijken
brief vouwen en zelf een omhulsel te
plakken, dat ging haar, na eerige po
gingen, niet zoo vlot af en dies ging ze
naar den heer Brewer, met het verzoek
een aantal van die briefomslagen voor
haar te maken.
Hij toog aan het werk en 't gelukte
hem, zijn opdrachtgeefster tevreden
te stellen. Spoedig kreeg hij van efni-
ge harer vriendinnen dergelijke bestel
lingen en dit bracht hem op liet idee,
van het aanvankelijk geknipte model
een metalen vorm te maken, l&ngs
welker omtrek hij het papier door
sneed, waardoor het werk sneller
voortgang kreeg. Om deze reden liet
hij ook van de grootte van het briefpa
pier een metalen blad maken, waar
langs hij het uitgesneden enveloppe-
papier omvouwde.
Het laat zich hegrijpen, dat hij na de
eerste successen, er spoedig toe over
ging, op dezelfde manier ook voor de
grootere papierformaten passende en
veloppen te vervaardigen.
Ook de heeren-cliëntèle wisten blijk
baar het hun aangeboden gemak wel
te apprecieeren. Althans onze bock
handelaar kon spoedig de hestellingen
niet alle tijdig gereed krijgen. Daarom
riep hij de hulp in van zijn boekbinder
de thans nog bestaande firma Dobbs
en Co. te Londen en spoedig waren
daar twaalf werklieden dagelijks bezig
enveloppen te vervaardigen.
Uit iets, dat aanvankelijk bedoeld
wa? om een lieftallige juffrouw tot ge
mak te dienen, groeide weldra een ar
tikel, dat dagelijks bij millioenen
wordt gebruikt.
Het spreekt van zelf, dat het men
schel ijk vernuft machines heeft uitge
dacht, waardoor de snelheid van aan
maak gelijken tred kon houden met de
reusachtige behoeften.
Oas Babbelhoekje.
TOCH VERZOEND.
door
FRANCLNA.
Eindelijk was de zoo lang verbeide
St. Nieolaasavond aangebroken. De ge-
heele familie zat gezellig rond de mei
Alle cadeautjes waren in een groote
mand gepakt. De mand stond gevuld in
een hoek van de kamer. Nadat ze eerst
allen een kopje chocolademelk hadden
gedronken, zei vader:
„Ziezoo, nu gaan we uitpakken".
Hij ging bij de mand zitten en haalde
er telkens een pakje uit. Dan riep vader
den naam van dengene voor wien het
pakje bestemd was, en haastte de geluk
kige zich zijn of haar geschenk in ont
vangst te nemen. Allerlei uitroepen van
bewondering en verrassing klonken er
nu door het vertrek. En steeds kwamen
er meer cadeautjes, 't Leek wel, of de
mand onuitputtelijk was. Maar eindelijk
liet zich toch de bodem zien en om
iedereen te bewijzen dat het nu werke
lijk op was, zette vader de mand onderst
boven neer. Toen zette iedereen zich
weer aan tafel om nog eens de pas
gekregen geschenken te bewonderen.
Tiiigelingelingtingeiingeling, ging
De kinderen sprongen bijna allemaal
op.
„Vast eeu pakjbj&zei Annie.
„Zeker, vocrwie (lan?" vro g Cato,
„we krijgen nooit cadeautjes op St.
Nicolaas. 't Is een belletje".
„Maar 't zal toch ma.r he; b:s." zijn,
dat ik eens ga kijken", meende rader.
Tegelijk ging hij dc gang in, terwijl de
kinderen nieuwsgierig om een hoekje
blven. kijken. Vader deed de deur open
maar zag niemand. Ook stond er geen
pakje op de stoep te wachten. Links
en rechts keek vader de straat in, maar
hij kou niet bemerken, dat er iemand
gebeld had. Toen sloot hij de deur maar
weer.
,,'t Was zeker toch een belletje", zed
vader tegen de kinderen, die, toen ze
niemand zag ook de gang waren bilt-
nen gekomen.
„Lat valt tegen he?"
„O, vader", zei Annie opeens, „kijk
eens in de bus, wat een groote envelop,
daarvoor is zeker gebeld".
„He ja", antwoordde vader, „dat had
ik nog niet eens gezien".
Hij maakte de bus open en .haalde
een groot, geel couvert er uit. In de
huisimmer gekomen, las hij het adres.
„Jongejuffrouw Annie Laman", stond
er op.
„Hier Amiie, 't is voor jou", zei va
der, „dan mag je het .ook zelf open
maken". -
„Voor mij?" vroeg Annie in de groot
ste verbazing, „wie kan mij nu wat
sturen?"
Zenuwachtig wilde zij het couvert
openscheuren.
„Niet scheuren", zei Tom, „je weet
nooit wat er in zit. Hieu, gebruik mijn
nieuwe zakmes maar
Voorzichtig sneed Annie nu het .cou
vert open. Langzaam haalde ze er een
groot papier uit. Toen vouwde zij het
open.
„Een teekening", riep Tom.
,Ja. 't was een teekening.
„Wat stelt het voor?' vroeg moeder.
Annie stond nog met het papier in
de hand, maar nauwelijks had zij het
even bekeken, of ze wierp het op ta
fel en begon luid te snikken.
„Wat is dat nu?" vroegen vader en
moeder gelijk.
Tom 'had het ook ai gezien.
„Dat is gemeen", zei hij, „wie zou
dat gedaan hebben?" en toen hartelijk
tot Annie: „Toe meid, trek je er niks
van an".
Vader en moeder hadden de teoke
ning intusschen ook bekeken, 't Stelde
een meisje oor, met veen heel hdbgen
rug, en een heel langen hals. Langs den
rug was een rechthouder geteekend en
om den hals Uep een breede riem.
Er onder stond:
Bochel, bochel, wat ben jij toch dom,
Bochel, bochel, loop (och niet zoo krom,
'k Wil 't je af gaan leereu,
Jij moet recht marcheereo,
LfOo idjien houder aan,
Dan kun je rechtop gaan.
't Was geen wonder, dat Annie in
tranen was uitgebarsten. Vader en moe
der waren ook verontwaardigd. Wie
kon toch zoo iets leeljjks bedenken?
Durfde men dit misschien een grap
te noemen?
Moedér trachtte Annie tot bedaren
te brengen.
'„Toe kind1', zei ze, „huil er toch
niet zoo om. Degene, die zoo iets lée-
lijks kon bedenken, met die is het veel
treuriger gesteld dan met jou.. Ten
eerste heb je geen bochel, maar. moet
je ialleen dienrechthouder dragen tot
voorkoming daarvan. En al had je wel
een hoogen rug, dan zou dat droevig
voor je zijn, maar wjj zouden moeten
bedenken, Jat het God is, Die ieder
mensch, ook ieder kind zjjn eigen li
chaam geeft.
Veel erger dan een leelijk lichaam te
hebben, is het, wanneer men een lee-
lijke ziel heeft. Een ziel, waarin telkens
booze gedachten opkomen. En als wij
dan met die booze gedachten niet naar
iden Heiland vluchten en Hem om ver
geving vragen, dan brengt om; dat tot
Dooze daden. Juist, zooals dat bij den
jongen of dat meisje is gegaan, die jou
die teekening heeft gestuurd. \Fant ie
mand, die zoo iets doen kan, geeTt daar
mee duidelijk bewijs, dat liij een hart
heeft, dat niet kan meevoelen met het
lijven van anderen, maar veelmeer daar
in nog vermaak schept".
Zoo sprak moeder en langzamerhand
begonnen Annie's tranen minder rijke
lijk te vloeien.
„Kun je niet vermoeden, Annie",
vroeg vader nu, „wie je die teekening
gestuurd heeft?"
\V#d je op school nooit geplaagd
om ie rechthouder?"
„Nee vader", heelemaal niet, ant
woordde Annie. „Alleen de eerst» keer
keken ze allemaal wel erg, maar nie
mand heeft er me nog mee geplaagd".
,,'k Zal het aan je onderwijzer zeg
gen kind", besloot vader, „misschien
kan hh er achter komen, wie het gedaan
heeft, ik hoop het maar, want de schol'
dige heeft wel een strenge straf ver
diend".
Dien avond keerde de prettige stem
ming niet terug. Vroeger dan anders
op St, Nicolaas ging de familie ter
ruste.
HOOFDSTUK 5.
Koos Martij 11.
De volgende morgen, eer de school
begon, had mjjnheer Laman, in de kar
mer die voor de onderwijzers bestemd
svas, gelegenheid om mijnheer van Stcin
Annie's onderwijzer, kennis te geven
van het gebeurde.
Met de teekening in de hand stond
mijnheer van Stein te luisteren. Ook
hg was zeer verontwoordigd over het
geval en beloofde zijn best te zullen
doen, om de schuldige te vinden.
„Verdenkt Annie er soms iemand
van?" vroeg hij.
„Neen", antwoorrdde mijnheer La-
maii, dat hebben WQ haar ook al ge
vraagd, maar zjj zegt, dat niemand er
haar nog om geplaagd heeft en daar
om begrijpt ze ook niet, wie haai" dia
teekening jheeft gestuurd".
„Nu, we zullen zien", zei mijnheer
van Stein.
(Onze beperkte ruimte het niet toe
de gewone correspondentie en het ver
volg van het verhaal te plaatsen. Daait
het verhaal* ook de vorige week reed»
moest blijven liggen, hebben we daar
aan nu da voorkeur gegeven).
(W.ordt vervolgdI.