ABONNEMENTSPRIJS CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS Dil nummer beslaat ait TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Numirer. 6a JAARGANG WOENSDAG 17 FEBRUARI NUMMER 1750 IDSCHE COURANT In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Per week .1 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 BUREAUHooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936 Postbox 20 Gewone advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mede deelingen, dubbel tariei Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent V Een leerzaam debat. Zondag heeft te Amsterdam een openbaar debat plaats gehad tusschen den heer Schaper (S.D.A.P.) en den heer Hoving (Dageraadsman) over de vraag: „Is Godsdienst privaatzaak?" De eerste spreker verdedigde een aantal stellingen, waarin eerbiediging verlangd werd van elke en ieders ge loofsovertuiging door de arbeiders klasse in baar ec'onomiscben en poli- tieken strijd. De bang naar het geloof, zoo betoog de hij, is nu eenmaal niet uit te roei en. Zouden we daarop willen wachten, dan komen we er nooit en waar nu eenmaal een meerderheid noodig is om iets te bereiken, moet vermeden wordgn wat zou kunnen verdeelen. Verder betoogde bij, dat de Bijbel waarop velen bun geloof gronden, niet een kapitalistisch boek is. Er zijn wel teksten van kapitalistisch karakter, maar naarmate de macht van bet pro letariaat toeneemt zal de uitlegging zich wijzigen ten gunste van het So cialisme. liet geloof is een gevoelszaak en zal onuitroeibaar "blijken in elke maat schappij (dqjik slechts aan Rusland) maar het ontkomt niet aan de ontwik keling en ook zonder bestrijding van geloofszaken zal eenmaal het Socialis me overwinnen. Alleen wanneer men spreker kan aantoonen, dat het soci alisme slechts bereikt kan worden langs anti-godsdienstigen weg, zou hij zijn« meening herzien. Deze uitspraken van den heer Scha per over den godsdienst klinken niet onvriendelijk of vijandig. Hij heeft eer bied voor eens ieders overtuiging, hij erkent dat er in den Bijbel nog wel wat goeds i9 en als de godsdienst de komst van het socialisme niet belem mert,dan ziet hij geen aanleiding daar tegen op te treden. De heer Hoving daarentegen sprak zich veel scherper uit. Van de leuze „godsdienst is privaat zaak' zooals die in dezen tijd vaak uitgelegd wordt wil hij niets weten. Hij beschouwt den godsdienst als den grootsten vijand van het socialisme en derhalve is bestrijding van dan .godsdienst, volgens hem niet alleen een tactische, maar ook een principi- eele eisch. Hoewel de woorden van den laat- sten spreker een veel minder sympa- thieken klank hadden, moet toch toe gegeven worden, dat hij de kwestie veel zuiverder heeft gesteld. De heer Hoving gaf blijk beter het wezen van het socialisme te verstaan en ook beter te begrijpen wat de kern is van den godsdienst. Van zijn standpunt terecht wilde hij niet twisten over de uitlegging van enkele meer of minder duidelijke tek sten hij gaf toe dat menige Bijbel uitspraak vriendelijk is ten opzichte der arbeiders maar hij ging terug op de kern der zaak, op het geloof in Jezus Christus. Het getuigt, zoo zeide hij, van ge brek aan intellectueel inzicht, indien men niet ziet 't verschil tusschen de kerngedachten van den Bijbel, het ge loof in een God-mensch en een eeuwig leven hiernamaals en de strekking van het moderne socialisme. Het socialisme is uit het atheisme ontstaan. Gerhard heeft het gezegd: zonder het atheisme ware het socia lisme nooit ontstaan. Laf en ondank- haar is het van de huidige socialisten om deze afkomst te verloochenen." Dit is zeer juist opgemerkt. Wanneer men teruggaat tot de kern der dingen, dan blijkt dat er tusschen het Christendom en het Socialisme een niet te overbruggen klove bestaat. De godsdienst is niet, zooals de heer Schaper betoogde, een kwestie van go- voel. Het Christendom komt met hooge ten zeer stellige eischen. Het belijdt dat God de Heere de Schepper en onderhouder is van he mel en aarde, voor wiens gezag zich alles en een ieder heeft te buigen. Het belijdt dat Jezus Christus is de eenige en waarachtige Zoon van God, die in de wereld is gekomen om zon daren zalig te maken, die geleden heeft en gestorven is en begraven, maar die ook opgewekt is uit de doo- den, opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, en aan Hem gege ven is alle macht in den hemel en op de aarde. En nu komt het Socialisme en stelt tegenover den dienst van God een an deren, eveneens alles beheerschenden dienst, den dienst van den mensch en het menschelijke. In het Socialisme is niet God de eer ste en de laatste, maar de mensch en het menschelijke. Het weigert Jezus Chri9tU9 te erken nen als Verlosser en Koning en het stelt naast het geloof in den Drieëe- nigen God en de leer van het Christen dom, een ander geloof en een andere leer, waarin het moderne proletariaat in getal en macht groeiend, begroet wordt als de Messias, die het mensch- dom zal verlossen. Bij het Socialisme komit God op ie tweede plaats, kan de godsdienst hoog stens worden geduld. Als gekozen moet worden tusschen Socialisme en godsdienst, dan wordt de godsdienst verworpen. Wanneer, aldus de heer Schaper, kan worden aangetoond, dat het socialisme slechts bereikt kan worden langs anti-godsdienstigen weg dan zal ik mijn meening ten opzichte van den godsdienst herzien. Dat is duidelijke taal. Opnieuw is' bevestigd, wat voor ie der die zich niet met oppervlakkige beschouwingen tevreden stelt reeds duidelijk was, dat godsdienst en soci alisme niet samen kunnen gaan. STADSNIEUWS. De crisis van het parlementarisme* Gisteravond sprak in het Klein-Au ditorium der Leidsche Universiteit voor de Leidsche Vereeniging voor ;\Vetensch. Voordrachten de heer Char les Benoist, lid van het Institut de France en oud-gezanc van Frankrijk, hier te lande, over „La crise du par lementarisme". Spr. begon mot op te merken, dat de kwestie, waarover hij thans het woord zal voeren, bijna gelijktijdig bij alle volken aan de orde is, doch voor namelijk bij de z.g. Latijnsche vol ken. Ook is het geen vraagpunt van vandaag of gisteren, want reeds meer dan een kwart e£uw geleden, in den zomer van 1900, het iaar der wereld tentoonstelling, openae spr. de zittin gen van het „Internationaal Congres voor vergelijkend recht" met een uit eenzetting die naderhand gepubliceerd werd onder den titel „De parlemen taire hervorming". Spr. toonde daarin aan, dat het par lementarisme niet, zooals men geneigd is te meenen, eeuwig en algemeén is; het is integendeel een verschijn sel, dat beperkt is binnen zeer nauwe grenzen van tijd en ruimte. Wat den tija betreft, zelfs in Enge land, waar het den meest eerbiedwaar- digen ouderdom bereikt heeft, is het parlementaire stelsel niet ouder dan nauwelijks twee eeuwen. In de Ver- eemgde Staten van Amerika bestaat het ongeveer lVé eeuw en op het vas teland van Europa tusschen een eeuw en s/4 eeuw. Wat de ruimte aangaat, kan men zeggen, dat het ophoudt bij '25 ot 30 graden Oosterbreedte. In de landen ten W. daarvan vigeert het parlemen taire stelsel (mits men reTcening houdt met de tegenwoodige reacties van het fascisme in Italië en het Directoire ïn Spanje. Ten O. van 25 gr. of 30 gr. blijft nog slechts over Turkije en Rus land, alsmede het Oosten, waar het nooit is ingeburgerd (met uitzonde ring in Azië van de nabootsing in Japan). Spr. onderscheidt vervolgens het parlementarisme, daarin bestaande, dat het parlement eigenlijk regeert, van het parlementaire stelsel, waarvan het een uitwas is. Oorspronkelijk en naar zijn wezen is het parlementaire stelsel een stelsel van regeering door scheiding, door betrekking en door evenwicht van de publieke machten, de organen en de verrichtingen van het openbare leven eener natie, waar van geen der organen zijn functies mag overschrijden. Het had derhalve ten doel te verhinderen, dat er op eeni- gerlei wijze in den Staat een sum mum jus zou ontstaan dat een summainjuria zou worden. Het bestond in het voteeren der be grootingen door de Kamers, in de waakzaamheid over het gebruik der toegestane gelden, in de controle van de wetgevende macht ovc< de uitvoe rende macht en .in de overeenstem ming, met betrekking tot de wetge ving, tusschen het staatshoofd en de leden der volksvertegenwoordiging. Dit was in oorsprong en wezen het Britsche parlementaire stelsel. Op het vasteland evenwel, en ook in Noord en Zuid-Amerika, werd het slechts met tal van wijzigingen toegepast, ja men kan wel zeggen, dat er zooveel vormen van dit stelsel bestaan als or landen zijn, waar het is ingevoerd. Spr. heeft bij zijn uiteenzettingen in zonderheid op het oog den Franschen vorm van het parlementaire stelsel en geeft een uiteenzetting van de rechten en de macht van den President der Republiek volgens de grondwet van 1875. Zijn voorrechten zijn zeer groot, zij zijn koninklijk, ja meer dan één souverein bezit ze niet eens. Zoo is het op papier, doch wat komt er in de werkelijkheid van terecht? Het is, als of lip geen enkele van die vele voor rechten bezit, met uitzondering van wat men met een technischen term „majesteit" noemt, het decorum en de representatie. Op deze wijze is in Frankrijk het parlementarisme wel heel ver verwij derd van de echte parlementaire re geering, want deze laatste was immers volgens de straks gegeven definitie een regering van evenwicht, en dit evenwicht van machten houdt op te bestaan wanneer een van de machten is vernietigd. Uit het parlementaire stelsel vloeit ook voort de verantwoordelijkheid van het staatshoofd en van het parlement. Hiervoor is noodig, dat eenerzijd9 het staatshoofd vrij is in de keuze zij ner ministers, anderzijds de Kamers in hun onderzoek, hun critiek, hun discussies en hun beslissingen. Dit evenwel zal slechts mogelijk zijn, indien elk van deze beide organen even sterk is. Is het staatshoofd te sterk, dan zijn de ministers slechts om een uitdrukking van Bismarck te ge bruiken „de dienaren van Zijne Ma jesteit", en de Kamers zijn slechts Kamers van registratie. Is het kabinet te sterk, dan is het staatshoofd krach teloos en de Kamers hebben slechts een dienende rol te vervullen. Zijn daarentegen de Kamers te sterk, dan is het staatshoofd slechts een machi ne om besluiten te onderteekenen, en de ministers zijn slechts automatische uitdeelers van ambtenaarsfuncties en decoraties. En dezelfde onevenwichtig heid ontstaat, wanneer een der orga nen niet sterk genoeg is. Spr. gaat de oorzaken na der ver wording van het parlementaire stel sel. Een Engelschman, vriend van de sport zooals alle Engelschen, heeft het vergeleken met „een cricketpartij tus schen de gelen en de blauwen": het is een spel, dat slechts gespeeld kan worden tuschen partijen, en wel liefst een zoo klein mogelijk aantal partijen, het allerliefst twee. En hier raken el kaar de inwendige of politieke en uit wendige of sociale voorwaarden, waar onder het bestaan kan. We komen tot de vraag, in hoeverre het parlementai re stelsel zich verdraagt met het alge meen kiesrecht. Deze beide passen niet bij elkaar; de groote massa's die thans in beweging gebracht worden, leenen zich slecht voor het bereiken van de juiste maat, nuance en even wicht. Tal van misbruiken komen dan ook bij de verkiezingen voor, ver- valsching en omkooping hebben daar bij plaats. Dit kwaad bestaat in alle landen, maar het allermeest in die, waarin het stemrecht het meest alge meen is en die het deh langsten tijd hebben; er is dan ook geen reden om iets te verwachten van de „opvoedende waarde van het algemeen kiesrecht Steeds verder daalt het parlement en als gevolg daarvan ook de regeering, die- er uit pleegt voort te komen, vervolg -ns ook de ambtenaren die door de laatste benoemd worden en ten slotte, lang zaam maar zeker en onvermijdelijk. faat het in een zoodanige richting, dat et openbare leven niets anders wordt dan een exploitatie van den staat door private belangengemeenschappen ja ten langen leste (het lijkt ongelooflijk maar men zal het zien) daalt ook de natie zelve van de plaats, die zij onder de andere naties innam. Dit is geen nieuw verschijnsel; hetzelfde geschiedde reeds te Florence in de laatste jaren der ^5 de eeuw. De laatste phase van bet parlemen taire stelsel is de parlementaritis. Als wb de gematigde parlementaire .regee ring den normalen gezondheidstoestand noemen, dan is het parlementarisme de overdrijving van het vorige, de koorts en het laatste ziektestadium is de parlementaritis, het delirium. De parlementaritis woedt, wanneer d-' Ka mers, samengesteld uit een groot aan tal leden, het geheele jaar door zitting houden, liefst 's morgens, 's middags en 's avonds, zittingen, welker lengte al leen al voldoende zou zijn om een der- gelijken ziektetoestand in het aanzijn te roepen. En in de physiek en moreel oiververwarmde atmosfeer van de zaal wordt de parlementariër geboren als toppunt van middelmatigheid. Wat zij doen? Dit is in drie woorden te zeggen: zij maken wetten. Wetten van allerlei soort en ove.r allerlei onderwerpen. Spr. merkte nog op, dat hij geen ge boren tegenstander is van het pane; mentaire stelsel.. Langen tijd heeft hij er in geloofd, ja ook thans nog is hij van meaning dat, theoretisch, bet een van de edelste combinaties is, di - voor de regeering der menschen zijn uitge dacht, indien zij wijs en redelijk waren. Maar dit is zuivere theorie, want waar zijn in het algemeen kiesrecht de wijs heid en het verstand? Ook de eveiuv Jige vertegenwoordiging, al heeft zij voor- deelen boven het huidige Fransjhe stel sel, zal ons niet de oplossing van dien crisis kunnen brengen. Er zijn drie wijzen, waarop verbete ring kan komen in den toestandde her vorming langs parlementairen weg, de dictatuur en de revolutie. I11 't voorbij gaan karakteriseerde spr. het fascisme als een reactie van den Latijnse hen geest tegen het Anglo-Saksische parle mentarisme. Tegenover de democratie, die door haar eigen gewicht ten gronde daalt, behoort een tegenwicht gesteld te wor den, dat haai' naai' omhoog heit, tegen over de democratie dient een keur van flinke, sterke mannen gesteld te wor den. Doen wij dat niet, 'dan is liet met de beschaving gedaan. Prof. van nanie dankte den heer Ber noist voor zij.i duidelijke uiteenzetting, die, hoewel oedoelci te zijn een inter nationaal overzicht, thans voor 011s land een speciale beteekenis heeft, doornat wij hier thans lrjden onder een kabi netscrisis, die waarschijnlijk ook wel als een crisis van het parlement kan woredn aangemerkt. Wij zijn, zoo ging spr. voort, ten wetenschappelijke, doch geen politieke vereeniging. Reden waar om spr. niet verder op dit onderwerp wilde ingaan. De goed bezochte vergadering werd 0.111. bijgewoond door den president-cu rator Jhr. Mr. N. C. de Gijselaar, door den rector-magnilicus, Prof. de Sitter en door vele belangstellenden. Lezing Ds. Scolder. Morgenavond zal in het gebouw „Prediker" Ds. K. Schilder van Oegst- geest voor den Leidschen Chr. Bestu renbond een lezing houden over het onderwerp: „Wat is de Satan?" Het zal wel niet noodig zijn, een uit voerige opwekking tot onze lezers te richten, deze samenkomst bij te wo nen. Ds. Schilder is hier ter stede geen onbekende en het is bekend, dat hij van het onderwerp dat hij zal behan delen een bijzondere studie gemaakt heeft, denk slechts aan zijn geschrift: „Wat is de hel?" en de verleden win ter door hem gehouden winterlezing over: „Mefisto of Satan." We twijfelen dan ook niet of er zui len plaatsen te kort zijn. Dit is nu eens iets voor menschen van allerlei le'eftijd, stand en ontwikkeling. De toegang is vrij. De nieuwe directeur van het Acad. Ziekenhuis. Het bestuur der Geneeskundige ver eeniging tot Bevordering van het Zie kenhuiswezen in Nederland en Kolo niën, heeft, aldus ..Het Ziekenhuis" zich naar aanleiding van de benoe ming van Dr. H. Maas tot directeur van het Acad. Ziekenhuis met een adres tot den Min. van Onderwijs, ge wend om te protesteeren tegen deze benoeming. Daarin wordt uitvoerig uiteengezet, ihoe het tot op.het einde der 19e eeuw gewoonte was aan het hoofd van zie- keninrichtingen menschen te plaatsen die in staat waren de administratie te voeren. Na veel strijd is het in ons land ge lukt de autoriteiten van het feit te doordringen, dat slechts een genees kundige de eischen kan beoordeelen, welke aan een ziekenhuis moeten wor den gesteld, en van dien tijd dateert dan ook de groote vooruitgang in het ziekenhuiswezen in ons land. Thans staat aan het hoofd van elk algemeen ziekenhuis van eenige be teekenis in ons land een geneeskun dige. De directeur van een ziekenhuis, ook te Leiden, moet de leiding hebbon van den verplegingsdienst; hoe zal dit kunnen geschieden door iemand, die daarvan minder afweet dan de eerste de beste verpleegster? Het bestuur der vereeniging be treurt ten sterkste, dat voor het Leid sche ziekenhuis een uitzondering op dezen regel is gemaakt en daardoor is gebleken, dat de hoogste autoriteit in ons land niet doordrongen is van de noodzakelijkheid aan het hoofd van een ziekenhujs een geneeskundige te plaatsen. Dit doet de vrees opko men. dat nog wel eens andere autori teiten zouden kunnen trachten het rad der geschiedenis terug te draaien, en het voorbeeld, door de Regeering gegeven, zullen willen volgen. Door deze benoeminig zal het ziekenhuis der universiteit alhier, dat in de toe komst aan de spits onzer ziekenhui zen had kunnen staan, op een lager peil gebracht worden en zij is een ge vaar voor de ontwikkeling van het ziekenhuiswezen van ons land. Federatie van Vereenigingen voor Ziekenhuisverpleging. Maandagavond heeft bovengenoemde fe deratie een vergadering gehouden in „I11 den Vergulden Turk", die bezocht was door afgevaardigden uit: Nieuwer- kerk a. d. IJ sel, Warmond, Zwammer- dara, Nieuwe Wetering, Leimuidcn, Bos koop, Katwrjk-Binnen^ en Katwijk aan Zee, Zevenhoven Leiderdoi^), Leiden, Wassenaar ,(2 Bodegraven, Zevenhui zen ,Zoetermeer, Aarlanderveen, Wou- brugge, Benthuizen, Noordwijk, Gouda» Binnenland. f De opbrengst der Rijksmiddelen. De S.D.A.P. wil Kamerontbinding. De vroegere Fransche gezant Char les Benoist over de crisis van het par lementarisme. Buitenland. De financieele commissie nit d u Franschen Senaat vangt heden het on derzoek van het saneeringsontwerp aan. De arbeiderspartij heeft in het But- sche Lagerhuis een motie ingcdisnd tegen vermeerdering van het aantal Volkenbondsraadszetels. De boschbranden in Australië. Sassenheim, Hill gom, Alphen aan den Rgn, Zoeterwoude, Nieuwkoop, Nieuw- veen, Lisse, Oegstgeest, en Noordwij- kerhout (2). 1 Als voorzitter funge rde de heer G. v. d. Beek, als secretaris de he r J. J. Klaver. Na een drukke, soms milder rustige •bespreking w rd besloter. ;et o cept- reglement, zooals het door de Couimiss ei is aangebeden, voorloópig aanv r J u De vereenigingen krijgen gel g n .eM om eventueel wijzigingen 01 v ivulna gen aanhangig t inoinn7 ui. welke ge gevens latir een degelgk statuut kan worden opgebouwd. De definitieve verkiezing van een voorzitter ging niet door. Het comité zal als voorloopig bestuur voortoo ig nog aanblijven, terwijl de heer Stolk uit Wassenaar als adviseerend lid er aan werd toegevoegd. De heer Nieuwenhuyzen, lid van het voorloopig comité* hield nog een pro pagandistische roue, waarin ijj uitbrei ding van de Federatie bepleitte, waar na aan het slot Ds. Kater uit Boskoop nog een uiteenzetting gaf van het werk der federatie. Tevens werd besloten aan de regea ring een request te zenden, waarin be zwaar wordt gemaakt tegen de \eriioo- ging der er pleeg gelden in liet Aca/1. Ziekenl^s alhier tot f 2,30 per dag. Ouderavond Gerei. Scholen HoqqL Kerkgracut. Met betrekking tot den ouderavond die a.s. Donderdag in de Geref. School a. d. Hooglandsche kcrkgracht zal ge houden worden, vernemen wij nog dat op het programma o.m. een eau--wie staat van den heer T. S. Gosiinga over: „de verhouding der schoolbesturen tot de gemeente, onder de huidige onder wijswet." Burgerlijk* itand. Geboren: Antonius, zoon van C. J.' L. Gottmer on A. L. v. d. Mee. Mana Jannetje, dochter van C. A. Silvester én M. v. Leeuwen. Alida Hendrika, d. van G. J. v. d. Voort en T. v. d. Neut. Daniel, zoon van D. v. Berkel en M. den Os. Elisabeth Wilha., dochter van T. A. v. d. Oord en C. A. E. Smit Catha. Alida Maria, dochter van J. Oos terveer en M. G. Brouwer. Elisabeth Cornelia, dochter van W. van Oosten en Verboom. Klazina, dochter van C. F. Malgo en 0. van Iterson. Antonia Henrietta, docht*-r van G. J. v. d. Ploeg en M. C. A. Koster. Theodoras, zoon van H. F. Simonie, en T. Diemei. Hen- drikus, zoon van H. F. J. de Kruijs en L. v. Oord. Wilhelmina Maria, doch ter van W. Harland en E. v. d. Landen. Cornelia, dochter van L. Duiker en M. Endeveld. Hends. Mattheus, zoon v. A. G. Silvester en M. j. Steenbergen. Johanna Adriana, dochter van J. T. Montanus en M. C. P. Verkerk. Franz, zoon van J. .Bromgeest en A Lowitsch. Antonius Marie, zoon van A. H. Wink 1- 1110leu en J. W. Schoenmaker. Jansie, dochter van W. F. Mulder en C. M, Vernet. Elisabeth Johanna, doe liter van A. v. d. Berg en A. M. Tlaan. Jacobus zoon van I. G. Barthen o;i M. de Koning Maria Petra., d.v. K. S. Kwestroo en J. Kramp. Johanna Catharina, docht r van J. Verhoog en J. C. Brugman. Dirk, zoon van W. F. Zwart en M. P. Glas bergen. Andrics, zoon van A. Krom hout en G. Cornelisse. Martha, dochter van C. Freeke en C. C. W. Petit. M t* theus, zoon vaii M. Meijers en L. Snik. Petrus Johannes, zoon van D. S. Bick- hof en C. I. M. Stikkelinan. Petrus Da vid Corns., zoon van W. J. Knek en L. H. M. Zonneveld. Maartje, dochter van C. J. v. d. Burg en W. Hartiii ;sv. Id. Maartem zoon van H. J. v. d. Laaket* en H. Moraal. Gehuwd: P. T. v. Os,, jpi. en EL C. A Hoogeveen fd. J. G. A Veeren. ju eii E. T. Gertonaar. ijj. H. S. Ens. ,Ln. en J. A. H. v. Bloniaiestein, jd. J. v. d. Mark. jm. en P. Kromhout jd. A M. de Graaf, jm. en W. W. Zaalberg, jd. M. C. Brokaar, jm. en Lezwiin, jd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 1