NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 8 FEBRUARI 1926 TWEEDE BLAD. PRINS HENDRIK EN DE BERLIN' - RAMP. De ,.N. R. Crt.'' wijst in een artikel over* het jubileerend Vorstenpaar op de eigenaardige positie van Prins Hendrik, die als vreemdeling hier kwam en- zich niet zoo' gemakkelijk kon aanpassen. Ons in 't geheel niet militair aan gelegd of afgericht volk vond het vreemd, dat hij bij officieele plechtig heden zoo officieel bleef, niet uit de plooi kwam. Het gevoelde niet, dat hij alle eer der begroetingen en toejui chingen aan het Hoofd van den Staat liet toekomen. 'Wel las men nu en dan in verschillende bladen verslagen van journalisten, die bij een tochtje of een uitstapje persoonlijk met den Prins in aanraking waren gekomen, en die het niet op konden welk een gezellige baas hij was, heelemaal gewoon, open en rond en goedhartig. Maar er was een meer algemeene, een in zeker opzicht nationale gebeurtenis nooplig, om dat altijd meest op een afstand aanschouw de karakter zich voor het geheele volk in al zijn echtheid te doen openbaren. Dat geschiedde heel eigenaardig in het de Ruijterjaar 1907 bij gelegenheid van de stranding van de „Berlin" de Harwich-boot, die in den vroegen mor gen van den 21 Februari, bij hevigen storm met jachtsneeuw en hagelbuien op de Noorderpier van den Hoek van Holland strandde en weldra doormid den brak. Van de velen, die, toen met het voorschip in de razende gol ven neerstortten, werd er slechts éen gered. Doch er waren op het wrak nog achtergeblevenen en toen zijn er vele helaas vruchtelooze pogingen tot red ding door onze helden der zee in het werk gesteld. Ontzaglijk was de be langstelling en duizenden bij duizen den stroomden naar den Hoek. Onder de auto's, die den volgenden •morgen aantuften, kwam er ook een van den kant van den Haag en daarin bevond zich prins Hendrik der Neder landen. Ook ditmaal zou ons Konink lijk Huis niet achterblijven, wanneer er, volgens de uitdrukking van Konin gin Emma, iets groots viel te doen voor een klein volk. Zeer hoog werd zijn tegenwoordig heid op prijs gesteld. Al bleef hij aan wal, het zou dan toch als onder zijn oogen zijn, dat er daden van moed en zelfopoffering zouden verricht worden. Het was 10 uur in den morgen, en de reddingboot zou weer uitgaan. Maar wat was dat? Tot verbazing van allen begaf zich prins Hendrik dadelijk aan boord van, het loods-instructieschip Jan Span jaard" om zich zoo dicht mogelijk bij de pogingen tot redding te bevinden. Hij klom bij den kapitein op de com mando-brug, haalde een sigaar te voor schijn en stak die rustig op. sNu," zoo merkte de een of andere spotvogel op, „dat Hoogheid je zal wel heel gauw zijn sigaar wegwerpen!" Dochhoe het schip ook steiger de, prins Hendrik blééf op de brug, bleef dood-kalm doorgaan met van zijn sigaar te genieten, en geen spoor van komende zeeziekte was bij hem merkbaar. Neen, niet met een soort meelijdend gevoel, grenzende aan bij gezouten zee lui begrijpelijke geringschatting voor een zeezieke, zouden ze hem van de commando-brug zien verdwijnen maar in de overtuiging, dat Hij daar forsch en kloek, als ware hij een der oud- Hollandsche zee-oversten, vlak bij hup heldenpogingen als mee-doorleefde, hun plicht doen. En toen ook voor ditmaal hun po gingen faalden, en zij wederom onver richter zake moesten terugkeeren, was het prins Hendrik weer, die hun moed insprak om na een korten rusttijd we derom die vreeselijke onstuimige zee op te varen, en zelf ging hij weer mede. Het is deze schier bovenmenschelij- ke poging, welke met goeden uitslag bekroond werd. En toen de booten terugkeerden, wachtte een groote, in ontzaglijke spanning verkeerende me nigte de redders op. Heel eenvoudig, of het maar iets gewoons was geweest wat hij gedaan had, verliet de Prins bet vaartuig. Een oogenblik van ont roerende stilte. Toen kwam het er bij de inenschen echt Hollandsch harte lijk uit: „Bravo, Prins!" „Goed ge daan, Prins!" Maar in Den Haag werd hem den volgenden Zaterdagavond door duizen den enthousiaste menschen voor ha* Paleis in t Noordeinde een warln? i vatie gebracht en men rustte niet, voor Prins Hendrik op het balkon ver scheen, vergezeld door H. M. de Ko ningin. Een luid gejuich ging er op, en men wuifde met hoeden en zak doeken. Met een handbeweging verzocht de Prins stilte, en toen het in afwachting van hetgeen volgen zou heel stil was geworden, hoorde men hem zeggen: Ik waardeer ten hoogste uw goede bedoelingen en ik dank u allen harte lijk...." Daar daverde het geweld van de volksmassa weer op, doch tegelijk werd om stilte geroepen door hen, die beseften, dat de Prins nog niet uitge sproken had, En toen men hem op nieuw kon verstaan, hoorde men als vervolg op het voorgaande: „Maar ik stel u voor een flink hoera te wijden aan de mannen die de red ding hebben volbracht. Die dappere mannen, hoog leven zij!" 4 Bravo, Prins Hendrik! die de eere van de redding gaf aan hen, die haar verdienden. Maar wat zijn tegenwoor digheid daartoe bijgedragen heeft, dat werd door landgenoot en vreemdeling erkend, enmag na zooveel jaren niet vergeten worden. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Drietal: Te Maarssen, J. H. F. Remme te Amsterdam, H. J. Schuppen te Groot Ammers en J. J. Timmer te Ermeloo. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Soerabaja (2de pred.) C. v. d. Woude te Gorredijk, te Dirkshóorn; B. Bouma, Cand. te Kou- dum. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Het afscheid van Ds. E, H. Blaau- wendraad van de Ned. Herv. Gem. te Vlagtwedde is bepaald op 11 April, de bevestiging te Oudwoude en Wes tergeest door Ds. A. Griffijn, van Kol- lumerzwaag op 18 April. Ds. J. H. Houtzagers. Ds. J. H. Houtzagers, te Arnhem, em. predikant van de Geref. kerk van Koot wijk, herdenkt vandaag zijn 40-jarig ambtsjubileum. Hij is 27 Maart 1857 geboren, heeft aan de Vrije Universi teit te Amsterdam gestudeerd en is na zijn candidaatsexamen in Novemb. 1885 een jaar later te Kootwijk als Dienaar des Woords deze gemeente door Dr. A. Kuyper tot zijn dienst werk ingeleid. (Ds. Houtzagers was de eerste predikant die door de Vrije Uni versiteit was opgeleid). Op 1 October 1918 verkreeg hij eervol emiritaat. P. Oranje, f Te Heelsum, waar hij sinds eenige jaren woonde is in den ouderdom van 65 jaar ontslapen de heer P. Oranje, oud-schoolhoofd te Amsterdam. Met den heer Oranje, die reeds eeni ge jaren lijdende was, is een bekende figuur heengegaan. Hij was een dier oude getrouwen, wiens liefde voor on ze actie op kerkelijk-, politiek- en on derwijsgebied wijd en zijd bekend was. Te Middelharnis begon hij zijn loop baan als onderwijzer bij het Chi. Ou derwijs. Doch alras, in 1895, kwam hij naar de hoofdstad, om als hoofd der Funenschool op te treden. Later ver wisselde hij dit hoofdschap voor dat van de toen nieuwe Geref. schooi in de Javastraat 126. Secret-""i. van „Jachin" was i secretaris van „Barnabas". Jaren lang heeft hij in de Funenkerk de functie van voorlezer vervuld. En in de A.-R. Kiesvereeniging is hij vroeger jaren een der leidende figuren geweest. Ook had hij zitting in de comm. tot wering van schoolverzuim. Te veel onderwijzers. Het hoofdbestuur van de Unie van Chr. Onderwijzers plaatst in verschil lende onderwijsbladen een oproep om gegevens, die kunnen leiden tot een overzicht van den omvang van het te veel aan onderwijzers. Gevraagd wordt naar wachtgelders: I. a. aantal dienst jaren; b. bevoegdheden; c. op wacht- gesteld sedert. II. Assistenten, Kweekelingen met akte en betrekkingloozen: a. in welk jaar geslaagd; b. hoe vaak gesollici teerd; c. hoe vaak proefles gegeven; d. reeds in tijdelijken dienst geweest? (hoe lang?) III. Tijdelijken: a. wanneer eindigt uw tegenwoordige betrekking? b. wordt ge dan werkloos? c. wanneer geslaagd? d. wanneer voor het eerst geplaatst? Een inzender in het Chr. SchoolbJ. „Onze Vacatures", V., stelt het volgen de voor: „De regeering geve aan ieder ('t zij hoofdonderw.) die 40 dj. heeft en 60 jaar of ouder is tegen 1 Sept. a.s. pen sioen (desnoods met noodige uitzon deringen). Zonder normaalschool-op leiding zal dan verder de toevoer niet te groot zijn. ,,'t Is geen nieuwe gedachte; in niet-onderwijsbladen is dit tenminsie al aan de hand gedaan om de „af vloeiing" af te wenden. Voor de 30 pet. die een gepensioneerde aan inkomen zal achteruitgaan kan zoo ongeveer een jong onderwijzer worden aange steld, zoodat de, onderwijskosten wei nig of niet grooter worden." Een nalatig bestuur. De vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden heeft aan den raad verzocht, onder aanbie ding van hare verontschuldiging voor het te laat inzenden van de kwitanties haar alsnog te willen toekennen een vergoeding voor vakonderwijs over 1923. In hun prae-advies op dit verzoek geven B. en W. o.m. te kennen dat het bestuur meermalen gewaarschuwd is Daarna is aangenomen, dat geen uit gaven voor vakonderwijs waren ge daan en werd den raad een voorstel aangeboden, strekkende tot vermin dering van de voorloopig toegekende vergoeding, met welk voorstel de raad zich vereenigde. Nu vaststaat, dat niet voldaan is aan art. 103 L.-O.-wet 1920 meenen B. en W. te moeten adviseeren op dit ver zoek afwijzend te beschikken. Ned. Zendingsschool. Tot leden der Ned. Zendingsschool zijn herbenoemd de heeren Dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer van Dubbel dam (Ned. Zend. Genootschop) Ds. H. H. Barger (Utr. Zend. Vereen.), J. J. Voortman (Ned. Zend. Vereen.) en G. J. Staal (benoemd in de vac.-wijlen Ds. N. van Schouwenburg). „Hoenderloo" bestaat 75 jaar. Gisteren 7 Febr., was het 75 jaar geleden, dat het opvoedingsgesticht Jlcenderloo" door willen O. G. Hel dring werd gesticht. Het 75-jarig jubileum zal 19 Juni a.s. feestelijk worden herdacht Er heeft zien een comité gevormd, dat zich voorstelt een som gelds bijeen te brengen, waarm:e zoo mogelijk een of meer wenschen, die op Hoender loo's" verlanglijstje staan, vervuld kun nen werden. Bovenaan staat de wensch van de stichting Heldringhuis een klein paviljoen, waar de moeilijks e jou gens voor korten of langeren tijd kun nen worden ondergebracht en meer per soonlijk behandeld. Ook het Heldring fonds" (pensioenfonds voor het perso neel) zal een deel van de feestgave krij gen. Bovendien zijn er nog wenschen met het cog op de werkplaatsen en den aanleg van eleetrisch licht. De commissie, bestaande uit de eere leden Dr. J. Th. de Visser, voorzitter van den Centr. Bond vopr Inwendig? Zending e.i Chr. Phil. Inrichtingen, Mr. S. baren van Heemstra, commissaris der Kcningin in Gelderland en Mr. W. Rocsmale Nepveu, burgemeester van Apeldoorn en de lade.i A. J. da Costa. te Amsterdam, voorzitter; J. C. H. Hel dring, penningmeester, adres Konings laan 31, Amsterdam; H. J. de Jong Schouwenburg, te Amsterdam; Jhr. Mr. J. A. de Jonge te 's Graven hage; Mej. M. J. O. Knottnerus te Rotterdam, Mevr. M. v. Rhijn-Wolterceek te Drie bergen, Bs. H. A. C. Snethlage te 's Gra evnhage, jhr. L. F. Teixeira de Maltas te 's Gravenhage en Mr. E. v. Beu.se- kem te Nieuwersluis, secretaris, hoopt in staat te worden gesteld zooveel mo gelijk de wenschen in vervulling te doen gaarn Uit het Sociale Leven. Het beginsel der Chr. Vakbeweging. Op de vraag waarom voortdurend de Christelijke vakbeweging van verraad wordt beschuldigd, terwijl tegelijker tijd op samenwerking wordt aange drongen, antwoordde „De Strijd", het orgaan van het N.V.V., dat er verschil is tusschen de leiders en leden der con- fessioneele vakbeweging; de laats ten zijn eerlijke arbeiders, wier geloof mis bruikt wordt om hen op verkeerde we gen te brengen". Het. pogen is nu scheiding te maken tusschen de leden der Chr. vakbewe ging en de leiders. Naar aanleiding daarvan merkt de hr. J. B. H. Grotenhuis in „Ons Schild het volgende op: „Nu zijn wij in 't geheel niet bang, dat het gaan zal zooals in dit stukje wordt voorgesteld. Leiders en leden in de Chr. vakbeweging, zij leven uit het zelfde beginsel. Dat beginsel zegt hun wat ze op sociaal terrein hebben te doen. Met dat beginsel als grond wordt beoordeeld of een staking geoorloofd is en of liet geoorloofd is een staking, reeds begonnen, verder door te zetten. Wij oordeelen nu eenmaal geheel anders over een staking als onze „mo derne" tegenstanders. En dat andere oordeel wordt niet alleen bij de leiders gevonden, maar dat andere oordeel vindt men in dezelfde mate bij de leden. En niet alleen oordeelen wij anders over een staking, maar het doel met onze vakbeweging is geheel anders als het doel wat de „moderne' vakbe weging zich heeft voorgesteld. Onze strijdmiddelen, zij zijn geheel anders als de strijdmiddelen, die de „moder ne" vakbeweging er op na houdt. Noemen wij slechts één ding. Door de „moderne" vakbeweging wordt de klassenstrijd gestreden. De klassen strijd wordt door onze Christelijke vak beweging verworpen. Verworpen, om dat onze beginselen ons dat gebieden. Verworpen, omdat een Christen dien klassenstrijd niet strijden mag; niet strijden mag om Gods wil. Zóó gezien, dan trekken wij de gren zen tusschen onze Chr. vakbeweging en de „moderne" vakbeweging met de ze forsche streek: „Wie niet vóór Mij is, die is tegen Mij". Wij hebben met onze Chr. vakbewe ging welbewust gekozen: Vóór God en Zijn dienst, en wij hebben met onze Chr. vakbeweging welbewust de lei dende beginselen aanvaard, neerge legd in Gods Woord, dat Woord, dat richtsnoer is alle eeuwen door. Daartegenover heeft de „moderne vakbeweging, ook welbewust, God en Zijn Woord verworpen, niet alleen, maar durft het te bestaan dien God te honen, Zijn Woord als een sprookje voor te stellen en hen, die daaraan nog gelooven, als oude wijven voor te stel len. Alleen maar dan wanneer zij die ge- loovige arbeiders willen trekken, dan doen zij hun mom voor het gelaat en vertoonen zich in schaapskleederen Aan ons allen de taak er voor zorg te dragen, dat de grenzen scherp blij ven getrokken". GEMENGD NIEUWS. Scheepsongeval. Zaterdag nacht werd door de kustwacht op Vlieland gerapporteerd, dat zich in de nabijheid van Vliesloot een schip in nood bevond- Het bleek te zijn het visschersvaartuig UK. 58, dat ge deeltelijk onder water geslagen was. De ui e drie leden bestaande beman ning werd door een sleepboot van Ter schelling gered. Verschillende vaartui gen zijn thans in de nabijheid om te trachten het vaartuig te bergen. Auto verbrand. Op den weg NijmegenOverasselt is door onbe kende oorzaak de vrachtauto der fa. van Haren te Balgoy in brand gevlo gen. De auto ging geheel in vlam men op; de chauffeur wist zich te redden. De lading, bestaande uit ce ment, bleef voor een deel gespaard. Een sac char i ue-smokke laar. Voor den Londenschen po. t.c-.ec-tr Sir George i usccu stend dezer da gen naar het „Al'g. Hdbl." mededeelt, een Rotterdamsche melkhandelaar te recht, die ook een kantoor in Lo-nden heeft en die betrapt was op smokke larij op groote schaal van ïaccha. ;ne. De belasting-ambtenaar verklaa. de voor de rechtbank, dat vijftig balen roggebloem uit Nederland aan het adres van een melkhandelaar in Ticch- fieldstreet waremafgezonden. De amb tenaar, die de balen controleerde, boorde een ervan aan en proefde van hetgeen uit de baal kwam. Het bleek zeer zoet te wezen. Teen werden alle balen aan een nader onderzoek on derworpen en dertien bleken saccha rine te beval ten, zorgvuldig v ge moffeld. In het geheel werd '143 pend saccharine gevonden. Ook in drie pak ken roggebloem in het kantoor van. den handelaar werd saccharine aange troffen. De handelaar werd 19 Tanua a j.l. gearresteerd en. daar hij de borgstel ling van f60.0C0 niet kon storten in voorarrest gehouden. Voor den politic °ch'- er.de hij geweten te heb!:"*:, dat de^balen bloem ook sacharine bevatten. Hij ver klaarde de roggebloem aan een Rus- si: handelaar in East End te heb ben verkocht, maar de exporteur in Nederland had hem erbij geterd dat de balen 115 niet mochten gelev-rrd worden voordat de exr teu - re'f op het kantoor van den handelaar ve c' e nen was, omdat deze bloem va,-, an dere kwaliteit bevatten. Di. stond rok zwart op wit in een brief, die bij de ar restatie op don handelaar geve. cl:n was. De poiitie-rechter herinnerde d^r» beklaagde er aan dat hii in Nederland re^ds wegens smokkelarij beboet wa:. achtte hem schuldig aan het ten Ds^e gelegde en veroordeelde hem to: 5333 pd. st. of f 64.596 boete subs, zes rand. gevangenisstraf. Ex-kroonprins Wilhelm. De ex-kroonprins van Duitschland, die eenige dagen te Doorn vertoefde, ten einde een bezoek aan zijn vader te bfengen, is Zaterdagmiddag om 6 uur van Doorn naar Amersfoort ver trokken, om de terugreis naar Duitsch land te aanvaarden. De kroonprins ontving nog een langdurig bezoek van den chauffeur, die hem in den tijd toen hij op Wieringen woondè, steeds gereden heeft. Ook diens vrouw en de smid in wiens smederij de kroonprins werkte, waren, gelijk gemeld, naar Doorn overgekomen. Het gezelschap, waarbij bovendien nog vrouw en doch ter van den smid aanwezig waren, werd zeer vriendelijk ontvangen. De kroonprins zeide toe, dat hij bij zijn eerstvolgende komst in Nederland ook een bezoek aan Wieringen zal bren gen. A u t 0-0ngeval. Halverwege de BiltUtrecht reed een militaire auto van de Genie, die wilde wijken voor een electrische tram van Utrecht tot Zeist, nabij het Kerklaantje, legen de hoog liggende tramrails, rolde om en viel in den sloot. De inzittenden, een onderofficier en drie soldaten der Ge nie krabbelden spoedig uit hun onaan- fename positie. Een nunner had een vvetsuur, een andere een wond aan de hand. Beiden werden door dr. L. verbonden en per auto naar het mili tair hospitaal vervoerd. La'er heeft de FEUILLETON. iwin-i - Kathlyn Barrington, „Ik hoop, dat hij er in slagen zal" antwoordde Kathlyn ernstig. „Als Ah IJeo ons zou overvallen, zal ik nooit met hem meegaan naar Pi Chow, wat er ook gebeur e!" „Ik zal je ook tot het uiterste toe verdedigen" antwoordde Forsyth. „Laat ons echter ons vertrouwen niet op menschelijke kracht stellen. Geve God. dat we niet in handen van Ah IJeo vallen. Van ganscher harte hoop ik, dat het zoover niet komen zal. Zoodra we deze heuvels afdalen, hebben we de grens van Li Weng Ho's rechtsgebied overschreden en heeft Ah IJeo niets meer te bevelen." „Maar zal Ah IJeo zich daaraan sto ren?" vroeg ze. „Hij is een onver schrokken man en staat voor niets. 'Als hij ons kan overvallen, zal het hem onverschillig zijn, waar dat is." „Maar de andere mandarijn heeft ook iets te zeggen; want hij is verant woordelijk voor hetgeen in zijn provin cie gebeurt. En bovendien, Li-Weng- Ho's woord heeft ginds de macht niet, die het hier heeft. Hij zal de bevolking zijn wil niet kunnen opleggen. Hij zal daar in t geheim en heel voorzichtig te werk moeten gaan. Ook zal hij niet in staat zijn om ginds zijn bekendma kingen aan te plakken en dat zal hem in zijn handelen ook sterk belemme ren." „Ik hoop het" antwoordde Kathlyn vurig. „Dokter Forsyth. Missie Barrington! Nauwelijks had Chings stem hen b» reikt, of ze daalden af om hun sob 1 ontbijt te nuttigen, dat uit warme th se en rijstkoekjes bestond. Verkwikt door 't voedsel, uitgerust door het zitten en verwarmd door hi*. VLur voelden ze zich weer veel betpv dan even te voren. Toen ze dan ook v, e<*r op slap gingen, voelde Kathlyn zich zóó sterk, dat ze gaarne naast Dick voortliep. Ongeveer twee uur stapten ze door. Niemand was hen tegengekomen. Ook hadden ze niets gezien, dat op eenige vervolging geleek. Bij een bocht van den weg werden him ooren getroffen door het klingelen van belletjes. „Wat is dat, Ching?" „Muilezels. Zij dezen weg komen. Be ter schuilen. Zij Ah IJeo zeggen ons zien."' „Ja^ dat zal 't verstandigst wezen, denk ik." Achter het struikgewas langs den weg verscholen ze zich. 't Was nog juist op tijd; want de eerste van de lange rij muilezels werd reeds zicht baar. Ze kwamen aanstappen, zwaar beladen, voortgedreven door koelies, die ze met bamboestokken aanzetten. De biezen om den hals rinkelden bij iederen voeststap. 'tLeek Forsyth een raadsel, hoe die dieren op dien glad den weg niet uitgleden. Maar geen der dieren slipte, en de lange karavaan, dertig dieren in 't geheel, ging voorbij belast met koper, zout en steenkool voor de bewoners van de naastbijgele- gen provincie. Zij wachtten zonder spreken tot het laatste van de arme dieren uit 't gezicht verdwenen was en eerst toen ze zelf weer op den weg wa ren, sprak Forsyth: „Arm oud-China. Het Westen zou reeds lang 'n tunnel door deze heuvels hebben gegraven en een spoorbaan hebben aangelegd van Thibet naar de zee. Maar China verkiest de middelen van vervoer uit den ouden tijd." „Ja.' zei Ching. China erg achterlijk, één dag zij ontwaken, dan Hij voltooide den zin niet, maar For syth begreep, wat hij bedoelde. „Ja, en dan 't overige deel van de wereld naar China zien. Eens zal het Oosten ontwaken en 't Westen over vleugelen. Eens zal een invloedrijke Chinees komen en dit land* in nieuwe hanen voeren. Die zal alle misbruiken wegnemen en het leven veranderen, of de een of andere Chineesche Napo leon zal alles met geweld omkéeren, dan ',De vloed komen" lichtte Ching toe „Ja, dan zal de Chineesche vloed de wereld overstroomen" stemde Forsyth toe. „En wat zal er dan gebeuren?" Kathlyn uitte haar vraag niet ver der. Een steen, die door den regen was losgewoeld en door de voorbijge gane karavaan midden op den weg ge komen was, lag voor haar voeten. Ze stapte er op, maar gleed uit, ze strui kelde en met een kreet van pijn viel ze voorover. Wel kroop ze direct weer overeind, maar haar gezicht was erg bleek en in haar oogen stonden tri- nen. „Wat is er? Heb je je bezeerd, lie veling? Waar?" „Mijn voet" zei ze. "kHeb een ge voel alsof mijn enkel gebroken is." „Zoo erg zal 'ttoch niet zijn, hoop ik" zei hij met een opgewektheid, die hij werkelijk niet had .„Probeer eens, of je kunt staan." Hij hielp haar op de been, maar toen ze den bezeerden voet neerzette, slaak te ze een kreet van pijn. „Ik zal hem direct onderzoeken" zei hij en toen ze op een rotsblok zat, trok hij haar schoen uit en onderzocht den voet. „Is hij gebroken?'" vroeg ze, haar gezicht van pijn vertrekkend, toen hij haar voet betastte. „Neen"' antwoordde hij na enkele oogenblikken. „Maar hij is erg ge kneusd. Ik zal hem direct moeten ver binden." Hij gaf Ching hevel in de pan wat water te halen en toen Ching na en kele minuten terug was, maakte hij een koudwaterverband van de voe ring, die hij van de binnenzijde van zijn japon had gescheurd en zei toen vroolijk: „Nu in den draagstoel!" „Ik zal niet kunnen loopen, Dick?" „Gedurende een paar dagen niet, ver moed ik. Maar 'tis goed. dat we den draagstoel niet hebben achtergelaten. Zie zoo, al klaar. Nu zullen we wel weer vlug verder gaan." Hij sprak opgewekt, maar hij wi9t, dat het ongeval een ernstige belem mering was in hun vlucht en toen hij en Ching "met den rug naar den stoel stonden, fluisterde hij Ching in het oor: „Ching. we moeten ook overdag fzoo vlug mogelijk loopen, we moeten ons haasten."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5