NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 8 FEBRUARI 1926
TWEEDE BLAD.
PRINS HENDRIK EN DE BERLIN' -
RAMP.
De ,.N. R. Crt.'' wijst in een artikel
over* het jubileerend Vorstenpaar op
de eigenaardige positie van Prins
Hendrik, die als vreemdeling hier
kwam en- zich niet zoo' gemakkelijk
kon aanpassen.
Ons in 't geheel niet militair aan
gelegd of afgericht volk vond het
vreemd, dat hij bij officieele plechtig
heden zoo officieel bleef, niet uit de
plooi kwam. Het gevoelde niet, dat hij
alle eer der begroetingen en toejui
chingen aan het Hoofd van den Staat
liet toekomen. 'Wel las men nu en dan
in verschillende bladen verslagen van
journalisten, die bij een tochtje of een
uitstapje persoonlijk met den Prins in
aanraking waren gekomen, en die het
niet op konden welk een gezellige baas
hij was, heelemaal gewoon, open en
rond en goedhartig. Maar er was een
meer algemeene, een in zeker opzicht
nationale gebeurtenis nooplig, om dat
altijd meest op een afstand aanschouw
de karakter zich voor het geheele volk
in al zijn echtheid te doen openbaren.
Dat geschiedde heel eigenaardig in
het de Ruijterjaar 1907 bij gelegenheid
van de stranding van de „Berlin" de
Harwich-boot, die in den vroegen mor
gen van den 21 Februari, bij hevigen
storm met jachtsneeuw en hagelbuien
op de Noorderpier van den Hoek van
Holland strandde en weldra doormid
den brak. Van de velen, die, toen met
het voorschip in de razende gol
ven neerstortten, werd er slechts éen
gered. Doch er waren op het wrak nog
achtergeblevenen en toen zijn er vele
helaas vruchtelooze pogingen tot red
ding door onze helden der zee in het
werk gesteld. Ontzaglijk was de be
langstelling en duizenden bij duizen
den stroomden naar den Hoek.
Onder de auto's, die den volgenden
•morgen aantuften, kwam er ook een
van den kant van den Haag en daarin
bevond zich prins Hendrik der Neder
landen. Ook ditmaal zou ons Konink
lijk Huis niet achterblijven, wanneer
er, volgens de uitdrukking van Konin
gin Emma, iets groots viel te doen
voor een klein volk.
Zeer hoog werd zijn tegenwoordig
heid op prijs gesteld. Al bleef hij aan
wal, het zou dan toch als onder zijn
oogen zijn, dat er daden van moed en
zelfopoffering zouden verricht worden.
Het was 10 uur in den morgen, en
de reddingboot zou weer uitgaan.
Maar wat was dat?
Tot verbazing van allen begaf zich
prins Hendrik dadelijk aan boord van,
het loods-instructieschip Jan Span
jaard" om zich zoo dicht mogelijk bij
de pogingen tot redding te bevinden.
Hij klom bij den kapitein op de com
mando-brug, haalde een sigaar te voor
schijn en stak die rustig op.
sNu," zoo merkte de een of andere
spotvogel op, „dat Hoogheid je zal wel
heel gauw zijn sigaar wegwerpen!"
Dochhoe het schip ook steiger
de, prins Hendrik blééf op de brug,
bleef dood-kalm doorgaan met van
zijn sigaar te genieten, en geen spoor
van komende zeeziekte was bij hem
merkbaar.
Neen, niet met een soort meelijdend
gevoel, grenzende aan bij gezouten zee
lui begrijpelijke geringschatting voor
een zeezieke, zouden ze hem van de
commando-brug zien verdwijnen maar
in de overtuiging, dat Hij daar forsch
en kloek, als ware hij een der oud-
Hollandsche zee-oversten, vlak bij hup
heldenpogingen als mee-doorleefde,
hun plicht doen.
En toen ook voor ditmaal hun po
gingen faalden, en zij wederom onver
richter zake moesten terugkeeren, was
het prins Hendrik weer, die hun moed
insprak om na een korten rusttijd we
derom die vreeselijke onstuimige zee
op te varen, en zelf ging hij weer mede.
Het is deze schier bovenmenschelij-
ke poging, welke met goeden uitslag
bekroond werd. En toen de booten
terugkeerden, wachtte een groote, in
ontzaglijke spanning verkeerende me
nigte de redders op. Heel eenvoudig,
of het maar iets gewoons was geweest
wat hij gedaan had, verliet de Prins
bet vaartuig. Een oogenblik van ont
roerende stilte. Toen kwam het er bij
de inenschen echt Hollandsch harte
lijk uit: „Bravo, Prins!" „Goed ge
daan, Prins!"
Maar in Den Haag werd hem den
volgenden Zaterdagavond door duizen
den enthousiaste menschen voor ha*
Paleis in t Noordeinde een warln?
i vatie gebracht en men rustte niet,
voor Prins Hendrik op het balkon ver
scheen, vergezeld door H. M. de Ko
ningin. Een luid gejuich ging er op,
en men wuifde met hoeden en zak
doeken.
Met een handbeweging verzocht de
Prins stilte, en toen het in afwachting
van hetgeen volgen zou heel stil was
geworden, hoorde men hem zeggen:
Ik waardeer ten hoogste uw goede
bedoelingen en ik dank u allen harte
lijk...."
Daar daverde het geweld van de
volksmassa weer op, doch tegelijk
werd om stilte geroepen door hen, die
beseften, dat de Prins nog niet uitge
sproken had, En toen men hem op
nieuw kon verstaan, hoorde men als
vervolg op het voorgaande:
„Maar ik stel u voor een flink hoera
te wijden aan de mannen die de red
ding hebben volbracht. Die dappere
mannen, hoog leven zij!" 4
Bravo, Prins Hendrik! die de eere
van de redding gaf aan hen, die haar
verdienden. Maar wat zijn tegenwoor
digheid daartoe bijgedragen heeft, dat
werd door landgenoot en vreemdeling
erkend, enmag na zooveel jaren
niet vergeten worden.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Maarssen, J. H. F.
Remme te Amsterdam, H. J. Schuppen
te Groot Ammers en J. J. Timmer te
Ermeloo.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Soerabaja (2de
pred.) C. v. d. Woude te Gorredijk, te
Dirkshóorn; B. Bouma, Cand. te Kou-
dum.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Het afscheid van Ds. E, H. Blaau-
wendraad van de Ned. Herv. Gem.
te Vlagtwedde is bepaald op 11 April,
de bevestiging te Oudwoude en Wes
tergeest door Ds. A. Griffijn, van Kol-
lumerzwaag op 18 April.
Ds. J. H. Houtzagers.
Ds. J. H. Houtzagers, te Arnhem, em.
predikant van de Geref. kerk van Koot
wijk, herdenkt vandaag zijn 40-jarig
ambtsjubileum. Hij is 27 Maart 1857
geboren, heeft aan de Vrije Universi
teit te Amsterdam gestudeerd en is
na zijn candidaatsexamen in Novemb.
1885 een jaar later te Kootwijk als
Dienaar des Woords deze gemeente
door Dr. A. Kuyper tot zijn dienst
werk ingeleid. (Ds. Houtzagers was de
eerste predikant die door de Vrije Uni
versiteit was opgeleid). Op 1 October
1918 verkreeg hij eervol emiritaat.
P. Oranje, f
Te Heelsum, waar hij sinds eenige
jaren woonde is in den ouderdom van
65 jaar ontslapen de heer P. Oranje,
oud-schoolhoofd te Amsterdam.
Met den heer Oranje, die reeds eeni
ge jaren lijdende was, is een bekende
figuur heengegaan. Hij was een dier
oude getrouwen, wiens liefde voor on
ze actie op kerkelijk-, politiek- en on
derwijsgebied wijd en zijd bekend was.
Te Middelharnis begon hij zijn loop
baan als onderwijzer bij het Chi. Ou
derwijs. Doch alras, in 1895, kwam hij
naar de hoofdstad, om als hoofd der
Funenschool op te treden. Later ver
wisselde hij dit hoofdschap voor dat
van de toen nieuwe Geref. schooi in de
Javastraat 126.
Secret-""i. van „Jachin" was i
secretaris van „Barnabas". Jaren lang
heeft hij in de Funenkerk de functie
van voorlezer vervuld. En in de A.-R.
Kiesvereeniging is hij vroeger jaren
een der leidende figuren geweest. Ook
had hij zitting in de comm. tot wering
van schoolverzuim.
Te veel onderwijzers.
Het hoofdbestuur van de Unie van
Chr. Onderwijzers plaatst in verschil
lende onderwijsbladen een oproep om
gegevens, die kunnen leiden tot een
overzicht van den omvang van het te
veel aan onderwijzers. Gevraagd wordt
naar wachtgelders: I. a. aantal dienst
jaren; b. bevoegdheden; c. op wacht-
gesteld sedert.
II. Assistenten, Kweekelingen met
akte en betrekkingloozen: a. in welk
jaar geslaagd; b. hoe vaak gesollici
teerd; c. hoe vaak proefles gegeven; d.
reeds in tijdelijken dienst geweest?
(hoe lang?)
III. Tijdelijken: a. wanneer eindigt
uw tegenwoordige betrekking? b.
wordt ge dan werkloos? c. wanneer
geslaagd? d. wanneer voor het eerst
geplaatst?
Een inzender in het Chr. SchoolbJ.
„Onze Vacatures", V., stelt het volgen
de voor:
„De regeering geve aan ieder ('t zij
hoofdonderw.) die 40 dj. heeft en 60
jaar of ouder is tegen 1 Sept. a.s. pen
sioen (desnoods met noodige uitzon
deringen). Zonder normaalschool-op
leiding zal dan verder de toevoer niet
te groot zijn.
,,'t Is geen nieuwe gedachte; in
niet-onderwijsbladen is dit tenminsie
al aan de hand gedaan om de „af
vloeiing" af te wenden. Voor de 30 pet.
die een gepensioneerde aan inkomen
zal achteruitgaan kan zoo ongeveer
een jong onderwijzer worden aange
steld, zoodat de, onderwijskosten wei
nig of niet grooter worden."
Een nalatig bestuur.
De vereeniging voor Christelijk
Schoolonderwijs te Leeuwarden heeft
aan den raad verzocht, onder aanbie
ding van hare verontschuldiging voor
het te laat inzenden van de kwitanties
haar alsnog te willen toekennen een
vergoeding voor vakonderwijs over
1923.
In hun prae-advies op dit verzoek
geven B. en W. o.m. te kennen dat het
bestuur meermalen gewaarschuwd is
Daarna is aangenomen, dat geen uit
gaven voor vakonderwijs waren ge
daan en werd den raad een voorstel
aangeboden, strekkende tot vermin
dering van de voorloopig toegekende
vergoeding, met welk voorstel de raad
zich vereenigde.
Nu vaststaat, dat niet voldaan is
aan art. 103 L.-O.-wet 1920 meenen B.
en W. te moeten adviseeren op dit ver
zoek afwijzend te beschikken.
Ned. Zendingsschool.
Tot leden der Ned. Zendingsschool
zijn herbenoemd de heeren Dr. C. W.
Th. baron van Boetzelaer van Dubbel
dam (Ned. Zend. Genootschop) Ds. H.
H. Barger (Utr. Zend. Vereen.), J. J.
Voortman (Ned. Zend. Vereen.) en G.
J. Staal (benoemd in de vac.-wijlen
Ds. N. van Schouwenburg).
„Hoenderloo" bestaat 75 jaar.
Gisteren 7 Febr., was het 75 jaar
geleden, dat het opvoedingsgesticht
Jlcenderloo" door willen O. G. Hel
dring werd gesticht.
Het 75-jarig jubileum zal 19 Juni a.s.
feestelijk worden herdacht
Er heeft zien een comité gevormd,
dat zich voorstelt een som gelds bijeen
te brengen, waarm:e zoo mogelijk een
of meer wenschen, die op Hoender
loo's" verlanglijstje staan, vervuld kun
nen werden. Bovenaan staat de wensch
van de stichting Heldringhuis een
klein paviljoen, waar de moeilijks e jou
gens voor korten of langeren tijd kun
nen worden ondergebracht en meer per
soonlijk behandeld. Ook het Heldring
fonds" (pensioenfonds voor het perso
neel) zal een deel van de feestgave krij
gen. Bovendien zijn er nog wenschen
met het cog op de werkplaatsen en den
aanleg van eleetrisch licht.
De commissie, bestaande uit de eere
leden Dr. J. Th. de Visser, voorzitter
van den Centr. Bond vopr Inwendig?
Zending e.i Chr. Phil. Inrichtingen, Mr.
S. baren van Heemstra, commissaris der
Kcningin in Gelderland en Mr. W.
Rocsmale Nepveu, burgemeester van
Apeldoorn en de lade.i A. J. da Costa.
te Amsterdam, voorzitter; J. C. H. Hel
dring, penningmeester, adres Konings
laan 31, Amsterdam; H. J. de Jong
Schouwenburg, te Amsterdam; Jhr. Mr.
J. A. de Jonge te 's Graven hage; Mej.
M. J. O. Knottnerus te Rotterdam,
Mevr. M. v. Rhijn-Wolterceek te Drie
bergen, Bs. H. A. C. Snethlage te 's Gra
evnhage, jhr. L. F. Teixeira de Maltas
te 's Gravenhage en Mr. E. v. Beu.se-
kem te Nieuwersluis, secretaris, hoopt
in staat te worden gesteld zooveel mo
gelijk de wenschen in vervulling te doen
gaarn
Uit het Sociale Leven.
Het beginsel der Chr. Vakbeweging.
Op de vraag waarom voortdurend de
Christelijke vakbeweging van verraad
wordt beschuldigd, terwijl tegelijker
tijd op samenwerking wordt aange
drongen, antwoordde „De Strijd", het
orgaan van het N.V.V., dat er verschil
is tusschen de leiders en leden der con-
fessioneele vakbeweging; de laats ten
zijn eerlijke arbeiders, wier geloof mis
bruikt wordt om hen op verkeerde we
gen te brengen".
Het. pogen is nu scheiding te maken
tusschen de leden der Chr. vakbewe
ging en de leiders.
Naar aanleiding daarvan merkt de
hr. J. B. H. Grotenhuis in „Ons Schild
het volgende op:
„Nu zijn wij in 't geheel niet bang,
dat het gaan zal zooals in dit stukje
wordt voorgesteld. Leiders en leden in
de Chr. vakbeweging, zij leven uit het
zelfde beginsel. Dat beginsel zegt hun
wat ze op sociaal terrein hebben te
doen. Met dat beginsel als grond wordt
beoordeeld of een staking geoorloofd is
en of liet geoorloofd is een staking,
reeds begonnen, verder door te zetten.
Wij oordeelen nu eenmaal geheel
anders over een staking als onze „mo
derne" tegenstanders. En dat andere
oordeel wordt niet alleen bij de leiders
gevonden, maar dat andere oordeel
vindt men in dezelfde mate bij de
leden.
En niet alleen oordeelen wij anders
over een staking, maar het doel met
onze vakbeweging is geheel anders
als het doel wat de „moderne' vakbe
weging zich heeft voorgesteld. Onze
strijdmiddelen, zij zijn geheel anders
als de strijdmiddelen, die de „moder
ne" vakbeweging er op na houdt.
Noemen wij slechts één ding. Door
de „moderne" vakbeweging wordt de
klassenstrijd gestreden. De klassen
strijd wordt door onze Christelijke vak
beweging verworpen. Verworpen, om
dat onze beginselen ons dat gebieden.
Verworpen, omdat een Christen dien
klassenstrijd niet strijden mag; niet
strijden mag om Gods wil.
Zóó gezien, dan trekken wij de gren
zen tusschen onze Chr. vakbeweging
en de „moderne" vakbeweging met de
ze forsche streek: „Wie niet vóór Mij
is, die is tegen Mij".
Wij hebben met onze Chr. vakbewe
ging welbewust gekozen: Vóór God en
Zijn dienst, en wij hebben met onze
Chr. vakbeweging welbewust de lei
dende beginselen aanvaard, neerge
legd in Gods Woord, dat Woord, dat
richtsnoer is alle eeuwen door.
Daartegenover heeft de „moderne
vakbeweging, ook welbewust, God en
Zijn Woord verworpen, niet alleen,
maar durft het te bestaan dien God te
honen, Zijn Woord als een sprookje
voor te stellen en hen, die daaraan nog
gelooven, als oude wijven voor te stel
len.
Alleen maar dan wanneer zij die ge-
loovige arbeiders willen trekken, dan
doen zij hun mom voor het gelaat en
vertoonen zich in schaapskleederen
Aan ons allen de taak er voor zorg
te dragen, dat de grenzen scherp blij
ven getrokken".
GEMENGD NIEUWS.
Scheepsongeval. Zaterdag
nacht werd door de kustwacht op
Vlieland gerapporteerd, dat zich in
de nabijheid van Vliesloot een schip
in nood bevond- Het bleek te zijn
het visschersvaartuig UK. 58, dat ge
deeltelijk onder water geslagen was.
De ui e drie leden bestaande beman
ning werd door een sleepboot van Ter
schelling gered. Verschillende vaartui
gen zijn thans in de nabijheid om te
trachten het vaartuig te bergen.
Auto verbrand. Op den weg
NijmegenOverasselt is door onbe
kende oorzaak de vrachtauto der fa.
van Haren te Balgoy in brand gevlo
gen. De auto ging geheel in vlam
men op; de chauffeur wist zich te
redden. De lading, bestaande uit ce
ment, bleef voor een deel gespaard.
Een sac char i ue-smokke laar.
Voor den Londenschen po. t.c-.ec-tr
Sir George i usccu stend dezer da
gen naar het „Al'g. Hdbl." mededeelt,
een Rotterdamsche melkhandelaar te
recht, die ook een kantoor in Lo-nden
heeft en die betrapt was op smokke
larij op groote schaal van ïaccha. ;ne.
De belasting-ambtenaar verklaa. de
voor de rechtbank, dat vijftig balen
roggebloem uit Nederland aan het
adres van een melkhandelaar in Ticch-
fieldstreet waremafgezonden. De amb
tenaar, die de balen controleerde,
boorde een ervan aan en proefde van
hetgeen uit de baal kwam. Het bleek
zeer zoet te wezen. Teen werden alle
balen aan een nader onderzoek on
derworpen en dertien bleken saccha
rine te beval ten, zorgvuldig v ge
moffeld. In het geheel werd '143 pend
saccharine gevonden. Ook in drie pak
ken roggebloem in het kantoor van.
den handelaar werd saccharine aange
troffen.
De handelaar werd 19 Tanua a j.l.
gearresteerd en. daar hij de borgstel
ling van f60.0C0 niet kon storten in
voorarrest gehouden.
Voor den politic °ch'- er.de
hij geweten te heb!:"*:, dat de^balen
bloem ook sacharine bevatten. Hij ver
klaarde de roggebloem aan een Rus-
si: handelaar in East End te heb
ben verkocht, maar de exporteur in
Nederland had hem erbij geterd dat
de balen 115 niet mochten gelev-rrd
worden voordat de exr teu - re'f op
het kantoor van den handelaar ve c' e
nen was, omdat deze bloem va,-, an
dere kwaliteit bevatten. Di. stond rok
zwart op wit in een brief, die bij de ar
restatie op don handelaar geve. cl:n
was.
De poiitie-rechter herinnerde d^r»
beklaagde er aan dat hii in Nederland
re^ds wegens smokkelarij beboet wa:.
achtte hem schuldig aan het ten Ds^e
gelegde en veroordeelde hem to: 5333
pd. st. of f 64.596 boete subs, zes rand.
gevangenisstraf.
Ex-kroonprins Wilhelm.
De ex-kroonprins van Duitschland,
die eenige dagen te Doorn vertoefde,
ten einde een bezoek aan zijn vader
te bfengen, is Zaterdagmiddag om 6
uur van Doorn naar Amersfoort ver
trokken, om de terugreis naar Duitsch
land te aanvaarden. De kroonprins
ontving nog een langdurig bezoek van
den chauffeur, die hem in den tijd
toen hij op Wieringen woondè, steeds
gereden heeft. Ook diens vrouw en de
smid in wiens smederij de kroonprins
werkte, waren, gelijk gemeld, naar
Doorn overgekomen. Het gezelschap,
waarbij bovendien nog vrouw en doch
ter van den smid aanwezig waren,
werd zeer vriendelijk ontvangen. De
kroonprins zeide toe, dat hij bij zijn
eerstvolgende komst in Nederland ook
een bezoek aan Wieringen zal bren
gen.
A u t 0-0ngeval. Halverwege de
BiltUtrecht reed een militaire auto
van de Genie, die wilde wijken voor
een electrische tram van Utrecht tot
Zeist, nabij het Kerklaantje, legen de
hoog liggende tramrails, rolde om en
viel in den sloot. De inzittenden, een
onderofficier en drie soldaten der Ge
nie krabbelden spoedig uit hun onaan-
fename positie. Een nunner had een
vvetsuur, een andere een wond aan
de hand. Beiden werden door dr. L.
verbonden en per auto naar het mili
tair hospitaal vervoerd. La'er heeft de
FEUILLETON.
iwin-i -
Kathlyn Barrington,
„Ik hoop, dat hij er in slagen zal"
antwoordde Kathlyn ernstig. „Als Ah
IJeo ons zou overvallen, zal ik nooit
met hem meegaan naar Pi Chow, wat
er ook gebeur e!"
„Ik zal je ook tot het uiterste toe
verdedigen" antwoordde Forsyth.
„Laat ons echter ons vertrouwen
niet op menschelijke kracht stellen.
Geve God. dat we niet in handen van
Ah IJeo vallen. Van ganscher harte
hoop ik, dat het zoover niet komen
zal. Zoodra we deze heuvels afdalen,
hebben we de grens van Li Weng Ho's
rechtsgebied overschreden en heeft
Ah IJeo niets meer te bevelen."
„Maar zal Ah IJeo zich daaraan sto
ren?" vroeg ze. „Hij is een onver
schrokken man en staat voor niets.
'Als hij ons kan overvallen, zal het hem
onverschillig zijn, waar dat is."
„Maar de andere mandarijn heeft
ook iets te zeggen; want hij is verant
woordelijk voor hetgeen in zijn provin
cie gebeurt. En bovendien, Li-Weng-
Ho's woord heeft ginds de macht niet,
die het hier heeft. Hij zal de bevolking
zijn wil niet kunnen opleggen. Hij zal
daar in t geheim en heel voorzichtig
te werk moeten gaan. Ook zal hij niet
in staat zijn om ginds zijn bekendma
kingen aan te plakken en dat zal hem
in zijn handelen ook sterk belemme
ren."
„Ik hoop het" antwoordde Kathlyn
vurig.
„Dokter Forsyth. Missie Barrington!
Nauwelijks had Chings stem hen b»
reikt, of ze daalden af om hun sob 1
ontbijt te nuttigen, dat uit warme th se
en rijstkoekjes bestond.
Verkwikt door 't voedsel, uitgerust
door het zitten en verwarmd door hi*.
VLur voelden ze zich weer veel betpv
dan even te voren. Toen ze dan ook
v, e<*r op slap gingen, voelde Kathlyn
zich zóó sterk, dat ze gaarne naast
Dick voortliep.
Ongeveer twee uur stapten ze door.
Niemand was hen tegengekomen. Ook
hadden ze niets gezien, dat op eenige
vervolging geleek.
Bij een bocht van den weg werden
him ooren getroffen door het klingelen
van belletjes.
„Wat is dat, Ching?"
„Muilezels. Zij dezen weg komen. Be
ter schuilen. Zij Ah IJeo zeggen ons
zien."'
„Ja^ dat zal 't verstandigst wezen,
denk ik."
Achter het struikgewas langs den
weg verscholen ze zich. 't Was nog
juist op tijd; want de eerste van de
lange rij muilezels werd reeds zicht
baar. Ze kwamen aanstappen, zwaar
beladen, voortgedreven door koelies,
die ze met bamboestokken aanzetten.
De biezen om den hals rinkelden bij
iederen voeststap. 'tLeek Forsyth een
raadsel, hoe die dieren op dien glad
den weg niet uitgleden. Maar geen der
dieren slipte, en de lange karavaan,
dertig dieren in 't geheel, ging voorbij
belast met koper, zout en steenkool
voor de bewoners van de naastbijgele-
gen provincie. Zij wachtten zonder
spreken tot het laatste van de arme
dieren uit 't gezicht verdwenen was en
eerst toen ze zelf weer op den weg wa
ren, sprak Forsyth:
„Arm oud-China. Het Westen zou
reeds lang 'n tunnel door deze heuvels
hebben gegraven en een spoorbaan
hebben aangelegd van Thibet naar de
zee. Maar China verkiest de middelen
van vervoer uit den ouden tijd."
„Ja.' zei Ching. China erg achterlijk,
één dag zij ontwaken, dan
Hij voltooide den zin niet, maar For
syth begreep, wat hij bedoelde.
„Ja, en dan 't overige deel van de
wereld naar China zien. Eens zal het
Oosten ontwaken en 't Westen over
vleugelen. Eens zal een invloedrijke
Chinees komen en dit land* in nieuwe
hanen voeren. Die zal alle misbruiken
wegnemen en het leven veranderen,
of de een of andere Chineesche Napo
leon zal alles met geweld omkéeren,
dan
',De vloed komen" lichtte Ching toe
„Ja, dan zal de Chineesche vloed de
wereld overstroomen" stemde Forsyth
toe.
„En wat zal er dan gebeuren?"
Kathlyn uitte haar vraag niet ver
der. Een steen, die door den regen
was losgewoeld en door de voorbijge
gane karavaan midden op den weg ge
komen was, lag voor haar voeten. Ze
stapte er op, maar gleed uit, ze strui
kelde en met een kreet van pijn viel
ze voorover. Wel kroop ze direct weer
overeind, maar haar gezicht was erg
bleek en in haar oogen stonden tri-
nen.
„Wat is er? Heb je je bezeerd, lie
veling? Waar?"
„Mijn voet" zei ze. "kHeb een ge
voel alsof mijn enkel gebroken is."
„Zoo erg zal 'ttoch niet zijn, hoop
ik" zei hij met een opgewektheid, die
hij werkelijk niet had .„Probeer eens,
of je kunt staan."
Hij hielp haar op de been, maar toen
ze den bezeerden voet neerzette, slaak
te ze een kreet van pijn.
„Ik zal hem direct onderzoeken" zei
hij en toen ze op een rotsblok zat, trok
hij haar schoen uit en onderzocht den
voet.
„Is hij gebroken?'" vroeg ze, haar
gezicht van pijn vertrekkend, toen hij
haar voet betastte.
„Neen"' antwoordde hij na enkele
oogenblikken. „Maar hij is erg ge
kneusd. Ik zal hem direct moeten ver
binden."
Hij gaf Ching hevel in de pan wat
water te halen en toen Ching na en
kele minuten terug was, maakte hij
een koudwaterverband van de voe
ring, die hij van de binnenzijde van
zijn japon had gescheurd en zei toen
vroolijk: „Nu in den draagstoel!"
„Ik zal niet kunnen loopen, Dick?"
„Gedurende een paar dagen niet, ver
moed ik. Maar 'tis goed. dat we den
draagstoel niet hebben achtergelaten.
Zie zoo, al klaar. Nu zullen we wel
weer vlug verder gaan."
Hij sprak opgewekt, maar hij wi9t,
dat het ongeval een ernstige belem
mering was in hun vlucht en toen hij
en Ching "met den rug naar den stoel
stonden, fluisterde hij Ching in het
oor: „Ching. we moeten ook overdag
fzoo vlug mogelijk loopen, we moeten
ons haasten."