NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 4 FEBRUARI 1926 TWEEDE BLAD. WflT DE BLfiBEN ZEGGEN. Medewerking of niet. Men vraagt ons oordeel, zegt de „Standaard" over een uitlating van Mr. De Wilde in zake de formatie- Limburg. De heer De Wilde zou, in een spreek beurt gezegd hebben, dat hij hoopte, dat de heer Limburg zou slagen, maar dat er geen Antirevolutionairen in zijn Kabinet moesten plaatsnemen. Wij meenen aangenomen dat het verslag juist is dat de duidelijkheid hier door de kortheid geleden heeft. Mr. De Wilde zal wel bedoeld hebben, dat geen vooraanstaande parlementa riërs van Antirevolutionairen huize in zulk een Kabinet zitting behoorden te nemen. Zulk een opvatting laat zich zeer wel verdedigen, met behoud van den op rechten wensch, dat de formatie-Lim burg moge slagen. Het echte kenmerk van een extra parlementair Kabinet is, dat geen en kele der politieke partijen in de Ka mer er als zoodanig bij betrokken is. Elk zittingnemen in zul,k een Kabinet gaat buiten de partijen om en deze dragen er geen verantwoordelijkheid voor. Aanvaardt iemand een porte feuille, dan ligt het geheel voor zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Maaraan den anderen kant valt niet te ontkennen, dat iemand", die in het partijverband en de politieke actie een vooraanstaande plaats heeft inge nomen, zich maar niet zóó uit dat ver band kan losmaken. Hij kan wel zeg gen: ik maak mij tijdelijk los van mijn partij en ga op mij-zelf staan, maar dit leidt op den duur óf tot blijvende verwijdering, óf tot een half willig, ha.'f onwillig betrekken van de partij bij de daden van den extra-parlemen tairen Minister. Daarom zijn we het eens met Mr. De Wilde, wanneer hij bij zijn uitspraak deze bepaalde soort Antirevolutionai ren op het oog had. Er zijn echter ook nog anderen. Antirevolutionairen, die niet of zeer weinig met de politieke actie in het Parlement in aanraking zijn geweest. Van dezulken zouden we net durven zeggen, dat 'zij niet in een Kabinet, als de heer Limburg op het oog heeft, zit ting zouden kunnen nemen. Zelfs gaan wij nog iets verder. Als men wenscht dat Mr Limburg slaagt, dan moet men het hem niet van te voren onnoodig moeilijk maken, door te zeggen: in geen geval een A.-R. erin! Integendeel, wij kunnen ons zeer wel denken, dat een A.R. die in het par lementaire leven geen rol heeft ge- •peeld, in een Kabinet-Limburg zitting neemt. Hij zou dat geheel op eigen ri sico moeten doen en zou van de A.R. Kamerfractie steun ontvangen ge lijk alle overige Ministers zoolang hij niets deed, dat tegen de A.R. begin selen ingaat. Deed hij dat wel, dan «ou hij ons tegenover zich vinden. En daarom zou het voor zulk een A.R. raadzaam zijn, zich er van te ver gewissen, dat het Kabinetsprogram ook op andere punten, dan voor de hem aangeboden portefeuille gelden, niets bevatte, wat bepaaldelijk inging tegen de A.R. wehschen. Er is dus, on der bepaalde voorwaarden, o.i. wel de gelijk ruimte voor Antirevolutionairen als lid van een Kabinet-Limburg. Even wel met oordeel des onderscheids. En zoo zal ook Mr. De Wilde het wel be doeld hebben. Anders toch zou zijn verlangen, dat Mr. Limburg slage, een verlangen dat ook wij koesteren* wel wat aan waarde inboeten. De politieke Ismaël. Zou, vraagt onze „Rotterdammer" één politicus zich in de laatste jaren FEUILLETON. Kathlyn Barrington. 68) HOOFDSTUK XXI Voor den abt Toen de monnik het drietal naderde, kon men niet de minste nieuwsgierig heid op zijn gelaat bespeuren. Hij groet te hen even, nam vervolgens één voor éen op en richtte zich toen tot For- •jrth: „De abt wou u spreken'zei hij ,in beschaafd Chineesch, dat den man van beschaving aanduidde. Forsyth was door die boodschap niet verrast. Hij beantwoordde den groet van den monnik even deftig, als deze gedaan had. en zei toen: „Ons allen, zeker?" 't Eenige antwoord van den monnik bestond uit een gebaar met de hand, dat hij als toestemming kon op vatten en toen de monnik zich om draaide en weer terugging, vanwaar hij gekomen was, knikte Forsyth zijn metgezellen toe hem te volgen. Zwij gend volgden zij, achter elkaar. Cliing fluisterde Kathlyn toe: „Wij allen han gen samen, Missie Barrington." Forsyth hoopte ernstig, dat het zoo ver niet komen zou, maar hij ontveins- meer geblameerd hebben dan Mr. Mar- chant? Die vergooit nu letterlijk zijn poli tieke reputatie. Het wordt een reeks van staatkundige blunders. En al lui der roept men aan allen kant: als er één is, die alleen zijn eigen partij zoekt en in de partij zich zelf, dan is het de ze man van de democratische allures. Zijn reputatie had toch al veel ge leden. De vrijzinnig-democraten, die aan Bos en Drucker herinnerden, wa ren achteraf geraakt en de leiding ging er niet op vooruit. Denk slechts aan de volte face ten aanzien van de landsverdediging. Maar op 11 November deed IVfr. Mar- chant een fijnen politieken zet. Hij, de minister-slachter, richtte nu een waar bloedbad aan. Hij kogelde alles omver. Wat een voldoening! En als bij spoedbestelling kreeg hij het honorarium thuis: kabinetsforma teur. Wat de S.D.A.P. in jaren niet kon. zou hij in dagen tot stand brengen. Hij op den bok, want meneer moest zelf mennen: Albarda en Nolens pal frenier. Ach, al spoedig bleek, dat hij slechts een stokpaardje voor een Neurenher- ger karretje kon spannen. Van dat oogenblik af, oefende hij zich als politieke Ismaël: zijn hand was tegen allen en diensvolgens al ler hand tegen hem. Van de anti-rev. fractie had hij na tuurlijk nimmer eenige verwachting: dus was minister Colijn reeds bij voor baat grof beleedigd. Nu kreeg Dr. Nolens den bons. Als of deze al gereed stond om Mr. Mar- chant in „zijn" kabinet op te nemen, moest hij hooren: In een roomsche po litieke processie loop ik nooit mee. Eerst tegen het gezantschap; toen er hartelijk vóór; nu er weer mordicus tegen. Principieele politiek! Maar hij krijgt zijn trekken thuis. De partijgenoot, Mr. Limburg, zal po gen de crisis op te lossen. Mr. Mar- chant weet het nog niet eens, of hij giet de fiolen van z'n bruisenden toorn over hem uit en hij geeft hem aan de verachting over. Zijn eenige troost is: och, Limburg was toch reeds een halve renegaat. Hoe is het mogelijk, dat er onder zoo'n leiding nog renegaten gevormd worden? Of, zou Mr. Marchant in zijn eigen politieke huis even „bitter" zijn als op de politieke markt? 't Is de democratie van den dicta tor; de welwillendheid van den 16e- eeuwschen planter. „Ik zal het parle mentairisme redden, als ge maar doet, wat ik zeg; anders vertrap ik het tot gruis. Een parlementair stelsel, ja, als ik aan den top sta." Doch daarvoor is Nederland nog niet rijp, om het zacht te zeggen. Dus gaat Mr. Marchant ,amok maken." Zijn hand tegen allen. Ismaël! KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. D rit el: Te Maassluis W. A. P. F. L. Jörg, te Harllngen; J. F. Röth, te Almkerken A. J. van Wijngaarden, te Westmaas. Beroepen: Te Bergschenhoek, G van Montfrans, te Sommelsdijk. CHR. GERÉF. KERK. Tweetal: Te Zwijndrecht, J. D. Barth, te Alphen a. d. Rijn; en A. Zwiep, te Hillegom. Bedankt: Voor Rozenburg, J. P. Meijering, te Nieuwpoort. Bevestiging, Intrede, AleeheM. Zondag j.l. deed Cand. W. K o o 1 in trede bij de Ned. Herv. Gem. te Rans- dorp, na bevestigd te zijn door Ds. I. H. Vaandrager, van Monnikendam, met een predicatie over Jesaja 401 en 2. Ds. Kool deed intrede met een leer rede over Col. 127 en 28. de zich de groote gevaren, waarin ze nu verkeerden, niet. Veel blng af van den ouden man, tot wien ze nu geleid werden. Ze volgden een wirwar van gangen en gangetjes. Zoo bun gevaar dreigde, zou bet onmogelijk zijn dat bier te ontloopen; want uit den dool hof zouden ze niet gemakkelijk raken. Dat Cbing ook niet erg gerust was, maakte hij op uit de woorden, die hij, al werden ze fluisterend gesproken, van hem opving: „Wij niet vinden w«g terug. Broeders van klooster ons le vend verbranden." Ineens een scherpe bocht en ze ston den voor een gordijn, dat den toegang afsloot van een kamertje. De monnik sloeg bet gordijn op en nadat bij hun een teeken gegeven bad, traden zij bin nen. 't Gordijn viel neer, de monnik bleef terzijde staan en zij bekeken ver wonderd het schemerdonkere vertrek. Het was een kamertje in de rotsen uitgehouwen. Behalve een lichte geur van wierook was de lucht frisch. Door de houten tralies zagen ze eenig licht schemeren Een dikke houten deur gal directe verbinding met -de buitenwe reld. Een hanglamp verlichtte het ver trek, dat uiterst eenvoudig gemeubi leerd was Op den vloer lag een biezen mat, aan den wand stonden een paar D. C. J. Lasschui t, predikant der Ned. Herv. GemeenTê te Garreisweer, nam Zondag j.l. atseheid vaa zijn ge meente, wegens vA-r^ek naar Jlali (bij Eerbeek). Tot afsrheidstekst was ge kozen 1 Pet. 1 25ai Hartelijk werd 'tt(? vertrehk unie pre dikant toegesprokenidoor den a.3. con sulent, Ds. J. Thijssen van Leermans en namens de gemeente te Lellens, waar Ds. LasSchutt consulent was, door Ds. G. Grootjans van Stedum, ter wijl de gemeente hem toezong Ps. 121 vers 3. De kerk was stampvol. Ds. W. Hoek. Uit Brussel bericht men aan de ,,Ne- derl.", dat Ds. W. Hoek, pred. der Ned. Herv. Gem. te Brussel, St. Katherine- plaats 5, door voortdurende ongesteld heid bt| het Belgische Gouvernement tegen i Juli a.s. pensioen heeft aam- gevraagd. Gerei. Kerk van Amsterdam-Znid. Naar gemeld wordt heeft Prof. C. van Gelderen, ook na den herhaalden op hem geoefenden aandrang om zijn be noeming tot ouderling van de Gerei. Kerk van Amsterdam-Zuid aan te ne men, voor deze benoeming bedankt. Emeritaat. Ds. S. Bartstra Dzn., pred. der Ned. Herv. Gem. te Zwartewaal, is voornemens na 40-jarigen dienst tegen half September emeritaat te nemen. Keikbouw. De oud-gereformeerden te Apel doorn, die thans hun godsdienstoefe ningen houden in het lokaal Patrimo nium, hebben besloten, een kerk te bouwen. Deze gemeente heeft verband met de groep-Kersten. De Unie-collecte. De 47ste iaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel heeft als opbrengst van 620 locale comité's f 95.684,80 bedra gen. Lager Ondenvijs-wet. De vereenipng van C. H. raadsleden heeft den minister van onderwijs ge vraagd te bevorderen^ dat art. 103, 4e lid der L. O.-wet en de daarmee cor- respondeerende bepalingen worden ge wijzigd in dezen zin, dat de gemeente tot vaststelling der vergoedingen van artikel 101 en 102 der L. O.-wet mo gen overgaan, nadat de rekeningen voor loopig door den raad zijn vastgesteld. Uit het Sociale Leven. BloemboUènbedrijf. In dit belangrijke^én welvarende be drijf, aldus „Ons Beginsel", het orgaan van de Ned. Ver. van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden, is de vrijg Zaterd- middag nog steeds, eep ongekende weelde. Waarom? Ja, waarom? 't Ad ministratief personeel is slecht georga niseerd. De leden van de organisatie der landarbeiders in *lïat bedrijf werk zaam, verkregen doót* die organisatie den vrijen Zaterdafcfiiiddag reeds. Zij zijn de kantoorbedienden vóór! Tezamen met den R.-K. Bond heeft thans de Chr. bediendenorgan. zich gewend tot de patroonsorganisaties met verzoek om een onderhoud. De correspondentie daarover duurt nog voort- en men heeft goeden mo»'d op gunstig resultaat. In Dnltschland ontslagen Nederlanders De raad der gemeente Bergh is in spoedvergadering bijeengekomen ter bespreking van den noodtoestand, in de gemeente, doordat het meeicndeel der in Emmerik werkende arbeiders ontslag is verleend. Alleen aan de Oelwerke Germania is het getal Hollandsche arbeiders ge daald van 300 tot 17. Arbeiders met meer dan 30 dienstjaren werden nog getroffen. Besloten werd, dat een speciale raadscommissie dezen toestand met de rijksregeering zal gaan bespreken. Steenindustrie en Watersnood. In een gisteren te Nijmegen, onder leiding van den commissaris der Ko- ninging in Gelderland, mr. S. Baron v. Heemstra, gehouden vergadering van burgemeesters uit de geteisterde stre- stoelen, een klein tafeltje met oude boeken en een houten krib vormden de geheele meubileering. Nog twee an dere dingen vielen hen op. Ten eerste een beeld van Boedha en ten tweede, daarvoor, een lange mat, waarop in diep gebed verzonken, de oude abt lag neergeknield. Na enkele oogenbllkken verhief zich de grijsaard en sprak hen toe: „Weest gegroet, jnijn kinderen." Forsyth's vrees week bij deze vrien delijke woorden. Hier stond geen vij andige fanaticus, maar een vriende lijke, welmeenende man. „Gegroet, o vader" antwoordde hij in 't Chineesch. De abt keek hem opmerkzaam aan en een glimlach verscheen op zijn eer biedwaardig gelaat. „Ge spreekt de t$al, maar ge zijt niet uit China!" zei, pij. „Neen" antwoordde, Forsyth, „ik kom uit Engeland, maarf(jk zou China tot m'n laatsten ademtocht willen dienen. „Engeland" zei de'nbt peinzend. „Ik heb er wel eens v&V gehoord. Er was hier een monnik, die daar geweest is; maar voor de rust Van zijn ziel was het beter, dat hij daar gebleven was; want hij hield van het land, dat vrien delijk voor hem geweest wm." ken van Waal en Rijn, met een depu tatie van het hoofdbestuur van den Ned. R.-K. Steenfabrieksarbeidersbond „St, Stefanus", is besproken op welke wijze steun kan worden verleend aan de door den watersnood werkloos ge worden en uitgetrokken arbeiders. Een voorstel daaromtrent door ge noemd hoofdbestuur gedaan, vond bij de burgemeesters algemeene instem ming. Besloten werd, dat een uitkee- ring zal worden verstrekt op de gewo ne voorwaarden en onder controle van het hoofdbestuur en de gemeentebe sturen aan: a. alle werklooze arbeiders in de steen- en pannenindustrie, die op 30 Januari uitgetrokken waren, of die in de maand Februari uitgetrokken zul len worden; b. alle ongeorganiseerde arbeiders in de steen- en pannenindustrie, die op 1 Februari werkloos waren; c. eventueel landarbeiders in loon dienst, nadat omtrent deze groep door den burgemeester ter plaatse een on derzoek zal zijn ingesteld. Alle uitgetrokken werkloozen en de ongeorganiseerde werkloozen zullen zich vooraf moeten laten inschrijven bij den plaatselijken correspondent der arheidsbemideling en iederen dag een controle- en uitke^ringsstaat moeten teekenen. v UIT DE OMGEVING. AATWiJo.. Gemeenteraad (Slot). Voorstel tot wegverbreeding. B. en W. stellen voor, eenige strook jes grond langs den Wassenaarschen weg aan te koopen voor de verbree ding van dezen weg. Het betreft hier grond van Mr. O. J E. Bar<jn v. Was- senaer v. Catwijck, R. A. v. d. Schoot, Nic. Bos, W. en J. v. Duyvenbode en Starkenburg. De eerstgenoemde vraagt f0.75, de andere eigenaren f0.80 per vk. M. B. en W. stellen voor dezen prijs te betalen, met welk voorstel zich de raad vereenigt. Tevens zal van den heer Bar. v. W. v. C. een aantal langs den Wass. weg staande hoornen wor den aanvaard, door hem gratis aange boden. Het voorstel tot opheffing eener voor malige M.U.L.O. te Katwijk aan Zee wordt z.h.s. goedgekeurd. Voorstel om aan den heer J. D. Par- levliet te Katwijk a. Zee voor 1926 on dershands het Kabinet en de rijwielbe waarplaats aan de v. Wassenaerkade (Noord-Boulevard) te verhuren voor den prijs van f150 per jaar, onder de gebruikelijke voorwaarden. Aangenomen. Nadat nog eenige begrootingswijzi- gingen zijn goedgekeurd, komen aan het einde van de agenda nog eenige voorstellen en adressen in behande ling, betrekking hebbend op de bepa ling in de nieuwe verordening op de honden volgens welke 's nachts losloo- pende honden mogen worden doodge schoten. De heer Wouda verdedigt een door hem ingediend voorstel tot wijziging van de bepaling, althans van de uit legging. Spr. wil* een andere methode voorschrijven voor het dooden der die ren. Door op de honden een hagelpa- troon af te schieten, mishandelt men de dieren, maakt men de omwonenden ongerust en slapende honden wakker. Uit een adres van den heer J. Varke- visser te K. a. Zee blijkt dat een hond op 250 M. afstand van de plaats waar hij geschoten werd is doodgebloed, De heer v. Tongeren vindt het middel van deze verordening erger dan de kwaal. Spr. wil de verordening buiten werking stellen totdat de recht bank heeft uitgemaakt of de gemeente al of niet verplicht is de vervreemde eigendommen, in dit geval de doodge schoten honden, te vergoeden. De voorzitter zegt de politie al een instructie te hebben gegeven vol gens welke alleen mag worden gescho ten, wanneer het dier met één schot Onder 't luisteren dankte Forsyth den Hemel, dat de grijsaard zulke her inneringen aan Engeland had. Deze vervolgde: „Ge wildet China dienen? Op welke wijze?" „Ik ben een zendeling-dokter" ant woordde de zendeling, „Dokter!" De oude man wachtte en toen hij het beeld van Boedha zag, maakte hij een kleine buiging. „Boe dha was ook een dokter. Ge kent zijn geschiedenis?" Hij sprak niet verder. Een peinzende blik kwam in zijn oo- gen en op dat oogenblik waren For syth en zijn metgezellen blijkbaar ge heel uit zijn gedachten. In vroom ge peins zat hij daar. Na enkele oogen- blikken richtte hij zich weer tot hen. „Waarom komt u hier in dezen Tem pel van de hooge Rotsen?" Bij deze vraag richtte hij onderzoekend de oo- gen op het drietal daar voor hem. For syth begreep, dat nu het beslissende oogenblik gekomen was. Zonder aarzelen vertelde hij de volle waarheid. „Mijn vader" zei hij, „we staken de bergen over om IJunnan te bereiken. We raakten verdwaald, en in den storm en de duisternis ontdek* ten we uw klooster." „Zeg liever, dat ge geleid werd door AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 4 Februari 1926. Een „zeer bijzondere samenkomst" is naar de kranten meldden te Veendam gehouden. En ik geef toe, 't was iets heel bij zonders. Het instituut voor Arbeidersontwik keling hield een vergadering in de Ned. Herv. Kerk „welwillend door de Kerkvoogdij afgestaan", waartoe als spreker optrad hetkamerlid A. B. Kleerekoper. „Met groote aandacht aldus „Het Volk" werd door het groote gehoor naar onzen vriend geluisterd. Scherp en gewijd tevens klonk het wobrd van den spreker door het mooie kerkge bouw, nadat vooraf de arbeiderszang- vereeniging een tweetal liederen had gezongen." Een soc.-democraat, een Israëliet, die zich altijd fel tegen het Christen dom heeft gekeerd in een Hervormde Kerk, „welwillend afgestaan", als spreker. 't Is wel heel kras. Maar krasser is voor mijn besef nog, dat terwijl over een kwestie als 't ge zantschap heel het land op zijn kop staat, omdat daarbij zoo 't heet de toe komst van het protestantisme op het spel staat, van dergelijke dingen zelfs niet gerept wordt. OBSERVATOR. kan worden afgemaakt. Bij d© vast stelling is uitdrukkelijk het schieten als afmaakmiddel goedgekeurd en 't staat niet in spr.'s macht dat inciden teel te veranderen. In het algemeen echter moet men niet afgaan op losse gezegden. Volgens 't officieel rapport is de hond waarvan in het adres van V. sprake is, dadelijk doodgeschoten. Waarom houdt men de honden niet eenvoudig vast? De heer J. v. Duyn beweert dat ia de Roode Buurt '9 avonds voor half elf een hondje door de politie is aange haald en doodgeschoten, terwijl de be woners het even uitlieten. De voorzitter verzoekt den heer v. Duyn dit schriftelijk mede te dee- len. Spr. heeft vernomen, dat het ge? De heer Wouda zegt, dat bij ie mand. door vier ramen is heengescho- ten. Dat wordt toch te schadelijk. De heer Houwaard vindt het wel gewenscht, dat lastige groote honden worden opgeruimd. Tenzij ze voldoen de worden vastgehouden. Maar de po litie moet er geen sport van maken, b.v. door op schoothondjes te gaan schieten. Weth. Ouwehand waarschuwt tegen het voorstel om de verordening buiten werking te stellen omdat dit heel gevaarlijk is, afgezien van het ju ridisch bezwaar. Spr. is het niet eens met alios wat in den laatsten tijd is gebeurd, maar toch zou hij voorloopig genoegen willen zien genomen met het voorstel van B. en W. om de bewuste bepaling in een volgende vergadering te herzien. De voorzitter wijst nog op een ingekomen adres van de vereen, voo/ Dierenbescherming, naar aanleiding waarvan met dit lichaam wel overleg kan worden gepleegd om een goede op lossing te krijgen. De heer Wouda wil dadelijk-zien gestemd over zijn voorstel om defini tief het gebruik van vuurwapenen bij de uitvoering van deze bepaling te ver bieden. De heer v. Tongeren verdedigt nogmaals zijn voorstel om voorloopig niet dan bij uiterste noodzaak te laten schieten. Weth. Ouwehand merkt op, dat de voorzitter dit reed9 heeft toegezegd, Het voorstel van den heer Wouda kan geen resultaat hebben, want een wij ziging zou toch eerst van kracht wor den nadat Ged. St. ze hadden goedge keurd. In antwoord op den heer v. Tonge- den Heer des levens! Omito Fu" (Ge zegend zij Boedha). Wij erkennen ten volle, dat de God des levens onzen weg geleld heeft" antwoordde Forsyth. .„En waarom woudt ge naar IJun nan?" vervolgde de abt. Forsyth aarzelde niet. Er was iet9 in het optreden van den ouden man, dat hem vertrouwen inboezemde en hij be sloot tot volkomen openhartigheid. „Mijn vader, wij vluchten voor een slechten man, den mandarijn Li Weng Ho, die zijn oogen begeerig geworpen heeft op deze dame." „In welke betrekking 9taat die dame tot u?" vroeg de abt. met oen blik naar Kathlyn. „Ik hoop, dat ze spoedig mijn vrouw zal zijn!" „Uw vrouw! O wee. Onze Boedha had een vrouw, maar hij'verliet haar om geneesheer te worden en het pad des vredes te volgen. Maar toch bezit gij een deugd, want ik zie, dat gij de waarheidsliefde hebt." „O, mijn vader, heeft u al gehoord." „Dezen avond" antwoordde de abt met een bevestigend knikje „kwamen er soldaten van den mandarijn, die naar u vroegen, maar toen waart ge hier nog niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5