NIEUWE LEIDSCHE
COURANT VAN DONDERDAG 4 FEBRUARI 1926
TWEEDE BLAD.
WflT DE BLfiBEN ZEGGEN.
Medewerking of niet.
Men vraagt ons oordeel, zegt de
„Standaard" over een uitlating
van Mr. De Wilde in zake de formatie-
Limburg.
De heer De Wilde zou, in een spreek
beurt gezegd hebben, dat hij hoopte,
dat de heer Limburg zou slagen, maar
dat er geen Antirevolutionairen in
zijn Kabinet moesten plaatsnemen.
Wij meenen aangenomen dat het
verslag juist is dat de duidelijkheid
hier door de kortheid geleden heeft.
Mr. De Wilde zal wel bedoeld hebben,
dat geen vooraanstaande parlementa
riërs van Antirevolutionairen huize in
zulk een Kabinet zitting behoorden te
nemen.
Zulk een opvatting laat zich zeer wel
verdedigen, met behoud van den op
rechten wensch, dat de formatie-Lim
burg moge slagen.
Het echte kenmerk van een extra
parlementair Kabinet is, dat geen en
kele der politieke partijen in de Ka
mer er als zoodanig bij betrokken is.
Elk zittingnemen in zul,k een Kabinet
gaat buiten de partijen om en deze
dragen er geen verantwoordelijkheid
voor. Aanvaardt iemand een porte
feuille, dan ligt het geheel voor zijn
persoonlijke verantwoordelijkheid.
Maaraan den anderen kant valt
niet te ontkennen, dat iemand", die in
het partijverband en de politieke actie
een vooraanstaande plaats heeft inge
nomen, zich maar niet zóó uit dat ver
band kan losmaken. Hij kan wel zeg
gen: ik maak mij tijdelijk los van mijn
partij en ga op mij-zelf staan, maar
dit leidt op den duur óf tot blijvende
verwijdering, óf tot een half willig,
ha.'f onwillig betrekken van de partij
bij de daden van den extra-parlemen
tairen Minister.
Daarom zijn we het eens met Mr. De
Wilde, wanneer hij bij zijn uitspraak
deze bepaalde soort Antirevolutionai
ren op het oog had.
Er zijn echter ook nog anderen.
Antirevolutionairen, die niet of zeer
weinig met de politieke actie in het
Parlement in aanraking zijn geweest.
Van dezulken zouden we net durven
zeggen, dat 'zij niet in een Kabinet, als
de heer Limburg op het oog heeft, zit
ting zouden kunnen nemen. Zelfs gaan
wij nog iets verder. Als men wenscht
dat Mr Limburg slaagt, dan moet men
het hem niet van te voren onnoodig
moeilijk maken, door te zeggen: in
geen geval een A.-R. erin!
Integendeel, wij kunnen ons zeer
wel denken, dat een A.R. die in het par
lementaire leven geen rol heeft ge-
•peeld, in een Kabinet-Limburg zitting
neemt. Hij zou dat geheel op eigen ri
sico moeten doen en zou van de A.R.
Kamerfractie steun ontvangen ge
lijk alle overige Ministers zoolang
hij niets deed, dat tegen de A.R. begin
selen ingaat. Deed hij dat wel, dan
«ou hij ons tegenover zich vinden.
En daarom zou het voor zulk een
A.R. raadzaam zijn, zich er van te ver
gewissen, dat het Kabinetsprogram
ook op andere punten, dan voor de
hem aangeboden portefeuille gelden,
niets bevatte, wat bepaaldelijk inging
tegen de A.R. wehschen. Er is dus, on
der bepaalde voorwaarden, o.i. wel de
gelijk ruimte voor Antirevolutionairen
als lid van een Kabinet-Limburg. Even
wel met oordeel des onderscheids. En
zoo zal ook Mr. De Wilde het wel be
doeld hebben. Anders toch zou zijn
verlangen, dat Mr. Limburg slage,
een verlangen dat ook wij koesteren*
wel wat aan waarde inboeten.
De politieke Ismaël.
Zou, vraagt onze „Rotterdammer"
één politicus zich in de laatste jaren
FEUILLETON.
Kathlyn Barrington.
68)
HOOFDSTUK XXI
Voor den abt
Toen de monnik het drietal naderde,
kon men niet de minste nieuwsgierig
heid op zijn gelaat bespeuren. Hij groet
te hen even, nam vervolgens één voor
éen op en richtte zich toen tot For-
•jrth:
„De abt wou u spreken'zei hij ,in
beschaafd Chineesch, dat den man van
beschaving aanduidde.
Forsyth was door die boodschap niet
verrast. Hij beantwoordde den groet
van den monnik even deftig, als deze
gedaan had. en zei toen: „Ons allen,
zeker?" 't Eenige antwoord van den
monnik bestond uit een gebaar met de
hand, dat hij als toestemming kon op
vatten en toen de monnik zich om
draaide en weer terugging, vanwaar
hij gekomen was, knikte Forsyth zijn
metgezellen toe hem te volgen. Zwij
gend volgden zij, achter elkaar. Cliing
fluisterde Kathlyn toe: „Wij allen han
gen samen, Missie Barrington."
Forsyth hoopte ernstig, dat het zoo
ver niet komen zou, maar hij ontveins-
meer geblameerd hebben dan Mr. Mar-
chant?
Die vergooit nu letterlijk zijn poli
tieke reputatie. Het wordt een reeks
van staatkundige blunders. En al lui
der roept men aan allen kant: als er
één is, die alleen zijn eigen partij zoekt
en in de partij zich zelf, dan is het de
ze man van de democratische allures.
Zijn reputatie had toch al veel ge
leden. De vrijzinnig-democraten, die
aan Bos en Drucker herinnerden, wa
ren achteraf geraakt en de leiding
ging er niet op vooruit. Denk slechts
aan de volte face ten aanzien van de
landsverdediging.
Maar op 11 November deed IVfr. Mar-
chant een fijnen politieken zet. Hij, de
minister-slachter, richtte nu een waar
bloedbad aan. Hij kogelde alles omver.
Wat een voldoening!
En als bij spoedbestelling kreeg hij
het honorarium thuis: kabinetsforma
teur.
Wat de S.D.A.P. in jaren niet kon.
zou hij in dagen tot stand brengen.
Hij op den bok, want meneer moest
zelf mennen: Albarda en Nolens pal
frenier.
Ach, al spoedig bleek, dat hij slechts
een stokpaardje voor een Neurenher-
ger karretje kon spannen.
Van dat oogenblik af, oefende hij
zich als politieke Ismaël: zijn hand
was tegen allen en diensvolgens al
ler hand tegen hem.
Van de anti-rev. fractie had hij na
tuurlijk nimmer eenige verwachting:
dus was minister Colijn reeds bij voor
baat grof beleedigd.
Nu kreeg Dr. Nolens den bons. Als
of deze al gereed stond om Mr. Mar-
chant in „zijn" kabinet op te nemen,
moest hij hooren: In een roomsche po
litieke processie loop ik nooit mee.
Eerst tegen het gezantschap; toen er
hartelijk vóór; nu er weer mordicus
tegen.
Principieele politiek!
Maar hij krijgt zijn trekken thuis.
De partijgenoot, Mr. Limburg, zal po
gen de crisis op te lossen. Mr. Mar-
chant weet het nog niet eens, of hij
giet de fiolen van z'n bruisenden toorn
over hem uit en hij geeft hem aan de
verachting over. Zijn eenige troost is:
och, Limburg was toch reeds een halve
renegaat.
Hoe is het mogelijk, dat er onder
zoo'n leiding nog renegaten gevormd
worden? Of, zou Mr. Marchant in zijn
eigen politieke huis even „bitter" zijn
als op de politieke markt?
't Is de democratie van den dicta
tor; de welwillendheid van den 16e-
eeuwschen planter. „Ik zal het parle
mentairisme redden, als ge maar doet,
wat ik zeg; anders vertrap ik het tot
gruis. Een parlementair stelsel, ja, als
ik aan den top sta."
Doch daarvoor is Nederland nog
niet rijp, om het zacht te zeggen. Dus
gaat Mr. Marchant ,amok maken."
Zijn hand tegen allen.
Ismaël!
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
D rit el: Te Maassluis W. A. P. F.
L. Jörg, te Harllngen; J. F. Röth, te
Almkerken A. J. van Wijngaarden,
te Westmaas.
Beroepen: Te Bergschenhoek, G
van Montfrans, te Sommelsdijk.
CHR. GERÉF. KERK.
Tweetal: Te Zwijndrecht, J. D.
Barth, te Alphen a. d. Rijn; en A.
Zwiep, te Hillegom.
Bedankt: Voor Rozenburg, J. P.
Meijering, te Nieuwpoort.
Bevestiging, Intrede, AleeheM.
Zondag j.l. deed Cand. W. K o o 1 in
trede bij de Ned. Herv. Gem. te Rans-
dorp, na bevestigd te zijn door Ds. I.
H. Vaandrager, van Monnikendam,
met een predicatie over Jesaja 401
en 2.
Ds. Kool deed intrede met een leer
rede over Col. 127 en 28.
de zich de groote gevaren, waarin ze
nu verkeerden, niet. Veel blng af van
den ouden man, tot wien ze nu geleid
werden. Ze volgden een wirwar van
gangen en gangetjes. Zoo bun gevaar
dreigde, zou bet onmogelijk zijn dat
bier te ontloopen; want uit den dool
hof zouden ze niet gemakkelijk raken.
Dat Cbing ook niet erg gerust was,
maakte hij op uit de woorden, die hij,
al werden ze fluisterend gesproken,
van hem opving: „Wij niet vinden w«g
terug. Broeders van klooster ons le
vend verbranden."
Ineens een scherpe bocht en ze ston
den voor een gordijn, dat den toegang
afsloot van een kamertje. De monnik
sloeg bet gordijn op en nadat bij hun
een teeken gegeven bad, traden zij bin
nen. 't Gordijn viel neer, de monnik
bleef terzijde staan en zij bekeken ver
wonderd het schemerdonkere vertrek.
Het was een kamertje in de rotsen
uitgehouwen. Behalve een lichte geur
van wierook was de lucht frisch. Door
de houten tralies zagen ze eenig licht
schemeren Een dikke houten deur gal
directe verbinding met -de buitenwe
reld. Een hanglamp verlichtte het ver
trek, dat uiterst eenvoudig gemeubi
leerd was Op den vloer lag een biezen
mat, aan den wand stonden een paar
D. C. J. Lasschui t, predikant der
Ned. Herv. GemeenTê te Garreisweer,
nam Zondag j.l. atseheid vaa zijn ge
meente, wegens vA-r^ek naar Jlali (bij
Eerbeek). Tot afsrheidstekst was ge
kozen 1 Pet. 1 25ai
Hartelijk werd 'tt(? vertrehk unie pre
dikant toegesprokenidoor den a.3. con
sulent, Ds. J. Thijssen van Leermans
en namens de gemeente te Lellens,
waar Ds. LasSchutt consulent was,
door Ds. G. Grootjans van Stedum, ter
wijl de gemeente hem toezong Ps. 121
vers 3.
De kerk was stampvol.
Ds. W. Hoek.
Uit Brussel bericht men aan de ,,Ne-
derl.", dat Ds. W. Hoek, pred. der Ned.
Herv. Gem. te Brussel, St. Katherine-
plaats 5, door voortdurende ongesteld
heid bt| het Belgische Gouvernement
tegen i Juli a.s. pensioen heeft aam-
gevraagd.
Gerei. Kerk van Amsterdam-Znid.
Naar gemeld wordt heeft Prof. C. van
Gelderen, ook na den herhaalden op
hem geoefenden aandrang om zijn be
noeming tot ouderling van de Gerei.
Kerk van Amsterdam-Zuid aan te ne
men, voor deze benoeming bedankt.
Emeritaat.
Ds. S. Bartstra Dzn., pred. der
Ned. Herv. Gem. te Zwartewaal, is
voornemens na 40-jarigen dienst tegen
half September emeritaat te nemen.
Keikbouw.
De oud-gereformeerden te Apel
doorn, die thans hun godsdienstoefe
ningen houden in het lokaal Patrimo
nium, hebben besloten, een kerk te
bouwen.
Deze gemeente heeft verband met de
groep-Kersten.
De Unie-collecte.
De 47ste iaarcollecte voor de Scholen
met den Bijbel heeft als opbrengst van
620 locale comité's f 95.684,80 bedra
gen.
Lager Ondenvijs-wet.
De vereenipng van C. H. raadsleden
heeft den minister van onderwijs ge
vraagd te bevorderen^ dat art. 103, 4e
lid der L. O.-wet en de daarmee cor-
respondeerende bepalingen worden ge
wijzigd in dezen zin, dat de gemeente
tot vaststelling der vergoedingen van
artikel 101 en 102 der L. O.-wet mo
gen overgaan, nadat de rekeningen voor
loopig door den raad zijn vastgesteld.
Uit het Sociale Leven.
BloemboUènbedrijf.
In dit belangrijke^én welvarende be
drijf, aldus „Ons Beginsel", het orgaan
van de Ned. Ver. van Chr. Kantoor- en
Handelsbedienden, is de vrijg Zaterd-
middag nog steeds, eep ongekende
weelde. Waarom? Ja, waarom? 't Ad
ministratief personeel is slecht georga
niseerd.
De leden van de organisatie der
landarbeiders in *lïat bedrijf werk
zaam, verkregen doót* die organisatie
den vrijen Zaterdafcfiiiddag reeds. Zij
zijn de kantoorbedienden vóór!
Tezamen met den R.-K. Bond heeft
thans de Chr. bediendenorgan. zich
gewend tot de patroonsorganisaties
met verzoek om een onderhoud. De
correspondentie daarover duurt nog
voort- en men heeft goeden mo»'d op
gunstig resultaat.
In Dnltschland ontslagen Nederlanders
De raad der gemeente Bergh is in
spoedvergadering bijeengekomen ter
bespreking van den noodtoestand, in
de gemeente, doordat het meeicndeel
der in Emmerik werkende arbeiders
ontslag is verleend.
Alleen aan de Oelwerke Germania
is het getal Hollandsche arbeiders ge
daald van 300 tot 17. Arbeiders met
meer dan 30 dienstjaren werden nog
getroffen.
Besloten werd, dat een speciale
raadscommissie dezen toestand met
de rijksregeering zal gaan bespreken.
Steenindustrie en Watersnood.
In een gisteren te Nijmegen, onder
leiding van den commissaris der Ko-
ninging in Gelderland, mr. S. Baron v.
Heemstra, gehouden vergadering van
burgemeesters uit de geteisterde stre-
stoelen, een klein tafeltje met oude
boeken en een houten krib vormden
de geheele meubileering. Nog twee an
dere dingen vielen hen op. Ten eerste
een beeld van Boedha en ten tweede,
daarvoor, een lange mat, waarop in
diep gebed verzonken, de oude abt lag
neergeknield.
Na enkele oogenbllkken verhief zich
de grijsaard en sprak hen toe:
„Weest gegroet, jnijn kinderen."
Forsyth's vrees week bij deze vrien
delijke woorden. Hier stond geen vij
andige fanaticus, maar een vriende
lijke, welmeenende man.
„Gegroet, o vader" antwoordde hij in
't Chineesch.
De abt keek hem opmerkzaam aan
en een glimlach verscheen op zijn eer
biedwaardig gelaat.
„Ge spreekt de t$al, maar ge zijt
niet uit China!" zei, pij.
„Neen" antwoordde, Forsyth, „ik kom
uit Engeland, maarf(jk zou China tot
m'n laatsten ademtocht willen dienen.
„Engeland" zei de'nbt peinzend. „Ik
heb er wel eens v&V gehoord. Er was
hier een monnik, die daar geweest is;
maar voor de rust Van zijn ziel was
het beter, dat hij daar gebleven was;
want hij hield van het land, dat vrien
delijk voor hem geweest wm."
ken van Waal en Rijn, met een depu
tatie van het hoofdbestuur van den
Ned. R.-K. Steenfabrieksarbeidersbond
„St, Stefanus", is besproken op welke
wijze steun kan worden verleend aan
de door den watersnood werkloos ge
worden en uitgetrokken arbeiders.
Een voorstel daaromtrent door ge
noemd hoofdbestuur gedaan, vond bij
de burgemeesters algemeene instem
ming. Besloten werd, dat een uitkee-
ring zal worden verstrekt op de gewo
ne voorwaarden en onder controle van
het hoofdbestuur en de gemeentebe
sturen aan:
a. alle werklooze arbeiders in de
steen- en pannenindustrie, die op 30
Januari uitgetrokken waren, of die in
de maand Februari uitgetrokken zul
len worden;
b. alle ongeorganiseerde arbeiders in
de steen- en pannenindustrie, die op 1
Februari werkloos waren;
c. eventueel landarbeiders in loon
dienst, nadat omtrent deze groep door
den burgemeester ter plaatse een on
derzoek zal zijn ingesteld.
Alle uitgetrokken werkloozen en de
ongeorganiseerde werkloozen zullen
zich vooraf moeten laten inschrijven
bij den plaatselijken correspondent der
arheidsbemideling en iederen dag een
controle- en uitke^ringsstaat moeten
teekenen. v
UIT DE OMGEVING.
AATWiJo..
Gemeenteraad
(Slot).
Voorstel tot wegverbreeding.
B. en W. stellen voor, eenige strook
jes grond langs den Wassenaarschen
weg aan te koopen voor de verbree
ding van dezen weg. Het betreft hier
grond van Mr. O. J E. Bar<jn v. Was-
senaer v. Catwijck, R. A. v. d. Schoot,
Nic. Bos, W. en J. v. Duyvenbode en
Starkenburg. De eerstgenoemde vraagt
f0.75, de andere eigenaren f0.80 per
vk. M. B. en W. stellen voor dezen
prijs te betalen, met welk voorstel zich
de raad vereenigt. Tevens zal van den
heer Bar. v. W. v. C. een aantal langs
den Wass. weg staande hoornen wor
den aanvaard, door hem gratis aange
boden.
Het voorstel tot opheffing eener voor
malige M.U.L.O. te Katwijk aan Zee
wordt z.h.s. goedgekeurd.
Voorstel om aan den heer J. D. Par-
levliet te Katwijk a. Zee voor 1926 on
dershands het Kabinet en de rijwielbe
waarplaats aan de v. Wassenaerkade
(Noord-Boulevard) te verhuren voor
den prijs van f150 per jaar, onder de
gebruikelijke voorwaarden.
Aangenomen.
Nadat nog eenige begrootingswijzi-
gingen zijn goedgekeurd, komen aan
het einde van de agenda nog eenige
voorstellen en adressen in behande
ling, betrekking hebbend op de bepa
ling in de nieuwe verordening op de
honden volgens welke 's nachts losloo-
pende honden mogen worden doodge
schoten.
De heer Wouda verdedigt een door
hem ingediend voorstel tot wijziging
van de bepaling, althans van de uit
legging. Spr. wil* een andere methode
voorschrijven voor het dooden der die
ren. Door op de honden een hagelpa-
troon af te schieten, mishandelt men
de dieren, maakt men de omwonenden
ongerust en slapende honden wakker.
Uit een adres van den heer J. Varke-
visser te K. a. Zee blijkt dat een hond
op 250 M. afstand van de plaats waar
hij geschoten werd is doodgebloed,
De heer v. Tongeren vindt het
middel van deze verordening erger
dan de kwaal. Spr. wil de verordening
buiten werking stellen totdat de recht
bank heeft uitgemaakt of de gemeente
al of niet verplicht is de vervreemde
eigendommen, in dit geval de doodge
schoten honden, te vergoeden.
De voorzitter zegt de politie al
een instructie te hebben gegeven vol
gens welke alleen mag worden gescho
ten, wanneer het dier met één schot
Onder 't luisteren dankte Forsyth
den Hemel, dat de grijsaard zulke her
inneringen aan Engeland had. Deze
vervolgde:
„Ge wildet China dienen? Op welke
wijze?"
„Ik ben een zendeling-dokter" ant
woordde de zendeling,
„Dokter!" De oude man wachtte en
toen hij het beeld van Boedha zag,
maakte hij een kleine buiging. „Boe
dha was ook een dokter. Ge kent zijn
geschiedenis?" Hij sprak niet verder.
Een peinzende blik kwam in zijn oo-
gen en op dat oogenblik waren For
syth en zijn metgezellen blijkbaar ge
heel uit zijn gedachten. In vroom ge
peins zat hij daar. Na enkele oogen-
blikken richtte hij zich weer tot hen.
„Waarom komt u hier in dezen Tem
pel van de hooge Rotsen?" Bij deze
vraag richtte hij onderzoekend de oo-
gen op het drietal daar voor hem. For
syth begreep, dat nu het beslissende
oogenblik gekomen was.
Zonder aarzelen vertelde hij de volle
waarheid. „Mijn vader" zei hij, „we
staken de bergen over om IJunnan te
bereiken. We raakten verdwaald, en
in den storm en de duisternis ontdek*
ten we uw klooster."
„Zeg liever, dat ge geleid werd door
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 4 Februari 1926.
Een „zeer bijzondere samenkomst" is
naar de kranten meldden te Veendam
gehouden.
En ik geef toe, 't was iets heel bij
zonders.
Het instituut voor Arbeidersontwik
keling hield een vergadering in de
Ned. Herv. Kerk „welwillend door de
Kerkvoogdij afgestaan", waartoe als
spreker optrad hetkamerlid A. B.
Kleerekoper.
„Met groote aandacht aldus „Het
Volk" werd door het groote gehoor
naar onzen vriend geluisterd. Scherp
en gewijd tevens klonk het wobrd van
den spreker door het mooie kerkge
bouw, nadat vooraf de arbeiderszang-
vereeniging een tweetal liederen had
gezongen."
Een soc.-democraat, een Israëliet,
die zich altijd fel tegen het Christen
dom heeft gekeerd in een Hervormde
Kerk, „welwillend afgestaan", als
spreker.
't Is wel heel kras.
Maar krasser is voor mijn besef nog,
dat terwijl over een kwestie als 't ge
zantschap heel het land op zijn kop
staat, omdat daarbij zoo 't heet de toe
komst van het protestantisme op het
spel staat, van dergelijke dingen zelfs
niet gerept wordt.
OBSERVATOR.
kan worden afgemaakt. Bij d© vast
stelling is uitdrukkelijk het schieten
als afmaakmiddel goedgekeurd en 't
staat niet in spr.'s macht dat inciden
teel te veranderen. In het algemeen
echter moet men niet afgaan op losse
gezegden. Volgens 't officieel rapport
is de hond waarvan in het adres van
V. sprake is, dadelijk doodgeschoten.
Waarom houdt men de honden niet
eenvoudig vast?
De heer J. v. Duyn beweert dat ia
de Roode Buurt '9 avonds voor half elf
een hondje door de politie is aange
haald en doodgeschoten, terwijl de be
woners het even uitlieten.
De voorzitter verzoekt den heer
v. Duyn dit schriftelijk mede te dee-
len. Spr. heeft vernomen, dat het ge?
De heer Wouda zegt, dat bij ie
mand. door vier ramen is heengescho-
ten. Dat wordt toch te schadelijk.
De heer Houwaard vindt het wel
gewenscht, dat lastige groote honden
worden opgeruimd. Tenzij ze voldoen
de worden vastgehouden. Maar de po
litie moet er geen sport van maken,
b.v. door op schoothondjes te gaan
schieten.
Weth. Ouwehand waarschuwt
tegen het voorstel om de verordening
buiten werking te stellen omdat dit
heel gevaarlijk is, afgezien van het ju
ridisch bezwaar. Spr. is het niet eens
met alios wat in den laatsten tijd is
gebeurd, maar toch zou hij voorloopig
genoegen willen zien genomen met het
voorstel van B. en W. om de bewuste
bepaling in een volgende vergadering
te herzien.
De voorzitter wijst nog op een
ingekomen adres van de vereen, voo/
Dierenbescherming, naar aanleiding
waarvan met dit lichaam wel overleg
kan worden gepleegd om een goede op
lossing te krijgen.
De heer Wouda wil dadelijk-zien
gestemd over zijn voorstel om defini
tief het gebruik van vuurwapenen bij
de uitvoering van deze bepaling te ver
bieden.
De heer v. Tongeren verdedigt
nogmaals zijn voorstel om voorloopig
niet dan bij uiterste noodzaak te laten
schieten.
Weth. Ouwehand merkt op, dat
de voorzitter dit reed9 heeft toegezegd,
Het voorstel van den heer Wouda kan
geen resultaat hebben, want een wij
ziging zou toch eerst van kracht wor
den nadat Ged. St. ze hadden goedge
keurd.
In antwoord op den heer v. Tonge-
den Heer des levens! Omito Fu" (Ge
zegend zij Boedha).
Wij erkennen ten volle, dat de God
des levens onzen weg geleld heeft"
antwoordde Forsyth.
.„En waarom woudt ge naar IJun
nan?" vervolgde de abt.
Forsyth aarzelde niet. Er was iet9 in
het optreden van den ouden man, dat
hem vertrouwen inboezemde en hij be
sloot tot volkomen openhartigheid.
„Mijn vader, wij vluchten voor een
slechten man, den mandarijn Li Weng
Ho, die zijn oogen begeerig geworpen
heeft op deze dame."
„In welke betrekking 9taat die dame
tot u?" vroeg de abt. met oen blik naar
Kathlyn.
„Ik hoop, dat ze spoedig mijn vrouw
zal zijn!"
„Uw vrouw! O wee. Onze Boedha
had een vrouw, maar hij'verliet haar
om geneesheer te worden en het pad
des vredes te volgen. Maar toch bezit
gij een deugd, want ik zie, dat gij de
waarheidsliefde hebt."
„O, mijn vader, heeft u al gehoord."
„Dezen avond" antwoordde de abt
met een bevestigend knikje „kwamen
er soldaten van den mandarijn, die
naar u vroegen, maar toen waart ge
hier nog niet