30 JANUARI 1926
Daarna vindt stipt te 2 uur de be
grafenis plaats.
De Synode van Assen.
Naar de Stand, verneemt, besloot
de Synode gisteren nog in haar kort
comité generaal Dr. J. G. Geelkerken
te verzoeken naar Assen over te "ko
men.
Namens de generale Synode wordt
bekend gemaakt, .dat er Dinsdag a.s.
slechts een korte openbare zitting is,
alleen voor het vaststellen van de no
tulen en dat een eerstvolgende open
bare zitting, waarin zaken behandeld
zullen worden, zoo mogelijk tijdig zal
worden aangekondigd.
Gereformeerde Bond.
De jaarvergadering van den Geref
Bond tot verbreiding en verdediging
van de waarheid in de Ned. Herv.
Kerk, zal gehouden worden Donder
dag 25 Maart a.s., Nadere bijzonder
heden ontbreken nog.
Opleiding van predikanten
In de „Saambinder" deelt Ds. Ker
sten mede, dat hij1 voor de te stichten
Theologische school der Geref. Ge
meenten thans in totaal heeft ontvan
gen f28921.87.
Beroepen uit ander kerkverband.
Zoo nu en dan komt het voor, dat
•gemeenten in Amerika die met de Ge
rei 'Gemeenten hier te lande in corres
pondentie staan, een beroep uit bren
gen op een Chr. Geref. predikant.
Naar aanleiding daarvan schrijft Ds.
Kersten in de „Saambinder":
„Nu heeft men meermalen derge
lijke beroepen uitgebracht, en den be-
roepene onderworpen aan een broe
derlijke samenspreking. Ook Ds. Min-
derman ging uit Rotterdam naar Ame
rika en kwam via Grand Rapids tot
onze gemeenten over. Want ae Aine-
rikaansche gemeenten zijn niet voor
nemens het verband met de Ger. Ge
meenten in Nederland te verbreken.
Toch ligt er iets in dit beroepen, dat
niet moed gesteund. Wanneer het kwa-
me tusschen de Chr. Geref. Kerk en
de Geref. Gemeenten in Nederland
tot een erkennen van elkanders amb
ten, al bleef dan Vereeniging van
beide kerkengroepen nog Uit, dan ware
een weg gebaand voor beroepen. Doch
zoolang ook van zulk een officieel er
kennen geen sprake is, blijft het be
roepen iets hebben van het aftrogge
len eens dienaars aan andere kerken.
Bovendien moge elk leeraar zich wel
'bedenken, eer hij zulk een beroep aan
vaarden zou. Zoo hij toch aanneemt, is
hij 'los van zijne kerk; terwijl eerst dan
de verplichtingen der roepende kerk
ingaan, als de classis (in Amerika)
het onderzoek zal hebben geleid met
voor den beroepene gunstigen uitslag.
Ik herinner mij het geval, dat een
„prediker" doof zijn kerkverband uit
gesloten werd, doch door de betrok
ken 'classis onzer gemeenten niet aan
genomen werd. Na verloop van kor
ten tijd stond hij op straat; stichtte
eigen gemeente enhopelooze ver
warring.
Hoe begrijpelijk het ook zij, dat de
Amerikaansche gemeenten, door den
•nood gedrongen, eiken weg willen in
slaan, die haar een leeraar kan doen
verwachten, 'toch zou ik willen vra
gen ot deze wijze van beroeping ook
door de classis dezer zuster kerken niet
eens ernstig onder het oog dient te
worden gezien.
Inwendige Zending.
Naar de N. R. Crt. verneemt, zijn er
dezer dagen ernstige stappen gedaan
om hier te lande de beweging der
Inwendige Zending beter te organi-
seeren en door samenwerking tot be
tere krachtsontplooiing te brengen. De
120 aangesloten organisaties benevens
de Kerkeraden, zijn met deze plan
nen in kennis gesteld.
De hoofdtrekken daarvan zijn de
volgende: Tot nu toe droeg elke ver
eeniging oi stichting naar eigen goed
vinde._ een jaarlijksche contributie bij,
maar daarin kwam niet tot uitdruk
king, dat de Centrale Bond de bond
is van de leden en dat het Centraal
Bureav. er enkel is voor de leden.
Dit zal eerst tot uiting komen als
de eventueele tekorten op de exploi
tatie-rekening van den Bond gedragen
worden door de gezamenlijke leden en
wel' in een verhouding, die door een
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 30 Januari 1926.
De eerste maand van het nieuwe
jaar behoort al weer tot het verleden.
En hoewel we feitelijk in het hartje
van den winter zitten, wijst toch
alles er op, vooral op een zonnigen dag
als vandaag, dat het voorjaar nadert.
Het nieuwe leven begint overal uit te
botten.
Maar terwijl wij genieten van de
eerste boden van de naderende lente
zit men in de overstroomde gebieden
bij de puinhoopen van wat door den
watersnood vernield werd.
Naar ik in een van de bladen las,
wordt de schade geraamd op pl.m. 13
millioen gulden. Dat is natuurlijk een
globale raming. Misschien dat het in
de practijk nog een beetje meevalt.
Maar ook al is dat t geval, dan is
het nog erg genoeg.
Gelukkig heeft ons volk zich niet
onbetuigd gelaten. Een hartelijk mee
leven is openbaar geworden. Door het
Hoofdcomité werd reeds ruim een mil
lioen ontvangen. Een niet te versma
den bedrag.
In vergelijking echter met wat er
noodig is, zinkt het. in het niet.
Laat de weelde van het vroege voor
jaarsleven nog velen prikkelen tot het
brengen van een dankoffer l
OBSERVATOR.
vast te stellen schaal zal worden aan
gegeven.
Ter vermijding van praccische be
zwaren zal de Centrale Bond een krach
tige financieele actie beginnen ten be
hoeve van de „Samenwerkende In
wendige Zending". Tevens worden po-
fingen aangewend om het z.g. Temid-
ekngsbureau, dat bedoelt werkzoe
kenden- en werkkrachten vragen'en
op het terrein der Inw. Zending met
eikaar in contact te brengen, beter
aan zijn bedoeling te doen beantwoord
den o.m. door uitgifte van „Maande-
lijksche Mededeelingen".
Schoolraad scholen met den Bijbel.
De a.s. algemeene vergadering van
den Schoolraad wordt D.V. 7 April te
Utrecht gehouden. Voorstellen en on
derwerpen dienen vóór 1 Maart in
'bezit te zijn van Mr. J. Terpstra,-
Sweelinckstraat 39, Den 'Haag.
Op 31 Dec. 1925 waren 1390 scho
len bij 'den Schoolraad aangesloten.
Prof. Jhr. Mr. Rengers Hora Sio
cama nam zijn benoeming tot l:d van
'de Commissie van Beroep aan.
Een Egyptoloog over opvoeding.
Opvoeding is con. zaak, die zich me
nigmaal verheugt in de belangstelling
van hen, die geacht kunnen worden,
er door hun studie zoo ver mogelijk
van verwijderd te zijn.
Chemici, natuurkundigen en anderen!
treden op als haar hoogepriosters en pro
pageeren soms nieuwe aenkbc '11 n.
Thans heeft, naar de Eng lsche bla
den melden, de Egyptoloog Flinders
Petrie een stelsel ontworpen, dat, naar
verwacht wordt, een radical, omwen
teling in de opvoeding brengen zaL
Voor vijftig jaar, zegt Flinders Pe
trie, hebben we de kinderen in d scho
len op banken neergezet, waar zo moes
ten stilzitten met boeken voor zich. Is
het vreemd, dat ze, als ze opgegroeid-
zijn, de voorkeur geven aan een leven
binnenshuis De hoogleeraar is van mee
hing, dat ieder meisje zooveel moa lijk
moet leeren, hoe men op hei land Ie ft,
zoodat ze niet bij den groenteb vr be>-
hoeft terecht te Komen.
Iedere jongen moet h ren, timmer
werk te maken en kunnen bouweu. In.
de zomermaanden moeten de ouderwij
zers met hun leerlingen naar het veld
gaan om hun daar v liar id te onJ -
wijzen, t rwijl het s.ho 1 nde wij- in
de andere maan i m i aaiu.uL n
bjj het landleven.
Er wordt ook bij gezegd? hoe d ar-
chaeoloog zich de toepassing van zijn
systeem voorstelt.
Het doet eenigszins denken aan da
Produktionsschule in Sovjet-Ruslan'l,
waarvan een Russische pr.T-ssor eeniga
jaren geiteden vertelde. Ook Flind va
Petrie wil onderwas, dat in werkelijk
heid voor het leven, voor den arbeid
voorbereidt.
i wüüUE BLAD.
r; Uit de Schriften.
„uiaWiJL ÜIJ ZICH ViiKNHUERT".
Ln het woord des Heeren
geijjiieuitle tot Llia, den Xliis-
uiet, aeg£tnüe: „neot gij ge
zien, üat Aciiao zien verntuerG
Wkjl- iiiijii aangeziciit'.' uaarom,
dewijl mj zien vernedert voor
rinju aaiigezicnt, zoo zaï iK dat
kYvaau ui zijne uagen niet bron
gen; in <Ie dagen zijns zoons
zal ik dat Kwaad over zijn
nuis urengen
I AOU. 2120, 29.
Er komen toch 111 nee ieven ook
ran uca feodaeioosten mensch wei
oogciionivKcn, waarin hij zien door
fiuuger ri and voeit aangegrepen.
'UogcnDlikkeii, waarin God nem doet
stn staan, en waarin hij tot inkeer
georacnc wordt.
Niet altijd is dit voor anderen merk
baar. O neen, meestal houden ze zich
tegenover de buitenwereld goed. De
menschen moeten vooral niet bemer
ken, dat er iets aan hapert. Maar
de greep kan toch soms zoo gewel
dig zijn, dat het aan hun uiterlijk ge-
dra^- zelfs te zien is, dat er van bin
nen iets bij hen omgaat.
Vooral bij degenen, die tegen beter
weten in zich aan Gods Verbond heb
ben onttrokken en de indrukken uit
hun jeugd en vroegere omgeving heb
ben begraven onder een hieuw Teven
buiten God en zijn Woord, en dienst
doet zich dat beter verleden bijwijlen
krachtig gelden.
Iets dergelijks was het geval met
Achab, den koning van Israël, het
riik der tien stammen, die in het laat
ste der 10e eeuw vóór Christus re
geerde.
Achab was een afvallige. Onder den
invloed van zijn Sidonische vrouw Ize-
bel. had hii met den dienst van Israëls
God gebroken, en dien dienst van Baal
den afgod der Sidoniërs tot staalsgods-
dieni in zijn rijk verheven.
Maar daarmede had hij ook partij
gekozen tegen den Heere, en tegen
allen, die den Heere vreesden. En
daarom moest hij zich wel keeren te
gen alles, wat als gevolg van den
dienst des Heeren nog in Israëls volks
leven werd gevonden.
De gerechtelijke, moord op Naboth,
den Jizreëliet, die geweigerd had, hem
het erfdeel zijns vaders te verkoopen,
.was van deze omkeering een tastbaar
gevolg.
Juist terwijl hij gereed staat den
Wijiigaai'u va 11 cien veimooidep. i\a-
botu° 111 bezit te nemen, kreetn Jiem
uaai' icgtuioec iLiia, dc proleet ae^
an eer en, met het verwijt: Aizou zeg.,
ae necre: Jneot gij cloougos^en, en
ook een, erteiijKe uczitang ingenomen r
Maar de proieet heeit hem nog
meer te zegden. Want de moord op
Naooui is ue aruppei üie uen DeKcr
heen: aoen ovenoopen. En de LLeere
betoont zien een recntvaaraig Wre
ker over het onscnu.dig Dioed, aaL
vergoten is.1
ami Oig.t ae aanzegging van Uit
vreesCiijK ooiucei: inpnuuj uai uenuii-
üen net Dioea van naoOui goieKmeu-
ben, zuueii ae nonaen uw uiocü len-
ken, ja net uwe. ue uitroeiing van zijn
huib woruc nem aangeKOiiuigd: uie
van Acnaü stent 111 ae stau, zuilen
ae honaen eten; en die 111 net vela
stern, zuiien de vogeieii des iiemcib
eten. En over izebei: ue nondeu zui
len izeoel eten aan den voorwal van
Jizreëi.
Dit ontzettende woord maakt ïndrun
op den godaeloozen en toch week-
hariigen Koning. Een overweldigende
indruk, die voor een tijd sterker is
dan zijn booze neigingen ja, die zelfs
de natuurlijke levenslust terugdringt.
En nu komt de Israëliet weer boven.
Hij gelooft niet meer aan Baal. Het
besef, dat de Heere alleen waarlijk
God is, leeft weer in hem op. En zijn
FEUILLETON.
Kathlyn Barrington.
48)
,.Ik ben bang, dat, als we Li-Weng-
Ho nog eens ontmoeten, !.et ln om
standigheden zal zijn dat je aan wraak
nemen niet meer denken zult, Ching.'
,.Li-VVeng-Ho ons niet vangen" zei
Ching op zekeren toon. „Hij zoeken
aan rivier en niet in heuvels Hij den
ken wij naar Canton en niet naar
IJunn.an. Li-Weng-Ho dom."
„Dat geloof ik niet" antwoordde For
syth. ,,lk geloof eerder, dat hij een
doortrapt sluwe Chinees is. We zullen
de uiterste voorzichtigheid in acht
moeten nemen.'
..Ching ook voorzichtig zijn."
For y.h rookte een tweede sigaret
óp. Toen kwam hij met C.hing over
een, dat hij eerst een uur zou gaan
slapen en Ching daarna. Nauwelijks
had hij 't hoot'il noergelegd. of hij viel
in een diepen slaaf). Na ge.mimen tijd
werd hij verschrikt wakker, 't Glooien
de puntje van Ching's aigare' stemde
hem weer gerust Weer sloot hij de
oc.gen Eindelijk werd hij wakker iloo
het heldere daglicht. Daar zag hij, dat
Ching, dooi" vermoeidheid en inspan-
NIEUWE LEIDSCHE
verslagenheid over den uitgesproken
vloek, uit zich op echt Israëlitische
wijze: hij scheurt zijn kleederen; hij
wikkelt zich om het naakte lijf een
kleed van ruwe stof, waarin hij ook
des nachts neerligt; hij vast zelfs; en
zijn gang is traag, als van een ge
slagene.
Hij yernedert zich. Voor de men
schen, ja ook dat. Maar toch niet al
leen, zelfs niet allereerst voor de men
schen. Hij vernedert zich, gelijk de
Heere zelt geluigt, voor het aange
zicht des Heeren..
En dan doet het Schriftverhaal ons
mededeeling van een woord, dat de
Heere tot zijnen knecht Elia spreekt,
zooals een vriend zijnen knecht op
merkzaam maakt op de dingen, die
hun beiden ter harte gaan, zoo wijst
de Heere den profeet Elia als zijn
vertrouweling, op dezen omkeer, dien
aan Achab is te merken: Hebt gij
gezien, dat Achab zich vernedert voor
mijn aangezicht
Elia moet daarop letten. Want het
is voor hem het bewijs, dat zijn werk
niet ten eenenmal'e tevergeefs is. Er
ligt voor hem een aanmoediging in,
dat het woord des Heeren kracht
doet, ook in het hart van dien Achab,
die zich zelf verkocht heeft om te
doen wat kwaad is in de oogen des
Heeren.
En de Heere maakt Elia ook deel-
fenoot van wat Hij met Achab voor-
eeft: Daarom zal Ik dat kwaad in
zijne dagen niet brengen; in de dagen
zyns zoons zal Ik dat kwaad over
zijn huis brengen.
Hierin is Gods lankmoedigheid over
Achab. De Heere heeft hem nog niet
ten eenenmale losgelaten. 'Gods 001-
deelen maken nog indruk op hem. E11
de Heere let daarop en spaart dezen
goddeloozen koning voor een tijd. Hij
stek het oordeel en den vloek; over
hem uit.
Maar daarin blijkt tevens Gods recht
vaardigheid. Hij' verbindt aan Achabs
verootmoediging, al gaat die niet ge
paard met oprechte bekeering des har
ten tot God, een loon. Hij zal het
zélf niet zien wat de Heere gespro
ken heeft. Eerst in de dagen zijns
zoons zal de Heere dat kwaad over
zijn huis brengen.
Doch dan zal de rechtvaardigheid
van Gods oordeelen ook door niemand
betwist kunnen worden. Dan zal. ze
voor ieders consciëntie openbaar zijn._
Daarom getuigt Achabs verootmoe
diging tegen een iegelijk die zich te
gen God verhardt. En zooafs "de man
nen van Ninevé in het oordeel' zullen'
opstaan tegen het geslacht van late>
dagen, dat den Zone Gods heeft ge-
kruisiga en zich niet heeft bekeerd,
zoo zal Achab in het oordeel opstaan
tegen een ieder, die onder het Evan
gelie heeft geleefd en het niet hééft
geloofd.
In Achab wordt het ons getoond,
dat verootmoediging onder Gods oor
deelen nooit te vergeefs is, en nooit
zonder gevolg blijft.
Opdat nooit één zondaar, die on
der den indruk van Gods wrekende
gerechtigheid komt, wanhope.
Opdat ook wie den Heere vreezen
niet minachtend neerzien op de blijken
van inkeer en verootmoediging, die bij
ongeloovigen soms wellicht vaker
dan wij denken zijn waar te nemen.
Maar Acliabs verootmoediging, en
wat daarop is gevolgd, heeft toen ook
iets te zeggen tot degenen, die zich
in waarheid tot God bekeeren.
Want indien de Heere op Achabs
tijdelijke en oppervlakkige bekeering
zijn oordeel voor een tijd heeft uitge
steld, dan zal Hij nog veel meer zón
genade t en volle schenken aan de
genen, die zich van ganscher harte
tot Hem bekeeren.
Als er dan in uw hart verslagen
heid is over uw zonden, omdat gij
God daardoor hebt vertoornd, als gij
de zonde daarom haat, als gij zoo van
harte zoudt willen verzoend zijn
God, om voor zijn aangezicht te wan
delen;o vertwijfel dan niet aan zijn
genade. Maar zie op Christus, die te
zijner tijd voor goddeloozen is gestor
ven, opdat hij ze tot God zoude bren
gen, en zij in de verdoemenis niet zou
den komen, maar "het eeuwige leven
hebben.
ning uitgeput, in slaap was gevallen.
Hoewel het Ghing niet kwalijk te
nemen was, verweet Forsyth zichzelf
toch zijn achteloosheid. Gelukkig dat
tijdens hun slaap niemand in de om
geving was geweest. Hij nam zich
evenwel voor, voortaan zelf eerst de
wacht te houden Hij stond op, geeuw
de eens en rekte zich uit. Van den
draagstoel uit kwam als antwoord ook
een geeuwend geluid, gevolgd door n
helderen lach. Hij draaide zich om en
zag, dat de gordijnen opengeslagen wa
ren en Kathlyn naar hem keek.
Goeden morgen, Diclc!"
Hij keek naar Ching. Deze sliep nog.
Zonder aarzelen stapte hij naar den
draagstoel toe, nam haar lachend ge
zicht tusschen zijn handen en kuste
haar.
„Goeden morgen, lieveling."
Ze bloosde, maar lachte hem harte
lijk tegen.
„Dat zou je gistermorgen niet ge
daan hebben."
„Neen" gaf hij lachend ten antwoord
„maar morgen
,.Ta? Morgen?'
.Morgen, zal ik het dubbel zoovaak
deen"'
Z© schudiio lachend haar hoofd. „Ik
jacht niet, dat je je met zulke beuze-
COURANT VAN ZATERDAG
't ONSTUIMIG WEER.
Wil hem, die, als de doodsvlaag woed,
Een open deur vind voor 't gemoed.
Wanneer men 'tbuijig weer bevind,
Vermengd van regen en van wind,
Terwijl de guur© vlaagen huilen,
En 't water tegen alles slaat,
Dan geeft zfch elk van weg en straat,
Om 'tongemak in huis 'tontschuilen.
Gemaklyk Leven, dat zo wykt,
Van 'tgeen 'tbehaagen niet en lykt,
Zult gy dan nimmermeer ontwaaken?
Daar zo veel vingers, voor en na,
Ons wyzen, dat men wyslyk ga,
Om geen verkeerde gang te maaken.
Het Zieltje woond in vlees en bloed.
Een Huis dat haast aan stukken moet,
Na wiens waarom niet staat te vraa-
gen,
VVyl dat 'r geen bestendig blyft,
Maar alle leven word ontlyft,
Gelyk gezien word alle dagen.
Eist dan de rype Reden niet,
Dat elk na een verblijving ziet,
Met vlytigheid van hert en zinnen?
Op dat, als 't Lichaam moet vergaan,
De arme Ziel niet bloot mogt staan,
Gesloten buiten 't Zalig binnen.
Want ziet daar komt een swaare tyd,
Van ongestuime Eeuwigheid,
Die immers diend te zyn ontschóolen;
Wat hielp het of 't vergank'lyk vleis,
Hier woning vond in een Paleis,
En d' arme Ziel moest eeuwig dooien
JAN LUYKEN.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Leiderdorp, H.
Mondt te Nijega en Elahuizen.
Be dan kt: Voor Steggerda, J. Jeb-
bink te Lutten.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Franeker, H. Ve-
lema te Noordeloos. Voor .Weiken-
dam: J. D. Barth, te Alphen aan den
Rijn.
Ds. j. H. L. Dijkman, f
Te Etteiï ia gisteren plotseling over
leden ds. J. H. L. Dijkman. Na eeni-
gen tijd hulpprediker' te zijn geweest
in België, werd de overledene beroe
pen naar de Ned. Herv. gemeente te
Etten, waar hij onafgebroken verbleef
en verleden jaar nog zijn 25-jarig ju
bileum als predikant vierde.
Dr. 3. C. de Moor.
In „De Heraut" van deze week,
komt van de hand van Dr. de Moor
o.m. de volgende mededeeling voor:
Zooals men weet, moet ik deze week
te Assen verblijven voor onze Synode.
Dit bracht eenige bezwaren mede voor
het toezenden en verbeteren der aruk-
proeven. Als er dus iets niet in orde
mocht zijn, vraag ik bij voorbaat ver
geving wegens overmacht.
Dit geld voor zoolang de Synode
nog duurt".
Helaas, Gods gedachten waren an
ders.
Dr. de Moor zat niet meer tot zijn
arbeid terugkeeren.
Begrafenis Dr. J. G. de Moor.
De teraardebestelling van het stof
felijk overschot van Dr. J. C. de Moor,
in leven Geref. Predikant te Utrecht,
is bepaald op Maandagmiddag 2 uur,
op de Tweede Algemeene Begraaf
plaats aldaar. Tevoren zal in de Zui-
aerkerk, aan de oprichting waarvan
Dr. de Moor's naam onafscheidelijk
verbonden is, een lijkdienst worden
gehouden, waarin Ds. R. E. van Ar-
kel zal voorgaan. Deze lijkdienst vangt
om' 1 uur aan. Op het kerkhof, zal, ge
heel in den geest van den overledene
alleen de Geloofsbelijdenis worden uit
gesproken en worden gebeden.
Aangezien de koepel op de tweede
algemeene bepraafplaats te Utrecht te
klein zal zijn voor ae belangstellenden,
bij de teraardebestelling van het stof
felijk overschot van Dr. J. C. De Moor
in leven predikant bij de Gereformeer
de kerken te Utrecht, zal het stoffelijk
overschot a.s. Maandagmiddag eerst
overgebracht worden naar de Zuider-
kerk, ter plaatse (vlak bij het Ledig
Erf), waar dan ten één uur, gelegen
heid tot spreken zal worden gegeven.
lingen kon ophouden."
„Beuzelingen!" riep hij, als protest,
uit. „En dat van iemand, die van plan
is, zoo spoedig mogelijk te trouwen?"
„Trouwen?"
„Ja zeker" vervolgde hij. „Zoodra we
bij het eerste zendingsstation zijn. Dan
zal de mandarijn ons niet meer kun
nen scheiden."
„O Dick" riep ze uit en sloeg haar
handen vol liefde om zijn hals.
Ze stapte uit den draagstoel. Nog
steeds droeg ze het Chineesche bruijls-
costuuih, dat Forsyth, toen hij baar
daarin voor 't eerst gezien had, zoo
hevig ontroerd had. Toen evenwel was
hij met twijfel vervuld, Nu wist hij,
dat ze hem liefhad en door haar liefde
hem toebehoorde. Met geheel andere
oogen bekeek hij nu haar kleedij.
„Ik heb nooit geweten, dat de Chi
neesche kleederdracht iemand zoo
mooi kon staan" zei hij, terwijl hij
haar vol bewondering aanstaarde.
Ze keek naar zijn gescheurde enbe-
modderde japon en gaf toen lachende
ten antwoord: „'t Spijt me, dat ik jo
niet hetzelfde complimentje kan ma
ken.'"
„Neen" antwoordde hij plagend, „je
zult helaas, mij alleen om mijzelf moe
ten liefhebben."
„Misschien kan ik dat nog wel klaar
spelen" zei ze glimlachend.
„Lieveling!" antwoordde hij, en dit
maal zonder om te zien, of Ching nog
sliep, nam hij haar in zijn armen.
Maar Kathlyn zag naar Ching en na
een oogenblik zei ze:
„Wordt bet niet hoog tijd dat we
eens wat ernstiger worden en als wo
hem eens konden laten slapen, tot al
les zoover klaar was, zat hij verrast
wakker worden.'
„Afgesproken" zei hij. „Als jij wat
droog hout bij elkaar zoekt, zal ik wa
ter halen. Daar zal hier in de buurt
wel water zijn."
Met een pannetje in de hand, dat
Ching ook al van „zijn broeder ge
leend had, vertrok hij, terwijl Kathlyn
wat hout sprokkelde.
Al spoedig kwam Forsyth terug met
een pan vol water. Zijn haren en ge
zicht dropen van 't water en toen Kath
lyn hem zag, glimlachte ze.
„Gewasschen? Waar is de badka
mer?" vroeg ze.
„Hier vlak bij. Daar is een klein ri
viertje." Ze wuifde met haar hand en
verdween achter de struiken. Toen ze
terug kwam, keek Forsyth haar vol
bewondering en liefde aan. Haar ge
zicht gloeide, haar oogen glansden en
dat ze aan heel andere dingen dan aan
de dreigende gevaren dacht, was hein
duidelijk, ,,'t Is jammer, dat Ching
van zijn „broer" niet een paar hand
doeken Meende" zei ze lachend. „Mijn
gezicht voelt zoo strak
„Je bent mooier dan...."
„Foei!" viel ze hem vroolijk lachend
in de rede.
Vervolgens zei ze op gewonen toon:
,,'t Wordt tijd. dat we thee zetten,
Dick!"
Ze zette thee in de pan en toen alles
klaar was, werd Ching wakker.
Toen hij het vuur en de thee zag,
keek hij verslagen voor zich.
„Jammer, jammer" zei hij Mij sla
pen, slapen te veel. Mij
„Dat is in orde, Ching! We wisten,
dat jij rust noodig had. En de „rijst"
is al klaar. Laten we maar aanvallen.
Hoe eerder we vertrekken, des te be
ter."
Toen 't „ontbijt" geëindigd was, trok
ken ze verder. De tocht werd steeds
moeilijker. De weg werd steeds meec
onbegaanbaar. Ze liepen langs steile
diepten en moesten primitieve brog-
getjes oversteken, die heel wat van
hun zenuwen eischten. Eindelijk wa
ren ze op een punt gekomen, vanwaar
ze een prachtig vergezicht hadden.