30 JANUARI 1926 Daarna vindt stipt te 2 uur de be grafenis plaats. De Synode van Assen. Naar de Stand, verneemt, besloot de Synode gisteren nog in haar kort comité generaal Dr. J. G. Geelkerken te verzoeken naar Assen over te "ko men. Namens de generale Synode wordt bekend gemaakt, .dat er Dinsdag a.s. slechts een korte openbare zitting is, alleen voor het vaststellen van de no tulen en dat een eerstvolgende open bare zitting, waarin zaken behandeld zullen worden, zoo mogelijk tijdig zal worden aangekondigd. Gereformeerde Bond. De jaarvergadering van den Geref Bond tot verbreiding en verdediging van de waarheid in de Ned. Herv. Kerk, zal gehouden worden Donder dag 25 Maart a.s., Nadere bijzonder heden ontbreken nog. Opleiding van predikanten In de „Saambinder" deelt Ds. Ker sten mede, dat hij1 voor de te stichten Theologische school der Geref. Ge meenten thans in totaal heeft ontvan gen f28921.87. Beroepen uit ander kerkverband. Zoo nu en dan komt het voor, dat •gemeenten in Amerika die met de Ge rei 'Gemeenten hier te lande in corres pondentie staan, een beroep uit bren gen op een Chr. Geref. predikant. Naar aanleiding daarvan schrijft Ds. Kersten in de „Saambinder": „Nu heeft men meermalen derge lijke beroepen uitgebracht, en den be- roepene onderworpen aan een broe derlijke samenspreking. Ook Ds. Min- derman ging uit Rotterdam naar Ame rika en kwam via Grand Rapids tot onze gemeenten over. Want ae Aine- rikaansche gemeenten zijn niet voor nemens het verband met de Ger. Ge meenten in Nederland te verbreken. Toch ligt er iets in dit beroepen, dat niet moed gesteund. Wanneer het kwa- me tusschen de Chr. Geref. Kerk en de Geref. Gemeenten in Nederland tot een erkennen van elkanders amb ten, al bleef dan Vereeniging van beide kerkengroepen nog Uit, dan ware een weg gebaand voor beroepen. Doch zoolang ook van zulk een officieel er kennen geen sprake is, blijft het be roepen iets hebben van het aftrogge len eens dienaars aan andere kerken. Bovendien moge elk leeraar zich wel 'bedenken, eer hij zulk een beroep aan vaarden zou. Zoo hij toch aanneemt, is hij 'los van zijne kerk; terwijl eerst dan de verplichtingen der roepende kerk ingaan, als de classis (in Amerika) het onderzoek zal hebben geleid met voor den beroepene gunstigen uitslag. Ik herinner mij het geval, dat een „prediker" doof zijn kerkverband uit gesloten werd, doch door de betrok ken 'classis onzer gemeenten niet aan genomen werd. Na verloop van kor ten tijd stond hij op straat; stichtte eigen gemeente enhopelooze ver warring. Hoe begrijpelijk het ook zij, dat de Amerikaansche gemeenten, door den •nood gedrongen, eiken weg willen in slaan, die haar een leeraar kan doen verwachten, 'toch zou ik willen vra gen ot deze wijze van beroeping ook door de classis dezer zuster kerken niet eens ernstig onder het oog dient te worden gezien. Inwendige Zending. Naar de N. R. Crt. verneemt, zijn er dezer dagen ernstige stappen gedaan om hier te lande de beweging der Inwendige Zending beter te organi- seeren en door samenwerking tot be tere krachtsontplooiing te brengen. De 120 aangesloten organisaties benevens de Kerkeraden, zijn met deze plan nen in kennis gesteld. De hoofdtrekken daarvan zijn de volgende: Tot nu toe droeg elke ver eeniging oi stichting naar eigen goed vinde._ een jaarlijksche contributie bij, maar daarin kwam niet tot uitdruk king, dat de Centrale Bond de bond is van de leden en dat het Centraal Bureav. er enkel is voor de leden. Dit zal eerst tot uiting komen als de eventueele tekorten op de exploi tatie-rekening van den Bond gedragen worden door de gezamenlijke leden en wel' in een verhouding, die door een AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 30 Januari 1926. De eerste maand van het nieuwe jaar behoort al weer tot het verleden. En hoewel we feitelijk in het hartje van den winter zitten, wijst toch alles er op, vooral op een zonnigen dag als vandaag, dat het voorjaar nadert. Het nieuwe leven begint overal uit te botten. Maar terwijl wij genieten van de eerste boden van de naderende lente zit men in de overstroomde gebieden bij de puinhoopen van wat door den watersnood vernield werd. Naar ik in een van de bladen las, wordt de schade geraamd op pl.m. 13 millioen gulden. Dat is natuurlijk een globale raming. Misschien dat het in de practijk nog een beetje meevalt. Maar ook al is dat t geval, dan is het nog erg genoeg. Gelukkig heeft ons volk zich niet onbetuigd gelaten. Een hartelijk mee leven is openbaar geworden. Door het Hoofdcomité werd reeds ruim een mil lioen ontvangen. Een niet te versma den bedrag. In vergelijking echter met wat er noodig is, zinkt het. in het niet. Laat de weelde van het vroege voor jaarsleven nog velen prikkelen tot het brengen van een dankoffer l OBSERVATOR. vast te stellen schaal zal worden aan gegeven. Ter vermijding van praccische be zwaren zal de Centrale Bond een krach tige financieele actie beginnen ten be hoeve van de „Samenwerkende In wendige Zending". Tevens worden po- fingen aangewend om het z.g. Temid- ekngsbureau, dat bedoelt werkzoe kenden- en werkkrachten vragen'en op het terrein der Inw. Zending met eikaar in contact te brengen, beter aan zijn bedoeling te doen beantwoord den o.m. door uitgifte van „Maande- lijksche Mededeelingen". Schoolraad scholen met den Bijbel. De a.s. algemeene vergadering van den Schoolraad wordt D.V. 7 April te Utrecht gehouden. Voorstellen en on derwerpen dienen vóór 1 Maart in 'bezit te zijn van Mr. J. Terpstra,- Sweelinckstraat 39, Den 'Haag. Op 31 Dec. 1925 waren 1390 scho len bij 'den Schoolraad aangesloten. Prof. Jhr. Mr. Rengers Hora Sio cama nam zijn benoeming tot l:d van 'de Commissie van Beroep aan. Een Egyptoloog over opvoeding. Opvoeding is con. zaak, die zich me nigmaal verheugt in de belangstelling van hen, die geacht kunnen worden, er door hun studie zoo ver mogelijk van verwijderd te zijn. Chemici, natuurkundigen en anderen! treden op als haar hoogepriosters en pro pageeren soms nieuwe aenkbc '11 n. Thans heeft, naar de Eng lsche bla den melden, de Egyptoloog Flinders Petrie een stelsel ontworpen, dat, naar verwacht wordt, een radical, omwen teling in de opvoeding brengen zaL Voor vijftig jaar, zegt Flinders Pe trie, hebben we de kinderen in d scho len op banken neergezet, waar zo moes ten stilzitten met boeken voor zich. Is het vreemd, dat ze, als ze opgegroeid- zijn, de voorkeur geven aan een leven binnenshuis De hoogleeraar is van mee hing, dat ieder meisje zooveel moa lijk moet leeren, hoe men op hei land Ie ft, zoodat ze niet bij den groenteb vr be>- hoeft terecht te Komen. Iedere jongen moet h ren, timmer werk te maken en kunnen bouweu. In. de zomermaanden moeten de ouderwij zers met hun leerlingen naar het veld gaan om hun daar v liar id te onJ - wijzen, t rwijl het s.ho 1 nde wij- in de andere maan i m i aaiu.uL n bjj het landleven. Er wordt ook bij gezegd? hoe d ar- chaeoloog zich de toepassing van zijn systeem voorstelt. Het doet eenigszins denken aan da Produktionsschule in Sovjet-Ruslan'l, waarvan een Russische pr.T-ssor eeniga jaren geiteden vertelde. Ook Flind va Petrie wil onderwas, dat in werkelijk heid voor het leven, voor den arbeid voorbereidt. i wüüUE BLAD. r; Uit de Schriften. „uiaWiJL ÜIJ ZICH ViiKNHUERT". Ln het woord des Heeren geijjiieuitle tot Llia, den Xliis- uiet, aeg£tnüe: „neot gij ge zien, üat Aciiao zien verntuerG Wkjl- iiiijii aangeziciit'.' uaarom, dewijl mj zien vernedert voor rinju aaiigezicnt, zoo zaï iK dat kYvaau ui zijne uagen niet bron gen; in <Ie dagen zijns zoons zal ik dat Kwaad over zijn nuis urengen I AOU. 2120, 29. Er komen toch 111 nee ieven ook ran uca feodaeioosten mensch wei oogciionivKcn, waarin hij zien door fiuuger ri and voeit aangegrepen. 'UogcnDlikkeii, waarin God nem doet stn staan, en waarin hij tot inkeer georacnc wordt. Niet altijd is dit voor anderen merk baar. O neen, meestal houden ze zich tegenover de buitenwereld goed. De menschen moeten vooral niet bemer ken, dat er iets aan hapert. Maar de greep kan toch soms zoo gewel dig zijn, dat het aan hun uiterlijk ge- dra^- zelfs te zien is, dat er van bin nen iets bij hen omgaat. Vooral bij degenen, die tegen beter weten in zich aan Gods Verbond heb ben onttrokken en de indrukken uit hun jeugd en vroegere omgeving heb ben begraven onder een hieuw Teven buiten God en zijn Woord, en dienst doet zich dat beter verleden bijwijlen krachtig gelden. Iets dergelijks was het geval met Achab, den koning van Israël, het riik der tien stammen, die in het laat ste der 10e eeuw vóór Christus re geerde. Achab was een afvallige. Onder den invloed van zijn Sidonische vrouw Ize- bel. had hii met den dienst van Israëls God gebroken, en dien dienst van Baal den afgod der Sidoniërs tot staalsgods- dieni in zijn rijk verheven. Maar daarmede had hij ook partij gekozen tegen den Heere, en tegen allen, die den Heere vreesden. En daarom moest hij zich wel keeren te gen alles, wat als gevolg van den dienst des Heeren nog in Israëls volks leven werd gevonden. De gerechtelijke, moord op Naboth, den Jizreëliet, die geweigerd had, hem het erfdeel zijns vaders te verkoopen, .was van deze omkeering een tastbaar gevolg. Juist terwijl hij gereed staat den Wijiigaai'u va 11 cien veimooidep. i\a- botu° 111 bezit te nemen, kreetn Jiem uaai' icgtuioec iLiia, dc proleet ae^ an eer en, met het verwijt: Aizou zeg., ae necre: Jneot gij cloougos^en, en ook een, erteiijKe uczitang ingenomen r Maar de proieet heeit hem nog meer te zegden. Want de moord op Naooui is ue aruppei üie uen DeKcr heen: aoen ovenoopen. En de LLeere betoont zien een recntvaaraig Wre ker over het onscnu.dig Dioed, aaL vergoten is.1 ami Oig.t ae aanzegging van Uit vreesCiijK ooiucei: inpnuuj uai uenuii- üen net Dioea van naoOui goieKmeu- ben, zuueii ae nonaen uw uiocü len- ken, ja net uwe. ue uitroeiing van zijn huib woruc nem aangeKOiiuigd: uie van Acnaü stent 111 ae stau, zuilen ae honaen eten; en die 111 net vela stern, zuiien de vogeieii des iiemcib eten. En over izebei: ue nondeu zui len izeoel eten aan den voorwal van Jizreëi. Dit ontzettende woord maakt ïndrun op den godaeloozen en toch week- hariigen Koning. Een overweldigende indruk, die voor een tijd sterker is dan zijn booze neigingen ja, die zelfs de natuurlijke levenslust terugdringt. En nu komt de Israëliet weer boven. Hij gelooft niet meer aan Baal. Het besef, dat de Heere alleen waarlijk God is, leeft weer in hem op. En zijn FEUILLETON. Kathlyn Barrington. 48) ,.Ik ben bang, dat, als we Li-Weng- Ho nog eens ontmoeten, !.et ln om standigheden zal zijn dat je aan wraak nemen niet meer denken zult, Ching.' ,.Li-VVeng-Ho ons niet vangen" zei Ching op zekeren toon. „Hij zoeken aan rivier en niet in heuvels Hij den ken wij naar Canton en niet naar IJunn.an. Li-Weng-Ho dom." „Dat geloof ik niet" antwoordde For syth. ,,lk geloof eerder, dat hij een doortrapt sluwe Chinees is. We zullen de uiterste voorzichtigheid in acht moeten nemen.' ..Ching ook voorzichtig zijn." For y.h rookte een tweede sigaret óp. Toen kwam hij met C.hing over een, dat hij eerst een uur zou gaan slapen en Ching daarna. Nauwelijks had hij 't hoot'il noergelegd. of hij viel in een diepen slaaf). Na ge.mimen tijd werd hij verschrikt wakker, 't Glooien de puntje van Ching's aigare' stemde hem weer gerust Weer sloot hij de oc.gen Eindelijk werd hij wakker iloo het heldere daglicht. Daar zag hij, dat Ching, dooi" vermoeidheid en inspan- NIEUWE LEIDSCHE verslagenheid over den uitgesproken vloek, uit zich op echt Israëlitische wijze: hij scheurt zijn kleederen; hij wikkelt zich om het naakte lijf een kleed van ruwe stof, waarin hij ook des nachts neerligt; hij vast zelfs; en zijn gang is traag, als van een ge slagene. Hij yernedert zich. Voor de men schen, ja ook dat. Maar toch niet al leen, zelfs niet allereerst voor de men schen. Hij vernedert zich, gelijk de Heere zelt geluigt, voor het aange zicht des Heeren.. En dan doet het Schriftverhaal ons mededeeling van een woord, dat de Heere tot zijnen knecht Elia spreekt, zooals een vriend zijnen knecht op merkzaam maakt op de dingen, die hun beiden ter harte gaan, zoo wijst de Heere den profeet Elia als zijn vertrouweling, op dezen omkeer, dien aan Achab is te merken: Hebt gij gezien, dat Achab zich vernedert voor mijn aangezicht Elia moet daarop letten. Want het is voor hem het bewijs, dat zijn werk niet ten eenenmal'e tevergeefs is. Er ligt voor hem een aanmoediging in, dat het woord des Heeren kracht doet, ook in het hart van dien Achab, die zich zelf verkocht heeft om te doen wat kwaad is in de oogen des Heeren. En de Heere maakt Elia ook deel- fenoot van wat Hij met Achab voor- eeft: Daarom zal Ik dat kwaad in zijne dagen niet brengen; in de dagen zyns zoons zal Ik dat kwaad over zijn huis brengen. Hierin is Gods lankmoedigheid over Achab. De Heere heeft hem nog niet ten eenenmale losgelaten. 'Gods 001- deelen maken nog indruk op hem. E11 de Heere let daarop en spaart dezen goddeloozen koning voor een tijd. Hij stek het oordeel en den vloek; over hem uit. Maar daarin blijkt tevens Gods recht vaardigheid. Hij' verbindt aan Achabs verootmoediging, al gaat die niet ge paard met oprechte bekeering des har ten tot God, een loon. Hij zal het zélf niet zien wat de Heere gespro ken heeft. Eerst in de dagen zijns zoons zal de Heere dat kwaad over zijn huis brengen. Doch dan zal de rechtvaardigheid van Gods oordeelen ook door niemand betwist kunnen worden. Dan zal. ze voor ieders consciëntie openbaar zijn._ Daarom getuigt Achabs verootmoe diging tegen een iegelijk die zich te gen God verhardt. En zooafs "de man nen van Ninevé in het oordeel' zullen' opstaan tegen het geslacht van late> dagen, dat den Zone Gods heeft ge- kruisiga en zich niet heeft bekeerd, zoo zal Achab in het oordeel opstaan tegen een ieder, die onder het Evan gelie heeft geleefd en het niet hééft geloofd. In Achab wordt het ons getoond, dat verootmoediging onder Gods oor deelen nooit te vergeefs is, en nooit zonder gevolg blijft. Opdat nooit één zondaar, die on der den indruk van Gods wrekende gerechtigheid komt, wanhope. Opdat ook wie den Heere vreezen niet minachtend neerzien op de blijken van inkeer en verootmoediging, die bij ongeloovigen soms wellicht vaker dan wij denken zijn waar te nemen. Maar Acliabs verootmoediging, en wat daarop is gevolgd, heeft toen ook iets te zeggen tot degenen, die zich in waarheid tot God bekeeren. Want indien de Heere op Achabs tijdelijke en oppervlakkige bekeering zijn oordeel voor een tijd heeft uitge steld, dan zal Hij nog veel meer zón genade t en volle schenken aan de genen, die zich van ganscher harte tot Hem bekeeren. Als er dan in uw hart verslagen heid is over uw zonden, omdat gij God daardoor hebt vertoornd, als gij de zonde daarom haat, als gij zoo van harte zoudt willen verzoend zijn God, om voor zijn aangezicht te wan delen;o vertwijfel dan niet aan zijn genade. Maar zie op Christus, die te zijner tijd voor goddeloozen is gestor ven, opdat hij ze tot God zoude bren gen, en zij in de verdoemenis niet zou den komen, maar "het eeuwige leven hebben. ning uitgeput, in slaap was gevallen. Hoewel het Ghing niet kwalijk te nemen was, verweet Forsyth zichzelf toch zijn achteloosheid. Gelukkig dat tijdens hun slaap niemand in de om geving was geweest. Hij nam zich evenwel voor, voortaan zelf eerst de wacht te houden Hij stond op, geeuw de eens en rekte zich uit. Van den draagstoel uit kwam als antwoord ook een geeuwend geluid, gevolgd door n helderen lach. Hij draaide zich om en zag, dat de gordijnen opengeslagen wa ren en Kathlyn naar hem keek. Goeden morgen, Diclc!" Hij keek naar Ching. Deze sliep nog. Zonder aarzelen stapte hij naar den draagstoel toe, nam haar lachend ge zicht tusschen zijn handen en kuste haar. „Goeden morgen, lieveling." Ze bloosde, maar lachte hem harte lijk tegen. „Dat zou je gistermorgen niet ge daan hebben." „Neen" gaf hij lachend ten antwoord „maar morgen ,.Ta? Morgen?' .Morgen, zal ik het dubbel zoovaak deen"' Z© schudiio lachend haar hoofd. „Ik jacht niet, dat je je met zulke beuze- COURANT VAN ZATERDAG 't ONSTUIMIG WEER. Wil hem, die, als de doodsvlaag woed, Een open deur vind voor 't gemoed. Wanneer men 'tbuijig weer bevind, Vermengd van regen en van wind, Terwijl de guur© vlaagen huilen, En 't water tegen alles slaat, Dan geeft zfch elk van weg en straat, Om 'tongemak in huis 'tontschuilen. Gemaklyk Leven, dat zo wykt, Van 'tgeen 'tbehaagen niet en lykt, Zult gy dan nimmermeer ontwaaken? Daar zo veel vingers, voor en na, Ons wyzen, dat men wyslyk ga, Om geen verkeerde gang te maaken. Het Zieltje woond in vlees en bloed. Een Huis dat haast aan stukken moet, Na wiens waarom niet staat te vraa- gen, VVyl dat 'r geen bestendig blyft, Maar alle leven word ontlyft, Gelyk gezien word alle dagen. Eist dan de rype Reden niet, Dat elk na een verblijving ziet, Met vlytigheid van hert en zinnen? Op dat, als 't Lichaam moet vergaan, De arme Ziel niet bloot mogt staan, Gesloten buiten 't Zalig binnen. Want ziet daar komt een swaare tyd, Van ongestuime Eeuwigheid, Die immers diend te zyn ontschóolen; Wat hielp het of 't vergank'lyk vleis, Hier woning vond in een Paleis, En d' arme Ziel moest eeuwig dooien JAN LUYKEN. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Leiderdorp, H. Mondt te Nijega en Elahuizen. Be dan kt: Voor Steggerda, J. Jeb- bink te Lutten. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Franeker, H. Ve- lema te Noordeloos. Voor .Weiken- dam: J. D. Barth, te Alphen aan den Rijn. Ds. j. H. L. Dijkman, f Te Etteiï ia gisteren plotseling over leden ds. J. H. L. Dijkman. Na eeni- gen tijd hulpprediker' te zijn geweest in België, werd de overledene beroe pen naar de Ned. Herv. gemeente te Etten, waar hij onafgebroken verbleef en verleden jaar nog zijn 25-jarig ju bileum als predikant vierde. Dr. 3. C. de Moor. In „De Heraut" van deze week, komt van de hand van Dr. de Moor o.m. de volgende mededeeling voor: Zooals men weet, moet ik deze week te Assen verblijven voor onze Synode. Dit bracht eenige bezwaren mede voor het toezenden en verbeteren der aruk- proeven. Als er dus iets niet in orde mocht zijn, vraag ik bij voorbaat ver geving wegens overmacht. Dit geld voor zoolang de Synode nog duurt". Helaas, Gods gedachten waren an ders. Dr. de Moor zat niet meer tot zijn arbeid terugkeeren. Begrafenis Dr. J. G. de Moor. De teraardebestelling van het stof felijk overschot van Dr. J. C. de Moor, in leven Geref. Predikant te Utrecht, is bepaald op Maandagmiddag 2 uur, op de Tweede Algemeene Begraaf plaats aldaar. Tevoren zal in de Zui- aerkerk, aan de oprichting waarvan Dr. de Moor's naam onafscheidelijk verbonden is, een lijkdienst worden gehouden, waarin Ds. R. E. van Ar- kel zal voorgaan. Deze lijkdienst vangt om' 1 uur aan. Op het kerkhof, zal, ge heel in den geest van den overledene alleen de Geloofsbelijdenis worden uit gesproken en worden gebeden. Aangezien de koepel op de tweede algemeene bepraafplaats te Utrecht te klein zal zijn voor ae belangstellenden, bij de teraardebestelling van het stof felijk overschot van Dr. J. C. De Moor in leven predikant bij de Gereformeer de kerken te Utrecht, zal het stoffelijk overschot a.s. Maandagmiddag eerst overgebracht worden naar de Zuider- kerk, ter plaatse (vlak bij het Ledig Erf), waar dan ten één uur, gelegen heid tot spreken zal worden gegeven. lingen kon ophouden." „Beuzelingen!" riep hij, als protest, uit. „En dat van iemand, die van plan is, zoo spoedig mogelijk te trouwen?" „Trouwen?" „Ja zeker" vervolgde hij. „Zoodra we bij het eerste zendingsstation zijn. Dan zal de mandarijn ons niet meer kun nen scheiden." „O Dick" riep ze uit en sloeg haar handen vol liefde om zijn hals. Ze stapte uit den draagstoel. Nog steeds droeg ze het Chineesche bruijls- costuuih, dat Forsyth, toen hij baar daarin voor 't eerst gezien had, zoo hevig ontroerd had. Toen evenwel was hij met twijfel vervuld, Nu wist hij, dat ze hem liefhad en door haar liefde hem toebehoorde. Met geheel andere oogen bekeek hij nu haar kleedij. „Ik heb nooit geweten, dat de Chi neesche kleederdracht iemand zoo mooi kon staan" zei hij, terwijl hij haar vol bewondering aanstaarde. Ze keek naar zijn gescheurde enbe- modderde japon en gaf toen lachende ten antwoord: „'t Spijt me, dat ik jo niet hetzelfde complimentje kan ma ken.'" „Neen" antwoordde hij plagend, „je zult helaas, mij alleen om mijzelf moe ten liefhebben." „Misschien kan ik dat nog wel klaar spelen" zei ze glimlachend. „Lieveling!" antwoordde hij, en dit maal zonder om te zien, of Ching nog sliep, nam hij haar in zijn armen. Maar Kathlyn zag naar Ching en na een oogenblik zei ze: „Wordt bet niet hoog tijd dat we eens wat ernstiger worden en als wo hem eens konden laten slapen, tot al les zoover klaar was, zat hij verrast wakker worden.' „Afgesproken" zei hij. „Als jij wat droog hout bij elkaar zoekt, zal ik wa ter halen. Daar zal hier in de buurt wel water zijn." Met een pannetje in de hand, dat Ching ook al van „zijn broeder ge leend had, vertrok hij, terwijl Kathlyn wat hout sprokkelde. Al spoedig kwam Forsyth terug met een pan vol water. Zijn haren en ge zicht dropen van 't water en toen Kath lyn hem zag, glimlachte ze. „Gewasschen? Waar is de badka mer?" vroeg ze. „Hier vlak bij. Daar is een klein ri viertje." Ze wuifde met haar hand en verdween achter de struiken. Toen ze terug kwam, keek Forsyth haar vol bewondering en liefde aan. Haar ge zicht gloeide, haar oogen glansden en dat ze aan heel andere dingen dan aan de dreigende gevaren dacht, was hein duidelijk, ,,'t Is jammer, dat Ching van zijn „broer" niet een paar hand doeken Meende" zei ze lachend. „Mijn gezicht voelt zoo strak „Je bent mooier dan...." „Foei!" viel ze hem vroolijk lachend in de rede. Vervolgens zei ze op gewonen toon: ,,'t Wordt tijd. dat we thee zetten, Dick!" Ze zette thee in de pan en toen alles klaar was, werd Ching wakker. Toen hij het vuur en de thee zag, keek hij verslagen voor zich. „Jammer, jammer" zei hij Mij sla pen, slapen te veel. Mij „Dat is in orde, Ching! We wisten, dat jij rust noodig had. En de „rijst" is al klaar. Laten we maar aanvallen. Hoe eerder we vertrekken, des te be ter." Toen 't „ontbijt" geëindigd was, trok ken ze verder. De tocht werd steeds moeilijker. De weg werd steeds meec onbegaanbaar. Ze liepen langs steile diepten en moesten primitieve brog- getjes oversteken, die heel wat van hun zenuwen eischten. Eindelijk wa ren ze op een punt gekomen, vanwaar ze een prachtig vergezicht hadden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5