1
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 6 JANUARI 1926
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZESSEN
Parodie op hei Kerstfeest.
Kerstfeest, aldus de R o 11 e r d., heeft
de laatste jaren in sommige wereld-
sche kringen in „aanzien" gewonnen.
Het dreigt St. Nicolaas-feest te ver
dringen.
Ook de Nederlandsche tijdschriften
geven hun Kerstnummers, Kerst-diners
worden aangericht^ Kerst-hals worden
georganiseerd; Kerst-partijen zijn in de
mode.
Wat er van de Kerst-viering in deze
kringen terecht komt?
Laat de Haagsche medewerker van
De Telegraaf u verhalen hoe het
Haagsche reveillon in de toonaange
vende restaurants der residentiestad
werd gevierd.
Hij geeft deze schets:
„Ik ben eerst in Des Indes verzeild
en vond er in internationale conglome
ratie, onder invloed van het Parijsche
esprit van den heer Rey, diplomaten
uit de meest exotische landen, te za:
men met de Haagsche monde, dansend
met een mutsje ophuppelend naar
ballonnetjes in duivelsformaat, die bo
ven dat, in gewone dagen zoo uiterst
gereserveerd en deftig gezelschap, een
ironischen satansdans uitvoerden.
Menscheen, die gewoonlijk'slechts ^p
stoelen zitten, lagen nu op de treden
van de statietrap champagne te drin
ken. alsof ze nog kinderen waren in
Moeders huis. Men zat elkaar te beko
gelen, alsof de wijsheid nu in de ledige
champagneflesschen werd weggedra
gen door de kellnersBij Royal
vond ik het al idem idem. Kemper had
voor een Kerstman gezorgd, die eerst
cadeaux uitdeelde en dan potsierlijk
mee ging dansen. Men zong er kerstlie
deren op ragtimehuppelde als veu
lens in de weiVoelde zich onge
geneerd, soms weer in oerstaat, wierp
alle vernisjes van conventie onder da-
mastgedekte tafels en vergat van lou
ter champagnestemming, dat het
Kerstfeest washet feest van den
Christus. Zoo was het in alle restau
rants en café's, waar het groote feest
gevierd werd.
Is weerzinwekkender, goddeloozer
parodie op het feest van Christus' ge
boorte denkbaar?
KERK EN SCHOOL.
NED. HERVi. KERK.
Bedankt: Voor Ritthem, J. H.
^Kamsteeg te "s-THeer Hendriks,
hinderen.
GEREF/' /KRRKEN.
Beroepen; /Te Oud- Loosdrecht,
pand. J. P. C. ten Brink .te 'Apel
doorn.
Aangemanren: Naa<- Amersfoort
j(vac. A. iM. Donner/', F. A. den Boeft
teKramingen.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Zeist, S. van der
Molen te Ziefikzee.
Bevestiging, Intrede, Aiseheld.
-Na met een predicatie over Ezech.
8:17 door Prof. "Honig, van Rampen
,te zijn Gevestigd, tTeecf Zondag 'Cancf.
Th.' D el Ie man intrede bij de .Ge
ref. "Kerk van .GiessenOud- en Nieuw
kerk, en wel met een predicate naar
aanleiding van Joh. 1 14.
Ds. P'. v. d. Sluis, predikant
der Gerëf. 'ÏCerk te Dirkshorn, nam
Zondag j.l. afsdheid van zijn gemeente
wegens vertrek npar de kerk van Ons-
twedde. Tot alscheidstekst was geko
men Openb. 2 17. (2e gedeelte/.
Ds. T. C. Koningsberger
predikant oer Ned. Herv. Gem. te
Blokzijl nam Zondag 3 Jan. '26 af
scheid van zijn gemeente wegens ver
trek naar de Evangelisatie te Amster
dam-Noord. Tot afscheidstekst was
gekozen Joh. 3 36.
Met een pfedicatie over Matth.
6 12 heeft Ds. J. P. van L'eufden,
predikant der 'Nëd. Hferv. "Gem. te
Oudwoude-Westergeest, TEondag af.
scheid van zijn gemeente genomen, we-*
gens vertrek naar Siteenwij k.
Na door Ds. Altena van Zaan
dam te zijn bevestigd, met een .predi
catie over Desit. 11 12, deed Zondag
Cand. v. d. Zijp intrede bij de
Doopsgezinde Gemeente te Zijl dijk. De
tekst van zijn intreerede was 2 Cor.
4:5.
Ds. B. van Schelven.
4 Januan was het 40 iaar geleden,
dat het -Classikaal Bestuur van Am
sterdam t achtig lcerkeraadsledea '(Pre"
dikanten, ouderlingen en diakenen/
schorste.
In zijn gist;ren gehouden vergade
ring besloot de Ring Gooiland (Clas
sis Amsterdam,) het volgende telegram
te zenden aan Ds. B. van Scheiven,
em. pred. der Geref. Kerk van Am
sterdam
„Op clen veertigsten gedenkdag
,Uwer schorsing, betuigen alle aan
wezige predikanten van aen Ring Gooi
land U hun dank voor Uw kloeken
strijd tdt handhaving van het belij
dend karakter der Kerken.
Van Andel, Mulder, Schelhaas, Ta-
zelaar, Tom en Yonkenberg".
Ds. T. Bouma.
Dezer dagen herdenkt Ds. T. Bou
ma, em. Geref. predikant te Rijsen-
burg, die drie Zondagen 'smaanas te
Poortvliet het Evangelie verkondigt,
dat hij 40 jaar geleden in het pre
dikambt werd bevestigd te Langer?Jr.
Sedert 28 Sept- 1919 is hii'. emeritus.
De zaak-Geelkerken.
Nu de particuliere synode van Fries
land Z. G. bezwaar -gemaakt heeft
tegen de bijeenrosping van de Generale
Synode, komen ook uit het gebied van
Friesland N. G. de bezwaren. Zoo heeft
de herberaad van Ferwerd de volgende
verklaring Afgelegd, die opgenomen is
in het agendum der classis Hallum.
„De raad der Geref. Kerk te Ferwerd
kennis genomen hebbende, van het af
schrift van het besluit van den kerke
raad der Geref. Kerk te Assen inzake
een buiten/e won e samenroeping der Ge
n er ale S nod maakt bezwaar "tegen
het feil, dat hij. zich genoodzaakt ziet
afgevaardigden te zenden naar en dies
mee te werken tot het samenkomen van
een buitengewone meerdere vergadering
zonder officieel cp de hoogte gebracht
te zijn en dus feitelijk iets af te weten
van de zaak „de belijdenis en het ge
zag der Heilige Schrift rakende", die
ter meerdere vergadering met buiten
gewonen spoed moet behandeld wor
den; en besluit dit bezwaar ter kennis
te brengen van de classis Hallum der
Gereformeerde Kerken, niet verzoek er
•zoo mogelijk mee in te stemmen en liet
door te zenden naar de Particuliere
Synode Friesland N. G.".
Ned. Bijbelgenootschap.
Od Vrjidag. 8 lanuari, des namiddags
te drie uur, hoopt het hoofdbestuur
van het Nederlandsch Bijbelgenoot
schap in ds kapel van het Luthersche
Diaconessenhuis aan den Koninginne
weg 3, te Amsterdam, tot hun dienst
werk af te vaardigen de heeren Dr.
N. A. C. Slotemaker de Bruine als
zendingsconsul naar Batavia en Dr. L'.
Onvlee als afgevaardigde ter bijbel
vertaling naar Soemba."
De samenkomst zal geleid worden
kioor den voorzitter, Jhr. L'. Quarles
van Ufford, terwijl verder het woord
zal worden gevoerd door de heeren Dr.
C. WL Th. Baron van Boetzelaer van
Dubbeldam, oud-zendingsconsul; Ds.
K. Wjelenga, oud missionnair predi
kant op Soemba; Prof. J. R. blote--
maker de Bruine en de beide afgevaar
digden.
Artikel 123 R. R.
D-e vergadering van missionaire pre-
dikanten "en andere zendingsarbeiders
op Soemba, (zending van Gereformeer
de kerken) nam betreffende artikel 123
regeeringsréglement het volgende voor
stel1 aan, nadat door Ds. L. P. Krijger,
kiocent aan de opleidingsschool, een re
feraat was gehouden over bedoeld arti
kel:
„De vergadering van missionaire die
naren op Soemba" is van oordeel, dat
overeenkomstig bet op de Generale Sy
node van 1924 desbetreffend ingediende
rapport, artikel 123 R.R. geheel, zon
der meer, ingetrokken moet worden,
en dus de overheid: ie. de Evangelie
prediking geheel vrij moet laten en 2.
nooit preventief mag optreden door de
vestiging van een bepaalde zending op
'een bepaald terrein te verbieden, ten
einde z.g. dubbele zending te. weren".
Naar een bisschoppelijke regeering?
In de Evangelische Kerk in Duitsch-
land is, dus schrijft Prof. Bouwman in
„Be Eazuin" in de laatste jaren het
streven opgekomen cm het episcopale
kerkrecht weer in te voeren.. In de eer
ste jaren der Reformatie sloten in Prui
sen de bisschoppen zich aan bij de Lu
thersche Kerk, en bekleedden toeiv on
der de landshaeren de plaats van' de
consistoriën. In de 16de eeuw werden
zij echter geheel vervangen door de
consistoriën.
In 1816 ontvingen sommige Ganeraal-
Super-Intendenten den titel van bis
schop, maar deze was slachts een titel
zonder ambtsbevoegdheid.
Thans wil men aan de Evangelische
'kerk weder aan den Generaal-Superin
tendent den titel van bisschop verlee-
nen. 1
Dit is niet in overeenstemming met
den wensch van Luther. Hij was van
oordeel, dat de bisschoppen waren de
predikers des Woords en wilde van een
hiërarchie in de kerk niets weten. Maar
langzamerhand heeft zich in de Lu
thersche kerk- een leerstand gevormd,
en kreeg men een stand van predikers,
die stonden boven het volk. De gemeen
,te had in de Kerk geen invloed. Ouder
lingen, die de regeering der kerk oefen
den, kende men niet.
Zelf3 in de Gereformeerde Kerk, die
sedert 1817 met de Luthersche Kerk
•tot één kerk „uniert" werd, kon de Ge
reformeerde kerkregeering niet gehand
haafd worden. Wel heeft'men in latere
jaren een kerkinrichting ingevoerd die
eenigszins gelijkt op de 'Gereformeerde,
maar de organische vertegenwoordiging
der kerk iii hare meerdere vergaderin
gen wordt in de Evangelische kerk niet-
.gevonden.
De gedachte zit voor, dat de kerke
lijke mandatarissen rtjn vertegenwoor
digers van den volkswil. En dat is vol
strekt niet in overeenstemming met het
Gereformeerde beginsel. De hooge ge
dachte, die de Gereformeerde kerkin
richting bezielt, dat Christus is de ko
ning der 'kerk, en dat de ambtsdragers
hun functie namens Christus vervullen
op Zijn last, en alleen aan Hem verant
woordelijk, kon in de Duitsch-Gerefor
meerde kerk zelfs niet -worden beli
chaamd. Luthersche inkruipselen heb
ben de inrichting der kerk bedorven.
Er zijn wel vele predikanten, wier
oogen voor dit kwaad geopend zijn, en
die gaarne de Gereformeerde kerkin
richting zouden willen, maar door da
vereeniging met de Evangelische kerk
is dit tot nog toe niet mogelijk. En men
durft de gedachte van een vrije kerk
nog niet aan. De gemeente is daarvoor
nog niet toebereid. De band aan de
overheid is daarvoor een beletsel.
Misschien dat thans, nu door onder
scheidene Provinciale Synodes aan de
Generale Synode verzocht is aan den
Generaal-Superintendent den titel „bis
schop" te verleenen, de Gereformeerden
in moeilijkheid komen. Dr. KolfhauS'
brengt op duidelijke en besliste wijze
in de „Èef. Kirchenzeitung" zijn be
zwaren tegen dit streven in. Wij hopen
dat de oogen onzer Gereformeerde broe
ders open zullen gaan, en dat dit hië
rarchisch streven in de Evangelische
kerk een middel moge wordein, dat in
Buitschland een levende em krachtige
zuiver Gereformeerde Kerk openbaar
worde.
Wat denken de Joden van Jezns.
Onder de Joden in Amerika is op
het oogenblik een dogmatisch geschil
gaande," dat zijn oorzaak vindt "in de
bekentenis van rabbijn Stephan S. Wise
in de Vrije Synagoge te New York, dat
de Joden moeten erkennen, dat Jezus
Christus heeft geleefd en hem met trots
moeten erkennen als een groote filosoof
van Israël.
De. bond van orthodoxe rabbijnen
heeft besloten, rabbijn Wise deswege
ter verantwoording te roepen en intus-
schen een verklaring gepubliceerd, waar
in de rabbijn tot ketter wordt verklaard.
Rabbijn Wise heeft onmiddellijk na
het ontstaan van het dispuut het voor
zitterschap neergelegd van het Ameri-
kaansche Palestinafonds, dat pogingen
doet om vijf millioen dollar bij elkaar
te brengen tot steun aan de Zionisten,
doch Louis Lipsky, de tweede voorzit
ter, weigerde dit ontslag te aanvaarden
prees zijn houding en verzocht hem, op
het ontslag teriug'te komen.
Rabbijn Wise blijkt intusschen van
verschillende zijden steun te ondervin
den, o.m. van Nathan Straus?, koopman
en millionair, een der grootste Joodsche
filantropen van rabbijn Gup, ,van Rhode
eiland, rabbijn Tedscne, van Connecti
cut, die verklaren, dat Wise gelijk heeft
met zijn opvatting en zijn moed en
oprechtheid prijzen.
Straus heeft zich, aan de zijde van
rabbijn Wise scharend, bekend gemaakt
dat hij 150.000 dollar aan het Palestina
fonds zou schenken, op voorwaarde1,,
dat den rabbijn persoonlijk zal worden
toegestaan de distributie van 50.00a
dollar van deze som te regelen.
Dr. Wise staat bekend als een der
'grootste autoriteiten in Joodsche gods
dienstzaken.
Russellistische dwaasheden.
De secte, die zich naar wijlen den.
wargeest Russell noemt, beleeft geen
genoeglijke dagen, zegt de Luthersche
„Wartburg".
De zich noemende „ernstige Bjjbel-
vorschers" hebben in hun geschrift:
„Millioenen van de nu levenden zullen
nooit sterven" de enormiteit verkon
digd, dat in 1925 de terugkeer van Abra
ham, Izaak en Jacob en de profeten
des Ouden Verbonds te wachten zou
zijn, en wel een „terugkeer uit den
toestand des doods tot dien der „vol
komen menschelijkheid". Aangekon
digd werd op vast verzekerden toon,
dat in het najaar van 1925 „het voor
beeld zou eindigen en het groote tegen
beeld zou beginnen".
Toen het jaar 1925 ten einde 'begon
te Icopen, verkondigde de leider der
beweging, P.utherford, de eenigszins ge
wijzigde" meening, dat in elk geval een
zeer'duidelijke manifestatie' der genade
Gods nog in 1925 of anders zeer spoe
dig daarna te wachten zou zijn.
Op die wijze wordt alvast de terug
tocht voorbereid en de achterdeur open
gehouden.
Een stem uit de praktijk.
De voorzitter van de Kamer van Koop
handel te Amsterdam heeft dezer dagen
een rede gehoudefn, waarin hij o.m.
aandrong cp een practische opleiding.
„Allerwegen zoo lezen wij
wordt over de geringe bruikbaarheid
van een greet deel der door de scholen
afgeleverde krachten geklaagd. Indien
mén ook een zekere mate van overdrij
ving daarin wil aannemen, niet te ontke
nen is, dat onvoldoende vakopleiding
in hei eene geval, te veel theorie en
overbelasting der hersens in het an
dere, gebrek aan algemeene kennis en
ongeschiktheid tot zelfstandigheid veelal
geconstateerd worden. Vpor zoover het
onderwijs binnen de werksfeer van deze
Kamer valt, kan zrj op nuttige wijze
haar aandacht aan deze gewichtige ma
terie besteden.
DE WATERSNOOD.
Aan een correspondentie in onze
Rotterdammer, die een eigen ver
slaggever naar de geteisterde streken
zond is het volgende ontleend:
Als een moeder.
Waar men ook vol van is, dat is van
het bezoek von onze geliefde Koningin.
De Limburgers die we gisteren spra
ken van wat rang of stand ook, konden
er maar niet over uit. De uitdrukking,
letterlijk of in synoniem: ze stond als
een moeder tusschen 011s in, hebben
we tallooze malen gehoord. E11 tranen
blonken er in de oogen.
„Als je zoo dicht bij de Koningin
staat, zei een spoorwegarbeider, dan
wordt je anders in je binnenste, dan
klopt het hart anders en luider dan ge
woonlijk; en mijn roode kameraden
zeggen het zoo niet, maar ze zijn pre
cies eender!
't Is waarlijk geen wonder. Hier
wordt geen belangstelling getoond als
die van hen, die in een makkelijke
stoel zitten en zeggen: 't is vreeselijk
in Brabant en Limburggeef me
s.v.p. nog een kopje thee of een biertjeI
neen, hier is zelfopoffering, hier is hel
denmoed.
Wat een moedige vrouw! zoo hoort
men allerwegen. Ook al weer geen
wonder.
De Koningin op den bierwagen.
Reeds seinden we, dat het kleine,
vergeten dorpje Grevenbicht, ten N.W.
van Sittard aan den rechter Maasoever
wel het vreeselijkste getroffen is. Zoo
erg schijnt het nergens te wezen, be
halve dan nu in Beugen.
De Maas maakt daar een scherpe
bocht, en juist in dien hoek bezweek
de dijk en bruiste en kookte het water
met 'n val van 10M. naar beneden, een
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 6 Januari 1926.
Dat er zoo een en ander veranderd
is de laatste jaren, bleek me gisteren
nog weer uit de toespraak, die de bur
gemeester van Alkemade hield tot den
jubileerenden gemeenteontvanger.
Een kwart eeuw geleden, zoo vertel
de hij was het aantal belastingplichti
gen 490 en nu is het 1500.
Een mooie vooruitgang.
Wie nu echter meenen mocht, dat
door het grooter aantal lastdragers de
persoonlijke lasten verminderd zouden
zijn, vergist zich.
De opbrengst der belastingen steeg
n.l. in het zelfde tijdvak van f 3125 tot
f 117000, of gemiddeld per belasting
plichtige van ruim f 6 tot f 74.
Geen wonder, dat er over de zware
lasten geklaagd wordt.
Want Alkemade is in dit opzicht vol
strekt geen uitzondering, helaas!
OBSERVATOR
nieuwe bedding, borend, schurend en
uithollend precies midden door hrt
dorp. De eene helft werd dan ook let
terlijk weggeschoven; vernielde en ver
warrelde in de kokende golven; en het
mag een wonder heeten, dat er geen
menscnenlevens te betreuren zijn, al
werden velen met de grootste moeite
en levensgevaar voor anderen, gered.
Een oude man zijn pendant woont
in Ooi wilde stijfhoofdig, zijn hoeve
niet verlaten. Hij moest met geweld
gehaald worden en trok zich dat zoo
zeer aan, dat zijn verstand gekrenkt is.
Hier ging talloos vee verloren en is
de schade enorm. En hier vertoonde
de Koningin zich zoo spoedig mogelijk.
De auto's gaven het al spoedig op;
anderen lagen reeds vermorzeld aan
den weg; en dus moest van de marine-
vletten gebruik gemaakt worden
De mariniers, over wie wij niets dan
goeds hooren, die de harten der Lim
burgers stormenderhand veroverden,
vonden, dat de Koningin het niet wa
gen moest: zij kon de meest ernstige
punten niet bereiken.
Hoe zijt gij er gekomen, vroeg H. M.
de Koningin.
Op een vlet, Majesteit.
Dan ga ik er ook op een vlet of op
een andere wijze heen, was het ant
woord.
En zij ging. Maar ver kwam men ook
per vlet al niet meer. Dan 11.aar iets
anders. En toen haalde Pierre Sians
een hooge, tweewielige bierbrouwers-
kar en daarop reed de Koningin door
de golven.
Daar hoeft geen franje meer bij van
een paard, dat schrikte. De Limburg-
sche paarden weten niet meer, of het
hoort zoo, dat ze door het water plon
sen.
Heel 't vrome Limburg dankt God,
dat Hij ons zoo'n Landsvrouwe schonk.
Een belofte en een handdruk.
Er wordt nog al wat gefantaseerd,
natuurlijk.
De veerman bij Heerlen, Z. W. van
Roermond zou verdronken zijn.Hij leeft
gelukkig nog. Dan is het zijn zoon.
Doch hij verscheen zelf.
Een meisje te Venlo is opgevischt;
heette het toen weer. Doch de luitenant
der mariniers aldaar verzekerde ons,
dat er gelukkig, geen sprake van was.
Later vond men in de Maas drijven
de een vrouw, tusschen twee koeien
In: de ketting zat nog om haar handen.
Hopen we, dat ook dit niet waar is, al
werd ons verzekerd, dat men zelf den
man gesproken had, die het had ge
zien.
Intusschen bleek wel wadr het haast
ongeloofelijke bericht, dat een man te
Venlo plotseling aan de Koningin gra
tie vroeg. De omstanders verhaalden
ons, hoe H. M. hem bemoedigend aan
sprak met de belofte: gij krijgt tijding;
hoe zij bet verzoek aan den Burge
meester deed om het geval te noteeren.
Aardig was ook de wijze, waarop de
Koningin een marinier behandelde. Zij
liet zich te Venlo naar de meest ge
teisterde buurt St. Jacob roeien. Toen
ze van de vlet op den vonder zou stap
pen, gaf de roeier haar gracieuselijk de
hand.
FEUILLETON.
Kathlyn Barrington.
27) -
Hij nam een steen en hamerde daar
mede op de deur. Forsyth liep vlug
de ladder af. „Het is in ordef', zei hij
„Daar is maar één man. Hij,, heeft een
brief. Misschien komt hij vafri Li-'Weng
Ho, hoewel hij draagt *niet de uni
form van den mandarijn." Weer werd
er geklopt en Forsyth opende de deur.
De Chinees overhandigde hem den
brief. „Dokter Forsyth, van Missie Bar
rington."
Forsyth's oog glinsterde bij het in
ontvangst nemen van den brief. Onder
ihet lezen evenwel verbleekte hij en
een ernstige trek kwam op zijn ge
zicht.
„Kom even hier" zei hij tot den
wachtenden boodschapper, „ik zal je
antwoord mee terug geven."
De Chinees stapte op zij, en terwijl
Dr Wang-iHü die poort weer sloot, be
gon Forsyth in den tuin heen en weer
te stappen. Nadat Wang-Hi dit ceni-
gen tijd had aangezien, ging hij naar
hem toe.
„Slecht nieuws, Fonsyth?" vroeg hij
belangstellend.
„Ja" antwoordde Forsyth, en vervolg-
Ög_qpgewpnden; „Wang-Hi, de manda
rijn en Barrington zijn een paar groo
te schurken."
Daar heb ik nooit aan getwijfeld"
antwoordde Wang-Hl kalm. „En wie
van de twee de grootste is, weet ik
nog niet."
„Dan zal ik je het zeggen. Het is
Barrington. Hij is een doortrapte
schelm. Deze brief is van juffrouw
Barrington en daarin verzoekt ze mij
om haar te helpen. Haar vader wil
ihaar blijkbaar aan Li-Weng-Ho ver-
koopen. als hij dat tenminste nog
niet gedaan heeft. Ze vraagt, of ik
haar behulpzaam kan zijn met den
afreis in de sampan van de zending."
iWang-Hi dacht een oogenblik na en
zei toen: „Ben je er zeker van, dat
de brief van juffrouw Barrington is?"
„Beslist."
4En is het niet mogelijk, dat het
een hinderlaag is? Dat zij
„Wang-Hi!" riep Forsyth op veront
waardigden toon.
„Ik weet, dat deze vraag je niet
prettig aandoet" antwoordde de Chi
nees kalm. „Maar het is nooit kwaad,
voorzichtig te zijn en alle mogelijke
onderstellingen te maken."
„Dat juffrouw Barrington een hin
derlaag voor mij zou leggen, is onmo
gelijk" antwoordde Forsyth met over
tuiging.
„tls mogelijk" antwoordde de Chi
nees. „Ik geloof zelf ook, dat je ge
lijk hebt. Maar in dergelijke omstan
digheden is er niets verloren, als we
de voorzichtigheid in acht nemen. Ik
denk, dat, als ik even praat met den
boodschapper, ik voldoende te wetén
kan komen."
„Ga je gang, dan zal ik ondertus-
schen overwegen wat mij te doen
staat" gaf Forsyth ten antwoord.
Voortdurend drentelde hij heen en
weer, izelfs nog. toen Wangi-Hi al
terugkwam. „Zonder e enigen twijfel
heeft juffrouw Barrington den brief
verzonden" zei deze. „Ik heb den be
diende ondervraagd en zou het wel
ontdekt hebben, als hij onwaarheid
sprak."
„Voor mij is het ook overduidelijk,
hoe het antwoord moet zijn. Ik kan
juffrouw Barrington niet overlaten aan
de slechte plannen van die twee boos
wichten en op die wijze overleveren
aan het afschuwelijke van een Chi-
neesch huwelijk. Ik moet haar helpen.
En ik heb een plan bedacht. We zul
len de zen dings sampan voor haar
klaar maken en dan zal ik haar be
hulpzaam zijn in het verlaten van het
huis van Barrington. Als ik haar vei
lig en wel aan boord van de sampan
heb, Is om ik hier weer terug.
Maar 't za! gevaarlijk voor je zijn
je cp straat te vertoonen" wierp Wang
Hi T-.-.-n
,.v is iel 't* i? Tk krui en
kele kledingstukken van je aantrek
ken. Men zal mij zoo gauw niet op
merken, te minder na de drukte van
vanmiddag. Binnen een uur hoop ik
terug te zijn. 'kZal nu even antwoor
den cn als jij Ching dan ondertus-
chen waarschuwt de boot in orde te
maken voor een reis naar Canton
hebben we daarmee geen oponthdhd
mee" Zeg hem, dat hij het direct doet,
want zoo spoedig mogelijk moet de
boot kunnen vertrekken."
De boodschapper wachtte en haastig
schreef Forsyth een briefj^, waarin
hij Kathlyn zijn plannen in het kort
uiteenzette. Zij moest zorgen klaar te
zijn, om; zoodra hij drie tikken op
de achterpoort zou geven deze te ope
nen en hem te volgen. Hij sloot den
brief en overhandigde hem den be
diende, wien hij tegelijk een geldstuk
in de hand liet glijden. Deze nam zon-
idler eenige aarzeling beide in ont
vangst en nadat hem de poort was
geopend, vertrok hij. Nauwelijks was
hij uit het gezicht, of hij grijnslachte,
zich vroolijk makend over de dubbel
zinnige rol dien bij speelde.
Nog niet lang was de duisternis ge
vallen, toen Forsyth, als Chinees ge
kleed, het huis verliet. In plaats van
door de poort te gaan, klom hij over
den muur en begaf zich naar het huis
van Leiand Barrington. Dichtbij geko
men, vervolgde hij voorzichtig en on
hoorbaar zijn weg. Nauwkeurig keek
hij rond, maar bespeurde geen onraad
Alles was stil. Met het heft van zijn
mes klopte hij één keer op de poort
Luid klonk het door de stilte van den
tuin. Weer hief hij de hand op. om
nog eens te kloppen, toen hij aan zijn
linkerzijde iets hoorde bewegen. Nog
had hij het hoofd dien kant niet heen
gedraaid, toen hij ook rechts van zich
iets hoorde, en vóór dat hij zich kon
bewegen, of iets kon doen, om zich te
verdedigen, sprong een donkere gestal
te om hem toe, en voelde hij een paar
handen met lange scherpe nagels zich
om zijn keel klemmen. Wanhopig ver
dedigde hij zich. Daar kwam evenwel
ee.n tweede vijand aan. Hij voelde nog
dat hij met een zwaar" voorwerp op
het hoofd werd geslagen en verloór
toen het bewustzijn Nauwelijks be
merkten zijn aanvallers dit, of ze ston
den op en bonden hem vlug, maar ste
vig de handen en voeten.
Ondertusschen wachtte Kathlyn Bar
rington, vol angst en vrees aan den
anderen kant der deur. Den eersten Lk
had ze gehoord. Inplaats evenwel van
nog twee tikken te hooren. vernam tê
een rumoer van vechten. Een plotse
linge angst beving haar
En toen ook dit geluid ophield gJnf
haar angst over in vrees, dat haar red
der gedood zou zijn.
Wordt vervolgt}.