1 NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 6 JANUARI 1926 TWEEDE BLAD. WAT DE BLADEN ZESSEN Parodie op hei Kerstfeest. Kerstfeest, aldus de R o 11 e r d., heeft de laatste jaren in sommige wereld- sche kringen in „aanzien" gewonnen. Het dreigt St. Nicolaas-feest te ver dringen. Ook de Nederlandsche tijdschriften geven hun Kerstnummers, Kerst-diners worden aangericht^ Kerst-hals worden georganiseerd; Kerst-partijen zijn in de mode. Wat er van de Kerst-viering in deze kringen terecht komt? Laat de Haagsche medewerker van De Telegraaf u verhalen hoe het Haagsche reveillon in de toonaange vende restaurants der residentiestad werd gevierd. Hij geeft deze schets: „Ik ben eerst in Des Indes verzeild en vond er in internationale conglome ratie, onder invloed van het Parijsche esprit van den heer Rey, diplomaten uit de meest exotische landen, te za: men met de Haagsche monde, dansend met een mutsje ophuppelend naar ballonnetjes in duivelsformaat, die bo ven dat, in gewone dagen zoo uiterst gereserveerd en deftig gezelschap, een ironischen satansdans uitvoerden. Menscheen, die gewoonlijk'slechts ^p stoelen zitten, lagen nu op de treden van de statietrap champagne te drin ken. alsof ze nog kinderen waren in Moeders huis. Men zat elkaar te beko gelen, alsof de wijsheid nu in de ledige champagneflesschen werd weggedra gen door de kellnersBij Royal vond ik het al idem idem. Kemper had voor een Kerstman gezorgd, die eerst cadeaux uitdeelde en dan potsierlijk mee ging dansen. Men zong er kerstlie deren op ragtimehuppelde als veu lens in de weiVoelde zich onge geneerd, soms weer in oerstaat, wierp alle vernisjes van conventie onder da- mastgedekte tafels en vergat van lou ter champagnestemming, dat het Kerstfeest washet feest van den Christus. Zoo was het in alle restau rants en café's, waar het groote feest gevierd werd. Is weerzinwekkender, goddeloozer parodie op het feest van Christus' ge boorte denkbaar? KERK EN SCHOOL. NED. HERVi. KERK. Bedankt: Voor Ritthem, J. H. ^Kamsteeg te "s-THeer Hendriks, hinderen. GEREF/' /KRRKEN. Beroepen; /Te Oud- Loosdrecht, pand. J. P. C. ten Brink .te 'Apel doorn. Aangemanren: Naa<- Amersfoort j(vac. A. iM. Donner/', F. A. den Boeft teKramingen. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Zeist, S. van der Molen te Ziefikzee. Bevestiging, Intrede, Aiseheld. -Na met een predicatie over Ezech. 8:17 door Prof. "Honig, van Rampen ,te zijn Gevestigd, tTeecf Zondag 'Cancf. Th.' D el Ie man intrede bij de .Ge ref. "Kerk van .GiessenOud- en Nieuw kerk, en wel met een predicate naar aanleiding van Joh. 1 14. Ds. P'. v. d. Sluis, predikant der Gerëf. 'ÏCerk te Dirkshorn, nam Zondag j.l. afsdheid van zijn gemeente wegens vertrek npar de kerk van Ons- twedde. Tot alscheidstekst was geko men Openb. 2 17. (2e gedeelte/. Ds. T. C. Koningsberger predikant oer Ned. Herv. Gem. te Blokzijl nam Zondag 3 Jan. '26 af scheid van zijn gemeente wegens ver trek naar de Evangelisatie te Amster dam-Noord. Tot afscheidstekst was gekozen Joh. 3 36. Met een pfedicatie over Matth. 6 12 heeft Ds. J. P. van L'eufden, predikant der 'Nëd. Hferv. "Gem. te Oudwoude-Westergeest, TEondag af. scheid van zijn gemeente genomen, we-* gens vertrek naar Siteenwij k. Na door Ds. Altena van Zaan dam te zijn bevestigd, met een .predi catie over Desit. 11 12, deed Zondag Cand. v. d. Zijp intrede bij de Doopsgezinde Gemeente te Zijl dijk. De tekst van zijn intreerede was 2 Cor. 4:5. Ds. B. van Schelven. 4 Januan was het 40 iaar geleden, dat het -Classikaal Bestuur van Am sterdam t achtig lcerkeraadsledea '(Pre" dikanten, ouderlingen en diakenen/ schorste. In zijn gist;ren gehouden vergade ring besloot de Ring Gooiland (Clas sis Amsterdam,) het volgende telegram te zenden aan Ds. B. van Scheiven, em. pred. der Geref. Kerk van Am sterdam „Op clen veertigsten gedenkdag ,Uwer schorsing, betuigen alle aan wezige predikanten van aen Ring Gooi land U hun dank voor Uw kloeken strijd tdt handhaving van het belij dend karakter der Kerken. Van Andel, Mulder, Schelhaas, Ta- zelaar, Tom en Yonkenberg". Ds. T. Bouma. Dezer dagen herdenkt Ds. T. Bou ma, em. Geref. predikant te Rijsen- burg, die drie Zondagen 'smaanas te Poortvliet het Evangelie verkondigt, dat hij 40 jaar geleden in het pre dikambt werd bevestigd te Langer?Jr. Sedert 28 Sept- 1919 is hii'. emeritus. De zaak-Geelkerken. Nu de particuliere synode van Fries land Z. G. bezwaar -gemaakt heeft tegen de bijeenrosping van de Generale Synode, komen ook uit het gebied van Friesland N. G. de bezwaren. Zoo heeft de herberaad van Ferwerd de volgende verklaring Afgelegd, die opgenomen is in het agendum der classis Hallum. „De raad der Geref. Kerk te Ferwerd kennis genomen hebbende, van het af schrift van het besluit van den kerke raad der Geref. Kerk te Assen inzake een buiten/e won e samenroeping der Ge n er ale S nod maakt bezwaar "tegen het feil, dat hij. zich genoodzaakt ziet afgevaardigden te zenden naar en dies mee te werken tot het samenkomen van een buitengewone meerdere vergadering zonder officieel cp de hoogte gebracht te zijn en dus feitelijk iets af te weten van de zaak „de belijdenis en het ge zag der Heilige Schrift rakende", die ter meerdere vergadering met buiten gewonen spoed moet behandeld wor den; en besluit dit bezwaar ter kennis te brengen van de classis Hallum der Gereformeerde Kerken, niet verzoek er •zoo mogelijk mee in te stemmen en liet door te zenden naar de Particuliere Synode Friesland N. G.". Ned. Bijbelgenootschap. Od Vrjidag. 8 lanuari, des namiddags te drie uur, hoopt het hoofdbestuur van het Nederlandsch Bijbelgenoot schap in ds kapel van het Luthersche Diaconessenhuis aan den Koninginne weg 3, te Amsterdam, tot hun dienst werk af te vaardigen de heeren Dr. N. A. C. Slotemaker de Bruine als zendingsconsul naar Batavia en Dr. L'. Onvlee als afgevaardigde ter bijbel vertaling naar Soemba." De samenkomst zal geleid worden kioor den voorzitter, Jhr. L'. Quarles van Ufford, terwijl verder het woord zal worden gevoerd door de heeren Dr. C. WL Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam, oud-zendingsconsul; Ds. K. Wjelenga, oud missionnair predi kant op Soemba; Prof. J. R. blote-- maker de Bruine en de beide afgevaar digden. Artikel 123 R. R. D-e vergadering van missionaire pre- dikanten "en andere zendingsarbeiders op Soemba, (zending van Gereformeer de kerken) nam betreffende artikel 123 regeeringsréglement het volgende voor stel1 aan, nadat door Ds. L. P. Krijger, kiocent aan de opleidingsschool, een re feraat was gehouden over bedoeld arti kel: „De vergadering van missionaire die naren op Soemba" is van oordeel, dat overeenkomstig bet op de Generale Sy node van 1924 desbetreffend ingediende rapport, artikel 123 R.R. geheel, zon der meer, ingetrokken moet worden, en dus de overheid: ie. de Evangelie prediking geheel vrij moet laten en 2. nooit preventief mag optreden door de vestiging van een bepaalde zending op 'een bepaald terrein te verbieden, ten einde z.g. dubbele zending te. weren". Naar een bisschoppelijke regeering? In de Evangelische Kerk in Duitsch- land is, dus schrijft Prof. Bouwman in „Be Eazuin" in de laatste jaren het streven opgekomen cm het episcopale kerkrecht weer in te voeren.. In de eer ste jaren der Reformatie sloten in Prui sen de bisschoppen zich aan bij de Lu thersche Kerk, en bekleedden toeiv on der de landshaeren de plaats van' de consistoriën. In de 16de eeuw werden zij echter geheel vervangen door de consistoriën. In 1816 ontvingen sommige Ganeraal- Super-Intendenten den titel van bis schop, maar deze was slachts een titel zonder ambtsbevoegdheid. Thans wil men aan de Evangelische 'kerk weder aan den Generaal-Superin tendent den titel van bisschop verlee- nen. 1 Dit is niet in overeenstemming met den wensch van Luther. Hij was van oordeel, dat de bisschoppen waren de predikers des Woords en wilde van een hiërarchie in de kerk niets weten. Maar langzamerhand heeft zich in de Lu thersche kerk- een leerstand gevormd, en kreeg men een stand van predikers, die stonden boven het volk. De gemeen ,te had in de Kerk geen invloed. Ouder lingen, die de regeering der kerk oefen den, kende men niet. Zelf3 in de Gereformeerde Kerk, die sedert 1817 met de Luthersche Kerk •tot één kerk „uniert" werd, kon de Ge reformeerde kerkregeering niet gehand haafd worden. Wel heeft'men in latere jaren een kerkinrichting ingevoerd die eenigszins gelijkt op de 'Gereformeerde, maar de organische vertegenwoordiging der kerk iii hare meerdere vergaderin gen wordt in de Evangelische kerk niet- .gevonden. De gedachte zit voor, dat de kerke lijke mandatarissen rtjn vertegenwoor digers van den volkswil. En dat is vol strekt niet in overeenstemming met het Gereformeerde beginsel. De hooge ge dachte, die de Gereformeerde kerkin richting bezielt, dat Christus is de ko ning der 'kerk, en dat de ambtsdragers hun functie namens Christus vervullen op Zijn last, en alleen aan Hem verant woordelijk, kon in de Duitsch-Gerefor meerde kerk zelfs niet -worden beli chaamd. Luthersche inkruipselen heb ben de inrichting der kerk bedorven. Er zijn wel vele predikanten, wier oogen voor dit kwaad geopend zijn, en die gaarne de Gereformeerde kerkin richting zouden willen, maar door da vereeniging met de Evangelische kerk is dit tot nog toe niet mogelijk. En men durft de gedachte van een vrije kerk nog niet aan. De gemeente is daarvoor nog niet toebereid. De band aan de overheid is daarvoor een beletsel. Misschien dat thans, nu door onder scheidene Provinciale Synodes aan de Generale Synode verzocht is aan den Generaal-Superintendent den titel „bis schop" te verleenen, de Gereformeerden in moeilijkheid komen. Dr. KolfhauS' brengt op duidelijke en besliste wijze in de „Èef. Kirchenzeitung" zijn be zwaren tegen dit streven in. Wij hopen dat de oogen onzer Gereformeerde broe ders open zullen gaan, en dat dit hië rarchisch streven in de Evangelische kerk een middel moge wordein, dat in Buitschland een levende em krachtige zuiver Gereformeerde Kerk openbaar worde. Wat denken de Joden van Jezns. Onder de Joden in Amerika is op het oogenblik een dogmatisch geschil gaande," dat zijn oorzaak vindt "in de bekentenis van rabbijn Stephan S. Wise in de Vrije Synagoge te New York, dat de Joden moeten erkennen, dat Jezus Christus heeft geleefd en hem met trots moeten erkennen als een groote filosoof van Israël. De. bond van orthodoxe rabbijnen heeft besloten, rabbijn Wise deswege ter verantwoording te roepen en intus- schen een verklaring gepubliceerd, waar in de rabbijn tot ketter wordt verklaard. Rabbijn Wise heeft onmiddellijk na het ontstaan van het dispuut het voor zitterschap neergelegd van het Ameri- kaansche Palestinafonds, dat pogingen doet om vijf millioen dollar bij elkaar te brengen tot steun aan de Zionisten, doch Louis Lipsky, de tweede voorzit ter, weigerde dit ontslag te aanvaarden prees zijn houding en verzocht hem, op het ontslag teriug'te komen. Rabbijn Wise blijkt intusschen van verschillende zijden steun te ondervin den, o.m. van Nathan Straus?, koopman en millionair, een der grootste Joodsche filantropen van rabbijn Gup, ,van Rhode eiland, rabbijn Tedscne, van Connecti cut, die verklaren, dat Wise gelijk heeft met zijn opvatting en zijn moed en oprechtheid prijzen. Straus heeft zich, aan de zijde van rabbijn Wise scharend, bekend gemaakt dat hij 150.000 dollar aan het Palestina fonds zou schenken, op voorwaarde1,, dat den rabbijn persoonlijk zal worden toegestaan de distributie van 50.00a dollar van deze som te regelen. Dr. Wise staat bekend als een der 'grootste autoriteiten in Joodsche gods dienstzaken. Russellistische dwaasheden. De secte, die zich naar wijlen den. wargeest Russell noemt, beleeft geen genoeglijke dagen, zegt de Luthersche „Wartburg". De zich noemende „ernstige Bjjbel- vorschers" hebben in hun geschrift: „Millioenen van de nu levenden zullen nooit sterven" de enormiteit verkon digd, dat in 1925 de terugkeer van Abra ham, Izaak en Jacob en de profeten des Ouden Verbonds te wachten zou zijn, en wel een „terugkeer uit den toestand des doods tot dien der „vol komen menschelijkheid". Aangekon digd werd op vast verzekerden toon, dat in het najaar van 1925 „het voor beeld zou eindigen en het groote tegen beeld zou beginnen". Toen het jaar 1925 ten einde 'begon te Icopen, verkondigde de leider der beweging, P.utherford, de eenigszins ge wijzigde" meening, dat in elk geval een zeer'duidelijke manifestatie' der genade Gods nog in 1925 of anders zeer spoe dig daarna te wachten zou zijn. Op die wijze wordt alvast de terug tocht voorbereid en de achterdeur open gehouden. Een stem uit de praktijk. De voorzitter van de Kamer van Koop handel te Amsterdam heeft dezer dagen een rede gehoudefn, waarin hij o.m. aandrong cp een practische opleiding. „Allerwegen zoo lezen wij wordt over de geringe bruikbaarheid van een greet deel der door de scholen afgeleverde krachten geklaagd. Indien mén ook een zekere mate van overdrij ving daarin wil aannemen, niet te ontke nen is, dat onvoldoende vakopleiding in hei eene geval, te veel theorie en overbelasting der hersens in het an dere, gebrek aan algemeene kennis en ongeschiktheid tot zelfstandigheid veelal geconstateerd worden. Vpor zoover het onderwijs binnen de werksfeer van deze Kamer valt, kan zrj op nuttige wijze haar aandacht aan deze gewichtige ma terie besteden. DE WATERSNOOD. Aan een correspondentie in onze Rotterdammer, die een eigen ver slaggever naar de geteisterde streken zond is het volgende ontleend: Als een moeder. Waar men ook vol van is, dat is van het bezoek von onze geliefde Koningin. De Limburgers die we gisteren spra ken van wat rang of stand ook, konden er maar niet over uit. De uitdrukking, letterlijk of in synoniem: ze stond als een moeder tusschen 011s in, hebben we tallooze malen gehoord. E11 tranen blonken er in de oogen. „Als je zoo dicht bij de Koningin staat, zei een spoorwegarbeider, dan wordt je anders in je binnenste, dan klopt het hart anders en luider dan ge woonlijk; en mijn roode kameraden zeggen het zoo niet, maar ze zijn pre cies eender! 't Is waarlijk geen wonder. Hier wordt geen belangstelling getoond als die van hen, die in een makkelijke stoel zitten en zeggen: 't is vreeselijk in Brabant en Limburggeef me s.v.p. nog een kopje thee of een biertjeI neen, hier is zelfopoffering, hier is hel denmoed. Wat een moedige vrouw! zoo hoort men allerwegen. Ook al weer geen wonder. De Koningin op den bierwagen. Reeds seinden we, dat het kleine, vergeten dorpje Grevenbicht, ten N.W. van Sittard aan den rechter Maasoever wel het vreeselijkste getroffen is. Zoo erg schijnt het nergens te wezen, be halve dan nu in Beugen. De Maas maakt daar een scherpe bocht, en juist in dien hoek bezweek de dijk en bruiste en kookte het water met 'n val van 10M. naar beneden, een AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 6 Januari 1926. Dat er zoo een en ander veranderd is de laatste jaren, bleek me gisteren nog weer uit de toespraak, die de bur gemeester van Alkemade hield tot den jubileerenden gemeenteontvanger. Een kwart eeuw geleden, zoo vertel de hij was het aantal belastingplichti gen 490 en nu is het 1500. Een mooie vooruitgang. Wie nu echter meenen mocht, dat door het grooter aantal lastdragers de persoonlijke lasten verminderd zouden zijn, vergist zich. De opbrengst der belastingen steeg n.l. in het zelfde tijdvak van f 3125 tot f 117000, of gemiddeld per belasting plichtige van ruim f 6 tot f 74. Geen wonder, dat er over de zware lasten geklaagd wordt. Want Alkemade is in dit opzicht vol strekt geen uitzondering, helaas! OBSERVATOR nieuwe bedding, borend, schurend en uithollend precies midden door hrt dorp. De eene helft werd dan ook let terlijk weggeschoven; vernielde en ver warrelde in de kokende golven; en het mag een wonder heeten, dat er geen menscnenlevens te betreuren zijn, al werden velen met de grootste moeite en levensgevaar voor anderen, gered. Een oude man zijn pendant woont in Ooi wilde stijfhoofdig, zijn hoeve niet verlaten. Hij moest met geweld gehaald worden en trok zich dat zoo zeer aan, dat zijn verstand gekrenkt is. Hier ging talloos vee verloren en is de schade enorm. En hier vertoonde de Koningin zich zoo spoedig mogelijk. De auto's gaven het al spoedig op; anderen lagen reeds vermorzeld aan den weg; en dus moest van de marine- vletten gebruik gemaakt worden De mariniers, over wie wij niets dan goeds hooren, die de harten der Lim burgers stormenderhand veroverden, vonden, dat de Koningin het niet wa gen moest: zij kon de meest ernstige punten niet bereiken. Hoe zijt gij er gekomen, vroeg H. M. de Koningin. Op een vlet, Majesteit. Dan ga ik er ook op een vlet of op een andere wijze heen, was het ant woord. En zij ging. Maar ver kwam men ook per vlet al niet meer. Dan 11.aar iets anders. En toen haalde Pierre Sians een hooge, tweewielige bierbrouwers- kar en daarop reed de Koningin door de golven. Daar hoeft geen franje meer bij van een paard, dat schrikte. De Limburg- sche paarden weten niet meer, of het hoort zoo, dat ze door het water plon sen. Heel 't vrome Limburg dankt God, dat Hij ons zoo'n Landsvrouwe schonk. Een belofte en een handdruk. Er wordt nog al wat gefantaseerd, natuurlijk. De veerman bij Heerlen, Z. W. van Roermond zou verdronken zijn.Hij leeft gelukkig nog. Dan is het zijn zoon. Doch hij verscheen zelf. Een meisje te Venlo is opgevischt; heette het toen weer. Doch de luitenant der mariniers aldaar verzekerde ons, dat er gelukkig, geen sprake van was. Later vond men in de Maas drijven de een vrouw, tusschen twee koeien In: de ketting zat nog om haar handen. Hopen we, dat ook dit niet waar is, al werd ons verzekerd, dat men zelf den man gesproken had, die het had ge zien. Intusschen bleek wel wadr het haast ongeloofelijke bericht, dat een man te Venlo plotseling aan de Koningin gra tie vroeg. De omstanders verhaalden ons, hoe H. M. hem bemoedigend aan sprak met de belofte: gij krijgt tijding; hoe zij bet verzoek aan den Burge meester deed om het geval te noteeren. Aardig was ook de wijze, waarop de Koningin een marinier behandelde. Zij liet zich te Venlo naar de meest ge teisterde buurt St. Jacob roeien. Toen ze van de vlet op den vonder zou stap pen, gaf de roeier haar gracieuselijk de hand. FEUILLETON. Kathlyn Barrington. 27) - Hij nam een steen en hamerde daar mede op de deur. Forsyth liep vlug de ladder af. „Het is in ordef', zei hij „Daar is maar één man. Hij,, heeft een brief. Misschien komt hij vafri Li-'Weng Ho, hoewel hij draagt *niet de uni form van den mandarijn." Weer werd er geklopt en Forsyth opende de deur. De Chinees overhandigde hem den brief. „Dokter Forsyth, van Missie Bar rington." Forsyth's oog glinsterde bij het in ontvangst nemen van den brief. Onder ihet lezen evenwel verbleekte hij en een ernstige trek kwam op zijn ge zicht. „Kom even hier" zei hij tot den wachtenden boodschapper, „ik zal je antwoord mee terug geven." De Chinees stapte op zij, en terwijl Dr Wang-iHü die poort weer sloot, be gon Forsyth in den tuin heen en weer te stappen. Nadat Wang-Hi dit ceni- gen tijd had aangezien, ging hij naar hem toe. „Slecht nieuws, Fonsyth?" vroeg hij belangstellend. „Ja" antwoordde Forsyth, en vervolg- Ög_qpgewpnden; „Wang-Hi, de manda rijn en Barrington zijn een paar groo te schurken." Daar heb ik nooit aan getwijfeld" antwoordde Wang-Hl kalm. „En wie van de twee de grootste is, weet ik nog niet." „Dan zal ik je het zeggen. Het is Barrington. Hij is een doortrapte schelm. Deze brief is van juffrouw Barrington en daarin verzoekt ze mij om haar te helpen. Haar vader wil ihaar blijkbaar aan Li-Weng-Ho ver- koopen. als hij dat tenminste nog niet gedaan heeft. Ze vraagt, of ik haar behulpzaam kan zijn met den afreis in de sampan van de zending." iWang-Hi dacht een oogenblik na en zei toen: „Ben je er zeker van, dat de brief van juffrouw Barrington is?" „Beslist." 4En is het niet mogelijk, dat het een hinderlaag is? Dat zij „Wang-Hi!" riep Forsyth op veront waardigden toon. „Ik weet, dat deze vraag je niet prettig aandoet" antwoordde de Chi nees kalm. „Maar het is nooit kwaad, voorzichtig te zijn en alle mogelijke onderstellingen te maken." „Dat juffrouw Barrington een hin derlaag voor mij zou leggen, is onmo gelijk" antwoordde Forsyth met over tuiging. „tls mogelijk" antwoordde de Chi nees. „Ik geloof zelf ook, dat je ge lijk hebt. Maar in dergelijke omstan digheden is er niets verloren, als we de voorzichtigheid in acht nemen. Ik denk, dat, als ik even praat met den boodschapper, ik voldoende te wetén kan komen." „Ga je gang, dan zal ik ondertus- schen overwegen wat mij te doen staat" gaf Forsyth ten antwoord. Voortdurend drentelde hij heen en weer, izelfs nog. toen Wangi-Hi al terugkwam. „Zonder e enigen twijfel heeft juffrouw Barrington den brief verzonden" zei deze. „Ik heb den be diende ondervraagd en zou het wel ontdekt hebben, als hij onwaarheid sprak." „Voor mij is het ook overduidelijk, hoe het antwoord moet zijn. Ik kan juffrouw Barrington niet overlaten aan de slechte plannen van die twee boos wichten en op die wijze overleveren aan het afschuwelijke van een Chi- neesch huwelijk. Ik moet haar helpen. En ik heb een plan bedacht. We zul len de zen dings sampan voor haar klaar maken en dan zal ik haar be hulpzaam zijn in het verlaten van het huis van Barrington. Als ik haar vei lig en wel aan boord van de sampan heb, Is om ik hier weer terug. Maar 't za! gevaarlijk voor je zijn je cp straat te vertoonen" wierp Wang Hi T-.-.-n ,.v is iel 't* i? Tk krui en kele kledingstukken van je aantrek ken. Men zal mij zoo gauw niet op merken, te minder na de drukte van vanmiddag. Binnen een uur hoop ik terug te zijn. 'kZal nu even antwoor den cn als jij Ching dan ondertus- chen waarschuwt de boot in orde te maken voor een reis naar Canton hebben we daarmee geen oponthdhd mee" Zeg hem, dat hij het direct doet, want zoo spoedig mogelijk moet de boot kunnen vertrekken." De boodschapper wachtte en haastig schreef Forsyth een briefj^, waarin hij Kathlyn zijn plannen in het kort uiteenzette. Zij moest zorgen klaar te zijn, om; zoodra hij drie tikken op de achterpoort zou geven deze te ope nen en hem te volgen. Hij sloot den brief en overhandigde hem den be diende, wien hij tegelijk een geldstuk in de hand liet glijden. Deze nam zon- idler eenige aarzeling beide in ont vangst en nadat hem de poort was geopend, vertrok hij. Nauwelijks was hij uit het gezicht, of hij grijnslachte, zich vroolijk makend over de dubbel zinnige rol dien bij speelde. Nog niet lang was de duisternis ge vallen, toen Forsyth, als Chinees ge kleed, het huis verliet. In plaats van door de poort te gaan, klom hij over den muur en begaf zich naar het huis van Leiand Barrington. Dichtbij geko men, vervolgde hij voorzichtig en on hoorbaar zijn weg. Nauwkeurig keek hij rond, maar bespeurde geen onraad Alles was stil. Met het heft van zijn mes klopte hij één keer op de poort Luid klonk het door de stilte van den tuin. Weer hief hij de hand op. om nog eens te kloppen, toen hij aan zijn linkerzijde iets hoorde bewegen. Nog had hij het hoofd dien kant niet heen gedraaid, toen hij ook rechts van zich iets hoorde, en vóór dat hij zich kon bewegen, of iets kon doen, om zich te verdedigen, sprong een donkere gestal te om hem toe, en voelde hij een paar handen met lange scherpe nagels zich om zijn keel klemmen. Wanhopig ver dedigde hij zich. Daar kwam evenwel ee.n tweede vijand aan. Hij voelde nog dat hij met een zwaar" voorwerp op het hoofd werd geslagen en verloór toen het bewustzijn Nauwelijks be merkten zijn aanvallers dit, of ze ston den op en bonden hem vlug, maar ste vig de handen en voeten. Ondertusschen wachtte Kathlyn Bar rington, vol angst en vrees aan den anderen kant der deur. Den eersten Lk had ze gehoord. Inplaats evenwel van nog twee tikken te hooren. vernam tê een rumoer van vechten. Een plotse linge angst beving haar En toen ook dit geluid ophield gJnf haar angst over in vrees, dat haar red der gedood zou zijn. Wordt vervolgt}.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5