PUROL er op!
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 JANUARI
abetting de or ec-n of twee mati onmo-
xügeval van brand is wel bekend wie
Dranumeesters zijn, maar bovendien zal
een naamlijst in het spuithuis worden
opgenangen, t rwijl daar cok steeds
twee aiarmfluiten aanwezig zijn.
Aar tcin Bakhuis ko nt tnans ter ver
gadering evenals wethouder S. Scho
ne vela en de muziekvereeniging j,Wil
lie •mina' welke allen door den voorz.
wciuen welkom geheeten.
xvapitein Bakhuis, aan wién direct het
wooru wordt verleend, zegt hier te zijn
gekomen met een bijzondere opdracht,
een, die hem uit het hart is gegrepen,
omdat het gelat een persoon, die zich
voer oe burgerwacht buitengewoon ver
diensteiijk heeft gemaakt, te huldigen.
Spr. bedoelt den commandant, den
heer C. Haasnoot, voor de burgenvacht
ue ware commandant, die niet ontbeerd
kan woraeir. De heer Haasnoot heeft
getoond een trouwe waker te zijn voor
het gemeene best, en iemand, die in tijd
van gevaar een trouwe hulp zal zijn
voor den burgemeester, het wettig ge
zag. Dat dit gevaar maar niet denkbeel
dig is, toonde spr. uitvoerig aan, met
ervaringen uit rijn leven,, couranten
berichten, de wceangen in groote steden
en op werkplaatsen," maar sommige bur
gmvachten, Spy. noemt er enkele bti
name, werden bij gebrek aan steun,
ook moreelen steun, vaak opgedoekt.
In Rijnsburg blijft, men echter pa
raat en daarom brengt spr. comman
dant en bestuur van dei burgervacht
hulde. Gaarne stelt spr. den comnan-
riant als «voorbeeld vpor iedereen, ook
voor vele hooggeplaatsten. Juist loor
zijn greoten eenvoud is het alleen loor
Zijn capacitejten, dat hii .respect noet
afdwingen. Spr. rekende het zich tot
een eer, als welverdiende hulde den
Commandant het kruis van verdinste
te mogen uitreiken.
In Den Haag is dit kruis uitgeeikt
aan generaals en hooggeplaatste per
sonen, die het zich tot een eer reen
den, dit te mogen ontvangen.
Terwijl kapitein Bakhuis thans den
heer Haasnoot het kruis o_p de >orst
spelde, speelde de muziek van „Whel-
inina" het Wilhelmus.
Vervolgens reikte kapt. Bakhui het
diploma uit, alsmede een schrijve] van
den Ned. Bond van Vrijwillige Brger-
wachten, waarbij deze bond, coman-
dant en bestuur met deze onderhei-
ding geluk wenscht en hen aamoort
op "den ingeslagen weg voort te gai.
Op voorstel van kapt. Bakhuisverid
hierna een luid hoera uitgebract op
H. M. de Koningin.
Vervolgens hield kapt. Bakhui nog
een opwekkende rede om de b'ger-
svacht trouw te blijven steunen, twijl
spr. er nog eens uitdrukkelijk op'ees,
dat de tegenpartij nog immer aa het
wroeten is. Als staaltje van de erk-
wijze dezer tegenpartij reikte spiaan
alle aanwezigen een overdruk ui\,De
Vaderlander-' uit, getiteld: „De este
3er Gojim, doodt hen".
De Voorzitter, na den heer Haaoot
<e hebben gefeliciteerd, dankte apt.
Bakhuis voor zijn goede meening vi de
ftijnshurgsche burgerwacht, en spuit
je de hoop, 'dat deze 'tevreden blï|
t/e burgemeeste gevoelde zich ocge-
Itrongen, op ui tl, voor den heer "Haaoot
nivergetehjk oogenblk een woo te
spreken.
De onderscheiding aan den heeraas
(ïoct verleend, is een eer voor gehi de
plaats, maar ook voor spreker alsere
voorzitter, in het bijzonder.
Spr. hoopte, dat de heer Haasno tot
in lengte van dagen op dit gla?ijk
^ogenblik mag terugzien.
De burgemeester zeide ook mege-
aoegen den kapitein hier te hebbeont
jnoet, die in zijn krachtige ener-
nanende rede het dringend-noodig<an
ïe burgerwacht had aangetoond.
Spr. "uitte den wensch, dat deze de
allen deed besluiten, hun krachteian
ïe burgerwacht te blijven geven.
Deze" woorden werden met aptis
kapitein Bakhuis flankte voorts«1
üeer P. van Delft voor de muziekn-
Siers door zijn vereeniging ten gehe
gebracht en uitte de hoop, dat de gle
Samenwerking met de burgerwacht .g
bljjven bestendigd.
De heer P. van Delft beantwooe
leze toespraak en zeide verheugce
zijn, thans de burgerwacht, die hq e
een lang leyeti toewenscht, ter
te kunnen zijn.
Tenslotte vroeg; nog de heer Scm-
veld het woord, niet namens het -
meentehestuur, want dat had de V
gemeester al gedaan,* maar als lid i
ue burgerwacht. Spr. noemde zicii i
*eeu erg actief lid, maar hij hoo,
dat het bestuur in zijn lid-zijn e
bewijs zag voor zijn medegevoelen v
de burgerwacht. Wanneer de bemn
van de burgerwacht bij B. en W.Kj
dedigd moeten worden, kan rij ze
op zijn öteun rekenen.
Het tintelend woord van Kapt. E
huis deed bij spreker een onaange
me gedachte opkomen. Niet ten onr
te wordt van particulieren, en geme
ten veel ateun verwacht^ en ook
Raad van Rijnsburg deed in dezen
plicht. #t
Waar echter het rijk zien hoe lan
hoe meer terugtrekt bij steunverleen
moet dit ontmoedigend werken op
gemeenten. Spr. vraagt, of het niet 1
gelijk is,'in die richting werkzaam
zijn .opdat daarin verandering kol
"wat spr. zeer op prijs zou stellen.
Kapitein Bakhuis zette uitvoerig
een, hoe in die richting steeds wo
gewerkt, wat vaak met veel strijd
moeite gepaard gaat. Helaas is n
echter vaan machteloos, watook w
een uitvloeisel is van dp strijdmethi
der tegenpartij.
Zelfs indien alle steun zou ophoiK
zou spr. toch nog ieder opwekken 2
de handen uit de mouwen te steken
cck neg dit offer te dragen.
Voorz. Grimbergen dankte nog e<
de verschillende sureker3 van dez<
avond, alsmede liet muziekgezelschap,
en roemde de offervaardigheid van de
leden, die onlangs bij den aankoop van
buksen weer is gebleken.
Tenslotte, na afloop van het offici
eels gedeelte de vergadering, werd door
den "Sergeant kampwachter Schouten
nog een voordracht gedaan, terwijl de
muziek ter afwisseling nog eenige num
mers deed hooren.
In de Dinsdag alhier, onder
voorzitterschap van Dr. EI. G. Jon
ker g.ehouden vergadering van de
(Vereeniging „Ziekenhulp", kon d_e 'Se
cretaris, de heer S. Schoneveld, we
der met dankbaarheid gewag ma
ken van den zegenrijen arbeid van
zuster H. van Vreeswijk, door wie
niet minder dan 4849 ziekenbezoe
ken werden afgelegd en waarbij zij
weder opgewekt en met niet vér-
flauwenden ijver haar krachten in
dienst der vereeniging stelde. Ook
den doktoren werd dank _gebracht
voor hetgeen door hen in liet be
lang der vereeniging werd verricht.
De penningmeester, de héér W.
D. v. d. Gugten, merkte mee blijd
schap op, dat het batig saldo ad
f 944,grooter was dan vorig jaar,
wat de laatste jaren nimmer kon
worden gezegd, omdat het stéédsvér
minderde. Spr. hoopte dat dit blij
vend was, en het ook hier zou zijn:
„Luctor et Emergo".
Onder waardeering voor de Ac
tiviteit van den magazijinmeestér, dén
'heer W|. L'. v. d. Gugten, kon wor
den geconstateerd, door dé commis
sie van Inspectie, bij' monde van
den heer N. v. Ëgmond "Wpzn., dat
de materialen in ordé zij'n bévon-
den.
Herkozen werdén als Bést uurslid
de heer W|. L. v. d. Gugten én
ials leden van de commissie van In
spectie de heeren G. Vos, Thi.
Paauw en N. v. Egmond Wjzn.
Namens het bestuur deelde de
voorzitter mede, dat geen ziekenauto
in eigen beheer zou worden geno
men, omdat de financiën dit niet
toelaten.
De heer A. A. de Vlieger,
kommies bij de belastingen, te 01-
denzaal is met ingang van 1 Ja
nuari a.s., in gelijke betreking hier
geplaatst.
Alhier is f 800,gecollec-
ten bate van de armen der Ned.
Herv. Gemeente.
GEMENGD NIEUWS.
EEN ERNSTIGE WATERSNOOD.
Verschillende dijken doorgebroken.
De treinenloop in Zuid-Limburg
gestaakt.
De Koningin naar de bedreigde streken
Een ernstige watersnood waarvan
wij in het vorig nummer enkele bijzon
derheden gaven, heeft tal van plaatsen
in het land getroffen.
Wij laten een deel van de vele berich
ten uit het geteisterde gebied hier vol
gen.
Zooals wij Donderdag reeds meldden
was bij Overasselt de dijk doorgebro
ken, wat een groote consternatie gaf.
Paarden en vee werden uit de stal
len den polder ingejaagd in de boop,
dat ze zelf het water zouden ontvluch
ten. In de woningen werd het klein
vee, varkens en kippen, naar de zolders
gebracht en ook de menscben zochten
daar een veilig heenkomen.
Binnen een half uur was geheel het
laagst gelegen gedeelte der gemeente
Overasselt—Nederasselt—Balgoy door
het klotsende water overstroomd. Het
gemeentehuis staat midden in den on-
afzienbaren plas.
Met een enkele schuit, die bij hoogen
waterstand dienst doet aan den Beer-
schen Overlaat, moest het reddings
werk worden ondernomen. Een enkel
stuk vee, paarden en koeien, konden
op het droge worden gebracht, doch
wanneer niet spoedig hulp komt, zal
een groot deel van het vee verdrinken.
Inmiddels is naar alle zijden om hulp
gevraagd, maar toen het donker werd,
was deze nog niet ter plaatse aange
komen.
In het overstroomde gebied, dat hon^
derden hectaren omvat een zeven-
tien-tal dorpen worden door de ramp
geteisterd zitten nog bijna overal de
menschen op hun woningen. In de ge
meente Overasselt had men des avonds
peen tlectrischen stroom, zoodat mui
in het donker den bangen nacht tege
moet gaat.
Men maakt er zich nog bezorgd over
hoe men de menschen in het over
stroomde gebied, wanneer zij niet ge
dwongen worden hun woningen te ver
laten, van voedsel zal kunnen voorzien.
Komt er niet spoedig redding, dan is
het ergste te vreezen, vooral wijl de
woningen het' niet lang zullen uithou
den tegen den golfslag van het water,
dat nog steeds door den wind wordt op
gestuwd.
Voor zoover op het oogenblik de
ramp is te overzien, overtreft zij die
van 1860, toen ook het Land van Maas
en Waal door een doorbraak werd ge
teisterd.
Aan Lettel aas van den Telegraaf-cor-
respondent is het volgende ontleend:
Als een vies, grauw, trar.g, grijs mon
ster sleept het water over het land, van
Maas en Waal. Bruisend stroomen de
ziedende, meedoogenlooze golven door
de dijkbreuk en komen dan schijnbaar
tot rust in de ontstane zee, waaruit
daken van huizen en boomen opsteken.
Doch clan eerst begint zijn verrader
lijk werk. Het gaat in stille golven het
Land van Maas en Waal overvloeien;
alles is gedoemd onder den zich staag
uitbreiclenden waterspiegel te worden
verzwolgen.
't Golft over Wijchen, Leur, Bergha-
ren, sluipt op Druten aan, op Afferden,
waar zich de slooten reeds vullen, waar
men morgen een vollen meter water
verwacht. Het gaat naar Druten-Dreu-
mel, naar Hernen en naar Alphen. Dan
zal het Land van Maas en Waal één
groot meer zijn.
In de verte zien wij over het land van
Maas en Waal in den grijzen middag
een witte streep aankomen. Dat is het
aanjagende water, dat meedoogenloos
en traag het land aan het opsluiten is.
Bij Leeuwen staat een gedenkteeken
van het bezoek van Koning Willem III
ter gelegenheid van de overstrooming
van 1861, toen o.a. Johanna Verbeek op
eeen ijsschots werd meegevoerd en
zich dagenlang voedde met drijvende,
vruchten. Daarbij hebben kermiswa
gens hun huisjes op wielen voorloopig
in veiligheid gebracht. Overal loopen
koeien, paarden, varkens en schapen
op den weg, die het verkeer hopeloos
stremmen.
In de slooten, die vaak droog staan,
gist nu het bruisende kokende en bor
relende water. Kraaien zitten bij troe
pen sinister op het land en voeden zich
met vreugde met ondergrond9che die
ren, die door het water naar boven wor
den gedreven. Een vervolgt er zelfs een
vluchtende baas. Een lugubere stem
ming zweeft over dit land. De zon gaat
schuil in mistbanken.
Van alle kanten komen de menschen
met wagens met huisraad en bedde-
goed; honden loopen gewillig mee. Een
kind zit met angstvallige zorgvuldig
heid naast een kat.
Uit Horsten werd Vrijdag geschre
ven:
Het café „De Wolfskuil ligt diep in
het water. Man en vrouw staan er bij
te huilen. „Het hardste oogenblik",
klaagde de,man, was, toen ik met mijn
zes kinderen dit goede huis moest ver
laten. Vanmorgen was t nog 'droog,
doch er zitten nu nog zestig kippen in
het hok en ik kan er niet bij komen.
Maar mijn varkens zijn alle gered."
De veldwachter, die hier iets hooger
woont, heeft zijn vrouw met zes van de
elf kinderen naar den dijk gezonden.
Hij hoopt, dat het huis droog zal blij
ven, weet echter niet, dat de ingenieurs
reeds hebben berekend, dat bier mor
gen meer dan een meter water zal
staan
De contouren van het kerkje van
Horsten verduisteren tegen den hemel.
De nacht heeft zijn intrede gedaan.
Snel gaan wij terug naar Nijmegen.
Overal langs den weg is nog leven. Op
het land is men nog bezig varkens,
koeien, paarden en schapen naar de
dijken te voeren.
Morgen zal ook dit land een einde
loos meer zijn.
Uit Ravenstein werd gisteren
nog geseind:
De spoordijk is doorgebroken.
Het treinverkeer is stopgezet en een
pendelverkeer RavensteinDen Bosch
en Wfchen—Nijmegen ingesteld. Het
water kwam meer en meer op en be
reikte eindelijk de rails. Tegen midder
nacht had de eerste doorbraak plaats.
Het water drong onder den dijk door
en plotseling scheurde deze. Kubieke
nieters zand verdwenen irn de diepte.
De ramp was voltooid: het geheele land
van Maas en Waal wordt thans over
stroomd. Welk een droeve Oudejaars
nacht.
Rechts van den brekenden spoordijk
het reeds overstroomde land, links de
polder, waarin thans het Maaswater
met donderend geweld stort, alles ver
nietigende wat de stroom in zijn vaart
tegenkomt. Nimmer is een dergelijke
waterramp bij menschenheugenis voor
gekomen.... In de verte schijnen bo
ven den donkeren vloed eenige lichtjes
van de zolders van boerderijen, waar
de menschen in angst en vreeze den
dag afwachten ,die wie weet welke
verschrikkingen zal brengen. Aan de
andere zijde stroomt het water naar de
vreedzame landhoeven, waar men door
klokkengelui gewaarschuwd, in den
Oudejaarsnacht het vee de dijken op
brengt, zijn have en goed in veiligheid
stelt en zich gereedmaakt te vluchten
voor den waterwolf, die steeds voor
waarts dringt. Hier zullen de ver
schrikkingen nog grooter worden want
het land loopt af naar den hoek van
Maas en Waal en daar wordt de diepte
dus grooter.
Een spoorwegautoriteit deelde mede,
dat naar zijn meening, eerst minstens
twee maanden na het vallen van het
water, het normaal verkeer weder her
steld 2al kunnen zijn.
De telegraafpalen hogen over en
knapten af, waardoor het telegraaf- en
telefoonverkeer met Nijmegen verbro
ken werd. Een binnenzee is zich bezig
te vormen, die zich naar de zijde van
Dreumel en Druten voortdurend uit
breidt.
Tegen zeven uur gistermorgen stond
Batonburg in het water, evenals Leur,
Weidra was het water in de omgeving
van Hernen. Dit dorp ligt betrekkelijk
hoog en de hoeren brachten op den
Kloosterberg het vee in veiligheid. In
Horssen, waar het water «dra naderde,
zijn door monteurs van de Rijkstele
graaf uit Tiel de toestellen van het te
legraaf- en telefoonkantoor naar den
zolder gebracht. Hier is het telegraaf
kantoor ingericht en werkt alles
uitstekend. Appeltern raakte tegen 3
uur onder water; het postkantoor werd
naar een hooger gelegen lokaal over
gebracht. Vandaag zullen vermoedelijk
nog Alyt^orst en Puyflijk en de dorpen
langs de- Maas onderloopen. Alphen en
Maasbommel, Leeuwen, Druten, Wa-
mel, Heerewaarden en Dreumel zullen
later volloopen. Vooral de laatste plaat
sen zullen het zwaar te verantwoorden
krijgen.
Op den Maasdijk werd het vee voor
loopig opgesteld en vandaar werd het
met ponten naar de overzijde gevoerd;
om in de dorpen in bet land van Raven
stein tijdelijk gestald te worden. Vele
boeren bleken van hetgeen te gebeuren
stond niets af te weten en werden eerst
's morgens, toen zij naar de kerk gin
gen, op de hoogte gesteld. Verschillen
den, gehecht aan hun behuizing, kun
nen zich niet voorstellen, dat het water
komen zal. Zij weigeren zelfs hun vee
in veiligheid te brengen.
Nader wordt nog geseind, dat de dijk
bij Cuyck voor de plaats waar deze in
1920 doorbrak, thans groot gevaar loopt
wederom stuk te slaan. Door de rivier
correspondentie van den Waterstaat
werden gistermiddag de* polderbestu
ren in het land van Ravenstein en ver
derop, waar de Beersche Maas loopt,
gewaarschuwd voor de dreigende door
braak.
Op drie plaatsen dreigt hier gevaar.
Met zandzakken en water heeft men
een kom gemaakt om tegendruk uit te
oefenen. Mocht hier een dijkdoorbraak
volgen, dan zal het gevolg hiervan zijn,
dat het water, na het stadje Cuyck
overstroomd te hebben, naar de Jraver-
sée van de Beersche Maas stroomt,
waarin dan een zeer hooge stand zal
optreden, die gevaar oplevert voor de
langs de traversée gelegen binnenpol-
ders. Dit beteekent, dat, evenals bij het
werken van de Beersche Overlaat, het
gebied tot voor 's-Hertogenbosch, de
z.g. Beersche Maas, overstroomd zal
worden,* doch tevens ten gevolge van
den optredenden hoogen stand, ook de
langsgelegen binnenpolder9.
E a n Noordpoolvlucht. Dei
expeditie der Aviation Society vara
Detcroit, zal naar thans wordt ge-
mei d, den 2len Maaart van Alaska
naar de Noordpool viertreken. De mot.
tor van het vliegtuig zal van het
vertrek af niet (meer tmogen afkoedéni,
de commandant, kapite'm_ Wilins, rej-
kent er op, den motor bijl een tem
peratuur van 04 gr. onder warm
te kunnen houden door toedekking,
met rendiérvellen, waaronder rookl
looze verwarmingslampen worden ge
plaatst. Daar hij verwacht, overal>
tot zelfö aan de Pool toe, robben
aan te treffen, gelooft hij onbepaal
den tijd op het ijs te kunnen leven.
Eerst twee jaren na zijn eventuéél
uitblijven zal een hulp-expeditie uit
gezonden worden.
Een lastige lading. Het
bijna elfduizend ton groote stoom,
vrachtschip „Almelo" van dé K011.
Ned. Stoomboot Maatschappij, dat
van Rotterdam naar Curacao is ver
trokken, voert als lading o.m. een
lichterschip en drie dekschuiten mét
zich mede.
Afgezien van het feit, dat dezé
lading nu niet bepaald allerdaagschj
is, mag de wijze, waarop deze boo
ten aan boord van de „Almelo'- ge
plaatst zijn, een staaltje van goede
stuwadoorskunst heet en. Het 40 ton
zware lichterschip en twee dekschui
ten, elk 25 ton wegende, zijn op
het oorschip van de „Almelo" aan
weerszijden diagonaalsgewijs op de
verschansing geplaatst, zoodat men
gemakkelijk onder deze vaartuigen
in gebukte houding kan doorloopen.
Het achterschiD van den lichter is
met zware kettingen aan den stuur-
boordsmast van de „Almelo" vastge
maakt, terwijl (het voorsdhip op de
zelfde wij!ze aan de laad boomen is
bevestigd.
De twee zolderschuiten, die b'ovea
elkaar zijn geplaatst, worden pp een
dergelijke wijze bevestigd, terwijl één
20 ton zware dekschuit op het ach
terschip van de „Almelo is vast
gemaakt.
Brief uit Sassenheim
Amice,
Het is een vrij algemeene gewoonte,
o'n zoo aan het einde van het jaar
eens even stil te staan en het jaar dat
voorbijging, nog weer eens in de her
innering terug te roepen.
En als er dan geen bijzondere groote
gebeurtenissen in ons leven hebben
plaats gegrepen, die ons denken in be
slag nemen, wordt er zoo bij de jaar
wisseling heel wat gedacht aan mate-
rieele dingen.
Ik geloof, dat dit niet af te keuren
is, integendeel, als we maar niet bij
RECLAME.
- i
Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij
Gesprongen Handen, Ruwe Huid en Schrale
Lippen; Barsten, Kloven, Winterhanden.
Wintervoeten, Winterooren en Winterteenen;
Huidwondjes, Ontvellingen, Huidschavingen,
Snij-, Stoot-, Brand- en Vaiwonden; Roode ont'
stoken Huid, Schrijnen en smetten der Hüid.
PUROL in Doozen van 30, 60 en 90 cent;
Tuben 80 cent. Bij Apoth. en Drogisten.
Het verzacht en geneest
het materieele blijven staan, en als de
zegeningen, die we, ook wat betreft
het tijdelijke leven, ontvingen, ons
maar voeren tot Hem, die van dit al
les do Gever is.
Ik geloof niet, dat er in bet alge
meen gesproken, te Sassenheim veel
menscben gevonden worden, dis gem
bijzondere oorzaak hebben tot dank--
baarheid).
Het bloembollenvak, waarvan Sas-
senheims welvaart in de eerste plaats
afhankelijk is, maakt een goeden tijd.
door. Men behoeft geen ingewijde te
zijn, om dit te kunnen constateert.
Da huizen en bollenhuizen die wor
den gebouwd geven blijk van welvaart
en grootere zaken. Het aantal auto's
breidt zich steeds uit, en de wagens
die worden aangeschaft worden steeds
grooter en mooier.
De middenstand deelt natuurlijk ook
in meerdere of mindere mate in de
algemeene welvaart.
En al wil ik heêlemaal niet beweren
dat onze arbeiders te veel verdienen,
en al kan ik me heel goed voorstellen
dat de tegenwoordige loonen nog lang
geen weelde brengen, bij andere vak
ken en andere streken vergeleken, heb
ben toch ook zij reden tot dank. Er is
hier weinig werkloosheid en e loo*
nen zijn, in vergelijking met wat ih'
verschillende andere streken betaald
wordt, goed te noemen.
Ik begon al met te zeggen dat het
niet af te keuren is, als we aan het
einde des jaars deze dingen eens over
denken. Ik geloof zelfs, dat het zeer
wenschelijk is. dat we dit doen. Want
groote zegeningen geven groote ver
plichtingen. En wien veel gegeven is,
zal van veel verantwoording hebben af
to leggen.
Eh daarom, amice, is het goed, dat
we ons aan het eind van het jaar af
vragen: Hebben we gewoekerd met die
groote zegeningen die God ons gaf?
Hebben we steeds Hem gebracht den
dank van ons hart? En heeft al dat
goede wat Hij ons bewees, ons «dichte*
tot Hem gebracht?
Want daar zal het ten slotte om
gaan.
Hoe heerlijk Het ook is, als God ons,
zooveel materieele zegeningen schenkt-
het blijven ten slotte alle dingen van
ondergeschikte waarde.
Worden we er niet steeds weer aan
herinnerd, dat het waarheid is ate de
dichter zingt:
Als een kleed zal 'tal verouden^
Niets kan hier zijn glans behoudetf;
Wat uit stof is neemt een end,
Door den tijd die alle9 schendt.
We hadden in onzen eigen kring
'tafgeloopen jaar een tweetal van die
plotselinge, tragische sterfgevallen, die
deze sombere woorden zoo duideJijlc
bevestigden.
Ëp ook indien God on9 al in het lei
ven spaart, dan blijft toch alle wel
vaart en alle aardsche goed of geld
vergankelijk en onbestendig.
Iets hiervan ervaren we reeds tn het
invoerverbod, dat Amerika over onze
narcissen uitsprak. Wat hiervan de ge
volgen zullen zijn, zal nog wel niemand
durven benaderen. Het kan zoowel
mee- als tegenvallen, Maar we zien
hier toch in, hoe plotseling een stuk
van onze welvaart en onze inkomsten
kan worden weggenomen, zonder dat
wij er iets aan kunnen veranderen.
Als we dan ook op verkregen wel*
mart of verworven rijkdom ons ver
trouwen gaan stellen, zullen we zeketf
vroeger of later teleurgesteld uitkomen
En als we alleen maar zien op de
onzekerheid van al deze dingen, zul
len we ons niet kunnen verheugen in
het goede dat we ontvingen. Dan zul
len vrees en onrust in ons hart wonen.
Gelukkig zijn we daarom, amice, als
onze er denkingen bij Üe jaarwisse
ling ons voeren tot God.
Als ook wij zingen kunnen:
Maar, Gij hebt, o Opperwezen,
Nooit verandering te vreezen;
Gij, die d' eeuwen acht al9 ureflV
Zult all' eeuwigheid verduren.
JAls God wordt het middelpunt oh?
zer gedachten, zullen we er voor be
waard worden, dat we gaan bouwen
op ons aardsche goed. We zullen óns
dan ernstig afvragen, hoe we Zijn ze
geningen hebben te gebruiken. En al is
er dan eens een donkere wolk, die de
vooruitzichten wat donker maakt, eT
zal geen noodelooze onrust of vreeS
onze ziel komen kwellen, want we we
ten dat God altijd dezelfde blijft.
Sassenheim, 30 Dec. 1925.
SASSEMEH.