PUROL er op! NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 2 JANUARI abetting de or ec-n of twee mati onmo- xügeval van brand is wel bekend wie Dranumeesters zijn, maar bovendien zal een naamlijst in het spuithuis worden opgenangen, t rwijl daar cok steeds twee aiarmfluiten aanwezig zijn. Aar tcin Bakhuis ko nt tnans ter ver gadering evenals wethouder S. Scho ne vela en de muziekvereeniging j,Wil lie •mina' welke allen door den voorz. wciuen welkom geheeten. xvapitein Bakhuis, aan wién direct het wooru wordt verleend, zegt hier te zijn gekomen met een bijzondere opdracht, een, die hem uit het hart is gegrepen, omdat het gelat een persoon, die zich voer oe burgerwacht buitengewoon ver diensteiijk heeft gemaakt, te huldigen. Spr. bedoelt den commandant, den heer C. Haasnoot, voor de burgenvacht ue ware commandant, die niet ontbeerd kan woraeir. De heer Haasnoot heeft getoond een trouwe waker te zijn voor het gemeene best, en iemand, die in tijd van gevaar een trouwe hulp zal zijn voor den burgemeester, het wettig ge zag. Dat dit gevaar maar niet denkbeel dig is, toonde spr. uitvoerig aan, met ervaringen uit rijn leven,, couranten berichten, de wceangen in groote steden en op werkplaatsen," maar sommige bur gmvachten, Spy. noemt er enkele bti name, werden bij gebrek aan steun, ook moreelen steun, vaak opgedoekt. In Rijnsburg blijft, men echter pa raat en daarom brengt spr. comman dant en bestuur van dei burgervacht hulde. Gaarne stelt spr. den comnan- riant als «voorbeeld vpor iedereen, ook voor vele hooggeplaatsten. Juist loor zijn greoten eenvoud is het alleen loor Zijn capacitejten, dat hii .respect noet afdwingen. Spr. rekende het zich tot een eer, als welverdiende hulde den Commandant het kruis van verdinste te mogen uitreiken. In Den Haag is dit kruis uitgeeikt aan generaals en hooggeplaatste per sonen, die het zich tot een eer reen den, dit te mogen ontvangen. Terwijl kapitein Bakhuis thans den heer Haasnoot het kruis o_p de >orst spelde, speelde de muziek van „Whel- inina" het Wilhelmus. Vervolgens reikte kapt. Bakhui het diploma uit, alsmede een schrijve] van den Ned. Bond van Vrijwillige Brger- wachten, waarbij deze bond, coman- dant en bestuur met deze onderhei- ding geluk wenscht en hen aamoort op "den ingeslagen weg voort te gai. Op voorstel van kapt. Bakhuisverid hierna een luid hoera uitgebract op H. M. de Koningin. Vervolgens hield kapt. Bakhui nog een opwekkende rede om de b'ger- svacht trouw te blijven steunen, twijl spr. er nog eens uitdrukkelijk op'ees, dat de tegenpartij nog immer aa het wroeten is. Als staaltje van de erk- wijze dezer tegenpartij reikte spiaan alle aanwezigen een overdruk ui\,De Vaderlander-' uit, getiteld: „De este 3er Gojim, doodt hen". De Voorzitter, na den heer Haaoot <e hebben gefeliciteerd, dankte apt. Bakhuis voor zijn goede meening vi de ftijnshurgsche burgerwacht, en spuit je de hoop, 'dat deze 'tevreden blï| t/e burgemeeste gevoelde zich ocge- Itrongen, op ui tl, voor den heer "Haaoot nivergetehjk oogenblk een woo te spreken. De onderscheiding aan den heeraas (ïoct verleend, is een eer voor gehi de plaats, maar ook voor spreker alsere voorzitter, in het bijzonder. Spr. hoopte, dat de heer Haasno tot in lengte van dagen op dit gla?ijk ^ogenblik mag terugzien. De burgemeester zeide ook mege- aoegen den kapitein hier te hebbeont jnoet, die in zijn krachtige ener- nanende rede het dringend-noodig<an ïe burgerwacht had aangetoond. Spr. "uitte den wensch, dat deze de allen deed besluiten, hun krachteian ïe burgerwacht te blijven geven. Deze" woorden werden met aptis kapitein Bakhuis flankte voorts«1 üeer P. van Delft voor de muziekn- Siers door zijn vereeniging ten gehe gebracht en uitte de hoop, dat de gle Samenwerking met de burgerwacht .g bljjven bestendigd. De heer P. van Delft beantwooe leze toespraak en zeide verheugce zijn, thans de burgerwacht, die hq e een lang leyeti toewenscht, ter te kunnen zijn. Tenslotte vroeg; nog de heer Scm- veld het woord, niet namens het - meentehestuur, want dat had de V gemeester al gedaan,* maar als lid i ue burgerwacht. Spr. noemde zicii i *eeu erg actief lid, maar hij hoo, dat het bestuur in zijn lid-zijn e bewijs zag voor zijn medegevoelen v de burgerwacht. Wanneer de bemn van de burgerwacht bij B. en W.Kj dedigd moeten worden, kan rij ze op zijn öteun rekenen. Het tintelend woord van Kapt. E huis deed bij spreker een onaange me gedachte opkomen. Niet ten onr te wordt van particulieren, en geme ten veel ateun verwacht^ en ook Raad van Rijnsburg deed in dezen plicht. #t Waar echter het rijk zien hoe lan hoe meer terugtrekt bij steunverleen moet dit ontmoedigend werken op gemeenten. Spr. vraagt, of het niet 1 gelijk is,'in die richting werkzaam zijn .opdat daarin verandering kol "wat spr. zeer op prijs zou stellen. Kapitein Bakhuis zette uitvoerig een, hoe in die richting steeds wo gewerkt, wat vaak met veel strijd moeite gepaard gaat. Helaas is n echter vaan machteloos, watook w een uitvloeisel is van dp strijdmethi der tegenpartij. Zelfs indien alle steun zou ophoiK zou spr. toch nog ieder opwekken 2 de handen uit de mouwen te steken cck neg dit offer te dragen. Voorz. Grimbergen dankte nog e< de verschillende sureker3 van dez< avond, alsmede liet muziekgezelschap, en roemde de offervaardigheid van de leden, die onlangs bij den aankoop van buksen weer is gebleken. Tenslotte, na afloop van het offici eels gedeelte de vergadering, werd door den "Sergeant kampwachter Schouten nog een voordracht gedaan, terwijl de muziek ter afwisseling nog eenige num mers deed hooren. In de Dinsdag alhier, onder voorzitterschap van Dr. EI. G. Jon ker g.ehouden vergadering van de (Vereeniging „Ziekenhulp", kon d_e 'Se cretaris, de heer S. Schoneveld, we der met dankbaarheid gewag ma ken van den zegenrijen arbeid van zuster H. van Vreeswijk, door wie niet minder dan 4849 ziekenbezoe ken werden afgelegd en waarbij zij weder opgewekt en met niet vér- flauwenden ijver haar krachten in dienst der vereeniging stelde. Ook den doktoren werd dank _gebracht voor hetgeen door hen in liet be lang der vereeniging werd verricht. De penningmeester, de héér W. D. v. d. Gugten, merkte mee blijd schap op, dat het batig saldo ad f 944,grooter was dan vorig jaar, wat de laatste jaren nimmer kon worden gezegd, omdat het stéédsvér minderde. Spr. hoopte dat dit blij vend was, en het ook hier zou zijn: „Luctor et Emergo". Onder waardeering voor de Ac tiviteit van den magazijinmeestér, dén 'heer W|. L'. v. d. Gugten, kon wor den geconstateerd, door dé commis sie van Inspectie, bij' monde van den heer N. v. Ëgmond "Wpzn., dat de materialen in ordé zij'n bévon- den. Herkozen werdén als Bést uurslid de heer W|. L. v. d. Gugten én ials leden van de commissie van In spectie de heeren G. Vos, Thi. Paauw en N. v. Egmond Wjzn. Namens het bestuur deelde de voorzitter mede, dat geen ziekenauto in eigen beheer zou worden geno men, omdat de financiën dit niet toelaten. De heer A. A. de Vlieger, kommies bij de belastingen, te 01- denzaal is met ingang van 1 Ja nuari a.s., in gelijke betreking hier geplaatst. Alhier is f 800,gecollec- ten bate van de armen der Ned. Herv. Gemeente. GEMENGD NIEUWS. EEN ERNSTIGE WATERSNOOD. Verschillende dijken doorgebroken. De treinenloop in Zuid-Limburg gestaakt. De Koningin naar de bedreigde streken Een ernstige watersnood waarvan wij in het vorig nummer enkele bijzon derheden gaven, heeft tal van plaatsen in het land getroffen. Wij laten een deel van de vele berich ten uit het geteisterde gebied hier vol gen. Zooals wij Donderdag reeds meldden was bij Overasselt de dijk doorgebro ken, wat een groote consternatie gaf. Paarden en vee werden uit de stal len den polder ingejaagd in de boop, dat ze zelf het water zouden ontvluch ten. In de woningen werd het klein vee, varkens en kippen, naar de zolders gebracht en ook de menscben zochten daar een veilig heenkomen. Binnen een half uur was geheel het laagst gelegen gedeelte der gemeente Overasselt—Nederasselt—Balgoy door het klotsende water overstroomd. Het gemeentehuis staat midden in den on- afzienbaren plas. Met een enkele schuit, die bij hoogen waterstand dienst doet aan den Beer- schen Overlaat, moest het reddings werk worden ondernomen. Een enkel stuk vee, paarden en koeien, konden op het droge worden gebracht, doch wanneer niet spoedig hulp komt, zal een groot deel van het vee verdrinken. Inmiddels is naar alle zijden om hulp gevraagd, maar toen het donker werd, was deze nog niet ter plaatse aange komen. In het overstroomde gebied, dat hon^ derden hectaren omvat een zeven- tien-tal dorpen worden door de ramp geteisterd zitten nog bijna overal de menschen op hun woningen. In de ge meente Overasselt had men des avonds peen tlectrischen stroom, zoodat mui in het donker den bangen nacht tege moet gaat. Men maakt er zich nog bezorgd over hoe men de menschen in het over stroomde gebied, wanneer zij niet ge dwongen worden hun woningen te ver laten, van voedsel zal kunnen voorzien. Komt er niet spoedig redding, dan is het ergste te vreezen, vooral wijl de woningen het' niet lang zullen uithou den tegen den golfslag van het water, dat nog steeds door den wind wordt op gestuwd. Voor zoover op het oogenblik de ramp is te overzien, overtreft zij die van 1860, toen ook het Land van Maas en Waal door een doorbraak werd ge teisterd. Aan Lettel aas van den Telegraaf-cor- respondent is het volgende ontleend: Als een vies, grauw, trar.g, grijs mon ster sleept het water over het land, van Maas en Waal. Bruisend stroomen de ziedende, meedoogenlooze golven door de dijkbreuk en komen dan schijnbaar tot rust in de ontstane zee, waaruit daken van huizen en boomen opsteken. Doch clan eerst begint zijn verrader lijk werk. Het gaat in stille golven het Land van Maas en Waal overvloeien; alles is gedoemd onder den zich staag uitbreiclenden waterspiegel te worden verzwolgen. 't Golft over Wijchen, Leur, Bergha- ren, sluipt op Druten aan, op Afferden, waar zich de slooten reeds vullen, waar men morgen een vollen meter water verwacht. Het gaat naar Druten-Dreu- mel, naar Hernen en naar Alphen. Dan zal het Land van Maas en Waal één groot meer zijn. In de verte zien wij over het land van Maas en Waal in den grijzen middag een witte streep aankomen. Dat is het aanjagende water, dat meedoogenloos en traag het land aan het opsluiten is. Bij Leeuwen staat een gedenkteeken van het bezoek van Koning Willem III ter gelegenheid van de overstrooming van 1861, toen o.a. Johanna Verbeek op eeen ijsschots werd meegevoerd en zich dagenlang voedde met drijvende, vruchten. Daarbij hebben kermiswa gens hun huisjes op wielen voorloopig in veiligheid gebracht. Overal loopen koeien, paarden, varkens en schapen op den weg, die het verkeer hopeloos stremmen. In de slooten, die vaak droog staan, gist nu het bruisende kokende en bor relende water. Kraaien zitten bij troe pen sinister op het land en voeden zich met vreugde met ondergrond9che die ren, die door het water naar boven wor den gedreven. Een vervolgt er zelfs een vluchtende baas. Een lugubere stem ming zweeft over dit land. De zon gaat schuil in mistbanken. Van alle kanten komen de menschen met wagens met huisraad en bedde- goed; honden loopen gewillig mee. Een kind zit met angstvallige zorgvuldig heid naast een kat. Uit Horsten werd Vrijdag geschre ven: Het café „De Wolfskuil ligt diep in het water. Man en vrouw staan er bij te huilen. „Het hardste oogenblik", klaagde de,man, was, toen ik met mijn zes kinderen dit goede huis moest ver laten. Vanmorgen was t nog 'droog, doch er zitten nu nog zestig kippen in het hok en ik kan er niet bij komen. Maar mijn varkens zijn alle gered." De veldwachter, die hier iets hooger woont, heeft zijn vrouw met zes van de elf kinderen naar den dijk gezonden. Hij hoopt, dat het huis droog zal blij ven, weet echter niet, dat de ingenieurs reeds hebben berekend, dat bier mor gen meer dan een meter water zal staan De contouren van het kerkje van Horsten verduisteren tegen den hemel. De nacht heeft zijn intrede gedaan. Snel gaan wij terug naar Nijmegen. Overal langs den weg is nog leven. Op het land is men nog bezig varkens, koeien, paarden en schapen naar de dijken te voeren. Morgen zal ook dit land een einde loos meer zijn. Uit Ravenstein werd gisteren nog geseind: De spoordijk is doorgebroken. Het treinverkeer is stopgezet en een pendelverkeer RavensteinDen Bosch en Wfchen—Nijmegen ingesteld. Het water kwam meer en meer op en be reikte eindelijk de rails. Tegen midder nacht had de eerste doorbraak plaats. Het water drong onder den dijk door en plotseling scheurde deze. Kubieke nieters zand verdwenen irn de diepte. De ramp was voltooid: het geheele land van Maas en Waal wordt thans over stroomd. Welk een droeve Oudejaars nacht. Rechts van den brekenden spoordijk het reeds overstroomde land, links de polder, waarin thans het Maaswater met donderend geweld stort, alles ver nietigende wat de stroom in zijn vaart tegenkomt. Nimmer is een dergelijke waterramp bij menschenheugenis voor gekomen.... In de verte schijnen bo ven den donkeren vloed eenige lichtjes van de zolders van boerderijen, waar de menschen in angst en vreeze den dag afwachten ,die wie weet welke verschrikkingen zal brengen. Aan de andere zijde stroomt het water naar de vreedzame landhoeven, waar men door klokkengelui gewaarschuwd, in den Oudejaarsnacht het vee de dijken op brengt, zijn have en goed in veiligheid stelt en zich gereedmaakt te vluchten voor den waterwolf, die steeds voor waarts dringt. Hier zullen de ver schrikkingen nog grooter worden want het land loopt af naar den hoek van Maas en Waal en daar wordt de diepte dus grooter. Een spoorwegautoriteit deelde mede, dat naar zijn meening, eerst minstens twee maanden na het vallen van het water, het normaal verkeer weder her steld 2al kunnen zijn. De telegraafpalen hogen over en knapten af, waardoor het telegraaf- en telefoonverkeer met Nijmegen verbro ken werd. Een binnenzee is zich bezig te vormen, die zich naar de zijde van Dreumel en Druten voortdurend uit breidt. Tegen zeven uur gistermorgen stond Batonburg in het water, evenals Leur, Weidra was het water in de omgeving van Hernen. Dit dorp ligt betrekkelijk hoog en de hoeren brachten op den Kloosterberg het vee in veiligheid. In Horssen, waar het water «dra naderde, zijn door monteurs van de Rijkstele graaf uit Tiel de toestellen van het te legraaf- en telefoonkantoor naar den zolder gebracht. Hier is het telegraaf kantoor ingericht en werkt alles uitstekend. Appeltern raakte tegen 3 uur onder water; het postkantoor werd naar een hooger gelegen lokaal over gebracht. Vandaag zullen vermoedelijk nog Alyt^orst en Puyflijk en de dorpen langs de- Maas onderloopen. Alphen en Maasbommel, Leeuwen, Druten, Wa- mel, Heerewaarden en Dreumel zullen later volloopen. Vooral de laatste plaat sen zullen het zwaar te verantwoorden krijgen. Op den Maasdijk werd het vee voor loopig opgesteld en vandaar werd het met ponten naar de overzijde gevoerd; om in de dorpen in bet land van Raven stein tijdelijk gestald te worden. Vele boeren bleken van hetgeen te gebeuren stond niets af te weten en werden eerst 's morgens, toen zij naar de kerk gin gen, op de hoogte gesteld. Verschillen den, gehecht aan hun behuizing, kun nen zich niet voorstellen, dat het water komen zal. Zij weigeren zelfs hun vee in veiligheid te brengen. Nader wordt nog geseind, dat de dijk bij Cuyck voor de plaats waar deze in 1920 doorbrak, thans groot gevaar loopt wederom stuk te slaan. Door de rivier correspondentie van den Waterstaat werden gistermiddag de* polderbestu ren in het land van Ravenstein en ver derop, waar de Beersche Maas loopt, gewaarschuwd voor de dreigende door braak. Op drie plaatsen dreigt hier gevaar. Met zandzakken en water heeft men een kom gemaakt om tegendruk uit te oefenen. Mocht hier een dijkdoorbraak volgen, dan zal het gevolg hiervan zijn, dat het water, na het stadje Cuyck overstroomd te hebben, naar de Jraver- sée van de Beersche Maas stroomt, waarin dan een zeer hooge stand zal optreden, die gevaar oplevert voor de langs de traversée gelegen binnenpol- ders. Dit beteekent, dat, evenals bij het werken van de Beersche Overlaat, het gebied tot voor 's-Hertogenbosch, de z.g. Beersche Maas, overstroomd zal worden,* doch tevens ten gevolge van den optredenden hoogen stand, ook de langsgelegen binnenpolder9. E a n Noordpoolvlucht. Dei expeditie der Aviation Society vara Detcroit, zal naar thans wordt ge- mei d, den 2len Maaart van Alaska naar de Noordpool viertreken. De mot. tor van het vliegtuig zal van het vertrek af niet (meer tmogen afkoedéni, de commandant, kapite'm_ Wilins, rej- kent er op, den motor bijl een tem peratuur van 04 gr. onder warm te kunnen houden door toedekking, met rendiérvellen, waaronder rookl looze verwarmingslampen worden ge plaatst. Daar hij verwacht, overal> tot zelfö aan de Pool toe, robben aan te treffen, gelooft hij onbepaal den tijd op het ijs te kunnen leven. Eerst twee jaren na zijn eventuéél uitblijven zal een hulp-expeditie uit gezonden worden. Een lastige lading. Het bijna elfduizend ton groote stoom, vrachtschip „Almelo" van dé K011. Ned. Stoomboot Maatschappij, dat van Rotterdam naar Curacao is ver trokken, voert als lading o.m. een lichterschip en drie dekschuiten mét zich mede. Afgezien van het feit, dat dezé lading nu niet bepaald allerdaagschj is, mag de wijze, waarop deze boo ten aan boord van de „Almelo'- ge plaatst zijn, een staaltje van goede stuwadoorskunst heet en. Het 40 ton zware lichterschip en twee dekschui ten, elk 25 ton wegende, zijn op het oorschip van de „Almelo" aan weerszijden diagonaalsgewijs op de verschansing geplaatst, zoodat men gemakkelijk onder deze vaartuigen in gebukte houding kan doorloopen. Het achterschiD van den lichter is met zware kettingen aan den stuur- boordsmast van de „Almelo" vastge maakt, terwijl (het voorsdhip op de zelfde wij!ze aan de laad boomen is bevestigd. De twee zolderschuiten, die b'ovea elkaar zijn geplaatst, worden pp een dergelijke wijze bevestigd, terwijl één 20 ton zware dekschuit op het ach terschip van de „Almelo is vast gemaakt. Brief uit Sassenheim Amice, Het is een vrij algemeene gewoonte, o'n zoo aan het einde van het jaar eens even stil te staan en het jaar dat voorbijging, nog weer eens in de her innering terug te roepen. En als er dan geen bijzondere groote gebeurtenissen in ons leven hebben plaats gegrepen, die ons denken in be slag nemen, wordt er zoo bij de jaar wisseling heel wat gedacht aan mate- rieele dingen. Ik geloof, dat dit niet af te keuren is, integendeel, als we maar niet bij RECLAME. - i Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Gesprongen Handen, Ruwe Huid en Schrale Lippen; Barsten, Kloven, Winterhanden. Wintervoeten, Winterooren en Winterteenen; Huidwondjes, Ontvellingen, Huidschavingen, Snij-, Stoot-, Brand- en Vaiwonden; Roode ont' stoken Huid, Schrijnen en smetten der Hüid. PUROL in Doozen van 30, 60 en 90 cent; Tuben 80 cent. Bij Apoth. en Drogisten. Het verzacht en geneest het materieele blijven staan, en als de zegeningen, die we, ook wat betreft het tijdelijke leven, ontvingen, ons maar voeren tot Hem, die van dit al les do Gever is. Ik geloof niet, dat er in bet alge meen gesproken, te Sassenheim veel menscben gevonden worden, dis gem bijzondere oorzaak hebben tot dank-- baarheid). Het bloembollenvak, waarvan Sas- senheims welvaart in de eerste plaats afhankelijk is, maakt een goeden tijd. door. Men behoeft geen ingewijde te zijn, om dit te kunnen constateert. Da huizen en bollenhuizen die wor den gebouwd geven blijk van welvaart en grootere zaken. Het aantal auto's breidt zich steeds uit, en de wagens die worden aangeschaft worden steeds grooter en mooier. De middenstand deelt natuurlijk ook in meerdere of mindere mate in de algemeene welvaart. En al wil ik heêlemaal niet beweren dat onze arbeiders te veel verdienen, en al kan ik me heel goed voorstellen dat de tegenwoordige loonen nog lang geen weelde brengen, bij andere vak ken en andere streken vergeleken, heb ben toch ook zij reden tot dank. Er is hier weinig werkloosheid en e loo* nen zijn, in vergelijking met wat ih' verschillende andere streken betaald wordt, goed te noemen. Ik begon al met te zeggen dat het niet af te keuren is, als we aan het einde des jaars deze dingen eens over denken. Ik geloof zelfs, dat het zeer wenschelijk is. dat we dit doen. Want groote zegeningen geven groote ver plichtingen. En wien veel gegeven is, zal van veel verantwoording hebben af to leggen. Eh daarom, amice, is het goed, dat we ons aan het eind van het jaar af vragen: Hebben we gewoekerd met die groote zegeningen die God ons gaf? Hebben we steeds Hem gebracht den dank van ons hart? En heeft al dat goede wat Hij ons bewees, ons «dichte* tot Hem gebracht? Want daar zal het ten slotte om gaan. Hoe heerlijk Het ook is, als God ons, zooveel materieele zegeningen schenkt- het blijven ten slotte alle dingen van ondergeschikte waarde. Worden we er niet steeds weer aan herinnerd, dat het waarheid is ate de dichter zingt: Als een kleed zal 'tal verouden^ Niets kan hier zijn glans behoudetf; Wat uit stof is neemt een end, Door den tijd die alle9 schendt. We hadden in onzen eigen kring 'tafgeloopen jaar een tweetal van die plotselinge, tragische sterfgevallen, die deze sombere woorden zoo duideJijlc bevestigden. Ëp ook indien God on9 al in het lei ven spaart, dan blijft toch alle wel vaart en alle aardsche goed of geld vergankelijk en onbestendig. Iets hiervan ervaren we reeds tn het invoerverbod, dat Amerika over onze narcissen uitsprak. Wat hiervan de ge volgen zullen zijn, zal nog wel niemand durven benaderen. Het kan zoowel mee- als tegenvallen, Maar we zien hier toch in, hoe plotseling een stuk van onze welvaart en onze inkomsten kan worden weggenomen, zonder dat wij er iets aan kunnen veranderen. Als we dan ook op verkregen wel* mart of verworven rijkdom ons ver trouwen gaan stellen, zullen we zeketf vroeger of later teleurgesteld uitkomen En als we alleen maar zien op de onzekerheid van al deze dingen, zul len we ons niet kunnen verheugen in het goede dat we ontvingen. Dan zul len vrees en onrust in ons hart wonen. Gelukkig zijn we daarom, amice, als onze er denkingen bij Üe jaarwisse ling ons voeren tot God. Als ook wij zingen kunnen: Maar, Gij hebt, o Opperwezen, Nooit verandering te vreezen; Gij, die d' eeuwen acht al9 ureflV Zult all' eeuwigheid verduren. JAls God wordt het middelpunt oh? zer gedachten, zullen we er voor be waard worden, dat we gaan bouwen op ons aardsche goed. We zullen óns dan ernstig afvragen, hoe we Zijn ze geningen hebben te gebruiken. En al is er dan eens een donkere wolk, die de vooruitzichten wat donker maakt, eT zal geen noodelooze onrust of vreeS onze ziel komen kwellen, want we we ten dat God altijd dezelfde blijft. Sassenheim, 30 Dec. 1925. SASSEMEH.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7