MODE-RUBRIEK NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 24 DECEMBER 1925 SCHAAKRUBRIEK gew. rem. verL pnt. 13 5 2 151/2 IO 8 2 14 9 9 2 13V» IO 5 5 121/s 8 8 4 12 6 12 2 12 9 5 6 111/j 7 9 4 II1/» 7 7 6 ioy, 4 13 3 101/» 4 12 4 IO 6 7 7 91/» 7 s 0 7 s 8 91/» 5 8 l 1 5 '7 8 81/2 S 4 11 7 t 11 8 61/2 2 9 9 61/2 4 4 12 6 2 5 13 41/» partü uit de 17e Redacteur: J. Verstoep Jzn. Fred. Hendrikstraat 37, Delft. Tonrnool te Moskou. Hieronder volgt de Volledige uitslag van het toumooi: 1. Bogoljubow 2. Dr. Lasker 3. Capablanca 4. Marshall 5. Torre 6. Tartakower 7- Romano wski 8. Reti 9- Gene.wski 10. Griinfeld 11. Bogartirtscliuck 12. Spielmann 13. Rubinstein 14. Werlinski 15. Loeweaifisch 16. Rabinowitsch 17. Yatcs 18. Gothilff 19. Saemisch 20. Chotimerski 21. Subarow Hier volgt nog o ronde. Wit: Capablanca. Zwart: Subarow. Aangenomen Damgambiet 1. d2—d4, d7d5. 2. 0204, e7 e6. 3. Pgif3, d5XC4. 4. e2e4, 07 05. 5. d4—d5, e6Xd5. 6, 04Xd5, Pg8 f6. 7. LflXC4, Lf8d7. 8. oo, o-o. 9. Leigj, Lc8g4. 10. Pbi03, Pb8 -^d7. 11. Pc364, Dd807. (Zwart had hier Ld605 kunnen spelen, eventu eel gevolgd door TA4, waardoor het punt f6 voldoende gedekt bleef). 12. X4?SXf6, Pd7Xf6 (Op Ld6Xh2f, Kgi hi, Pd7Xf6 volgt d5d6. Lg4Xf3, g2 X f3, Lh2Xd6, Ddixdö en wint). 13. Pe4Xf6t, g7Xfó. 14. h2h3, Lg4h;. 15. Tfiei, Tf8—e>8. 16. Ddif13, a7 a6. 17. a234, Lhjgó. 18. Lc4— d3 (Wit wil zwart van zgn looperpaar ontlasten). 18Dc7d7. 19. Pf3 d2, Te8e7. 20. Ld3Xg6, f7Xg6? ('t spreekt vanzelf, dat hier n7Xgó de zet was). 21. Pd2e4, Kg8—g7. 22. Db3 031 Ld665. 23. Dc3XCj! Le5Xb2. (Zwart vliegt er argeloos in). 24. Pe4 55, Ta8e8. 25. (Dit had een zet eer- er moeten gebeuren. Op fóxgs volgt Teixe7f). 25. Pg5—eó-h Kgr—f7. aó. Talbi, Lb2es. 27. Des04, Te8 08. 28. Dc4b3, Lesb8. (gaat f4 uit den weg). 29. g2g3, Dd)dó. 30. Pe6—f47 Tc8-^. 31. Tel—e6! Dd6 ^7. 32- Te6xe7t. Kf;Xe7. 33. Db3— b7, Lb8xf4 (zwart hoopt op gI4: Db7:, Tb7: Kd6. Het gaat echter anders). 34. Tbi.eifl Stelling na 34 Tbielf' Zwart: Subarow. Wit: Capaeblanca. 34Lf4—e535. d5—dóf (de ge weldige pion doet zich gelden) 35...., Ke7—e6 (op Kjdó: volgt Tdif en op Kd8 volgt Db7—bóf en Tien—ci en mat). 36. )Db7—b3t Ke6f5. 37. Db3—d3t, Kf> g5- 38. Dd3—63f Kg5—f5 (op Kg5 h5 volgt g3g4t en Dh6 mat). 39. De3e4t KfS«6 (op Kg5 volgt Dh4t en Dg4 mat). 40. Be4C4t KeóXdó (op Kfs volgt tlians in één zet mat). 41. Teidif Kdó— &j. 42. Tdixd7t Ke7 Xd7. 43. Dc^xaó. Zwart geeft op. Een 1 partij, waarvoor Capa wel een der schoonheidsprijzen zal ten deel val len. Over de moraal van het Schaken. Benjamin Franklin zelf een harts tochtelijk liefhebber van het schaken, gaf in een verhandeling over het „scha ken" van het jaar 1779, de volgende raadgevingen, die zeer zeker ook nog in 1925 behartigingswaardig zijn. Men lom ze vinden in het werkje uit de wereldbibliotheek „Benjamin Franklin, een monografie. „Wanneer b(j het schaken je tegen partij langzaam speelt, moet ge hem niet haasten of een onaangenaamheid toevoegen over zijn langzaam spel. Ge moet niet zingen, fluiten, of op je horloge zien, geen boek gaan lezen, niet met je voeten op den grond of met je vingers op de tafel trommelen, in één woord, je moet niets doen, wat de oplettendheid van je tegenpartij kan afleiden. Al dergelijke handelingen getuigen geenszins van bedrevenheid in net spel, maar wel van kwade practijken en on bescheidenheid. Wanneer je een spel gewonnen hebt, moet ge daarop niet snoeven of uit gelaten vreugde over toonen, maar lie ver zeggen: „Ge kunt beter spelen dan ik, maar ge waart wat haastig of onop lettend". Wanneer ge als toeschouwer er bij staat, als anderen aan 't spelen zijn, bewaar dan het stilzwijgen, want uw ongevraagde raadgevingen kunnen niet anders dan beide partijen beleedigen- zoowel de eene, omdat zulk een raad 1 hem het spel kan doen verliezen, als I den ander, die uw raad volgt, omdat gij hem het genoegen ontneemt, zelf do voordeelige zetten te bedenken. 1, haakwerk, gemaakt Afb. 4. Ochtendmutsje met f i I e t - k a n t. Dit sierlijk wit batisten mutsje wordt omrand door een filet-kaut die naat achteren breed verloopt. De rand van het filet is met die van het mutsje in een boordje gevat. Afb. 5. Muts van wollen haakwerk. Deze practische muts kan zoowel door de kleine als door wolwassen meisjes gedragen worden. Men maakt de muts van witte of licht- getinte wol en wel den bol rond waar bij het mutsje naar drie kanten boven waarts gegeerd wordt. De rand wordt even eens rond en wordt met een schulpje afgewerkt. Afb. 6. Kussen van haakwerk gemaakt van gekleurde kunst zijde. Zeer apart wat het haakwerk be treft. doet dit mooie kussen, waarvoor ver schillende kleuren kunstzijde het materiaal vormen. Het kussen bestaat uit zes gelijke deelen die met franje afgewerkt worden, nadat zij aan elkaar zijn gezet. Afb. 7. Papiermand met haak werk als verslering. De versiering voor deze papiermand wordt in vier gelijke deelen gemaakt, waarvan de groote afhankelijk is van den mand. Het midden van ieder ge deelte is een groote roos, waaromheen een net van losse steken gehaakt wordt. Als afsluiting aan ieder gedeelte een groote kwast. Afb. 8. Pouffe van bont wolhaakwerk. Afb. 8. Pouffe van bont wolhaakwerk. Het gestreepte patroon van deze pouffe kan men in een-of njeer tinten uitvoeren Men haakt dichte stokjes, waarbij voor de doorloopende streepen iedere keer vier stokjes met steeds een gelijke tusschenruimte, in ver schillende kleuren gehaakt worden. In elke volgende toer moe en deze stokjes verspringen. Afb. 9. Koffiewarmer van bonte wol. Apart en toch niet te duur is deze koffie warmer. Het lijf, dat uit bordpapier bestaat wordt vast omgehaakt. De kop, van watten wordt met batist overtrokken en men maakt er oogen, neus, en mond op, evenals de haren. Het japonnetje bestaat uit lussen. Afb. 10 en 11. T wee servet ri n g e n. De eerste ring. gemaakt van riet over janevas is in twee tinten de tweede bestaat uit groote langwerpige en vierkante kralen, terwijl kleine kralen de afsluiting vormen. Afb. 12. Tafellaken en servet met Richelieu-werk. Het tafellaken wordt omrand door een breede Richelieu- kant die ook langs het servet voorkomt. Afb. 13.cn 14. Scherm en pouffe metborduurwerk. Op het scherm komt een versiering voor die goed in overeen stemming moet zijn met het hoofdmateriaal. De opzij afgebonden pouffe is met losse figuren geborduurd. Wilt ge uw talent toonen, speel dan zelf, maar critiseer niet anaeren, door je met hun spel te bemoeien". „STILLE NACHT, HEILIGE NACHT". Het was de vijf en twintigste Decem ber van het jaar 1818. Een eenzame wandelaar bevindt zich op den weg welke voert naar het dorpje Arnsdorf in Beieren. De vroeg invallende duisternis doet hem zijn pas niet Versnellen, integen deel, telkens blijft hij stilstaan. Heilige eerbied spiegelt zich af op zijn gelaat. De aangrijpende schoonheid van het landschap op dezen sterrenverlichten Kerstavond, maakt een machtigen in druk op hem Plechtige stilte heerscht rondom. En ieder geluid wordt gedempt door de dikke sneeuwlaag, welke berg en dal in een witte lijkwade hult Maar daar boven schitteren en glan zen de sterren, die duizenden lichtjes? die het oog omhoog trekken, en lie vooral op dezen avond, tot het hart spreken van die eene ster, waarvan de Wijzen zeiden: Wij hebben gezien Zijne Ster in 't Oosten" Die eenzame wandelaar is Jozef Mohr, hulpprediker van een naburig dorpje. Ver over de Beiersche bergen, dwa len zijne gedachten heen naar het won der gebeuren in Bethlehems velden. Daarj in den stillen nacht werd Gods Zoon geboren, in doeken gewonden en nedergelegd in een kribbe. Daar zongen de engelen hun heer lijken lofzang. En ook in het hart van Jozef Mohr welt een lied op. Een lied tot eer van het Kindeke van Bethlehem. „Stille nacht, Heilige nachtl" Zoo komt hij te Arnsdorf, waar zijn vriend Gruber woont. Hier wil hij den Kerstavond doorbrengen. Gruber en zijn vrouw zitten treuren de bijeen, als hij binnentreedt. Verleden jaar toch, straalde de Kerst boom en een klein jonkske kraaide liet uit van pret en klapte in zijn bandjes bij het zien van de kleurige lichtjes. En nuleeg is de kinderstoel. Geen vroolijke lach weerklinkt. Droef zitten de ouders, hand in hand en hun oogen hebben zich gevuld met tranen. Een gevoel van grenzèlooze eenzaam heid is over hen gekomen, nu de kerst avond liuiine gedachten heenvoert naar dat, wat voorbij is. voor altijd voorbij. Stilzwijgend drukt Jozef Mohr hun de hand en vertelt van zijne wandeling in den fonkelenden sterrenavond. Hoe hij dennkend aan Bethlehems velden, een lidin zich voelde opzwellen, dat hij voor hen op zal schrijven. Even daarna reikt hij het papier aan Gruber over. Deze zet zich voor de piano en slaat eenige tonen aan. Nog eens en nog eens endaar weerklinkt voor het eerst de liefelijke melodie van het ons allen bekende: „Stille nacht, Heilige nachtl" En de drie menschen zingen het lied dat door duizenden na hen wordt ge zongen en het brengt hun troost voor het gewonde harte. EEN AVONTUURLIJK LEVEN. Dezer dagen is in Rusland, op last van de Ogpoe, de vroegere Tsjeka, ka pitein Reilly, doodgeschoten. Een van Reilly's vrienden geeft thans in de „Sunday News" een biografie van hem, waaruit blijkt, dat met dezen avonturier een man is heengegaan, die letterlijk voor geen gevaar terugdeins de. „Red" Reilly, zooals hij gewoonlijk werd genoemd, was het type van den Ierschen waaghals, die in zijn hart het verlangen koesterde, op zoo schilder achtig mogelijke wijze te worden ge dood, en men moet zeggen, dat hij zijn uiterste best deed, het noodlot te hel pen, zijn loopbaan overeenkomstig dat plan te doen eindigen. In 1914 trad hij onmiddellijk als vrij williger onder de wapenen. Al spoedig klaagde hij er over, dat infanterie-werk hem te „tam" was en hij werd dan ook overgeplaatst naar de luchtmacht. Doch ook deze tak van den militairen dienst schonk hem geen bevrediging, ai was hij eens gedurende een nachte lijken tocht, waai^ij hij bommen moest werpen op het vijandelijke front, ge noodzaakt, in een brandende vliegma chine boven de Duitsche linies te'lan den, waarbij hij het er heelhuids af bracht. Men liet hem vervolgens werk ver richten, dat beter in zijn kraam paste. Hij werd namelijk ingedeeld bij een groepje waaghalzen, die tot taak had den, met behulp van parachutes, uit vliegtuigen achter de vijandelijke li nies te dalen, om op deze wijze waar devolle inlichtingen te verkrijgen. Daar hi; de Duitsche taal goed beheerschte, wctD hij geknipt voor dit werk. Hij werd op verschillende tijdstippen neer gelaten en eenmaal werd hij bij zoo'n gelegenheid in een Belgisch dorp door de Duitschers gearresteerd, en voor den krijgsraad gebracht. Aan zijn sta len. zenuwen en aan zijn talent als too- neelspeler was het te danken, dat hij er in slaagde, den Duitschers wijs te maken, dat hij een soort dorpsidioot was, die zich tot nog toe voor de grap verborgen had weten te houden. In deze rol bezocht hij herbergen en andere plaatsen,, waar veel Duitschers kwamen en de laats ten, die niet an ders dachten dan met een halven dwaas te doen te hebben, waren nooit buitengewoon voorzichtig in hun uit latingen jegens hem. Zoo kwam er veel belangrijk materiaal omtrent de bew.eging der Duitsche reserves in het bezit van Reilly, en toen hij zooals ge woonlijk, weer door een Engelsche vliegmachine werd opgepikt, bracht hij veel wetenswaardigs mee., Later nam hij de nog moeilijker taak op zich, in Duitschland zelf door te dringen. Hij werd met een parachute neergelaten in de buurt van Mannheim waar hij zich, vermomd als invalide Duitsch soldaat, aanbood voor werk bij de luchtvaart. Ook dit gelukte hem en hij bleef lang genoeg in de streek, om in Duitschland zelf de eerste symp tomen van den grooten terugtocht me de te maken. Na het sluiten van den wapenstil stand, was Rusland het beste terrein voor Reilly's bijzondere talenten en daar hij van huis uit (zijn moeder was een Russin) vloeiend Russisch sprak, werd hij ingedeeld bij den Brit3chen geheimen dienst in Rusland. Vermomd als Rus, die terugkeerde om de zege ningen van het Bolsjewisme te genfle- ten, bereikte hij Moskou tegen het eind van 1918, waar hij verwelkomd werd als een kostbare aanwinst voor de Bolsjewistische gelederen. Hij werd al gauw een invloedrijk ambtenaar der Sovjet-regeering en behield zijn betrek king totdat hij, tengevolge van uit En geland ontvangen inlichtingen, verra den werd. Maar zelfs toen lieten zijn zenuwen hem niet in den steek. Hij wist zoo knap comedie te.spelen, dat hij er in slaagde, den aanbrenger als een bedrieger te laten arresteeren en deze ontsnapte slechts aan den dood, door dat Reilly bij de autoriteiten bepleit te, dat de executie een dag zou worden uitgesteld. Den volgenden dag had Reil ly's vlucht intusschen de geheele zaak van aspect doen veranderen. Na dit incident stelde de Tsjeka een prijs op zijn hoofd en de Tsjeka-beamb- ten kregen opdracht hem neer te slaan RECLAME. Springende handen in één nacht door het gebruik van Akker's Kloosterbalsem, de wondere balsem die U als 't 'ware een nieuwe huid zal geven. Inwrijven met Kloosterhalsem bijt niet, doch verzacht I Beroemd huismiddel bij schrale en ge» sprongen huid, winterhanden, wintervoe ten, kloven, wonden, open plekken, uitslag Potten v. 50 s d ICO zoodra zij hem ontdekten. In weerwil hiervan maakte Reilly nog verscheide ne reizen naar Rusland. Een van zijn brutaalste stukjes vertoonde hij, toen hij, .zoogenaamd in naam van Lenin, een inspectie ondernam van politie- en militaire detachementen. Reilly, aldus zegt zijn vriend, hield voor zijn vrienden hiet verborgen, dat hij het was die den beruchten brief van Zinowjef in handen speelde der Brit- sche regeering. Men is hier waarschijnlijk in Rus land achter gekomen, want in het be gin van dit jaar kreeg Reilly uit Rus land bericht, dat de prijs op zijn hoofd was verhoogd en dat zijn signaletnent over geheel Sovjet-Rusland verspreid was. Het besef van het toenemend gevaar spoorde hem slechts aan, de uitdaging te aanvaarden, en enkele uren nadat hij vernomen had, welk belang aan zijn persoon gehecht werd, was hij reeds te Parijs in onderhandeling met de ver tegenwoordigers van de „voorloopige tsaristische regeering", die zochten naar e enman, bereid om onder de Rus sische boeren een onderzoek in te stel len naar hun gevoelens jegens het oude regime. Na wekep aan de grens te hebben ge wacht, waagde hij eindelijk den sprong. „Ik heb het gevoel, dat dit mijn laatste stukje is", had hij voor zijn vertrek tot de vrienden gezegd, en zijn voorgevoe lens zijn juist gebleken. Als boer verkleed, bracht hij het tot het dorp Allekoele, waar hij op het land werkte, toen plotseling beambten van do Ogpoe naderden en hem op de plaats zelve als een stuk wild neerschoten. Kapitein Reilly was in 1923 gehuwd met een bekende actrice, Pepita Boba- dilla, weduwe van Haddon Chambers, den tooneelschrijver. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer, Vergadering van Woensdag. Verschillende wetsontwerpen worden z. h. s. aangenomen. Bij het wetsontwerp inzake de ont eigening ten behoeve van den aanleg van een tramweg ZutphenDeventer, verzoekt de heer Moltmaker (S.D.) den minister, dit ontwerp terug te ne men. Sinds eenige dagen toch dreigt een conflict met de betrokken rram- weg Mij. en het is niet uitgesloten, dat het bedrijf der maatschappij dan ge- ïuimen tijd niet zal kunnen functio- neeren. Alvorens nu de regeering zich bij deze maatschappij gaat interesseren dienen alle waarborgen aanwezig te zijn, dat het geld goed zal zijn besteed. De regeering neme dus dit wetsont werp tijdelijk terug, opdat de zaak ver der zal kunnen worden onderzocht. De minister van Waterstaat, de heer Bongaerts, meent dat hier een mis verstand heerscht. Het rijk heeft reeds vroeger een renteloos voorschot ver leend van 260.000 in het bedrag van f 700.000 voor den aanleg van den tram weg. Maar bij het tegenwoordig ont werp hebben wij alleen te doen met de verklaring van het algemeen nut der onteigening. De tramweg is trouwens reeds in aanleg. Werd dit ontwerp te ruggenomen, dan zou hoogstens het ge volg zijn, dat voor een of ander perceel een abnormaal hooge prijs zou moeten worden betaald. Spr. moet dus be zwaar maken tegen het verzoek van den heer Moltmaker. De heer Moltmaker neemt zijn verzoek terug, doch vertrouwt dat de regeering haar, aandacht zal schenken aan den geheelen gang van zaken. Het wetsontwerp wordt aangenomen z. h. s. De vergadering wordt verdaagd tot a.s. Dinsdag 29 dezer des namiddags 2 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 8