Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer.
6e JAARGANG
VRIJDAG 18 DECEMBER 1925
NUMMER 170O
IOSCHE CODSANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
EERSTE BLAD.
Een stapje verder.
We zijn met de Kabinetscrisis nu
althans een klein stapje verder geko
men.
De mogelijkheid dat het conflict tus-
schen de Christelijk Historischen en
de Roomsch Katholieken zal worden
bijgelegd is grooter geworden.
Gemeld wordt toch dat Br. de Vis
ser de vier Roomsche ministers heeft
aangezocht in 'n door hem te vormen
Kabinet zitting te nemen, waarbij de
mededeeling werd gedaan, dat het in
de bedoeling lag den Nederlandschen
gezant te Bern tijdelijk te belasten
met de waarneming van den gezant-
schapspost bij het Vaticaan.
Naar de „Maasbode" verneemt heb
ben bedoelde ministers dit aanbod niet
aannemelijk verklaard.
Inzooverre zijn we dus niet verder
gekomen.
Maar er is nu toch dit bereikt, dat
er een basis voor overleg is gevormd.
Aanvankelijk hebben de Christelijk
Historischen zich op het standpunt
gesteld, dat het gezantschap bij den
Paus voor hen een g e w e t e n s k w es
tie was, waardoor alle'redeneering
ophoudt.
Maar nu heeft Dr. de Visser, die wel
niet zonder overleg met zijne partijge-
nooten zal onderhandeld hebben, dit
standpunt losgelaten.
Want of nu de gezant te Bern onze
belangen bij het Vaticaan behartigt of
dat we daar hebben een afzonderlijken
gezantschapspost, verandert aan de
zaak niets.
Wie principieel bezwaar heeft tegen
het een heeft ook principieel bezwaar
tegen het ander.
En wie het met zijn geweten over
een kan brengen dat een andere ge
zant voor ons bij het Vaticaan optreedt
kan ook niet meer gewetensbezwaren
aanvoeren tegen een gewonnen gezant
schapspost.
Het gaat nu niet meer óm het be
ginsel, maar om den v o r m.
En al hebben de vier Roomsche mi
nisters aanvankelijk bezwaren ge
maakt en een afwijzende houding aan
genomen, het schijnt ons niet waar
schijnlijk, dat de verdere samenwer
king der rechtsche' partijen op for-
meele bezwaren zou moeten afstuiten.
Oogenschijnlijk is er dus weinig be
reikt.
Maar in werkelijkheid zijn we, naar
het ons voorkomt, toch wel gevorderd
STADSNIEUWS.
De Leidsche Groentenveilingen.
De pogingen, mede door de Kamer
van Koophandel aangewend om het
conflict tusschen de Tuinderspatroons-
vereeniging en /Ons Belang', op te los
sen, hebben niet tot het gewenschte re-,
sultaat geleid, wat blijkt uit de vol-
gende motië, aangenomen door de
Tuinders-paitroonsvereèniging
„De Vereeniging de Leidsche Groen-
tenveiling voor Tuinderspatroons voor
Leiden en omstreken, bijeen in alge
meen© vergadering, op Woensdag 16
December 1925, in Café Zomerlust, ter
bespreking onder meer der voorstellen
van de Kamer van Koophandel te Lei
den;
van meening, dat het niet noodig is
ter wille van eenige vveggeloopen le
den, wier belang meebrengt, dat zij
zich weer bij de overgeblevenen aan
sluiten, een nieuwe vereeniging op to
richten en zoodoende de resultaten
van (haar lahgen moeilijken strijd
ongedaan te maken;
van meening dat- zij mans genoeg is
om te beslissen over de verplichtingen
die zij rechtens of moreel heeft na te
komen;
van meening, dat de inmenging van
de K. v. K. vooral om haar bedreiging
ten aanzien vah het advies op de aan
gevraagde Koninklijke goedkeuring,
niet to aanvaarden is, en tevens voor
een lichaam als de K. v. Koophandel
hoogst afkeurenswaardig;
van meaning-, dat de weg tot samen
werking van alle tuinders loopt door
haar, die de voortzetting is der L.T.
PA" en die voor alle tuinders open
staat;
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
besluit niet in te gaan op de vooiv
stellen der K. v. K.
draagt het bestuur, op deze motie ter
kennis te brengen van de K. v. K. en
de pers, en gaat over dot de orde van
den dag."
A. R. Propagandaclub.
Gisteravond hield de A. R. Propa-
gandaclub haar jaarvergadering onder
leiding van den 2e voorzitter, den heer
Jac. Mulder.
De vergadering werd geopend met
gebed en hetlezen van een gedeelte
uit Gods Woord, waarna de voorzitter
een openingswoord sprak, waarin bij
herinnerde aan den ge voerden strijd
en tót verder werken aanspoorde.
De verslagen van secretaris en pen
ningmeester, de heeren Pieneman en
van Cittert lieten een opgewekten toon
hooren. Er is veel en hard gewerkt en
met voldoening kan dan ook op het
dfgeloopen vereenigingsjaar worden
1 teruggezien.
Nadat deze verslagen, waaraan veel
zorg was besteed en die dan ook met
belangstelling werden aangehoord, wa
ren goedgekeurd, kwam aan de orde
de verkiezing van bestuursleden.
In de vacature, ontstaan door het
vertrek van den heer Rietkerk, werd
tot voorzitter gekozen de heer H. Lam-
booy, die zich bereid verklaarde deze
funóüe te aanvaarden.
De heeren Pieneman en van Cittert
werden tot bestuursleden herkozen,
terwijl gekozen werd in de vacature v.
Weeren die bedankt had, de heer den
Heeten. Alle gekozenen namen hunne
benoeming aan.
Tot. afgevaardigden naar de binnen
kort te houden jaarvergadering' van
het verband van A. R. propaganda-
clubs werden gekozen de heeren A.
Luyendijk en J. Plu Az.'
Vervolgens werden nog eenige be-
.spuekingen gewijd aan de te voeren
actie, waarna, de goed geslaagde ver
gadering door ejpn beer Lambooy met
dankzegging weid gesloten.
Begrafenis van ir. H. Paul.
Te 's Gravenhage is gisteren
ter-aarde-besteld het stoffelijk over
schot van den heer ir. H. Paul, oud
wethouder onzer gemeente en oud-di
recteur der gemeentewerken alhier,
oud-lid van Provinciale Staten van
Zuid-Holland.
Onder de vele belangstellenden op
de begraafplaats waren de Haagsche
ingenieurs A. Perelaer, P. J. Bertel en
J W. van Marie, verder de heeren ir.
A. J. Buurman, die met den heer Paul
mede-deskundige was voor den Een-
drachtpolder te Zevenhuizen; P. S.
Overvvater, dijkgraaf van den polder
„Het Oude landschap van Strijen",
waarvan de heer Paul adviseur was, J.
J. Snel, burgemeester van Moordrecht;
mr. A. M. M. Montijn, directeur, en mr.
J. J. Montijn, 'adjunct-directeur der Ne-
derl. Brandwaarborgmij. te Gouda,
waarvan de overledenen commissaris
was; G. van Scheuderer, directeur der
Goudsche glucosefabriek (de heer Paul
was president-commissaris daarvan)
C. J. Bollee, directeur der Madoera
Stoomtram Mij., Krul, directeur van
het Rijksbureau voor Drinkwatervoor
ziening; voorts de heeren dr. L. J.
Vriesman, dr. Jonker, mr. Nuhout van
Veen, dr. Meyling en mr. C. P. Zaaijer,
allen te 's-Gravenliage. Er werd aan de
groeve niet gesproken.
Een schoonzoon dankte voor de be
wezen eer.
Een groot aantal bloemstukken dek
te de baar.
Adres aan den Raad.
De heer A. v. Veen, Hoogewoerd 64,
heeft tot de leden van den gemeente
raad het schrijven gericht, aan B. en W.
de volgende vragen te willen stellen:
1. Is het U, Edelachtbare Heeren be
kend, dat de vroegere eigenaresse van
het perceel en kelder voorheen Hooge-
woerd 1, ongeveer 35 40 jaar geleden,
op een klacht van haar, op het stad
huis, over een zeer slordige herstelling
harer kelder, hij het leggen van een wa
terleidingsbuis, door de Duinwater
maatschappij gedaan, ten antwoord
heeft gekregen, dat de gemeente niets
met deze kelder te maken had. omdat
deze kelder geen gemeente eigendom
was; dat d£ juffrouw de Duinwater-
maatschappij maar moest aanspieken,
of het anders zelf moest laten )?uv,
waarop de juffrouw, toen deze keider
maar voor haar eigen rekening heeft
laten herstellen?
2. Is het waar, dat er in 1923, alvo
rens er tot onteigening dezer kelder is
overgegaan, door den heer Christeusc,
door den heer Dingjan, en door den
heer v. Veen, van ieder een verzoek is
ingediend om nog even te mogen blij
ven wonen, dat de heer Chrfstense nog
even kon blijven, wanneer hij 200 als
vergoeding betaalde, de heer Dingjan
als hij 75 betaalde en de heer v. Veen
geen geld moest betalen, doch afstand
moest doen van zijn kelder?
3. Is het waar, dat alvorens er tot
onteigening dezer kelder werd overge
gaan, mr, Cosman naar den advocaat
van den heer v. Veen is geweest, om te
trachten deze kelder te koopjn?
4. Is het waar, dat daarop, alvorens
er tot onteigening dezer kelder werd
overgegaan, de heer v. Veen hij mr.
Cosman is ontboden om over deze kel
der te onderhandelen?
5. En wanneer deze vragen waar zijn,
hoe is de gemeente er .dan toe over
kunnen gaan, goed te vinden, dat deze
kelder, door de N. Z.-H. Tramweg-mij.,
te?ï name van de gemeente werd ont
eigend?
Huur verlaging van eenige woning
blokken.
Zooals bekend is, werden voor e?n
C-tal z.g. premiebouwplannen de voor
de stichting benoodig'de gelden, na af
trek van de van het Rijk genoten pre
mie, door de gemeente uit eigen kas
verstrekt tegen een rente van 6 pet.
Aangezien het grond voorschot in
75 jaren en het bouwvoorschot in 55
jaren moet worden terugbetaald, werd
üe annuïteit, in verband met dfc rente
percentage, vastgesteld op resp. 6.077
pet. en 6.253 pet.
In totaal moest de gemeente een be
drag van ruim i 21320.000 fournêeren.
Hiervan werd door de gemeente zelf
nog slechts een som van f550.000 ge
leend, en wel een bedrag van f 320.000
a 53/4 pet. ten behoeve van het le ge
meentelijk bouwplan en een bedrag
van f23.000 a 6 pet. ten behoeve van
•lief 4e bouwplan van „de Eendracht"
in beide gevallen verhoogd met de pro-
visiekosten, waardoor deze leeningen
der gemeente feitelijk komen te staan
op ruim 6 pet. en 0V4 pet. per jaar.
Het overige benoodigde kapitaal, ad
pl.m. f 1.770.000 werd intusschen nog
niet in een vaste leening apgenom.en,
doch'kon, voor zoover de" gewone kas
middelen der gemeente niet toereikend
waren, worden geput uit de déposito's
der bedrijven, zoo noodig aangevuld
met tijdelijke kasgeld-opnemingen.
Terwijl nu. gelijk werd opgemerkt,
bij de kapitaalverstrekking voor deze
bouwplannen bepaald werd, dat aan
de gemeente een annuïteit moest wor
den voldaan, berekend naar een rente
van 6 pet. is de rentevoet inmiddels
gedaald en behoeft de gemeente op
baar beurt voor de genoemde déposi
to's en kasgeldopnemingen geen 6 pet.
te vergoeden en zal zij ongetwijfeld
ook bij het sluiten van een vaste lee
ning voor een lager percentage sla
gen. Er zijn daarom naar de meening
van B. en W. termen aanwezig tijde
lijk de aan de gemeente verschuldigde
rente over de verstrekte bouwkapita-
len te verlagen, wat uiteraard een ver
mindering van huurprijzen mede
brengt
Het is thans nog niet met zekerhei l
te zeggen, wanneer en voor welk doel
een definitieve leening zal worden ge
sloten, doch het komt B. en W. voor
dat, in afwachting daarvan, de dooi
de Vereenigingen en de Stichting te
betalen interest, voorloopig voor den
tijd van een half jaar, derhalve tot 1
Juli 1926. op 55 pet. kan worden ge
steld. Tegen dien tijd kan onder oogen
worden gezien, wat na dien datum
dient te geschieden; de alsdan te no
men maatregelen zijn, zooals vanzelf
spreekt, afhankelijk van het al of niet
consolideeren der vlottende schuld en
van den prijs van het geld op dat oo-
genblik.
De door B. en W. gewenschte maat
regel kan zich uiteraard alleen uii-
sfrekken tot die bouwplannen^ die de
gemeente zelf financierde en waarover
zij dus volledige zeggingschap heeft
'B en V/. hunnen een voorstel van ge
lijke str?ku'ng derhalve niet doen ten
ör.n7.»:rn v ^ciuuiexon, waarvoor
■leer o '-.i v '.er Woning-
I v.e: i wc. loogekend.
om de eenvoudige reden, dat slechts
het Rijk en niet de gemeente daarover
te beslissen heeft, welke laatste im
mers slechts als intermediair optreedt
tusschen vereeniging en Rijk. Men zai
dit betreuren, maar men zal zich daar
bij hebben neer te leggen zoolang het
Rijk, met het oog op de voorwaarden
van zijné loopende leeningen, niet een
zelfde gedraglijn kan volgen.
Ten slotte mogen wij, aldus B. en
W. niet onvermeld laten, dat door ons
College overleg wordt gepleegd met de
Regeering inzake de verlaging van de
rente der voorschotten voor bouwplan
nen, die nog in uitvoering moeten ko
men. Dit overleg is nog niet beëindigd,
doch wij meenen wel te mogen ver
wachten, dat de onderhandelingen te
zijner tijd een gunstig resultaat zullen
opleveren.
De gemiddelde huren der premie-
bouwplannen zullen tijdelijk van 1
Januari tot 1 Juli 1926 als volgt ver
minderd kunnen worden:
le gemeentelijk plan van f 5 tot f 3.81
per week.
2e gemeentelijk plan f410 tot f3.90
per week;
4e plan „de Eendracht' van f5.46
tot f5.16 per week;
6e plan „de Eendracht" van f 5.18
tot f 4.91 per week;
2© plan „Tuinstadswijk" van f5.51
tot f5.19 per week;
2e plan „Ons Doel" van f 6.25 tot
f 5.98 per week.
Het bovenstaande is tevens te be
schouwen als praeadvies op het tpt den
Raad ten aanzien van het onderha
vige onderwerp gerichte adres van het
bestuur der Federatie van te Leiden
en Omstreken gevestigde Woningbouw
vereenigingen d.d. 28 Augustus 1925,
waarbij twee vereenigingen zijn aan
gesloten.
B. en W. voegen hieraan nog toe dat
de huurprijs van het le plan „Tuin
stadswijk" f8.05) in verband met ver
schillende maatregelen allicht terug
gebracht kan worden tot gemiddeld
f7.92 per week.
Ouderavond.
Gisteravond hield de Geref. School a.
d. Stadh. laan haar ouderavond.
De voorzitter, de heer P. Zijlstra
opende de vergadering met het zin
gen van Ps. 84 6 en ging voor in gebed
en las hierna voor een gedeelte uit de
Bergrede Matth. 6 25—34, waaraan liet
ernstige en pakkende openingswoord
aansloot.
Nadat vervolgens de heer Jansen met
zijn achttal op zeer verdienstelijke wij
ze, eenige liederen ten gehoore had ge
bracht, was het woord aan Mej. Moe-
n e, die begon met op te merken, dat in
hoeveel opzichten wij ook van elkander
verschillen, er één ding is, waarin wij
overeenkomen, n.l. de zorg voor de kin
deren, die ons zijn toevertrouwd.
Er is wel verschil in uiting der liefde
en zorg in huis en op school, maar in
wezen zijn die uitingen dezelfde. Huis
en school richten zich in menig opzicht
naar dezelfde lijnen. Een van die lij
nen willen we vanavond nader bezien:
de lijn van het vertrouwen.
Het vertrouwen en geloof is van het
grootste belang voor het onderwijs.
Geloof is de voorwaarde voor het
kennen.
En nu de opvoeding. Ook hier is ver
trouwen, geloof, de voorwaarde voor
het welslagen.
Ouders en onderwijzers, aan wie de
verzorging van jonge levens wordt toe
vertrouwd hebben een taak van ern
stige verantwoordelijkheid. Wij kun
nen op dringende wijze ingrijpen ten
goede of ten kwade.
Op ons zelf ziende, vragen we: wat
moet er van de opvoeding terecht ko
men. Er is alle reden tot vrees.
En toch: we moeten niet vreezen,
denkend aan het woord van Jezus:
„Vrees niet, geloof alleenlijk.
Het gaat er niet om, dat onze kinde
ren geleerden zullen worden, of rijk in
eer en goed, maar dat ze dragers zul
len worden van het Groote Licht op
deze donkere aarde, dat ze zullen staan
in de liefde van God en in dienst der
menschheid, dat ze zullen rijpen voor
het eeuwige leven.
Een uitvloeisel van ons vertrouwen
ir: het werk Gods is het kind.
Het klassieke voorbeeld van de
macht van dit Godsgeloof in de opvoe
ding is Monica, de moeder van Augus-
tinus.
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22Vt cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent
Binnenland.
De gemeenteraad van Noordwijk bet
sluit tot uitbreiding van de waterlei
ding.
Dr. de Visser correspondeert met de
vier R.-K. Ministers.
Met 1 Febr. 1926 worden de pasvisa
door Nederland en Duitschland weder*
keerig afgeschaft.
Buitenland.
Dr. Koch is op zijn verzoek door Hin
denburg van de opdracht tot kabinets
formatie ontheven.
Vermoedelijk zal aan Dr. Lnther de
kabinetsformatie worden opgedragen.
Er is ook een valsch vertrouwen. Dat
heeft de lakse opvoeder, die zegt: het
zal wel terecht komen, wij menschen
kunnen het toch niet doen.
Toch ligt er iets voor onze rekening.
Wij krijgen het zaad om te zaaien. Het
is onze taak het onkruid te wieden.
We moeten werken en bidden.
Het geloof is een kracht, die den he
mel verwint. We moeten voorts ook'
vertrouwen hebben in het kind. Dat
voelt een kind diep. Een vriendelijke
samenspreking kan zooveel invloed
hebben op het kind.
Dat het kind zijn eigenaardige ka
rakterfouten heeft, voelen we tot ons
verdriet. We mogen niet verwachten,
dat onzê bemoeiingen een oogst van
gerechtigheid zullen geven.
We moeten het onkruid zorgvuldig
wieden. Wieden we te weinig, dan ver
stikt het koren, wieden w e te veel, dan
beschadigen we" de plant.
Ziet daarom op Jezus, dié in Zijn
Woord ons leert: Ik vermag alle dingen
door Christus, die mij kracht geeft.
De Voorzitter dankte juffrouw Moe-
ne voor haar schoone, weldoordachte
lezing, die blijken gaf doorleefd te zijn.
Hierop was er pauze, waarin thee en
sigaren aangeboden werden, en was er
gelegenheid, het schriftelijk werk der
leerlingen in de lokalen te bezien.
Na den rondgang door de school
kreeg de heer deBruyn het woprd.
De voorzitter wees er op, dat het
wellicht de laatste maal is, dat de heer.'
de Bruyn, de oudste onderwijzer der
school, op een ouderavond zal spreken.
In dit teeken stond dan ook hetgeen
de referent ons deed hooren.
Spreker bepaalde zijn gehoor bij het
voorbeeld in de opvoeding, en wees er
op, van hoe groo£ belang in huis en op
school het goede voorbeeld is.
Er kan van het gezin een invloed ten
goede uitgaan, maar ook ten kwade.
Gode zij dank, dat het de w erking der
zonde tegengaat. Hij laat niet varen de
werken Zijner handen'. Nog is opvoeden
mogelijk.
Hierin onderscheiden we een op
zettelijke opvoeding, dat is al dat
gene, weft de ouders doen, om hun
kind te vormen voor zijn bestemming.'
De onopzettelijke opvoeding is
de stille invloed, die er van het gezin
'en van de gansche orügeving op het
kind inwerkt.
Nadat spreker gewezen had op het
kind, stond hij stil bij de wereld der
dingen, van goed en kwaad die zich als
voorbeeld ook aan het kind opdringen.
in deze zondige wereld groeit het
kind op. Wat moeten wij als opvoeders
ons dan niet benaarstigen om zoo te
leven, dat we kunnen zeggen als Pau-
lus: Zijt mijne navolgers (Cor. 4 16).
Beschaving is niet genoeg.
Spreker wees op de noodzakelijkheid
goed te kunnen opvoeden.
Die bekeering kan plaats vinden in
de jeugd en op rijpere leeftijd.
Een geweldige ontroering kan aan
grijpen als God zoo met ons werkzaam
is. Zoo totsGod bekeerd zijnde, kunnen
we goede voorbeelden zijn voor onze
kinderen.
Hoe is het nu in onze gezinnen.
Zijn we allen goede voorbeelden?
Hier moeten we allen ons zelf be
schuldigen. Wat baat het een mensch
zoo bij de geheele wereld gewint en
lijdt schade zijner ziel.
Velen zijn wei voorzichtig als de
slangen, maar niet oprecht als de dui
ven.