NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 15 DECEMBER 1925 TWEEDE BLAD. iii li ir WAT DE BLADEN ZEGGEN. De nieuwe opdracht aan Dr. de Visser. Nog enkele persstemmen laten wij hier volgen. De Standaard (A.R.) na er op ge ^vezen te hebben dat het aan Dr. de Visser niet is gelukt de reohtsche sa- merwerking te herstellen, merkt o.m. op: „Het is moeilijk te voorspellen, wat thans gebeuren gaat. Er is sprake van een nieuwe op- jdracht. Dit nieuw beteekent hier een tegenstelling met de mislukte. Wij zeiden het reeds: het zal een po gen worden in de richting van het ex tra-parlementaire. De z.g.n. minderheidskabinetten, die men ook wel ten onrechte parlemen taire Kabinetten noemt, mogen toch gerekend worden te behooren tot het piet-bereikbare, iets waarover wij Waarlijk niet treuren." „De formateur zal nu dus zelfstan dig een program moeten ontwerpen en trachten op dat program eenige heeren bereid te vinden om in het nieuwe ministerie zitting te nemen. Wij zeggen: de formateur. Maar hier hij moet ook gelet op een eigenaardig voorbeeld in onze parlementaire his torie, dat de formateur niet zelf 'zit* ting neemt in het Kabinet, dat dan zoo gevormd wordt. Dit is in 1918 geschied, toen dr. No lens de opdracht ontving tot vorming •van een Kabinet. Toen kwam er een parlementair Ministerie- En het is ook geschied, toen de heer (Goeman Borgesius in 1905 een Minis terie vormde, en de heer De Meester optrad als leider van het Kabinet. Wij weten natuurlijk niet, hoe het gaan zal, maar de mogelijkheid is niet (Uitgesloten, dat aan Dr. de Visser een zoodnnige gang van zaken voor oogen staat. Van één ding kan men echter wel verzekerd zijn, dat het nieuwe Kabi net, wil het eenige levenskans heb ben, op het stuk van het gezantschap bij het Vaticaan, de R. Katholieke Par tij ter wille zal moeten zijn. De Rotterdammer (A.R.) b e- groet deze opdracht met minder vreug de dan de eerste. Om twee -redenen. „De overgang van het parlementair© ;tot het extra-parlementaire kabinet jbeteekent een gevoelige achteruitgang. jiWiè de goede ontwikkeling- van .ons jconstitutioneele stelsel wenscht, moet jVooral in dezen tijd het optreden van !een parlementair kabinet begeeren. j Dat die begeerte bij het slagen van i'dr. de Visser's pogen onvervuld zal (blijven, walt te betreuren, i En in de tweede plaats stemt het jdroef, dat de samenwerking tusschen jde christelijke partijen nog zoo veel te 'wenschen laat, dat op haar geen par lementair ministerie gefundeerd kan worden." Het Centrum (R.K.) wijst er op. dat het voor de hand ligt, dat er toch geen sterke tegenstellingen zullen mo gen bestaan tusschen het Kabinet en de Kamer(s) waalmede het moet sa menwerken. ,Te betreuren is, dat dr. De Visser niet slaagde in zijn poging, om een parlementair Kabinet te vormen. Dat een ander man van Rechts on der de gegeven omstandigheden geluk kiger had kunnen zijn, of alsnog ge lukkiger zou kunnen wezen wagen wij niet te beslissen. Af te wachten is voorshands, wat het beraad, waarom hij heeft verzocht; en eventueele nieuwe pogingen van zijn kant zullen uitwerken. Een oplossing wordt, nu de crisis reeds meer dan een maand duurt en al de begrootingsarbeid en zooveel an der belangrijk werk om afdoening roept, urgent. Het maakt een pijnlijken indruk bij zulk een omvangrijke taak een Kabi net, bestaande uit bekwame mannen, demissionair, en dus, behoudens en kele punten, tof werkloosheid gedwon gen te zien." KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar Groningen, iG. Tichelaar te Leiderdorp. Naar Vu ren en Dalem, D. B. Kagenaar, cand. te Utrecht. Naar Aalsmeer ,\V. J. v. Elden te Heemse. Naar Scherpenzeel, 'M. Hoekstra, em. pred. te Beilen. GEREF. KERKEN. Bedankt: Voor Delft, J. v. d. (Meulen te 's Hertogenbosch. Voor Den Haag—W., J. L. v. d.Wolf te Kra- lingen. Voor Anna Jacobapolder A. [Wijngaarden te Baarland. CHR. GEREF. KERK. Aangenomen: Naar Boskoop, P de Smit, te Nieuwe Pekela. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Aangenomen: Naar Apeldoorn, iT. J. v. d. Ploeg, te ZaandamOost. Bevestiging. Intrede, Afscheid. Na in den morgengoidsdienst beves; tigd te zijn door Ds. P. G. de Vey iMestdagh, met -een predikatie over Markus 1 3, deed D r. S. F. H. J. Berkelbach van "de Sprenkel Zondagavond zijn intrede bij de Ned. Herv. Gem. te Rotterdam. De nieu\Ve leeaar bepaalde de over- talrijke schare bij Joh. 3 vs. 16: het hart van het Evangelie, waarin ge meente en leeraar elkanders nabjjheid zoeken. Stilgestaan wordt bij de verhouding tusschen God en de wereld en het verband van den Vader en Zijn kin deren: het feit, de daad: Jezus Chris tus, staande tusschen God en de we reld. Na den dienst worden door den nieuwen leeraar toegesproken de be vestiger en de- consulent van wijk C., terwijl een eerbiedig woord van nage dachtenis wordt gewijd aan Ds. G. van der Giesen, wiens plaats door Dr.. Berkelbach wordt ingenomen. Vervol gens worden hartelijke woorden ge richt tot de collega's uit classis en ring, Kerkeraad. kiescollege, wijkbroe- ders, godsdienstonderwijzers, organist, kerkelijk personeel, voorlezer, gecom mitteerden, tot de zaken der Ned. Herv. Gem., vertegenwoordigers van de stedelijke overheid, Haarlemsch© Gemeenteleden, en ten slotte tot de Gemeente, die haar nieuwen leeraar, door wien de laatste vacature thans is vervuld, toezingt Ps. 134 3. I De godsdienstondevvvijjzer K. d e Vries, zal zich Zondag 20 December aan de Ned. Herv. Gem. te Lutten a. d. Dedemsvaart verbinden. D. Post. f Te Haarlem is in den ouderdom van 81 jaar overleden ds. David Post, emeritus predikant van de Ned. Herv. Kerk. Ds. Post werd in 1874 in N.- ITolland candidaat, om 13 December 1874 te Oudeschild zijn intrede te doen. In 1878 ging hij. na ar Wij denes en in 1879 naar Hoorn. Op 1 April 1915 verkreeg ds. Post de rechten van emeritus. Ds. N. van Schouwenburg, f Ds. N. van Schouwenburg, predikant van de Ned. Herv. Gemeente te Amu sterdam is gisteravond, na een kort {dekbed, op den leeftjjd van 50 jaar overleden. Gelijk men weet, zou Ds, van Schou wenburg, die in zijn kringen en daarl buiten zeer gezien was, morgen, Woens dag, juist zijn 25-jarige ambtsvervul ling herdenken. Een maagkwaal, waaraan hjj lijdende was, heeft zich echter in de laatste dagen in verergerde mate do?n gevoelen terwijl herhaalde inwendige bloedingen den toestand voortdurend ernstiger maakten. Totdat gisteravond de gevreesL de tijding kwam, dat de levensdraad was afgesneden. Ds. v. Schouwenburg yrerd in Mei van 1875 geboren endeed in 1900 zijn cani ididaatsexamen, waarna hij op 16 Dei. eember, dus morgen 25 jaar geleden, de bediening des Woords aanvaardde te de Meern, bij Utrecht. I11 1905 verb trok hij daarop naar Hien, dat twee jaar later werd verwisseld voor Mij na. 'heerenland, vanwaar in 1909 liet beroep naar Amsterdam werd aangenomen. Zijn heengaan wordt vooral in de Ned. Herv. Kerk te Amsterdam, die hij ruim 16 jaar mocht voorgaan, als een verlies gevoeld. Predikantstractementen. Naar het „Orgaan van den Bond van Nêd. Predikanten" bericht, zou den de prot es toerende kerkvoogdijen dat zijn die kerkvoogdijen, die nog weigeren, de aanslagen van den Raad van Beheer te voldoen, overwegen om te onderzoeken, of het mogelijk is, vanwege de beheerscolleges een trac- tementsregeling te ontwerpen, die ge acht zoïi kunnen worden te voldoen aan wat wij1 thans vrij algemeen door de predikanten wordt gewinscht. En het schijnt in de bedoeling te liggen om indien zoo iets werkelijk mogelijk ïnocht blijken, met het hoofdbestuur van den .'Bond van Ned. Predikanten in- óverleg te treden of de predikanten er mee accoord zonden kunnen gaan als deze kerkvoogdelijka regeling in de plaats kwam vari de synodale. Indische predikanten. Ter benoeming tot predikanten bijl de Indische Kerken zijn voorgedra gen de theol. candidatem R. J. da 'Boer te Zwartsluis en C. B. 'Boer© te Capell© a. d. IJssel. De exegese der Heilige Schrift. De Geref. I^erk van Ermelo kwam op de buitengewone vergadering 'der classis Harderwijk met het volgend© voorstel. „De classis Harderwijk brenge het volgende voorstel dér Part. Synode van Gelderland: „zich bij gebrek aan genoegzame gegevens onthoudend van eenig oor deel over de kwestie Dr. Geelkerken1 als zoodanig; „constateerend, dat naar aanleiding van dit geding in de Geref. Kerken verschil van zienswijze openbaar werd over de vraag, hoe met name de eer ste hoofdstukken van Genesis moe ten worden uitgelegd; '„verzoeke aan de Generale Synode dat zij ver klare, in hoeverre naar haar oordeel de vrijheid van exegese der H. S. en met name der eerste hoofd stukken van Genesis bestaanbaar is op het standpunt der Geref. belijdenis" De classis heeft dit voorstel met groots meerderheid van stemmen ver worpen. Uit het Sociale Leven. Het Schildersbedrijf. De patroons- en arbeiders-vertegen woordigers in het schildersbedrijf heb ben, naar de „Volkskr." meldt, in Deri Haag opnieuw geconfereerd over het contra&t. De patroons hebben nu ook de ver laging voor de eerste klasse ingetrok ken, zoo'dat er nu een voorstel is om het contract te continueeren. De mogelijkheid voor het vaststellen van een regeling betreffende plaatse lijke commissies werden, naar de cen trale commissie verwezen, terwijl voor de tariefregeling voor nieuw werk een andere commissie werd ingesteld. Over het voorstel zal zoo spoedig mo gelijk door de respectieve arbeiders organisaties worden beslist. Uit de textiel nijverheid. Het hoofdbestuur van De Eendracht heeft aan de besturen van Unita9, St. Lambertus en de Landelijke Federatie een schrijven verzonden, waarin voor gesteld wordt gezamenlijk stelling te nemen tegen de voorstellen der Fabri kantenvereniging. Gevraagd wordt vóór 18 Dec. bericht. Brief uit Sassenheim XXVIII. Amice, Onze tegenstanders laten het wel eens merken, dat ze allen, die het Christelijk geloof belijden, beschouwen als wat achterlijk. In sommige gevallen mag de eene dan wat meer ontwikkeld wezen, dan de ander, in het geheel genomen zijn we toch allen wat bekrompen, dom en naief. Nu bevindt zich in deze bewering in zoo verre een kern van waarheid, dat ook wij toegeven, dat het Christel lijk geloof en de zegeningen, die het Christendom biedt, niet afhankelijk zijn van een zekere mate van welvaart of een bepaalde ontwikkeling. Zelfs de knapste geleerde heeft een kinderlijk geloot noodig en ook de rijk;, ste onder ons moet er zich van bewust wezen, dat hij is arm in zichzelf. In dat opzicht is er tusschen geleerden en eenvoudigen, tusschen rijken en armen geen onderscheid. Het valt echter telkens weer op, ami ce, dat dit onder hen, die niet tot het Christendom behooren, feitelijk niet an ders is. Men noemt ons dom en naief, maar steeds weer kunnen we oümer- (ken, hoe zoowel de geleerden als de eenvoudigen onder onze tegenstanders een naiveteit aan den dag leggen, die versteld doet staan. Dat zien we nu ook weer bij de onl (derteekening van het verdrag van Lol carno. Natuurlijk hebben we ons ook als Christenen oprecht te verheugen in den beteren geest, die gedurende den laatsten tijd onder de volken openbaar wordt. Wij hebben God te danken voor het goede, dat Hij ons ook hierin schenkt. Maar dat neemt niet weg, dat wij ons toch ook .hebben te wachten voor het oppervlakkigeoptimisme, dat we zoo veel aantreffen. Ik zag dezer dagen in een onzer tijd schriften een teekening, waarop ChamL berlain was afgebeeld als schilder, die „Locarno" als een heerlijken, helderen zonsopgang op het doek had gebracht. Lloyd George sprak over dit werk zijn goedkeuring uit en voegde daar aan toe, dat hijzelf ook verschillende zonsopgang gen had geschilderd. Dit eenvoudige plaatje, amice, had een diepen inhoud. Hoeveel van die mooie, veelbelovende zonsopgangen zijn ons de laatste jaren al niet aangekonk digd. Maar voordat de verwachte zon goed en wel boven de kim is verrezen, gaat ze al weer achter allerlei nevelen schuil. Allerlei teleurstellingen houden ons steeds weer verwijderd van de schoone toekomst, die ons reeds zoo dikwijls i9 beloofd. En toch gaan de menschen verder, zender zicli ook maar een oogen blik te laten ontmoedigen. En bij elke nieuwe gelegenheid spreekt men weer met evenveel vuur en bezieling over de betere tijden ,die we tegemoet gaan. Zoo trof het me, toen Briand, ter gel legenheid van de onderteekaning van het verdrag van Locarno, den brief voorlas van die eenv-cudige moeder, die zei, dat zij nu eindelijk met liefde en, gerustheid haar kinderen kon opveeg iden, omdat ze nu zeker wist, dat zij geen slachtoffers van den oorlog zoul den worden. En wat door deze eenvoudige vrouw wordt geschreven, wordt door aen groot ten staatsman geheel beaamd. Het verdrag, zoo zei hij, geeft aan haar de tastbare zekerheid, die zij \Toe ger nooit kon hebben gehad. Door het verdrag van Locarno wordt Europa nu een groot gezin. Na alle teleurstellingen, na. alle on_ vervulde verwachtingen, na alle droeve ontgoochelingen, die de geheel© wereld geschiedenis, en niet in het minst het laatste twaalftal jaren ons heeft gei. bracht, spreekt een mensck ook nu nog vol geestdrift van de „tastbare zeker heid', dat geen oorlog in de toekomst zijn slachtoffers zal cpeischen. Dc mensch heeft het geloof in eigen werk nog niet verloren,' en dit geloof wordt zoowel door de geleerden en mach tigen, als door dc eenvoudigen en armen gedeeld. Is het niet diep tragisch? Ook wij geicoven aan een wereld, waarin gerechtigheid wonen z^l, en het „Yredc op aarde, in de menschen een ■welbehagen', is voor ons geen holle klank. Maai' onze toekomstverwachtin gen vlijn gelukkig niet gebaseerd op menschcnwerk, dat steeds weer tot t"L leurstellingen leiden moet. Het christelijk geloof, dat zijn ven wachtingen bouwt op Gods werk, heeft hierin een vast fundament. Het is niet voldoende, amice, als we lalleen maar het vooze en het brooze zien van de menscheljjkö idealen en toekomstbeelden. Waar we in deze adventsdagen weer zoo bijzonder herinnerd worden aan het Goddeljjk werk, waarin wq hebben onze „tastbare zekerheid" voor een betere toekomst, hebben we vervuld te zijn met medelqden voor die. wereld, die nog steeds van eigen werk haar heil verwacht En we hebben elkander op te scher pen om steeds en overal, met alle mol gelijke middelen, van het ko6telqk beu zit, dat wij ontvingen, aan die arme wereld zooveel mogelijk mee te deelen. Sassenheim, 10 Dec. '25. SASSEMER. GEMENGD NIEUWS. Eenschitterende vangst. De Russische politie is het gelukt een groote rooversbende onschadelijk te maken, die in twee gouvernementen Orlow en Kursk talrijke moorden en misdaden gepleegd heeft. De politie werd in een ernstig gevecht gewikkeld met "de bende waarbij acht bandieten gedood werden. Het gelukte tenslotte alle roovers in arrest te stellen. Bloedwraak. Een jonge man werd verleden jaar te Rome gedood tij dens een twist in een herberg, door een makker. De moordenaar werd vrijge sproken door de getuigenis welke werd afgelegd door den herbergier Gisteren trad de vader van den vermoorden knaap de herberg binnen loste vier schoten en doodde den herbergier. Een trapgans. De heer Jv. Doorn te Simonshaven had het geluk een trapgans te bemachtigen, die zich tegen de hoogspanningsdraden dood ge vlogen had. De trapgans kwam vroeger algemeen in ons land voor, doch wordt tegen woordig hier niet meer aangetroffen. Het bemachtigde exemplaar woog 15 pond en had een vlucht van 2 M. Brand. Te Hengstdijk brandde door onbekende oorzaak de nieuw ge bouwde landbouwschuur van A. van Hijfte af, waarbij het vee en alles wat verder in de schuur aanwezig was ver brandde. Noodlottige val. De 70-jarige A. v. E. te Oosterhout gleed door de gladheid uit en kwam zoo ongelukkig terecht, dat de dood bijna onmiddellijk volgde. Een bloedig gevecht. Bij een poging van de politie te Manilla, om de moordenaars van een Pliilüp- pijnschen schoolmeester te arresteeren, kwam het tot een gevecht tusschen de politie en Moros, waarbij 17 misdadi gers gedood werden, terwijl de politie 5 gewonden had. Gerangschikt. Maspero.' een bekend Egyptoloog, die aan de geleerde wereld menige belangrijke mededee- ling bezorgde over de Egyptische be schaving van vroeger eeuwen, verhaalt in een van zijn geschriften een merk waardig voorval dat hem overkwam toen hij een Egyptische mummie in Frankrijk wilde invoeren. Het was een koninklijke mummie, een belangrijke aanwinst voor een museum van oudhe den. De heer Maspero dacht, dat hij geen invoerrechten voor zijn voornamen doode zou'behoeven te betalen. De ambtenaar, die met het nazien van alles wat ingevoerd werd, belast was, scheen er echter dien dag erg op gesteld te zijn om alles nauwkeurig te onderzoeken. Hij opende de kist met de mummie en riep verbaasd. Heila! wat hebben we daar nu? Een Pharao, een onvervalschte Pharao van de zesde dynastie, ant woordde de man van de wetenschap. Een.Pharao? riep de verschrik te beambte. Ik kan mij niet herinneren, wat daarvoor voor invoerrecht moet betaald worden. Hij haalde zijn tarief lijst te voor- FEUILLETON. Kathlyn Barrington. id „Maar zullen wij den voet nog kun nen redden, Burritt!" „Slechts door een wonder." Weer volgde een stilte, slechts afge broken door korte aanwijzingeh van tijd tot tijd, toen sprak Dick Forsyth: ,,Gode zij "dank, dat is klaar! Wat ver foei ik die slechtheid, en dan'te moe ten denken, dat er millioenen in het zelfde geval verkeeren als deze- kleine dreumes!" Heel voorzichtig legden de twee sterke mannen het ,kind terug op de krib en ruimden de overblijfsels weg van hun werk, terwijl Kathlyn Bar rington haar plaats weer inham aan de zijde van het nog steeds betfuste- looze kind. Toen ging Dr. Burritt weg om na enkele minuten terug te komen met den vader van het kind. Zijn ge zicht drukte geen ontroering uit en stond strak als een afgodsbeeld, maar zijn waaier ging vlug heen en weer, toen hij over zijn kind heenboog en verraadde duidelijk de ontroering, die zich van hem meester gemaakt had. Enkele oogenbjikken keek hij strak naar het slachtoffer van die bai'baar- sche gewoopte en daarna zochten zijn oogen 'die van .Kathlyn Barrington: „Wilt u op mijn kleine passen?" vroeg hij plotseling. Dr. Burritt wilde tus- schenbeide komen, maar Kathlyn was hem al voor. „Wel voor eenige dagen als ik mag?" voegde ze er in 't Engelsch aan toe, terwijl ze zich tot Dr. Burritt richtte. „Mag?" haastte deze zich er aan toe te voegen. ,Ik zou het u juist vragen; want de kleine heeft zich aan u gehecht en de redding van dit kind zal mijn zending meer bevorderen dan ik in vijf jaar.in staat geweest ben te doen." .,Dan blijf ik" antwoordde ze rustig; en nadat de mandarijn nog een onke len blik had geworpen op zijn slapen de lieveling, groette hij Kathlyn met zijn waaier en verliet de kamer, ge volgd door Dr. Burritt, terwijl Dick Forsyth met "Kathlyn achterbleef. „Wat zal uw vader daarvan zeggen?' vroeg hij ineens. „Dat weet rik niet" antwoordde ze rustig. „Ik kan dit arme, lieve meisje niet alleen laten. Maar als u alles be halve mijn persoonlijke bagage, wilt meenemen naar Yong-Foo en het mijn vader wilt doen bezorgep, zal hij niet erg ontstemd zijn. De vader van dit kind' is mandarijn" zei ze met een scherp lachje, „en mijn vader gaat graag met officieelo personen om. Mo gelijk zal hij mijn blijven hier beschou wen als het uitwerpen van brood op het water." Er was een lichte verontwaardiging in haar spreektoon, die niet aan de aandacht van Forsyth ontsnapte maai' hij deed, alsof hij het niet bemerkte. „Ik denk, dat het heel goed is van u" antwoordde hij hartelijk. ,Als u mo zeggen wilt, welke pakjes u noodig heeft, zal ik 'ze meteen halen; en ik zal zien, dat de andere zoo spoedig mo gelijk bij uw vader in Yong-Foo ko men." Zij beschreef de bagage, die ze noo dig had en zonder langer te wachten verliet Forsyth het zendingshuis en be gaf zich naar den oever der rivier. Daar wachtte hem een onverwacht avontuur. In tegenstelling van de stad met haar honderden lantaarns, was dc smalle oever zeer donker en nagenoeg verlaten, zocdat hij heel wat moeite had om een boot te vinden, die hem naar de in 't midden van de rivier lig gende sampan kon brengen Juist kwam een boot aan wal, be mand met drie Chineezen en hij begon met hen to onderhandelen. „Ja" zei een der mannen, ,we bren gen u naar de sampan voor twee tael (een tael is pl.m. f3.60). De prijs was hoog; maar zonder een poging te doen tot afdingen, stapte Forsyth in de hoot, die terstond afge- stooten werd. Met de eerste streken zette de boot koers naar de sampan, welker lichten duidelijk zichtbaar wa ren, daarna draaide ze af en begon tegen den stroom in te varen. „Dat is de boot, waarheen ik wil" zei Forsyth tot den man aan het roer. terwijl hij de sampan aanwees. De man schonk er niet de minste aandaclli aan. Hoort u me niet? Dat is de sampan, die Hij voleindigde den zin niet. Tot zijn verbazing maakte de man den helm stok los en zwaaide dien boven zijn hoofd. Maar Dick Forsyth verloor zijn tegenwoordigheid van geest niet. Vlug greep hij den man bij de beenen en toen deze struikelde, vielen ze samen over boord. In het water liet de jonge dokter los en toen hij boven water kwam,«zag hij de lichten van de sam pan achter zich. Met krachtigen slag zwom hij in die richting. Den Chinees liet hij aan zijn lot over, Verzekerd, dat deze door zijn makkers gered zou worden. Toen hij de sampan bereikt had, klauterde hij aan boord, en druipende van het water, begaf hij zich naar het achterdek: Juist kwam een der leden van de bemanning naar boven en zag hem onder een lantaarn staan. „O dokter Forsyth" riep hij uit, zon der te letten pp de druipnatte kleeren van den dokter/ „een heel vreemde ding gebeurd is." „Zoo, Ching, wat is er dan gebeurd?" „Toen u weggaan vijf man komen met een boot en drijven ons in hut. en kijken alle. ding, vijf heel wilde mannen. Zij heel vlug kijken naar ba gage. Missie Ballingfon's bagage alle maal. Dan breken open één pak twee pak en gaan weg. Heel wilde man, ri- vierroovers ik denk." „Hebben ze ook iets gestolen?" vroeg Forsyth verwonderd. .Neen stelen eenig ding, heel vreemd. Zij weggaan, ik weer sluiten één pak, twee pak en wachtten u." 't\Vas inderdaad heel vreemd, eo het een met het apder in verbant brengende, begreep Dick Forsyth er niets van. Een oogenblik staarde hi in gedachten over het water.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5