NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 15 DECEMBER 1925
TWEEDE BLAD.
iii li ir
WAT DE BLADEN ZEGGEN.
De nieuwe opdracht aan
Dr. de Visser.
Nog enkele persstemmen laten wij
hier volgen.
De Standaard (A.R.) na er op ge
^vezen te hebben dat het aan Dr. de
Visser niet is gelukt de reohtsche sa-
merwerking te herstellen, merkt o.m.
op:
„Het is moeilijk te voorspellen, wat
thans gebeuren gaat.
Er is sprake van een nieuwe op-
jdracht. Dit nieuw beteekent hier een
tegenstelling met de mislukte.
Wij zeiden het reeds: het zal een po
gen worden in de richting van het ex
tra-parlementaire.
De z.g.n. minderheidskabinetten, die
men ook wel ten onrechte parlemen
taire Kabinetten noemt, mogen toch
gerekend worden te behooren tot het
piet-bereikbare, iets waarover wij
Waarlijk niet treuren."
„De formateur zal nu dus zelfstan
dig een program moeten ontwerpen
en trachten op dat program eenige
heeren bereid te vinden om in het
nieuwe ministerie zitting te nemen.
Wij zeggen: de formateur. Maar hier
hij moet ook gelet op een eigenaardig
voorbeeld in onze parlementaire his
torie, dat de formateur niet zelf 'zit*
ting neemt in het Kabinet, dat dan
zoo gevormd wordt.
Dit is in 1918 geschied, toen dr. No
lens de opdracht ontving tot vorming
•van een Kabinet. Toen kwam er een
parlementair Ministerie-
En het is ook geschied, toen de heer
(Goeman Borgesius in 1905 een Minis
terie vormde, en de heer De Meester
optrad als leider van het Kabinet.
Wij weten natuurlijk niet, hoe het
gaan zal, maar de mogelijkheid is niet
(Uitgesloten, dat aan Dr. de Visser een
zoodnnige gang van zaken voor oogen
staat.
Van één ding kan men echter wel
verzekerd zijn, dat het nieuwe Kabi
net, wil het eenige levenskans heb
ben, op het stuk van het gezantschap
bij het Vaticaan, de R. Katholieke Par
tij ter wille zal moeten zijn.
De Rotterdammer (A.R.) b e-
groet deze opdracht met minder vreug
de dan de eerste. Om twee -redenen.
„De overgang van het parlementair©
;tot het extra-parlementaire kabinet
jbeteekent een gevoelige achteruitgang.
jiWiè de goede ontwikkeling- van .ons
jconstitutioneele stelsel wenscht, moet
jVooral in dezen tijd het optreden van
!een parlementair kabinet begeeren.
j Dat die begeerte bij het slagen van
i'dr. de Visser's pogen onvervuld zal
(blijven, walt te betreuren,
i En in de tweede plaats stemt het
jdroef, dat de samenwerking tusschen
jde christelijke partijen nog zoo veel te
'wenschen laat, dat op haar geen par
lementair ministerie gefundeerd kan
worden."
Het Centrum (R.K.) wijst er op.
dat het voor de hand ligt, dat er toch
geen sterke tegenstellingen zullen mo
gen bestaan tusschen het Kabinet en
de Kamer(s) waalmede het moet sa
menwerken.
,Te betreuren is, dat dr. De Visser
niet slaagde in zijn poging, om een
parlementair Kabinet te vormen.
Dat een ander man van Rechts on
der de gegeven omstandigheden geluk
kiger had kunnen zijn, of alsnog ge
lukkiger zou kunnen wezen wagen wij
niet te beslissen.
Af te wachten is voorshands, wat
het beraad, waarom hij heeft verzocht;
en eventueele nieuwe pogingen van
zijn kant zullen uitwerken.
Een oplossing wordt, nu de crisis
reeds meer dan een maand duurt en
al de begrootingsarbeid en zooveel an
der belangrijk werk om afdoening
roept, urgent.
Het maakt een pijnlijken indruk bij
zulk een omvangrijke taak een Kabi
net, bestaande uit bekwame mannen,
demissionair, en dus, behoudens en
kele punten, tof werkloosheid gedwon
gen te zien."
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Groningen,
iG. Tichelaar te Leiderdorp. Naar Vu
ren en Dalem, D. B. Kagenaar, cand.
te Utrecht. Naar Aalsmeer ,\V. J. v.
Elden te Heemse. Naar Scherpenzeel,
'M. Hoekstra, em. pred. te Beilen.
GEREF. KERKEN.
Bedankt: Voor Delft, J. v. d.
(Meulen te 's Hertogenbosch. Voor
Den Haag—W., J. L. v. d.Wolf te Kra-
lingen. Voor Anna Jacobapolder A.
[Wijngaarden te Baarland.
CHR. GEREF. KERK.
Aangenomen: Naar Boskoop, P
de Smit, te Nieuwe Pekela.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Aangenomen: Naar Apeldoorn,
iT. J. v. d. Ploeg, te ZaandamOost.
Bevestiging. Intrede, Afscheid.
Na in den morgengoidsdienst beves;
tigd te zijn door Ds. P. G. de Vey
iMestdagh, met -een predikatie over
Markus 1 3, deed D r. S. F. H. J.
Berkelbach van "de Sprenkel
Zondagavond zijn intrede bij de Ned.
Herv. Gem. te Rotterdam.
De nieu\Ve leeaar bepaalde de over-
talrijke schare bij Joh. 3 vs. 16: het
hart van het Evangelie, waarin ge
meente en leeraar elkanders nabjjheid
zoeken.
Stilgestaan wordt bij de verhouding
tusschen God en de wereld en het
verband van den Vader en Zijn kin
deren: het feit, de daad: Jezus Chris
tus, staande tusschen God en de we
reld.
Na den dienst worden door den
nieuwen leeraar toegesproken de be
vestiger en de- consulent van wijk C.,
terwijl een eerbiedig woord van nage
dachtenis wordt gewijd aan Ds. G.
van der Giesen, wiens plaats door Dr..
Berkelbach wordt ingenomen. Vervol
gens worden hartelijke woorden ge
richt tot de collega's uit classis en
ring, Kerkeraad. kiescollege, wijkbroe-
ders, godsdienstonderwijzers, organist,
kerkelijk personeel, voorlezer, gecom
mitteerden, tot de zaken der Ned.
Herv. Gem., vertegenwoordigers van
de stedelijke overheid, Haarlemsch©
Gemeenteleden, en ten slotte tot de
Gemeente, die haar nieuwen leeraar,
door wien de laatste vacature thans is
vervuld, toezingt Ps. 134 3.
I De godsdienstondevvvijjzer K. d e
Vries, zal zich Zondag 20 December
aan de Ned. Herv. Gem. te Lutten
a. d. Dedemsvaart verbinden.
D. Post. f
Te Haarlem is in den ouderdom
van 81 jaar overleden ds. David Post,
emeritus predikant van de Ned. Herv.
Kerk. Ds. Post werd in 1874 in N.-
ITolland candidaat, om 13 December
1874 te Oudeschild zijn intrede te
doen. In 1878 ging hij. na ar Wij denes
en in 1879 naar Hoorn. Op 1 April
1915 verkreeg ds. Post de rechten
van emeritus.
Ds. N. van Schouwenburg, f
Ds. N. van Schouwenburg, predikant
van de Ned. Herv. Gemeente te Amu
sterdam is gisteravond, na een kort
{dekbed, op den leeftjjd van 50 jaar
overleden.
Gelijk men weet, zou Ds, van Schou
wenburg, die in zijn kringen en daarl
buiten zeer gezien was, morgen, Woens
dag, juist zijn 25-jarige ambtsvervul
ling herdenken.
Een maagkwaal, waaraan hjj lijdende
was, heeft zich echter in de laatste
dagen in verergerde mate do?n gevoelen
terwijl herhaalde inwendige bloedingen
den toestand voortdurend ernstiger
maakten. Totdat gisteravond de gevreesL
de tijding kwam, dat de levensdraad was
afgesneden.
Ds. v. Schouwenburg yrerd in Mei van
1875 geboren endeed in 1900 zijn cani
ididaatsexamen, waarna hij op 16 Dei.
eember, dus morgen 25 jaar geleden,
de bediening des Woords aanvaardde
te de Meern, bij Utrecht. I11 1905 verb
trok hij daarop naar Hien, dat twee
jaar later werd verwisseld voor Mij na.
'heerenland, vanwaar in 1909 liet beroep
naar Amsterdam werd aangenomen.
Zijn heengaan wordt vooral in de
Ned. Herv. Kerk te Amsterdam, die
hij ruim 16 jaar mocht voorgaan, als
een verlies gevoeld.
Predikantstractementen.
Naar het „Orgaan van den Bond
van Nêd. Predikanten" bericht, zou
den de prot es toerende kerkvoogdijen
dat zijn die kerkvoogdijen, die nog
weigeren, de aanslagen van den Raad
van Beheer te voldoen, overwegen om
te onderzoeken, of het mogelijk is,
vanwege de beheerscolleges een trac-
tementsregeling te ontwerpen, die ge
acht zoïi kunnen worden te voldoen
aan wat wij1 thans vrij algemeen door
de predikanten wordt gewinscht. En
het schijnt in de bedoeling te liggen
om indien zoo iets werkelijk mogelijk
ïnocht blijken, met het hoofdbestuur
van den .'Bond van Ned. Predikanten
in- óverleg te treden of de predikanten
er mee accoord zonden kunnen gaan
als deze kerkvoogdelijka regeling in
de plaats kwam vari de synodale.
Indische predikanten.
Ter benoeming tot predikanten bijl
de Indische Kerken zijn voorgedra
gen de theol. candidatem R. J. da
'Boer te Zwartsluis en C. B. 'Boer©
te Capell© a. d. IJssel.
De exegese der Heilige Schrift.
De Geref. I^erk van Ermelo kwam
op de buitengewone vergadering 'der
classis Harderwijk met het volgend©
voorstel.
„De classis Harderwijk brenge het
volgende voorstel dér Part. Synode
van Gelderland:
„zich bij gebrek aan genoegzame
gegevens onthoudend van eenig oor
deel over de kwestie Dr. Geelkerken1
als zoodanig;
„constateerend, dat naar aanleiding
van dit geding in de Geref. Kerken
verschil van zienswijze openbaar werd
over de vraag, hoe met name de eer
ste hoofdstukken van Genesis moe
ten worden uitgelegd;
'„verzoeke aan de Generale Synode
dat zij ver klare, in hoeverre naar haar
oordeel de vrijheid van exegese der
H. S. en met name der eerste hoofd
stukken van Genesis bestaanbaar is
op het standpunt der Geref. belijdenis"
De classis heeft dit voorstel met
groots meerderheid van stemmen ver
worpen.
Uit het Sociale Leven.
Het Schildersbedrijf.
De patroons- en arbeiders-vertegen
woordigers in het schildersbedrijf heb
ben, naar de „Volkskr." meldt, in Deri
Haag opnieuw geconfereerd over het
contra&t.
De patroons hebben nu ook de ver
laging voor de eerste klasse ingetrok
ken, zoo'dat er nu een voorstel is om
het contract te continueeren.
De mogelijkheid voor het vaststellen
van een regeling betreffende plaatse
lijke commissies werden, naar de cen
trale commissie verwezen, terwijl voor
de tariefregeling voor nieuw werk een
andere commissie werd ingesteld.
Over het voorstel zal zoo spoedig mo
gelijk door de respectieve arbeiders
organisaties worden beslist.
Uit de textiel nijverheid.
Het hoofdbestuur van De Eendracht
heeft aan de besturen van Unita9, St.
Lambertus en de Landelijke Federatie
een schrijven verzonden, waarin voor
gesteld wordt gezamenlijk stelling te
nemen tegen de voorstellen der Fabri
kantenvereniging. Gevraagd wordt
vóór 18 Dec. bericht.
Brief uit Sassenheim
XXVIII.
Amice,
Onze tegenstanders laten het wel eens
merken, dat ze allen, die het Christelijk
geloof belijden, beschouwen als wat
achterlijk.
In sommige gevallen mag de eene dan
wat meer ontwikkeld wezen, dan de
ander, in het geheel genomen zijn we
toch allen wat bekrompen, dom en naief.
Nu bevindt zich in deze bewering
in zoo verre een kern van waarheid,
dat ook wij toegeven, dat het Christel
lijk geloof en de zegeningen, die het
Christendom biedt, niet afhankelijk zijn
van een zekere mate van welvaart of
een bepaalde ontwikkeling.
Zelfs de knapste geleerde heeft een
kinderlijk geloot noodig en ook de rijk;,
ste onder ons moet er zich van bewust
wezen, dat hij is arm in zichzelf. In
dat opzicht is er tusschen geleerden en
eenvoudigen, tusschen rijken en armen
geen onderscheid.
Het valt echter telkens weer op, ami
ce, dat dit onder hen, die niet tot het
Christendom behooren, feitelijk niet an
ders is. Men noemt ons dom en naief,
maar steeds weer kunnen we oümer-
(ken, hoe zoowel de geleerden als de
eenvoudigen onder onze tegenstanders
een naiveteit aan den dag leggen, die
versteld doet staan.
Dat zien we nu ook weer bij de onl
(derteekening van het verdrag van Lol
carno. Natuurlijk hebben we ons ook
als Christenen oprecht te verheugen in
den beteren geest, die gedurende den
laatsten tijd onder de volken openbaar
wordt.
Wij hebben God te danken voor het
goede, dat Hij ons ook hierin schenkt.
Maar dat neemt niet weg, dat wij ons
toch ook .hebben te wachten voor het
oppervlakkigeoptimisme, dat we zoo
veel aantreffen.
Ik zag dezer dagen in een onzer tijd
schriften een teekening, waarop ChamL
berlain was afgebeeld als schilder, die
„Locarno" als een heerlijken, helderen
zonsopgang op het doek had gebracht.
Lloyd George sprak over dit werk zijn
goedkeuring uit en voegde daar aan toe,
dat hijzelf ook verschillende zonsopgang
gen had geschilderd.
Dit eenvoudige plaatje, amice, had
een diepen inhoud. Hoeveel van die
mooie, veelbelovende zonsopgangen zijn
ons de laatste jaren al niet aangekonk
digd. Maar voordat de verwachte zon
goed en wel boven de kim is verrezen,
gaat ze al weer achter allerlei nevelen
schuil.
Allerlei teleurstellingen houden ons
steeds weer verwijderd van de schoone
toekomst, die ons reeds zoo dikwijls i9
beloofd. En toch gaan de menschen
verder, zender zicli ook maar een oogen
blik te laten ontmoedigen. En bij elke
nieuwe gelegenheid spreekt men weer
met evenveel vuur en bezieling over de
betere tijden ,die we tegemoet gaan.
Zoo trof het me, toen Briand, ter gel
legenheid van de onderteekaning van
het verdrag van Locarno, den brief
voorlas van die eenv-cudige moeder, die
zei, dat zij nu eindelijk met liefde en,
gerustheid haar kinderen kon opveeg
iden, omdat ze nu zeker wist, dat zij
geen slachtoffers van den oorlog zoul
den worden.
En wat door deze eenvoudige vrouw
wordt geschreven, wordt door aen groot
ten staatsman geheel beaamd.
Het verdrag, zoo zei hij, geeft aan
haar de tastbare zekerheid, die zij \Toe
ger nooit kon hebben gehad. Door het
verdrag van Locarno wordt Europa nu
een groot gezin.
Na alle teleurstellingen, na. alle on_
vervulde verwachtingen, na alle droeve
ontgoochelingen, die de geheel© wereld
geschiedenis, en niet in het minst het
laatste twaalftal jaren ons heeft gei.
bracht, spreekt een mensck ook nu nog
vol geestdrift van de „tastbare zeker
heid', dat geen oorlog in de toekomst
zijn slachtoffers zal cpeischen.
Dc mensch heeft het geloof in eigen
werk nog niet verloren,' en dit geloof
wordt zoowel door de geleerden en mach
tigen, als door dc eenvoudigen en armen
gedeeld.
Is het niet diep tragisch?
Ook wij geicoven aan een wereld,
waarin gerechtigheid wonen z^l, en het
„Yredc op aarde, in de menschen een
■welbehagen', is voor ons geen holle
klank. Maai' onze toekomstverwachtin
gen vlijn gelukkig niet gebaseerd op
menschcnwerk, dat steeds weer tot t"L
leurstellingen leiden moet.
Het christelijk geloof, dat zijn ven
wachtingen bouwt op Gods werk, heeft
hierin een vast fundament.
Het is niet voldoende, amice, als we
lalleen maar het vooze en het brooze
zien van de menscheljjkö idealen en
toekomstbeelden.
Waar we in deze adventsdagen weer
zoo bijzonder herinnerd worden aan
het Goddeljjk werk, waarin wq hebben
onze „tastbare zekerheid" voor een
betere toekomst, hebben we vervuld te
zijn met medelqden voor die. wereld, die
nog steeds van eigen werk haar heil
verwacht
En we hebben elkander op te scher
pen om steeds en overal, met alle mol
gelijke middelen, van het ko6telqk beu
zit, dat wij ontvingen, aan die arme
wereld zooveel mogelijk mee te deelen.
Sassenheim, 10 Dec. '25. SASSEMER.
GEMENGD NIEUWS.
Eenschitterende vangst.
De Russische politie is het gelukt een
groote rooversbende onschadelijk te
maken, die in twee gouvernementen
Orlow en Kursk talrijke moorden en
misdaden gepleegd heeft. De politie
werd in een ernstig gevecht gewikkeld
met "de bende waarbij acht bandieten
gedood werden. Het gelukte tenslotte
alle roovers in arrest te stellen.
Bloedwraak. Een jonge man
werd verleden jaar te Rome gedood tij
dens een twist in een herberg, door een
makker. De moordenaar werd vrijge
sproken door de getuigenis welke werd
afgelegd door den herbergier Gisteren
trad de vader van den vermoorden
knaap de herberg binnen loste vier
schoten en doodde den herbergier.
Een trapgans. De heer Jv.
Doorn te Simonshaven had het geluk
een trapgans te bemachtigen, die zich
tegen de hoogspanningsdraden dood ge
vlogen had.
De trapgans kwam vroeger algemeen
in ons land voor, doch wordt tegen
woordig hier niet meer aangetroffen.
Het bemachtigde exemplaar woog 15
pond en had een vlucht van 2 M.
Brand. Te Hengstdijk brandde
door onbekende oorzaak de nieuw ge
bouwde landbouwschuur van A. van
Hijfte af, waarbij het vee en alles wat
verder in de schuur aanwezig was ver
brandde.
Noodlottige val. De 70-jarige
A. v. E. te Oosterhout gleed door de
gladheid uit en kwam zoo ongelukkig
terecht, dat de dood bijna onmiddellijk
volgde.
Een bloedig gevecht. Bij
een poging van de politie te Manilla,
om de moordenaars van een Pliilüp-
pijnschen schoolmeester te arresteeren,
kwam het tot een gevecht tusschen de
politie en Moros, waarbij 17 misdadi
gers gedood werden, terwijl de politie
5 gewonden had.
Gerangschikt. Maspero.' een
bekend Egyptoloog, die aan de geleerde
wereld menige belangrijke mededee-
ling bezorgde over de Egyptische be
schaving van vroeger eeuwen, verhaalt
in een van zijn geschriften een merk
waardig voorval dat hem overkwam
toen hij een Egyptische mummie in
Frankrijk wilde invoeren. Het was een
koninklijke mummie, een belangrijke
aanwinst voor een museum van oudhe
den.
De heer Maspero dacht, dat hij geen
invoerrechten voor zijn voornamen
doode zou'behoeven te betalen.
De ambtenaar, die met het nazien
van alles wat ingevoerd werd, belast
was, scheen er echter dien dag erg op
gesteld te zijn om alles nauwkeurig te
onderzoeken. Hij opende de kist met de
mummie en riep verbaasd.
Heila! wat hebben we daar nu?
Een Pharao, een onvervalschte
Pharao van de zesde dynastie, ant
woordde de man van de wetenschap.
Een.Pharao? riep de verschrik
te beambte. Ik kan mij niet herinneren,
wat daarvoor voor invoerrecht moet
betaald worden.
Hij haalde zijn tarief lijst te voor-
FEUILLETON.
Kathlyn Barrington.
id
„Maar zullen wij den voet nog kun
nen redden, Burritt!"
„Slechts door een wonder."
Weer volgde een stilte, slechts afge
broken door korte aanwijzingeh van
tijd tot tijd, toen sprak Dick Forsyth:
,,Gode zij "dank, dat is klaar! Wat ver
foei ik die slechtheid, en dan'te moe
ten denken, dat er millioenen in het
zelfde geval verkeeren als deze- kleine
dreumes!"
Heel voorzichtig legden de twee
sterke mannen het ,kind terug op de
krib en ruimden de overblijfsels weg
van hun werk, terwijl Kathlyn Bar
rington haar plaats weer inham aan
de zijde van het nog steeds betfuste-
looze kind. Toen ging Dr. Burritt weg
om na enkele minuten terug te komen
met den vader van het kind. Zijn ge
zicht drukte geen ontroering uit en
stond strak als een afgodsbeeld, maar
zijn waaier ging vlug heen en weer,
toen hij over zijn kind heenboog en
verraadde duidelijk de ontroering, die
zich van hem meester gemaakt had.
Enkele oogenbjikken keek hij strak
naar het slachtoffer van die bai'baar-
sche gewoopte en daarna zochten zijn
oogen 'die van .Kathlyn Barrington:
„Wilt u op mijn kleine passen?" vroeg
hij plotseling. Dr. Burritt wilde tus-
schenbeide komen, maar Kathlyn was
hem al voor.
„Wel voor eenige dagen als ik
mag?" voegde ze er in 't Engelsch aan
toe, terwijl ze zich tot Dr. Burritt
richtte.
„Mag?" haastte deze zich er aan toe
te voegen.
,Ik zou het u juist vragen; want de
kleine heeft zich aan u gehecht en de
redding van dit kind zal mijn zending
meer bevorderen dan ik in vijf jaar.in
staat geweest ben te doen."
.,Dan blijf ik" antwoordde ze rustig;
en nadat de mandarijn nog een onke
len blik had geworpen op zijn slapen
de lieveling, groette hij Kathlyn met
zijn waaier en verliet de kamer, ge
volgd door Dr. Burritt, terwijl Dick
Forsyth met "Kathlyn achterbleef.
„Wat zal uw vader daarvan zeggen?'
vroeg hij ineens.
„Dat weet rik niet" antwoordde ze
rustig. „Ik kan dit arme, lieve meisje
niet alleen laten. Maar als u alles be
halve mijn persoonlijke bagage, wilt
meenemen naar Yong-Foo en het mijn
vader wilt doen bezorgep, zal hij niet
erg ontstemd zijn. De vader van dit
kind' is mandarijn" zei ze met een
scherp lachje, „en mijn vader gaat
graag met officieelo personen om. Mo
gelijk zal hij mijn blijven hier beschou
wen als het uitwerpen van brood op
het water."
Er was een lichte verontwaardiging
in haar spreektoon, die niet aan de
aandacht van Forsyth ontsnapte maai'
hij deed, alsof hij het niet bemerkte.
„Ik denk, dat het heel goed is van
u" antwoordde hij hartelijk. ,Als u mo
zeggen wilt, welke pakjes u noodig
heeft, zal ik 'ze meteen halen; en ik
zal zien, dat de andere zoo spoedig mo
gelijk bij uw vader in Yong-Foo ko
men."
Zij beschreef de bagage, die ze noo
dig had en zonder langer te wachten
verliet Forsyth het zendingshuis en be
gaf zich naar den oever der rivier.
Daar wachtte hem een onverwacht
avontuur. In tegenstelling van de stad
met haar honderden lantaarns, was dc
smalle oever zeer donker en nagenoeg
verlaten, zocdat hij heel wat moeite
had om een boot te vinden, die hem
naar de in 't midden van de rivier lig
gende sampan kon brengen
Juist kwam een boot aan wal, be
mand met drie Chineezen en hij begon
met hen to onderhandelen.
„Ja" zei een der mannen, ,we bren
gen u naar de sampan voor twee tael
(een tael is pl.m. f3.60).
De prijs was hoog; maar zonder een
poging te doen tot afdingen, stapte
Forsyth in de hoot, die terstond afge-
stooten werd. Met de eerste streken
zette de boot koers naar de sampan,
welker lichten duidelijk zichtbaar wa
ren, daarna draaide ze af en begon
tegen den stroom in te varen.
„Dat is de boot, waarheen ik wil"
zei Forsyth tot den man aan het roer.
terwijl hij de sampan aanwees. De man
schonk er niet de minste aandaclli
aan.
Hoort u me niet? Dat is de sampan,
die
Hij voleindigde den zin niet. Tot zijn
verbazing maakte de man den helm
stok los en zwaaide dien boven zijn
hoofd. Maar Dick Forsyth verloor zijn
tegenwoordigheid van geest niet. Vlug
greep hij den man bij de beenen en
toen deze struikelde, vielen ze samen
over boord. In het water liet de jonge
dokter los en toen hij boven water
kwam,«zag hij de lichten van de sam
pan achter zich. Met krachtigen slag
zwom hij in die richting. Den Chinees
liet hij aan zijn lot over, Verzekerd,
dat deze door zijn makkers gered zou
worden.
Toen hij de sampan bereikt had,
klauterde hij aan boord, en druipende
van het water, begaf hij zich naar het
achterdek: Juist kwam een der leden
van de bemanning naar boven en zag
hem onder een lantaarn staan.
„O dokter Forsyth" riep hij uit, zon
der te letten pp de druipnatte kleeren
van den dokter/ „een heel vreemde
ding gebeurd is."
„Zoo, Ching, wat is er dan gebeurd?"
„Toen u weggaan vijf man komen
met een boot en drijven ons in hut.
en kijken alle. ding, vijf heel wilde
mannen. Zij heel vlug kijken naar ba
gage. Missie Ballingfon's bagage alle
maal. Dan breken open één pak twee
pak en gaan weg. Heel wilde man, ri-
vierroovers ik denk."
„Hebben ze ook iets gestolen?" vroeg
Forsyth verwonderd.
.Neen stelen eenig ding, heel vreemd.
Zij weggaan, ik weer sluiten één pak,
twee pak en wachtten u."
't\Vas inderdaad heel vreemd, eo
het een met het apder in verbant
brengende, begreep Dick Forsyth er
niets van. Een oogenblik staarde hi
in gedachten over het water.