NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 5 DECEMBER 1925
Aan het einde der Week
Eindelijk is 'dan het verdrag van
Locarno in. veilige haven gekomen. Do
verhouding tusschen de volkeren van
Europa is hierdoor geheel gewijzigd
Want indien een der onderteekenaars
van het verdrag, b.v. Frankrijk in
strijd met het verdrag een aanvalsoor
log tegen Duitschland zou beginnen,
zal het kunnen gebeuren dat Enge
land, Italië en België aan Duitsche
zijde zullen vechten.
Locarno geeft werkelijk eenige waar
horgen voor 't bewaren van den vrede.
Er is in onze kringen dikwijls een
stemming van wantrouwen jegens den
Volkenbond, alsof de strekking van
dien Bond on-Calvinistisch, zelfs on
christelijk, zou zijn, en die onwil uitte
zich ook jegens het Protocol van Ge-'
nève. Deze misvatting werd door Prof.
Anema in de Eerste Kamer recht gezet
toen hij zeide dat hij de beginselen van
dat Pïotccol van ganscher harte on
derschreef, en zijn afwijzend advies
baseerde op de vraag of het Protocol
den toets der werkelijkheid zou kun
nen doorstaan.
Het was te mooi, en de tijd was er
nog niet voor rijp.
Maar in principe erkennen de onder
teekenaars van het verdrag van Lo
carno toch ook, dat een aanvalsoorlog
een misdaad is. hetgeen werkelijk een
evolutie In de samenleving der Staten
heteekent
Zal de geest van evrzoening, dien
men dikwijls den „Geest van Locarno''
neemt krachtig genoeg doorwerken,
om ook de vele economische wrijvin
gen to verminderen?
De Fransche militaire autoriteiten
gaven ook dezer dagen nog blijk, dat
bij hen heel weinig van dien verzoenen
den geest te vinden is, door in Trier,
in het bezette Rijnland te eischen, dat
het gemeentebestuur meer dan 300 par
ticuliere huizen zou doen ontruimen
voor de legering van soldaten. Een be
roep op de Fransche regeering zal wel
n*ets baten, daar de militaire kaste
niettegenstaande de democratische
•staatsregeling in dergelijke aangelegen
heden zeer machtig is.
Met groote moeke heeft het nletiwe
Fransche ministerie van Briand de fi-
nancieele voorstellen aangenomen ge
kregen. Deze voorstellen geven aller
minst een oplossing van de groote
moeilijkheid, maar dienen slechts om
de regeering aan genoeg, contanten te
helpen om de schatkistbons, die 8 De
cember vervallen, te kunnen uitbeta
len. De drukpers is nog steeds het mid
del dat in den nood uitkomst brengt,
maar ook de 68 milliard francs aan
nieuwe bankbiljetten zullen spoedig op
zijn. Dan maar weer nieuwe drukken?
Of zal het plan van Loucheur nu ein
delijk een einde maken aan de infla
tie?
Te bezuinigen valt er niet veel meer,
tenzij men zou willen bezuinigen op de
uitgaven voor do kostbare oorlogen in
Marokko en Syrië.
De vorige regelingen (Poincaré o a.)
hebben te veel gerekend op de Duit
sche milliarden. Evenwel komen die
milliarden voorloopig nog niet en zaki
de Franc!
De Duitsche militaire kaste vóelt ook
nog maar weinig voor den geest van
Locarno.
Van verschillende zijden wordt er
op gewezen, dat er tegen Stresemann
en Luther een hetze gekweekt wordt,
als indertijd tegen Erzberger en Rathe-
nau, welke den moord op deze staats
lieden tengevolge had. De verhitte
schrijverij in sommige rechtsradicale
bladen is in een land waar zooveel
jonge mannen als 'tware klaar staan
Leidsche Penkrassen.
Amice,
Het Sint Nicolaasfeest, dat nog al
tijd voor velen, ook in onze kringen,
zijn eigenaardige bekoring behoudt, is
weer achter den rug. Er zijn weer heel
wat kinderen blij gemaakt en vele ou
ders zullen zich aangenaam verrast
gevoelen als zij zien hoe hunne kinde
ren zich hebben uitgesloofd om vader
en moeder een prettige verrassing te
bereiden.
Ik vind het altijd een aardige tijd,
die Sint Nicolaastijd.. Er zit dan iet9
prettigs geheimzinnigs in de lucht, de
winkeliers hebben bij het etaleeren
van hunne artikelen het beste been
tje voorgezet en als het weer niet al
te slecht is, dan geven de vele kijkers
en koopers aan d,e winkelstraten een
zekere gezelligheid, die anders gemist
wordt
't Loont soms wel de moeite eens
voor een winkelraam te gaan staan en
de koopers een oogenblik te observee-
ren. Daar zijn de luchthartigen, die
zonder eenige moeite een keus kunnen
doen en die heel spoedig met hunne
inkoopen gereed zijn, en er zijn de
zwaartillenden, die wikken en wegen
die maar tot geen besluit komen en
die dan tenslotte nog vaak tot de ont
dekking komen, dat ze toch eigenlijk
nog een verkeerde keus hebben gedaan
Daar zijn er aan wie ge 't merken
kunt, dat ze niet op een rijksdaalder
behoeven te zien en er zijn ook de
om een wanhopige daad te doen uiterst
gevaarlijk. En als er iets gebeurt, dan
zeggen al deze menschen. die nu in be
dekte termen tot moord opzetten, dat
ze er volkomen onschuldig aan zijn,
maar het was toch de eigen schuld
is van den vermoorde
Na dezen rondblik door Europa kee-
ren we op eigen bodem terug en zien
dat „zelfs" de heer Marchant er niet
in geslaagd is een kabinet te vormen.
Gelukkig bleek in de Roomsch Kath.
kamerfractie nog een groote waardee
ring voor 't werk van Schaepman en
Kuyper te bestaan en is dus voor het
oogenblik het gevaar van een zwart-
roode combinatie afgewend.
Uit het grijs verleden.
EGYPTISCHE GODEN TE ROME.
Het wereldrijk, dat Alexander de
Groote gesticht had, ging met zijn doel
in 323 v. Chr. te niet. Stervende moet
de koning reeds voorspeld hebben, dat
zijn veldoversten hem een bloedige be
grafenis bereiden zouden en inderdaad
de twintig volgende jaren gaven een
onafgebroken reeks van oorlogen te
aanschouwen, waarin de een na den
ander der generaals omkwam, terwijl
ook de leden der koninklijke familie
door moord van het tooneel verdwenen
Tenslotte kwamen, na den slag bij Ip-
sus in 301, uit de verwarring een drietal
groote staten en eenige kleine te
voorschijn. Deze groote rijken waren
Egypte onder de Ptolemaeën, Syrië on
der de Seleuciden en Macedonië onder
de Antigoniden.
Doch belangrijker dan de stichting
Van een wereldrijk was de vermenging
van het Oosten en het Westen, die het
gevolg was van Alexanders verove
ringstochten. De Oostersche volken
hadden al meer dan 1000 jaren te voren
hun isolement prijs gegeven; nu werd
ook hel; Westen in deze uitwisseling
der culturen betrokken. Een opleving
Van wetenschap en kunst, van religie
en wijsbegeerte was daarvan het ge
volg, die het Hellenisme genoemd
wordt omdat daarin het Grieksche ele
ment dömineerde.
Langzamerhand werden de Hellenis
tische staten door Rome, dat zich na
den oorlog met Hannibal (218201) tot
een wereldmacht begon te ontwikkelen
veroverd: het laatst Egypte, dat na den
slag bij Actium in 31 v. Chr, tot een
Romeinsche provincie werd gemaakt.
Doch, zooals het meer gaat in de we
reld, de overwonnenen werden, in gees
telijken zin, de overwinnaars. En ter
wijl het „hof" en zijn spreekbuizen, de
hofdichters, anti-Oostersch en vooral
ook anti-Egyptisch gezind waren, nam
onder het Romeinsche volk, dat zich
om wereld-politiek weinig bekommer
de, de invloed der uitheemsche religies
toe. Het zocht daar den vrede en de zie-
lerust, die de officieele staatsgods
dienst het niet gaf en inzonderheid de
vrouwen waren vurige vereersters der
Egyptische godin- Isis.
Reeds in de 2de eeuw vóór Chr. was
de dienst der Egyptische goden Isis en
Osiris-Serapis in Italië binnengedron
gen. Zoo was er blijkens gevonden in
scripties in het jaar 105 v. Chr. te Pu-
teoli bij Napels een tempel voor Sera-
pis en in denzelfden tijd werd de Isis-
tempel te Pompeji gebouwd.
Ook te Rome drong de nieuwe cultus
door en de Senaat zag daarin zulk een
gevaar voor de oud-vaderlijke religie,
dat hij meer dan eens (n.l. in 58, 53, 50
en 48 vóór Chr.) bevel gaf de beelden
en altaren der Egyptische goden te ver
nielen. Deze drastische maatregelen
richtten evenwel niets uit.
Daarna is men in 43 een oogenblik
moeders met de zorggezicihten die toch
ook graag hunne kinderen een genoe
gen willen doen, maar voor wie de
laagste prijzen toch eigenlijk nog te
hoog zijn. Gelukkig voor de laatsten
dat de waarde van een geschenk, ook
door kinderen niet altijd beoordeeld
wordt naar het geld dat er voor wordt
uitgegeven en dat een kind, dat zich
met een eenvoudig popje tevreden
moet stellen soms meer geniet en meer
tevreden is, dan een kind, dat met ge
schenken wordt overladen en tenslotte
niet meer weet te waardeeren wat het
ontvangt, 'tls hier ook niet de over
vloed alleen die gelukkig .maakt.
Toch kan ik me indenken dat deze
mooie, maar koude winterdagen voor
velen een allesbehalve feestelijk ka
rakter dragen en dat er in tal van ge
zinnen heel wat gezorgd wordt en ge
zucht. De inkomens zijn vaak klein,
en de behoeften betrekkelijk groot De
kachel moet geregeld branden en voed
sel en deksel eischeen meer zorg dan
gewoonlijk. Geloof maar, dat het voor
heel veel huismoeders, die met hare
kinderen toch graag knapjes voor den
dag komen een moeilijke tijd is en dat
dezelfde winter, die voor velen een
bron van genot is voor haar een oor
zaak is van angst en benauwenis.
'tKan geen kwaad hierop eens de
aandacht te vestigen. Wij leven vaak
zoo los naast elkaar voort en denkeu
er vaak niet aan eens om ons heen te
zien en na te gaa^ of er ook geholpen
moet worden.
van plan geweest, de oude gewoonte
der evocatio op Isis toe te passen,
hierin •beslaande, dat pien vreemde
goden oproept hun vaderland te ver
laten en hun een staatstempel te Rome
beloofde. Dit voornemen schijnt echter
niet uitgevoerd te zijn.
Eenige jaren later verdeelden Octa-
vianus en zijn mededinger Antonius
het rijk in een Westelijk en Oostelijk
gedeelte. Antonius geraakte onaer den
invloed der Egyptische koningin Cleo
patra en gedroeg zich als een Oostersch
despoot. In Rome ontstond een ont
stemming tegen Antonius en al wat
Egyptisch is; wilde geruchten deden
de ronde, zooals dat Antonius, wan
neer het hem gelukken mocht, Rpme
te veroveren, hij het aan zijn vriendin
zou ten geschenke geven en den zetel
der regeering naar Alexandrië ver
plaatsen. Octavianus maakte van die
ontevredenheid des volks gebruik en
wist gedaan te krijgen, dat Antonius
van zijn waardigheden ontzet werd en
aan Cleopatra de oorlog verklaard. De
slag bij Actium viel in het nadeel van
Antonius uit en zoowel hij als Cleopa
tra doodden zichzelf.
Deze politieke gebeurtenissen ver
klaren voor een goed deel, dat Octavia
nus, toen hij met den titel Augustus,
als hoedanig hij beter bekend is, al-
leenheerscher werd, weinig geneigd
was tegenover den Isisdienst een meer
conciliante houding aan te nemen.
Onder Augustus' opvolger Tiberius
(14—37 na Chr.) brak een ware vervol
ging tegen de vereerders van Isis uit,
zulks naar aanleiding van een, werke
lijk of voorgewend, schandaal dat ons
door den Joodschen geschiedschrijver
Flavius Josephus uitvoerig verhaald
wordt.
De regeering van Caligula (3741)
was een keerpunt in de geschiedenis
van den Isisdienst; hij was de eerste
keizer, die de Egyptische goden open
lijk vereerde en juist waren op den dag,
waarop hij werd vermoord, voorbereid
selen getroffen voor de opvoering van
een mysteriespel, waarbij door een rei-
zenden troep Egyptenaren en Ethio-
piërs tafereelen uit de onderwereld
zouden worden vertoond.
Onder de volgende keizers kwam de
Egyptische godsdienst hoe langer hoe
meer in zwang, en nu ook aan het hof.
Nero, wien door waarzeggers voorspeld
was, dat hij eens een Oostersch keizer
rijk zou stichten, had sterke Egyptische
sympathieën; zelfs moet hij we' eens
van plan geweest zijn, den zetel des
rijks naar Alexandrië te verleggen. Hij
erkende den dienst van Isis officieel en
richtte midden iö Rome een grooten
tempel voor de godin op.
Vespasianus, de keizer, die Jeruza
lem belegerde, bracht den nacht voor
de verovering dézer stad in 70 met zijn
zoon Titus in den tempel van Isis door.
Keizer Commodus liet in 192 ter her
innering aan een door hem behaalde
overwinning een munt slaan, waarop
wordt voorgesteld hoe hij, bekran9d
door de Victorie, de hand reikt aan
Serapis, die vergezeld is van l9is mei
haar gewone attribuut het sistrum (den
stalen ratel) in de hand. Ook de laatste
heidensche keizer Julianus de Afval
lige was een vereerder van Isis, al
voelde hij nog meer. voor den Mithras-
dienst.
In de geheele Romeinsche wereld
waren tempels opgericht voor de Egyp
tische goden: in Griekenland, in Gal-
lië, ja tpt zelfs in Engeland (te York)
en Duitschland (te Keulen) toe.
In 391 deed keizer Theodosius den
Serapis-tempel te Alexandrië verwoes
ten en de bisschop Theophilus bouwde
op diezelfde plaats een kerk, gewijd
aan den H. Johannes den Dooper.
Natuurlijk moeten wij dat niet doen
zooals de socialisten, door klinkende
artikelen te schrijven over de „ver-
rott^" maatschappij en door, zooals
b.v. de Leidsche socialisten dat bij
voorkeur doen in den Gemeenteraad
over den nood der armen mooie woor
den te spreken. Dat klinkt misschien
wel aardig, maar het is zoo buitenge
woon goedkoop, en de mensohen die
't noodig hebben worden er niet beter
van. Veel beter is het in den zak te
tasten, zelf nood'te lenigen en de dia
conieën wier taak het is minder bedeel
de broeders en zusters om Christus wil
te helpen tn staat te 9tellen hun mooie
werk te verrichten.
Er. wordt nog weieens gezucht en
geklaagd in dezen tijd en naar ik' ge
loof niet alleen door de arbeidersklas
se. Ik sprak althans dezer dagen een
winkelier, die allesbehalve geneigd
was om te roemen. De St.-Nikolaas-
tijd, die anders nog weieens wat goed
maakt, had niet aan de verwachtingen
voldaan en naar hij verklaarde, was
hij volstrekt niet de eenige, wiens ver
wachtingen waren teleurgesteld.
Trouwens, ik weet niet of de indruk
juist was, maar de indruk dien velen
gekregen hebben van de onlangs door
de winkeliers aangewende pogingen
om door raadselwedstrijden e d. den
kooplust te prikkelen, was deze. dat
men dit niet voor z'n plezier deed,
maar wel uit bittere noodzaak. Ik kan
het middel nog steeds niet bewonde
ren, maar toch hoop ik dat het nog
De hoed en de pagekop.
De parlementsfilm van „De Vrijheid"
het orgaan van den Vrijheidsbond,
schrijver de journalist D. Hans, bevat
deze week het volgende:
Er is onlangs in Den Haag een raads
lid afgetreden. Niets bijzonders zoo
min het raadslid, als het aftreden.
Maar:
een ander raadslid 9tond klaar om
op te volgen. Most niet magge. Ge
meenteraden behoorde men te laten
uitsterven, en dan aan het hoofd van
elke stad een paar flinke kerels als
B. en W. mannen van gewapend beton,
met koppen en klauwen, met verstand
en rechtvaardigheiden dan regee-
ren. Dat gebeurt niet. Zoolang dooje of
aftredende raadsleden nog opvolgers
hebben, is 'tmis. Bovendien: hier was
de opvolger een vrouwelijk raadslid,
dus was het dubbel mis.
De Dame luistert naar den naam
van Heeren mejuffrouw Heeren, een
naam die al voldoende haar emanci
patie uitdrukt.
Welnu:
deze dame moest worden be-eedigd
en toen de secretaris haar het oord des
verderfs binnenleidde had zij haar
Hoed op. De Raad keek sip. De vrou
welijke raadsleden trokken een sma
lend gezicht. De burgemeester raakte
uit de rails en zocht in het reglement
van orde.
Neen.
Geen wettelijk voorschrift verbood
aan de dame Heeren, om haar Hoed
op te houden bij de be-eediging. Dies-
legde zij den eed af met een sierlijk
hoofddeksel op haar krullen. En gedu
rende de gansche vergadering hield zij
het op. De Raad wa9 lichtelijk' van
streek. De gansche knusse stemming
verliep en men keek de nieuwe-zuster
in-de-politiek aan of men haar wilde
op-eten. Zij zat er zoo lekker bij, als
kwam ze op visite. Echt op visite. En
het was bepaald gênant, dat de voor
zitter haar geen koffie en geen gebak
presenteerde.
Toch moet ik eerlijk zeggen, dat dit
optreden van de Heeren-dame mij in
hooge mate sympathiek was. f
Waarom? Wel, zij bewees met haar
hoed-demonstratie, dat zij nog vrouw
is gebleven. Vele vrouwen in de poli
tiek worden bepaald allemaal man
nen, maar dan zonder de gunstige ei
genschappen, die wij, echte mannnen,
bezitten Vele politieke vrouwen nemen
onze kwade eigenschappen over maar
de goede niet en ik verheug mij van
harte, als ik een politieke dame zie.
die iets vrouwelijks bewaart."Nu, deze
juffrouw heeft een naam, die in dit
opzicht niet gunstig stemt, maar heeft
zij juist daarom door haar hoed-de
monstratie willen toonen, dat niets
vrouwelijks haar vreemd is? Natuur
lijk was het een nieuwe Hoed. Een
splinter-nieuwe, een kers-versche. Een
dotje van een Hoed, een room-soesje
van een hoofddeksel, een honnepon-
netje van een schedel versiering, een
'gedicht, een melodie, een stuk beeld
houwwerk.
En stel u dan voor, dat mej. Heeren
met zulk een Hoedhaar collega-
vrouwelijke-raadsleden niet de oogen
zou hebben uitgestoken. De andere
vrouwtjes in den raad waren gewoon
weg spin- Ze zaten met smalle gezich
ten van jalouzie toe te zien en mom-
palden zachtjes booze interrupties te
gen oen. Hoed.
En ondertusschen bleef de Hoed
staan. Keurig. Corect. Hij trok zich
nergens wat van aan.
De Hoed keek uitdagend de raads
zaal en de wereld in en hield vol, dat
eenigan invloed ten goede heeft uitge
oefend.
Zooals ge gezien zult hebben, zal on
ze Gemeenteraad a.s. Maandag een
begin maken met de behandeling van
de Gemeentebegrooting. Zoo erg als in
andere plaatsen, Amsterdam b.v. waar
men nu al in de twintig zittingen ach
ter den rug heeft, zal men 'thier wel
niet maken, maar het feit dat er op
gerekend wordt, zoo noodig vier dagen
achtereen te vergaderen, wijst er wel
op, dat weer een flinke stroom van
woorden verwacht wordt.
In de bladen zag ik reeds een lange
reeks van voorstellen en amendemen
ten aangekondigd, een bewijs, dat het
aan de beroemde „open oogen" bij on
ze raadsleden niet ontbreekt.
Nu heb ik tegen dat alles natuurlijk
geen bezwaar. In sommige gevallen
kan het zelfs wel aanbeveling verdie
nen dat de gemeentepolitiek eens breed
voerig behandeld wordt, mits maar
niet vergeten wordt, dat er hier in
Leiden ook nog belastingbetalers zijn
en dat die belastingbetalers met ver
langen uitzien naar het oogenblik, dat
de belastingdruk een weinig verlaagd
kan worden.
Meer dan eens is hierop ook in den
Gemeenteraad reeds de aandacht ge
vestigd, maar ik krijg daarbij steed9
den indruk, dat de meerderheid van
Je raadsleden niet voldoende beseft,
welke groote belangen hier op het 9pel
staan en hoe dringend noodig het is,
voor vele groepen van ingezetenen, dat
ie heelemaal ni^t goedkoop was en dal
de andere dames dit zeien, omdat zo
de P: in hadden. En na afloop kuierde
mej. Heeren gezellig de Javastraat in
.met den Hoed.
Ik zie in dien Hoed een prachtigen
bliksemafleider. Als onze politieke
vrouwtjes in de openbare colleges met
elkander gaan concurreeren in klee
ding, vergeten ze de politiek en doen
geen kwaad meer. Dit is misschien
ook een middel, om de belangstelling
der kiezers voor onze openbare colle
ges te prikkelen.
Het schokkende drama van den
Hoed-in-den-gemeenteraad bleek later
nog niet te zijn afgeloopen.
Integendeel!
Vele kiezers en kiezeressen waren
van meening, dat onze nieuwe politie
ke dame alleen maar de eerste ver
gadering van den Raad, de vergade
ring. waar ze werd ingezworen, met
den Hoed op zou bijwonen, om eenigen
luister aan de plechtigheid bij te zet
ten, en dat ze in volgende vergaderin
gen met een open-en-bloot-hoofd zou
verschijnen. Geenszins! De volgende
vergaderingen zijn gekomen en mejuf
frouw Heeren droeg wéér een Hoed.
Een andere. Nu was het geen groot
model, breed-gerand, een Hoed die zich
als een beschaduwd platvorm uitstrek
te boven den luister van haar lokken,
neen nu was t'een aller-liefst, guitig,
geestig, klein dingetje.
Geen Hoed.
Een Hoedje.
Het apparaat Hoed II, verwekte in
de vergadering van onze vroedschap
nog meer sensatie dan projectiel Hoed
I. De heeren trokken er aanstonds de
conclusie uit, dat mejuffrouw Heeren
voortaan elke vergadering met een
Hoed zou hijwonen. De dames vroegen
zich in verbijstering af, hoeveel Hoe
den zij van plan was op deze wijze te
cta' en. Een van de andere vrouwe
lijke raadsleden, die zich, gezien het
matige presentiegeld, met één hoed
(zonder hoofdletter) moet behelpen op
alle week- zon- en algemeen erkende
Christelijke feestdagen, werd rood-wit-
en-blauw van pure emotie. Door Hoed
II. Ziezoo.
Ik heb nu aan dit feit voldoende aan
dacht gewijd en er blijkt genoegzaam
uit, dat we eerstdaags ook den Hoei!
in de Tweede Kamer kunnen verwach
ten. Wat zal er aan te doen zijn. Niets.
Het Reglement van Orde verzet er zich
niet tegen. Trouwens, hoewel in dafr
Reglement staat, dat de aanwezigen
op de tribunes de vergaderingen „met
ongedekten hoofde" moeten bijwonen,
laat men zelfs daar de dames- steeds
het hoofd bedekt houden-.
Welke vrouwelijke afgevaardigde
importeert den hoed in het parlemeny
En of dit feit niet genoeg was en
nu kom ik speciaal in de Tweede Ka
mer terecht verscheen mevrouw
Bakker Nort daar onlangs; met een
pagekop.
De Eerste.
De Eerste Geachte Page-kop in de
Nederlandsche volksvertegenwoordi
ging.
De Hoed was de Baanbreker der
raads-Hoeden, de Pagekop was de Pio
nier der Parlementaire Page-kopjes.
Ds Lingbeek, die achter den Page-kop
zit, keek er naar met een smartelijken
blik om zooveel wuften wereldschen
zin, en de dames Groene weg en Wes
terman kwamen aanstonds aanloopen.
om haar opwachting te maken hij den
Page-kop.
En: zoo zal het me niets verwonde
ren, als over enkele dagen ook Suze
en Jo gekortwiekt komen binnenkuie
ren. Ja, we beleven gróóte tijden, vol
historische gebeurtenissen.
de druk der belastingen wordt ver
laagd. Laten we hopen amice, dat daar
in verandering komt, en dat de vol
gende week de ernstige wil tot uiting
komt om te bezuinigen en belasting
verlaging mogelijk te. maken.
Veel nieuws zullen wef waarschijn
lijk bij de begrooting9debatten wel niet
te hooren krijgen. De oppositie heeft
in hoofdzaak de oude paardjes, dia
reeds zoo vaak dienst deden, weer van
9tal gehaald, en wat opgepoetst. Merk
waardig vond ik het dat bij de vele
voorstellen en moties, die van socialis
tische zijde zijn ingediend, voorzoover
ik na kan gaan niet één een bepaald
30cialis.tische strekking heeft. 'tZijn
heel gewone „burgerlijke" voorstellen,
die net zoo goed door leden van an
dere fracties konden zijn ingediend,
behalve dan één voorstel, dat ten doel
heeft de Zondagsrust tegen te gaan en
het houden van optochten met muziek
en banieren op Zondagnamiddag als
regel mogelijk te maken.
't Is voor mij een bewijs, dat het so«-
cialisme waarin trouwens zoo goed.-
als niemand in het roode kamp ge
looft toch eigenlijk maar bijzaak is
en dat: het bij deze partij in de eerste
plaats te doen is om de doorwerking
van de Christelijke beginselen te stui
ten, een pogen dat naar vertrouwd mag
worden, door onze mannen zooveel mo
gelijk zal worden verijdeld.
VERITAS