-jssfö GERZON1 jfsi N ICO LAAS fj) 3?2 6— 'yTjl yfy.-,yIÜ REIS- NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN MAANDAG 30 NOVEMBER 1925 DE GEMEENTEBEGROOTING. LEIDEN. I. Verschenen is het verslag over het ■verhandelde in de afd. van den Ge meenteraad bij het onderzoek van de 1 egrooting en de memorie van ant woord aan B. en W. Wij laten hier een en ander volgen nii de memorie van antwoord, waar door men tevens een overzicht krijgt ter sprake gebracht. Ten aanzien van de vraag, of de be- giooting wel een juist beeM geeft van den werkelijken financi-.'rijen toestand der gemeente, wordt opgemerkt, dat l ij het samenstellen van de begrooting met inachtneming van de bekende ge gevens, de ramingen zoo nauwkeurig mogelijk geschied zijn. In het bijzonder kan dit van de uitgaafposten worden gezegd. Bij het ramen van de ont- vangstposten betrachten B. en W. steeds de meest mogelijke voorzichtig heid en daarom is het niet onmogelijk, dat enkele ontvangstposten zullen me- devallen. Omtrent de opbrengst van de in komstenbelasting is thans nog niets met zekerheid te zeggen. Het feit, dat in het jaar 1924 de uit gaven maar even door de inkomsten werden gedekt, behoeft niet te lelden tot de pessimistische beschouwingen van enkele leden, die blijkbaar be vreesd zijn voor belastingverhooging in het jaar 1926. Al achten B. en W., den financieelen toestand niet bijzon der gunstig, zoolang onze gemeente te kampen heeft met een belastingdruk, die in vergelijking met tal van gemeen ten, zeer hoog is te noemen, en al be treuren zij het, dat niet, evenals in het loopende jaar, ook in 1926 weder tot belastingverlaging kan worden over gegaan, hieruit tot conclusie te komen, dat de begrooting, inplaats van een zoo duidelijk mogelijk, een duister beeld geeft van den financieelen toestand der gemeente en dat -het vermenigvul- digingscijfer zalmoeten worden ver hoogd, gaat niet op. Een zuinig en uiterst voorzichtig financieel beheer blijft in de gegeven omstandigheden geboden en daarop is ons streven dan ook in de allereerste plaats gericht. Beslist ontkennen zij echter, dat door de bezudnigingspolitiek" van hun col lege de belangen van het volk in ge vaar worden gebracht.Hun college staat op het standpunt, dat noodzake lijke uitgaven niet achterwege mogen blijven, doch dat niet ten laste van de gemeentekas mogen worden gebracht uitgaven voor doeleinden, waarvan men de verwezenlijking slechts wen- sthelijk acht. Daardoor toch zou de be lastingdruk, die, zooals B. en W. her haaldelijk en ook hierboven opmerk ten, in Leiden bijzondér hoog is, hoo- ger b.v. dan in Amsterdam, nog zwaar der worden. De hoogst aangeslagen be lastingplichtigen zouden,,er toe kunnen gebracht worden Leiden te verlaten, en de overblijvenden, die verplicht zijn hier te wonen, zouden des te zwaarder getroffen worden. Dit neemt intusschen niet weg, dat volstrekt niet kan worden gezegd, dat Leiden in vergelijking met andere ge meenten weinig aangrijpt. In velerlei opzicht k.an onze gemeente, ofschoon op Leiden met zijne weinig inkomen- krachtige bevolking ter uitvoering van wetten als anderzins dezelfde lasten drukken als op andere in veel gunsti ger omstandigheden verkeerende ge meenten, den toets met die gemeenten gerust doorstaan. De financieele toe stand brengt mede, dat groote plannen niet onmiddellijk voor verwezenlijking vatbaar zijne-* Zoo zullen het verkeers- vraagstuk en andere voor onze ge meente belangrijke aangelegenheden, slechts geleidelijk tot oplossing kun nen worden gebracht. Dat het B. ep W. in deze echter geenszins aan initiatief ontbreekt, is gebleken uit het ver<- schillende voorstellen, welke successie- el ijk in de laatste tijden werden aan hangig gemaakt. Ook met betrekking tot de sociale vér zorging kan men werkelijk niet zeg gen, dat Leiden bij elders ten achter staat. Uit een en ander volgt, dat B. en W. \an meening zijn, dat bij een zuinig en vooczichting financieel beleid en incien zich geen bijzondei ongunstige omstandigheden voordoen, in 1926 ge lukkig niet tot verhooging van de in komstenbelasting behoeft te worden overgegaan. Op verdere verlaging van de inkom stenbelasting is ook het streven van B. en W. gericht. Mocht die verdere ver laging in de toekomst mogelijk blijken, dan zal dit echter een verlichting van belastingdruk voor alle klassen der be volking ten gevolge moeten hebben, en niet in het bijzonder voor de „arbei dsklasse". Een voorstel tot verhoo ging van den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud is, niet van B. en W. ie verwachten. Ditzelfde geldt de ver- liooging van de opcenten op de ^vermo gensbelasting tot 50. B. en VV. zien vooralsnog in een baat- brlasting vtfor Leiden geen heil. Omtrent de motie van den heer Wil brink in zake de stichting van indus trie-terreinen, is het gevoelen ingewon nen va* r>2.u directeur van gemeente werken. Zoodra diens advies en dat van de commissie van fabricage B. en. W. heeft bereikt, zullen zij deze zaak nader in studie nemen. De motie van hetzelfde raadslid betreffende het bouwrijp maken van terreinen ten be hoeve van de particuliere bouwnijver heid, zal binnenkort een punt van over weging in het college van B. en W. uit maken, nu zij het desbetreffend rapport van cle commissie van fabricage on langs hebben ontvangen. Omtrent het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland betreffende de verbetering van de vaarwegen in de gemeente, is bereids door B. en W. praeadvies uit gebracht. De behandeling daarvan is echter in de raadsvergadering van 24 Augustus j.l. aangehouden, teneinde B. en W. in staat te stellen tête repo- sée kennis te nemen van de beschou wingen van den heer Wilbrink dien- Over deze beschouwingen hebben B. en W. het oordeel gevraagd van den directeur van gemeentewerken en den directeur van den markt- en haven dienst. Hunne rapporten bevinden zich thans in handen van de commissie van fabricage, teneinde B. en W. nader van voorlichting te dienen. In aansluiting aan het antwoord, van B. en W. bij de begrooting voor 1925, deelen zij mede, dat een voorstel tot stichting van een levensmiddelen- dienst niet van hen te verwachten is. Zooals B. en W. reeds meermalen hebben uiteengezet, achten zij uitbrei ding van overheidsdiensten in het al gemeen nog steeds niet gewenscht. Omtrent de medezeggenschap van het personeel in de bedrijven zij ver wezen naar de memorie van antwoord betreffende de begrooting voor 1925 en de verwerping van een tweetal moties van den heer Van Eek, resp. met 23 te gen 8 en 18 tegen 12 stemmen. Uit het Sociale Leven. Zondagsarbeid. Dat het vraagstuk van den Zondags- arbeid voor tal van Christelijk arbei ders nog niet afgedaan beeft, loert ons het toenemen van het aantal vol-continubedrijven. Op blz. 109 van het Centraal Verslag der Arbeidsin spectie vindt men het lijstje van ver strekte machtiging inzake art 2!) van •le Arbeidswet (mannenarbeid op Zon dag), en daaruit blijkt, dat voor Zon dagsarbeid in 1924 1343 machtigingen werden verstrekt. Meestal gelden zij öiiefabrieken, chemische fabrieken, glasfabrieken, kunstmestfabrieken, e.d. Die machtigingen nu maken het den Christen-arbeider heel moeilijk soms. Het orgaan van den Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders wijst daarop en zegt: „De keuze is voor den Christen-ar beider dikwerf juist daarom zoo moei lijk, omdat hij,niet weet of die Zon- (lagsarbeid wel absoliiut noodig is. Wij kwamen het laatste jaar herhaaldelijk met die vraag in aanraking. „In Wormerveer op een Meelfabriek, in Utrecht op een Chemische Fabriek, in Zwijndrecht op een Oliefabriek, enz. „Wat was hierbij het merkwaardige? Dit, dat in de meeste gevallen de ar beiders op deze fabrieken ongeorgani seerd waren, en midden in den Zon- dagsarbeid zaten voor ze er erg in had den. En dan kwam men tot ons om hulp en steun. „Onze organisatie wil strijden voor afschaffing van allen niet-moodzakelij- ken Zondagsarbeid. „Door ons optreden hebben we meer malen di.en Zondagsarbeid kunnen keeren of beperken". Uit dip meubelindustrie. De bondsraad van den Alg. Nederl. Bond van Meubelmakers, Behangers en Aanverwante Vakgenooten heeft naar .,Ons Vakblad" het orgaan van dezen bond, meldt, na ampele discus sie, met algemeene stemmen goedge keurd, dat het Dagelijksch Bestuur, in overleg met de besturen der christelij ke en katholieke bonden, met de ver tegenwoordigers der werkgeversbon den voorloopig is overeengekomen om te bevorderen, dat de thans bestaande collectieve arbeidsovereenkomst, door wederzijds niét op te zeggen, zal wor den gecontinueerd tot Maart 1927. Uit het schildersbedrijf. Naar in het orgaan van den Nederl. Schildersgezellenlborid wordt medege deeld, hebben de vertegenwoordigers van de patroonsorganisaties in de twee de conferentie, die aan de nieuwe con- tractregeling gewijd was, de loonsver laging voor de klassen beneden de eer ste, teruggenomen. Voor de eerste klas se moesten de patroons de verlaging handhaven, omdat het verschil in loon van le en 2e klasse daardoor wordt verkleinde Een stille Zaterdag? Volgens „De Rsb." bereidt de direc teur-generaal van den Arbeid een re geling voor. om op Zaterdag 2 Janu ari a.s. alle fabrieken en werkplaatsen step ie zetten, met het oog op het feit. d.- ,.:?t voor een halven dag, vlak na Niei. jaar en vóór Zondag 3 Januari de fabrieken op gang gebracht behoe ven te worden. De werkuren van genoemden Zater dag zouden later worden ingehaald. GEMENGD NIEUWS. Neemt kanker toe. In alle landen is men bezig te on derzoeken in hoeverre de sterfte aan kanker toeneemt, maar bij nadere stu die blijkt deze vraag minder gemak kelijk ce beantwoorden, dan zoo op pervlakkig zou. lijken. In ons land 'heeft Deelman bet laatst het vraag stuk bestudeerd, hij vond een gere gelde stijging, alhoewel voor 1911 1916 de sterfte voor geheel Neder land gelijk scheen te blijv-en. Dr. J. E. Ruslr "heeft in de „Lan cet" een artikel geschreven over de kankersfcerfte .in de Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika. Daarin ver meldt hij1 als stérfte per 100.000 van de bevolking in 1910 76.2, in 1915 81.2 en 1920 82.4, 'dat is dus een dui delijke toeneming. Onderzoekt men nu echter deze sta tistiek nauwkeuriger, dan blijkt dat de toeneming nog niet zoo zeker is. Om dit aannemelijk te maken, vertelt hij1 iets over een rapport van het U. S. Bu reau of Census dat in 1914 werd uit gebracht. Daarbij bleek dat van, tie 50.000 doodsgevallen, die in het rap port zijn verwerkt, slechts 2°/o door lijkschouwing en 9 door operatie bevestigd waren. 11 waren dus heel zeker. Daarbij kunnen dan nog 8500 gevallen van kanker van uitwendige organen (huid, mond, borstJ geteld worden of 7% waarbij' de diagnose eveneens heel zeker was. Samen dus 28%- Het bureau verzond nu 35.000 brieven naar de medici, die de 35.000 overige gevallen behandeld hadden. (1000 konden om de een of andere reden niet worden te ruggevonden Het kreeg hierop 80 of van 28.000 ant woord en kon hieruit besluiten dat in 58.3% van-het totaal de diagnose redelijk zeker was in 27.5% onzeker en in 14.2 onbekend. Een mogelijke fout van 41.7 werd -dus gevonden en, het is duidelijk, dat bij een zulken stand van zaken, ver schillen van 76.2 tot 85.4 niet «veel beduiden. Loodsschoener vergaan. De droeve vermoedens, die gerezen zijn, sedert de loodsschoener Terschei ling-Vlieland vermist wordt, beginnen langzamerhand bange werkelijkheid te worden, nu men nog steeds van geen enkele zijde eehige mededeeling heft gekregen, die twijfel omtrent het lot van schoener en bemanning toelaat. JDe mogelijkheid, dat de opvarenden zich hier of daar in veiligheid bevin den, wordt d,an ook, nadat alle naspo- ringen tot op dit oogenblik vruchte loos zijn gebleven, uiterst gering ge acht. De verpletterende tijding, dat de loodsschoener rnet een equipage vara 13 Terschellingers vermist werd, ver spreidde zich als een droeve mare over Tiet eiland.. De verdwenen loodsschoener, een Stalen motor-foodsvaaituig, met een motor van 90 p.k. behoort tot het Tweede District van het Loodswezen. Het vaartuig is nog Woensdagmid dag van den vuurtoren Brandaris ge zien, buitengaats ter 'hoogte van Vlie land. Men dacht dan ook niet, dat er voor vaartuig en equipage gevaaj dreigde. Spoedig ontketende fïch het zware noodweer, dat opnieuw onze kust hevig geteisterd heeft, boven zee era eilanden.... Toen echter den volgenden dag, iïa een woeligen stormachtigen nacht van angst en spanning, het weer opge klaard scheen, en de orkaan uitge woed was, en dé schoener niet meer Sn zicht bleek, 'ham mfen de moge lijkheid aan. dat deze tijdens storm was afgedreven. Thans, he" an, verkeert men in de stellige meer. i rag, dat de loodsschoener met de gans clie equipage in de golven is omgekomen. Verkeersongevallen. Toen Ds. Enkelaar van Ter Aar zich per rijtuig naar Zevenhoven begaf, om al daar te preeken, werd het rijtuig in den Nieuwkobpschen polder in volle vaart aangereden door den auto van Dr. N. Het rijtuig werd vernield, de auto ble^t onbeschadigd. Dokter N. kwam er met wat schrammen af; ds. Enke laar bleet ongedeerd. In brand geraakt. Mej. Zui dema uit de Cubastraat te Groningen, was met behulp van een gascomfoor aan het strijken, toen haar kleereij. •in brand geraakten. De ongelukkige snelde de straat op, waar huren de vlammen wisten te dooven. De onge lukkige snelde de straat op. waar bu ren ae vlammen wisten te dooven. Zij'had Intusschen zulke hevige brand wonden opgeloopen, dat zij in het zie kenhuis is opgenomen. Haar toestand js gevaarlijk. Verbrand. De 83-jarige mei. N. uit Nieuwkoop wilde met een oude peluw de kachel wat opstoken, met het gevolg, dat haar kleeren eveneens vlam vatten. Zij' 'is aan de bekomen' Crandwoncten overleden. Steenkool, Stookolie en Waterkracht. Aan de alleenheerschappij der steen kool als brandstof voor industrie en verkeer wordt al tal van jaren ge knaagd door de zich snel uitbreidend toepassing van stookolie en water kracht. Hieraan schrijft een statisticus in de Manch. Guardian ook groc- tendeels toe, dat de wereldproductie van steenkolen in 1924 9 millioen ton of 0.65 pet. minder was dan in 1923 Ziet men daarnaast hoezeer het ge bruik van waterkracht is toegenomen, b.v. met 26 pet. iu 3 jaren (van 1920 - 23), en hoe ook cle stookolie als brand stof veld wint, dan is te voorzien, dat het verbruiksgebied van de steenkool moet afnemen, al mag «daarbij niet ver geten worden, dat het verbruik zelf in tensiever wordt, naarmate de techniek haar palen uitzet. Wie leest, hoe Frankrijk en Italië, vooral ook .Zwitser land, zich van de steenkool onafhanke lijk trachten temaken door ontgin ning der waterkrachten, kan, zonder zich over de toekomstder steenkool be zorgd te maken, toch beter, begrijpen, waarom de groote steenkoolleveran cier Engeland bij het behandelen zij ner mijnconfiicten met nog andere fac toren te rekenen heeft dan met arbeids- loonen en werktijden alleen. Wat nu de waterkracht ten nutte van industrie en verkeer betreft, blijkt reeds in exploitatie 28.9 .millioen P.K. in 1923 (in 1921 22.8 millioen P.K.), ter wijl nog exploiteerbaar is 453 millioen P.K. Noord-Amerika verbruikt onge veer 1/3 gedeelte alleen, daarna volgen Canada, Frankrijk, Noorwegen, Italië, Japan, Zwitserland, Zweden, Duitsch- land en Spanje (Oostenrijk ontbreekt op de lijst). Welk een enorme kracht het vallen de water ontwikkelen kan, ziet men met bewondering in de waterkracht- installaties bij den Niagara-waterval, waar sedert 1895 partij wordt getrok ken van de waterkracht. Men is toen begonnen met een kracht-station van 50.000 P.K.Thans beschikt men over 700.000 P.K. aan den Canadeeschen en over 400.000 P.K. aan den Amerikaan- schen kant. Een der krachtstations telt 13 turbines, die elk 10.000 P.K. ontwik kelen. Ook de stookolie heeft een sterke basis in de vrijwel onbegrensde hoe veelheden petroleum in den aardbo dem. Ontzaglijk is het petroleum-ver- bruik in deze eeuw toegenomen. Sedert 1900 nam de productie van ruwe petro leum met 600 pet. toe, die van geraffi neerde olie met 1400 pet.; het totale kapitaal, dat in de petroleumindustrie is belegd, steeg in dien tijd met 1000 pet. In 1899 werd nog maar 13 pet. der ge wonnen petroleum omgezet in benzine; dat percentage is nu plm. 30 pet. Pro duceerde men in 1900 18 millioen vaten benzine, thans is dat cijfer 270 millioen Naarmate scheepvaart en industrie stookolie gingen toepassen, heeft de productie ook daarvan zich uitgebreid. De Vereenigde Staten alleen hebben 'n vloot van plm. 6 millioen ton in de vaart, waarvan de schepen met olie ge stookt worden. De strijd tusschen steenkool en stookolie als brandstof voor de scheepvaart is er niet een, die binnen afzienbaren tijd zal of moet worden beslecht. Het gebruik ten deze wordt beheerscht door de prijzen en dat wijst ons opnieuw op de moeilijk heden, waarmee de Britsche mijn-di recties te rekenen hebben. POLKAHAAR EN VEILIGHEIDSWET Nu in ©enige bladen een humoris tisch getint verslag van de ,,'sHert. Crt." uis opgenomen, betreffende een zitting van het Kantongerecht té 'sHer togenbosch, waar twee ^passementfabri- kanten aldaar terecht stonden wegens het feit, dat in hun fabriek twee arbeid sters waren aangetroffen, die Jiet haar nietiiadden opgestoken, voelden wq ons gedrongen, die zaak ook van een ande ren kant te belichten, schrijft do Soc. (Verz. Gids. Menige lezer zal waarschijnlijk bij het lezen van dat verslag hebben gela chen, evenals de kantonrechter. Stel u voor: polkahaar opsteken. Hoe belache lijk toch zoo'n wetsbepaling. Welnu, laten wij dan die lezers een minder lachwekkende gebeurtenis ver tellen, die in de omgeving van onze stad heeft plaats gevonden énkele jaren ge leden. Een flink, knap meisje, aangelokt door de hooge fabriekslocneii in den, oorlogstijd, meldde zich aan bij een fa brikant. die vrouwelijk personeel had gevraagd. Ze was nauwelijks een uur of drie werkzaam, teen het vreeselijke gebeurde. Toen zo zich bukte om iets op te rapen, kwam haar springende haar dos dicht bij een uitstekend klein asje. Eén, misschien enkele haren, woelden om de sneldraaiende' as en in een vol gend oogenblik ligt daar dat prachtkind afschuwelijk verminkt. Toen wij haar enkele dagen later be kochten wist ze nog niet, dat met het haar de huid mee was afgerukt van schedel en voorhoofd, en dat een boven ooglid èn een oor waren afgescheurd. Wie éénmaal zoo'n tragisch gebeuren heeft meegemaakt, wie éénmaal zulke afgrijselijke gevolgen heeft gezien van het dragen van loshangende haren bij sneldraaiende ,machinedeelen, lacht niet bij het yerslag van de 'sHert. Crt.. doch ergert zich aan de kortzichtigheid van den kantonrechter en betreurt het in hocge mate, dat daardoor nuttige en noodig© beveiligingsvoorschriften van de Arbeidsinspectie belachelijk worden ge maakt, wat tengevolge heeft, dat de toe passing er van geen ingang vindt bij de werkgevers, noch bij de werknemers. Zeker, die voorschriften zijn wel eens lastig, ook wel kostbaar en soms vaak stuit"ii ze op verzet, doordat men de doelmatigheid niet inziet. Men beseft niet de vreeselijke gevolgen, die het ver waarlcozèn van die voorschriften kan hebben en onderwerpt er zich aan te gen zijn zin, mopperende over ,,over- ireids';emoein^", enz enz., of lachendé om hei ,.cnp~act'.sche',J onzakelijke', „©verdrevene". 1 ||iii|n|jjj[yiwii^^ MANICURE PARFUM 1 „JARD1N DES FLEURS" I /T\ V APORl S ATEU R P'ARFOM ff' jJT reerd glas. vergulde ««e NECESSAIRE \^diig; PARFUM d'ORSAY y. k aC°n dop pSRffljHt, manic vre REUKLAMPJE S pp -|\ C O F F R E T TOILET DOOS ra. MANICURE r,) van matalas.rnet Y satin bekleed ÉHUbéhb 1 Hedenavond zijn onze magazijnen lol 10 uur geopend j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6