NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 26 NOVEMBER 1925 BLAD. DE KABINETSCRISIS. Van de vele beschouwingen, die .hans in verband met de Kabinetscrisis .n ue bladen voorkomen, achten wij van bijzonder belang, die van de a a s b o d e, naar aanleiding van een artikel van den heer Snoeek Henke- .ïjuiis in de T e 1 e g r. Bij de Katholieke Staatspartij, aldus de k a a s b o d e, is de algemeene op vattin; dat een coalitie-kabinet verre ie voorkeur verdient. Voor e ennieuw soort accoord, waar toe concessies zouden moeten worden «jèdaau, blijft de weg nog steeds open. Zoo ziet de heer Iienkemans hot ook In. Welke de basis van een nieuw ac- fuord zou moeten zijn, dit zal zeker de -hcii wezen, dat aan anti-papistisclie tc-o.ieii..1en voet worde gegeven. li, iien wij mei oenigen bomlgfeiriit in z.e stckejciy uan mag ais minimale voorwi.au ,e gelden, dat onwaardige, ."«iieve, ttv-on on? gezichte godsdien st c l i.anienton y. n politieke rol ip'.'loii. V'/anncoi de ontwikkeling der .ai -a zóó ver zal zijn, mag uien met l itcin.-v afwachten', wat de chr.- itisti partij, ie de samenwerking ver- L. uk, al ie-zeggen hebben. Wanneer i. Idels de heer Snoeek Kenkemans l cl geschil aangaande het gezantschap in „lo Telegraaf" opzet als een tus- u o ..1 omschen geest die het ge- inti. up eischte en „protestantsch 1 'at het gezantschap uitsluit, d. ii v. a wij ons, of staatsmansbe- h >nfliet zóó zou forceeren. Zij 1 met de tweede mogelijkheid, ricr beginselen weinig tot i ct Komen, dan ook wel re- 1» .ouden. Daa.over in bijzonderheden te tre den lijkt ons verre van oppoitum. Vv at mr. Marchant aan program van samenwerking aanbiedt worde voor k .isgeving aangenomen. Daarover rpreken komt naar wij ho pen nooit aan ie beurt, doch ligt in ieder geval achter zooveel andere pha- sen, dat zwijgen practischer is. Alleen kunnen wij de bekoring niet v "rstaan te constateeren, dat dezelf de politicus, die zooeven tegen het ge zantschap stemde, thans bereid is het te schenken. Zoo weinig zakelijk-en zoo door en dcor „politiek" heelt deze politicus de zaak van net gezantschap behandeld. Toch zegde hij met die unverfroren- li t, die niemand hem behoeft te be nijden: „Het ergste is, dat het geloof meer en meer wegzinkt, dat het volk ten goede wordt geleid". Wij hopen zeer, clat in onze kringen de zelfheheersching groot genoeg zal zijn, om ook ten aanzien van een po ging als van mr. Marchant, die aan de Katholieken eenige lekkere brokken voorhoudt, de aiwachtende houding te bewaren, die vooralsnog ons past. Het gezantschap bij den Paus, zegt de N e d e r 1., is door mr. Marchant tot handelsartikel gemaakt. Als de R.-K. eene zijns inziens ver keerde politieke lijn volgen, is.hij er tegen. Als ze hem in defensie- en andere politieke kwesties ter wille zijn, is hij er vóór. Zóóver is men thans ook hier te lan de, van eenvoudige politieke zeden af geweken. De zaak, die in stemming komt, wordt niet meer beoordeeld naar haar eigen mérites, maar naar wat men er voor koopen kan. De koopkracht van het gezantschap schijnt aan mr. Marchant toe, ten ge volge van de jongste gebeurtenissen, gestegen te zijn. En fluks werpt hij zich daarop, ten einde met dit hooggekoerst ruilmiddel kostbare politieke zaken te bemachti gen. Of de R.-K. op zijn aanbod zullen ingaan, dient te worden afgewacht. Al licht zullen zij dit niet doen, al ware liet slechts omdat zij er stevig door in zijn macht zouden komen. Bij elk ingrijpend geschil zouden zij gevoelen dat mr. Marchant vóór het gezantschap koos, omdat en zoolang zijn politieke lijn gevolgd wordt. Die verhouding zal hen vermoede lijk niet aantrekken. De vraag is opgeworpen, of de missie hij het Vaticaan als een „nationaal be lang" of als een „specifiek-roomsche wensch" moqt worden gezien. Waar schijnlijk zullen de R.-K. haar in geen geval willen zien als de „pasmunt", waarmee politieke partijen elkaar hun diensten betalen. Maar hoe dit zij, voor het prestige van de „politiek" is dit incident alweer allerbedenkelijkst. Menig stil burger, die den waan koes tert dat politiek een heel bijzonder iets is, waarvan hij zich liefst op een af stand moet houden, zal zich in dat denkbeeld voelen versterkt en alweer moeilijker overtuigd kunnen worden, dat de politiek aan dergelijke uitwas sen niet identiek is. KERK EN SCHOOL. EVANG. JLUTH. KERK. Aangenomen: Naar Naarden Bussum, G. J. Duyvendak te Purmerend De kwestie-Börger. Het classicaal bestuur der Ned. Herv. Kerk van Gouda heeft in zijn zitting van gisteren de aanklacht tegen Ds. Borger te Gouda onhoudbaar bevonden en verklaard, dat, daar de Kerk zich over dit punt nooit' uitgesproken heeft, er geen bezwaren tegen kunnen zijn, net Evangelie op den kansel wijsgeerig te behanaelen. Diaconale ambtsbekleedipg. Te Groningen* heeft de Kerkeraad der Ned. rrerv. Gemeente beskoten, tot wij ziging van het reglement, voor de dia conie, waarbjj o.m. bepaald is, dat de amotskleeuing der diakenen thans niet meer uniform beheert te zijn (rok). Eenige leden van den kerkeraad ver zochten aanteekening in de notulen, van hun afkeuring ter zake van dit besluit. Jammer is, merkt de „Rott." hierbij op, dat we niet vernamen, op welke gronaen 'de-ze laatsten voor den diaco- nalen unixorm waren, En of ze er ook Schriftuurlijke gronden voor hadden. Zending. De classis Harderwijk der Ned. Herv. Kerk heeft het voornemen, in overleg en -met goedvinden van den Geref. Zcn- dingsbond een eigen zendeling naar de Heiden wereld te zenden, overeenkom stig de roeping der Kerk, die zelf het Zendingswerk moet behartigen. Be groots stad. Ds. de Vrijer schpijft in de Kroniek van de „Stemmen voor Waarheid en Vrede": „De krioelende massa in de groote steden, vrij na arbeid, en niet Verkwik kend moe na welbegrepen arbeid, wat moet die in den avond voor de nacht rust? Ziedaar het probleem. De elite weet zijn avond met studie kunst, of productie ven arbeid te vul len. Het goede gezin bindt de kinderen aan huis. Maar het bioscoopbezoek met zijn honderdduizenden bezoekers per jaar, stelt ons voor de vraag: hoe geven wij aan^die schare, die in de steden onmetelijk groot is, ontspanning? Natuurfilms boeien niet. De moede menschen willen geen ontspanning, die toch weer doceert. Het Christendom moet zich op de vraag instellen: hoe geven wij aan de massa amusement dat boeit, zonder al tijd weer het thema van trouwbreuk en het quasi-genot van millicnairs en high- life, zooals de. huidige film zwart op wit geeft-? Het publiek kijkt niet alleen naar de vertooning van weelde en sen satie. Het calvinisme zag in schouwburg, kermis, bruiloftsfeest _exelsa mundi." Dat puritanisme zit in mq ook sterk. Maar ik meet den menschen cok positief iets geven, cok als zij anders gaan slente ren langs de wegen. Dat is werk van zelfverloochening. Een stadsmassa tot hcoger levens stijl op te voeren, tot den levensstijl van het koninkrijk der hemelen te hef fen, onder erkenning van het pro bleem der ontspanning zoo- ligt hst probleem voor ons christenen. De bioscoopwet is daar niet de omega op, maar de alpha. Veel wilder voert een beter woningtoestand, aoresgewri- ze woningbouw, mogelijke arbeidsvreug de door arbeidsbegrip; weer veel meer vlakbr ligt de vreugde van het aqua rium. waar Verkade's prachtige reclar tneboek van Portielje mee verheugt. In ieder geval zullen wij positief moe ten willen arbeiden". Uit het Sociale Leven. Uit de bouwvakken. Naar gemeld wordt, is thans bet col lectief contract voor do bouwbedrijven geldend tot 1 Maart 1927, geteekend. De overeenkomst werd aanvaard van patroonszijde door den Algemeenen en den R.-K. Patroonsbond, van de zijde der werknemers door den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond en de Katholieke bouwarbeidersorganisatie. Slechts de Federatie van bouwvak arbeiders en de Neutrale Timmerlie- denbond hebben geweigerd mee te contracteeren. Weer aan 't werk. De vorige week werd aan het ge- heele personeel, bestaande uit 320 man der Amst. Ballast Mij. te Velsen ont slag aangezegd. Maandag echter kon het personeel weer.gewoon doorwerken Voorloopig zal dit zoo blijven. Indien het echter sterk vriezend weer wordt, kan met de in uitvoering zijnde werken niet worden doorgegaan, vandaar dat de ontslagaanzegging gehandhaafd blijft. Uit het bloembollenbedrijf. Door de besturen van den R.-K., den Christelijken en den Modernen Land- arbeidersbond is aan de drie werkge versorganisaties in het bloembollenbe drijf de collectieve arbeidsovereen komst opgezegd. Het contract loopt op 28 Februari 1926 af,- doch voor eventu- eele wijzigingen moet drie maanden tevoren aan de wederpartij hericht ge zonden worden. Uitkeering en onderstand. Blijkens opgave van den Gemeente lijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon te Rotterdam bedroeg de werkloozenuitkeering in de maand Oc tober: aan ongeorganiseerden ƒ99.16232 en aan georganiseerden ƒ82.482.91; de onderstand: meer doorloopend^3.21750 tijdelijk ƒ128.851.81; noodvoorziening ƒ8.487.411/,,. In totaal ƒ332 201.951/* ver deeld over 8.056 ondersteunden. Over de eerste tien maanden van het jaar is nu uitgekeerd aan werkloozenuit keering en onderstand ƒ3.144.659.191/2, plus ƒ69.956.79 aan kolengeld. Treurige toestanden. In het jaarverslag van het burger lijk armbestuur te Nijmegen wordt meegedeeld, dat in het afgeloopen jaar aan tal van gezinnen nog steeds uit keering moest verleend worden niette genstaande de meisjes van 15 tot 20 jaar, die op de zijdefabrieken werkten ƒ30 tot ƒ40 per week in het gezin kon den brengen. Het bleek dat de moeders daar bijna niets van ontvingen,daar de meisjes z.g. kostgeld betaalden en haar loon niet afdroegen. UIT ONZE INDIEN. Zonderlinge manieren. Door den Gouverneur van West-Java is een lange -lijst gepubliceerd met al de namen der verkozen en benoemde in- Iandsche leden van de pas ingestelde regentschapsraden. Ter leiding van het publiek wordt in de kolom „bijzonder heden" met enkele woorden de politie ke doopceel der slachtoffers gelicht. We lezen daarin aanteekeningen als „zeer fanatiek", „gemoeid in de afd. B.-zaak", „bij de politie ongunstig be kend", „geestestoestand heet niet nor maal te zijn", en ook „loyaal", „regee- ringsgezind", „democratisch aange legd". 't Schijnt nu niet de meest tact volle "manier om deze „volksvertegen woordigers" op zulk een wijze, die sterk aan de kolom „gezochte misdadi gers" uit een politieblad herinnert, bij de gemeenschap in te leiden. Is bun verkiezing dan zoo'n misdrijf? Beleening van Pensioenacten. De actie in Holland gevoerd tegen den woeker met pensioen-acten heeft weerklank gevonden in Indië. Naar gemeld wordt heeft de direc teur van Financiën een rondschrijven gericht tot de ontvangers van 's Lands Kas, waarin hun een verzoek naar de ze aangelegenheid wordt opgedragen. Achterstallige Belastingen. De directeur van Financiën heeft de regeering een schrijven gericht, waarin de volgende passage de aan dacht trekt, schrijft „De Loc." „Ten aanzien van den achterstand in de invordering van inkomstenbelas ting over het jaar 1921 tot een bedrag van ruim 30.000.000 (dertig millioen gulden) moge worden aangeteekend, dat daarin begrepen is een bedrag van ongeveer 20.000.000, waarvan de in vordering is geschorst, in afwachting van de te verleenen ontheffing wegens aanslag in de oorlogswinstbelasting of in de productenbelasting (en). De invordering van het restant heeft overigens de voortdurende aandacht van de belasting-administratie, die zoo noodig geen cier haar ten dienste staan de middelen onbeproefd laat om ten deze tot een zoj zuiver mogelijken toe stand te geraken. Dat de achterstand slechts langzaam, doch dan ook vrij zeker wordt geliqui deerd is daaraan toe te schrijven, dat waar mogelijk bij minnelijke schikking afbetalingsregelingen worden getrof fen en slechts in uiterste gevallen tot executie wordt overgegaan, die toch, als regel toegepast, voornamelijk den kleinhandel zou ontwrichten, waarin de malaise zich nog steeds doet gevoe len." Noodlottig bijgeloof. Algemeen verspreid is in den Archi pel het bijgeloof, dat bet gouvernement onder zijne groote bouwwerken mc-n- sehenhoofden deponeert, om er de duur zaamheid van te verzekeren. Menigeen is iteds het slachtoffer geworden van het feit, dat de bevolking hem voor een „t j o e 1 i k" aanzag, een hoofden- roover. IJoe ver d:t bijgeloof gaat. blijkt uit het volgende geval, dat door de Mak. Crt. wordt vernomen uit Bima. Hier ging op een dag het gerucht, dat men een persoon had zien loopen met een menschenhocfd, verpakt in een mandje. In den beginne meende men te doen te hebben met losse ge ruchten, doch den volgenden dag werd in de boschjes nabij de kampong Koem- be het lijk van een naar schatting 10- jarigen jongen gevonden. Groot was de ontsteltenis, toen men bemerkte, dat het hoofd aan het lijk ontbrak en dadelijk dacht men aan de den vorigen dag verspreide geruchten over het zien van een man, die een menschenhoofd bij zich had. Door het flinke optreden van het dis tricts- en het onder-districtshoofd van het district Rasana waaronder kam pong Koembe ressorteert, werden bin nen zes uur twee personen gearresteert die bekenden den moord gepleegd te hebben. De moordenaars gaven als reden op voor hun daad, dat zij het hoofd van hun slachtoffer hadden willen verkoo- pen aan het radio-station te Bima en AAN HET ZOEKLICHT. Leidon, 26 November 1925. Dat lijkt me toch wel de moeite waard er even bij stil te staan. België, het vrije België, dat nog en kele jaren geleden zijn onafhankelijk heid bevochten heeft wilde in Ame rika een leening sluiten. De Amerikaansche bankiers waren hiertoe niet ongenegen, maar zij stel den als eisch dat op de begrooting in totaal 150 millioen frs. zou worden be zuinigd. De Belgische regeering zag geen an dere uitkomst dan dezen eisch in te willigen. Oud-minister Jaspar concludeerde hieruit, dat België onder den druk staat van Amerikaansche bankiers die hunne voorwaarden dicteeren. De minister van buitenlandsche za ken kon niet anders dan toestemmend* antwoorden. België staat onder curateele. Een groep Amerikaansche bankiers beveelt en de Belgische regeering heeft te gehoorzamen. Zoo gaat het wanneer niet gezorgd wordt voor een sluitende begrooting. Gelukkig, dat Minister Colijn ons land voor dien smaad heeft bewaard. OBSERVATOR. het hoofd in de omgeving van dat sta tion hadden verborgen. Denzelfden dag werd inderdaad het hoofd in een bam boestruikje nabij het radiostation gé- vonden. p Assistent gearresteerd. Te Medan werd dezer dagen een ge wezen assistent in de cultures gearres teerd, op verzoek van den officier van justitie te Soerabaja. Dit verzoek hield verband met een door het Hof gewezen vonnis, houdende bevel tot arrest we gens heling en valschheid in geschrif te, vier maal gepleegd. De man wordt, naar wij in de „Sum. Post,, lezen, naar Java overgebracht voor het uitzitten van zijn straf voor den tijdsduur van een jaar. De gelijkstelling der Chineezen. Een der voornaamste gaeven der Chineesche bevolking van Indië spruit voort uit het feit, dat hare gelijkstel ling met de Europeesche bevolkings groep nog steeds niet geheel voltooid is, in het bijzonder ten aanzien der pro cesvoering in strafzaken, zoodat Chi neezen voor misdrijfzaken nog voor den landraad hebben te verschijnen in stede van den Raad van Justitie. Uit goede bron verneemt het Soer. Hbl., dat de regeering de regeling de zer kwestie opnieuw in beschouwing heeft genomen, zoodat waarschijnlijk binnen betrekkelijk korten tijd een op lossing daarvan mag worden verwacht. GEMENGD NIEUWS. DE STORM VAN WOENSDAG. Een schip op de Zuiderzee vergaan. Marken onder water. De storm die gisteren woedde heeft in meerdere plaatsen groote schade aangericht. Inzonderheid op de Zuiderzee schijnt het hevig gespookt te hebben. De N.V. v. d. Schuyt, directie van den stoombootdienst RotterdamZwolle, heeft bericht ontvangen, dat de stoom boot Nijverheid I op de Zuiderzee door zwaar stormweder overvallen en ge zonken is. Men vreest dat de bemanning in het noodweder is omgekomen. Van andere zijde wordt nog gemeld: Ongeveer 2 uur buiten de Ketel zag een visscherman uit Elburg, die achter de boot aanzeilde, dat onder hevigen stormwind de boot overhelde, en vaten van het dek over boord rolden. Plotse ling helde de boot zeer sterk naar een FEUILLETON. Hei geheim van Colde Fell. 103) Iedereen was ontsteld, hij werd naar zijn kamer gedragen en het bleek al spoedig, dat hij stervende was. Twee dokters, die juist Colde Feil waren voorbij gereden, werden geroepen en hun uitspraak was onmiddellijk dat bij vergitigd was door arsenicum. Hii lag daar, arme kerel, afschuwelijke pij nen lijdend en ik de man die hern had gedood, stond aan zijn zij en scheen medelijden met hem te hebben Maar ik bad geen gedachte van wat er zou volgen. Dit was nog maar een begin van de gevolgen van mijn zwar te misdaad. Hij zweeg eenige oogenblikken, maar niets verbrak de stilte van de kamer. HOOFDSTUK LVI. Om zes uur in den morgpn. „Ik had niet kunnen droomen van nat er nu zou volgen, zooal% ik reeds .«tide. Niemand had gedacht aan ba rnes Blair, zoo groot was de ontstel- tinis en verwarring geweest. Plotse- iiig trad zij de kamer binnen. Ik hoor- ie later, dat zij niets van het gebeurde •vist, tot ^aar kamenier haar ging zoeken. Zij kwam geheel onverwacht de ka mer b.nnen en zag er bleek' en oni- daan uit. Zij snelde met uitgestrekte armen naar het ledikant, toen de ster vend© zich plotseling verhief en haar aanstaarde. Nooit zal ik dat vreese- lijke gelaat vergeten 1 Zijn oogen scho ten vuur. hij hief de rechterhand op en wees naar haar met zijn vinger. „Jij Jiebt het gedaan!" riep hij uit. „Ik ben stervende, vergiftigd als een rat in de val en jij hebt bet gedaan.!" Ieder een trok zich verschrikt en vol af schuw van haar terug. „Jij hebt mij een kop koffie ge bracht in de oranjerie" zei hij, en die heeft mij gedood." Iemand, ik geloof dat het kapitein James was, riep uit. dat het een vreeselijke beschuldiging was. Mijn eerste ingeving was om uit te roepen, dat zij volmaakt onschuldig was. Dat ik het was, die het had ge daan Mijn tweede gedachte was om mij stil te houden en eens te zien, wat er van zou komen. Deze zelfde heschuj diging kon wel eens het middel zijn. om haar zoo in mijn macht over te le veren. dat ik haar tenslotte zou kun nen winnen. „Ik heb nooit aan gevaar gedacht" ging hij voort, mijn eenige gedachte was, dat, wanneer zij zich in gevaar bevond, zij zich misschien tot mij zou wenden als haar vriend. Ik meende, dat er misschien wat moeilijkheden zouden zijn en dan zou zij vrij zijn en genegen naar mij te luisteren. Maar tot mijn 'ontzetting werd zij in hechte nis genomen. Zelfs toen zeide ik niets, zulk een monster en schurk was ik. Het vreemdste van het geval was. dat er arsenicum werd gevonden in Hester Blair's kaptafel in een gehei me la een klein pakje, waarvan een kleine portie was afgenomen. Ofschoon ik stervende ben, zooals gii zegt, moet u mij toch wel haten. En nooit zal ik vergeving kunnen vinden voor deze dubbele misdaad eerst 'n vriend te vermoorden en dan een on schuldige vrouw t© laten gevangen ne men in mijn plaats U kunt mij niet meer haten, dan ik mij zelf haat. Ik zag haar van wie ik wist, dat zij zoo onschuldig was als een kind ik zag haar staan in de bank der beklaagden met de oogen van honderden nieuwsgierigen op haar gericht. Ik zag haar doodsbleek ont steld gelaat en haar betraande oogen: ik zag haar angst, haar ontsteltenis, haar wanhoop toch sprak ik niet. Ilc •wist, dat haar naam op ieders lippen was, dat zij werd belasterd en be schimpt, dat zij het voorwerp was vau verachting en'hoon en toch sprak ik niet. Toch zou ik haar niet hebben laten sterven. Ik zat, zoolang het proces duurde, in de gerechtszaal, mijn oogen verlieten haar geen oogenblik. Ik luis terde naar ieder woord en ik besloot, dat als de uitspraak luidde schuldig, ik de waarheid zou hebben gezegd. Ik zou haar niet hebben laten sterven. Mijn leven hing aan een zijden draad. Maar zij, de lieve schoone Hester Blair zou niet zijn gestorven. De uitspraak was „onbewezen." Zii was gered en ik was gered. Ik zal niet probeeren u te vertellen hoe zwaar ik leed. ik weet, dat ik rechtvaardig werd gestraft. Maar de angst, die ik uit stond, was afschuwelijk! Onbewezen,! Zij was vrij. Er was maar weinig troost voor haar in die vrijheid gelegen, want de wereld hield haar voor schuldig haar man wa$ gestorven met een beschuldiging voor haar op de lippen en er was arsenicum gevonden in haar toilettafel nie mand geloofde aan haar onschuld. Zoo als ik reeds vroeger mijn tijd gunstig had geacht, vond ik ook nu de gele genheid gunstig Ik ging regelrecht naar haar toe en verzocht haar met mij te wouwen. Ik dacht dat zij bewogen zou worden door mijn edelmoedigheid, m'n (zij het ook schijnbaar) grootheid van ziel, mijn verlangen om haar te be schermen tegen de wereld, m'n wensch om haar smarten en zorgen te deelen. Ik dacht, dat dit alles haar hart zou roeren en dat deed het'ook. Maar zij wilde niet met mij trouwen. Zij was vriendelijk, lief en goed voor mij, zooals zij nog nooit geweest was. Ik had. tevergeefs gezondigd. Toch ver loor ik niet alle hoop, ik wilde haar winnen. Ik zou enkele dagen wegblij ven en dan nog een poging doen. Ik heb haar nooit weer gezien! Zij verliet Ararossan onmiddellijk. Het volgende, dat ik vhn hoorde, was, dat zij zich in gescheept had voor Amerika onder den naam van Annie Malcolm, op een boot. geheeten ,.De stad van Paarlen." Daar na vernam ik, dat zij verdronken was, toen deze boot op zee verongelukte. Heeft ooit een man zoo vreeselijk ge zondigd en zoo geheel tevergeefs? Zij liet geen afscheidsgroet achter voor den man, die zijn ziel voor haar had verloren en zijn besten vriend uit liefde voor haar had vermoord. Ik heiv nooit meer iets omtrent haar gehoorii Ik geloof nu ik op dit alles terug;: dat als zij in leven was geblewn ik vroèg of laat zou hebben bek pi want de schujd drukte mij als c i dragelijke last (Wordt vervolr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5