NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG
26 NOVEMBER 1925
BLAD.
DE KABINETSCRISIS.
Van de vele beschouwingen, die
.hans in verband met de Kabinetscrisis
.n ue bladen voorkomen, achten wij
van bijzonder belang, die van de
a a s b o d e, naar aanleiding van een
artikel van den heer Snoeek Henke-
.ïjuiis in de T e 1 e g r.
Bij de Katholieke Staatspartij, aldus
de k a a s b o d e, is de algemeene op
vattin; dat een coalitie-kabinet verre
ie voorkeur verdient.
Voor e ennieuw soort accoord, waar
toe concessies zouden moeten worden
«jèdaau, blijft de weg nog steeds open.
Zoo ziet de heer Iienkemans hot ook
In.
Welke de basis van een nieuw ac-
fuord zou moeten zijn, dit zal zeker de
-hcii wezen, dat aan anti-papistisclie
tc-o.ieii..1en voet worde gegeven.
li, iien wij mei oenigen bomlgfeiriit
in z.e stckejciy uan mag ais minimale
voorwi.au ,e gelden, dat onwaardige,
."«iieve, ttv-on on? gezichte godsdien
st c l i.anienton y. n politieke rol
ip'.'loii. V'/anncoi de ontwikkeling der
.ai -a zóó ver zal zijn, mag uien met
l itcin.-v afwachten', wat de chr.-
itisti partij, ie de samenwerking ver-
L. uk, al ie-zeggen hebben. Wanneer
i. Idels de heer Snoeek Kenkemans
l cl geschil aangaande het gezantschap
in „lo Telegraaf" opzet als een tus-
u o ..1 omschen geest die het ge-
inti. up eischte en „protestantsch
1 'at het gezantschap uitsluit,
d. ii v. a wij ons, of staatsmansbe-
h >nfliet zóó zou forceeren.
Zij 1 met de tweede mogelijkheid,
ricr beginselen weinig tot
i ct Komen, dan ook wel re-
1» .ouden.
Daa.over in bijzonderheden te tre
den lijkt ons verre van oppoitum.
Vv at mr. Marchant aan program van
samenwerking aanbiedt worde voor
k .isgeving aangenomen.
Daarover rpreken komt naar wij ho
pen nooit aan ie beurt, doch ligt in
ieder geval achter zooveel andere pha-
sen, dat zwijgen practischer is.
Alleen kunnen wij de bekoring niet
v "rstaan te constateeren, dat dezelf
de politicus, die zooeven tegen het ge
zantschap stemde, thans bereid is het
te schenken.
Zoo weinig zakelijk-en zoo door en
dcor „politiek" heelt deze politicus de
zaak van net gezantschap behandeld.
Toch zegde hij met die unverfroren-
li t, die niemand hem behoeft te be
nijden: „Het ergste is, dat het geloof
meer en meer wegzinkt, dat het volk
ten goede wordt geleid".
Wij hopen zeer, clat in onze kringen
de zelfheheersching groot genoeg zal
zijn, om ook ten aanzien van een po
ging als van mr. Marchant, die aan de
Katholieken eenige lekkere brokken
voorhoudt, de aiwachtende houding te
bewaren, die vooralsnog ons past.
Het gezantschap bij den Paus, zegt
de N e d e r 1., is door mr. Marchant tot
handelsartikel gemaakt.
Als de R.-K. eene zijns inziens ver
keerde politieke lijn volgen, is.hij er
tegen.
Als ze hem in defensie- en andere
politieke kwesties ter wille zijn, is hij
er vóór.
Zóóver is men thans ook hier te lan
de, van eenvoudige politieke zeden af
geweken.
De zaak, die in stemming komt,
wordt niet meer beoordeeld naar haar
eigen mérites, maar naar wat men er
voor koopen kan.
De koopkracht van het gezantschap
schijnt aan mr. Marchant toe, ten ge
volge van de jongste gebeurtenissen,
gestegen te zijn.
En fluks werpt hij zich daarop, ten
einde met dit hooggekoerst ruilmiddel
kostbare politieke zaken te bemachti
gen.
Of de R.-K. op zijn aanbod zullen
ingaan, dient te worden afgewacht. Al
licht zullen zij dit niet doen, al ware
liet slechts omdat zij er stevig door
in zijn macht zouden komen. Bij elk
ingrijpend geschil zouden zij gevoelen
dat mr. Marchant vóór het gezantschap
koos, omdat en zoolang zijn politieke
lijn gevolgd wordt.
Die verhouding zal hen vermoede
lijk niet aantrekken.
De vraag is opgeworpen, of de missie
hij het Vaticaan als een „nationaal be
lang" of als een „specifiek-roomsche
wensch" moqt worden gezien. Waar
schijnlijk zullen de R.-K. haar in geen
geval willen zien als de „pasmunt",
waarmee politieke partijen elkaar hun
diensten betalen.
Maar hoe dit zij, voor het prestige
van de „politiek" is dit incident alweer
allerbedenkelijkst.
Menig stil burger, die den waan koes
tert dat politiek een heel bijzonder iets
is, waarvan hij zich liefst op een af
stand moet houden, zal zich in dat
denkbeeld voelen versterkt en alweer
moeilijker overtuigd kunnen worden,
dat de politiek aan dergelijke uitwas
sen niet identiek is.
KERK EN SCHOOL.
EVANG. JLUTH. KERK.
Aangenomen: Naar Naarden
Bussum, G. J. Duyvendak te Purmerend
De kwestie-Börger.
Het classicaal bestuur der Ned. Herv.
Kerk van Gouda heeft in zijn zitting
van gisteren de aanklacht tegen Ds.
Borger te Gouda onhoudbaar bevonden
en verklaard, dat, daar de Kerk zich
over dit punt nooit' uitgesproken heeft,
er geen bezwaren tegen kunnen zijn,
net Evangelie op den kansel wijsgeerig
te behanaelen.
Diaconale ambtsbekleedipg.
Te Groningen* heeft de Kerkeraad der
Ned. rrerv. Gemeente beskoten, tot wij
ziging van het reglement, voor de dia
conie, waarbjj o.m. bepaald is, dat de
amotskleeuing der diakenen thans niet
meer uniform beheert te zijn (rok).
Eenige leden van den kerkeraad ver
zochten aanteekening in de notulen,
van hun afkeuring ter zake van dit
besluit.
Jammer is, merkt de „Rott." hierbij
op, dat we niet vernamen, op welke
gronaen 'de-ze laatsten voor den diaco-
nalen unixorm waren, En of ze er ook
Schriftuurlijke gronden voor hadden.
Zending.
De classis Harderwijk der Ned. Herv.
Kerk heeft het voornemen, in overleg
en -met goedvinden van den Geref. Zcn-
dingsbond een eigen zendeling naar de
Heiden wereld te zenden, overeenkom
stig de roeping der Kerk, die zelf het
Zendingswerk moet behartigen.
Be groots stad.
Ds. de Vrijer schpijft in de Kroniek
van de „Stemmen voor Waarheid en
Vrede":
„De krioelende massa in de groote
steden, vrij na arbeid, en niet Verkwik
kend moe na welbegrepen arbeid, wat
moet die in den avond voor de nacht
rust? Ziedaar het probleem.
De elite weet zijn avond met studie
kunst, of productie ven arbeid te vul
len. Het goede gezin bindt de kinderen
aan huis. Maar het bioscoopbezoek met
zijn honderdduizenden bezoekers per
jaar, stelt ons voor de vraag: hoe geven
wij aan^die schare, die in de steden
onmetelijk groot is, ontspanning?
Natuurfilms boeien niet. De moede
menschen willen geen ontspanning, die
toch weer doceert.
Het Christendom moet zich op de
vraag instellen: hoe geven wij aan de
massa amusement dat boeit, zonder al
tijd weer het thema van trouwbreuk en
het quasi-genot van millicnairs en high-
life, zooals de. huidige film zwart op
wit geeft-? Het publiek kijkt niet alleen
naar de vertooning van weelde en sen
satie.
Het calvinisme zag in schouwburg,
kermis, bruiloftsfeest _exelsa mundi." Dat
puritanisme zit in mq ook sterk. Maar
ik meet den menschen cok positief iets
geven, cok als zij anders gaan slente
ren langs de wegen. Dat is werk van
zelfverloochening.
Een stadsmassa tot hcoger levens
stijl op te voeren, tot den levensstijl
van het koninkrijk der hemelen te hef
fen, onder erkenning van het pro
bleem der ontspanning zoo- ligt hst
probleem voor ons christenen.
De bioscoopwet is daar niet de omega
op, maar de alpha. Veel wilder voert
een beter woningtoestand, aoresgewri-
ze woningbouw, mogelijke arbeidsvreug
de door arbeidsbegrip; weer veel meer
vlakbr ligt de vreugde van het aqua
rium. waar Verkade's prachtige reclar
tneboek van Portielje mee verheugt.
In ieder geval zullen wij positief moe
ten willen arbeiden".
Uit het Sociale Leven.
Uit de bouwvakken.
Naar gemeld wordt, is thans bet col
lectief contract voor do bouwbedrijven
geldend tot 1 Maart 1927, geteekend.
De overeenkomst werd aanvaard van
patroonszijde door den Algemeenen en
den R.-K. Patroonsbond, van de zijde
der werknemers door den Alg. Ned.
Bouwarbeidersbond en de Katholieke
bouwarbeidersorganisatie.
Slechts de Federatie van bouwvak
arbeiders en de Neutrale Timmerlie-
denbond hebben geweigerd mee te
contracteeren.
Weer aan 't werk.
De vorige week werd aan het ge-
heele personeel, bestaande uit 320 man
der Amst. Ballast Mij. te Velsen ont
slag aangezegd. Maandag echter kon
het personeel weer.gewoon doorwerken
Voorloopig zal dit zoo blijven. Indien
het echter sterk vriezend weer wordt,
kan met de in uitvoering zijnde werken
niet worden doorgegaan, vandaar dat
de ontslagaanzegging gehandhaafd
blijft.
Uit het bloembollenbedrijf.
Door de besturen van den R.-K., den
Christelijken en den Modernen Land-
arbeidersbond is aan de drie werkge
versorganisaties in het bloembollenbe
drijf de collectieve arbeidsovereen
komst opgezegd. Het contract loopt op
28 Februari 1926 af,- doch voor eventu-
eele wijzigingen moet drie maanden
tevoren aan de wederpartij hericht ge
zonden worden.
Uitkeering en onderstand.
Blijkens opgave van den Gemeente
lijken Dienst voor Maatschappelijk
Hulpbetoon te Rotterdam bedroeg de
werkloozenuitkeering in de maand Oc
tober: aan ongeorganiseerden ƒ99.16232
en aan georganiseerden ƒ82.482.91; de
onderstand: meer doorloopend^3.21750
tijdelijk ƒ128.851.81; noodvoorziening
ƒ8.487.411/,,. In totaal ƒ332 201.951/* ver
deeld over 8.056 ondersteunden. Over
de eerste tien maanden van het jaar
is nu uitgekeerd aan werkloozenuit
keering en onderstand ƒ3.144.659.191/2,
plus ƒ69.956.79 aan kolengeld.
Treurige toestanden.
In het jaarverslag van het burger
lijk armbestuur te Nijmegen wordt
meegedeeld, dat in het afgeloopen jaar
aan tal van gezinnen nog steeds uit
keering moest verleend worden niette
genstaande de meisjes van 15 tot 20
jaar, die op de zijdefabrieken werkten
ƒ30 tot ƒ40 per week in het gezin kon
den brengen. Het bleek dat de moeders
daar bijna niets van ontvingen,daar
de meisjes z.g. kostgeld betaalden en
haar loon niet afdroegen.
UIT ONZE INDIEN.
Zonderlinge manieren.
Door den Gouverneur van West-Java is
een lange -lijst gepubliceerd met al de
namen der verkozen en benoemde in-
Iandsche leden van de pas ingestelde
regentschapsraden. Ter leiding van het
publiek wordt in de kolom „bijzonder
heden" met enkele woorden de politie
ke doopceel der slachtoffers gelicht.
We lezen daarin aanteekeningen als
„zeer fanatiek", „gemoeid in de afd.
B.-zaak", „bij de politie ongunstig be
kend", „geestestoestand heet niet nor
maal te zijn", en ook „loyaal", „regee-
ringsgezind", „democratisch aange
legd". 't Schijnt nu niet de meest tact
volle "manier om deze „volksvertegen
woordigers" op zulk een wijze, die
sterk aan de kolom „gezochte misdadi
gers" uit een politieblad herinnert, bij
de gemeenschap in te leiden. Is bun
verkiezing dan zoo'n misdrijf?
Beleening van Pensioenacten.
De actie in Holland gevoerd tegen
den woeker met pensioen-acten
heeft weerklank gevonden in Indië.
Naar gemeld wordt heeft de direc
teur van Financiën een rondschrijven
gericht tot de ontvangers van 's Lands
Kas, waarin hun een verzoek naar de
ze aangelegenheid wordt opgedragen.
Achterstallige Belastingen.
De directeur van Financiën heeft
de regeering een schrijven gericht,
waarin de volgende passage de aan
dacht trekt, schrijft „De Loc."
„Ten aanzien van den achterstand
in de invordering van inkomstenbelas
ting over het jaar 1921 tot een bedrag
van ruim 30.000.000 (dertig millioen
gulden) moge worden aangeteekend,
dat daarin begrepen is een bedrag van
ongeveer 20.000.000, waarvan de in
vordering is geschorst, in afwachting
van de te verleenen ontheffing wegens
aanslag in de oorlogswinstbelasting of
in de productenbelasting (en).
De invordering van het restant heeft
overigens de voortdurende aandacht
van de belasting-administratie, die zoo
noodig geen cier haar ten dienste staan
de middelen onbeproefd laat om ten
deze tot een zoj zuiver mogelijken toe
stand te geraken.
Dat de achterstand slechts langzaam,
doch dan ook vrij zeker wordt geliqui
deerd is daaraan toe te schrijven, dat
waar mogelijk bij minnelijke schikking
afbetalingsregelingen worden getrof
fen en slechts in uiterste gevallen tot
executie wordt overgegaan, die toch,
als regel toegepast, voornamelijk den
kleinhandel zou ontwrichten, waarin
de malaise zich nog steeds doet gevoe
len."
Noodlottig bijgeloof.
Algemeen verspreid is in den Archi
pel het bijgeloof, dat bet gouvernement
onder zijne groote bouwwerken mc-n-
sehenhoofden deponeert, om er de duur
zaamheid van te verzekeren. Menigeen
is iteds het slachtoffer geworden van
het feit, dat de bevolking hem voor
een „t j o e 1 i k" aanzag, een hoofden-
roover.
IJoe ver d:t bijgeloof gaat. blijkt uit
het volgende geval, dat door de Mak.
Crt. wordt vernomen uit Bima.
Hier ging op een dag het gerucht,
dat men een persoon had zien loopen
met een menschenhocfd, verpakt in
een mandje. In den beginne meende
men te doen te hebben met losse ge
ruchten, doch den volgenden dag werd
in de boschjes nabij de kampong Koem-
be het lijk van een naar schatting 10-
jarigen jongen gevonden.
Groot was de ontsteltenis, toen men
bemerkte, dat het hoofd aan het lijk
ontbrak en dadelijk dacht men aan de
den vorigen dag verspreide geruchten
over het zien van een man, die een
menschenhoofd bij zich had.
Door het flinke optreden van het dis
tricts- en het onder-districtshoofd van
het district Rasana waaronder kam
pong Koembe ressorteert, werden bin
nen zes uur twee personen gearresteert
die bekenden den moord gepleegd te
hebben.
De moordenaars gaven als reden op
voor hun daad, dat zij het hoofd van
hun slachtoffer hadden willen verkoo-
pen aan het radio-station te Bima en
AAN HET ZOEKLICHT.
Leidon, 26 November 1925.
Dat lijkt me toch wel de moeite
waard er even bij stil te staan.
België, het vrije België, dat nog en
kele jaren geleden zijn onafhankelijk
heid bevochten heeft wilde in Ame
rika een leening sluiten.
De Amerikaansche bankiers waren
hiertoe niet ongenegen, maar zij stel
den als eisch dat op de begrooting in
totaal 150 millioen frs. zou worden be
zuinigd.
De Belgische regeering zag geen an
dere uitkomst dan dezen eisch in te
willigen.
Oud-minister Jaspar concludeerde
hieruit, dat België onder den druk
staat van Amerikaansche bankiers die
hunne voorwaarden dicteeren.
De minister van buitenlandsche za
ken kon niet anders dan toestemmend*
antwoorden.
België staat onder curateele.
Een groep Amerikaansche bankiers
beveelt en de Belgische regeering heeft
te gehoorzamen.
Zoo gaat het wanneer niet gezorgd
wordt voor een sluitende begrooting.
Gelukkig, dat Minister Colijn ons
land voor dien smaad heeft bewaard.
OBSERVATOR.
het hoofd in de omgeving van dat sta
tion hadden verborgen. Denzelfden dag
werd inderdaad het hoofd in een bam
boestruikje nabij het radiostation gé-
vonden. p
Assistent gearresteerd.
Te Medan werd dezer dagen een ge
wezen assistent in de cultures gearres
teerd, op verzoek van den officier van
justitie te Soerabaja. Dit verzoek hield
verband met een door het Hof gewezen
vonnis, houdende bevel tot arrest we
gens heling en valschheid in geschrif
te, vier maal gepleegd. De man wordt,
naar wij in de „Sum. Post,, lezen, naar
Java overgebracht voor het uitzitten
van zijn straf voor den tijdsduur van
een jaar.
De gelijkstelling der Chineezen.
Een der voornaamste gaeven der
Chineesche bevolking van Indië spruit
voort uit het feit, dat hare gelijkstel
ling met de Europeesche bevolkings
groep nog steeds niet geheel voltooid
is, in het bijzonder ten aanzien der pro
cesvoering in strafzaken, zoodat Chi
neezen voor misdrijfzaken nog voor
den landraad hebben te verschijnen in
stede van den Raad van Justitie.
Uit goede bron verneemt het Soer.
Hbl., dat de regeering de regeling de
zer kwestie opnieuw in beschouwing
heeft genomen, zoodat waarschijnlijk
binnen betrekkelijk korten tijd een op
lossing daarvan mag worden verwacht.
GEMENGD NIEUWS.
DE STORM VAN WOENSDAG.
Een schip op de Zuiderzee vergaan.
Marken onder water.
De storm die gisteren woedde heeft
in meerdere plaatsen groote schade
aangericht.
Inzonderheid op de Zuiderzee schijnt
het hevig gespookt te hebben.
De N.V. v. d. Schuyt, directie van den
stoombootdienst RotterdamZwolle,
heeft bericht ontvangen, dat de stoom
boot Nijverheid I op de Zuiderzee door
zwaar stormweder overvallen en ge
zonken is.
Men vreest dat de bemanning in het
noodweder is omgekomen.
Van andere zijde wordt nog gemeld:
Ongeveer 2 uur buiten de Ketel zag
een visscherman uit Elburg, die achter
de boot aanzeilde, dat onder hevigen
stormwind de boot overhelde, en vaten
van het dek over boord rolden. Plotse
ling helde de boot zeer sterk naar een
FEUILLETON.
Hei geheim van Colde Fell.
103)
Iedereen was ontsteld, hij werd naar
zijn kamer gedragen en het bleek al
spoedig, dat hij stervende was. Twee
dokters, die juist Colde Feil waren
voorbij gereden, werden geroepen en
hun uitspraak was onmiddellijk dat
bij vergitigd was door arsenicum. Hii
lag daar, arme kerel, afschuwelijke pij
nen lijdend en ik de man die hern had
gedood, stond aan zijn zij en scheen
medelijden met hem te hebben
Maar ik bad geen gedachte van wat
er zou volgen. Dit was nog maar een
begin van de gevolgen van mijn zwar
te misdaad.
Hij zweeg eenige oogenblikken, maar
niets verbrak de stilte van de kamer.
HOOFDSTUK LVI.
Om zes uur in den morgpn.
„Ik had niet kunnen droomen van
nat er nu zou volgen, zooal% ik reeds
.«tide. Niemand had gedacht aan ba
rnes Blair, zoo groot was de ontstel-
tinis en verwarring geweest. Plotse-
iiig trad zij de kamer binnen. Ik hoor-
ie later, dat zij niets van het gebeurde
•vist, tot ^aar kamenier haar ging
zoeken.
Zij kwam geheel onverwacht de ka
mer b.nnen en zag er bleek' en oni-
daan uit. Zij snelde met uitgestrekte
armen naar het ledikant, toen de ster
vend© zich plotseling verhief en haar
aanstaarde. Nooit zal ik dat vreese-
lijke gelaat vergeten 1 Zijn oogen scho
ten vuur. hij hief de rechterhand op
en wees naar haar met zijn vinger. „Jij
Jiebt het gedaan!" riep hij uit. „Ik ben
stervende, vergiftigd als een rat in de
val en jij hebt bet gedaan.!" Ieder
een trok zich verschrikt en vol af
schuw van haar terug.
„Jij hebt mij een kop koffie ge
bracht in de oranjerie" zei hij, en die
heeft mij gedood." Iemand, ik geloof
dat het kapitein James was, riep uit.
dat het een vreeselijke beschuldiging
was. Mijn eerste ingeving was om uit
te roepen, dat zij volmaakt onschuldig
was. Dat ik het was, die het had ge
daan Mijn tweede gedachte was om
mij stil te houden en eens te zien, wat
er van zou komen. Deze zelfde heschuj
diging kon wel eens het middel zijn.
om haar zoo in mijn macht over te le
veren. dat ik haar tenslotte zou kun
nen winnen.
„Ik heb nooit aan gevaar gedacht"
ging hij voort, mijn eenige gedachte
was, dat, wanneer zij zich in gevaar
bevond, zij zich misschien tot mij zou
wenden als haar vriend. Ik meende,
dat er misschien wat moeilijkheden
zouden zijn en dan zou zij vrij zijn en
genegen naar mij te luisteren. Maar
tot mijn 'ontzetting werd zij in hechte
nis genomen. Zelfs toen zeide ik niets,
zulk een monster en schurk was ik.
Het vreemdste van het geval was.
dat er arsenicum werd gevonden in
Hester Blair's kaptafel in een gehei
me la een klein pakje, waarvan een
kleine portie was afgenomen.
Ofschoon ik stervende ben, zooals gii
zegt, moet u mij toch wel haten. En
nooit zal ik vergeving kunnen vinden
voor deze dubbele misdaad eerst 'n
vriend te vermoorden en dan een on
schuldige vrouw t© laten gevangen ne
men in mijn plaats
U kunt mij niet meer haten, dan ik
mij zelf haat. Ik zag haar van wie
ik wist, dat zij zoo onschuldig was
als een kind ik zag haar staan in
de bank der beklaagden met de oogen
van honderden nieuwsgierigen op haar
gericht. Ik zag haar doodsbleek ont
steld gelaat en haar betraande oogen:
ik zag haar angst, haar ontsteltenis,
haar wanhoop toch sprak ik niet. Ilc
•wist, dat haar naam op ieders lippen
was, dat zij werd belasterd en be
schimpt, dat zij het voorwerp was vau
verachting en'hoon en toch sprak
ik niet.
Toch zou ik haar niet hebben laten
sterven. Ik zat, zoolang het proces
duurde, in de gerechtszaal, mijn oogen
verlieten haar geen oogenblik. Ik luis
terde naar ieder woord en ik besloot,
dat als de uitspraak luidde schuldig,
ik de waarheid zou hebben gezegd. Ik
zou haar niet hebben laten sterven.
Mijn leven hing aan een zijden draad.
Maar zij, de lieve schoone Hester Blair
zou niet zijn gestorven.
De uitspraak was „onbewezen." Zii
was gered en ik was gered. Ik zal niet
probeeren u te vertellen hoe zwaar ik
leed. ik weet, dat ik rechtvaardig werd
gestraft. Maar de angst, die ik uit
stond, was afschuwelijk!
Onbewezen,! Zij was vrij. Er was
maar weinig troost voor haar in die
vrijheid gelegen, want de wereld hield
haar voor schuldig haar man wa$
gestorven met een beschuldiging voor
haar op de lippen en er was arsenicum
gevonden in haar toilettafel nie
mand geloofde aan haar onschuld. Zoo
als ik reeds vroeger mijn tijd gunstig
had geacht, vond ik ook nu de gele
genheid gunstig Ik ging regelrecht naar
haar toe en verzocht haar met mij te
wouwen. Ik dacht dat zij bewogen zou
worden door mijn edelmoedigheid, m'n
(zij het ook schijnbaar) grootheid van
ziel, mijn verlangen om haar te be
schermen tegen de wereld, m'n wensch
om haar smarten en zorgen te deelen.
Ik dacht, dat dit alles haar hart zou
roeren en dat deed het'ook.
Maar zij wilde niet met mij trouwen.
Zij was vriendelijk, lief en goed voor
mij, zooals zij nog nooit geweest was.
Ik had. tevergeefs gezondigd. Toch ver
loor ik niet alle hoop, ik wilde haar
winnen. Ik zou enkele dagen wegblij
ven en dan nog een poging doen. Ik
heb haar nooit weer gezien! Zij verliet
Ararossan onmiddellijk. Het volgende,
dat ik vhn hoorde, was, dat zij zich in
gescheept had voor Amerika onder den
naam van Annie Malcolm, op een boot.
geheeten ,.De stad van Paarlen." Daar
na vernam ik, dat zij verdronken was,
toen deze boot op zee verongelukte.
Heeft ooit een man zoo vreeselijk ge
zondigd en zoo geheel tevergeefs?
Zij liet geen afscheidsgroet achter
voor den man, die zijn ziel voor haar
had verloren en zijn besten vriend uit
liefde voor haar had vermoord. Ik heiv
nooit meer iets omtrent haar gehoorii
Ik geloof nu ik op dit alles terug;:
dat als zij in leven was geblewn
ik vroèg of laat zou hebben bek pi
want de schujd drukte mij als c i
dragelijke last (Wordt vervolr