NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 21 NOVEMBER 1925
Ledig rumoer.
In aansluiting aan wat wij deze week
jclireven over „Wat bereikt werd"
Irukken wij bier af de volgende drie
star uit de Standaard:
In den kring van de Hervormd Ge-
'eformeerde Staatspartij- maakt men
jroot rumoer over de grootsche over
winning, die behaald werd. Ds. Ling-
Deek wordt gehuldigd, als had hij Ro
ne algeheel verslagen. Men wenscht
Mkander geluk. Men maakt luid ge-
schal.
Maar zal men niet al spoedig ont-
lekken. dat dit alles ledig rumoer is?
Wat is er dan toch wel verkregen?
Werd de macht van Rome gebroken?
vVerd Rome maar in iets geschaad? Is
.lehmet de propaganda van Rome uit?
En| zouden verder kunnen gaan en
tragen: werd de macht van het onge-
iOof getroffen? Kroop de vijand van
.iet Christendom bevend in een hoek?
Treurt het socialisme of laat de com
munist het hoofd hangen? Heeft het
liberalisme of het radicalisme, hebben
ie partijen, die uit het beginsel van
net ongeloof leven, een zware neder
laag geleden?
Kan men zich verheugen over een
winst voor de getrouwe belijders van
ien Christus? over de doorwerking
Ier goede beginselen?
Men behoeft maar even rond te zien
om het antwoord op die vragen te
vinden.
In de Roomsch-Katholieke Staats
partij is de eenheid eer verstrekt dan
verzwakt. Men zal ervaren, dat het ge
zantschap voor de kracht van de Room
sche propaganda geenerlei beteekenis
had!.
Dit spreekt trouwens reeds uit het
feit, dat men dezer dagen wijst op de
mogelijkheid van een protestant als
gezant bij het Vaticaan, iets wat heele-
maal niet vreemd zoude zijn.
Maar wat meer zegt: de vijand van
de Christelijke beginselen juicht.
Er is vreugde in het revolutionaire
huis.
Men denkt, dat de kracht van het
Qiristelijk politiek beginsel is gebro-'
ken. Er is iets stuk gemaakt, dat voor
ons volk van rijken zegen was.
Wat zetten onze anti-papisten er
voor in de plaats?
En wat zullen zij zeggen, als straks
door de democraten van allerlei plui
mage aan Rome het gezantschap met
de vrijheid der processies en wie weet
wat meer nog wordt aangeboden in
ruil voor een bondgenootschap?
Het gejuich is de begeleiding van 'n
totaal vruchteloos werk, ja, van een
werk van afbraak en niets meer.
Men heeft scherven gemaakt. En zal
er straks nog bij staan te huilen. Er
is niets, dat het kortzichtige van deze
politiek van afbraak meer duidelijk
maakt, dan het luidruchtig feestvieren
van hen, wier lachen blijk geeft van
een wonderlijk politiek onverstand.
TENTOONSTELLINGEN EN WIN-
KELWEKEN.
Over dit onderwerp schrijft de heer
K. Meima, de voorzitter van dén Chr.
Middenstandsbond in „De Maatschap
pij":
De organisatie van Tentoonstellin
gen en Winkelweken is voor Land
bouw, Handel en Nijverheid van groote
waarde.
Een tentoonstelling toch geeft den
fabrikant en winkelier gelegenheid om
zijn producten beter te laten uitkomen
en het nuttig gebruik daarvan te de-
monstreeren.
Wie op een landbouwtentoonstelling
Ide werking der electrische melkmachi
nes ziet en opmerkt, hoe rustig de
koeien zich de behandeling laten wel
gevallen, kan zich er een denkbeeld
van vormen, welk een omkeer deze ma
chine voor den veehouder zal brengen.
Eveneens de zichi zelf regelende
drinkbakken; het vee behoeft slechts
met den bek een automatisch werken
de klep opzij te te schuiven en heerlijk
frisch water komt in den drinkbak;
talloos zijn de hulpmiddelen, die 't be
drijfsleven vereenvoudigen en voor
Landbouw, Handel en Nijverheid den
weg wijzen om de productie te ver-
grooten en de onkosten te verminderen.
Op een tentoonstelling komt dit al
les tot zijn recht. Als men zoo rustig
van stand tot stand kan gaan en in
korten tijd op de hoogte komt van de
nieuwste vindingen, verrijkt men zijn
kennis, is men in de gelegenheid zijn
bedrijf te verbeteren, qn werkt men
ook daardoor mede, om in het bedrijfs
leven te zoeken en uit te laten komen
„de Eere Gods".
Ook de winkelweken, die in de laat
ste jaren meer en meer in gebruik ko
men, zijn, zoowel voor den winkelier
als voor het publiek, van groot belang.
Het is voor den winkelier metterdaad
noodig zoo nu en dan -eens gelegen
heid te hebben, alle krachten in te
spannen, om in de etalage zijner zaak
te toonen wat hij kan, om, in geheel
aparten stijl, zijn goederen dermate te
etaleeren, dat volkomen uitkomt, wat
hij verkoopt; om in een schoonen, aan-
trekkeljjken vorm te laten zien, dat hij
„i?ij" is, en men niet behoeft te gaan
naar vreemde plaatsen, maar in eigen
plaats terecht kan.
Een winkelweek verhoogt daaren
boven de gezelligheid van het verkder
en werkt mede tot de goede samen
werking van kooper en verkooper.
Beide toch zijn in een goed georden
de maatschappij onmisbaar, en de ge
schiedenis heeft voldoende bewezen,
dat het in het leven niet kan zonder
'd. winkelier als tusschenpersoon, zon
der hem, die de laatste schakel vormt
in het productie-proces.
Een winkelweek zal daarom er toe
medewerken, dat de goede samenwer
king wordt bevorderd.
Aan de medewerking zoowel voor
een tentoonstelling als voor een win
kelweek behoefte een Christenfabri
kant, -Industriëel en -Winkelier zich
niet te onttrekken, integendeel hij kan
naar beste krachten aan de totstand
koming daarvan medewerken, mits hij
maar als onvoorwaardelijke eisch stelt,
dat de tentoonstelling op Zondag abso
luut gesloten moet zijn. Onze menschen
kunnen gerust hun medewerking ver-
leenen, maar dan moet ook nimmer
worden afgeweken van den eisch, dat
de dag des Heeren tot zijn recht komt.
Ook wende men al zijn invloed aan,
dat zoowel bij 'n tentoonstelling als bij
een winkelweek al die attracties wor
den geweerd, die de feestelijkheden
een karakter geven van Kermis. Ook
zonder bedoelde attracties kan de ge
zelligheid worden bevorderd en het pu
bliek voldoende worden bezig gehou
den.
Zoo kunnen tentoonstellingen en
winkelweken er toe medewerken om
den bjoei van ons volksleven te bevor
deren.
GEMENGD NIEUWS.
Debrutale overval. Dinsdag
is, te Rotterdam, een 74-jarige man
in zijn woning aan den Charloiscben
lagen dijk overvallen door een onbe
kend gebleven individu, die den bewo
ner met touwen vastbond en zich mees
ter maakte van het in huis aanwezige
geld. De oude man is thans overle
den, waarschijnlijk tengevolge van de
emotie.
Frauduleus Bankroet.
Voor de justitie te Winschoten werd
gisteren geleid J. B.^ bakker te Oude-
Pekela, onlangs gefailleerd, die be
kend heeft goederen aan zijn faillieten
boedel te hebben onttrokken.
B. is overgebracht naar het huis van
bewaring.
Verpletterd. In het dorp Ver-
sale in Calabrië is gisternacht een huis
ingestort, dat door een talrijke familie
werd bewoond.
De vader en zeven kinderen werden
onder de puinhoopen gedood, de moe
der en één kind kwamen met den
schrik vrij.
Papiernood. Op het oogenblik
heerscht in Rusland een ernstige pa
piercrisis. Verschillende bladen in de
provincie zijn er reeds toe moeten over
gaan, hun formaat te verkleinen. De
groote bladen hebben dit nog niet be
hoeven te doen, maar indien de toe
stand blijft zooals hij is, zullen zij daar
binnenkort ook toe moeten overgaan.
Een nieuwe oplichterstruc
Een Zwitser heeft een nieuwe me
thode uitgevonden om niets vermoe
dende bankbedienden van hun geld te
ontdoen. Een firma te Luzern, die een
bediende naar het postkantoor zond
om een groot bedrag te innen, werd
van dezen streek het slachtoffer. Toen
de bediende met het geld het postkan
toor uitkwam, werd hij plotseling ach
terhaald door een man zonder overjas
en met een penhouder achter het oor,
die hem zeide, dat er een vergissing
geschied was en hij den bediende te
weinig had uitgekeerd. De bediende,
die meende met een postbeambte te
doen te hebben, overhandigde den man
het geïnde bedrag. Deze zeide, dat hij
onmiddellijk met het geld zou terug-
keeren. Hij moet nog komen.
Gevecht met een haai. De
bemanning van den motor-trawler „El
len Maud" uit Brighton had dezer da
gen een minder aangename vangst.
Een haai kwam namelijk in de netten
terecht en probeerde met alle kracht
uit deze verstrikking te Ontkomen.
Hoewel de netten zwaar werden be
schadigd, de schade wordt op twin
tig pond geschat gelukte het de be
manning na een uur van strijd het
dier aan de oppervlakte te brengen. De
haai bleek zes voet lang te zijn,'het ge
wicht bedraagt meer dan 500 K.G.
De vuurtoren van Oosten-
d e. Te Oostende is de nieuwe vuur
toren in dienst gesteld. Het uitge
straalde Jicht draagt over 37 K.M. en
bij helder weer is het zichtbaar binnen
een kring van 75 K.M. De vuurtoren
is zoo gebouwd, dat hij ook als een ba
ken voor vliegtuigen dient.
De nieuwe vuurtoren vervangt den
in 1856 geboüwden en op 1 Januari 1860
in gebruik genomen torep, die 'in Sep
tember 1915, tijdens den oorlog, werd
vernield.
D e r o o k e nde vr óu w. De roo-
kende vrouw is een der laatste onder
werpen van den schrijver van het da-
gelijksch Parijsche praatje in de Matin.
I-Iij schrijft o,a.
Tegenwoordig rooken de vrouwen..
Voor sommige vrouwen in Parijs is de
mode om te rooken niet nieuw. Zij is
oud in de groote wereld, die zoo klein
is in de halve-wereld, die allengs de
wereld geworden is omdat zij de ande
re geannexeerd heeft. Maar de mode
bereikt nu ook het volk, dat vroeger,
geleid door gezond verstand, nie^: rook
te, Boerinnen rookem tegenwoordig en
in de kkine plaatsen rookt de vrouw
van detff ambtenaar van den burgerlij
ken stand. Wat ze^t u me daarvan
Heel veel vrouwen rooken slecht,
men voelt, dat ze denken, dat ze roo
ken, terwijl de goede rooker niet weet,
dat hij rookt. Zij hebben een manier
om de cigaret uit haar mond te nemen,
waaruit blijkt hoe onaangenaam de
tabak haar prikkelt. ,Geen wonder.
Haar neusjes zijn fijner dan die van de
mannen. Zelfs zijn er vrouwen wie men
het aanziet, dat het rooken haar uiterst
odaangenaam aandoet. Maar zij zou
den zich onteerd wanen, wanneer ze
niet deden als de anderen. Zij lijden
dus uit eigenliefde, uit overtuiging,
uit trots en zoodoende zijn zij een fraai
schouwspel voor; wie toezièn: de mo
derne vorm van den wil en het stoï
cisme.
UIT DE OMGEVING.
RIJNSBURG.
De Veiling Ver. „Bloemenlust" hield
h^ar najaarsvergadering b4ij den heer
J. J. Verbree, alhier.
Nadat de vergadering door den Voor
zitter den heer A. den Heyer, met een
welkomswoord was geopend, las cle
secretaris, den heer R. W. v. d. Burg,
de notulen van de vorige vergadering
die zonder wijzigingen worden goedge
keurd.
De voorzitter deelue mede, dat bet
besluit om 200 uit te kt eren aan den
heer Geelen te Utrecht niet was uit
gevoerd, daar deze betaling onnoodig
bleek.
Het bestuur was voornemens, indien
dit noodig was, weder kredieten te ver-
leenen, aan hen die dit behoefden voor
export.
Naar aanleiding van een vraag van
den heer Samson deelde de voorzitter
mede, dat eventueele tekorten door de
leden zouden moeten worden bijgepast,
waarvoor echter geen vrees behoeft te
bestaan, daar alleen bij goede borgen
crediet wordt verleend.
De heer G. Vos wees op het belang
der leden bij den export, waarvan allen
profiteerden.
Namens het bestuur deelde de voor
zitter mede, dat over de contributie,
voorzoover niet ter vergadering be
taald, per postkwitantie zal worden
beschikt.
Bij de rondvraag vroeg ide heer W.
de Wouter of het verplicht was, dat
alle bezoldigde functies door bestuurs
leden werden waargenomen.
De voorzitter deelde mede, daarin
geen bezwaar te zien.
De heer W. v. d. Meij Szn., vroeg
afschaffing van het plaatsengeld, wat
het bestuur om financieele redenen
moest afraden. De verlaging van het
veilingspercentage met 1 pet., kostte de
vereeniging plm. 1700 en alles kon
niet ineens.
Gaarne echter zal het bestuur het
gevraagde in nadere overweging ne
men.
Verder klaagde de heer v. d. Meij
over het uit de hand verkoopen en zag
daaraan gaarne een eind gemaakt.
De voorz. antwoordde, dat daarte
gen zooveel mogelijk gewaakt werd,
vooral ook omdat een groote aanvoer,
meer principalen lokt en dus in aller
belang is.
Royeeren en het boetestelsel brengen
ook weer bezwaren mede.
Het bestuur zal echter de zaak in
nadere overweging nemen.
De heer v. Egmond deelt mede, bij
onderzoek de boeken in goede orde te
hebben bevonden.
Spr. vraagt voorts of een bepaald per
soon belast is met het opsteken en of
er een controleur is, welke vragen de
voorzitter, met toelichting, toestem
mend beantwoord.
Tenslotte vraagt de heer v. Egmond
te willen overwegen of vermindering
der bezoldigde fucties niet één, ter wil
le van de bezuiniging mogelijk is.
Na eenige besprekingen hierover
blijken de meeningen uiteen te loopen.
Besloten wordt op de a.s. voorjaarsver
gadering de kwestie te bespreken.
De heer R. Heemskerk zegt, dat
dat soms leden uit één gezin lid zijn
van verschillende veilings-vereenigin-
gen en vraagt of dit niet belet kan
worden.
De voorz. antwoordt, dat dit moeilijk
zal gaan.
Namens het bestuur deelde de voor
zitter nog mede, dat in het veilingslo
kaal een telephoon zal worden aange
bracht.
Hierna volgde een verloting van ve
le prijzen.
Tenslotte sloot de voorz. de vergade
ring met een woord van dank aan de
leden voor de trouwe opkomst.
LISSE.
Burgerlijke stand. Gehuwd: M.
Hordpk en M. van BliUerswak*
Geboren: Petronella Johanna, doch
ter van P. J. Ruigrok en T. M: van
der Star. Jozef JacoJms, zoon van P.
J. Schocne en E.' Steenvoorden. Cornev
lia Geertruida, en Nicolaas George, d.
en z .van J. L. Hoekstra en M. Burg-
meyer.
Beste- jongens en meisjes,
Vol verwachting klopte de laatste
dagen menig jongens- en meisjeshart.
't Begon al aardig een beetje te vriet-
zen, in sommige plaatsen werden de
schaatsen zelfs al gebruikt en uit de
briefjes die ik kreeg, bleek wel, dat er
ook in ons clubje meerderen zijn, die
met verlangen uitzien naar sneeuw en
ijs.
Nu, ik kan mij dat best indenken,
omdat ik er vroeger niet anders over
dacht. Als men wat ouder wordt, be
kijkt men de dingen echter meer van
den anderen kant en denkt men, als
het begint fte winteren onwillekeurig
meer aan de zorgen, die voor heel wat
menschen aan den winter verbonden
Zijn.
Die zorgen, jongelui, kunnen feeel
zwaar drukken als er weinig verdiend
wordt dn als de kachel zoo hard moet
branden en men vaak niet weet hoe
van den eenen dag in den anderen te
komen.
Door dit te zeg^n bedoel ik natuur
lek niet, dat onze jongens en meisjes
niet van den winter zouden mogen ge
nieten, De winter is ook een gave van
,God, die niet gemist kan worden.
En er staat ook ip. den Bjjbel, dat
men zich in zijne jeugd mag verblijden,
mits maar steeds bedacht wordt
ja, dat vul ik niet verder in.
Jullie moet me maar eens schrijven of
je weet wat ik bedoel en waar dat in
den Bijbel te lezen staat.
Hier volgt nu eerst de correspon-
identiel:
„De Germaan", Leiden. Ik kan best
begrijpen als jongens naar een dik pak
sneeuw verlangen. Maar ik hoop toch
niet dat je wensch vervuld wordt.
„Dirk III", Leiden. Neen, ik had al
al een heelen tijd gemist. Doe jei nu
weer geregeld mee? Dat kan wel mooi
worden op dieen ouderavond. Op wel
ken school ga je?
„Wilgenkatje", Leiden. Nee, ik heb
hem niet gezien. En ben je nogal vol
moed voor St. Nicolaas? Ik zou zeg
gen, je hebt evenveel kans als ieder
ander.
„Zangeresje"^ Leiden. Ja, de avonden
beginnen nu lang te worden. Hoe gaat
eht nu met je ontsteking? Natuurlijk,
ik zie 't liefst, dat je elke week schrijft
„Moeders meisje", Noord wijk. En is
de ouderavond goed geslaagd? Ik hoop
dat je nu weer beter bent. De klacht
over de bestelling zal ik aan de admi
nistratie overbrer gfen.
Bosch viooltje'^ Lisse. Ja, 't lijkt er
isoms wel op, maar we willen toch maar
doorzeitten.Wel gefeliciteerd hoor, met
de verjaardag van je zusje.
„Waterlelie", Lisse. Verlang je al
erg naar den winter, of ben je geen
liefhebster van het ijs? Ja, ie moet
het maar eens probeer en. 't Is wel
jammer, dat het zoo slecht gaat.
S. en W., Woubrugge. Dan is daar
meer sneeuw gevallen dan hier. Ja, de
schoenen en klompen hebben er zeker
van te lijden.
„Tommy", Leiderdorp. Zoo, heb je al
van de sneeuw genoten? Ik heb er hier
nieit veel van gemerkt. Ja, van die bloe
men is het wel erg iammer.
„Pionier", Leiderdorp. Dat vind ik
nu eens een goed besluit. Als alle neef
jes en nichtjes meer geregeld mee gin
gen doen, zou 't heel wat gezelliger
zijn.
De oplossing van de raadsels is:
i. Op den bodem Ider zee vindt men
de schoonste paarlen.
Onderdeelen: Pond, parel, visscher,
bezem, hoorn, decimeter, padden, teer,
dons, n.
N
m b
oostzaan
vuurwerk
ezeilsoor
molenaar
batavier
el 1 e b o o g
r e g e n j as
Hier ^volgen de nieuwe raadsels:
1. Mijn geheel bestaat uit 53 letters.
Een boek is 4. 52. 18. 20. 29. 49.
27. 44. 54. 22 is altijd welkom.
Mei. 13. 371. 1. 34. 16. 9. 47. 52, 19
hebben weer mooi geëtaleerd.
Voor de 40. 15. 43. 23. 39 is hfet nu
een drukke tjjd.
Iedere winkelier zoekt 1. 41. 21. 12.
5. 53. 36 te trekken.
Daarom geven velen mooie 14. 42. 32.
3a 24. 25. 26.
Meit de Sint ziet men overal 40. 16.
28. 45. 50 gezichten.
Een 8. 3. 2;. 46. 30. 10. 35. 52
geeft men ter herinnering.
Natuurlijk koopt ge alleen bij' hen,
die tel onze 14. ,2. 6. 48. 17. 38. II
ad verteeren.
63- 3. BW 51 zün medeklinkers.
2. Mijn geheel bestaat uit 37 letters
Een 21. 28. 11. p. 35. 8. 25. 3 is
eiën verrassing.
Een 11. 5. 19 ontvangt men graag.
17. 36. 37. 10. is 4. 36. 16. 29.
De 9. 2. 34. 26 logeert in alle 1. 23.
34- 18. 24. 15. 31.
Een poppenmoeder heeft graag een
22. 30. 6. 13.
25. 14. 5. 28. 7. 33 kinderen krijgen
niets.
20. 12. 17 en arm viert feest.
27. ik een o, 32 een e.
iVele groeten,
OOM FELlX.
TOCH EE^ PRETTIGE VAC AN TIE.
door Francina.
Dien avond, toen Herman reeds in
bed lag, zaten rader en moeder nog
in de huiskamer en spraken over hu»
jongen.
Moeder had gezegd: „Ik vind het
heel goed, dat Jan van Buren in Her
mans plaats naar zee gaat, want Jan
heeft het hard noodig en onze jongen
is gezond, maar 'k zou toch wel iets
willen bedenken, om Herman óók een
[prettige vacantie te bezorgen, want
het is toch wei naar voor hem, dat hij
altijd zoo alleen is''.
Vader dacht even na.
„Wel", zei hij toen, „daar weet ik
wel raad op. We schrijven aan een
van de jongens op ons dorp, of hij
hier de vacantie door wil komen bren
gen. Zoon jongen doet dat dolgraag
en Herman heeft gezelschap. En, we
kunnen 't ze wel gezellig maken ook.
Daar is hier in de stad heel veel te
zien. Als jjj veel met ze uitgaat en ik
ook eens een keer, dan kunnen die
jongens zich best vermaken. Maar wie
zal ik vragen?"
„O, dat weet ik wel", antwoordde
moeder. „Roel Martens, dat was zijn
beste vriend. En weet je, wat we dan
doen? We zeggen er niets van aan Her
man, dan is de verrassing als Roel hier
is des te grooter.
„Dat is een idee", lachte vader. „Ik
ga dadelijk schrijven. Tegen wanneer
zal ik Roel vragen?"
„Schrijf maar, dat wij hem a.s. Dins
dag verwachten", antwoordde moeder,
„dan kan ik 's Maandags eerst alles in
orde brengen. En zet er dan bij, dat
hij nieit gebracht behoefde te worden:
als zij schrijven met welken trein Roel
komt, zullen Wjj wel zorgen aan het sta
tion te zijn. Dat kan be3t".
Vader schreef nu den brief en bracht
hem daarna ook nog naar de post. „An
ders hebben wij geen antwoord meer
voor Dinsdag", zeide hij.
HOOFDSTUK VII.
Afscheid enwelkom.
't Was Maandagmorgen en mevrouw
van Dalen was druk in de weer. Her
man had ze uitgestuurd om boodschap
pen te doen en hem gelijk gezegd, maar
een poosje «in heit dichtstbijzijnde park
te blijven, dan zou zij, als hji terug
kwam klaar zijn met haar werk, en dan
konden ze misschieij vanmiddag samen
wel uitgaan.
De eerste post reeds had haar een
brief gebracht, waarin de vader van
Roel Martens schreef, dat 'Paul1 heel
erg graag zou komen en dat hp met
den.trein van elf uur zou aankomen.
Een glimlach was er over moeder's
gelaat gegaan, toen zij dit had gelezen.
Nu had zij haar plannetje- h-ealemaal
voor elkaar, nu behoefde Herman niets
te weten voor hij zijn vriendje uit den
trein zag stappen.
Om tien minuten voor elf uur ging
de trein, waarmee Jan van Buren zou
vertrekken.
Nu wilde moeder «iet Herman naar,
het station gaan en tegen hem zeggen,
dat zij dat deed om Jan nog even goe
dendag te zeggen, en als zij dat gedaan
had, dan konden zp gelijk naar het an
dere perron gaan, waar de trein voor
kwam waarmee Roel aankwam.
Nu was moeder druk in de weer om
de logeeerkamer in orde te brengen.
(Herman's kamertje was te klein om
Roel daar bij hem te doen slapen. En
toch moesten de twee jongens samen
zijn, dat was het aardigst». Daarom had
moeder besloten ze heiden op de lo
geerkamer te doen slapen. Daar stond
eén ledikant en dan wüde moeder Dins
dagmorgen met vader gauw even Her
mans ledikant daarheen dragen, en dan
was alles in orde. Voor dat Herman te
rug was, had moeder de logeerkamer
geheel klaar. Met een tevreden glim
lach keek ze om zich heen. Toen ging ze
naar beneden, nadat ze eerst zorgvuldig
de deur had gesloten.
"Den volgenden morgen, toen vader,
thuiskwam om te ontbijten, zei moeder,
terwijl ze vader een knipoogje gaf:
„Toe Herman, loop jij nog eerst even
naar den kruidenier en baal mij wa.t
suiker. Als je dan terugkomt gaan wij
eten".
Nauwelijks was Herman de deur uit,
of vader en moeder droegen vlug Her
man's ledikant naar de logeerkamer.
Gauw het bed opgemaakt en de beide
kamers op slot.
Toen Herman met de suiker, binnen
kwam, zaten vader en moeder alsof er
niets aan de, hand was, hom aan het ont
bijt op te wachten.
Heiman wist reeds, dat zij straks naar
het station zouden gaan om Jan van.
Buren goeden dag te zeggen, en dat
vond hij erg prettig.
Als men in Herman's hart had kun
nen kijken, zou men daar tweeërlei ge
dachten gevonden hebben. Hij had
geen spijt over hetgeen hij gedaan had,
o neen, dat niet, maar tochmaar
tochhij dacht toch wel een verven
lende vacantie te zullen hebben.
'Toen vader weg was, liet moeder
Herman nog een paar boodschappen
doen en zei hem, dat hij haar wat heb
pen moest, nu zij al zoo vroeg uitgin
gen, zoodat Herman er niet aan dacht
om naar boven te gaan.
Kwart over tien zei moeder _„Nu moe
ten we gaan, anders zijn wij niet op
tijd aan den trein".
Op het perron gekomen,wees Her.
man direct juffrouw van Buren en Jan',
aan. Jan zag wel mager en witjes, maar
zijn gezicht straalde van blijdschap.
Toen moeder en Herman bjj hen ge
komen waren, zei juffrouw van Buren:
„O mevrouw, wat is dat aardig van;
u, dat u nog even naar Jan komt zien".
„Zeker", lachte mevrouw van Dalen,
„wij wilden ons met eigen oogen over
tuigen of u goed in den trein komt".
Nog even konden de beide moeders
rustig met elkander spreken, toen kwam
de trein voor.
Moeder hielp juffrouw van 'Buren
en Jan instappen. Nog even 'n wensch
voor Jan's herstel, een hartelijke hand
druk, daar werd het sein voor vertrek
gegeven en weg ging de trein.
Moeder en Herman bleven hem na
zien zoolang zij konden, terwijl Jan en