NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 21 NOVEMBER 1925 Ledig rumoer. In aansluiting aan wat wij deze week jclireven over „Wat bereikt werd" Irukken wij bier af de volgende drie star uit de Standaard: In den kring van de Hervormd Ge- 'eformeerde Staatspartij- maakt men jroot rumoer over de grootsche over winning, die behaald werd. Ds. Ling- Deek wordt gehuldigd, als had hij Ro ne algeheel verslagen. Men wenscht Mkander geluk. Men maakt luid ge- schal. Maar zal men niet al spoedig ont- lekken. dat dit alles ledig rumoer is? Wat is er dan toch wel verkregen? Werd de macht van Rome gebroken? vVerd Rome maar in iets geschaad? Is .lehmet de propaganda van Rome uit? En| zouden verder kunnen gaan en tragen: werd de macht van het onge- iOof getroffen? Kroop de vijand van .iet Christendom bevend in een hoek? Treurt het socialisme of laat de com munist het hoofd hangen? Heeft het liberalisme of het radicalisme, hebben ie partijen, die uit het beginsel van net ongeloof leven, een zware neder laag geleden? Kan men zich verheugen over een winst voor de getrouwe belijders van ien Christus? over de doorwerking Ier goede beginselen? Men behoeft maar even rond te zien om het antwoord op die vragen te vinden. In de Roomsch-Katholieke Staats partij is de eenheid eer verstrekt dan verzwakt. Men zal ervaren, dat het ge zantschap voor de kracht van de Room sche propaganda geenerlei beteekenis had!. Dit spreekt trouwens reeds uit het feit, dat men dezer dagen wijst op de mogelijkheid van een protestant als gezant bij het Vaticaan, iets wat heele- maal niet vreemd zoude zijn. Maar wat meer zegt: de vijand van de Christelijke beginselen juicht. Er is vreugde in het revolutionaire huis. Men denkt, dat de kracht van het Qiristelijk politiek beginsel is gebro-' ken. Er is iets stuk gemaakt, dat voor ons volk van rijken zegen was. Wat zetten onze anti-papisten er voor in de plaats? En wat zullen zij zeggen, als straks door de democraten van allerlei plui mage aan Rome het gezantschap met de vrijheid der processies en wie weet wat meer nog wordt aangeboden in ruil voor een bondgenootschap? Het gejuich is de begeleiding van 'n totaal vruchteloos werk, ja, van een werk van afbraak en niets meer. Men heeft scherven gemaakt. En zal er straks nog bij staan te huilen. Er is niets, dat het kortzichtige van deze politiek van afbraak meer duidelijk maakt, dan het luidruchtig feestvieren van hen, wier lachen blijk geeft van een wonderlijk politiek onverstand. TENTOONSTELLINGEN EN WIN- KELWEKEN. Over dit onderwerp schrijft de heer K. Meima, de voorzitter van dén Chr. Middenstandsbond in „De Maatschap pij": De organisatie van Tentoonstellin gen en Winkelweken is voor Land bouw, Handel en Nijverheid van groote waarde. Een tentoonstelling toch geeft den fabrikant en winkelier gelegenheid om zijn producten beter te laten uitkomen en het nuttig gebruik daarvan te de- monstreeren. Wie op een landbouwtentoonstelling Ide werking der electrische melkmachi nes ziet en opmerkt, hoe rustig de koeien zich de behandeling laten wel gevallen, kan zich er een denkbeeld van vormen, welk een omkeer deze ma chine voor den veehouder zal brengen. Eveneens de zichi zelf regelende drinkbakken; het vee behoeft slechts met den bek een automatisch werken de klep opzij te te schuiven en heerlijk frisch water komt in den drinkbak; talloos zijn de hulpmiddelen, die 't be drijfsleven vereenvoudigen en voor Landbouw, Handel en Nijverheid den weg wijzen om de productie te ver- grooten en de onkosten te verminderen. Op een tentoonstelling komt dit al les tot zijn recht. Als men zoo rustig van stand tot stand kan gaan en in korten tijd op de hoogte komt van de nieuwste vindingen, verrijkt men zijn kennis, is men in de gelegenheid zijn bedrijf te verbeteren, qn werkt men ook daardoor mede, om in het bedrijfs leven te zoeken en uit te laten komen „de Eere Gods". Ook de winkelweken, die in de laat ste jaren meer en meer in gebruik ko men, zijn, zoowel voor den winkelier als voor het publiek, van groot belang. Het is voor den winkelier metterdaad noodig zoo nu en dan -eens gelegen heid te hebben, alle krachten in te spannen, om in de etalage zijner zaak te toonen wat hij kan, om, in geheel aparten stijl, zijn goederen dermate te etaleeren, dat volkomen uitkomt, wat hij verkoopt; om in een schoonen, aan- trekkeljjken vorm te laten zien, dat hij „i?ij" is, en men niet behoeft te gaan naar vreemde plaatsen, maar in eigen plaats terecht kan. Een winkelweek verhoogt daaren boven de gezelligheid van het verkder en werkt mede tot de goede samen werking van kooper en verkooper. Beide toch zijn in een goed georden de maatschappij onmisbaar, en de ge schiedenis heeft voldoende bewezen, dat het in het leven niet kan zonder 'd. winkelier als tusschenpersoon, zon der hem, die de laatste schakel vormt in het productie-proces. Een winkelweek zal daarom er toe medewerken, dat de goede samenwer king wordt bevorderd. Aan de medewerking zoowel voor een tentoonstelling als voor een win kelweek behoefte een Christenfabri kant, -Industriëel en -Winkelier zich niet te onttrekken, integendeel hij kan naar beste krachten aan de totstand koming daarvan medewerken, mits hij maar als onvoorwaardelijke eisch stelt, dat de tentoonstelling op Zondag abso luut gesloten moet zijn. Onze menschen kunnen gerust hun medewerking ver- leenen, maar dan moet ook nimmer worden afgeweken van den eisch, dat de dag des Heeren tot zijn recht komt. Ook wende men al zijn invloed aan, dat zoowel bij 'n tentoonstelling als bij een winkelweek al die attracties wor den geweerd, die de feestelijkheden een karakter geven van Kermis. Ook zonder bedoelde attracties kan de ge zelligheid worden bevorderd en het pu bliek voldoende worden bezig gehou den. Zoo kunnen tentoonstellingen en winkelweken er toe medewerken om den bjoei van ons volksleven te bevor deren. GEMENGD NIEUWS. Debrutale overval. Dinsdag is, te Rotterdam, een 74-jarige man in zijn woning aan den Charloiscben lagen dijk overvallen door een onbe kend gebleven individu, die den bewo ner met touwen vastbond en zich mees ter maakte van het in huis aanwezige geld. De oude man is thans overle den, waarschijnlijk tengevolge van de emotie. Frauduleus Bankroet. Voor de justitie te Winschoten werd gisteren geleid J. B.^ bakker te Oude- Pekela, onlangs gefailleerd, die be kend heeft goederen aan zijn faillieten boedel te hebben onttrokken. B. is overgebracht naar het huis van bewaring. Verpletterd. In het dorp Ver- sale in Calabrië is gisternacht een huis ingestort, dat door een talrijke familie werd bewoond. De vader en zeven kinderen werden onder de puinhoopen gedood, de moe der en één kind kwamen met den schrik vrij. Papiernood. Op het oogenblik heerscht in Rusland een ernstige pa piercrisis. Verschillende bladen in de provincie zijn er reeds toe moeten over gaan, hun formaat te verkleinen. De groote bladen hebben dit nog niet be hoeven te doen, maar indien de toe stand blijft zooals hij is, zullen zij daar binnenkort ook toe moeten overgaan. Een nieuwe oplichterstruc Een Zwitser heeft een nieuwe me thode uitgevonden om niets vermoe dende bankbedienden van hun geld te ontdoen. Een firma te Luzern, die een bediende naar het postkantoor zond om een groot bedrag te innen, werd van dezen streek het slachtoffer. Toen de bediende met het geld het postkan toor uitkwam, werd hij plotseling ach terhaald door een man zonder overjas en met een penhouder achter het oor, die hem zeide, dat er een vergissing geschied was en hij den bediende te weinig had uitgekeerd. De bediende, die meende met een postbeambte te doen te hebben, overhandigde den man het geïnde bedrag. Deze zeide, dat hij onmiddellijk met het geld zou terug- keeren. Hij moet nog komen. Gevecht met een haai. De bemanning van den motor-trawler „El len Maud" uit Brighton had dezer da gen een minder aangename vangst. Een haai kwam namelijk in de netten terecht en probeerde met alle kracht uit deze verstrikking te Ontkomen. Hoewel de netten zwaar werden be schadigd, de schade wordt op twin tig pond geschat gelukte het de be manning na een uur van strijd het dier aan de oppervlakte te brengen. De haai bleek zes voet lang te zijn,'het ge wicht bedraagt meer dan 500 K.G. De vuurtoren van Oosten- d e. Te Oostende is de nieuwe vuur toren in dienst gesteld. Het uitge straalde Jicht draagt over 37 K.M. en bij helder weer is het zichtbaar binnen een kring van 75 K.M. De vuurtoren is zoo gebouwd, dat hij ook als een ba ken voor vliegtuigen dient. De nieuwe vuurtoren vervangt den in 1856 geboüwden en op 1 Januari 1860 in gebruik genomen torep, die 'in Sep tember 1915, tijdens den oorlog, werd vernield. D e r o o k e nde vr óu w. De roo- kende vrouw is een der laatste onder werpen van den schrijver van het da- gelijksch Parijsche praatje in de Matin. I-Iij schrijft o,a. Tegenwoordig rooken de vrouwen.. Voor sommige vrouwen in Parijs is de mode om te rooken niet nieuw. Zij is oud in de groote wereld, die zoo klein is in de halve-wereld, die allengs de wereld geworden is omdat zij de ande re geannexeerd heeft. Maar de mode bereikt nu ook het volk, dat vroeger, geleid door gezond verstand, nie^: rook te, Boerinnen rookem tegenwoordig en in de kkine plaatsen rookt de vrouw van detff ambtenaar van den burgerlij ken stand. Wat ze^t u me daarvan Heel veel vrouwen rooken slecht, men voelt, dat ze denken, dat ze roo ken, terwijl de goede rooker niet weet, dat hij rookt. Zij hebben een manier om de cigaret uit haar mond te nemen, waaruit blijkt hoe onaangenaam de tabak haar prikkelt. ,Geen wonder. Haar neusjes zijn fijner dan die van de mannen. Zelfs zijn er vrouwen wie men het aanziet, dat het rooken haar uiterst odaangenaam aandoet. Maar zij zou den zich onteerd wanen, wanneer ze niet deden als de anderen. Zij lijden dus uit eigenliefde, uit overtuiging, uit trots en zoodoende zijn zij een fraai schouwspel voor; wie toezièn: de mo derne vorm van den wil en het stoï cisme. UIT DE OMGEVING. RIJNSBURG. De Veiling Ver. „Bloemenlust" hield h^ar najaarsvergadering b4ij den heer J. J. Verbree, alhier. Nadat de vergadering door den Voor zitter den heer A. den Heyer, met een welkomswoord was geopend, las cle secretaris, den heer R. W. v. d. Burg, de notulen van de vorige vergadering die zonder wijzigingen worden goedge keurd. De voorzitter deelue mede, dat bet besluit om 200 uit te kt eren aan den heer Geelen te Utrecht niet was uit gevoerd, daar deze betaling onnoodig bleek. Het bestuur was voornemens, indien dit noodig was, weder kredieten te ver- leenen, aan hen die dit behoefden voor export. Naar aanleiding van een vraag van den heer Samson deelde de voorzitter mede, dat eventueele tekorten door de leden zouden moeten worden bijgepast, waarvoor echter geen vrees behoeft te bestaan, daar alleen bij goede borgen crediet wordt verleend. De heer G. Vos wees op het belang der leden bij den export, waarvan allen profiteerden. Namens het bestuur deelde de voor zitter mede, dat over de contributie, voorzoover niet ter vergadering be taald, per postkwitantie zal worden beschikt. Bij de rondvraag vroeg ide heer W. de Wouter of het verplicht was, dat alle bezoldigde functies door bestuurs leden werden waargenomen. De voorzitter deelde mede, daarin geen bezwaar te zien. De heer W. v. d. Meij Szn., vroeg afschaffing van het plaatsengeld, wat het bestuur om financieele redenen moest afraden. De verlaging van het veilingspercentage met 1 pet., kostte de vereeniging plm. 1700 en alles kon niet ineens. Gaarne echter zal het bestuur het gevraagde in nadere overweging ne men. Verder klaagde de heer v. d. Meij over het uit de hand verkoopen en zag daaraan gaarne een eind gemaakt. De voorz. antwoordde, dat daarte gen zooveel mogelijk gewaakt werd, vooral ook omdat een groote aanvoer, meer principalen lokt en dus in aller belang is. Royeeren en het boetestelsel brengen ook weer bezwaren mede. Het bestuur zal echter de zaak in nadere overweging nemen. De heer v. Egmond deelt mede, bij onderzoek de boeken in goede orde te hebben bevonden. Spr. vraagt voorts of een bepaald per soon belast is met het opsteken en of er een controleur is, welke vragen de voorzitter, met toelichting, toestem mend beantwoord. Tenslotte vraagt de heer v. Egmond te willen overwegen of vermindering der bezoldigde fucties niet één, ter wil le van de bezuiniging mogelijk is. Na eenige besprekingen hierover blijken de meeningen uiteen te loopen. Besloten wordt op de a.s. voorjaarsver gadering de kwestie te bespreken. De heer R. Heemskerk zegt, dat dat soms leden uit één gezin lid zijn van verschillende veilings-vereenigin- gen en vraagt of dit niet belet kan worden. De voorz. antwoordt, dat dit moeilijk zal gaan. Namens het bestuur deelde de voor zitter nog mede, dat in het veilingslo kaal een telephoon zal worden aange bracht. Hierna volgde een verloting van ve le prijzen. Tenslotte sloot de voorz. de vergade ring met een woord van dank aan de leden voor de trouwe opkomst. LISSE. Burgerlijke stand. Gehuwd: M. Hordpk en M. van BliUerswak* Geboren: Petronella Johanna, doch ter van P. J. Ruigrok en T. M: van der Star. Jozef JacoJms, zoon van P. J. Schocne en E.' Steenvoorden. Cornev lia Geertruida, en Nicolaas George, d. en z .van J. L. Hoekstra en M. Burg- meyer. Beste- jongens en meisjes, Vol verwachting klopte de laatste dagen menig jongens- en meisjeshart. 't Begon al aardig een beetje te vriet- zen, in sommige plaatsen werden de schaatsen zelfs al gebruikt en uit de briefjes die ik kreeg, bleek wel, dat er ook in ons clubje meerderen zijn, die met verlangen uitzien naar sneeuw en ijs. Nu, ik kan mij dat best indenken, omdat ik er vroeger niet anders over dacht. Als men wat ouder wordt, be kijkt men de dingen echter meer van den anderen kant en denkt men, als het begint fte winteren onwillekeurig meer aan de zorgen, die voor heel wat menschen aan den winter verbonden Zijn. Die zorgen, jongelui, kunnen feeel zwaar drukken als er weinig verdiend wordt dn als de kachel zoo hard moet branden en men vaak niet weet hoe van den eenen dag in den anderen te komen. Door dit te zeg^n bedoel ik natuur lek niet, dat onze jongens en meisjes niet van den winter zouden mogen ge nieten, De winter is ook een gave van ,God, die niet gemist kan worden. En er staat ook ip. den Bjjbel, dat men zich in zijne jeugd mag verblijden, mits maar steeds bedacht wordt ja, dat vul ik niet verder in. Jullie moet me maar eens schrijven of je weet wat ik bedoel en waar dat in den Bijbel te lezen staat. Hier volgt nu eerst de correspon- identiel: „De Germaan", Leiden. Ik kan best begrijpen als jongens naar een dik pak sneeuw verlangen. Maar ik hoop toch niet dat je wensch vervuld wordt. „Dirk III", Leiden. Neen, ik had al al een heelen tijd gemist. Doe jei nu weer geregeld mee? Dat kan wel mooi worden op dieen ouderavond. Op wel ken school ga je? „Wilgenkatje", Leiden. Nee, ik heb hem niet gezien. En ben je nogal vol moed voor St. Nicolaas? Ik zou zeg gen, je hebt evenveel kans als ieder ander. „Zangeresje"^ Leiden. Ja, de avonden beginnen nu lang te worden. Hoe gaat eht nu met je ontsteking? Natuurlijk, ik zie 't liefst, dat je elke week schrijft „Moeders meisje", Noord wijk. En is de ouderavond goed geslaagd? Ik hoop dat je nu weer beter bent. De klacht over de bestelling zal ik aan de admi nistratie overbrer gfen. Bosch viooltje'^ Lisse. Ja, 't lijkt er isoms wel op, maar we willen toch maar doorzeitten.Wel gefeliciteerd hoor, met de verjaardag van je zusje. „Waterlelie", Lisse. Verlang je al erg naar den winter, of ben je geen liefhebster van het ijs? Ja, ie moet het maar eens probeer en. 't Is wel jammer, dat het zoo slecht gaat. S. en W., Woubrugge. Dan is daar meer sneeuw gevallen dan hier. Ja, de schoenen en klompen hebben er zeker van te lijden. „Tommy", Leiderdorp. Zoo, heb je al van de sneeuw genoten? Ik heb er hier nieit veel van gemerkt. Ja, van die bloe men is het wel erg iammer. „Pionier", Leiderdorp. Dat vind ik nu eens een goed besluit. Als alle neef jes en nichtjes meer geregeld mee gin gen doen, zou 't heel wat gezelliger zijn. De oplossing van de raadsels is: i. Op den bodem Ider zee vindt men de schoonste paarlen. Onderdeelen: Pond, parel, visscher, bezem, hoorn, decimeter, padden, teer, dons, n. N m b oostzaan vuurwerk ezeilsoor molenaar batavier el 1 e b o o g r e g e n j as Hier ^volgen de nieuwe raadsels: 1. Mijn geheel bestaat uit 53 letters. Een boek is 4. 52. 18. 20. 29. 49. 27. 44. 54. 22 is altijd welkom. Mei. 13. 371. 1. 34. 16. 9. 47. 52, 19 hebben weer mooi geëtaleerd. Voor de 40. 15. 43. 23. 39 is hfet nu een drukke tjjd. Iedere winkelier zoekt 1. 41. 21. 12. 5. 53. 36 te trekken. Daarom geven velen mooie 14. 42. 32. 3a 24. 25. 26. Meit de Sint ziet men overal 40. 16. 28. 45. 50 gezichten. Een 8. 3. 2;. 46. 30. 10. 35. 52 geeft men ter herinnering. Natuurlijk koopt ge alleen bij' hen, die tel onze 14. ,2. 6. 48. 17. 38. II ad verteeren. 63- 3. BW 51 zün medeklinkers. 2. Mijn geheel bestaat uit 37 letters Een 21. 28. 11. p. 35. 8. 25. 3 is eiën verrassing. Een 11. 5. 19 ontvangt men graag. 17. 36. 37. 10. is 4. 36. 16. 29. De 9. 2. 34. 26 logeert in alle 1. 23. 34- 18. 24. 15. 31. Een poppenmoeder heeft graag een 22. 30. 6. 13. 25. 14. 5. 28. 7. 33 kinderen krijgen niets. 20. 12. 17 en arm viert feest. 27. ik een o, 32 een e. iVele groeten, OOM FELlX. TOCH EE^ PRETTIGE VAC AN TIE. door Francina. Dien avond, toen Herman reeds in bed lag, zaten rader en moeder nog in de huiskamer en spraken over hu» jongen. Moeder had gezegd: „Ik vind het heel goed, dat Jan van Buren in Her mans plaats naar zee gaat, want Jan heeft het hard noodig en onze jongen is gezond, maar 'k zou toch wel iets willen bedenken, om Herman óók een [prettige vacantie te bezorgen, want het is toch wei naar voor hem, dat hij altijd zoo alleen is''. Vader dacht even na. „Wel", zei hij toen, „daar weet ik wel raad op. We schrijven aan een van de jongens op ons dorp, of hij hier de vacantie door wil komen bren gen. Zoon jongen doet dat dolgraag en Herman heeft gezelschap. En, we kunnen 't ze wel gezellig maken ook. Daar is hier in de stad heel veel te zien. Als jjj veel met ze uitgaat en ik ook eens een keer, dan kunnen die jongens zich best vermaken. Maar wie zal ik vragen?" „O, dat weet ik wel", antwoordde moeder. „Roel Martens, dat was zijn beste vriend. En weet je, wat we dan doen? We zeggen er niets van aan Her man, dan is de verrassing als Roel hier is des te grooter. „Dat is een idee", lachte vader. „Ik ga dadelijk schrijven. Tegen wanneer zal ik Roel vragen?" „Schrijf maar, dat wij hem a.s. Dins dag verwachten", antwoordde moeder, „dan kan ik 's Maandags eerst alles in orde brengen. En zet er dan bij, dat hij nieit gebracht behoefde te worden: als zij schrijven met welken trein Roel komt, zullen Wjj wel zorgen aan het sta tion te zijn. Dat kan be3t". Vader schreef nu den brief en bracht hem daarna ook nog naar de post. „An ders hebben wij geen antwoord meer voor Dinsdag", zeide hij. HOOFDSTUK VII. Afscheid enwelkom. 't Was Maandagmorgen en mevrouw van Dalen was druk in de weer. Her man had ze uitgestuurd om boodschap pen te doen en hem gelijk gezegd, maar een poosje «in heit dichtstbijzijnde park te blijven, dan zou zij, als hji terug kwam klaar zijn met haar werk, en dan konden ze misschieij vanmiddag samen wel uitgaan. De eerste post reeds had haar een brief gebracht, waarin de vader van Roel Martens schreef, dat 'Paul1 heel erg graag zou komen en dat hp met den.trein van elf uur zou aankomen. Een glimlach was er over moeder's gelaat gegaan, toen zij dit had gelezen. Nu had zij haar plannetje- h-ealemaal voor elkaar, nu behoefde Herman niets te weten voor hij zijn vriendje uit den trein zag stappen. Om tien minuten voor elf uur ging de trein, waarmee Jan van Buren zou vertrekken. Nu wilde moeder «iet Herman naar, het station gaan en tegen hem zeggen, dat zij dat deed om Jan nog even goe dendag te zeggen, en als zij dat gedaan had, dan konden zp gelijk naar het an dere perron gaan, waar de trein voor kwam waarmee Roel aankwam. Nu was moeder druk in de weer om de logeeerkamer in orde te brengen. (Herman's kamertje was te klein om Roel daar bij hem te doen slapen. En toch moesten de twee jongens samen zijn, dat was het aardigst». Daarom had moeder besloten ze heiden op de lo geerkamer te doen slapen. Daar stond eén ledikant en dan wüde moeder Dins dagmorgen met vader gauw even Her mans ledikant daarheen dragen, en dan was alles in orde. Voor dat Herman te rug was, had moeder de logeerkamer geheel klaar. Met een tevreden glim lach keek ze om zich heen. Toen ging ze naar beneden, nadat ze eerst zorgvuldig de deur had gesloten. "Den volgenden morgen, toen vader, thuiskwam om te ontbijten, zei moeder, terwijl ze vader een knipoogje gaf: „Toe Herman, loop jij nog eerst even naar den kruidenier en baal mij wa.t suiker. Als je dan terugkomt gaan wij eten". Nauwelijks was Herman de deur uit, of vader en moeder droegen vlug Her man's ledikant naar de logeerkamer. Gauw het bed opgemaakt en de beide kamers op slot. Toen Herman met de suiker, binnen kwam, zaten vader en moeder alsof er niets aan de, hand was, hom aan het ont bijt op te wachten. Heiman wist reeds, dat zij straks naar het station zouden gaan om Jan van. Buren goeden dag te zeggen, en dat vond hij erg prettig. Als men in Herman's hart had kun nen kijken, zou men daar tweeërlei ge dachten gevonden hebben. Hij had geen spijt over hetgeen hij gedaan had, o neen, dat niet, maar tochmaar tochhij dacht toch wel een verven lende vacantie te zullen hebben. 'Toen vader weg was, liet moeder Herman nog een paar boodschappen doen en zei hem, dat hij haar wat heb pen moest, nu zij al zoo vroeg uitgin gen, zoodat Herman er niet aan dacht om naar boven te gaan. Kwart over tien zei moeder _„Nu moe ten we gaan, anders zijn wij niet op tijd aan den trein". Op het perron gekomen,wees Her. man direct juffrouw van Buren en Jan', aan. Jan zag wel mager en witjes, maar zijn gezicht straalde van blijdschap. Toen moeder en Herman bjj hen ge komen waren, zei juffrouw van Buren: „O mevrouw, wat is dat aardig van; u, dat u nog even naar Jan komt zien". „Zeker", lachte mevrouw van Dalen, „wij wilden ons met eigen oogen over tuigen of u goed in den trein komt". Nog even konden de beide moeders rustig met elkander spreken, toen kwam de trein voor. Moeder hielp juffrouw van 'Buren en Jan instappen. Nog even 'n wensch voor Jan's herstel, een hartelijke hand druk, daar werd het sein voor vertrek gegeven en weg ging de trein. Moeder en Herman bleven hem na zien zoolang zij konden, terwijl Jan en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 7