CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Bummer. 8e JAARGANG ZATERDAG 21 NOVEMBER 1925 NUMMER 1676 BUREAUHooigracht 35 fffestfep 1278, Postgiro 58936 LeidencSÖOIï Postbox 20 ABONNEMENTSPRIJS lil Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week .......i 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 DeS.D.A.P en de crisis De leiding van de S.D.A.P. beleeft weer gelukkige dagen. Voor de verkiezingen had zij op de haar eigen bescheiden wijze te kennen gegeven, dat Colijn behoorde te ver dwijnen en na de verkiezingen was zij zoodanig van streek, dat zij beweerde dat aan Minister Colijn een donderend halt was toegeroepen, waarbij echter het ongeluk wilde dat buiten haar nie mand van dat „donderend halt" ook maar iets gehoord had. De leiders van de rechterzijde gin gen kalm hun gang en zij lieten de ver bolgen Soc. Democraten, die er stellig op gerekend hadden, dat zij nu achter de regeeringstafel plaats zouden ne men, rustig praten. Protestmeetings met al den aankle ve van dien, konden aan dit feit niets veranderen. Maar nu, na het November-conflict over 't gezantschap bij den Paus leeft er weer nieuwe hoop in de roode har ten. Opnieuw heet het, dat wat er ook mag gebeuren, minister Colijn in elk geval behoort te verdwijnen en de heer Albarda, de nieuwe leider, is onver moeid in dé weer, om den volke dui delijk te maken, dat nu de SD.A.P. een kans behoort te .krijgen. De argumenten, die in dit verband gebruikt worden zijn in meer dan één opzicht leerzaam. De heer Stenhuis, die dezer dagen met den heer Albarda in een openbare vergadering optrad, kwam er rond voor uit, dat de tijd voor het samen gaan van Katholieken en sociaal-de mocraten nog niet rijp is. En hij kan er over oordeelen. Als vakvereenigingsman komt hij telkens met de leiders van de christe lijke vakbeweging in aanraking. Daar bij gaat het dan louter om vragen van maatschappelijken aard, meestal om kwesties van loon en arbeidsduur, maar toch blijft samenwerking in de practijk nooit mogelijk. Zoodra de Christelijke en de R.K. or ganisaties hunne beginselen laten spre ken, breekt een conflict uit, en blijkt dat hier twee in den grond v ij a n - d i ge machten tegenover elkaar staan Smalend sprak de heer Stenhuis dan ook van de politiek der confessioneele vakbeweging, welke politiek naar hii betoogde, niet herinnerde aan Christus met zijn zacht gelaat, maar aan Judas met zijn verraderlijke grijns. Dat is althans duidelijke taal. De heer Stenhuis beschouwt de man nen van de Christelijke en de R. K- vakbeweging als Judassen, als verra ders, als kapitalisten-knechten, als be schermers van de brandkast en wat niet al. Zoo beschouwt hij ze en zoo worden ze door hem behandeld. Maar nu is dit het merkwaardige, dat de heer Albarda niet het minste bezwaar heeft om met die „judassen" samen te werken en met hen een Ka binet te vormen. En hij lokt en noodt de katholieke democraten om toch haar zijn liefdes verklaringen te luisteren en mee te werken om de socialisten op de minis- terieele kussens te helpen. Doch daarbij blijft het niet De leider van de S.D.A.P. is een man met een ruim hart. Hij wil samenwerking niet alleen met de vrijzinnigmemocnaten en de democratische elementen uit de R. K. Staatspartij, maar hij sluit de geheele R.K fractie aan zijn hart en berekent dat op die wijze een sterke meerder heid van 61 zetels zou zijn te verkrij gen. Er wordt dus niemand uitgesloten. De mannen van de R.K. vakbewe ging zijn welkom, maar ook Dr. No- lens en baron van Wijnbergen, die tot voor kort vanwege zijn z g. conserva tieve gezindheid, met scheldwoorden werd achtervolgd. Als ze slechts be reid zijn met de S.D.A.P. samen te wer ken, dan is de heer Albarda onmiddel lijk bereid om allen zonder uitzonde ring bij'de cfempcraten in te deelen. Natuurlijk moet er dan een program zijn. Dat kan moeilijkheden geven, maar daar valt. over t'e praten. Door overleg is veel te bereiken. En 'n sociaal-democratisch plan behoeft het alvast niet te zijn. De ontwapening wordt al bij voor baat opgeofferd.^ Met stappen in die richting, wat gezien de ervaring in het buitenland met enkele millioenen. misschien zelfs enkele tonnen in orde te maken is, stelt men zich gaarne te vreden. Verder zal de ziekteverzeke ring ingevoerd moeten worden en mis schien de werkloosheidsverzekering. Zoo worden nog enkele punten ge noemd, als b.v. de wettelijke regeling der medezeggenschap, waarvan de er varing met name in Duitschland al heeft geleerd, dat het een leuze is zon der eenigen inhoud. Goed bezien komt de zaak hierop neer, dat de S.D.A.P. zoo ongeveer tot alles bereid is, mits hare voormannen slechts gelegenheid krijgen in een te vormen Kabinet plaats te nemen. Moeten wij dit alles nu beschouwen als een bewijs hoever de S.D.A.P. reeds van haar Marxistischen grondslag is afgeweken? Tot op zekere hoogte ongetwijfeld. Een partij, die zooals in dezen zo mer bij de verkiezingen en nu bij de Kabinetscrisis van hare beginselen zwijgt, kan onmogelijk als beginsel vast worden aangemerkt. Daarmede heeft de S D.A.P. zich zelf geoordeeld. Maar daaruit volgt nog niet. dat zij nu ook als ongevaarlijk zou moeten worden aangemerkt. Al spreekt zij zelf niet meer bij voor keur van hare beginselen, daarom spre ken de revolutionaire, anti-christelijke beginselen nog wel. Dat i^ gebleken in 1918, het blijkt telkens wanneer vraagstukken van principieelen aard aan de orde komen en het z a 1 blijken, wannéér er ooit de kans mocht komen om hare Verderfe lijke beginselen in practijk te brengen. Wij gelooven daarom nog niet, dat het zoet gefluit van den S. D. vogelaar de R. K. Staatspartij in het voorzichtig gespannen net zal lokken En als wij van dit gefluit melding maakten, dan is dat ook meer om wat er in deze dagen in het roode kamp leeft in het licht te stellen, dan omdat wij van meening zouden .zijn dat de socialistische wenschen op dit punt vervuld zouden worden. Daarvoor is de tijd nog niet rijp. Nog niet. Maar dat behoeft nog geen reden te zijn om zooals sommigen schijnen te wénschen. deze hetermogene groe pen op een hoop te drijven. V Het gezantschap. Het „Centrum" vestigt er volkomen terecht de aandacht op, dat wel de Tweede Kamer zich over het gezant schap heeft uitgesproken!, maar dat daarmee het gezantschap bij het Va- ticaan nog niet is opgeheven. „Daartoe, zegt het blad, is de Twee de Kamer niet bevoegd. Alleen de Kóningin stelt gezantschap pen in en heft deze op, Daarom protesteerde in 1915 de Christelijk-Historische Heer Van' Id- singa er met kracht tegen, dat de Re geering met een suppletoirs begroo ting bij de Kamer kwam, vóórdat de Kroon het Gezantschap had ingesteld. Volgens art. 57 der Grondwet, zoo zei- de hij, behoort het Opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen bij de Kroon. ,JHet is dus aan' de Koningin en aan de Konihgin alleen, om te be slissen ff de hier bedoelde missie naai* het Vaticaan zal worden gezonden of niet." Onjuist vond hij het daarom, dat de Regeering vooraf de goedkeu ring der Staten-Generaal vroeg. Zij bracht daardoor, in strijd met de Gr.- wet, de beslissing over van de Kroon naar de Kamer. „Dit is een regeerings- beleid, waarmede ik mij niet kan ver- eenigen" zoo zeide deze christelijk-his- torische afgevaardigde op 9 Juni 1915. Hoe geheel anders handelen zijn geestverwanten thans! De Kroon hand haaft het Gezantschap; de verantwoor delijke Minister verdedigt het; maar zij schrappen de gelden, ervoor benoo- digd, op de begrooting! Wat zou Van Idsinga hiervan ge zegd hebben? Doch hoe dit zij, door dit votum der Tweede Kamer is het Gezantschap niet opgeheven." Deze opmerkingen zijn in theorie ge heel juist. Het opperbestuur der buitenland sche betrekkingen behoort bij de Kroon en wanneer de Kroon een ge zantschap noodig acht en de daarvoor noodige middelen weet te vinden, door b.v. op andere uitgaven van de arti kelen 10 ön 11 van het Ille Hoofdstuk der Staatsbegrooting te bezuinigen, dan is er geen Kamer, die daaraan iets kan veranderen. In de practijk staat de zaak echter een weinig anders. Om te beginnen kan de Kamer de begrooting verwerpen en bovendien kan zij ook een motie aannemen waar in het beleid van de Regeering wordt afgekeurd. En er is geen enkele reden om te ver onderstellen dat bij zulk een stemming de uitslag een andere zou zijn. Immers voor de Chr. Historische Ka merleden althans voorzoover ze nog geen minister zijn geweest, is het vol gens de N e d e r 1. een gewetenszaak en het is duidelijk als de dag. dat de linksche partijen zulk een gelegenheid om af te breken niet voorbij zouden laten gaan. Intusschen is het merkwaardig, dat 'naar wij vernamen van Christelijk His torische zijde op deze bevoegdheid van de Kroon de aandacht werd gevestigd en nog wel met een verwijzing nag.r Lohman's Constitutie, waarin het heet dat de koning door de afstemming van een gezantschapspost rechtens niet verplicht is zich bij een beslissing van de Staten-Generaal neer te leggen, dat hij desondanks een gezant kan aanstellen, die hem wettig vertegen woordigt en dat, indien de koning, bui ten bezwaar van 's Rijks schatkist het gezantschap bij den Pauselijken Stoel wilde herstellen, de Staten-Generaal dit niet kunnen of mog en beletten. Op dié manier zou het dan mogelijk, zijn de bezwaren te ondervangen en verdere samenwerking mogelijk te maken. STADSNIEUWS. Propagandavergadering Chr. Vak beweging. Gisteravond is in het gebouw „Pre diker" de groote propagandavergade ring van den Christelijken Besturen bond gehouden, die bedoeld is als in zet voor den propaganda veldtocht voor de Chr. vakbeweging. De voorzitter, de heer Groten huis, opende de vergadering met ge bed, las Ex. 33:12-19 en heette daarna de aanwezigen welkom, in 't bijzonder de sprekers, de zangeres, mej. Zaalberg die eenige liederen zou zingen, de pia niste mej. Jutte en het muziekgezel schap van den heer Plu. Vervolgens hield de heer Rup- p e r t, penningmeester van het Chr. Nation. Vakverbond, een rede over: „Moedig voorwaarts". Velen zijn van meening, dat de vak beweging, ook de christelijke, over de middaghoogte van haar leven heen is en dat 't met haar nu verder steeds meer achteruit gaat. Bij sommigen is de wensch de vader der gedachte, an deren daarentegen betreuren het, dat de glorietijd voorbij is. Zij, die zoo teleurgesteld en moede loos zijn, knoopen hun beschouwing vast aan een tweetal jaartallen: 1920 en 1925. In 1920 telde het Chr. Nat. Vak verbond 76000 leden* thans slechts 50.000. Ook was, mede in verband daarmede, de materieele positie der arbeiders in 1920 buitengewoon gun stig en thans buitengewoon ongunstig, 'tls gedaan, zoo concludeeren zij, met de positie en den invloed der arbeiders beweging en de reactie viert hoogtij. Toch is het kortzichtigheid op grond van de verschijnselen yan slechts een vijftal jaren een oordeel te vellen over een cultuurbeweging als de Chr. vak beweging, die een taak en een plaats zal hebben zoolang er een maatschap pij is, die ongeveer de structuur heeft van de tegenwoordige. De chr. vakbeweging heeft een roe ping ten opzichte van de rechtspositie van den arbeidersstand in een maat schappij als de huidige. Ook moet men niet meenen, dat wat in 1920 aan arbeidsvoorwaarden kon bereikt worden, enkel en uitsluitend te danken zou zijn aan de vakbeweging ert,wecken hier nog andere factoren. men denke aan de andere waardeering van het geld in 1920 dan thans. Er bestaat, gevaar zoowel voor over schatting van de kracht der vakbewe ging in 1920 als voor onderschatting daarvan in 1925. De vakbeweging be- heerscht niet alle factoren, zij is sleclPs een der factoren, zij het ook een ge wichtige factor. Toen het C.N.V. 1 Juli 1909 werd op gericht, telde de christelijke vakbewe ging 5000 leden; in de 15 jaar die sinds dien verloopen zijn, zijn we vertienvou digd. Ook de waardeerig voor de vak beweging, b.v. bij de predikanten, is in dien tijd geweldig gestegen. God heeft onzen arbeid rijkelijk gezegend. Ook wat de materieele positie der arbeiders betreft, moet men de dingen over een langer periode dan 5 jaa zien Vergelijkt men de arbeidsvoorwaarden van thans met die van een dertigtal jaren geleden, dan is een belangrijke verbetering te constateeren, hetgeen spr. met eenige voorbeelden uit zijn eigen leven illustreert. De chr. vakbeweging is indertijd op gekomen om een dam op te werpen te gen de liberale theorie, dat de arbeid slechts is een factor in den kostprijs van het product, zoodat er geen reke ning mee werd gehouden, dat de ar beider is een schepsel Gods met een on sterfelijke ziel. En waar in onzen tijd een dergelijke liberale beschouwing van den arbeid weer in breede kringen gevonden wordt, zou het dan niet on ze plicht zijn, ook thans de chr. vak beweging te steunen en te versterken? Daarom, zegt spr., alle moedeloosheid weg uit onzen kring en met Gods hulp moedig voorwaarts. Tweede spreker was de heer Kan- negieter, secretaris van den Chr. Bond van arbeiders in de voedings- en genotmiddelenbedrijven, die tot onder werp had: „Er op uit". Spr. schetste de verschillende be zwaren en moeilijkheden, die aan den propaganda-arbeid verbonden zijn, doch al rijzen de moeilijkheden bergen- hoog op, we moeten er toch op uit in de -kracht van ons heilig beginsel en dan zullen we overwinnen. 'tGaat niet meer zoo makkelijk als in den tijd der hoogconjunctuur, toén de menschen zich bij „bosjes" kwamen aanmelden bij de vakorganisaties, he laas dikwijls uit materieële motieven. De tijdsomstandigheden zijn gansch veranderd. We moeten de menschen wijzen op de groote en gewichtige vragen, die in onze maatschappij brandend zijn, men denke b.v. aan de bindendverklaring van het collectief arbeidscontract. In de nieuwe maatschappelijke verhou dingen, die komende zijn, moet de chr. vakbeweging paraat zijn. Eerst moet in onzen eigen kring het heilige vuur en de oude geestdrift weerkeeren, dan pas zullen we de bui tenstaanders kunnen winnen. Het allernoodzakelijkst werk in de komende maanden zal zijn: het huis bezoek, het praten van man tegen man. Wie zijn plicht ih dezen verstaat, zal ervaren, dat huisbezoek toch wel een aangenaam werk is en dat het, wan neer het volhardend geschiedt, rijke vruchten zal dragen. 't Is toch njet zoo moeilijk, vde onge organiseerden duidelijk te maken wat door de vakbeweging bereikt is, en ook niet, tegenover den socialistischen zang: „Begeerte heeft ons aangeraakt", te stellen het woord van Christus: „zoekt eerst het Koninkrijk Gods", strijdt voor recht en gerechtigheid, ook in het maatschappelijke leven. De grootsch opgezette propaganda campagne van het C.N.V. moet haar weerslag vinden in de besturenbonden, die dat huisbezoek nader moeten orga- niseeren. Het is daarbij van groote beteekenis, dat we de adressen hebben van de on georganiseerde collega's, laat men die opgeven aan den secretaris der vak- vereeniging. En verder werke men sy stematisch, dan zal men verbaasd staan over de resultaten, die bereikt worden. Het slotwoord werd gesproken door Ds. W. Bouwman. Spr. begon met op te merken, dat al hebben de Gereformeerde dominees weinig tijd om naar de vergaderingen der christelijke arbeiders te gaan, er bij de Gereformeerden wel belangstel ling bestaat voor de Christelijke vak beweging, geljjk blijkt uit het besluit der Generale Synode, die met nadruk heeft uitgesproken, dat de christelijke arbeiders hun plaat9 behooren in ie ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22Vi cent Ingezonden Mede deelingen, dubbel tarieL Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling ▼an ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent Binnenland. Mr. Limburg Kabinetsformateur? Buitenland. Koningin Alexandra, de moeder van den Engelschen koning, is gistermid dag overleden. De aanvaarding van het Verdrag van Locarno door den Dnitschen Rijks dag is zoo goed als zeker. De Duitsche regering is voornemens na 1 December en fcloe af te treden. Ludendorff veroordeelt Eindenbnrg's houding ten aanzien van Locarno Een scherpe aanval op Mnssclini in den Duitschen Rijksdag. ■FflIUHaiMi nemen in de christelijke vakorganisa ties en dat op deze zaak ook bij het huisbezoek moet gelet worden. Tegenover de chr. organisaties stel len zich de socialistisch, die de men schen verdoelen in tweeërlei' soort: arbeiders en kapitalisten. Maar de tijd zal komen, dat de klas setegenstelling zal plaats maken voor een andere. Dan» zal het zijn zooals in het boek der Openbaring geschreven staat, dan zal komen de groote boycot van hen, die niet het teeken van het beest dra gen. Daarom is het met het oog op de toekomst noodzakelijk, dat de Chr. ar beiders reeds nu zorgen aan de goede zijde der scheidslijn te staan. Wij al len hebben de roeping van God gekre gen om schouder aan schouder te staan en elkaar te sterken in den strijd, die nu reeds bang kan zijn, maar dit nog veel meer zal worden, naarmate de toekomst van Christus naderbij komt. De samenkomst was flink bezocht en werd opgeluisterd door het muziekge zelschap van #den heer Plu, alsmede door Mej. Zaalberg, die eenige liederen zong, waaronder het altijd weer mooie „Hemelhuis." De Middenstand en het maatschap- pelijk vraagstuk. Op utnoodiging van de plaatselijke afdeeling van de Chr. Ver v. d. Han- deldrijvenden en Industrieelen Mid denstand heeft gisteravond Ds G. W. Vunderink van Haarlem in de groote Nutszaal een lezing gehouden over: bovenstaand onderwerp. De voorzitter van de afdeeling, de heer J. v. d. Steen opende de vergade ring met het lezen van Psalm 119:1 8 en gebed. Na de, niet zeer talrijke, aanwezigen te hebben verwelkomd en in het bijzonder Ds. Beekenkamp wet houder Meynen en eenige kerkeraads- leden, gaf spr. het woord aan Ds. Vun derink. Het is een feit, aldus spr. dat andere standen zich betreffende hun houding tegenover het maatschappelijk vraag stuk beter hebben beraden dan de mid denstand. Toch is het hoog tijd, om dit te doen want de tijd is voor den mddenstand zeer moeilijk geworden. De winkels worden steeds mooier, - en in het bijzijn van de klanten staan de gezichten wel vriendelijk maar achter de mooie winkels vinden we huiskamers en kantoren vol zorgen. Van alle kanten wordt een neiging gevoeld die den middenstand wil weg- hebben. Er wordt gevraagd om een prijsbepaling van regeeringswegemen wil den handeldrijvenden middenstand eenvoudig uitschakelen. Van socialis tische zijde wordt aangedrongen op so cialisatie, op een geheel overnemen van de bedrijfsleiding. En anderzijds is het t grootbedrijf, dat zich van den middenstand geheel onafhankelijk maakt, en medewerkt om "den afstand tusschen producent en consument te verkleinen. Zeker er zijn ambtenaren, wier in komsten zijn gedaald. Maar voor hen wordt gezorgd. Door het verzekeren van pensioenen en wachtgeldèn Maar wie helpt den middenstander, den ge failleerde, den kerel die ploeterend en werkend van den morgen tot den a- vond, gevoelt dat hij zijn schip toch niet in veilige haven kan brengen. En, kan de groot-industrie wanneer eventueel de zaken misloopen, schier overal elders een afzetgebied zoeken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1