NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG
11 NOVEMBER 1925
gezonde passagiers te suggereeren, dat
zq ook katterig zijn.
Over h et congresvraagstuk en de ka
daverdiscipline jegens de Executieve
schrjjft d e redactie nog
Een congres? Natuurlijk moet de par
tij weer een congres hebben. Maar op
•dit moment ware dit dolzinnig. Wat
wil men daarmede bereiken? De partij
een andere leiding geven? Welke? Die
genen, die tegenover de K.I. en de
(partij verklaard hebben, dat de be
sluiten van de E.K.K.I. niet te kunnen
uitvoeren, kunnen daarvoor niet in aan
merking komen. En degenen, die het
;wel wilden en willen, vormen thans
reeds het P.B. Men zou gelijk hebben
en zeer zeker op den steun van de K.I.
kunnen rekenen, indien het huidige P.
B. grove fouten t.o.v. de politiek en
taktiek van de K.I. zou hebben ge
maakt. Integendeel, de brief van de
K.L zegt nadrukkelijk, dat het huidige
P.B. op den goeden weg is.
Niet uit hoofde van kameradie en
aanhankelijkheid aan personen, maar
op politieke gronden zou een spoed-
congres slechte zin hebben.
Een congres kan alleen in overleg
met de E.K.K.I. worden gehouden. En
(lit zal ook geschieden.
Maar dit congres zal geen herhaling
van ons laatste congres worden. Wij
imoeten verder; de zaken die al een
maal beslist en afgedaan zijn, moeten
tniet uit den treure worden herkauwd.
Het eerstkomende congres moet onze
partjj een ilinken stap vooruit brengen
op den weg naar de bolsjewiseering.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
l Vergadering van r('c.
VoorzitterJhr. Mr. Ch. Ruys de Bee-
renbroupk.
i Stemming.
Aan de orde is de stemming over het
amendement van de hoeren Oud en
ÏDuys betreffende de conclusie van het
verslag der commissie, inzake de inlich
tingen op het adres van E. G. Wentink
te Alkmaar, over welk amendement in
de vorige vergadering de stemmen heb
ben gestaakt.
Het amendement wordt aangenomen
met 47 beg en 34 stemmen. Voor de
linkerzijde en de heeren Rutgers van
Rozenburg, Moller, Artz, Lingbeek, Ver
aart, Lovink en Zandt.
Regeling van werkzaamheden
De VOORZITTER stelt voor aan de
lorde te stellen na Hoofdstuk 3 der
Staatsbegrocting te behandelen in de
avondvergadering Hoofdstuk 6 (Marine)
De heer DKESSELHUYS (V. B.)
(moet zich tegen dit voorstel ernstig ver
betten. In hoofdstuk 6 z-it de principi-
leele kwestie van de spliteing der Ma-
irine en het is noodig, dat de Kamer,
|de pers en het publiek de argumenten
[van den minister rustig kunnen over-
iwegen.
bpr. stelt voor de Marinebegrooting
jniet tQ behandelen voor 1 December.
De DOORZIT PER zegt, dat tot nu toe
alleen eindverslag is uitgebracht over
Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 6. Hoofdstuk
3 zal vermoedelijk slechts anderhalven
avond in beslag nemen. Als Donderdag
dus Hoofdstuk 3 is afgenandeld,: dan
Idient met iéts anders te wórden voort
gegaan. (Geroep: Dan kan de Kamer
inaaf huis gaan).
De heer NOLENS (R. K.) begrijpt
het standpunt vaii den Voorzitter. Maar
indien werkelijk inlichtingen ontbre-
[ken, waarop djs Kamer prjjs stelt, dan
is het beter, dat zoolang met de be
handeling wordt gewacht, totdat die in
lichtingen verschaft zijn. anders krij
gen wij een verwarde discussie.
De heer DRESSELHUYS (V. B.)
heeft er geen bezwaar tegen om van
eenig uitstel te spreken, wanneer de
Kamer daaraan den wensch verbindt,
dat de Marine-begrooting niet zal wor
den behandeld, voordat de toegezegde
inlichtingen zullen zijn verstrekt.
De heer MARCHANT (V. D.) meent,
dat er geen bezwaar bestaat tegen da
delijke behandeling der Marinepegroo-
ting, indien alles, wat de splitsing be
treft, daarbij ter zijde wordt gelaten.
De heer DUYMAER VAN TWIST
<A. R.) wil weten, of de Minister be
reid is alle wijzigingen, die op de split
sing betrekking hebben, uit de Marine-
jbegrooting te lichten. Spr. geeft dus in
loverweging met de stemming tot mor
gen te wachten.
De VOORZITTER meent, dat er voor
het denkbeeld van den heer Duymaer
van Twist wel iets te zeggen is. Spr.
zal morgen mededeelen, tot welke con
clusie h\j is gekomen, doch deelt thans
reeds mede, dat, indien besloten wordt
Donderdagavond de Marinebegrooting
niet te behandelen, hjj zal voorstellen
Donderdagavond in avondvergadering
ide behanaeling van de algemeen© be
schouwingen voort te zetten.
De Staatsbegrooting.
Algemeene beschouwingen.
Voortgezet worden de algemeene be
schouwingen, over de staatsbegrooting
voor 1926.
De heer RUTGERS v. ROZENBURG
1 (C. H.) merkt op, dat het eindcijfer van
Ideze begrooting weer ruim een millioen
hooger is dan het vorig jaar. En de
sluitende begrooting is gekregen door
niet alle uitgaven op de begrooting te
brengen, die erop hooren. Was dit ge-
schiep dan zou er een' tekort van ruim
8 millioen geweest zijn. De minister er-
Ikent dit zelf in de M. v. A.
iyoorts wijst spr. op de verhooging
r^an de pensioenlasten en van de annu
ïteiten voor Woningvoorschotten, die sa
men 15 millioen beloopen. Indien de
zuivere scheiding tussclien gewone en
buitengewone uitgaven wordt doorge
trokken, zal het cijfer nog hooger wor
den. Het volgend iaar zal de Minister
slechts Ifcot een sluitende begbooting
kunnen komen zonder belastingverhoo-
ging, indien de bezuiniging wondt door
gevoerd en de middelen op dezelfde
wijze blijven meevallen als tot nu toe
is geschied.
Spr. haalt uit het voorloopig verslag
aan, dat verscheidene leden zich niet*
konden onttrekken aaft den indruk, dat
,de financiëele toestand te ongunstig was
voorgesteld.
Deze leden vergissen zich schrome
lijk. De Minister is niet, zooals die
leden meenden, een zwartkijker, maai*
spr. zou den Minister liever een onver
beterlijk optimist noemen.
Verbetering in den financieelen toe
stand zal men slechte kunnen bereiken
door verhooging van de draagkracht
van het volk, met name door werkver
ruiming, die in hoofdzaak afhangt van
het initiatief van particulieren. Ook de
export moet verhoogd worden. Maar
vooral moeten onze prijzen omlaag. De
loonen in de nationale bedrijven druk
ken op de kosten van internationale
bedrijven.
Bij haar loonpolitiek moet de regee
ring rekening houden met de economi
sche gevolgen voor het infernale leven
In liaar sociale politiek moet de regee
ring zich onthouden van maatregelen,
die de ontplooiing van het bedrijfsle
ven belemmeren. 'Bljjkens de memorie
van antwoord ziet de regeering dat ook
in, waar zij schrijft, dat belastingverla
ging noodzakelijk is.
Van harte juicht spr. het besluit der
regeering toe om een subcommissie te
benoemen uit de commissie voor de eco
nomische politiek, ter bestudeering van
de factoren, die het huidig economisch'
leven ongunstig beïnvloeden.
Omtrent de voorgestelde afschaffing
van de Verdedigingsbelasting II merkt
spr. op, dat wel het leeningfonds een
(overschot heeft, maar dat er een ander
fonds is, het pensioenfonds, dat met
een deficit werkt Spr. zou daarom
willen, dat de Verdedigingsbelasting II
ten deele werd afgeschaft en de rest
gebruikt werd om' het deficit in het
pensioenfonds te dekken.
Spr. haalt vervolgens uit het sociali-
satierapport a.an, dat van de arbeiders
'n hoog gevoel van gemeenschapsplicht
geëischt wordt, en hij Vraagt den heer
Albarda of hjj meent, dat de arbeiders
dit gevoel van gemeenschapsplicht reeds
bezitten. Spr. wijst in dit verband op
de brochure van den heer de Miranda:
,de kip, het ei en het voer, en op eon
uitspraak van Prof. Bönger in de „So
ciale Gids" van November 1024 over
de medezeggenschap, waarin de laatste
betoogt, dat het personeel hei; eigen
belang laat gelden boven het algemeen
belang. Door den klassenstrijd te 'pre
diken schept men geen nieuwe voor
waarden voor den opbouw. Iti plaats
van egoïsme heeft de maatschappij 'be
hoefte aan altruïsme.
De heer VAN GIJN (V. B.) behan
delt de conversie van leeningen, fonds
vorming en de positie van den Minister
van Financiën. Spr. wenscht meer con
tact tusschen dezen en zijn ambtsge-
ten bij de voorbereiding van wetsont
werpen. Met belangstelling ziet spr.
het_ ontwerp-comptabiliteitswet tegemoet
al is sur. van oordeel, dat deze zaak
ook wel door den ministerraad had kun
nen worden geregeld en is van oordeel
dat de Minister van Financiën de schei
ding tusschen gewoon an buitengewoon
niet ver genoeg heeft doorgetrokken, en
ziet in het beleid omtrent de financiën
overeenstemming met dat van een twin
tig, vijf en twintig jaar geleden. Spr.
betwist de juistheid van de door den
minister becijferde besparingen op de
Staatsbegrooting. Wie beweert, dat al
leen door de maatregelen van den Mi
nister de gulden veilig is gesteld, is niet
op de hoogte van de oorzaken van de
Entwertung van het geld; daarvoor zijn
andere oorzaken van veel gecompliceer
der aard..
Voorts oefent spr. critiek op de be
lasting politiek van deze regeering. Da
bezuinigingspolitiek is niet steeds ge
voerd langs groote lijnen, doch door op
heffing en samenvoeging van bureau's
'enz., op welken weg de Minister moge
voortgaan; dan heeft hij het zjjne tot
de algemeene bezuiniging bijgedragen.
De heer HEEMSKERK (A. R.) begint
met eenige prolegomena. Het eerste pro
legomenon betreft het begin van de
rede van den heer Marchant; diens op
vattingen van ridderlijkheid komen in
zijn openbare redevoeringen niet steeds
tot hun recht. Zijn geheele opvatting
omtrent art. 40 was hier niet toelaat
baar, want hij heeft de regeering niet
beoordeeld naar haar eigen opvattingen
maar naar de zijne. Hét was ook een
beminnelijke inconsekwentie van den
heer Marchant, dat hij bij de interpella
tie-Ter Laan niet geëischt heeft een
redintegratie van de ambtenaren-sala
rissen volgens art. 40, maar dat hij een
motie heeft gesteld, waarvan de con
siderans de instemming van de regee
ring had. Een tweede prolegomenon be
treft de kwestie van de belastingvlucht
Spr. zou het ephter zeer onbillijk vin
den hen, die ons land metterwoon ver
laten, de eerste Vijf jaar niet vrij te
stellen. Veeleer zou spr. het omgekeer
de willen en alleen hen willen treffen,
die wegblijven om belasting te ontdui
ken. ii
Een derde prolegomenon betreft de
uitbreiding van de toepassing van de
Arbeidswet Deze mag niet worden af
gewezen met een beroep op de kosten
der arbeidsinspectie. Spr. vraagt, hoe
het hiermede staat. In ae vierde plaats
bepleit spr. intrekking van den stem
plicht.
Spr. komt dan tot het parlementaire
stelsel in verband met den uitslag der
verkiezingen, de oplossing van de cri
sis en de coalitie. De achteruitgang van
de anti-revolutionaire en de hCr. His
torische partij is voor het grootste deel
ten goede gekomen aan de neoron Ling
beek en Kersten. En de S.D. hebben
lang niet alleen siocialistcn gestemd.
De vooruitgang der S. D. is tc danken
aan de leuzen van eenzijdige ontwape
ning on het verzet tegen' do Colrjnsclie
politiek. Dc heer Albarda sprak van
hot succes van Locmmo, maar dat is
niet te danken aan socialisten, maar
aan Baldwin, Briand, Stresemann, Lu
ther en Mussolini. En in Duitschland
verzet zich de uiterste rechterzijde
thans tegen het verdrag van Locarno
Men zou'gedacht hebben, dat de socia
listen direct de regeering zouden heb
ben gesteund, maar zij zijn begonnen
allerlei moeilijkheden aan de regeering
in den weg te leggen. Hetzelfde is
thans het geval in Frankrijk. E11 wat
het verzet betreft tegen de Colijnsche
ipolitiek, hebben de democraten in hoo
ge mate geprofiteerd van het verzet,
dat steeds gewekt wordt door bezuini
ging. De democratische partijen heb
ben echter geen beter plan tot bezui
niging aangegeven. Zij hebben veeleer
reden zich over het succes uit dien
hoofde eenigszins te geneeren.
En nu de oplossing van de crisis.
Het is natuurlijk, dat een regeering
van rechts optrad. Klaarblijkelijk heb
ben toch alle partijen van rechte prijs
gesteld op samenwerking oipi vnedewer
king, ook tot de totetanükoming van dit
kabinet. Dit geldt ook voor de Katho
lieke en Chr. Historische> partij. Maar
dat de heer Galijn prémier is gewor
den, strijdt volgens den heer Alberda
met den volkswil. Maar 'dagbladschrij
vers zijn geen verantwoordelijke advi
seurs. Trouwens een .beroep op don
volkswil is hier principieel uitgesloten.
De meerderheid der kiezers wijst niet
den premier aan; dat is een technisch
politiek werk, dat buiten de functie
van de kieners valt.
Had in 1913 het kabinet op den volks
wil moeten zijn gebaseerd, dan zou spr.
kabinet hebben moeten aanblijven, want
de meerderheid der kiezers stemde toen
nog rechte. De heer Cort van der Lin
den heeft het als premier kunnen
houden wegens den oorlog en omdat hij
was een origineele figuur. Maar mis
was hij in éen ding en dat was juist
zijn beroep op den volkswil. Hii Jtiad
eerder kunnen spreken van eon pro-
videntieele roeping ondanks den volks
wil.
iWat nu den heer Colijn betreft, deze
4 was aangewezen om als premier
'op te treden wegens zijn werk voor
het herstel van het financieel even
wicht, dat moest Worden voortgezet.
Men noemt hem 'van democratische
zijde graag conservatief; maar hij is
toch anti-revolutionair en conserva
tief en anti-revolutionair is niet het
zelfde. Dat weet spr. uit ervaring,
want spr. is vroeger zelf conservatief
en conservatief-liberaal geweest. En
vde anti-revolütionairen zijn er ook niet
zoo opgesteld thans een revolutionai
ren premier te hebben, omdat deze
moet voort gaan met de bezuiniging
en de oppositie van de bezuiniging"
steeds misbruik maakt. Omtrent de lij
nen, die het kabinet wil trekken, zijn
genoegzame aanwijzingen. Zijn er le
den, die meer inlichtingen wenschein
dan de Troonrede bevatte, welnu het
staat hun volkomen vrij, die te vra
gen (gelach-J;
En nu de coalitie. Dat is een steen
des aanstoots vodr de linkerzijde en
altijd beginnen d_e heeren van links
bij de algemeene beschouwingen met
grieven daartegen. Maar men moet
er zich toth over verheugen, als er
een meerderheid is. Valt de rechter
zijde uiteen, dan komt er een poli
tieke wanorde; dan wordt het parle
mentair stelsel geschaad, dan komt
er een zakenkabinet met één katho
liek erin, 2ooals de heer Lingbeek
wil, een zakenkabinet, dat geen za
ken doet. In het belang van het par
lementair stelsel moet men dus eenigs
zins voorzichtig zijn met den wensch,
dat de meerderheid uiteen valt.
De heeren van links ontkennen de
basis van de coalitie. Zeker zijn er
verschillen in de partijen van rechts,
anders was het geen coalitie. Maar
was zij er niet, zouden dan de spe
ciale verlangens der partijen bevre
digd worden? Op ae Christelijke
grondslagen van ons volksleven is
overigens nog een zeer ruim terrein
te vinden voor gemeenschappelijke sa
menwerking. Spr. venvacht weder her
haaldelijk op principieele punten de
partijen der linkerzijde tegenover de
rechterzijde te vinden. Hi^ wijst op de
ontkenning van 'de grondslagen van
het strafrecht, op de miskenning van
het verzoenend karakter der sociale
wetgeving en op de moeite, die de
liberalen hebben om de vrijheid van
onderwijs te erkennen. Men heeft hier
te doen met een residu van de Fran-
sche revolutie. En nu 'is daarbij' een
residu gekomen van de Russische re
volutie, gebaseerd op de ontkenning,
van God en dat door de gansche we
reld werkt. Het is de plicht van allen,
die vasthouden aan het behoud, van de
Christelijke religie, zich daartegen te
verzetten.
De heer- Albarda is geëindigd met
een apothose van het socialisme. Als
de Staat de gansche productie en dis
tributie tot zich zal hebben getrok
ken, zal de heilstaat zijn bereikt. Spr.
wil aannemen, dat dit langs anderen
weg dan in Rusland zal kunnen ge
schieden. Maar dat dit een „blijde
wereld'zal zijn, is een pure chimère
want daarbij is niet rekening gehou
den met de zonde, de noodzakelijkheid
van verlossing door Christus en met
de behoefte aan eenige vrijheid tegen
over den Staat, die niet alles mag
opslokken. Maar het. bewijst, dat het
geloofselement ook bij' den heer 'Al
barda niet ontbreekt. In zijn maat
schappij zouden echter ook de tegen
stellingen niet ontbreken.
Ook wanneer men de coalitie ver
vangt door de scheiding tusschen de
mocraten en conservatieven houdt men
een tegenstelling. En tevens boteekent
dit den zelfmoord der rechtsche par
tijen. Aan dien zelfmoord wenscht spr.
niet mede te werken. Merkwaardig
was de heer Dresselhuys, die slechts
twee richtingen erkende: het liberalis-
ïne en het staatssocialisme en vol
gens wien het geloofsbeginsel geen
steun gaf voor het gezag. Volgens
den heer Dresselhuys zijn er dus
slechts twee politieke beginselen.
De heer DRESSELHUYS (V. B.j
De heer HEEMSKERK: U sprak
economische.
alleen van politieke beginselen.
De heer DRESSELHUYS: Ik had
te voren gesproken van economi
sche beginselen.
De heer HEEMSKERK: De heer
Dresselhuys heeft ontkend dat er an
dere politieke beginselen waren.
De heer DRESSELHUYS: nonsens.
De heer HEEMSKERK: Die in
terruptie is niet toelaatbaar. Spr. be
toogt dan. dat de liberalen langen tijd
niet het beginsel van den rechtsstaat,
maar van de Staatssouvereiniteit heb
ben gehuldigd. Kappeyne sprak zelfs
van de minderheid als van de vbieg
die de zalf bederft. Spr. stelt hier
tegenover de anti-revolutionaire begin
selen. volgens welke de Maatschappij1,
de Kerk en de Overheid naar de or
deningen van God zijh opgebouwd,
ieder met eigen bevoegdheden, en.
volgens welke oorsprong van het recht
van God komt. Deze beginselen geven
waarborg tegen Staatssouvereiniteit,
Staatssocialisme en liberalisme, waar
borg ook voor geloofsvrijheid.
Aan het optreden van mannen als
ds. Kersten en Lingbeek, die de co
alitie willen afbreken, is zeker ge
vaar verbonden. Afbreken is gemak
kelijker dan opbouwen. Maar als „het
manend geweten" der protestanten,
zooals de heer Albarda hen noemde,
kan spr. hen niet erkennen. Als zij
meenen, dat onze christelijke politiek
niet de juiste is, dan beschouwen wij
hen li iet als het manend geweten,
maar dan zijn we van ander gevoe
len. Niet zijl die de meest krasse maat
regelen voorstaan, voeren de juiste
christelijke politiek. Men moet reke
ning houden met het verschil tusschen
Staat en Kerk. De conclusie van de
rede van den heer Lingbeek was vrij!
mager; zij' was het bewijs, dat zijn
werk zuiver destruuctief en afbrekend
is. De wensch om de openbare school
in den zin van een bepaalde kerk
te krijgen, is thans platonisch en on-
schaeldijk. Spr. betwist dat de Vrijó
Universiteit en de Katholieke Univer
siteit sectarisch zijn. Tegenover den
heer Lingbeek betoogt spr. voorts dat
de Overheid vrijheid moet laten in
geloofszaken. Wel hebben de Gere
formeerden in een tijd van verdruk
king de Katholieke stelling overge
nomen, dat de Overheid de ware Kerk
moet steunen en de valsche Kerk be
strijden. maar Willem de Zwij'ger,
heeft de geloofsvrijheid verdedigd.
De heer VAN RAPPARD (V. BL
wijdt eenige aandacht aan de zin
snede in ae Troonrede, die in hauw
verband staat met den landbouw. De
oplossing van de Kabinetscrisis heeft
in landbouwkringen teleurstelling ge
wekt. Spr. persoonlijk had liefst een
afzonderlijk landbouwdepartement ge
wild. De landbouw, een der belang
rijkste bronnen van volkswelvaart, had
een afzonderlijk Departement behoefd.
Spr. wil echter aannemen, dat de fi-
nancieele omstandigheden dat niet toe
laten. Maar waarom dan landbouw
niet bij handel en nijverheid De land-
gevoegd bij binnenlandsche zaken, en
bouw draagt geen administratief maar
een techniscn-economisch karakter.
Evenals de industrie is hij1 op export
aangewezen.
De landbouw spr. constateert het
met alle vrijmoedigheid is stief
moederlijk bedeeld. En dit wijt men
in landbouwkringen aan de samen
voeging met Binnenlandsche Zaken'.
Toen Minister Colijh met de formatie
was "belast, liep het gerucht dat on
derwijs zou worden gevoegd bij' 'bin
nenlandsche zaken en landbouw bij1
handel en nijverheid. Spr. vraagt of
dit gerucht juist is en of niet binnen
landsche zaken met arbeid had kun
nen zijn gecombineerd.
De heer L\ DE VISSER (O. PL
verzoekt zijn rede morgen te mogen'
aanvangen met het oog op het late
uur in verband met de avondverga
dering.
De VOORZITTER schorst te 4.55
de vergadering tot 's avonds 8 uur.
GEMENGD NIEUWS.
S c h a n d e 1 ij;k e s a b o t a g e. In
een bouwkeet staande op eeai bouw
terrein in de Pythagorasstraat te Am
sterdam-Oost heeft zich een ergerlijk
geval van sabotage voorgedaan. Daar
heeft men ingebroken en verschillen
de bussen met standverf, Japanlak, en
kleurenverf leeg laten loopen. Een
voorraad van 300 kilo wera over den
grond en over een schrijftafel ge-
rooid. De schade wordt geschat op
500. De politie heeft de zaak in
ondetzoek.
Het recht van een vader.
De oude vraag ot overwegingen van
liefde en medelijden het benemen van
het leven vergoelijken, wordt thanc
in den staat Colorado voor het ge
recht behandeld.
Er staat een gezien medicus, dr. Ha
rold Blazer, terecht, die bekent zijn
dochter, die zonder armen en beenen
geboren werd en doof, stom en imbe-
ciel was, door toediening van chloro
form te hebben ^gedood.
Hij had zijn mismaakte dochter 32
jaar lang liefderijk opgepast tot de
zwakheden van den ouden dag bij hem
de vrees wekten, dat hij zou sterven
en dat zijn kind hulpeloos zou achter
blijven. De eenige uitweg was volgens
dr. Blazer, dat hij zichzelf en zijn doch
ter het leven benam. Hij diende zijn
dochter en. zichzelf chloroform toe;
de dochter stierf, doch hij 'herstelde
Een eigenaardige Noord
pool reiziger. De „Daily Ex
press" vertelt van een eigenaardige
geschiedenis over de Noordpool-ex-
garsson.
Deze schijnt tiidefis de expedi
tie door grootheidswaanzin bevangen
te zijn, immers hij heeft getracht de
andere deelnemers te overtuigen, dat
hif' aanspraak, kan maken op het ko;
schap over IJsland, daar hij af
stamt van de oude IJslandsche ko
ningen.
Zijn Engelsche tochtgenooten wa
ren daardoor eenigszins geschrokken
en vreesden voor bun veiligheid. Zij
besloten daarom Algarsson at te zet
ten en hebben de leiding overgedra
gen aan den zee-officier Worselcy, die
als tweede officier aan twee expedi
ties van Shackleton heeft deelgeno
men.
Tramongeval. Te Madrid
zijn 43 personen gewond o.w. 8 ernstig,
bij een botsing tusschen twee tram
wagens.
Toen een der wagens een heuvel
afreed, weigerde een rem, waardoor
de botsing plaats vond.
Handel in verdoovende mid
delen. De politie te Bferlijln is ge
durende eenige dagen krachtig op-
fetreden tegen den clandestiemen ver-
oop van cocaïne, morphine en an
dere verdoovende middelen.
Zij is erin geslaagd een aantal apo
thekers te ontdekken, die tegen de De-
staande wetten deze middelen verkoo-
pen, alsmede de adressen van zes
artsen, die in strijd met de bepalingen
der voorschriften cocaïne hadden voor
geschreven.
RECHTZAKEN.
u('■ui'1
HAAGSCHE RECHTBANK.
Inbraken te Voorburg, Oegstgeest
Voorschoten en Wassenaar.
Gisteren hebben terecht gestaan! jLL
van E., schilder zonder vaste woon
plaats, recidivist en gedetineerd en P.
iT., koopman in Den Haag, gedeti
neerd, wegens verschillende inbraken
Beide bekl. bekenden volledig.
In de maand Augustus van dit jaar
hebben zij ingebroken, allereerst in
het perceel Achterweg 232 te Voor
burg. Bekl. waren 'dit perceel bin
nengekomen door door een tuimel
raam te klimmen. .Vervolgens hebben
zij een bezoek gebracht aan het per
ceel Leidschestraatweg 12 onder Oegst
geest. Hier klommen zij; eerst ovet
een poort, braken daarna een ruit van
het perceel en klommen toen de wo
ning binnen. Een derde inbraak is ge
pleegd in het perceel Papelaan 11
te Voorschoten. Tot dit perceel wisten
bekl. zich toegang te verschaffen n#
eerst met een beitel een slot van een
deur te hebben weggestoken. Ten
slotte hebben bekl. nog ingebroken
in het perceel Lange Kerkendam
te Wassenaar. In dit geval hadden
bekl. de scharnieren van een deur
van dit perceel losgemaakt om ver
volgens de deur int te lichten.
Alle vier inbraken werden gepleegd
terwijl de bewoners van de genoemde
perceelen afwezig waren. Bekl. hebben
bij alle inbraken een zeer groot aan
tal goederen ontvreemd, tw. tafelzilver
sieraden, onder- en bovenkleederen,
costumes, mantels, jassen, linnen- en
.tafelgoed, bedddegoed, rijjwieden, huis
houdelijke artikelen enz.,' te veel otfl
alles gespecificeerd op te-noemen. Tea
zitting was een groot deel der ont
vreemde goederen als osvertuigings-
stukken aanwezig.
Het O.M., waargenomen door mil.
Enger, wees er op, dat het de aan
dacht had getrokken, dat, terwijl de
inbraken in de residentie verminder
den, het aantal inbraken in de bui
tenplaatsen van het arrondissement
toenam. Men kreeg den indruk, dat
de Haagsche inbrekers bezig waren
thans daar hun slag te slaan. Spr. wil
de in het openbaar een woord van
hulde brengen aan den brigadier-re
chercheur Boekholt en de recher
cheurs Bruinoogen, Engel en Eckhart
voor het door hen in deze zaak ver
richte werk; waardoor deze bekl. ge
arresteerd konden worden. Spr. achtte
deze bekl. zeer gevaarlijke personen,
speciaal de eerste, die reeds voor ern
stige feiten is veroordeeld. In verband
met een en ander eischte 'spr. tegiein
de bekl. onderscheidenlijk: 6 en 5 jaiai
gevangenisstraf.
De verdediger der beklaagden pleit
te clementie, speciaal voor den twee
den bekl., die nog een gunstig ver
leden heeft.
De los werkman A'. D. uit Den
Haag, recidivist gedetineerd uit an
deren hoofde, stond terecht wegens
heling. Hij heeft van bekl. E. uit
de vorige zaak een zilveren horloge
gekocht voor f2, terwijl hij' begreep,
'dat dit horloge gestolen was_. Voorts
heeft hij eenige gestolen tafelzilver
beleend. Voor zijn moeite heeft hij
toen een belconing gekregen.
Eisch 1 jaar gevangenisstraf.
De voerman F. K. uit Den Haag
recidivist en gedetineerd, had zich
eveneens te verantwoorden wegens he
ling. Hij heeft voor de bekl. uit dl
eerste zaak een rijViel verkocht, ter
wijl hij' wel vermoedde, dat dit doo
diefstal was verkregen. Voor zijn
moeite heeft hij'f2 gekregen.
Eisch 1 jaar en 6 maanden gevan
genisstrat met aftrek der preven
tieve hechtenis.
Principieele Diens weigering.
Voor den Bosschen Krijgsraad s'.ond
gister terecht Th. D. SchAper zoon.
van het Kamerlid, terzake van prin
cipieele dienstweigering. De auditeur
militair eischte onder aanneming van
verzachtende omstandigheden 7 maan
den. Tegen drie andere beklaagden
werd de gewone straf van 10 maanden
geëischt.