NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 11 NOVEMBER 1925 gezonde passagiers te suggereeren, dat zq ook katterig zijn. Over h et congresvraagstuk en de ka daverdiscipline jegens de Executieve schrjjft d e redactie nog Een congres? Natuurlijk moet de par tij weer een congres hebben. Maar op •dit moment ware dit dolzinnig. Wat wil men daarmede bereiken? De partij een andere leiding geven? Welke? Die genen, die tegenover de K.I. en de (partij verklaard hebben, dat de be sluiten van de E.K.K.I. niet te kunnen uitvoeren, kunnen daarvoor niet in aan merking komen. En degenen, die het ;wel wilden en willen, vormen thans reeds het P.B. Men zou gelijk hebben en zeer zeker op den steun van de K.I. kunnen rekenen, indien het huidige P. B. grove fouten t.o.v. de politiek en taktiek van de K.I. zou hebben ge maakt. Integendeel, de brief van de K.L zegt nadrukkelijk, dat het huidige P.B. op den goeden weg is. Niet uit hoofde van kameradie en aanhankelijkheid aan personen, maar op politieke gronden zou een spoed- congres slechte zin hebben. Een congres kan alleen in overleg met de E.K.K.I. worden gehouden. En (lit zal ook geschieden. Maar dit congres zal geen herhaling van ons laatste congres worden. Wij imoeten verder; de zaken die al een maal beslist en afgedaan zijn, moeten tniet uit den treure worden herkauwd. Het eerstkomende congres moet onze partjj een ilinken stap vooruit brengen op den weg naar de bolsjewiseering. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. l Vergadering van r('c. VoorzitterJhr. Mr. Ch. Ruys de Bee- renbroupk. i Stemming. Aan de orde is de stemming over het amendement van de hoeren Oud en ÏDuys betreffende de conclusie van het verslag der commissie, inzake de inlich tingen op het adres van E. G. Wentink te Alkmaar, over welk amendement in de vorige vergadering de stemmen heb ben gestaakt. Het amendement wordt aangenomen met 47 beg en 34 stemmen. Voor de linkerzijde en de heeren Rutgers van Rozenburg, Moller, Artz, Lingbeek, Ver aart, Lovink en Zandt. Regeling van werkzaamheden De VOORZITTER stelt voor aan de lorde te stellen na Hoofdstuk 3 der Staatsbegrocting te behandelen in de avondvergadering Hoofdstuk 6 (Marine) De heer DKESSELHUYS (V. B.) (moet zich tegen dit voorstel ernstig ver betten. In hoofdstuk 6 z-it de principi- leele kwestie van de spliteing der Ma- irine en het is noodig, dat de Kamer, |de pers en het publiek de argumenten [van den minister rustig kunnen over- iwegen. bpr. stelt voor de Marinebegrooting jniet tQ behandelen voor 1 December. De DOORZIT PER zegt, dat tot nu toe alleen eindverslag is uitgebracht over Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 6. Hoofdstuk 3 zal vermoedelijk slechts anderhalven avond in beslag nemen. Als Donderdag dus Hoofdstuk 3 is afgenandeld,: dan Idient met iéts anders te wórden voort gegaan. (Geroep: Dan kan de Kamer inaaf huis gaan). De heer NOLENS (R. K.) begrijpt het standpunt vaii den Voorzitter. Maar indien werkelijk inlichtingen ontbre- [ken, waarop djs Kamer prjjs stelt, dan is het beter, dat zoolang met de be handeling wordt gewacht, totdat die in lichtingen verschaft zijn. anders krij gen wij een verwarde discussie. De heer DRESSELHUYS (V. B.) heeft er geen bezwaar tegen om van eenig uitstel te spreken, wanneer de Kamer daaraan den wensch verbindt, dat de Marine-begrooting niet zal wor den behandeld, voordat de toegezegde inlichtingen zullen zijn verstrekt. De heer MARCHANT (V. D.) meent, dat er geen bezwaar bestaat tegen da delijke behandeling der Marinepegroo- ting, indien alles, wat de splitsing be treft, daarbij ter zijde wordt gelaten. De heer DUYMAER VAN TWIST <A. R.) wil weten, of de Minister be reid is alle wijzigingen, die op de split sing betrekking hebben, uit de Marine- jbegrooting te lichten. Spr. geeft dus in loverweging met de stemming tot mor gen te wachten. De VOORZITTER meent, dat er voor het denkbeeld van den heer Duymaer van Twist wel iets te zeggen is. Spr. zal morgen mededeelen, tot welke con clusie h\j is gekomen, doch deelt thans reeds mede, dat, indien besloten wordt Donderdagavond de Marinebegrooting niet te behandelen, hjj zal voorstellen Donderdagavond in avondvergadering ide behanaeling van de algemeen© be schouwingen voort te zetten. De Staatsbegrooting. Algemeene beschouwingen. Voortgezet worden de algemeene be schouwingen, over de staatsbegrooting voor 1926. De heer RUTGERS v. ROZENBURG 1 (C. H.) merkt op, dat het eindcijfer van Ideze begrooting weer ruim een millioen hooger is dan het vorig jaar. En de sluitende begrooting is gekregen door niet alle uitgaven op de begrooting te brengen, die erop hooren. Was dit ge- schiep dan zou er een' tekort van ruim 8 millioen geweest zijn. De minister er- Ikent dit zelf in de M. v. A. iyoorts wijst spr. op de verhooging r^an de pensioenlasten en van de annu ïteiten voor Woningvoorschotten, die sa men 15 millioen beloopen. Indien de zuivere scheiding tussclien gewone en buitengewone uitgaven wordt doorge trokken, zal het cijfer nog hooger wor den. Het volgend iaar zal de Minister slechts Ifcot een sluitende begbooting kunnen komen zonder belastingverhoo- ging, indien de bezuiniging wondt door gevoerd en de middelen op dezelfde wijze blijven meevallen als tot nu toe is geschied. Spr. haalt uit het voorloopig verslag aan, dat verscheidene leden zich niet* konden onttrekken aaft den indruk, dat ,de financiëele toestand te ongunstig was voorgesteld. Deze leden vergissen zich schrome lijk. De Minister is niet, zooals die leden meenden, een zwartkijker, maai* spr. zou den Minister liever een onver beterlijk optimist noemen. Verbetering in den financieelen toe stand zal men slechte kunnen bereiken door verhooging van de draagkracht van het volk, met name door werkver ruiming, die in hoofdzaak afhangt van het initiatief van particulieren. Ook de export moet verhoogd worden. Maar vooral moeten onze prijzen omlaag. De loonen in de nationale bedrijven druk ken op de kosten van internationale bedrijven. Bij haar loonpolitiek moet de regee ring rekening houden met de economi sche gevolgen voor het infernale leven In liaar sociale politiek moet de regee ring zich onthouden van maatregelen, die de ontplooiing van het bedrijfsle ven belemmeren. 'Bljjkens de memorie van antwoord ziet de regeering dat ook in, waar zij schrijft, dat belastingverla ging noodzakelijk is. Van harte juicht spr. het besluit der regeering toe om een subcommissie te benoemen uit de commissie voor de eco nomische politiek, ter bestudeering van de factoren, die het huidig economisch' leven ongunstig beïnvloeden. Omtrent de voorgestelde afschaffing van de Verdedigingsbelasting II merkt spr. op, dat wel het leeningfonds een (overschot heeft, maar dat er een ander fonds is, het pensioenfonds, dat met een deficit werkt Spr. zou daarom willen, dat de Verdedigingsbelasting II ten deele werd afgeschaft en de rest gebruikt werd om' het deficit in het pensioenfonds te dekken. Spr. haalt vervolgens uit het sociali- satierapport a.an, dat van de arbeiders 'n hoog gevoel van gemeenschapsplicht geëischt wordt, en hij Vraagt den heer Albarda of hjj meent, dat de arbeiders dit gevoel van gemeenschapsplicht reeds bezitten. Spr. wijst in dit verband op de brochure van den heer de Miranda: ,de kip, het ei en het voer, en op eon uitspraak van Prof. Bönger in de „So ciale Gids" van November 1024 over de medezeggenschap, waarin de laatste betoogt, dat het personeel hei; eigen belang laat gelden boven het algemeen belang. Door den klassenstrijd te 'pre diken schept men geen nieuwe voor waarden voor den opbouw. Iti plaats van egoïsme heeft de maatschappij 'be hoefte aan altruïsme. De heer VAN GIJN (V. B.) behan delt de conversie van leeningen, fonds vorming en de positie van den Minister van Financiën. Spr. wenscht meer con tact tusschen dezen en zijn ambtsge- ten bij de voorbereiding van wetsont werpen. Met belangstelling ziet spr. het_ ontwerp-comptabiliteitswet tegemoet al is sur. van oordeel, dat deze zaak ook wel door den ministerraad had kun nen worden geregeld en is van oordeel dat de Minister van Financiën de schei ding tusschen gewoon an buitengewoon niet ver genoeg heeft doorgetrokken, en ziet in het beleid omtrent de financiën overeenstemming met dat van een twin tig, vijf en twintig jaar geleden. Spr. betwist de juistheid van de door den minister becijferde besparingen op de Staatsbegrooting. Wie beweert, dat al leen door de maatregelen van den Mi nister de gulden veilig is gesteld, is niet op de hoogte van de oorzaken van de Entwertung van het geld; daarvoor zijn andere oorzaken van veel gecompliceer der aard.. Voorts oefent spr. critiek op de be lasting politiek van deze regeering. Da bezuinigingspolitiek is niet steeds ge voerd langs groote lijnen, doch door op heffing en samenvoeging van bureau's 'enz., op welken weg de Minister moge voortgaan; dan heeft hij het zjjne tot de algemeene bezuiniging bijgedragen. De heer HEEMSKERK (A. R.) begint met eenige prolegomena. Het eerste pro legomenon betreft het begin van de rede van den heer Marchant; diens op vattingen van ridderlijkheid komen in zijn openbare redevoeringen niet steeds tot hun recht. Zijn geheele opvatting omtrent art. 40 was hier niet toelaat baar, want hij heeft de regeering niet beoordeeld naar haar eigen opvattingen maar naar de zijne. Hét was ook een beminnelijke inconsekwentie van den heer Marchant, dat hij bij de interpella tie-Ter Laan niet geëischt heeft een redintegratie van de ambtenaren-sala rissen volgens art. 40, maar dat hij een motie heeft gesteld, waarvan de con siderans de instemming van de regee ring had. Een tweede prolegomenon be treft de kwestie van de belastingvlucht Spr. zou het ephter zeer onbillijk vin den hen, die ons land metterwoon ver laten, de eerste Vijf jaar niet vrij te stellen. Veeleer zou spr. het omgekeer de willen en alleen hen willen treffen, die wegblijven om belasting te ontdui ken. ii Een derde prolegomenon betreft de uitbreiding van de toepassing van de Arbeidswet Deze mag niet worden af gewezen met een beroep op de kosten der arbeidsinspectie. Spr. vraagt, hoe het hiermede staat. In ae vierde plaats bepleit spr. intrekking van den stem plicht. Spr. komt dan tot het parlementaire stelsel in verband met den uitslag der verkiezingen, de oplossing van de cri sis en de coalitie. De achteruitgang van de anti-revolutionaire en de hCr. His torische partij is voor het grootste deel ten goede gekomen aan de neoron Ling beek en Kersten. En de S.D. hebben lang niet alleen siocialistcn gestemd. De vooruitgang der S. D. is tc danken aan de leuzen van eenzijdige ontwape ning on het verzet tegen' do Colrjnsclie politiek. Dc heer Albarda sprak van hot succes van Locmmo, maar dat is niet te danken aan socialisten, maar aan Baldwin, Briand, Stresemann, Lu ther en Mussolini. En in Duitschland verzet zich de uiterste rechterzijde thans tegen het verdrag van Locarno Men zou'gedacht hebben, dat de socia listen direct de regeering zouden heb ben gesteund, maar zij zijn begonnen allerlei moeilijkheden aan de regeering in den weg te leggen. Hetzelfde is thans het geval in Frankrijk. E11 wat het verzet betreft tegen de Colijnsche ipolitiek, hebben de democraten in hoo ge mate geprofiteerd van het verzet, dat steeds gewekt wordt door bezuini ging. De democratische partijen heb ben echter geen beter plan tot bezui niging aangegeven. Zij hebben veeleer reden zich over het succes uit dien hoofde eenigszins te geneeren. En nu de oplossing van de crisis. Het is natuurlijk, dat een regeering van rechts optrad. Klaarblijkelijk heb ben toch alle partijen van rechte prijs gesteld op samenwerking oipi vnedewer king, ook tot de totetanükoming van dit kabinet. Dit geldt ook voor de Katho lieke en Chr. Historische> partij. Maar dat de heer Galijn prémier is gewor den, strijdt volgens den heer Alberda met den volkswil. Maar 'dagbladschrij vers zijn geen verantwoordelijke advi seurs. Trouwens een .beroep op don volkswil is hier principieel uitgesloten. De meerderheid der kiezers wijst niet den premier aan; dat is een technisch politiek werk, dat buiten de functie van de kieners valt. Had in 1913 het kabinet op den volks wil moeten zijn gebaseerd, dan zou spr. kabinet hebben moeten aanblijven, want de meerderheid der kiezers stemde toen nog rechte. De heer Cort van der Lin den heeft het als premier kunnen houden wegens den oorlog en omdat hij was een origineele figuur. Maar mis was hij in éen ding en dat was juist zijn beroep op den volkswil. Hii Jtiad eerder kunnen spreken van eon pro- videntieele roeping ondanks den volks wil. iWat nu den heer Colijn betreft, deze 4 was aangewezen om als premier 'op te treden wegens zijn werk voor het herstel van het financieel even wicht, dat moest Worden voortgezet. Men noemt hem 'van democratische zijde graag conservatief; maar hij is toch anti-revolutionair en conserva tief en anti-revolutionair is niet het zelfde. Dat weet spr. uit ervaring, want spr. is vroeger zelf conservatief en conservatief-liberaal geweest. En vde anti-revolütionairen zijn er ook niet zoo opgesteld thans een revolutionai ren premier te hebben, omdat deze moet voort gaan met de bezuiniging en de oppositie van de bezuiniging" steeds misbruik maakt. Omtrent de lij nen, die het kabinet wil trekken, zijn genoegzame aanwijzingen. Zijn er le den, die meer inlichtingen wenschein dan de Troonrede bevatte, welnu het staat hun volkomen vrij, die te vra gen (gelach-J; En nu de coalitie. Dat is een steen des aanstoots vodr de linkerzijde en altijd beginnen d_e heeren van links bij de algemeene beschouwingen met grieven daartegen. Maar men moet er zich toth over verheugen, als er een meerderheid is. Valt de rechter zijde uiteen, dan komt er een poli tieke wanorde; dan wordt het parle mentair stelsel geschaad, dan komt er een zakenkabinet met één katho liek erin, 2ooals de heer Lingbeek wil, een zakenkabinet, dat geen za ken doet. In het belang van het par lementair stelsel moet men dus eenigs zins voorzichtig zijn met den wensch, dat de meerderheid uiteen valt. De heeren van links ontkennen de basis van de coalitie. Zeker zijn er verschillen in de partijen van rechts, anders was het geen coalitie. Maar was zij er niet, zouden dan de spe ciale verlangens der partijen bevre digd worden? Op ae Christelijke grondslagen van ons volksleven is overigens nog een zeer ruim terrein te vinden voor gemeenschappelijke sa menwerking. Spr. venvacht weder her haaldelijk op principieele punten de partijen der linkerzijde tegenover de rechterzijde te vinden. Hi^ wijst op de ontkenning van 'de grondslagen van het strafrecht, op de miskenning van het verzoenend karakter der sociale wetgeving en op de moeite, die de liberalen hebben om de vrijheid van onderwijs te erkennen. Men heeft hier te doen met een residu van de Fran- sche revolutie. En nu 'is daarbij' een residu gekomen van de Russische re volutie, gebaseerd op de ontkenning, van God en dat door de gansche we reld werkt. Het is de plicht van allen, die vasthouden aan het behoud, van de Christelijke religie, zich daartegen te verzetten. De heer- Albarda is geëindigd met een apothose van het socialisme. Als de Staat de gansche productie en dis tributie tot zich zal hebben getrok ken, zal de heilstaat zijn bereikt. Spr. wil aannemen, dat dit langs anderen weg dan in Rusland zal kunnen ge schieden. Maar dat dit een „blijde wereld'zal zijn, is een pure chimère want daarbij is niet rekening gehou den met de zonde, de noodzakelijkheid van verlossing door Christus en met de behoefte aan eenige vrijheid tegen over den Staat, die niet alles mag opslokken. Maar het. bewijst, dat het geloofselement ook bij' den heer 'Al barda niet ontbreekt. In zijn maat schappij zouden echter ook de tegen stellingen niet ontbreken. Ook wanneer men de coalitie ver vangt door de scheiding tusschen de mocraten en conservatieven houdt men een tegenstelling. En tevens boteekent dit den zelfmoord der rechtsche par tijen. Aan dien zelfmoord wenscht spr. niet mede te werken. Merkwaardig was de heer Dresselhuys, die slechts twee richtingen erkende: het liberalis- ïne en het staatssocialisme en vol gens wien het geloofsbeginsel geen steun gaf voor het gezag. Volgens den heer Dresselhuys zijn er dus slechts twee politieke beginselen. De heer DRESSELHUYS (V. B.j De heer HEEMSKERK: U sprak economische. alleen van politieke beginselen. De heer DRESSELHUYS: Ik had te voren gesproken van economi sche beginselen. De heer HEEMSKERK: De heer Dresselhuys heeft ontkend dat er an dere politieke beginselen waren. De heer DRESSELHUYS: nonsens. De heer HEEMSKERK: Die in terruptie is niet toelaatbaar. Spr. be toogt dan. dat de liberalen langen tijd niet het beginsel van den rechtsstaat, maar van de Staatssouvereiniteit heb ben gehuldigd. Kappeyne sprak zelfs van de minderheid als van de vbieg die de zalf bederft. Spr. stelt hier tegenover de anti-revolutionaire begin selen. volgens welke de Maatschappij1, de Kerk en de Overheid naar de or deningen van God zijh opgebouwd, ieder met eigen bevoegdheden, en. volgens welke oorsprong van het recht van God komt. Deze beginselen geven waarborg tegen Staatssouvereiniteit, Staatssocialisme en liberalisme, waar borg ook voor geloofsvrijheid. Aan het optreden van mannen als ds. Kersten en Lingbeek, die de co alitie willen afbreken, is zeker ge vaar verbonden. Afbreken is gemak kelijker dan opbouwen. Maar als „het manend geweten" der protestanten, zooals de heer Albarda hen noemde, kan spr. hen niet erkennen. Als zij meenen, dat onze christelijke politiek niet de juiste is, dan beschouwen wij hen li iet als het manend geweten, maar dan zijn we van ander gevoe len. Niet zijl die de meest krasse maat regelen voorstaan, voeren de juiste christelijke politiek. Men moet reke ning houden met het verschil tusschen Staat en Kerk. De conclusie van de rede van den heer Lingbeek was vrij! mager; zij' was het bewijs, dat zijn werk zuiver destruuctief en afbrekend is. De wensch om de openbare school in den zin van een bepaalde kerk te krijgen, is thans platonisch en on- schaeldijk. Spr. betwist dat de Vrijó Universiteit en de Katholieke Univer siteit sectarisch zijn. Tegenover den heer Lingbeek betoogt spr. voorts dat de Overheid vrijheid moet laten in geloofszaken. Wel hebben de Gere formeerden in een tijd van verdruk king de Katholieke stelling overge nomen, dat de Overheid de ware Kerk moet steunen en de valsche Kerk be strijden. maar Willem de Zwij'ger, heeft de geloofsvrijheid verdedigd. De heer VAN RAPPARD (V. BL wijdt eenige aandacht aan de zin snede in ae Troonrede, die in hauw verband staat met den landbouw. De oplossing van de Kabinetscrisis heeft in landbouwkringen teleurstelling ge wekt. Spr. persoonlijk had liefst een afzonderlijk landbouwdepartement ge wild. De landbouw, een der belang rijkste bronnen van volkswelvaart, had een afzonderlijk Departement behoefd. Spr. wil echter aannemen, dat de fi- nancieele omstandigheden dat niet toe laten. Maar waarom dan landbouw niet bij handel en nijverheid De land- gevoegd bij binnenlandsche zaken, en bouw draagt geen administratief maar een techniscn-economisch karakter. Evenals de industrie is hij1 op export aangewezen. De landbouw spr. constateert het met alle vrijmoedigheid is stief moederlijk bedeeld. En dit wijt men in landbouwkringen aan de samen voeging met Binnenlandsche Zaken'. Toen Minister Colijh met de formatie was "belast, liep het gerucht dat on derwijs zou worden gevoegd bij' 'bin nenlandsche zaken en landbouw bij1 handel en nijverheid. Spr. vraagt of dit gerucht juist is en of niet binnen landsche zaken met arbeid had kun nen zijn gecombineerd. De heer L\ DE VISSER (O. PL verzoekt zijn rede morgen te mogen' aanvangen met het oog op het late uur in verband met de avondverga dering. De VOORZITTER schorst te 4.55 de vergadering tot 's avonds 8 uur. GEMENGD NIEUWS. S c h a n d e 1 ij;k e s a b o t a g e. In een bouwkeet staande op eeai bouw terrein in de Pythagorasstraat te Am sterdam-Oost heeft zich een ergerlijk geval van sabotage voorgedaan. Daar heeft men ingebroken en verschillen de bussen met standverf, Japanlak, en kleurenverf leeg laten loopen. Een voorraad van 300 kilo wera over den grond en over een schrijftafel ge- rooid. De schade wordt geschat op 500. De politie heeft de zaak in ondetzoek. Het recht van een vader. De oude vraag ot overwegingen van liefde en medelijden het benemen van het leven vergoelijken, wordt thanc in den staat Colorado voor het ge recht behandeld. Er staat een gezien medicus, dr. Ha rold Blazer, terecht, die bekent zijn dochter, die zonder armen en beenen geboren werd en doof, stom en imbe- ciel was, door toediening van chloro form te hebben ^gedood. Hij had zijn mismaakte dochter 32 jaar lang liefderijk opgepast tot de zwakheden van den ouden dag bij hem de vrees wekten, dat hij zou sterven en dat zijn kind hulpeloos zou achter blijven. De eenige uitweg was volgens dr. Blazer, dat hij zichzelf en zijn doch ter het leven benam. Hij diende zijn dochter en. zichzelf chloroform toe; de dochter stierf, doch hij 'herstelde Een eigenaardige Noord pool reiziger. De „Daily Ex press" vertelt van een eigenaardige geschiedenis over de Noordpool-ex- garsson. Deze schijnt tiidefis de expedi tie door grootheidswaanzin bevangen te zijn, immers hij heeft getracht de andere deelnemers te overtuigen, dat hif' aanspraak, kan maken op het ko; schap over IJsland, daar hij af stamt van de oude IJslandsche ko ningen. Zijn Engelsche tochtgenooten wa ren daardoor eenigszins geschrokken en vreesden voor bun veiligheid. Zij besloten daarom Algarsson at te zet ten en hebben de leiding overgedra gen aan den zee-officier Worselcy, die als tweede officier aan twee expedi ties van Shackleton heeft deelgeno men. Tramongeval. Te Madrid zijn 43 personen gewond o.w. 8 ernstig, bij een botsing tusschen twee tram wagens. Toen een der wagens een heuvel afreed, weigerde een rem, waardoor de botsing plaats vond. Handel in verdoovende mid delen. De politie te Bferlijln is ge durende eenige dagen krachtig op- fetreden tegen den clandestiemen ver- oop van cocaïne, morphine en an dere verdoovende middelen. Zij is erin geslaagd een aantal apo thekers te ontdekken, die tegen de De- staande wetten deze middelen verkoo- pen, alsmede de adressen van zes artsen, die in strijd met de bepalingen der voorschriften cocaïne hadden voor geschreven. RECHTZAKEN. u('■ui'1 HAAGSCHE RECHTBANK. Inbraken te Voorburg, Oegstgeest Voorschoten en Wassenaar. Gisteren hebben terecht gestaan! jLL van E., schilder zonder vaste woon plaats, recidivist en gedetineerd en P. iT., koopman in Den Haag, gedeti neerd, wegens verschillende inbraken Beide bekl. bekenden volledig. In de maand Augustus van dit jaar hebben zij ingebroken, allereerst in het perceel Achterweg 232 te Voor burg. Bekl. waren 'dit perceel bin nengekomen door door een tuimel raam te klimmen. .Vervolgens hebben zij een bezoek gebracht aan het per ceel Leidschestraatweg 12 onder Oegst geest. Hier klommen zij; eerst ovet een poort, braken daarna een ruit van het perceel en klommen toen de wo ning binnen. Een derde inbraak is ge pleegd in het perceel Papelaan 11 te Voorschoten. Tot dit perceel wisten bekl. zich toegang te verschaffen n# eerst met een beitel een slot van een deur te hebben weggestoken. Ten slotte hebben bekl. nog ingebroken in het perceel Lange Kerkendam te Wassenaar. In dit geval hadden bekl. de scharnieren van een deur van dit perceel losgemaakt om ver volgens de deur int te lichten. Alle vier inbraken werden gepleegd terwijl de bewoners van de genoemde perceelen afwezig waren. Bekl. hebben bij alle inbraken een zeer groot aan tal goederen ontvreemd, tw. tafelzilver sieraden, onder- en bovenkleederen, costumes, mantels, jassen, linnen- en .tafelgoed, bedddegoed, rijjwieden, huis houdelijke artikelen enz.,' te veel otfl alles gespecificeerd op te-noemen. Tea zitting was een groot deel der ont vreemde goederen als osvertuigings- stukken aanwezig. Het O.M., waargenomen door mil. Enger, wees er op, dat het de aan dacht had getrokken, dat, terwijl de inbraken in de residentie verminder den, het aantal inbraken in de bui tenplaatsen van het arrondissement toenam. Men kreeg den indruk, dat de Haagsche inbrekers bezig waren thans daar hun slag te slaan. Spr. wil de in het openbaar een woord van hulde brengen aan den brigadier-re chercheur Boekholt en de recher cheurs Bruinoogen, Engel en Eckhart voor het door hen in deze zaak ver richte werk; waardoor deze bekl. ge arresteerd konden worden. Spr. achtte deze bekl. zeer gevaarlijke personen, speciaal de eerste, die reeds voor ern stige feiten is veroordeeld. In verband met een en ander eischte 'spr. tegiein de bekl. onderscheidenlijk: 6 en 5 jaiai gevangenisstraf. De verdediger der beklaagden pleit te clementie, speciaal voor den twee den bekl., die nog een gunstig ver leden heeft. De los werkman A'. D. uit Den Haag, recidivist gedetineerd uit an deren hoofde, stond terecht wegens heling. Hij heeft van bekl. E. uit de vorige zaak een zilveren horloge gekocht voor f2, terwijl hij' begreep, 'dat dit horloge gestolen was_. Voorts heeft hij eenige gestolen tafelzilver beleend. Voor zijn moeite heeft hij toen een belconing gekregen. Eisch 1 jaar gevangenisstraf. De voerman F. K. uit Den Haag recidivist en gedetineerd, had zich eveneens te verantwoorden wegens he ling. Hij heeft voor de bekl. uit dl eerste zaak een rijViel verkocht, ter wijl hij' wel vermoedde, dat dit doo diefstal was verkregen. Voor zijn moeite heeft hij'f2 gekregen. Eisch 1 jaar en 6 maanden gevan genisstrat met aftrek der preven tieve hechtenis. Principieele Diens weigering. Voor den Bosschen Krijgsraad s'.ond gister terecht Th. D. SchAper zoon. van het Kamerlid, terzake van prin cipieele dienstweigering. De auditeur militair eischte onder aanneming van verzachtende omstandigheden 7 maan den. Tegen drie andere beklaagden werd de gewone straf van 10 maanden geëischt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6