NIEUWE LElbSCHE COURANT vaM WOENSDAG n NOVEMBER 1925 TWEEDE BLAD. «£3$ DE CHRISTELIJK SOCIALE BEWEGING. In no. 5 van het Christelijk Sociaal economisch weekblad (Uitg. Drukkerij Oranje-Nassau te Baarn) geeft Mr. P. S. Gerbrandy een belangrijk artikel over de Christelijk Sociale beweging. Na eerst geteekend te hebben de beillooze gevolgen van een maatschap pijvorming in de 19e eeuw, politiek ge grond op het staatkundig gelijkheids beginsel der Fransche revolutie, soci aal op den onderlingen wedijver der werkende personen, technisch veels zins op de machinale voortbrenging en grootindustrie, vervolgt de schrijver: Tegen die ontwikkeling, roept ge aanstonds uit, is her Christelijk be wustzijn in verzet gekomen en toen is de wissel omgezet en dat is nu eigen- iijk ook de ontstaansgrond der Chris tel] jk-Sociale beweging waaraan wij allen medewerken. Ik spreek het niet in allen deele tegen, maar er is ook en er is eerst iets anders gebeurd. Er is een verzet opgerezen van den mensch tegen den n-.ensch, van men schen, die het schild wilden zijn voor uitgebuiten en geëxploiteerden tegen de uitbuiters. Het is altijd moeilijk te zeggen in hoeverre dat verzet opkwam uit de schare, de massa, de velen, dan wel uit de weinigen, de enkelen. Leest men van menscben als Zola, dan "ziet men, hoe deze ook 't stomme maar in wendig knagende, vloekende, instinc tieve verzet, opgestapeld uit geslachten van leed en onderdrukking, doet leven bij velen. Hoe het ook zij, het verzet rees. De 19e eeuw werd de eeuw van Lasalle, van Marx, van Bakounin, de eeuw der socialisten, de eeuw van het socialis me als levensleer of, zooals het is ge noemd, van het Calvinisme zonder God Het sloeg aan, het pakte en er ge beurde iets met de menschen. Ze leg den soms hun werk neer, bij hoopen, ze werden meer eis -hend, ontevreden en ze kregen een ietwat beter kleed, e*n minder tochtig huis, wat korter werkdag, immers ook wat meer loon. Ze dronken minder jenever en gin gen zich om andere dingen bekomme ren dan om hun d&geliiksch karwei. Gf eigenlijk gezegd: ze gingen zich met hart en ziel hekommeren om één g'roo- te zaak. Om hun bevrijding uit den greep der hoorigheid En alles wat nog in hen levend was, werd opgeëischt voor de beweging, de vrijmaking van het proletariaat, do verwerkelijking eoo al niet van een paradijs op aarde, dan toch van een m^nschwaardig be staan voor allen. En voor die beweging gaven ze het beste, wat ze hadden, het edelste wat een mensch bezit: de on sterfelijke ziel. Jk kan hiervan niet veel zeggen, maar toch zult ge nog het best begrij pen, wat ik bedoel, a it ik ter kenschet sing dier beweging het woord geef aan «•en van haar dichters, als hij in zijn oundel „Uit stilte en strijd" opneemt „De daad": Wie graaft de glinsterende kolen, Wie schept het schitterende zout, Wie haalt uit diepe duistere holen tiet gele glanzend zachte goud? Dat zijn die in het donker graven, Dat zijn de slovers en de slaven, Dat is de zwarte kameraad Dat is de daad? fin wie die hunne vaandels vlechten Tot eenen rozerooden band, Die voor een nieuwe wereld vechten Ën sterven voor 't beloofde land? Dat zijn de .muiters en de makkers, Ott zijn die taaie rooie rakkers, Oat zijn de sloopers van den staat Dat is de riaadl ,.Het socialisme komt op uit stoffe lijk willen. Het doet een beroep op vleesch en bloed. In zijn middelpunt staat de verdeeling van aardsche goe deren, zijn doel is een staatmaatschap- pij. Zijn weg voert van de aarde tot de aarde, zijn diepste geloof is opstand, zijn sterkste kracht massale haat en zijn laatste hoop aardsch welvaren". En zoo had en zoo heeft een over groot deel des volks voor de aarde en het aardsche den hemel en het hemel- sche vergeten én verloren. Wanneer ge nu die twee dingen be grijpt, dat wil zeggen, begrijpt, niet al- let n met uw verstand, maar ook met uw hart, ten eerste de zee van ellende en onrecht verbonden aan de opkomst der 19e eeuwsche maatschappij en ten tweede het feit der overgave met lijf en ziel door die duizenden van prole- taren aan 'n beweging, die al de ener gie, al de liefde, al de haat of om het anders te zeggen, vleesch en bloed, opeischte voor een stoffelijk, voor een aardsch ideaal, dan begrijpt ge tevens weer het ontstaan van die andere be weging, waarvan onze Christelijk so ciale actie een deel is. Die andere beweging beteekent ook verzet, onvrede en protest, maar ter wijl haar ééne hand zich uitstrekt om ir. te grijpen in aardsche en stoffelijke verhoudingen, strekt haar andere hand zich uit naar Jezus Christus ter rech terhand Gods, om Hem vasthoudende, op aarde de verbinding met den hemel niet te verliezen, om op aarde vrij te zijn en de schatten der aarde vrij te maken voor al'e menschen, maar zoo danig, dat ze schitteren in hemelsch licht. Daartoe nu zijn onze sociale bonden geweest een vereenigingspunt,# een saambinding, iu de eerste plaats van werklieden met de hand en werklieden met het hoofd, maar toch ook van al len, die behoefte hadden om zich ge zamenlijk te bezinnen en te beraden. I)at bezinnen en beraden is geschied, vele jaren aaneen. Met veel tekortko ming, met onderling geharrewar soms, met afzijdigheid va hen, die waren voor een klassenstrijd op Christelijken grondslag, met meegezogen worden van anderen in het zog der be weging, die ik straks teekende, met opstaan, met al de kleinheid, die ons misverstand van niet willen en niet kunnen hegrijpen, met vallen en met menschen kemherkt, die zoo diep ge vallen zijn, dat alleen daarin onze grootheid doorstraalt, dat wij onze el lende verstaan. Maar die beweging, zooals ze ge weest is, dat erkent men thans in Christelijken kring bijna algemeen, is geweest tot behovd onzer Christelijke samenleving. BINNENLAND. Mr. D. J. Jitta f In den ouderdom van 71 jaar is te 's-Gravenhage overleden het lid van der. Raad van State, mr. D. Josephus Jitta. Staatsraad Josephus Jitta heeft ge durende ruim 12 jaren zitting gehad in dit Hooge College. Als een persoon lijkheid van naam op het gebied van internationaal recht, volgde hij in dat college wijlen Professor Asser op. Voor dat de thans ontslapene in dat hooge ambt werd benoemd, was hij bijna 20 jaar lang hoogleeraar aan de universi teit te Amsterdam, waar hij meer spe ciaal het internationaal privaatrecht en handelsrecht doceerde. Ook aan de ze hoogeschool was hij opvolger van prof. Asser. In den Raad van State had Mr. Jo sephus Jitta laatstelijk zitting in de afdeeling Buitenlandsche Zaken, Jus titie en Arbeid, Handel en Nijverheid. Onderscheidene boekwerken, vooral op het gebied van het internationaal privaatrecht en wisselrecht verschenen van zijn hand. Ook is hij voorzitter geweest van de Staatscommissie voor het internatio naal privaatrecht en een paar jaar ge leden heeft hij de in het Vredespaleis gehouden bijeenkomst geleid van de Law Association. In vroeger jaren heeft de heer Jose phus Jitta o.m. ook gedurende eenigen tijd zitting gehad in den Amsterdam- schen gemeenteraad en in de Provin ciale Staten van Noord-Holland. Zijne verdiensten jegens den Lande werden indertijd erkend door zijn be noeming tot Ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De onbewaakte overwegen. De directie der Nederlandsche Sp.- wegen heeft aan het R. K. Werklieden verbond op een request omtrent onbe waakte overwegen het volgende geant woord „In antwoord op nevenaangehaald schrijven deelen wij u mede, dat er voor de waarschuwing bij onbewaak te overwegen door middel van lichtsei nen of schellen reeds verschillende in richtingen zijn uitgedacht of beproefd Wij zijn echter van meening, dat de ze het gevaar bij onbewaakte vergroo- ten, omdat zulke automatische toestel len niet zoodanig te maken zijn, dat weigeren is buitengesloten en dat in dit geval het publiek, dat op de toe stellen vertrouwt, zich aan 'n grooter gevaar blootstelt dan wanneer men weet op eigen oplettendheid te zijn aangewezen. Wij zijn daarom niet voor nemens tot toepassing van zulke toe stellen over te gaan." 't Spreekt vanzelf, zoo besluit de me- dcdceling van het R.K.W.V. dat met dit antwoord de zaak niet als afge daan kan beschouwd worden. Men denke zich van een standpunt, als door de Directie der Nederlandsche Spoorwegen ten opzichte van de onder havige kwestie ingenomen, de conse quenties eens in. Verwarming in locaal treinen. De directie der Nederlandsche Sp.- wegen heeft bepaald, dat kleine (lo caal} treinen niet zöo sterk meer mo gen worden verwarmd als in het win terseizoen anders het geval pleegt te zijn. Bij zachte temperatuur moet de verwarming zelfs geheel worden afge sloten. Hooge grondprijzen. Bij de aan dei; Langendijk gehou den publieke verkooping van verschil lende perceelen tuinbouwgrond zijn buitengewoon hooge prijzen besteed. Sommige perceelen brachten tot f8700 per H.A. op. Tot nu toe werd voor het land f 60007000 gegeven, zoodat de prijs voor het land vêèl is gestegen en dat ondanks het feit, dat de tuinbouw thans ongunstige tijden doormaakt. Uit het Sociale Leven. Werkloozen naar België. De hoofdbesturen van de moderne, christelijke en katholieke land- en vecnarbeidersbonden zijn Zaterdag en Maandag in audiëntie ontvangen door den Alinister van Arbeid en van Bin- n^nlandsche Zaken en Landbouw ter toelichting hunner Lezwaren tegen de plaatsing van gehuwde werkloc.ze ar beiders in België. Van arbeiderszijde werd erkend, dat verplaatsing van arbeidskrachten uit de provincie Drente in het algemeen haar goedkeuring wegdroeg, maar dat in het onderhavig geval die verplaat sing ongewenscht en onmogelijk was, zulks in verband met de lage loonen in België, de onvoldoende steunbedragen aan de achterblijvende gezinnen, en het tijdelijk karakter der verplaatsing. Aangedrongen werd op hoogere steunbedragen en op herplaatsing in oe werkverschaffing van een 70-tal arbeiders, die onder de gegeven om standigheden aanvaarding van arbeid in België weigelden. Afgekeurd werd nog de wijze, waarop de aanwijzing van werklooze arbeiders bij binnen- en buitenlandschen arbeid dikwijls ge schiedt. Men drong aan op meer en regelmatig overleg tusschen de regee- ïingsbureaux en de betrokken vakbon den. De minister zegden op verschillende punten onderzoek en overwegingen toe. Chr. Postpersoneel. ïn de vacature van hoofdbestuurs lid van den Ned. Bond van Cr.-Prot. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Door Plicht tot Recht", ontstaan door het bedanken van den heer A. de Gel de r, is gekozen de lieer B. Terlouw, be stuurslid van de afdeeling van dien lond, te Den Haag. UIT ONZE INDIEN. Aardschokken te Padang. Op den 6en Oct. j.l. omstreeks tien minuten voor zessen werden de bewo ners van Padang opgeschrikt door een lievigen aardschok, die slechts een paar seconden duurde. De schok was zoo zwaar, dat de wo ningen op haar grondvesten trilden en in sommige huizen vaasjes en andere voorwerpen van de kasten vielen. De eerste schok werd gevolgd door een tweeden, die niet zoo hevig aan kwam. Later op den avond waren herhaal delijk lichtere schokken merkbaar. Omtrent den oorsprong van deze schokken is tot dusver niets bekend, schreef de „Sum. Post". Geloofsrelletjes. In den laatsten tijd is op Java een godsdienstige beweging gaande, onder den naam Igama Djawa, die zich ge heel van den Islam afwendt en, gelijk begrijpelijk is, b.v. bij de S. I. op ver weer stuit. Zoo zouden in het Tjiamis- sche de S. I.'ers er niet tegen opzien om de woningen van de volgelingen van de nieuwe leer in brand te steken, terwijl b.v. in de afdeeling Koemingan (Cheribon) aan de begrafenis van over leden I. D'ers moeilijkheden werden in den weg gelegd. Uit Taschmalaja meldde Aneta aan de Deli bladen: „In de dessa Tawangbanteng, in het district Tasikmalaja werden bij door Moslims uitgelokte geloofsrelletjes acht woningen van leden van de Iga ma Djawa vernield. De politie stelt een onderzoek in. Arbeidstoestanden in Sumatra. Naar Aneta vernam ondervindt men bij verschillende takken van dienst in die streken van Zuid-Sumatra, waar de bevolkingsrubber een toestand ge schapen heeft van financieelen over vloed, moeilijkheden bij het het ver krijgen van arbeidskrachten onder de inwoners. Sommige werkzaamheden kunnen slechts voortgang vinden, door belang rijke overschrijdingen van de begroo ting, welke, voor de jaarlijksche terug komende uitgaven gebaseerd is op het gemiddelde van die, gedurende de laat ste drie jaren, bijgevolg geheel niet in overeenstemming met de tegenwoordi ge conjunctuur in die gebieden. Aangezien het onwaarschijnlijk is, dat in deze tijden van bezuiniging het land zich buitengewone offers zal ge troosten, wordt als een middel om hieraan te ontkomen beschouwd, een staking der werkzaamheden. Een merkwaardige bloem. Uit Fort de Koek schreef men aan de Sum. Bode": Alhier is sedert enkele dagen in het Tellingspark, aan-den rand van het Karbouwengat, een bloemknop van een Amorphophallus Titanum te zien. Buitendien nog een aantal exemplaren in blad. Deze planten brengen slechts een en kei blad of een enkele bloem tegelijk voort. De knol of beter gezegd bol. waaruit de plant te voorschijn schiet, kan bij volwassen exemplaren een enorme grootte bereiken, zoodat twee man noodig zijn voor het vervoer. Deze merkwaardige planten werden door den controleur van Fort de Koek oen heer Rockmaker van Si Pisang medegebracht. De knop ontvouwt zich binnen enkele dagen tot een reuzen- bloem. De Amorphophallus Titanum is niet te verwarren met een andere reuzen- bloem: de Rafflesia Arnoldi. Eerstge- genoemde behoort tot dezelfde plan tengroep als de kladie. Een kleinere soort Amorphophallus is op Java zeer algemeen en bekend onder den naam: kembang bangke (lij ken-bloem). Alle leden van het ge- ölacht Amorphophallus verspreiden gedurende den bloei een ondragelijken stank. UIT DE COMMUNISTISCHE PARTIJ In de „Tribune" vestigt Dr. J. A. N. Knuttel de aandacht op het feit, dat sinds de partij-conferentie, de partij als organisatie niet meer functioneert, dat de leden absoluut geen zeggenschap heb ben in de daden van hun partij. Men kan de zaak keeren of wenden zooals men wil, er is niet aan te ontkomen dat dit P. B. niet steunt op de meerderheid van de partij. Dit nu is een onhoudbare toestand. De straffe discipline aan het centrale gezag, die onmisbaar is vóór een C.P., is ónmogelijk (ieder marxist moet dit beseffen) zonder de tegenpool van het zelfbeschikkingsrecht. Als deze laatste verdwijnt, verliest het partijle ven, het vergaderen, zijn zin. De partij moet haar eigen vertrouwensmannen kunnen kiezen. De Executieve heeft het recht tegen gekozenen haar veto te laten hcoren, maar zij kan de partii niet, zonder haar te verlammen, ver trouwensmannen opdringen. Tusschen een opgedrongen of bijeengeraapte lei ding en de partij ^kunnen de onmisbare banden niet ontstaan en van zulk een, niet op de meerderheid steunende lei ding, lijkt elk ingrijpen een geweld daad. Deze geweldddaden nu, zijn boven dien geheel overbodig. Niet, omdat de tucht goed is, maar omdat er eert ander middel is om haar te herstellen: een congres. Waarom vreest, ontwijkt men een congres? Het zal er heet toegaan, wie weet, of er geen klappen vallen, er zal een chaos van meeningen naar vo ren komen. Maar het eind zal moeten zijn, dat men tot een resultaat komt en. een leiding kiest, waarvan de autori teit dan aoor niemand meer betwist kan worden. Vreest men ,dat een congres zich tegenover de politiek van de Internatio nale zou stellen? Het is te mal om los te loopen. Onze afdeeling staat, bjjna geheel, scherp tegenover dit P.B. zij is het niet eens met de toepassing van de zeer juiste vakvereenigingspolitiek der Internationale op Nederland, maar zij aanvaardt deze toepassing, onder verantwoordelijkheid van de Executieve En andere verschilpunten zijn er niet. Maar bovendien, op de partijconferen tie is uitdrukkelijk verzekerd, dat deze leiding slechts provisorisch zou zijn en een dergelijke belofte van de Executie ve aan een partij moet (al zou de vertrouwensman te ver zijn gegaan) worden ingelost. Een congres alleen kan de partij groo tendeels herstellen. Bedenkt, partijbe stuurders, dat u binnenkort gevraagd kan worden: wat hebt gij van de G. P. H. gemaakt? In een onderschrift van de door de tegenwoordige leiding aangestelde re dactie wordt o.m. kort maar krachtig verklaard Tot aan ons volgend congres is de leiding bij dit P. B., en dit heeft er voor te zorgen, dat degenen, die de lontbindingsbacil in onze rijen willen dragen, onschadelijk worden gemaakt. De heer Knuttel heet een sectariër, die zeeziek is geworden, nu het schip der C. P. zee heeft gekozen, en zich toch telkens aan dek vertoont, om de FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 90) HOOFDSTUK XLIX. Man en vrouw. Zij waren thans alleen man en rrouw! Toen de deur achter den verrader svas gesloten, ging Lady Arden naar iaar man toe. Zij keek hem aan. „Leo" zei zij, „zeg mij mijn oordeel- Set is alles waar, ik ben ik was Tester Blair." „En nu ben je Alice Arden" zei hij. „Waarom heb je mij bedrogen?" „Omdat ik je liefhad, en in heel mijn #eklagenswaardig bestaan heb ik ïooit iemand lief gehad." Hij keek haar scherp en onderzoe- iend aan. „Jij bent de vrouw" zei hij, „die voor le oogen van een nieuwsgierige me nigte heeft terecht gestaan. Jij bent de #rouw, diq beschuldigd bent geweest fan je man te hebben vergiftigd en die tlleen van den dood werd gered, om- lat de ontzettende feiten niet voldoen- le konden worden bewezen. En jij hebt toegelaten, dat ik jou tot mijn vrouw naakte, dat ik jou mijn geëerden, ou- len naam gaf. Wetend wie je was en tvat je was, liet je toe, dat ik je aan mijn vrienden voorstelde als een van de edelste vrouwen van het land. Waar om heb je dat gedaan??" „Omdat ik je lief had" antwoordde zij weer „ik had je lief." „Een wonderlijke, schaamtelooze liefde" zei hij. Geen woord van woede, hartstocht of verwijt.kwam over zijn lippen. Hij was alleen doodelijk kalm en ongenaakbaar koud. „Je hadt mij de waarheid moeten zeggen, toen ik je vroeg met mij te t. ouwen" ging hij voort. „Ja, dat had ik moeten doen God alleen weet den ontzettenden strijd, die er in mijn hart is geweest. Maar ik was nooit gelukkig geweest cn ik ver langde zoo naar geluk en liefde. Ik had je zoo lief, Leo. en ik wist, dat als ik het je vertelde, jc dan niet met mij zou trouwen." „Neen, werkelijk niet. ik zou alles liever hebben gedaan dan dat. De Ar- dens nemen geen eerlooze vrouwen tot echtgencote." „Ik verlangde zoo om gelukkig te worden" zei zij ,,om te weten, wat ge luk beteekende. En Leo, ik begreep niet, waarom ik heel ntijn lcTen zou moeten lijden, omdat de v.erekl een vergissing had begaan, een mij ge luk en liefde werd eet eden. waarom zou ik die net aannemen. Waarom zou ik die aan mij laten voorbij gaan? Ik had geen kwaad gedaan." „Stil!" zei hij streng. Ik had geen kwaad gedaan o, Leo, fe kunt toch niet denken, jij, die mij hebt lief gehad jij kunt toch niet denken, dat ik die vreeselijke mis daad heb begaan? Zoo onrechtvaardig, zoo wreed kun je toch niet zijn?" „Herinner je je" vroeg hij, „een ge sprek. dat wij eens over ditzelfde on derwerp hadden? Hoe weinig droomde ik er toen van, dat ik over jou sprak." „Ik herinner het mij" zei zij wanho pig. „Waarom heb je het mij toen niet gezegd?" vroeg hij. Om dezelfde reden niet, Ik had je zoozeer lief, 4iat ik vreesde je te zul len Verliezen „Ik had het niet voor mogelijk ge houden'-zei hij, „dat een vrouw met zulk een lief, schoon gelaat bedrog en misleiding zoover zou kunnen door voeren." .O T -o, heb meer medelijden met zij uit. het niet kunnen,, mijn heele ctand tegen je. Je herin- w gesprok?'/ wcordde zij snikkend. „Leiinner ie je ock wat ik heb g1 zegd, dat ik ieder woord, van het pro ces heb gelezen en dat de conclusie, waartoe ik kwam, was, dat Hester Blair schuldig was?" „Dat heb ik gezegd" snikte zij. „Ik heb nog dezelfde overtuiging" ging hij voort, ,en die zal nooit ver anderen." Zij hief haar blanke armen met een wanhopig gebaar omhoog. „Maar" riep zij uit, „is er dan voor mij geen recht in den hemel en op aar de? Geen recht geen medelijden? Waarom daalt er geen vuur van den hemel om te bewijzen, dat ik die mis daad nooit heb begaan?" De misdaad waarvan je werd ver dacht, beschuldigd, al kon die niet be wezen worden" zei hij. Zij ging naar hem toe en keek hem recht in het gelaat. „Leo, Leo!" riep zij uit, „o luister toch en geloof me! Ik verklaar, dat ik geen deel heb aan den dood van August Graham Blair Ik had hem niet lief. Ik voelde een afkeer van hem en ik was een ongelukkige vrouw, maar ik verzeker je plechtig, dat ik niets af weet van het vergif, waardoor hij is gestorven. Ik weet evenmin als jij. wie het deed en waarom. Geloof je me, Leo?" „Neen" antwoordde hij, „ik heb m'n oordeel gevormd en jou woorden kun nen dat niet veranderen. Ik geloof je niet! Ik ben overtuigd, dat Hester Blair haar man heeft vergiftigd en om dat ik dat geloof, nemen wij voor al tijd afscheid." Zij deed met een weeklacht "rtm smart een schrede terug, die hem deed schrikken. .Afscheid! O Leo dat kun je niet meenen doe alles met me wat je wilt, maar zend me niet van je weg." „Ik heb geen aandeel in den moord" zei hij op koelen toon. „Leo!" riep zij uit ,als je niet ge loofde dat ik dat ik dat vreeselijke gedaan had, zou je mij dan het an dere 'vergeven? Zou je mij vergeven, dat ik mijn verleden voor je heb ver borgen, dat ik je edelmoedig vertrou wen in mij heb geschonden, als je mij niet voor schuldig hield aar; een veel grootere misdaad?" Hij zweeg eenige oogenblikken en zei toen langzaam: „Ja, ik denk, dat ik je daar genoeg voor liefheb. Ik zou je kunnen verge ven de misleiding, de geheimhouding het bedrog, om wat je gedaan hebt bij zijn rechten naam te noemen maar ik'kan je nooit die misdaad ver geven." iWor'di vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5