NIEUWE LElbSCHE COURANT vaM WOENSDAG n NOVEMBER 1925
TWEEDE BLAD.
«£3$
DE CHRISTELIJK SOCIALE
BEWEGING.
In no. 5 van het Christelijk Sociaal
economisch weekblad (Uitg. Drukkerij
Oranje-Nassau te Baarn) geeft Mr. P.
S. Gerbrandy een belangrijk artikel
over de Christelijk Sociale beweging.
Na eerst geteekend te hebben de
beillooze gevolgen van een maatschap
pijvorming in de 19e eeuw, politiek ge
grond op het staatkundig gelijkheids
beginsel der Fransche revolutie, soci
aal op den onderlingen wedijver der
werkende personen, technisch veels
zins op de machinale voortbrenging en
grootindustrie, vervolgt de schrijver:
Tegen die ontwikkeling, roept ge
aanstonds uit, is her Christelijk be
wustzijn in verzet gekomen en toen
is de wissel omgezet en dat is nu eigen-
iijk ook de ontstaansgrond der Chris
tel] jk-Sociale beweging waaraan wij
allen medewerken. Ik spreek het niet
in allen deele tegen, maar er is ook en
er is eerst iets anders gebeurd.
Er is een verzet opgerezen van den
mensch tegen den n-.ensch, van men
schen, die het schild wilden zijn voor
uitgebuiten en geëxploiteerden tegen
de uitbuiters. Het is altijd moeilijk te
zeggen in hoeverre dat verzet opkwam
uit de schare, de massa, de velen, dan
wel uit de weinigen, de enkelen. Leest
men van menscben als Zola, dan "ziet
men, hoe deze ook 't stomme maar in
wendig knagende, vloekende, instinc
tieve verzet, opgestapeld uit geslachten
van leed en onderdrukking, doet leven
bij velen.
Hoe het ook zij, het verzet rees. De
19e eeuw werd de eeuw van Lasalle,
van Marx, van Bakounin, de eeuw der
socialisten, de eeuw van het socialis
me als levensleer of, zooals het is ge
noemd, van het Calvinisme zonder God
Het sloeg aan, het pakte en er ge
beurde iets met de menschen. Ze leg
den soms hun werk neer, bij hoopen,
ze werden meer eis -hend, ontevreden
en ze kregen een ietwat beter kleed,
e*n minder tochtig huis, wat korter
werkdag, immers ook wat meer loon.
Ze dronken minder jenever en gin
gen zich om andere dingen bekomme
ren dan om hun d&geliiksch karwei.
Gf eigenlijk gezegd: ze gingen zich met
hart en ziel hekommeren om één g'roo-
te zaak. Om hun bevrijding uit den
greep der hoorigheid En alles wat nog
in hen levend was, werd opgeëischt
voor de beweging, de vrijmaking van
het proletariaat, do verwerkelijking
eoo al niet van een paradijs op aarde,
dan toch van een m^nschwaardig be
staan voor allen. En voor die beweging
gaven ze het beste, wat ze hadden, het
edelste wat een mensch bezit: de on
sterfelijke ziel.
Jk kan hiervan niet veel zeggen,
maar toch zult ge nog het best begrij
pen, wat ik bedoel, a it ik ter kenschet
sing dier beweging het woord geef aan
«•en van haar dichters, als hij in zijn
oundel „Uit stilte en strijd" opneemt
„De daad":
Wie graaft de glinsterende kolen,
Wie schept het schitterende zout,
Wie haalt uit diepe duistere holen
tiet gele glanzend zachte goud?
Dat zijn die in het donker graven,
Dat zijn de slovers en de slaven,
Dat is de zwarte kameraad
Dat is de daad?
fin wie die hunne vaandels vlechten
Tot eenen rozerooden band,
Die voor een nieuwe wereld vechten
Ën sterven voor 't beloofde land?
Dat zijn de .muiters en de makkers,
Ott zijn die taaie rooie rakkers,
Oat zijn de sloopers van den staat
Dat is de riaadl
,.Het socialisme komt op uit stoffe
lijk willen. Het doet een beroep op
vleesch en bloed. In zijn middelpunt
staat de verdeeling van aardsche goe
deren, zijn doel is een staatmaatschap-
pij. Zijn weg voert van de aarde tot de
aarde, zijn diepste geloof is opstand,
zijn sterkste kracht massale haat en
zijn laatste hoop aardsch welvaren".
En zoo had en zoo heeft een over
groot deel des volks voor de aarde en
het aardsche den hemel en het hemel-
sche vergeten én verloren.
Wanneer ge nu die twee dingen be
grijpt, dat wil zeggen, begrijpt, niet al-
let n met uw verstand, maar ook met
uw hart, ten eerste de zee van ellende
en onrecht verbonden aan de opkomst
der 19e eeuwsche maatschappij en ten
tweede het feit der overgave met lijf
en ziel door die duizenden van prole-
taren aan 'n beweging, die al de ener
gie, al de liefde, al de haat of om het
anders te zeggen, vleesch en bloed,
opeischte voor een stoffelijk, voor een
aardsch ideaal, dan begrijpt ge tevens
weer het ontstaan van die andere be
weging, waarvan onze Christelijk so
ciale actie een deel is.
Die andere beweging beteekent ook
verzet, onvrede en protest, maar ter
wijl haar ééne hand zich uitstrekt om
ir. te grijpen in aardsche en stoffelijke
verhoudingen, strekt haar andere hand
zich uit naar Jezus Christus ter rech
terhand Gods, om Hem vasthoudende,
op aarde de verbinding met den hemel
niet te verliezen, om op aarde vrij te
zijn en de schatten der aarde vrij te
maken voor al'e menschen, maar zoo
danig, dat ze schitteren in hemelsch
licht.
Daartoe nu zijn onze sociale bonden
geweest een vereenigingspunt,# een
saambinding, iu de eerste plaats van
werklieden met de hand en werklieden
met het hoofd, maar toch ook van al
len, die behoefte hadden om zich ge
zamenlijk te bezinnen en te beraden.
I)at bezinnen en beraden is geschied,
vele jaren aaneen. Met veel tekortko
ming, met onderling geharrewar soms,
met afzijdigheid va hen, die waren
voor een klassenstrijd op Christelijken
grondslag, met meegezogen worden
van anderen in het zog der be
weging, die ik straks teekende, met
opstaan, met al de kleinheid, die ons
misverstand van niet willen en niet
kunnen hegrijpen, met vallen en met
menschen kemherkt, die zoo diep ge
vallen zijn, dat alleen daarin onze
grootheid doorstraalt, dat wij onze el
lende verstaan.
Maar die beweging, zooals ze ge
weest is, dat erkent men thans in
Christelijken kring bijna algemeen, is
geweest tot behovd onzer Christelijke
samenleving.
BINNENLAND.
Mr. D. J. Jitta f
In den ouderdom van 71 jaar is te
's-Gravenhage overleden het lid van
der. Raad van State, mr. D. Josephus
Jitta.
Staatsraad Josephus Jitta heeft ge
durende ruim 12 jaren zitting gehad
in dit Hooge College. Als een persoon
lijkheid van naam op het gebied van
internationaal recht, volgde hij in dat
college wijlen Professor Asser op. Voor
dat de thans ontslapene in dat hooge
ambt werd benoemd, was hij bijna 20
jaar lang hoogleeraar aan de universi
teit te Amsterdam, waar hij meer spe
ciaal het internationaal privaatrecht
en handelsrecht doceerde. Ook aan de
ze hoogeschool was hij opvolger van
prof. Asser.
In den Raad van State had Mr. Jo
sephus Jitta laatstelijk zitting in de
afdeeling Buitenlandsche Zaken, Jus
titie en Arbeid, Handel en Nijverheid.
Onderscheidene boekwerken, vooral
op het gebied van het internationaal
privaatrecht en wisselrecht verschenen
van zijn hand.
Ook is hij voorzitter geweest van de
Staatscommissie voor het internatio
naal privaatrecht en een paar jaar ge
leden heeft hij de in het Vredespaleis
gehouden bijeenkomst geleid van de
Law Association.
In vroeger jaren heeft de heer Jose
phus Jitta o.m. ook gedurende eenigen
tijd zitting gehad in den Amsterdam-
schen gemeenteraad en in de Provin
ciale Staten van Noord-Holland.
Zijne verdiensten jegens den Lande
werden indertijd erkend door zijn be
noeming tot Ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw.
De onbewaakte overwegen.
De directie der Nederlandsche Sp.-
wegen heeft aan het R. K. Werklieden
verbond op een request omtrent onbe
waakte overwegen het volgende geant
woord
„In antwoord op nevenaangehaald
schrijven deelen wij u mede, dat er
voor de waarschuwing bij onbewaak
te overwegen door middel van lichtsei
nen of schellen reeds verschillende in
richtingen zijn uitgedacht of beproefd
Wij zijn echter van meening, dat de
ze het gevaar bij onbewaakte vergroo-
ten, omdat zulke automatische toestel
len niet zoodanig te maken zijn, dat
weigeren is buitengesloten en dat in
dit geval het publiek, dat op de toe
stellen vertrouwt, zich aan 'n grooter
gevaar blootstelt dan wanneer men
weet op eigen oplettendheid te zijn
aangewezen. Wij zijn daarom niet voor
nemens tot toepassing van zulke toe
stellen over te gaan."
't Spreekt vanzelf, zoo besluit de me-
dcdceling van het R.K.W.V. dat met
dit antwoord de zaak niet als afge
daan kan beschouwd worden.
Men denke zich van een standpunt,
als door de Directie der Nederlandsche
Spoorwegen ten opzichte van de onder
havige kwestie ingenomen, de conse
quenties eens in.
Verwarming in locaal treinen.
De directie der Nederlandsche Sp.-
wegen heeft bepaald, dat kleine (lo
caal} treinen niet zöo sterk meer mo
gen worden verwarmd als in het win
terseizoen anders het geval pleegt te
zijn. Bij zachte temperatuur moet de
verwarming zelfs geheel worden afge
sloten.
Hooge grondprijzen.
Bij de aan dei; Langendijk gehou
den publieke verkooping van verschil
lende perceelen tuinbouwgrond zijn
buitengewoon hooge prijzen besteed.
Sommige perceelen brachten tot f8700
per H.A. op. Tot nu toe werd voor het
land f 60007000 gegeven, zoodat de
prijs voor het land vêèl is gestegen en
dat ondanks het feit, dat de tuinbouw
thans ongunstige tijden doormaakt.
Uit het Sociale Leven.
Werkloozen naar België.
De hoofdbesturen van de moderne,
christelijke en katholieke land- en
vecnarbeidersbonden zijn Zaterdag en
Maandag in audiëntie ontvangen door
den Alinister van Arbeid en van Bin-
n^nlandsche Zaken en Landbouw ter
toelichting hunner Lezwaren tegen de
plaatsing van gehuwde werkloc.ze ar
beiders in België.
Van arbeiderszijde werd erkend, dat
verplaatsing van arbeidskrachten uit
de provincie Drente in het algemeen
haar goedkeuring wegdroeg, maar dat
in het onderhavig geval die verplaat
sing ongewenscht en onmogelijk was,
zulks in verband met de lage loonen in
België, de onvoldoende steunbedragen
aan de achterblijvende gezinnen, en
het tijdelijk karakter der verplaatsing.
Aangedrongen werd op hoogere
steunbedragen en op herplaatsing in
oe werkverschaffing van een 70-tal
arbeiders, die onder de gegeven om
standigheden aanvaarding van arbeid
in België weigelden. Afgekeurd werd
nog de wijze, waarop de aanwijzing
van werklooze arbeiders bij binnen- en
buitenlandschen arbeid dikwijls ge
schiedt. Men drong aan op meer en
regelmatig overleg tusschen de regee-
ïingsbureaux en de betrokken vakbon
den.
De minister zegden op verschillende
punten onderzoek en overwegingen
toe.
Chr. Postpersoneel.
ïn de vacature van hoofdbestuurs
lid van den Ned. Bond van Cr.-Prot.
Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel
„Door Plicht tot Recht", ontstaan door
het bedanken van den heer A. de Gel
de r, is gekozen de lieer B. Terlouw, be
stuurslid van de afdeeling van dien
lond, te Den Haag.
UIT ONZE INDIEN.
Aardschokken te Padang.
Op den 6en Oct. j.l. omstreeks tien
minuten voor zessen werden de bewo
ners van Padang opgeschrikt door een
lievigen aardschok, die slechts een
paar seconden duurde.
De schok was zoo zwaar, dat de wo
ningen op haar grondvesten trilden en
in sommige huizen vaasjes en andere
voorwerpen van de kasten vielen.
De eerste schok werd gevolgd door
een tweeden, die niet zoo hevig aan
kwam.
Later op den avond waren herhaal
delijk lichtere schokken merkbaar.
Omtrent den oorsprong van deze
schokken is tot dusver niets bekend,
schreef de „Sum. Post".
Geloofsrelletjes.
In den laatsten tijd is op Java een
godsdienstige beweging gaande, onder
den naam Igama Djawa, die zich ge
heel van den Islam afwendt en, gelijk
begrijpelijk is, b.v. bij de S. I. op ver
weer stuit. Zoo zouden in het Tjiamis-
sche de S. I.'ers er niet tegen opzien
om de woningen van de volgelingen
van de nieuwe leer in brand te steken,
terwijl b.v. in de afdeeling Koemingan
(Cheribon) aan de begrafenis van over
leden I. D'ers moeilijkheden werden in
den weg gelegd. Uit Taschmalaja
meldde Aneta aan de Deli bladen:
„In de dessa Tawangbanteng, in het
district Tasikmalaja werden bij door
Moslims uitgelokte geloofsrelletjes
acht woningen van leden van de Iga
ma Djawa vernield. De politie stelt een
onderzoek in.
Arbeidstoestanden in Sumatra.
Naar Aneta vernam ondervindt men
bij verschillende takken van dienst in
die streken van Zuid-Sumatra, waar
de bevolkingsrubber een toestand ge
schapen heeft van financieelen over
vloed, moeilijkheden bij het het ver
krijgen van arbeidskrachten onder de
inwoners.
Sommige werkzaamheden kunnen
slechts voortgang vinden, door belang
rijke overschrijdingen van de begroo
ting, welke, voor de jaarlijksche terug
komende uitgaven gebaseerd is op het
gemiddelde van die, gedurende de laat
ste drie jaren, bijgevolg geheel niet in
overeenstemming met de tegenwoordi
ge conjunctuur in die gebieden.
Aangezien het onwaarschijnlijk is,
dat in deze tijden van bezuiniging het
land zich buitengewone offers zal ge
troosten, wordt als een middel om
hieraan te ontkomen beschouwd, een
staking der werkzaamheden.
Een merkwaardige bloem.
Uit Fort de Koek schreef men aan de
Sum. Bode":
Alhier is sedert enkele dagen in
het Tellingspark, aan-den rand van het
Karbouwengat, een bloemknop van een
Amorphophallus Titanum te zien.
Buitendien nog een aantal exemplaren
in blad.
Deze planten brengen slechts een en
kei blad of een enkele bloem tegelijk
voort. De knol of beter gezegd bol.
waaruit de plant te voorschijn schiet,
kan bij volwassen exemplaren een
enorme grootte bereiken, zoodat twee
man noodig zijn voor het vervoer.
Deze merkwaardige planten werden
door den controleur van Fort de Koek
oen heer Rockmaker van Si Pisang
medegebracht. De knop ontvouwt zich
binnen enkele dagen tot een reuzen-
bloem.
De Amorphophallus Titanum is niet
te verwarren met een andere reuzen-
bloem: de Rafflesia Arnoldi. Eerstge-
genoemde behoort tot dezelfde plan
tengroep als de kladie.
Een kleinere soort Amorphophallus
is op Java zeer algemeen en bekend
onder den naam: kembang bangke (lij
ken-bloem). Alle leden van het ge-
ölacht Amorphophallus verspreiden
gedurende den bloei een ondragelijken
stank.
UIT DE COMMUNISTISCHE PARTIJ
In de „Tribune" vestigt Dr. J. A. N.
Knuttel de aandacht op het feit, dat
sinds de partij-conferentie, de partij als
organisatie niet meer functioneert, dat
de leden absoluut geen zeggenschap heb
ben in de daden van hun partij. Men
kan de zaak keeren of wenden zooals
men wil, er is niet aan te ontkomen dat
dit P. B. niet steunt op de meerderheid
van de partij. Dit nu is een onhoudbare
toestand. De straffe discipline aan het
centrale gezag, die onmisbaar is vóór
een C.P., is ónmogelijk (ieder marxist
moet dit beseffen) zonder de tegenpool
van het zelfbeschikkingsrecht. Als deze
laatste verdwijnt, verliest het partijle
ven, het vergaderen, zijn zin. De partij
moet haar eigen vertrouwensmannen
kunnen kiezen. De Executieve heeft het
recht tegen gekozenen haar veto te
laten hcoren, maar zij kan de partii
niet, zonder haar te verlammen, ver
trouwensmannen opdringen. Tusschen
een opgedrongen of bijeengeraapte lei
ding en de partij ^kunnen de onmisbare
banden niet ontstaan en van zulk een,
niet op de meerderheid steunende lei
ding, lijkt elk ingrijpen een geweld
daad.
Deze geweldddaden nu, zijn boven
dien geheel overbodig. Niet, omdat de
tucht goed is, maar omdat er eert ander
middel is om haar te herstellen: een
congres.
Waarom vreest, ontwijkt men een
congres? Het zal er heet toegaan, wie
weet, of er geen klappen vallen, er
zal een chaos van meeningen naar vo
ren komen. Maar het eind zal moeten
zijn, dat men tot een resultaat komt en.
een leiding kiest, waarvan de autori
teit dan aoor niemand meer betwist
kan worden.
Vreest men ,dat een congres zich
tegenover de politiek van de Internatio
nale zou stellen? Het is te mal om
los te loopen. Onze afdeeling staat,
bjjna geheel, scherp tegenover dit P.B.
zij is het niet eens met de toepassing van
de zeer juiste vakvereenigingspolitiek
der Internationale op Nederland, maar
zij aanvaardt deze toepassing, onder
verantwoordelijkheid van de Executieve
En andere verschilpunten zijn er niet.
Maar bovendien, op de partijconferen
tie is uitdrukkelijk verzekerd, dat deze
leiding slechts provisorisch zou zijn en
een dergelijke belofte van de Executie
ve aan een partij moet (al zou de
vertrouwensman te ver zijn gegaan)
worden ingelost.
Een congres alleen kan de partij groo
tendeels herstellen. Bedenkt, partijbe
stuurders, dat u binnenkort gevraagd
kan worden: wat hebt gij van de G.
P. H. gemaakt?
In een onderschrift van de door de
tegenwoordige leiding aangestelde re
dactie wordt o.m. kort maar krachtig
verklaard
Tot aan ons volgend congres is de
leiding bij dit P. B., en dit heeft er
voor te zorgen, dat degenen, die de
lontbindingsbacil in onze rijen willen
dragen, onschadelijk worden gemaakt.
De heer Knuttel heet een sectariër,
die zeeziek is geworden, nu het schip
der C. P. zee heeft gekozen, en zich
toch telkens aan dek vertoont, om de
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
90)
HOOFDSTUK XLIX.
Man en vrouw.
Zij waren thans alleen man en
rrouw!
Toen de deur achter den verrader
svas gesloten, ging Lady Arden naar
iaar man toe. Zij keek hem aan.
„Leo" zei zij, „zeg mij mijn oordeel-
Set is alles waar, ik ben ik was
Tester Blair."
„En nu ben je Alice Arden" zei hij.
„Waarom heb je mij bedrogen?"
„Omdat ik je liefhad, en in heel mijn
#eklagenswaardig bestaan heb ik
ïooit iemand lief gehad."
Hij keek haar scherp en onderzoe-
iend aan.
„Jij bent de vrouw" zei hij, „die voor
le oogen van een nieuwsgierige me
nigte heeft terecht gestaan. Jij bent de
#rouw, diq beschuldigd bent geweest
fan je man te hebben vergiftigd en die
tlleen van den dood werd gered, om-
lat de ontzettende feiten niet voldoen-
le konden worden bewezen. En jij hebt
toegelaten, dat ik jou tot mijn vrouw
naakte, dat ik jou mijn geëerden, ou-
len naam gaf. Wetend wie je was en
tvat je was, liet je toe, dat ik je aan
mijn vrienden voorstelde als een van
de edelste vrouwen van het land. Waar
om heb je dat gedaan??"
„Omdat ik je lief had" antwoordde
zij weer „ik had je lief."
„Een wonderlijke, schaamtelooze
liefde" zei hij. Geen woord van woede,
hartstocht of verwijt.kwam over zijn
lippen. Hij was alleen doodelijk kalm
en ongenaakbaar koud.
„Je hadt mij de waarheid moeten
zeggen, toen ik je vroeg met mij te
t. ouwen" ging hij voort.
„Ja, dat had ik moeten doen God
alleen weet den ontzettenden strijd, die
er in mijn hart is geweest. Maar ik
was nooit gelukkig geweest cn ik ver
langde zoo naar geluk en liefde. Ik
had je zoo lief, Leo. en ik wist, dat
als ik het je vertelde, jc dan niet met
mij zou trouwen."
„Neen, werkelijk niet. ik zou alles
liever hebben gedaan dan dat. De Ar-
dens nemen geen eerlooze vrouwen tot
echtgencote."
„Ik verlangde zoo om gelukkig te
worden" zei zij ,,om te weten, wat ge
luk beteekende. En Leo, ik begreep
niet, waarom ik heel ntijn lcTen zou
moeten lijden, omdat de v.erekl een
vergissing had begaan, een mij ge
luk en liefde werd eet eden. waarom
zou ik die net aannemen. Waarom zou
ik die aan mij laten voorbij gaan? Ik
had geen kwaad gedaan."
„Stil!" zei hij streng.
Ik had geen kwaad gedaan o,
Leo, fe kunt toch niet denken, jij, die
mij hebt lief gehad jij kunt toch
niet denken, dat ik die vreeselijke mis
daad heb begaan? Zoo onrechtvaardig,
zoo wreed kun je toch niet zijn?"
„Herinner je je" vroeg hij, „een ge
sprek. dat wij eens over ditzelfde on
derwerp hadden? Hoe weinig droomde
ik er toen van, dat ik over jou sprak."
„Ik herinner het mij" zei zij wanho
pig.
„Waarom heb je het mij toen niet
gezegd?" vroeg hij.
Om dezelfde reden niet, Ik had je
zoozeer lief, 4iat ik vreesde je te zul
len Verliezen
„Ik had het niet voor mogelijk ge
houden'-zei hij, „dat een vrouw met
zulk een lief, schoon gelaat bedrog en
misleiding zoover zou kunnen door
voeren."
.O T -o, heb meer medelijden met
zij uit.
het niet kunnen,, mijn heele
ctand tegen je. Je herin-
w gesprok?'/
wcordde zij snikkend.
„Leiinner ie je ock wat ik heb g1
zegd, dat ik ieder woord, van het pro
ces heb gelezen en dat de conclusie,
waartoe ik kwam, was, dat Hester
Blair schuldig was?"
„Dat heb ik gezegd" snikte zij.
„Ik heb nog dezelfde overtuiging"
ging hij voort, ,en die zal nooit ver
anderen."
Zij hief haar blanke armen met een
wanhopig gebaar omhoog.
„Maar" riep zij uit, „is er dan voor
mij geen recht in den hemel en op aar
de? Geen recht geen medelijden?
Waarom daalt er geen vuur van den
hemel om te bewijzen, dat ik die mis
daad nooit heb begaan?"
De misdaad waarvan je werd ver
dacht, beschuldigd, al kon die niet be
wezen worden" zei hij.
Zij ging naar hem toe en keek hem
recht in het gelaat.
„Leo, Leo!" riep zij uit, „o luister
toch en geloof me! Ik verklaar, dat
ik geen deel heb aan den dood van
August Graham Blair Ik had hem niet
lief. Ik voelde een afkeer van hem en
ik was een ongelukkige vrouw, maar
ik verzeker je plechtig, dat ik niets
af weet van het vergif, waardoor hij
is gestorven. Ik weet evenmin als jij.
wie het deed en waarom. Geloof je me,
Leo?"
„Neen" antwoordde hij, „ik heb m'n
oordeel gevormd en jou woorden kun
nen dat niet veranderen. Ik geloof je
niet! Ik ben overtuigd, dat Hester
Blair haar man heeft vergiftigd en om
dat ik dat geloof, nemen wij voor al
tijd afscheid."
Zij deed met een weeklacht "rtm
smart een schrede terug, die hem deed
schrikken.
.Afscheid! O Leo dat kun je niet
meenen doe alles met me wat je wilt,
maar zend me niet van je weg."
„Ik heb geen aandeel in den moord"
zei hij op koelen toon.
„Leo!" riep zij uit ,als je niet ge
loofde dat ik dat ik dat vreeselijke
gedaan had, zou je mij dan het an
dere 'vergeven? Zou je mij vergeven,
dat ik mijn verleden voor je heb ver
borgen, dat ik je edelmoedig vertrou
wen in mij heb geschonden, als je mij
niet voor schuldig hield aar; een veel
grootere misdaad?"
Hij zweeg eenige oogenblikken en
zei toen langzaam:
„Ja, ik denk, dat ik je daar genoeg
voor liefheb. Ik zou je kunnen verge
ven de misleiding, de geheimhouding
het bedrog, om wat je gedaan hebt
bij zijn rechten naam te noemen
maar ik'kan je nooit die misdaad ver
geven."
iWor'di vervolgd)