NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 30 OCTOBER 1925 giers in hun hemdsmouwen een luchtje scheppen op de perons, heeft zoo'n zondoorgloeide postwagen veel van 'n oven .Maar hoe de amosferische en temperatuursomstandigheden ook zijn, er moet gewerkt worden, en hard ook. I Immers, de post die aan een station ontvangen wordt, móét bij de aan komst aan het volgende station uitge pakt, gesorteerd en weer iogepakt zijn. De afstanden zijn maar klein, en de be zuiniging heeft het aantal ambtenaren tot het minimum teruggebracht. Dus is tot het minimum teruggebracht. Dus is het voor elk station weer een jachten onder hoogen druk, om alle zakken de deuren open, haastig wordt alles dicht en verzegeld te krijgen; dan gaan naar buiten gewerkt, en even haastig worden de aangebrachte.zakken naar binnen gesleept, want de man-met-het spieglei kijkt al verstoord den kant van het postrijuig uit: de trein moet de trein stoomt op, en in het vportja- gend postkantoor i« alles weer drukte en beweging. Een kalm baatnje kan men de func tie, van conducteur der brievenmalen dus moeilijk te noemen. Toch is ze wel in rek. Het stof en de wame, de misère 's winters als de stoomverwarming het weer niet doet ofer geen kolen zijn in de wagnns zonder radiatoren, zelfs het uren te laat thuiskomen door treinvetragingen, het wordt alles wel weer goedgemaakt door het vrije, zelfstandige lven, veel meer animee- rend dan de dagelijksche sleurgang een altijd op dezelfde plaats staand postkantoor. Men komt eens buiten de stanplaats, hoort en ziet van alles, en is daarom wel graag „op den wagen". GEMENGD NIEUWS. Dood. el ij k aut o-o n g e 1 u k. Het dochtertje van ,W> Snijders te .Buinen is door een auto aangereden en de gevolgen daarvan overleden. De vuisttriomf. Jack Demp sey heeft een bezoek gebrachtaan d e stad Mexico. Deze stad bereidde den bokser zulk een ontvangst, dat troe pen met gevelde bajonet te hulp moes ten geroepen worden om hem te be schermend Aan het station ontstond n.l. onder de boksenthousiasten, die allen den beroemden man wilden zien, een zoodanig gedrang, dat relletjes ontstonden en Dempsey gevaar liep. Nadat de gealarmeerde troepen de noodige klappen hadden uitgedeeld, kon de orde hersteld worden. R o t k r e u p e 1. Onder de scha pen1 van den veehouder M. te Edam is rotkreupel geconstateerd. B eleenïng van auto's Naar aanleiding van het fe|it, dat bij' de Gem. Bank van Leening te 's Graven- hage in den laatsten tijd talrijke ver zoeken binnenkomen voor het bèlèe- nen van auto's vernemen we, dat ge noemde Bank in dezen gaarne met haar tijd zou meegaan en auto's als pand zou willen aanvaarden. Hiervoor is echter eerst de goedkeuring vain den Raad noodig, zoodat men een des betreffend voorstel binnenkort kan verwachten. Roo ver sov er val. Reuter seint uit Hongkong: Bandieten zijn in den nacht te Canton een middel bare school binnengedrongen en heb ben 50 leerlingen en vier leeraren ont voerd. De Russische beg rooting. Volgens officieele mededeelingen uit Moskou beloopt het totaal der be grooting voor het financieele jaar '25- '26 3.788 millioen roebel meer dan verleden jaar. De begrooting voor het commissa riaat van oorlog bedraagt 624 mil lioen roebel ot I6V2 percent van het geheele budget. Romantisch proces. Te Edinburgh is een romantisch proces begonnen. Alexander Grant, een rus tend onderwijzer, 70 jaar oud, heeft n.l. een eisch ingediend om erkend te wordena ls de oudste wettige .zoon van den zevenden Earl of 'Seafieldt Hij beweert dat hij geboren is uit het huwelijk, volgens het Schotsclie gebruik tusschen den burggraaf en Karoline Blantyre in 1845 te Sloop at Sea gesloten. Zijn geboorte werd echter volgens hein geheim gehouden. De eisch wordt betwist door de te genwoordige gravin van Seafield, die den titel en bovendien het inkomen uit het grondbezit van ruim 300000 acres geërfd heeft. Familiedrama. Op één der kerkhoven te Berlijn waren twee zus ters betrapt geworden op zakkenrollen. De oudste der twee - zusters, een 22-jarig meisje, had een uitnoodiging van de politie ontvangen om zich tot het ondergaan van een verhoor aan te komen melden. Bewoners van het pand, waarin de familie van het meisje woonde, na men Maandag een sterke gaslucht waar. 1 De politie werd met de zaak in ken nis gesteld en vond het meisje en haar zuster benevens haar vader, een vroegeren oninibusconducteur, dood in hun woning liggen. Zij' hadden afscheidsbrieven geschre ven en zich daarna met gas vergif tigd. Abd el Krim als dichter. 1 Onder de strijdende Rifkabylen is op het oogenblik een lied in omloop dat, naar de soldaten beweren hun leider zelfheeft vervaardigd, en dat als volgt luidt: EénËngelschman is een sportsman. Twee Engelschen zijn een dronken zoodje. Drie Engelschen een Britsche ko- foniei.j Eén Spanjaard is een Don Qui- chotte. Twee Spanjolen zijn Don Quichotte en Sancho Pansa). Drie Spanjolen zijn een ongeluk. Eén Rifkabyl is een goed schutter. Twee Rifkabylen zijn een bataljon. Drie Rifkabylen, dat is AnnuaJi. Het boosaardige van dit liédje komt pas tot zijn recht als men zich de groote nederlaag herinnert, die# de Spanjaarden bij Annual hebben ge leden, toen Abd el Krim een ge heele Spaansche divisie als krijgsge vangenen meevoerde. Teruggegeven. Begin dezer maand was ten nadeel©^ van P. B. te We esp, uit een kast in zijn woning f55 pntvreemd. Als verdacht van dezien died: stal nam de chef der politie, Krap, een bewoonster van diein weg in ver hoor, tegen wie sterke vermoedens ge rezen waren. Ze bleef echter pertinent ontkennen. Dezer dagen kreeg Krap een anonieme briefkaart toegezonden, geadresseerd als volgt: „Krap1, Politi Boureu, We esp". Het adres was met potloodschrift in drukletters geteekend Op dezelfde wijze was de briefkaart voorzien van de volgende mededeieling „Krap, ik heb Bos zijn f 55 terug gestuurt en ie zal nooit te weten kom men wie ik Den in een groen envelop met buitenlandsche postzegel heeft het ontvangen en anders moet het op het postkantoor zijn A v B 6 October heb ik de f 55 terugge- istuurt. A v B Je zult mij nooit vinden." Na ontvangst dezer kaart stelde de chef der politie onmiddellijk een onder zoek in ten huize van idem Bestolene, wien, nadat hn bovenstaande verno men had, een licht opging. Inderdaad had hij twee weken geleden een groene envelop per post ontvangen, welke hij echter geweigerd had, daar ze met 20 cent strafport belast was. De brief ging dus, aangezien geen afzender(sterj be kend was, via het postkantoor te Weesp naar het Hoofdbestuur der Posterijen in Den Haag, waar hij nu werd opge vraagd en door B., in gezelschap van den chef der politie, aan het postkan toor te Weesp in ontvangst genomen. De enveloppe, waarop inderdaad een buitenlandsche postzegel prijkte, werd opengesneden en het gestolen geld 11.I. een bankbiljet van f 2£ en 3 Bil jetten van f 10 bleken er in te zitten. De toekomst zal leeren, of de veron derstelling, dat de politie nimmer te weten zou komen, wie de kaart geschre ven heeft, juist is. RECHTZAKEN KANTONGERECHT LEIDEN. :Voor de openbare zitting kwamen op de rol voor 82 zaken, voor niet- openbaar 4 zaken. L. v. F., landbouwer te Zoeter- woude, heeft met een voorwaardelijk goedgekeurd rund na de slachting niet zoo gehandeld als voorgeschreven is, waarover gehoord worden als getuige de veearts Fros en de keurmeester Hertog. Eisch f 10 of 10 dagen. 1 L. V. d. H., shager te Zo eter- wou de, heeft zulk vieesch gezouten in voorraad gehad, dat echter bij on derzoek ondeugdelijk bleek. De keurmeester Hertog had het ge constateerd, de veearts Fros had het onderzocht en was tot bovengenoem- )de bevinding gekomen. Eisch eveneens f 10 ot '10 tiagen. L. W. F., veehouder te Leider dorp, is ten laste gelegd gchapen in de weide loopend gehad te heb ben onder de gemeente Oegstgeést, lij dend aan schurft zonder daarvan aan gifte gedaan te hebben. Bekl. beweerde dat hij het had laten onderzoeken en gezegd was dat [het geen schurft was. Getuige Zwart inspecteur Artsenijkundige dienst, had anders bevonden. C. Hoogeboom, koopman te Leider dorp, heeft een der schapen gekocht {voor goed, en heeft er groote schade Van gehad met een bekeuring voor het ter markt brengen op den koop toe. 'Eisch f20 ot '10 dagen. J. J. K., loopknecht te Dei dien, heeft snel en roekeloos rijdend zon der signaal te geven, op den Hooge- .woerd, getuige A. Steij'n-Holtkaittp, 'aangereden, die gevallen was en scha de aan haar rijwiel had opgeloopem De aangeredene had later beklaagde voorgesteld de helft van de kosten te betalen, waarmede bekl. genoegen nam, terwijl hij .nog bereid gevonden was dit te vergoeden. Z'n loon was ech ter niet hoog. en hij kwam zonder betrekking zoodat die f3.75 hem nog wel een last waren. Eisch f 10 ot 10 dagen. De kantonrechter raadde aan het met getuige te schipperen. Zij leek nogal goedmoedig, en aat zou nog al van invloed op de uitspraak zijn. 'A'. A. M., koetsier te Leiden, zou op het Rapenburg een auto aange reden hebben door onvoldoend uit halen. Getuige Krouwel, van Sassen- heim, wiens auto het betrof, had zoo ver mogelijk uitgehaald en gestopt, wat zijn echtgenoote eveneens verklaar de. Beklaagde en een getuige k 'dé charge vertelden dat zij' zelfs binnen ;de boomen uitgehaald hadden, doch dat getuige Krouwel, door het schie lijk uithalen en. daarna stoppen met zijn auto schuin over-den weg was komen te staan, waardoor de achter hielen geraakt werden. De eisch f6 of 6 dagen vond beklaagde, die ?t zelf betalen moest wel wat hoog, terwijl (hij zich geen schuld bewust wals. 'C. v. d. KL, een jonge timmerman te Leiden, had op de Prinsesse- kade wat achteloos en roekeloos op Oen fiets gereden, en daarbij een man overreden. Getuige de Moed had *t gezien en vertelde het uitvoerig. Ge tuige v. d. Berg, de aangeredene, ver telde dat hij een bloedende wonde 'had gekregen en zijn broek gescheurd was, doch 'twas een geschikte jongen On hij 'had de schade behoorlijk ver goed. Eisch f5 of 5 dagen. yV. Z., koopman te Leiden, heeft op de Haarlemmerstraat met een auto gereden zonder signaal te geven en een man aangereden, die oversteken wilde. Getuige Spaa, een bejaard per soon, die aangereden was, had hevige hoofdwonden opgeloopen, ofschoón eenige zakken, die hij bii zich had, als stootblok gediend hadaen. Bij kap per Wijnbeek binnengedragen, was hij" zoo 1 iefderijk behandeld, en zoo dank baar er nog zoo afgekomen te zijn, dat hij de verbaliseerende agent gesméékt 'had, nu hij gespaard was gebleven, 'dit ook de chauffeur te doen. P. Teske kappersbediende, als getuige gehoord, bevestigde een en ander; hij heeft ook geen signaal gehoord. Beklaagde blijft beweren, deze wel gegevén té hébbén Eisch f5 ot 5 dagen. Bekl. had vrijspraak gedacht, en zou in ieder geval nog liever de f5 aan AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 30 October 1025. Alles wat links staat heeft het bij da behandeling van de bioscoopwet in de Tweede Kamer opgenomen voor da „vrijheid." Waar dat in de practijk heengaat, blijkt wel uit wat het Hdbl. onlangs vertelde van een Duitsche klucht, die in een van de Amsterdamsche theaters werd opgevoerd. Volgens dit blad was het een klucht ..die niets om het lijf heeft en waar van alleen valt op te merken, dat men goed doet alle jongelieden op een kilo meter afstand ervan te houden; zoo veel „pikanterie" om het zacht te zeggen bevat ze." Men doet goed alle jongelieden op een kilometer afstand te houden van wege de pikanterigheid. Maar toch wordt er aan toegevoegd, dat het stuk gered' wordt door spran kelend spel en dat wie graag lacht en zich niet te gauw ergert, zich bij de opvoering zeer zal amuseeren. Zie, dat is nu de hooggeroemde vrij heid in de practijk. Zelfs van moreele censuur moet men niets hebben. Maar goed dat een poging gedaan wordt om althans het bioscoop-gevaar te beperken. OBSERVATOR. de aangereden getuige geven dan aan 'het gerecht. C. R., koopman te Amsterdam, heeft te Leiden de overweg van den Spoorweg met een auto overgereden terwijl de boomen al schuin stonden, en het signaal „halt houden" al ge geven was. Beklaagde wist niet dat zulks hier gebruik was. Hij meende dat hij nog ruim kon passeeren. Getuige M. N. boekhoudster te L'eiden,Js daarbij aan gereden, doch de auto reed niet hard, en de schade yilde beklaagde vergoe den. Th. Heuzen, conducteur te Lei den, kwam van het kantoor, had het signaal gehoord en hard gelcopen om nog over te komen. Hij had ook aan dacht geschonken aan de auto, die nogal hoog was, benieuwd of die er onder door kon. Gelijktijdig zag hij een .juffrouw met een parapluie, die aangereden werd, viel, doch de auto 'stond direct stil. Hij vindt het niet onmogelijk dat iemand door het door blijven loopen van voetgangers mis leid wordt, vooral als hij niet weet, dat de slagboomen nog een rust-pe riode meemaken. A'. Brinks, seinwach- ter, heeft er niet veel van gezien, faijl heeft enkel acht gegeven op de boo men. Hij' wil niet ontkennen, dat het publiek altijd te lang blijft doorloop pen. De ambtenaar scheen het geval' nogal ernstig op te nemen en eischte f50 of 20 dagen. Beklaagde kon zich' het feit' niet zoo ernstig indenken,, vooral waar geen opzet, doch onbe kendheid eigenlijk oorzaak waren van 'het, ongeval. A. O., koopman te Katwijk, heeft 2 honden, die hij! niet gemuil band had, ondanks de opdracht daar toe van den burgemeester. Ook had den de hónden achter een rund in de weide gejaagd. Beklaagde voldeed niet aan het aanleggen van muilbanden, omdat de dieren nooit een mensch! kwaad doen. Zijn honden waren zelfs makker dan de politie. Eisch f10 of 10 dagen. S. H., chauffeur te Den Haag, heeft op den Morschweg gereden waar zulks niet mocht. Beklaagde moest aan een inrichting aan dien weg ge legen zijn. Eisch f4 ot '4 dagen. M. B., koopman te Leiden hoor de voor een nondenkarovertreding f3 of 3 dagen tegen zich eischen. K. I., te Noord wijk is ten laste gelegd een vuurwapen achter zijn wo ning te hebben afgeschoten. Eisch f5 of 5 dagen met teruggave van het geweer. N. v. E., te Rijns burg, is des avonds van het land gekomen met een voertuig dat niet verlicht was, waarvoor f 2 of *2 dagen werd ge- eischt. TWEEDE BLAD. J-■ ..m.!. Uit het Sociale Leven.- Van een „gewonnen" staking. De socialistische bladen doen hun best om hun lezers te suggereeren dat door de staking bij de fa. Smit 1 te Rotterdam een groote overwinning werd behaald. Men s preekt van „de nederlaag der trotsche metaalbewerkers" van „de klappen, die de patroons opliepen" en van de overwinning der moderne organisatie die zonder de hulp der Christelijke organisaties werd benaaid. Dit gesnoef geeft aan de N. R. Crt. aanleiding eens even de balans van dit conflict op te maken. Er is nu gedurende 3 weken ge staakt. Al dien tijd is er een uitkee- ring aan de stakers gedaan van on geveer 1/3 van het loon, dat zijl ge noten Zij gaan nu weer tot 4 Novem ber aan het werk op de oude voor waarden, zoowel wat den werktijd van 56 uur als wat loon betreft, behalve 100 man, waaronder 25 tot 30 geweld plegers en onruststokers, die niet meer zijn aangenomen en er geheel uit lig gen. ,Van 4 November tot 15 Decem ber het opleveringstijdstip van dén ijsbreker wordt de werktijd van 56 'uur tot 53 uur verminderd, maar het oude Weekloon blijft. Tegenover de nadeelen van 3 weken leven op i 1/3 van het loon en het ontslag van 100 man staat dus het voordeel van een vermindering van den werktijd gedurende B weken met 3 uur, d.w.z. }/z\ uur per dag. 1 Ziedaar de overwinning. Een over winning," die dan nog het brandmerk draagt, dat zij; behaald is met schen ding ook naar het, door de Voor waarts verzwegen, oordeel van den rijksbemiddelaar van het bij 'de ver- leening van hét overheidssubsidie voor den ijsbreker gegeven woord om 56 uur 'te werken. De stakers hebben voorwaar wel reden om hun leiders. voor deze praestatie dankbaar te zijn. En wat zullen die 100 op straat staan de arbeiders zich als „overwinnaars" gevoelen. Van het opschrift ,„Een be vrijdende daad" dat Het Volk boven zijn hoofdartikel over het Rotterdam- sche conflict zet, zullen zij meesmui lend kunnen opmerken, dat zij 'inder daad op de radicaalste wijze „be-_ vrijd" zijn, ojn aan ellende ten prooi te vallen'-'. Tot zoover de N. R. Crt. Dat de „overwinnaars" zich niet be paald lekker gevoelen blijkt ook wel ,uit 'de Wijze waarop men tegen de z.g. onderkruipers te keer gaat, waar bij men zelfs zoover gaat enkele per sonen- met naam en toenaam te noe men. Mocht, wat niet mogelijk is, een óf andere'misleide staker in zijn sta'k- keriigheid dwaze dingen doen. en zijn woede olp bepaalde personen koelen, dan weeft men nu reeds waar de eigen lijke schuldigen aan dergelijke wanbe drijven zitten. Ijitusschen verandert al het ge juich over de z.g. overwinning en hét gescheld tegen de werkwilligen niets aan h!et feit, dat de „moderne bond" tweemaal .achtereen een gevoelige ne derlaag heeft geleden. DE POST IN DEN TREIN. Daarvan vertelt in een prettig feuil leton, dat dé N. R. C. over den post dienst geeft, de schrijver o.m.: Aangenaam werken is he in zoo'n voortjakkerenden rein nu juist niet. Stof wolkt op van de tafel waa de zak ken worden leeggestort, en blijft in de beperkte ruimte hangen. Zet men een raam open, dan dwarrelt de rook van den locomotief naar binnen post- rijuigen loopen veelal onmiddellijk achter de machine of de boel waait van de afels. Dan slingert de wagen weer eens door een bocht, de sortee- rende ambenaar bonkt tegen zijnt kast op, en de man die de aangeteekende stukken op de adviezen schrijf rolt bijna van zijn stoeltje. Op snikheete dagen, wanneer de amechtige passa- FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 80) „Dat ka^n mij niet aangaan" zei zij. „Neen, finaar het moest u bewegen medelijdeh met mij te hebben. Als ik uw gelaat daar in de rechtzaal van Ardrossaïi noodt had gezien, was ik misschiegi nog de klerk van Dudley Ross en//een achtenswaardig man." „Het Jis mijn schuld niet" zei zij. „Dat//zeg ik niet, maar het was een ongeliükkige dag voor mij, waarop ik u voorliet eerst ontmoette. Ik hoop. dat ik/ er nu eens wat plezier van be leef. /ïk raakte verslaafd aan den drantk" ging hij voort, „en de gewone gevolgen bleven niet uit. Hij, Dudley Roc® was erg geduldig met mij, maar na een tijd ontsloeg hij mij. Ik ging naafr Glasgow, naar Aberdeen steeds was het hetzelfde de drank en de doode Hester Blair. Als ik ergens een gezicht zag, dat op het uwe geleek, dan volgde ik soms mijlen ver en vergat honger en dorst, zoolang ik er naar kon kijken." Hij ging plotseling rechtop staan en er kwam een zekere aandoenlijke waar digheid over hem. nik weet nu" zei hij, beter_dan ooit hoe hopeloos het was waarom u zelfs niet die fijne blanke hand in de mijne kon leggen. Wij ademen nu de zelfde lucht in, maar staan even ver van elkaar af als de noord- en zuid pool. Ik ben slechts een worm onder uw voet." ,Een worm" zei Lady Arden kalm. „die kan steken en knagen." „Neen" antwoordde hij, „als u slechts naar mij luistert, behoeft u geen leed te overkomen. Bedenk, dat ik tot op het oogenblik, dat ik u zag in de Nieu we Bondstraat, ik niet droomde van de mogelijkheid, dat u nog in leven zoudt zijn, (hoe kon ik ook?) maar toen ik eenmaal uw gelaat had gezien, kon niets mij meer doen gelooven, dat u dood waart." „Gesteld" zei Lady Arden, „dat al les wat gij gezegd hebt waari' is ik erken niets, doch ik zeg alleen gesteld dat het waar is wat dan?" „Wel mevrouw" antwoordde hij, „dan moeten wij een vergelijk treffen." „Wat bedSelt u met een vergelijk?" vroeg zij. „Bedoelt u geld?" „Dat is volkomen wat ik bedoel" antwoordde hij en toen schrok hij even terug voor de uitdrukking van onein dige minachting op haar gelaat. „Eens was het liefde" mompelde hij, „thans is het gelddorst. Ik ben een gebroken. verarmd man." „Wat u bedoeld is, dat wanneer ik u zooveel geld geef, u mijn geheim be waren zult." „Zoo is het" antwoordde hij. „Maar hoe zal ik weten, dat gij ,u hieraan zult houden? Welken waar borg zal ik hebben?" „Mijn woord van eer" antwoordde bij. Een glimlach van diepe verachting kwam op haar gelaat. „Dat woord schijnt mij niet veel waard" zei zij. „Ik zou zoo zeggen, dat u niet veel eer bezat, of zelfs het flauw ste begrip had van wat eer is." „Ik ben een man van eer geweest" antwoordde hij. „Toen heel de wereld tegen u was, zou ik u hebben verde digd en voor u zijn gestorven." „Dat was geen eerezaak" zei zij, „in dien gij een man van eer waart ge weest en gij had het gelaat gezien van een vrouw, die door de wereld voor dood werd gehouden, dan zoudt ge u hebben afgewend en liever zijn gestor ven dan er bekendheid aan te geven." „Maar ik heb geld noodig mevrouw" ging hij voort. „Dat vergeet u." „Als het dan een kwestie van geld is. laat dan het woord eer niet worden genoemd. Ik vraag u nogmaals, als ik een overeenkomst met u maak, wel ken waarborg heb ik dan, dat u mfjn geheim zult bewaren?" En Adam Ramsay keek haar zwij gend aan, nauwelijks wetende wat te zeggen. HOOFDSTUK XLIV. De prijs voor het geheim. „Ik zou zeggen", vervolgde Adam Ramsay, na een korte stilte, „dat mijn eigen belang wel een waarborg zal zijn. Als ik mijn woord zou breken, breekt u uw verplichtingen af en er zou een einde zijn aan mijn geldbron." „Ik zou niet kunnen leven" zei zij. „met een zwaard hangende hoven m'n hoofd. Dat houd ik niet uit." Zij zweeg eenige oogenblikken en zei toen lang zaam. ,,'VVat vraagt gij?" Hij bewoog zich onrustig heen en weer, er was iets in de ziel van dezen man, dat hem van aichzelf deed gru wen. doch hij antwoordde:: „Ik ben zeer arm, mevrouw" en u bent zeer rijk." „Het geld is van mijn man", zeide zij „niet van mij." „Wat van hem is, is van u" zei A- dam Ramsay, „daar is geen twijfel aan. Ik ben erg arm en daar ik er over denk om naar het buitenland te gaan, zou ik wel wat noodig hebben. Ik wil het leven opnieuw beginnen als een beer." Zij glimlachte en al de afschuw en bittere walging van haar ziel ware* in dien glimlach uitgedrukt. „Dan begint ,u óp een vreemde ma nier" zei zij.. „Echte heeren trachten niet door dreigementen anderen geld af te persen." „Ik heb wel heeren gekend, die nog erger dingen deden" zei hij. „Laten we er niet over disputeeren" merkte Lady Arden op. „Wilt u voort gaan? Wat zijn uw verlangens?" „Ik zou graag een aardig sommetje in eens hebben" antwoordde hij. „Ik weet dat uw man zijn duizenden telt bij honderden. Ik zou zeggen een tien duizend gulden kan u niet hinderen om mee te beginnen." „U weet, dat ik van mijzelf geen honderd gulden heb" zei zij, „dat ik doodarm was, toen m'n man mij trouw de en dat alles wat ik heb in de we reld van hem komt." „Het komt er voor mij weinig op aan. van wie het geld komt, als ik het maar krijg" zei hij. „Tienduizend gul den ineens en dan wensch ik een jaar- Jijksche toelage." 1 „Een jaarlijksche toelage" herhaalde zij, van hoeveel?" „Van vijfduizend gulden per jaar" antwoordde hij, onmiddellijk, zoodat zij wist, dat zijn antwoord wel over wogen was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5