NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 30 OCTOBER 1925
giers in hun hemdsmouwen een
luchtje scheppen op de perons, heeft
zoo'n zondoorgloeide postwagen veel
van 'n oven .Maar hoe de amosferische
en temperatuursomstandigheden ook
zijn, er moet gewerkt worden, en hard
ook.
I Immers, de post die aan een station
ontvangen wordt, móét bij de aan
komst aan het volgende station uitge
pakt, gesorteerd en weer iogepakt zijn.
De afstanden zijn maar klein, en de be
zuiniging heeft het aantal ambtenaren
tot het minimum teruggebracht. Dus is
tot het minimum teruggebracht. Dus is
het voor elk station weer een jachten
onder hoogen druk, om alle zakken
de deuren open, haastig wordt alles
dicht en verzegeld te krijgen; dan gaan
naar buiten gewerkt, en even haastig
worden de aangebrachte.zakken naar
binnen gesleept, want de man-met-het
spieglei kijkt al verstoord den kant
van het postrijuig uit: de trein moet
de trein stoomt op, en in het vportja-
gend postkantoor i« alles weer drukte
en beweging.
Een kalm baatnje kan men de func
tie, van conducteur der brievenmalen
dus moeilijk te noemen. Toch is ze wel
in rek. Het stof en de wame, de misère
's winters als de stoomverwarming het
weer niet doet ofer geen kolen zijn
in de wagnns zonder radiatoren, zelfs
het uren te laat thuiskomen door
treinvetragingen, het wordt alles wel
weer goedgemaakt door het vrije,
zelfstandige lven, veel meer animee-
rend dan de dagelijksche sleurgang
een altijd op dezelfde plaats staand
postkantoor. Men komt eens buiten de
stanplaats, hoort en ziet van alles, en
is daarom wel graag „op den wagen".
GEMENGD NIEUWS.
Dood. el ij k aut o-o n g e 1 u k.
Het dochtertje van ,W> Snijders te
.Buinen is door een auto aangereden
en de gevolgen daarvan overleden.
De vuisttriomf. Jack Demp
sey heeft een bezoek gebrachtaan d e
stad Mexico. Deze stad bereidde den
bokser zulk een ontvangst, dat troe
pen met gevelde bajonet te hulp moes
ten geroepen worden om hem te be
schermend Aan het station ontstond
n.l. onder de boksenthousiasten, die
allen den beroemden man wilden zien,
een zoodanig gedrang, dat relletjes
ontstonden en Dempsey gevaar liep.
Nadat de gealarmeerde troepen de
noodige klappen hadden uitgedeeld,
kon de orde hersteld worden.
R o t k r e u p e 1. Onder de scha
pen1 van den veehouder M. te Edam
is rotkreupel geconstateerd.
B eleenïng van auto's Naar
aanleiding van het fe|it, dat bij' de
Gem. Bank van Leening te 's Graven-
hage in den laatsten tijd talrijke ver
zoeken binnenkomen voor het bèlèe-
nen van auto's vernemen we, dat ge
noemde Bank in dezen gaarne met
haar tijd zou meegaan en auto's als
pand zou willen aanvaarden. Hiervoor
is echter eerst de goedkeuring vain
den Raad noodig, zoodat men een des
betreffend voorstel binnenkort kan
verwachten.
Roo ver sov er val. Reuter
seint uit Hongkong: Bandieten zijn
in den nacht te Canton een middel
bare school binnengedrongen en heb
ben 50 leerlingen en vier leeraren ont
voerd.
De Russische beg rooting.
Volgens officieele mededeelingen uit
Moskou beloopt het totaal der be
grooting voor het financieele jaar '25-
'26 3.788 millioen roebel meer dan
verleden jaar.
De begrooting voor het commissa
riaat van oorlog bedraagt 624 mil
lioen roebel ot I6V2 percent van het
geheele budget.
Romantisch proces. Te
Edinburgh is een romantisch proces
begonnen. Alexander Grant, een rus
tend onderwijzer, 70 jaar oud, heeft
n.l. een eisch ingediend om erkend
te wordena ls de oudste wettige .zoon
van den zevenden Earl of 'Seafieldt
Hij beweert dat hij geboren is uit
het huwelijk, volgens het Schotsclie
gebruik tusschen den burggraaf en
Karoline Blantyre in 1845 te Sloop
at Sea gesloten. Zijn geboorte werd
echter volgens hein geheim gehouden.
De eisch wordt betwist door de te
genwoordige gravin van Seafield, die
den titel en bovendien het inkomen
uit het grondbezit van ruim 300000
acres geërfd heeft.
Familiedrama. Op één der
kerkhoven te Berlijn waren twee zus
ters betrapt geworden op zakkenrollen.
De oudste der twee - zusters, een
22-jarig meisje, had een uitnoodiging
van de politie ontvangen om zich tot
het ondergaan van een verhoor aan
te komen melden.
Bewoners van het pand, waarin de
familie van het meisje woonde, na
men Maandag een sterke gaslucht
waar. 1
De politie werd met de zaak in ken
nis gesteld en vond het meisje en
haar zuster benevens haar vader, een
vroegeren oninibusconducteur, dood in
hun woning liggen.
Zij' hadden afscheidsbrieven geschre
ven en zich daarna met gas vergif
tigd.
Abd el Krim als dichter. 1
Onder de strijdende Rifkabylen is op
het oogenblik een lied in omloop dat,
naar de soldaten beweren hun leider
zelfheeft vervaardigd, en dat als volgt
luidt:
EénËngelschman is een sportsman.
Twee Engelschen zijn een dronken
zoodje.
Drie Engelschen een Britsche ko-
foniei.j
Eén Spanjaard is een Don Qui-
chotte.
Twee Spanjolen zijn Don Quichotte
en Sancho Pansa).
Drie Spanjolen zijn een ongeluk.
Eén Rifkabyl is een goed schutter.
Twee Rifkabylen zijn een bataljon.
Drie Rifkabylen, dat is AnnuaJi.
Het boosaardige van dit liédje komt
pas tot zijn recht als men zich de
groote nederlaag herinnert, die# de
Spanjaarden bij Annual hebben ge
leden, toen Abd el Krim een ge
heele Spaansche divisie als krijgsge
vangenen meevoerde.
Teruggegeven. Begin dezer
maand was ten nadeel©^ van P. B. te
We esp, uit een kast in zijn woning f55
pntvreemd. Als verdacht van dezien died:
stal nam de chef der politie, Krap,
een bewoonster van diein weg in ver
hoor, tegen wie sterke vermoedens ge
rezen waren. Ze bleef echter pertinent
ontkennen. Dezer dagen kreeg Krap
een anonieme briefkaart toegezonden,
geadresseerd als volgt: „Krap1, Politi
Boureu, We esp". Het adres was met
potloodschrift in drukletters geteekend
Op dezelfde wijze was de briefkaart
voorzien van de volgende mededeieling
„Krap, ik heb Bos zijn f 55 terug
gestuurt en ie zal nooit te weten kom
men wie ik Den in een groen envelop
met buitenlandsche postzegel heeft het
ontvangen en anders moet het op het
postkantoor zijn
A v B
6 October heb ik de f 55 terugge-
istuurt.
A v B
Je zult mij nooit vinden."
Na ontvangst dezer kaart stelde de
chef der politie onmiddellijk een onder
zoek in ten huize van idem Bestolene,
wien, nadat hn bovenstaande verno
men had, een licht opging. Inderdaad
had hij twee weken geleden een groene
envelop per post ontvangen, welke hij
echter geweigerd had, daar ze met 20
cent strafport belast was. De brief ging
dus, aangezien geen afzender(sterj be
kend was, via het postkantoor te Weesp
naar het Hoofdbestuur der Posterijen
in Den Haag, waar hij nu werd opge
vraagd en door B., in gezelschap van
den chef der politie, aan het postkan
toor te Weesp in ontvangst genomen.
De enveloppe, waarop inderdaad een
buitenlandsche postzegel prijkte, werd
opengesneden en het gestolen geld
11.I. een bankbiljet van f 2£ en 3 Bil
jetten van f 10 bleken er in te zitten.
De toekomst zal leeren, of de veron
derstelling, dat de politie nimmer te
weten zou komen, wie de kaart geschre
ven heeft, juist is.
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT LEIDEN.
:Voor de openbare zitting kwamen
op de rol voor 82 zaken, voor niet-
openbaar 4 zaken.
L. v. F., landbouwer te Zoeter-
woude, heeft met een voorwaardelijk
goedgekeurd rund na de slachting niet
zoo gehandeld als voorgeschreven is,
waarover gehoord worden als getuige
de veearts Fros en de keurmeester
Hertog. Eisch f 10 of 10 dagen.
1 L. V. d. H., shager te Zo eter-
wou de, heeft zulk vieesch gezouten
in voorraad gehad, dat echter bij on
derzoek ondeugdelijk bleek.
De keurmeester Hertog had het ge
constateerd, de veearts Fros had het
onderzocht en was tot bovengenoem-
)de bevinding gekomen. Eisch eveneens
f 10 ot '10 tiagen.
L. W. F., veehouder te Leider
dorp, is ten laste gelegd gchapen
in de weide loopend gehad te heb
ben onder de gemeente Oegstgeést, lij
dend aan schurft zonder daarvan aan
gifte gedaan te hebben.
Bekl. beweerde dat hij het had
laten onderzoeken en gezegd was dat
[het geen schurft was. Getuige Zwart
inspecteur Artsenijkundige dienst, had
anders bevonden.
C. Hoogeboom, koopman te Leider
dorp, heeft een der schapen gekocht
{voor goed, en heeft er groote schade
Van gehad met een bekeuring voor het
ter markt brengen op den koop toe.
'Eisch f20 ot '10 dagen.
J. J. K., loopknecht te Dei dien,
heeft snel en roekeloos rijdend zon
der signaal te geven, op den Hooge-
.woerd, getuige A. Steij'n-Holtkaittp,
'aangereden, die gevallen was en scha
de aan haar rijwiel had opgeloopem
De aangeredene had later beklaagde
voorgesteld de helft van de kosten te
betalen, waarmede bekl. genoegen
nam, terwijl hij .nog bereid gevonden
was dit te vergoeden. Z'n loon was ech
ter niet hoog. en hij kwam zonder
betrekking zoodat die f3.75 hem nog
wel een last waren. Eisch f 10 ot 10
dagen. De kantonrechter raadde aan
het met getuige te schipperen. Zij leek
nogal goedmoedig, en aat zou nog al
van invloed op de uitspraak zijn.
'A'. A. M., koetsier te Leiden, zou
op het Rapenburg een auto aange
reden hebben door onvoldoend uit
halen. Getuige Krouwel, van Sassen-
heim, wiens auto het betrof, had zoo
ver mogelijk uitgehaald en gestopt,
wat zijn echtgenoote eveneens verklaar
de. Beklaagde en een getuige k 'dé
charge vertelden dat zij' zelfs binnen
;de boomen uitgehaald hadden, doch
dat getuige Krouwel, door het schie
lijk uithalen en. daarna stoppen met
zijn auto schuin over-den weg was
komen te staan, waardoor de achter
hielen geraakt werden. De eisch f6
of 6 dagen vond beklaagde, die ?t zelf
betalen moest wel wat hoog, terwijl
(hij zich geen schuld bewust wals.
'C. v. d. KL, een jonge timmerman
te Leiden, had op de Prinsesse-
kade wat achteloos en roekeloos op
Oen fiets gereden, en daarbij een man
overreden. Getuige de Moed had *t
gezien en vertelde het uitvoerig. Ge
tuige v. d. Berg, de aangeredene, ver
telde dat hij een bloedende wonde
'had gekregen en zijn broek gescheurd
was, doch 'twas een geschikte jongen
On hij 'had de schade behoorlijk ver
goed. Eisch f5 of 5 dagen.
yV. Z., koopman te Leiden, heeft
op de Haarlemmerstraat met een auto
gereden zonder signaal te geven en
een man aangereden, die oversteken
wilde. Getuige Spaa, een bejaard per
soon, die aangereden was, had hevige
hoofdwonden opgeloopen, ofschoón
eenige zakken, die hij bii zich had,
als stootblok gediend hadaen. Bij kap
per Wijnbeek binnengedragen, was hij"
zoo 1 iefderijk behandeld, en zoo dank
baar er nog zoo afgekomen te zijn, dat
hij de verbaliseerende agent gesméékt
'had, nu hij gespaard was gebleven,
'dit ook de chauffeur te doen. P. Teske
kappersbediende, als getuige gehoord,
bevestigde een en ander; hij heeft ook
geen signaal gehoord. Beklaagde blijft
beweren, deze wel gegevén té hébbén
Eisch f5 ot 5 dagen.
Bekl. had vrijspraak gedacht, en zou
in ieder geval nog liever de f5 aan
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 30 October 1025.
Alles wat links staat heeft het bij da
behandeling van de bioscoopwet in de
Tweede Kamer opgenomen voor da
„vrijheid."
Waar dat in de practijk heengaat,
blijkt wel uit wat het Hdbl. onlangs
vertelde van een Duitsche klucht, die
in een van de Amsterdamsche theaters
werd opgevoerd.
Volgens dit blad was het een klucht
..die niets om het lijf heeft en waar
van alleen valt op te merken, dat men
goed doet alle jongelieden op een kilo
meter afstand ervan te houden; zoo
veel „pikanterie" om het zacht te
zeggen bevat ze."
Men doet goed alle jongelieden op
een kilometer afstand te houden van
wege de pikanterigheid.
Maar toch wordt er aan toegevoegd,
dat het stuk gered' wordt door spran
kelend spel en dat wie graag lacht en
zich niet te gauw ergert, zich bij de
opvoering zeer zal amuseeren.
Zie, dat is nu de hooggeroemde vrij
heid in de practijk.
Zelfs van moreele censuur moet men
niets hebben.
Maar goed dat een poging gedaan
wordt om althans het bioscoop-gevaar
te beperken.
OBSERVATOR.
de aangereden getuige geven dan aan
'het gerecht.
C. R., koopman te Amsterdam, heeft
te Leiden de overweg van den
Spoorweg met een auto overgereden
terwijl de boomen al schuin stonden,
en het signaal „halt houden" al ge
geven was.
Beklaagde wist niet dat zulks hier
gebruik was. Hij meende dat hij nog
ruim kon passeeren. Getuige M. N.
boekhoudster te L'eiden,Js daarbij aan
gereden, doch de auto reed niet hard,
en de schade yilde beklaagde vergoe
den. Th. Heuzen, conducteur te Lei
den, kwam van het kantoor, had het
signaal gehoord en hard gelcopen om
nog over te komen. Hij had ook aan
dacht geschonken aan de auto, die
nogal hoog was, benieuwd of die er
onder door kon. Gelijktijdig zag hij
een .juffrouw met een parapluie, die
aangereden werd, viel, doch de auto
'stond direct stil. Hij vindt het niet
onmogelijk dat iemand door het door
blijven loopen van voetgangers mis
leid wordt, vooral als hij niet weet,
dat de slagboomen nog een rust-pe
riode meemaken. A'. Brinks, seinwach-
ter, heeft er niet veel van gezien, faijl
heeft enkel acht gegeven op de boo
men. Hij' wil niet ontkennen, dat het
publiek altijd te lang blijft doorloop
pen. De ambtenaar scheen het geval'
nogal ernstig op te nemen en eischte
f50 of 20 dagen. Beklaagde kon zich'
het feit' niet zoo ernstig indenken,,
vooral waar geen opzet, doch onbe
kendheid eigenlijk oorzaak waren van
'het, ongeval.
A. O., koopman te Katwijk,
heeft 2 honden, die hij! niet gemuil
band had, ondanks de opdracht daar
toe van den burgemeester. Ook had
den de hónden achter een rund in de
weide gejaagd. Beklaagde voldeed niet
aan het aanleggen van muilbanden,
omdat de dieren nooit een mensch!
kwaad doen. Zijn honden waren zelfs
makker dan de politie. Eisch f10 of
10 dagen.
S. H., chauffeur te Den Haag,
heeft op den Morschweg gereden waar
zulks niet mocht. Beklaagde moest
aan een inrichting aan dien weg ge
legen zijn. Eisch f4 ot '4 dagen.
M. B., koopman te Leiden hoor
de voor een nondenkarovertreding f3
of 3 dagen tegen zich eischen.
K. I., te Noord wijk is ten laste
gelegd een vuurwapen achter zijn wo
ning te hebben afgeschoten. Eisch
f5 of 5 dagen met teruggave van het
geweer.
N. v. E., te Rijns burg, is des
avonds van het land gekomen met
een voertuig dat niet verlicht was,
waarvoor f 2 of *2 dagen werd ge-
eischt.
TWEEDE BLAD.
J-■ ..m.!.
Uit het Sociale Leven.-
Van een „gewonnen" staking.
De socialistische bladen doen hun
best om hun lezers te suggereeren
dat door de staking bij de fa. Smit
1 te Rotterdam een groote overwinning
werd behaald.
Men s preekt van „de nederlaag der
trotsche metaalbewerkers" van „de
klappen, die de patroons opliepen"
en van de overwinning der moderne
organisatie die zonder de hulp der
Christelijke organisaties werd benaaid.
Dit gesnoef geeft aan de N. R.
Crt. aanleiding eens even de balans
van dit conflict op te maken.
Er is nu gedurende 3 weken ge
staakt. Al dien tijd is er een uitkee-
ring aan de stakers gedaan van on
geveer 1/3 van het loon, dat zijl ge
noten Zij gaan nu weer tot 4 Novem
ber aan het werk op de oude voor
waarden, zoowel wat den werktijd van
56 uur als wat loon betreft, behalve
100 man, waaronder 25 tot 30 geweld
plegers en onruststokers, die niet meer
zijn aangenomen en er geheel uit lig
gen. ,Van 4 November tot 15 Decem
ber het opleveringstijdstip van dén
ijsbreker wordt de werktijd van 56
'uur tot 53 uur verminderd, maar het
oude Weekloon blijft.
Tegenover de nadeelen van 3 weken
leven op i 1/3 van het loon en het
ontslag van 100 man staat dus het
voordeel van een vermindering van
den werktijd gedurende B weken
met 3 uur, d.w.z. }/z\ uur per dag.
1 Ziedaar de overwinning. Een over
winning," die dan nog het brandmerk
draagt, dat zij; behaald is met schen
ding ook naar het, door de Voor
waarts verzwegen, oordeel van den
rijksbemiddelaar van het bij 'de ver-
leening van hét overheidssubsidie voor
den ijsbreker gegeven woord om 56
uur 'te werken. De stakers hebben
voorwaar wel reden om hun leiders.
voor deze praestatie dankbaar te zijn.
En wat zullen die 100 op straat staan
de arbeiders zich als „overwinnaars"
gevoelen. Van het opschrift ,„Een be
vrijdende daad" dat Het Volk boven
zijn hoofdartikel over het Rotterdam-
sche conflict zet, zullen zij meesmui
lend kunnen opmerken, dat zij 'inder
daad op de radicaalste wijze „be-_
vrijd" zijn, ojn aan ellende ten prooi
te vallen'-'.
Tot zoover de N. R. Crt.
Dat de „overwinnaars" zich niet be
paald lekker gevoelen blijkt ook wel
,uit 'de Wijze waarop men tegen de
z.g. onderkruipers te keer gaat, waar
bij men zelfs zoover gaat enkele per
sonen- met naam en toenaam te noe
men.
Mocht, wat niet mogelijk is, een
óf andere'misleide staker in zijn sta'k-
keriigheid dwaze dingen doen. en zijn
woede olp bepaalde personen koelen,
dan weeft men nu reeds waar de eigen
lijke schuldigen aan dergelijke wanbe
drijven zitten.
Ijitusschen verandert al het ge
juich over de z.g. overwinning en hét
gescheld tegen de werkwilligen niets
aan h!et feit, dat de „moderne bond"
tweemaal .achtereen een gevoelige ne
derlaag heeft geleden.
DE POST IN DEN TREIN.
Daarvan vertelt in een prettig feuil
leton, dat dé N. R. C. over den post
dienst geeft, de schrijver o.m.:
Aangenaam werken is he in zoo'n
voortjakkerenden rein nu juist niet.
Stof wolkt op van de tafel waa de zak
ken worden leeggestort, en blijft in de
beperkte ruimte hangen. Zet men een
raam open, dan dwarrelt de rook van
den locomotief naar binnen post-
rijuigen loopen veelal onmiddellijk
achter de machine of de boel waait
van de afels. Dan slingert de wagen
weer eens door een bocht, de sortee-
rende ambenaar bonkt tegen zijnt kast
op, en de man die de aangeteekende
stukken op de adviezen schrijf rolt
bijna van zijn stoeltje. Op snikheete
dagen, wanneer de amechtige passa-
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
80)
„Dat ka^n mij niet aangaan" zei zij.
„Neen, finaar het moest u bewegen
medelijdeh met mij te hebben. Als ik
uw gelaat daar in de rechtzaal van
Ardrossaïi noodt had gezien, was ik
misschiegi nog de klerk van Dudley
Ross en//een achtenswaardig man."
„Het Jis mijn schuld niet" zei zij.
„Dat//zeg ik niet, maar het was een
ongeliükkige dag voor mij, waarop ik
u voorliet eerst ontmoette. Ik hoop.
dat ik/ er nu eens wat plezier van be
leef. /ïk raakte verslaafd aan den
drantk" ging hij voort, „en de gewone
gevolgen bleven niet uit. Hij, Dudley
Roc® was erg geduldig met mij, maar
na een tijd ontsloeg hij mij. Ik ging
naafr Glasgow, naar Aberdeen steeds
was het hetzelfde de drank en de
doode Hester Blair. Als ik ergens een
gezicht zag, dat op het uwe geleek, dan
volgde ik soms mijlen ver en vergat
honger en dorst, zoolang ik er naar
kon kijken."
Hij ging plotseling rechtop staan en
er kwam een zekere aandoenlijke waar
digheid over hem.
nik weet nu" zei hij, beter_dan ooit
hoe hopeloos het was waarom u
zelfs niet die fijne blanke hand in de
mijne kon leggen. Wij ademen nu de
zelfde lucht in, maar staan even ver
van elkaar af als de noord- en zuid
pool. Ik ben slechts een worm onder
uw voet."
,Een worm" zei Lady Arden kalm.
„die kan steken en knagen."
„Neen" antwoordde hij, „als u slechts
naar mij luistert, behoeft u geen leed
te overkomen. Bedenk, dat ik tot op
het oogenblik, dat ik u zag in de Nieu
we Bondstraat, ik niet droomde van
de mogelijkheid, dat u nog in leven
zoudt zijn, (hoe kon ik ook?) maar toen
ik eenmaal uw gelaat had gezien, kon
niets mij meer doen gelooven, dat u
dood waart."
„Gesteld" zei Lady Arden, „dat al
les wat gij gezegd hebt waari' is ik
erken niets, doch ik zeg alleen gesteld
dat het waar is wat dan?"
„Wel mevrouw" antwoordde hij, „dan
moeten wij een vergelijk treffen."
„Wat bedSelt u met een vergelijk?"
vroeg zij. „Bedoelt u geld?"
„Dat is volkomen wat ik bedoel"
antwoordde hij en toen schrok hij even
terug voor de uitdrukking van onein
dige minachting op haar gelaat. „Eens
was het liefde" mompelde hij, „thans
is het gelddorst. Ik ben een gebroken.
verarmd man."
„Wat u bedoeld is, dat wanneer ik
u zooveel geld geef, u mijn geheim be
waren zult."
„Zoo is het" antwoordde hij.
„Maar hoe zal ik weten, dat gij ,u
hieraan zult houden? Welken waar
borg zal ik hebben?"
„Mijn woord van eer" antwoordde bij.
Een glimlach van diepe verachting
kwam op haar gelaat.
„Dat woord schijnt mij niet veel
waard" zei zij. „Ik zou zoo zeggen, dat
u niet veel eer bezat, of zelfs het flauw
ste begrip had van wat eer is."
„Ik ben een man van eer geweest"
antwoordde hij. „Toen heel de wereld
tegen u was, zou ik u hebben verde
digd en voor u zijn gestorven."
„Dat was geen eerezaak" zei zij, „in
dien gij een man van eer waart ge
weest en gij had het gelaat gezien van
een vrouw, die door de wereld voor
dood werd gehouden, dan zoudt ge u
hebben afgewend en liever zijn gestor
ven dan er bekendheid aan te geven."
„Maar ik heb geld noodig mevrouw"
ging hij voort. „Dat vergeet u."
„Als het dan een kwestie van geld
is. laat dan het woord eer niet worden
genoemd. Ik vraag u nogmaals, als ik
een overeenkomst met u maak, wel
ken waarborg heb ik dan, dat u mfjn
geheim zult bewaren?"
En Adam Ramsay keek haar zwij
gend aan, nauwelijks wetende wat te
zeggen.
HOOFDSTUK XLIV.
De prijs voor het geheim.
„Ik zou zeggen", vervolgde Adam
Ramsay, na een korte stilte, „dat mijn
eigen belang wel een waarborg zal
zijn. Als ik mijn woord zou breken,
breekt u uw verplichtingen af en er
zou een einde zijn aan mijn geldbron."
„Ik zou niet kunnen leven" zei zij.
„met een zwaard hangende hoven m'n
hoofd. Dat houd ik niet uit." Zij zweeg
eenige oogenblikken en zei toen lang
zaam. ,,'VVat vraagt gij?"
Hij bewoog zich onrustig heen en
weer, er was iets in de ziel van dezen
man, dat hem van aichzelf deed gru
wen. doch hij antwoordde::
„Ik ben zeer arm, mevrouw" en u
bent zeer rijk."
„Het geld is van mijn man", zeide zij
„niet van mij."
„Wat van hem is, is van u" zei A-
dam Ramsay, „daar is geen twijfel
aan. Ik ben erg arm en daar ik er
over denk om naar het buitenland te
gaan, zou ik wel wat noodig hebben.
Ik wil het leven opnieuw beginnen
als een beer."
Zij glimlachte en al de afschuw en
bittere walging van haar ziel ware*
in dien glimlach uitgedrukt.
„Dan begint ,u óp een vreemde ma
nier" zei zij.. „Echte heeren trachten
niet door dreigementen anderen geld
af te persen."
„Ik heb wel heeren gekend, die nog
erger dingen deden" zei hij.
„Laten we er niet over disputeeren"
merkte Lady Arden op. „Wilt u voort
gaan? Wat zijn uw verlangens?"
„Ik zou graag een aardig sommetje
in eens hebben" antwoordde hij. „Ik
weet dat uw man zijn duizenden telt
bij honderden. Ik zou zeggen een tien
duizend gulden kan u niet hinderen
om mee te beginnen."
„U weet, dat ik van mijzelf geen
honderd gulden heb" zei zij, „dat ik
doodarm was, toen m'n man mij trouw
de en dat alles wat ik heb in de we
reld van hem komt."
„Het komt er voor mij weinig op aan.
van wie het geld komt, als ik het
maar krijg" zei hij. „Tienduizend gul
den ineens en dan wensch ik een jaar-
Jijksche toelage." 1
„Een jaarlijksche toelage" herhaalde
zij, van hoeveel?"
„Van vijfduizend gulden per jaar"
antwoordde hij, onmiddellijk, zoodat
zij wist, dat zijn antwoord wel over
wogen was.