WAT DE BLADEN ZEGGEN.
NT£UWE LEÏDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 OCTOBER 1925
TWEEDE BLAD.
Het bioscoopdebat.
Naar aanleiding van de behandeling
van de bioscoopwet in de Tweede Ka
mer, schrijft de Standaard:
Een discussie en een stemming als
thans plaats hadden, stellen dit feit
weer eens in een helder licht en heb
ben daardoor groote waarde.
Dat de Rechterzijde zich tengevolge
der hierdoor ontstane scherpe verhou
dingen niet laat verleiden het belang
der zaak, die aan de orde is, maar
eenigermate uit het oog te verliezen,
bleek duidelijk uit de vriendelijke hou
ding, die men tegenover de amende
menten uit de oppositie aannarg. Hoe
wel men wist, dat de voorstellers
straks toch als één man tegen de wet
zouden stemmen, werd elk amende
ment op zijn eigen waarde onderzocht
en getoetst aan het belang er van voor
de wet. Een amendement-Marchant,
van geen geringe beteekenis, werd
zelfs met hulp uit de Rechterzijde, aan
vaard.
Men zal ter Linkerzijde niet kunnen
ontkennen, dat de goede parlementai
re zede bij de meerderheid ook thans
weer een veilige schuts vond.
En de smadelijke opmerkingen om
trent het overleg door de meerderheid
met den Minister gevoerd, hadden stel
lig geenerlei goeden grond en konden
alleen verklaard uit het begrijpelijke
misnoegen bij onze tegenstanders over
den goeden gang van zaken.
Als men daar tevreden is over de
Rechterzijde, dan deugt het er gewoon
lijk niet.
De gang van zaken was inderdaad
goed. De verdediging door den Minis
ter mocht uitnemend heeten.
De leiding ter Rechterzijde bij de be
handeling gegeven, het goed overleg
om een regeeringswijziging in goede
banen te leiden, het eendrachtig sa
mengaan bij de hoofdmomenten, bood
weer eens een beeld van samenwer
king, waarop geen vlekje viel aan te
wijzen.
Het liep alles zooals het behoort.
En ook in dit opzicht kunnen wü
zeggen, dat de eerste week, dat de in
zet goed was.
Het resultaat van dat alles kan ook
niet anders dan goed zijn. In de Bios
coopwet wordt nu allereerst een cen
trale keuring gegeven, terwijl de weg
voor een gemeentelijke openblijft, zoo
ter bescherming van de jeugd als van
de volwassenen. De gemeentelijke au
tonomie werd geëerbiedigd.
En de splitsing der leeftijden inzake
de jeugdbescherming lijkt ons ratio
neel, terwijl, nu voor beide gevallen
voor de keuring een zelfde criterium,
dat der toelaatbaarheid der films; ge
geven is, de praktijk voor den goeden
inhoud en de toepassing van dit be
grip wel kan zorgen.
Wij twijfelen niet, of in de Eerste
Kamer zal het ontwerp een goede ont
vangst genieten. En als het dan de vei
lige haven heeft bereikt, is er een
wet tot stand gebracht, die, naar wij
mogen hopen voor het volksleven een
goede vrucht zal afwerpen, nu de weg
is gebaand om de gevaren van de bi
oscoop, die inderdaad groot zijn, zoo
veel mogelijk te keeren.
Onder de pantoffel.
£e zitten, zegt onze R o 11 e r d. on
der de pantoffel, de vrijzinnige hee-
ren, Als ze neiging hebben zich aan
de „rechten der vrouw" te vergrijpen,
dan worden ze door de „neutrale"
vrouwen-organisaties flink herihnerd
aan hun plicht.
Vóór de verkiezingen stelde 't hoofd
bestuur der Nederlandsche Vereeni-
ging van Staatsburgeressen een 'pro
gram op van zeven punten waarvan
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
73)
„Ik hoop, dat je er van avond op
bet paleis goed uitziet" zei hij, „ver
moei je nu niet, zooals zooveel an
dere dames doen door van te vore'n
allerlei andere plaatsen te bezoeken."
Doch zij stelde hem gerust.
Een rijtoer door de stad naar Hunt
en Roskell zou haar geen kwaad doen
en het bezoek bij Vle bekwame mo
diste kon geen uitstel lijden.
Om elf uur kwam het rijtuig voor
en Lady Arden ging op weg. Het was
een mooie heldere Meimorgen; zij zelf
zag er frisch en gezond uit en zij voel
de zich vroolijk en opgewekt. Zij was
gekleed in een modern Parijsch cos-
tuum van dof-grijs fluweel, dat als 'n
handschoen sloot om haar slank fi
guurtje. Een klein hoedje van dezelf
de stof en met veeren van dezelfde
kleur versierd, maakte haar toilet af.
Zij zag er op haar bekoorlijkst uit,
de tint van haar costuum paste zoo
goed bij de frissche gelaatskleur en 't
blauw harer oogen.
Gezeten in het fraaie rijtuig, bespan-
Den met twee vurige rossen, was zij
een elegante, lieve verschijning.
het tweede luidde: vrijheid van ar
beid en beroepskeuze, ook voor de ge
huwde vrouw.
Hoofdbesturen van Vrijheidsbond en
Vrijzinnig Democratischen Bond leg
den op dit program den eed van trouw
af. Nu werd na de wijziging der Lager
Onderwijswet de kwestie van het ont
slag 'der gehuwde onderwijzeres in en
kele gemeenteraden behandeld.
Nuchter denkende vrijzinnig raads
leden plegen over dat vraagstuk wel
eens meer onbevangen te oordeelen
als de hooge politieke heeren.
Aldus geviel het dat in Apeldoorn
en Winschoten raadsleden tot Vrij
heidshond en Vrijzinnig-democratische
partij behoorend hun stem uitbrach
ten ten gunste van verordeningen, die
de huwende onderwijzeres met ontslag
bedreigen.
Aanstonds was het hoofdbestuurder
Vereeniging voor Staatsburgeressen
op zijn post en verzocht de besturen
'der vrijzinnige partijen dringend om
de afgedwaalde leden aan de begin
selen hunner partij te herinneren en
alles in het werk te stellen om herha
ling te voorkomen.
Zou de pantoffel het zinrijk sym
bool worden van de fiere vrijzinnig
heid?
Zouden pantoffelhelden gevonden
worden in de organisatie, die nog pas
bij de Bioscoopwet zoo onverschrok
ken moedig den vrijheidseisch liet
weerklinken?
In naam van Thorbecke immers
neen?
Adeldom verplicht.
Een royaal opgevatte rekening van
een bestuur eener Christelijke school
te Arnhem heeft de socialistische en
een deel van de vrijzinnige pers over
stuur gemaakt.
Op de eploitatierekening, die het van
de gemeente trachtte vergoed te krij
gen,. bracht het schoolbestuur kosten
voor tractatie van kinderen op ouder
avonden, als bruidsuikers, kwatta, si
garen.
Daar hebt ge de parasieten op da
overheidskas zegt de een.
Struikrooverspolitiek! zegt de an
der.
Nobele „Christenen"! besluit „De
Vrijheid".
De verontwaardiging, merkt „De
Rotterd.", terecht op, doet zonderling
aan bij de socialisten die de overheids
kas voor de zorg van alle maatschap
pelijk belang aanspreken.
De verontwaardiging misstaat vrij
zinnigen en socialisten, die tientallen
jaren vrijelijk putten uit de schatkist
voor het onderwijs dat zij begeerden,
cloch de voorstanders van Christelijk
onderwijs met niets of eene sobere
noodpenning afscheepten.
Hoe zeer dus ook een toon als door
de linksche critici wordt aangeslagen
alle bestaansrecht mist, toch zouden
wij praktijken als te Arnhem werden
gesignaleerd niet gaarne voor onze
rekening durven nemen.
Formeel was het schoolbestuur wel
licht gerechtigd zich te beroepen op
het «wetsartikel dat aan eene bijzondere
school in totaal evenveel toekomt als
eene gelijksoortige openbare school in
dezelfde gemeente.
De royaliteit van de openbare
school kan zoo de bijzondere school in
verzoeking brengen om den post uit
gaven „tot instandhouding" abnor
maal op te voeren.
Toch moet aan die verleiding weer
stand worden geboden.
In naam van ons beginsel, in naam
van de glorieus© geschiedenis van den
schoolstrijd.
In naam van ons beginsel, dat ver
foeit een praktijk die zich laat leiden
door de gedachte; halen uit de staats
kas wat er uit te halen is!
In naam van onze roemvolle histo
rie: immers de geschiedenis van den
schoolstrijd is het verhaal van dienst-
Haar oogen straalden en haar mond
glimlachte licht. De prachtige Mei
morgen deed haar denken aan al de
heerlijkheden thuis; aan de bloeiende
seringen en de gele gouden regen, die
zij in Arden Towers had moeten ach
terlaten.
Zacht en bijna geluidloos reed het
rijtuig door de straten, door menigeen
met bewonderende blikken, soms met
jaloerschheid vermengd nageoogd.
Plotseling hield het rijtuig stil in 'n
smalle straat en Lady Arden keek ver
wonderd op, wat er toch de reden van
was. Toen kwam een der livreiknech
ten haar zeggen, dat er een versper
ring was in de straat en dat het wel
vijf of zes minu.ten zou duren eer zij
verder konden. De koetsier vroeg of
hij terug zou rijden en een anderen
weg nemen. Maar Alice antwoordde,
dat het niet hinderde en dat zij ver
koos om te blijven wachten woor
den waarover zij later diep berouw
zou hebben.
Maar zij had geen haast en het was
geen groote straf om daar stil te zit
ten in het liefelijke licht der Meizon.
Zooals het steeds gaat in een groote
stad, verzamelden zich spoedig een
menigte menschen, die kwamen kij
ken naar wat er gebeurd was. Jon
gens met fietsenJ kleine bloemenver-
jaren zonder soldij, van heroïsch ge
dragen opoffering, van ontroerende
zelfverloochenende liefde.
Adeldom verplicht!
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Opeind e, cand. E.
Pot tei Hilltegom.n Te IVarder, G. W.
Noordecnhout, em. pred. te Aalsmeer.
Aangenomen: Naar Urmond, H.
S tegenga te .Wagenborgen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Wierden, J. S.
Schaafsma te< Gasselternijeveen.
Aangenomen: Naar Nieuwveen, J
D. Speelman te Sellingen. Naar Zeg-
waart, H. Versluys te Klundert.
Bedankt: Voor Raard (FJ, E. J.
v. Voorst te Kootwijk. Voor Gerkes-
klooster-Stroobos, T. Geroer te Assen.
CHR. GEREF. IIZRII.
Tweetal: Te Arnhem, N. Bijdemast
te Rotterdam en C. S. v. d. Ven te Lisse
De studenten en Dr, Geelkerken.
De heer W. T. M. Lindeboom, Ab
Actis van de Theologische Faculteits-
vereeniging aan |de Vrije Universiteit,
schrijft aan de „Rotterd.":
Naar aanleiding ,van het bericht uit
„Het Vaderland", idoor U, van een vraag
teeken voorzien, overgenomen in „De
Rotterdammer", als zouden de studen
ten aan de Vrije Universiteit hun mee
ning in de zaak Dr. Geelkerken, op
wat wijze dan ook, aan hun hoog
leraren hebben kenbaar gemaakt,
is het wellicht niet overbodig hier nog
eens openlijk te verklaren, dat ge
noemd oericht van A tot Z onwaar
is. Die 6 tudenten sprake'n zich tot dus
ver over de zaak Geelkerken in het
(geheel niet uit en zullen zich er wel
voor wachten dit te doen op teen. wijze
als door „Het Vaderland" wordt voor
gesteld.
Ze-er terecht werd door U teigen een
dergelijke berichtgeving .geprotesteerd.
Ned. Zendmgs-Vereenigiiig.
Dinsdag hield de Ned. Zendings-
Vereeniging te Rotterdam met de at-
deelingen hare najaarsvergadering on
der leiding van Ds. H. J. de Zwart'.
Aan de vergadering was vopfgegaani
een gebedsure, onder leiding van den
Zendmgsdirector Dr. K. J. Rrouwer.
Welkom werd geheeten dhr. H. M.
de Koek, de penningmeester van "de
Ned. Zend.schooi en verschillende zen-
cTingscorporaties, die als gast tegen
woordig waren.
Tot leden van het hoofdbestuur wer
den herbenoemd: Ds. H. J. de Zwart
van Scheveningen, de heer M. van
Randwijk te Rotterdam. Ds. Wl- iW'.
van Haaften te Noordwijk-Binnen, Ds
L!. D. Poot en Ds. N. van Schouwen
burg te Amsterdam,' Ds. J. C. Schul-
ler te 's-Gravenhage. Benoemd werd
Ds. Mondt van Njjega, die in het
'hoofdbestuur de Glassicale .Cofnmissie
,van Snoek zal vertegenwoordigen',
Ds. Rijnders gat"een overzicht van
den financieelen toestand der Nerf.
Zend.-Vereen., "Ds. Rauws van dien
der zes samenwerkende "CorporaTies.
iVoor de Ned. Zend.-Vereen. is nog
f'64.000 noodig aan buitengewone 'in
komsten, om dit jaar zonder tekort
te kunnen sluiten; voor ae gemeen
schappelijke samenwerkende. Corpora
ties is dit bedrag f 340.000.
Gevraagd werd hoeveel de onder
bouw van het zendingswerk hier te
lande kost. Geantwoord werd, dat als
algemeene regel in de wereld-zending
feldt, dat de binnenlandsche kosten
3 pet. van het geheel mogen .be
dragen, en dat de samenwerkende
Corporaties slechts 16 k 17 pet. vooï
dit doel besteden, terwijl ziji ër naar
streven dit percentage nog te vermin
deren.
De zendingsdirector Rauws gaf eéo1
overzicht van den zendingsarbeid op,
West-Java, waarbij'hij1 vooral aandacht
schonk aan de problemen, die daar
om oplossing vragen en waarmee de
Conferentie op West-Java en de zen
dingsconsul eenerzijds, het "hoofdbe
stuur en de directie anderzijds bezig
zijn.
Daitsche Zendingsarbeid.
Nadat de Noord-Duitsche en de
Baseier Zending door de Engelschte
koopsters, baliekluivers, vrouwen met
boodschapmandjes en voorbijgangers,
die evenals Alice gestremd waren in
hun weg. Er waren ook kinderen,
meest arm en haveloos, die met open
mond staarden naar de aanzienlijke
dame in het rijtuig. Alice glimlachte
hen toe, maar de kleintjes durfden
niet terug te glimlachen. Met ernsti
ge, verlegen gezichtjes keken zij haar
aan, alsof zij een verschijning uit een
andere wereld ware! Alice's hart was
vervuld van blijheid en geluk. Zij ge
voelde voor zich het leven zoo mooi.
En in dat gewoel opende zij haar
beurs en strooide wat zilvergeld on
der de kinderen om hen wat af te lei
den en dat strakke staren te doen op
houden. Joelend en juichend krioel
den ze nu 'door een en grabbelden wat
zij konden om de kleine geldstukken
te bemachtigen.
Op enmaal voegde zich ongemerkt
een man bij de steeds aangroeiende
menigte. Het was niet een jonge man
en ook geen oude; het was een man
die sporen van zwaar drankmisbruik
op zijn gelaat droeg, dit zeiden u zijn
waterige, bloedbeloopen oogen en be
vende handen. Hij was vuil en have
loos gekleed, geheel liet uiterlijk van
een man, die verslaafd was aan den
drank. Hij rookte uit een korte, sme-
regeering wederom toegelaten werden
lot den zendingsarbeid op de Goud
kust van Afrika, is nu oök aan de
JBerlijnsche, de Leipziger en de Bethel
Zending eenzeTïde verlot Verleend.
Haar werd het oude gebiecf harer
werkzaamheid, nf. het Engelsche ge
bied van Oost-Afrika, teruggegeven,
met Eenzelfde vrijheid van handelen,
als zij voor den oorlog daar hadden.
Sinds ik het weet
Ds. G. Hulsman verbelt in „De Her
vorming" van den man, dien men trof
aan het strand
Hij keek bijna nooit naar de zee,
hg was verdiept in zijn boeken, maar
de zeewind, de strandlucht, het
opwekkende en verrrisschende van zan
gerige golven en winden, de geheele
boulevard-entourage, het vroolijke, la
chende blije van groote menschen en
kleine kinderen, dat alles deed hem
goed, schiep atmosfeer, was een stimu
lans voor zijn energie. Zóó vond ik hem
dikwgls, den gelukkigen, den levenslus
tiger, den in alles belangstellenden man
die het „Carpe Diem" van Horatius in
zgn schild had geschreven, zóó vond
ik hem honderden malen, jaren lang op
alle mooie zomerdagen.
Maar op teens \vas hjet uit Hg
bleef hetzelfde plekje bezoeken, maar
hij kwam zonder bladen en boeken.
Het viel mg op, dat zijn gelaat van dag
tot dag begon te verbleeken, en stil met
een trek van weemoed kon hij uren en
uren naar de zee staren.
Vroeger keek hij nauwelijks naar de
zee en hg zocht slechts haar nabijheid
omdat zon - en zeewind zijn zenuwen
staalden en zgn energie verhoogden:
echterde lectuur was hem alles,
de boeken brachten hem de volheid
van het leven. Nu was het anders. Hij
las niet meer. Hij staarde onafgebroken
naar den einder. Het was mg reeds
dikwijls opgevallen, maar ik vermoedde
een tijdelijke vermoeidheid des gees-
ttes.
Een toevallige ontmoeting bracht de
lontknooping van het raadsel. Toen ik
weer eens kwam langs het plekje, waar
ik hem zoo. dikwijls had aangetroffen,
verdiept in zijn schatten, en de vraag
■opperde: „Waar de bopken gebleven
waren?" toen kwam het antwoord
los en dit antwoord was bitter. „De
dokter". zoo werd zonder eenige te
rughouding gezegd „heeft mij onder-
Eocnt, en hrj geeft mij nog een paar
maanden maarik heb een kwaal.
Het is met mij gedaan, en sinds ik dit
weetis mij de aardigheid aan de
dingen verbaan.... Bladen, en boe-
en en tijdschriftenwetenschap, en
kunstpolitiek en handel. Toorop,
Debussy, Mahler, De Volkenbond en
Hugo de Groot en alles, wat men denkt,
en schrijft en hoopt en verwacht
het is alles hesl mooi voor de gezonden
ten allen, die het leven kunnen genie
ten, maarkomt de doodhet
is alles zoo akelig klein, en zoo mise
rabel kinderachtig, speelgoed, pruts
werk. Ik wil er niet meer van hooren.
Ik wil alleen nog de zeewant de
zee is de eeuwigheid, en wat die eeuwig
beid zal brengenik weet het niet
ik heb vele vragen en op de mees
te vragen weet ik geen antwoord te vin
den. Het eenige, wat ik kan zeggen is:
Sinds ik weet, dat het met mij
gedaan isinteresseert de aarde
mij niet meer
Het eenige, wat- mij interesseert is
de zeeis de eeuwigheid En
terwijl hij dit zeide, staarde hij weemoe
•dig naar den einder. Zoo lang het hem
mogelgk was, is hij zijn oude plekje
blijven bezoeken, maarmet boe
ken of bladen werd hij niet meer ge
zien. V/at de menschen zeiden en wat
zij deden, het had voor hem alle waar
de verloren. Hij zocht alleen de zee
de eeuwigheid
"'Nu is hrj heengegaan, .maar zijn
woord „Sinds ik het weet", brengt in
herinnering teen ander woord, het woord
van de !d.iohteres.. die eens hetzelfde
heeft gezegd, doch die deze weemoedige
zekerheid heeft opgeheven in de hooge
regionen van het geloof, en die daarom
kon verklaren:
„Sinds ik h,et weet ik weet het wel,
ofschoon
Nog onder ons angstvallig wordt ont-
l weken
Het boo ze woord te noemen, dat bij 't
spreken
Licht ruw of wat onzuiver klinkt van
toon.
rige pijp en keek naar alle kanten,
blijkbaar om te zién, wat er gebeurd
was. In het eerst merkte hij de dame
in het rijtuig niet op, maar hij wend
de zich tot zijn naasten buurman.
„Wat is er gebeurd, vriend?" vroeg
hij. En het antwoord was:
„Er is weer een van die ellendige
gaspijpen kapot. De rijtuigen en de
menschen zullen straks nog over el
kaar heen moeten."
Bij het woord rijtuig keerde de man
met de korte pijp zijn oogen naar het
rijtuig en daar bleven ze gevestigd
zij schenen als met magnetischekracht
aangetrokken door dat schoone gelaat
en werden steeds grooter en dieper
van verbazing. De pijp viel' hem uit de
'handen, hij merkte niet, dat zijn buur
man hem toesprak, en staarde onaf
gebroken in klimmende verbazing naar
de dame in het rijtuig.
Een bedelvrouw ging naar haar toe
met het gewone gejammer, zij liet wat
zilvergeld vallen in de uitgestoken
hand der vrouw. Een paar bloemen
meisjes boden haar de narcissen en
viooltjes uit haar manden. Zij kocht
met een glimlach van ieder van baar
enkele bloemen.
En al dien tijd hield de man zijn
oogen op haar gericht.
Er kwam beweging in de menigte
Sinds ik het weet werd mij de over
vloed,
De schoonheid en de zoetheid aller din
gen,
Die mij alom omgeuren en omringen
Nog wel zoo liefelijk en wel zoo zoet.
Sinds ik het weet treed ik, wien ik
ontmoet.
Den vreemden en den vrienden ODmifn
W££en,
■Ontroerder ten vertrouwelijker tegen.
En groet zè m©£ een vriendelijker groet.
Sinds ik fret weet is God mg meer,
nabg;
En vaak in d' ernst van 't aardsche spel
verloren,
Zoo ernstig en zoo djep als ooit te
voren,
Gevoel ik plots Gods glimlach over mij.
BINNENLAND.
J. J. van de Sande Bakhnyzenf
Gisteren is te 's-Gravenhage overle-r
den de kunstschilder J. J van de San-
de Bakhuysen. De overledene was rid
der in de orde van de Ned. Leeuw. De
teraardebestelling is Zaterdag op de
Algemeene Begraafplaats.
Uit de Chr. Hist. Unie.
De heeren Dr. J. Scbokking en Jhr.
Dr. D. J. de Geer, hebben aan het
Hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie me
degedeeld, in verband met bun optre
den in het Kabinet, te bedanken als
lid van het Hoofdbestuur der Chr.
Hist. Unie.
Het voorzitterschap en het penning
meesterschap der Unie komen door dit
bedanken vacant. Het voorzitterschap
wordt tijdelijk waargenomen door
Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine.
Ie vice-voorzitter; het penningmeester
schap wordt waargenomen door den
2en penningmeester Jhr. Mr. J. W. H.
Rutgers van Rozenburg.
De heeren Schokking en De Geer
verklaarden beiden op verzoek van het
dagelijksch bestuur der Unie zich be
reid, lid te blijven van de commissie
van advies inzake vraagstukken van
godsdienst, kerk en staat, welke com
missie zich thans met de samenstel
ling van baar rapport bezig houdt. v
Verblindende autolichten.
Vlak bij Leeuwarden zijn twee jon-
gemenschen doodelijk getroffen door
dien een autobestuurder door het ver
blindende licht van een hem passee-
rende auto het bestuur over zijn wa
gen verloor.
Talrijk zijn de slachtoffers, die het
verblindende autolicht op zijn reke
ning heeft.
De verwachting dat de autobestuur
ders op kritieke momenten hun licht
zullen temperen of uitdoen, wordt in
de practijk niet verwezenlijkt en kan
ook ten deele niet worden verwezen
lijkt. Toch, zegt de Rotterd zou het
roekeloos zijn indien de bestaande
staat van zaken werd gehandhaafd. -
Engeland geeft Nederland het voor
beeld. Daar wordt een wetsontwerp
aangekondigd, volgens hetwelk het
schijnsel der lantarens lager moet val
len of voorgeschreven wordt het ge
bruik van geheel of gedeeltelijk ge
kleurde lampjes, die het verblindend
effect wegnemen.
Ook bij ons zal van hooger hand de
ze zaak moeten worden aangepakt.
Hier geldt het een domperstactiek
waartegen zelfs de vurigste bewonde
raar van licht en verlichting geen be
zwaar zal koesteren.
Postagentschappen in winkels.
Naar aanleiding van het bericht in
de „Tel." dat waarschijnlijk binnen
korten tijd door de Posterijen 'n proef
zal worden genomen met het vestigen
van postagentschappen In winkel3.
heeft de H. Ct. zich te bevoegder plaat
se om inlichtingen gewend.
Vooropgesteld dient te worden, dat
het hoofdbestuur der Posterijen er
naar streeft, het publiek zooveel mo-
en het rijtuig deed een paar stappen
vooruit. De man volgde het. steeds
met dienzelfden, wilden starenden
blik in zijn oogen.
„Ik ken haar!" zei hij bij zichzelf.
Zij is als opgestaan uit de dooden! Ik
zou haar herkend hebben, al had ik
haar onder duizenden moeten uitvin
den. Ik ken haar!"
Een klein kind, verdwaald tusschen
al die menschen, begon .te huilen en
de dame in het rijtuig boog medelij
dend haar hoofd naar buiten, terwijl
de man nog altijd naar haar keek.
„Zóó heb ik baar toch nog nooit ge
zien. Ik heb haar nooit zien glimla
chen. Ik zag haar verontwaardigd en
boos; ik heb haar minachtend en trots
zien kijken. Ik heb haar gezien bleek
van ellende vervolgd en verstooten
door ieder verlaten en tot vertwij
feling gebracht maar ik heb haar
nooit zien glimlachen. Toch zou ik
haar herkend hebben, al was het der
tig jaar geleden dat zij gezegd hebben:
dat zij dood was!"
Weer was er eenige beweging en
ging het rijtuig een pas vooruit. Hii
liep mee en toevallig vielen de hel
dere blauwe oogen van de dame vol
op zijn gelaat, toen zij ze achteloos
liet dwalen over de menigte.
tWordt vervolgd).