MODE-RUBRIEK
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 2 OCTOBER 1925
Afb. 5. Tasch met kralen-borduursCL Afb. 6. Boekomslag m«t borduurwerk.
Afb. 4. Theewarmer van modern model
met eenvoudig borduurwerk. Zeer apart is het
model van dezen theewarmer die uitstekend geschikt is voor
het op het moment in de mode zijnde grillig gemodelleerde
porselein. Het borduurwerk wordt uitgevoerd in tinten die
overeenstemmen met die van de kamer en men werkt in steel
en platte steek. Op een zwarten grond zijn zwart, groen en
geel heel mooi gekozen kleuren, die bovendien het voordeel
hebben baast nooit storend voor de overige tinten in de
kamer te werken.
Afb. 5. Tasch met kralenversiering. Voor
het gekleede namiddagtoilet kiest men bij voorkeur een tasch,
gemaakt van het materiaal van het costuum. Onze tasch be
staat uit twee gelijke gedeelten, die verbonden zijn door een
strook van onderen en twee aan de kanten. Het is wel raad
zaam de kleine tuschengedeelten te voeren met stevig linnen.
De beide bovengedeelten worden met kralen bestikt van boven
dicht ingehaald en aan een, van onderen rond loopende strook
bevestigd, waardoor de tasch het ronde model krijgt De
beugel wordt aangenaaid of men laat hem bevestigen. Zeer
mooi doet een beugel van ivoor of schildpad. Naait men
den beugel aan, dan wordt den aanzetnaad gedekt door een
smalle ruche.
Afb. 6. Boekomslag met borduurwerk.
Dit boekomslag van lederkleurig laken heeft een versiering
van gestyleerde fuchsia's. Op lederkleurigen grond kiest
men naast het groen voor de bladeren het moderne rood
achtig lila. Dubbele strooken vormen het handvat, dat aan
het omslag bevestig wordt.
Afb. 7. Tafellooper met Richelieu-werk.
Deze tafelloper is versierd met Richelieu-werk, waarvan
het model zoo verdeeld is, dat er een servies op kan staan
zonder dat het werk te veel bedekt wordt. Het midden
wordt versierd door
een langwerpig ruit-
motief en aan beide
kanten komt dit motief
weer voor de helft
voor. De korte kanten
zijn afgewerkt door
vier bogen, terwijl de
lange kanten op gelijke afstanden kleine boogjes hebben.
Bij ieder boogje is een klein motiefje geborduurd.
Afb. 8. Sjaal van haakwerk. Onvermoeibaar is
mevrou^ mode in het bedenken van nieuwe modellen en
patronen voor sjaals en doeken zonder welke geen toilet
van de hedendaagsche vrouw compleet is. Zij zijn ook zoo
licht, deze sjaals, dat men ze nauwelijks merkt en ver
warmen heerlijk zonder benauw te worden.
Ons plaatje geeft een model in ruiten gehaakt van vaste
stokjezs en wel zoo dat de beide buitenste ruiten kleiner de
binnenste echter grooter is. De afwerking wordt gevormd
door aangeknoopte franje. De sjaal is in twee kleuren en van
de fijnste wol gemaakt De kleuren worden bepaald door den
leeftijd der draagster. Voor oudere dames is wit en zwart of
grijs met lila heel mooi. Zeer apart is het, om ook een
lange kant met franje af te werken.
Afb. 9 en 10. Muurkleed en divankleed
met borduurwerk. Muurkleed en divankleed van
donker laken zijn geborduurd met moderne patronen.
Terwijl op het muurkleed de strepen de geheele breedte
beslaan, loopen zij op het divankleed maar tot op zitting
hoogte. Men borduurt in verschillende kleuren en wel
zoo dat het eerste en derde motief steeds dezelfde
kleur krijgt.
Afb. 11 cn 12. Twee kussens. Van de beide
kussens is het eerste versierd met een over de geheele
breedte loopend patroon, die men in steel en spansteek
uitvoert. Op lichten grond neemt men zwart en geel als
kleuren. De langwerpige pouffe, die aan iederen kant
door een kwast wordt afgewerkt bestaat uit breiwerk
in twee tinten.
Afb. 13. Toiletkussen met wit-borduursel.
Het kussen vertoont een
plat model. Het overtrek
en de volant zijn met wit-
borduursel bewerkt. De
aanzetnaad van de volant
wordt gedokt door vier
rosetten en garnituur
van gevlochten lint
Afb. 8. Sjaal van haakwerk.
Aan het einde der Week
Nog steeds staat de a.s. conferentie
over 't veiligheidspact in 't brandpunt
der belangstelling. Even leek bet deze
week, dat er een storing aou komen,
toen bet bleek dat de Duitsche minis
ter van Buitenlandscbe Zaken, blijk
baar op aandrang van de nationalisti
sche elementen de kwestie van Duitscb
lands schuld aan den oorlog weer ter
sprake gebracht had.
Stresemann is evenwel handig ge
noeg om ook die stroomingen tevreden
te stellen en zal zich van de afwijzende
houding der Geallieerden niet veel aan
trekken.
Zoowel Stresemann als Briand moe
ten de openbare meening in hun land
te vriend houden, en doen daarom wel
eens een schijnuitval.
Briand zal ook pogingen doen, nu
Duitschland de Oostelijke grenzen niet
in 't zelfde vêrdrag bevestigd wil zien.
Polen en Tsjecho Slovakije aan een
afzonderlijk pact te helpen, maar daar
voor zijn de vooruitzichten niet erg
gunstig.
Het groote Labourcongres heeft een
aantal resoluties aangenomen, waar
door de Labourpartij geheel vrij van
communistische elementen geworden
is. Met een stemmen verhouding van
101 zijn de communisten van 't lid
maatschap. der arbeiderspartij uitge
sloten.
Het is merkwaardig, hoezeer de En
gel sche socialisten sinds de oprichting
der partij veranderd zijn. De bekende
Keir Hardie, was evenals hier b.v. Do-
mela Nieuwenhuis, theoretisch revolu
tionair, terwijl nu iemand als Mac
Donald zelfs geen oogenblik meer aan
revolutie zal denken.
Maar. evenals hier is er een wrijving
te zien tusschen de meer gematigde
politici en de radicale strooming in de
vakbeweging, een gevolg o.a.'van het
voortdurend groot aantal werkloozen,
dat zulk een zwaren socialen druk op
'tEngelsche leven uitoefent.
Maar zullen nu de communistisch
gezinde arbeiders zich afzonderen en
een nieuwe politieke partij 9tichten?
Dan zal 't doel van Mac-Donald, om in
Engeland slechts 2 partijen, de conser
vatieven en de arbeiderspartij te doen
bestaan, weinig kans meer hebben.
Uit het grijs verleden.
DB BESCHERMING DER GODEN.
De stad had in de Oudheid haar
eigen goden en verwachtte van deze
alle heil. Zij riep hen aan in de ure
des gevaars en om zich van hun be
scherming te verzekeren, wijdde zij
bun een cultus.
De goden waren begeerig naar offe
randen; welnu.die kregen zij, en in
overvloedige mate) maar op één voor-
Waarde: dat zij van hun kant waken
zouden voor het heil der stad.
In de alleroudste tijden bestond de
godsdienst zelfs in het verstrekken
van voedsel aan de goden. Men schonk
hun van allerlei, wat de zinnen kon
9treelen: vleesch, koeken, wijn, reuk-
-werk, kleederen en sieraden, dans en
muziek. Maar daarvoor in ruil elsch-
te men dan ook van hen weldaden en
diensten.
Zoo zégt in de Ilias Chryses tot zijn
god: ,.A1 sinds lang heb ik vette stieren
voor u gebrand; verhoor dan nu mijn
wenschen en richt uw pijlen tegen m'n
vijanden.*
En van de Trojanen wordt in het
zelfde heldendicht verhaald, dat zij
htm godin aanriepen, haar een schoon
kleed aanboden en twaalf vaarzen be
loofden indien zij Ilion zou beboudeiW
De Verhouding tusschen deze godei^
en deze menschen is alzoo die van 'n
contract: de laatsten geven hun vroom
heid en vereering niet gratis, maar
ook de eersten doen niets voor niets.
Ja zelfs kan men spreken van een
soort van belangengemeenschap tus
schen de beide partijen en bij Aeschy
lus (in zijn treurspel „De zeven vorsten
tegen Thebe") richten de Trojanen zich
tot hun stedelijke godheden en zeggen
tot dezen: „Weest gij onze verdediging,
wij hebben gemeenschappelijke belan
gen want als de stad voorspoed heeft,
vereert zij haar goden. Toont dan dat
gij onze stad liefhebt; denkt aan den
cultus, waarmee dit volk u eert en
herinnert u de plechtige offeranden,
die u zijn aangeboden."
Herhaaldelijk komen dergelijke ge
dachten in de litteratuur der Oudheid
voor. Om nog één voorbeeld te noe
men, de Grieksche dichter Theognis
zegt, dat Apolló Megara van den aan
val der Perzen heeft gered, „opdat zijn
stad hem telken jare schitterende he
catomben (offers van honderd ossen)
zou offeren.
De goden gaven zich dan ook dik
wijls wel heel wat moeite voor hun
stad.
Dat het, naar het bekende vers uit
Virgilius' Aeneis, voor Aeneas en de
zijnen mot zooveel moeilijkheden ge
paard ging, het Romeinsche volk te
vestigen („Tantae nïolis erat Roma-
nam condere gentem)" lag aan de te
genwerking van de godin Juno.
Reeds in het eerste boek van dit epos
verhaalt de dichter, hoe Juno de stad
Carthago veel meer dan eenig ander
land beminde. Daar waren haar wa
penen, daar was haar wagen en hei
was het lievelingsdenkbeeld der godin,
dat baar stad eenmaal de hoofdstad
der wereld zou zijn, indien de lotsbe
schikking het op eenigerlei wijze toe
liet.
Maar zij had gehoord, dat een nako
melingschap van Trojaanschen bloede
haar geliefde stad zou verwoesten, van
daar dat zij alles in het werk stelde
en hemel en aarde bewoog om Aeneas
de volvoering van zijn plan onmogelijk
te maken.
Zoozeer ging Juno de grootheid van
haar stad ter harte.
Die goden en godinnen waren dan
ook, o,m teens met een modern woord
te zeggen, echte chauvinisten. In tijd
van oorlog streden zij met en voor hup,
medeburgers mee, en dit was voor bei
de partijen in den veldslag een factor
van beteekenis.
Zoo zegt bij Euripides iemand bij het
naderen van den slag: „De goden, die
met ons meê strijden zijn niet minder
sterk dan die aan de zijde onzer vijan
den staan.
De Aegineten ondernamen nimmer
een veldtoch zonder .de beelden van
hun nationale helden de Aeaciden, met
zich mede te dragen, terwijl de Spar
tanen hij al hun krijgskundige onder
nemingen de Tyndariden medevoerden
In de hitte van het gevecht onder
steunden de goden en menschen e)-
kaar wederkeerig en wanneer de over
winning behaald was, wat het daaraan
te danken, dat allen hi^p plicht had
tien gedaan.
Maar omgekeerd, had men de neder
laag geleden, dan verweet men dit aan
de goden. Zij waren te kort gescheten
in hun plicht als beschermers der siad;
ja zelfs ging men soms zoover in jijn
woede, dat men hun altaren omkeerde
en steenen wierp tegen hun tempels.
't Lijkt ons wel een zeer egoïstische
wijze van godsvereering, zooals dl' bij
de meestbeschaafde volken der )ud-
heid en dat nog wel als de of-ficeele,
van staatswege voorgeschreven reigle,
in zwang was.
Hoe blijkt hier duidelijk de noodza
kelijkheid eener bijzondere openkring
en hoe scherp steekt daarbij af degees-
t-elijke Godsvereering, zooals niet
slechts Christus die geleerd Leeft,
maar zooals die ook reeds bestead bij
het volk Israël.
Tevergeefs zal men bij de clssieke
volken een toon zoeken als belïsterd
wordt in Ps. 73: „Wien heb ik evens
U in den hemel? Nevens U lut mij
ook niets op de aarde. Bezwijk mijn
vleesch en mijn hart, zoo is <od de
rotssteen mijns harten en mijl deel
in eeuwigheid."
NIEUWE RICHTLIJNEN
Onder fcovenstaanden titel sclijft de
„Waarheidsvriend" het volgend:
Het demonstratief congres an het
Socialistisch Verbond van Vakereeni-
gingen en de Sociaal Democratche Ar
beiaerspartij, de vorige week t 's Gra-
venhage gehouden ter huldigingvan Mr.
P. J. Troelstra, en tot verstering van
de positie der arbeidersklasse om tot
•'n betere samenleving te gerakn, heeft
ook voor het neutraal openbar onder
wijs enkele richtlijnen voor deoekomst
aangegeven.
Wat den openbaren onderwrers voor
den vervolge te doen staat, isom even
als de oude- ©n oud-collega'sle zweep
opnamen om eerst met krachde massa
aan te zetten tot den opstandm nu den
onafwijsfcaren heiligen plicht'ebben om
van heden af hun uiterste lachten in
te spannen bij de opvoedingen de ar
beidersvrouwen en -mannei
Het doel, dat daarbij „D Schoolbo
de", een der afdeelingsorgam van den,
Bond van Nederl'. Onderv&ers, voor
oogen staat is, om in de nUwe phase
van den strijd, de arbeideklhsse ge
schikt en paraat te make: ten eind©
haar bij machte te doen zij haar histo
rische taak te vervullen:„overname
van en richtig en go^d beuren en lei
den der komende nieuwe satschappij"
De Bond van Ned. Ondwijzers ver
heugt zich over het nieuv perspectief
dat op het congres weregeopend en
waarvan de vruchten echr onder één
voorwaarde kunnen wordegeplukt, als
„alle, maar dan ook lettejk alle leden
zich paraat houden en Teiden voor
den strijd en dag in, dag i zorgen voor
sterking der gelederen".
Daarbij dient djp. mkt tegenover
macht gesteld te worden
De meuwe phase vanen strijd van
de zrjde van den Bond v. Ned. Onder
wijzers zal dus zijn om h kind voor de
nieuwe maatschappij geed te jnaken
en voor dit doel de op&>are school te
gebruiken.
.De nieuwe riehtlijneiiaten aan dui
delijkheid niets te wensen over.
Leidsche Penkrassen.
Amice,
We staan al weer aaii den vooravond
van het 3 Octoberfeest, waarop we her
denken het beleg en het ontzet van
Leiden. Aan 'de voorbereiding is als
naar gewoonte weer veel zorg besteed,
en als ik het programpia zoo naga,
dan komt het mij voor dat dit feest
bij dat van vorige jaren niét onder zal
"doen. We hebben nu wel niet de open
luchtspelen, die de laatste jaren ge
houden werden, maar dit lijkt me geen
bezwaar, omdat dit gedeelte van het
feest' slechts tegen betaling van een
vrij hoog entree kon worden bijge
woond, wat mij met het karakter van
een volksfeest als de 3 October-herden-
king toch zijn wil, niet in overeenstem
ming schijnt.
Dat de historische optocht nu een9
door een reclame-optocht vervangen
wordt, kan ik niet anders dan toejui
chen. 'tKan wel aardig zijn die ver-
kleede menschen te zien en men kan
daardoor wel eenigszins een beeld vor
men van den vroegeren tijd. maar als
men nu jaar na jaar die costuums ziet
lie bij alle afwisseling toch heel veel
•vereenkomst vertoonen, dan wil ik
liet zeggen dat de aardigheid er af
aat want de belangstelling voor de
ptochten is altijd buitengewoon groot
- maar dan gaat men toch wel eens
*ar iets anders verlangen. Het spijt
daarom heelemaal niet. dat we
maal op een reclame-opb-clu zul.
.r/ifln v«-castf een optocht °vn wel-,
ker samenstelling, naar ik hoorde, zeer
veel zorg is besteed en die dit voor
heeft, dat hij een sterk Leidsch karak
ter draagt. Aan belangstelling zal het
dan nu ook wel niet ontbreken, vooral
niet als het weer zoo mooi blijft als het
tie laatste dagen was.
''t Zag er ver van mooi uit de laatste
weken en herhaaldelijk heb ik dan ook
al de voorspelling hooren uiten, dat
het ditmaal met» de feesten wel mis
zou gaan. Gelukkig echter is 'tweer
veel verbeterd de laatste dagen en
9chijnt de kans niet gering, dat wo
over 't weêr niet te klagen zullen heb
ben.
Het karakter van de feesten, vooral
wat betreft het avond-programma, dat
met de zaak die herdacht wordt al heel
weinig in overeenstemming is, kan mij
nog maar steeds slechts matig beko
ren. En het spijt me dan ook, dat onze
Christelijke Oranjevereeniging, die
vroeger meer dan een9 zulke mooie
avonden organiseerde, zich op den ach
tergrond houdt. We zien nu het merk
waardige feit, dat in andere plaatsen.
Den Haag b,v. door de Christelijke
Oranjevereenigingen herdenkingsavon
den worden georganiseerd, terwijl hier
van die zijde niets gedaan wordt.
Ik wil hiervan het bestuur van de
C. O. V. niet al te hard vallen, daar ik
ook wel weet dat praten gemakkelijker
i3 dan doen, en dat er bij dergelijke
samenkomsten lang niet altijd die me
dewerking is, die men zou mogen ver-
wa.cluir... maar dit neemt toch niet
■g c.l: ik het ten zeerste betreur dat
- afgezien van de kerkdiensten
een herdenking, die meer in overeen
stemming is met het te herdenken
feit, achterwege moet blijven.
Overigens belooft het weer een mooie
dag te worden, een dag, die door dui
zenden Leidenaars en door velen uit
de omgeving met vreugde tegemoet
wordt gezien.
Jammer vind ik het, dat heel veel
menschen bij hun feestvieren zoo wei
nig maat weten te houden. Er zijn er
niet weinigen die het noodig achten,
ook al gaat dat boven hunne financi
eel© draagkracht, de bloemetjes eens
goed buiten te zetten. Dat is wel aar
dig zoo'n dag, maar 0 wee, de haar
pijn die er al spoedig op volgt.
Maat houden, dat is een moeilijke
zaak, ook en vooral voor de jongeren
onder ons, onze jongelingen en meis
jes. Zeker, zij mogen ook feestvieren.
Ze behoeven zich niet als oude man
netjes en vrouwtjes te gedragen. Ze zijn
jong en ze mogen zich ook op een
feestdag als jonge vroolijke menschen
gedragen. Verblijd u, o jongeling, zegt
de Prediker, in de dagen uwer jeugd.
Blijdschap is geen zonde en feest
vreugde is niet af te keuren. Maar
geen oogenblik mag worden vergeten
wat de Prediker aan hpt zoceven aan
gehaalde woord toevoegt: Verblijd u,
zegt hij, en laat uw hart zich verma
ken, maar., weet dat God over alle
deze dingenu zal doen komen voor
het gericht.
Men heeft mij als ik jonge mensehen
waarschuwde niet aan de kermisver
makelijkheden, die nu, jammer genoeg
aan de officieel» 3-October-viering ver
bonden zijn, mee te doen, weieens ge
vraagd wat voor kwaad daar nu toch
eigenlijk in zat. Men kan toch aan ge
paste vroolijkheid meedoen en nie
mand is genoodzaakt zich in te laten
met dingen, die naar hij of zij meent,
niet door den beugel kunnen. Mis
schien zijn er onder de jeugdige lezers
van ons blad ook wel die deze vraag
stellen of gesteld hebben.
En dan zou ik dit willen zeggen.
Leest voor ge gaat feestvieren feest
eens bet bovenaangehaalde gedeelte
uit het boek Prediker. En als ge tian
meent dat ge zonder eenig bezwaar
aan de kermis op het Schuttersveld
mee kunt doen en dat ge ook over uw
zijn op dat feestterrein Gods zegen
kunt vragen, welnu, ga er dan heen.
Maar als er twijfel in uw hart is, als
ge met recht vreest dat ge door daar
te zijn, toch eigenlijk op den verkeer
den weg zijt, offer dan dat schijn
bare genot op, en doe dan geen hope-
looze pogingen om uw geweten in
slaap te wiegen en het tot zwijgen te
brengen. Laat er geen pijnlijke tegen
stelling zijn tusschen uw k,ermis
gang op Zaterdag en uw kerkgang
op Zondag.
En nu nog een enkele opmerking
over een andere zaak. Uit wat in ons
blad omtrent de gemeentebegrooting
werd medegedeeld, heb ik gezien, dat
het in de bedoeling ligt een tweede
gedeelte van de Breestraat yan trot
toirs te voorzien.
Daarvoor is in verband met het "druk
ker wordende verkeer zeiter wel was
te zeggen. Nu de fi<ende gemeente
de „kleine steentjes'rteeds meer als
fietspad gaat gebruih en de veilig
heid op de straten kortdurend ver
mindert, kan het nedg zijn voor het
wandelend publiek in veilige of al
thans betrekkelijk ïilige wijkplaats
te zoeken.
Toch hoop ik dat'Ze Gemeenteraad
ook nog een weinij^kening zal hou
den met andere dien en dat er voor
zal worden gewaa'dat het eigenaar
dig karakter van ize oudere straten
niet geheel verlorcgaat. In onze nieu
we wijken is het es even mooi en
eenvormig. HopeU eenvormig. Rech
te straten met ipi© rechte trottoirs
en langs die str*n alle huizen van
eenzelfde type, schuine daken'
die voor de bew^rs niets dan lasten
brengen en de azen spoedig zullen
doen verouderej't Is alles beel mooi.
Maar men krijfQlet den indruk dat
er in die buizeb 11 s c k e n wonen.
Er 19 in die ni«ve straten nu letter
lijk niets kararistieks.
En nu hoop' amice, dat aan het
streven om ocde oude straten zoo
veel mogelijk ar datzelfde model te
vervormen of isvormen, zoolang mo
gelijk weersti zal worden geboden
Ik hoorde is van plannen om Ou
de Vest en O* Singel, die altijd weer
mijn bewondng opwekken, van die
moderne troirs te voorzien. Laten
we hopen ddeze geruchten onge
grond blijken dat althans hier hc1
stedenschooMet grondig en hope
loos..zal .w<*n verknoeid.