NIEUWE LËIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 2 OCTOBER 1925 TWEEDE BLAD. Uit de Schriften. DE WIL DES VADERS. Wie van deze twee h^eft den wil d<?3 Vader» gedaan? Matth. 21:31. Hoe menigmaal wordt de bekende gelijkenis van den vader met zijn twee zonen gelezen, en hoeveel heeft dit beeld, gegrepen uit het leven, ons te zeffgen. We kunnen het ons zoo voorstellen dit die vader aan zijn zoon vraagt on in zijn wijngaard te arbeiden, en d;t die zoon, in wrevelige ontstem ming verkeerende, bits antwoordt, dat hi niet doen wil wat zijn vad^r zoo viendelijk van hem vraagt. Maar we kannen ons ook zoo voor stdien, dat de gekrenkte vader zijn oiwilligen zoon aan zich zeiven over- geaten hebbende en zich tot diens brieder gewend hebbende, de jonge mai tot inkeer komt en door betere gelach ten zich laat leiden. Vcuwelijks zijr de woorden van boozen onwil uit- gesroken, of de consciëntie is ont- wakt, en we lezen van hem: daarna benuw (hebbende, ging hij heen. Itusschen heeft de vader zijnvr^ag bij den tweeden zoon herhaald, etn dezi, voor het oog een en al_ voorko- medheid, en bereidwilligheid, ant- woodt aanstonds tot den arbeid te zulla ingaan. Van hem leest ge dat hij et echter niet deed. Hij was de mandie gaarne een moo(e rol speelde, die x>k een mooi woord over zich had,en intusschen, als het er op aan- kwaï, niets deed en niets uitvoerde- Al de Heiland deze twee zonen, den jen van het mooie woord, en den nder van de goede daad, ,u voor vooroogen gesteld heeft en hen in hun evens werkelijkheid heeft get we kend doet Hij een ernstige vraag, die vor alle tijden van zoo groot ge wichten beteekenis is, en. waarop het altoo: aankomt: wie heeft den wil des Vders gedaan? En>p die vraag is maar é£n ant- woorcte geven: de c:rste. De leere Jezus heeft in die twee zonen get eekend tweeërlei soort van menscen, met wie Hij vc :V;.rcna te doe had. Dit lijkt wel uit de woorden die onrnidtïliijk volgen; voorwaar 2eg ik u dat e tollenaars en de hoer an u voorgaa in het Koninkrijk Gods. Dit wordt ichtstreeks gezega tot de trot- sche Irizeeën die hoogst eigenge- rechtignec diepe minachting neerza gen opgevallen zondaren, ook nadat deze me waarachtig berouw tot daad werkelijk bekeering gekomen waren. Het i n het optreden van den Hei; land' altas zoo opmerkelijk, dat Hij met die 'gengerechtige Farizeeën, die den mor, vol hadden van heiligheid, op zoo gpannen voet leefde, en dat bij Hem oor de hoeren en tollenaars waarvooüe wettische Jood zoo diepe minachtir voelde, als zij waarachtig berouw hiden en bekeering des le vens betoiden, vriendelijke oogen en milde halen waren. De Jod< van Jezus' dagen verston den dat et. Maar door de2e gelij kenis (hee Jezus het hun'duidelijk gemaakt, aarom dit zoo was. De zes-die daar zeide: ik zal he; doen, maametterdaad niets <ie:d, is het beeld m den Farizesër, die veet sprak vanïjn goede werken, maar het zwaars der wet, datgene 'waar het voor ad op aankwam, barm hartigheid, efde en oordeel, teneenen male nalietDe zoon die brutaalweg zeide: ik Ce niets van hetgeen gh mij beveelt,aaar daarna berouw had en het toch eed, is het beeld van den boetvaardigi zondaar die zich tpt God bekeer Er zijn nr althos menschep, die door hét mie woord willen leven in den schr, van het goede. Dan wordt het rr. de religie zoo opper vlakkig en 0 uitwendig genomen. Van een ietsdoen voor den Heere wordt dan ni-> go.nerkt. He: is hun om den schijroor het oog der men- schen, niet orde werkelijkheid voor God te doen. Van dien geldt het woord van den profeet: daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en Mij met hunne lippen eeren, doch hun hart verre van Mij doen, en hun vreeze waarmede zij "Mij vreezen, men- schengeboden zijn, die hun geleerd zijn. Qesaja 29:13.) Gelukkig, er rijn ook anderen, bij wie niet het mooie woord gevende» wprdt, die zelfs menig boos woord hebben gesproken, maar die tenslotte den wil des Vaders doen. Dezulken zijn niet beter door hun hun woord, want hun woord was zpn- dig, maar door hun doen. We heb ben bij hen te denken aan dien eer- Sten zoon, die met een berouwheb bend hart er toe kwam om* te doen wat zijn Vader van hem vroeg. Zijn berouw en bekeering worden gepre zen en ten voorbeeld gesteld. De hoeren en de tollenaars, zelfs de grootste zondaren, wanneer zij maar van hun zonden aflaten, enden wil des Vaders doen, die in de he melen is, hebben ingang in het eeuwig Koninkrijk. Het is allerminst de bedoeling te vergoelijken dat ge eerst in zware zonde leeft en daarna tot bekeering komt. Neen, het i$ er allpen om te doen de huichelarij en de eigengerech tigheid te ve^oordeelen. Zij worden febrandmerkt die den mpnd vol heb- en van goede woprden, maar wier hart eft hand ledig is voor God en Heere. Een gevallen zondaar die tot waar achtige bekeering komt, staat bii den Vader in de hemelen zeer verre boven den eigengerechtige die schijnheilig praat, en bij wien het goede doen niet gevonden wordt. Daarom wordt tot de eigengerech- tigen en s chijnheiligen dit gezegdJo hannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd. Maar de tollenaars en hoeren hebben hem geloofd. Doch gij, zulks riende, hebt daarna geen be rouw gehad om hem te gelopven. Voor Jezus kwam het in die ge lijkenis ten slotte hierop aan: wie heeft den wil des Vaders gedaan? Dat was de vraag die Hij deed, en aan het antwoord op die vraag ge geven, verbond Hij zijne onderwij zing. Weet het wel, de man die het woord des He eren hoort en doet, is als de voorzichtige man die zijn huis op een. steenrots gebouwd heeit. De men?ch die hoort en niet doet, is als de dwaze man, die ziin huis op het zand gebouwd heeft. Als de slagregen valt en de waterstroomen komen en de winden waaien en tegen het huis aan slaan, hij blijft staan die dén wil des Vaders gedaan heeft. 'k HOU VAN HOLLAND. 'k Hou van Hollands mooie polders, Als bij 't kraaien van den haan, Maaiers met hun zachte zichten, In het vroege blanke lichten Vóór den dag te hooien staan. Als de karren zwaar bela&n Rijden uit de lage polder^ Naar de hooge, dróge zolders. k Hou van Hollands kalme vlieten, Als de witte lelie bloeit Langs de kroosbestrooide kanten, Bij de bloemgetooide planten, 'Waar bet waterhoentje stoeit, En de bliekjes, onvermoeid, In de ochtendstilte vlieten, Schichtig tusschen biezen schieten. 'k Hou van Hollands open weiden, Door de middagzon geblaakt; Als het loomerige loeien Van de droomerige koeien, Kikvorsch aan het gapen maakt Hoor! hoe 9laperig hij kwaakt En de lommerlooze weiden Dommelend een zuchtje beiden. k Hou van Hollands akkerlanden, Zwijmend onder laten schijn; Als bij licht-gezonken gloeien, Westerwolken vonken sproeien Tegen* 't luchtige gordijn Verten vervend met karmijn, En de schemer op de landen, Brood gunt aan vermoeide handen. 'k Hou van Hollands rietmoerassen, Als de wind de pluimen kust, En de wufte vederkuiven Suizend heen en weder wuiven, Zachtkens wiegende gesust, Tot een sluimerende rust Avondkilte der moerassen Daalt op ruischen'de gewassen. H. A. HERSTEL. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Gouderak, J. C. Klomp te Westbroek. Te Ouddorp, L. v. Maastricht te Harderwijk. Te Wester voort, cand. P. v. d. Staay te Leiden. Te Amersfoort, C. v. d. W'oilde te Gor- redgk. Te Strij^n A. v. <L .Vegt, te Olden hove. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Na door Ds. P. C. v. Oosterzee van Ooy met een leerrede over Matth. 12 iSa te zijn bevestigd, deed Zondag Ds. J. J. v. Oost er zee, gekomen van Hiem en Dodewaard zijn intrede bij de Ned. Herv. Gemeente te Bergent- heim, met een predicatie pver 1 Cor. I 23a. Een drietal sprekers richtte een woord van welkom tpt den nieuwen leer aar, o.w. de burgemeester van Ambt. Hardeaiberg. r Ds. W. van Gelder, geko men van Lange&lag, deed Zondag ,j.l. bij de Geref. Kerk van Tiel intrede. Als bevestiger trad op Dr. G. Kei zer, die Jerem. 15 19 tot tekst had. Ds. van Gelder hield des namiddags een intreepredicatie over 1 Cor. 12 Theologische School. Voor bet candidaatsezamen aan de Theol. School te Kampen is geslaagd de heer Steenblok, Nieuwdorp (Zee land.! Schoolgeld-rariteiten. Over dit onderwerp deelt het „Cor respondentieblad", orgaan van de ver- eeniging van Chr. Onderwijzers en on derwijzeressen bi Nederlana en de over- zeesche bezittingen bet volgende mede: „De troonrede kondigt 'een nieuwe scboolgeldregeling aan. Dat de bsstaan de voor bet bijzonder onderwijs tot al lerlei zonderlingheden aanleiding gééft is uit de ervaring wel gebleken. De heffing geschiedt, gelijk bekend, naar evenredigheid van net belastbaar bikomen volgens den aanslag in de in komstenbelasting. Re:ds hieruit vloei.n allerlei rariteiten voort. Zoo zijn ons ge vallen bekend van personen, die een belangrijk vermogen bezitten, doch in een bepaald jaar wegens geleden ver liezen niet aangeslagen zijn in de in komstenbelasting, mèt hei zonderlinge gevolg, dat ze nu ook voor bun kinderen geen schoolgeld 'behoeven te betalen. Hun vermogen moge nog zoo aanzien lijk zijn, van schoolgeld zijn zij in zoo'11 jaar vrij. De aanslag in de inkomstenbelasting geschiedt vaal; volgens schatting. Daar op volgen dan de reclames van hen, die meenen te hoog aangeslagen te zijn, het geen tot wijziging van den aanslag lei den kan. Daar de aanslag in schoolgeld op en neer gaat met dien in de inkom stenbelasting, wordt lui wijziging v. den laatsten aanslag ook de eerste gewijzigd Dikwijls laat de beslissing op zoo'n re clame zich lang wachten. Zoo komt het voor, 'dat c enige jaren, nadat een leer ling reeds de schooi veriaten heeft, eerst de beslissing valt over het bedrag aan schoolgeld, dat voor dien leerling ver schuldigd is. Ons is een geval bekend,, dat eerst in 1025 kwam vast te staan, wat iemand over 1022 aan schoolgeld verschuldigd was te betalen. Soms ook bljjkt het, dat iemand te laag is aangeslagen in de inkomstenbe lasting. De verbooging van dezen belas tingaanslag gaat weer gepaard met ver- hcoging van den schoblgeldaanslag. Ook dit kan tot zonderlinge omstandigheden aanleiding geven. Het kind is van school de ouders zfln verhuisd, soms vertrok ken naar het buitenland, evenwel zijn zp nog schoolgeld verschuldigd. Dikwijls is het moeilijk voor den fis cus den aanslag in de inkomstenbelas ting vast te stellen. Er gaan maanden overheen, alvorens men de gegevens heeft. De leerlingen bezoeken inmiddels de school, doch wat de ouders verschul digd zijn aan schoolgeld is niet bekend. Schoolbesturen, die zelf het school geld innen, ondervinden door deze sa menkoppeling van schoolgeldhefür.a en inkomstenbelasting allerl.-i moeilijkhe den als: a. in sommige gevallen het lam durig uitblijven van de aanslagen; b. de wijzigingen in de aanslagen, hetzij door verlaging, hetzij door verhooging; c. de daaruit voortvloeiende kwesties met de ouders. Is het wonder, dat de school besturen, vooral wanneer het over be trekkelijk kleine bedragen gaat, zich heel die soesa van den hals schuiven en eenvoudig de gemeente verzoeken het schorigeld te innen? Wij nopen dat de nieuwe regeling van dien aard zal zijn. dat de schoolbesturen niet vanwege de practische moeielijkhe- den als het ware gedwongen worden de inning der schoolgelden aan de gemeen tebesturen/over te laten. Student en politiek. Op Vrijdagavond 9 dezer zal te Am sterdam in een vergadering van de Am- sterdamsche studentenclub voor Staat- kunde, de beer Mr. Tb. Heemskerk, lid van de Tweede Kamer ,en oud-Minister van Binn. Zaken en van Justitie, een re de houden over: „Student en politiek". Christ. Middelbaar Onderwijs. De heer Mr. V. H. Rutgers heeft in verband met zijn benoeming tot Minis ter van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen het voorzitterschap van den Bond van Vereenigingen voor Chr. Mid delbaar en Voorbereidend Hooger On derwijs neergelegd. Protestantsche Bisschoppen? De Brandenburgsche Provinciale Sy node der Evangelische Landskerk zal, krachtens besluit barer te Berlijn gehou den vergadering, aan 3e Generale Sy node verzoeken voor de generaal-supe rintendenten den titel van bisschop in te stellen. Prol. Dr. Karl Barth. De bekende Prof. Karl Barth te Göt- tingen is tot gewoon hoogleeraar in de Evangelisch Theologische faculteit te Munster benoemd. BINNENLAND. Minister van Koloniën. We hebben, zoo schrijft men aan de N. R. Crt. dus weer een Minister van Koloniën. Als we nu ook maar in bet gelukkig bezit waren van.v koloniën. Vroeger luidde art. 1 onzer Grond wet: .,Het Koninkrijk der Nederlan den omvat bet grondgebied in Europa, benevens de koloniën en bezittingen in andere werelddeelen." Let daarbij vooral op bet voegwoord „benevens1 dat indertijd gekozen werd om den af stand. tusschen het moederland en de koloniën behoorlijk te accentueerefi. Het voegwoordje „en" zou te vertrou welijk zijn geweest. Sinds 1922 is dat anders. Art. 1 der Grondwet luidt thans: .Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondge bied van Nederland, Nederlandsch-In- öië, Suriname en Curagao." Hiermede zijn de Nederlandsche koloniën van de aarde verdwenen. Overal in de Grondwet is bet woord „koloniën*1 zorgvuldig geschrapt en vervangen 'door de namen van die gewesten. Bij elke voorkomende gelegenheid wordt ook in de verschillende wetten het woord „koloniën" verwijderd. Desondanks hebben we nog steeds een Minister van Koloniën met zijn Departement van Koloniën: een ana chronisme. Het is boog tijd, dat wij een Minister van Overzeesche Gewes ten krijgen. Als we dien titel 10 maal achter elkaar zeggen, zijn we er aan gewend. De Radio-omroep. In aansluiting aan bet bericht in de „Msb." dat wij gisteren overnamen, meldt men aan genoemd blad uit Am sterdam bet volgende: Geruimen tijd geleden reeds heeft zich op initiatief van oud-minister Postbuma een commissie van vooraan staande personen gevormd om te trach ten de aangelegenheid van den Natio- AAN HET ZOEKLICHT. Leiden 2 October 1925. Evenals in 1574 worden nu ook de toegangswegen naar Leiden, althans naar de binnenstad afgesloten. Maar geen met gewapende burgers bezette wallen zijn noodig om de in vallers te keeren, wat weer een gevolg is van bet feit dat alleen een vredelie vende invasie verwacht wordt. De afsluiting van de stad geschiedt trouwens ook niet met vijandelijke be doelingen. Vreemdelingen, die mee bet feest van Leidens verzet willen vieren, zijn als altijd welkom. Maar de veiligheid van bet verkeer en de veiligheid van ingezetenen en vreemdelingen eischt, dat we althans gedurende één dag van den hinder van auto's en wat dies meer tij ver schoond blijven. Jammer slechts dat op zulk een dag ook de zedelijke gevaren niet door eenvoudige palen kunnen worden buitengesloten. OBSERVATOR. nalen Omroep tot een bevredigende oplossing te brengen. Ondanks verschillende conferenties slaagde de commissie er niet in tot overeenstemming te komen betreffen de aan de regeering in zake den na- tionalen omroep aan te bieden voor stellen. Met het oog op de urgentie der zaak heeft minister Bongaerts nu, gelijk gemeld, het initiatief genomen tot het samenstellen van een Staats commissie ter regeling van den radio- omroep, welk initiatief ongetwijfeld in breede kringen bijval zal vinden, om dat het reeds lang het eenig juiste be gin werd geacht om tot een oplossing te komqp. Indien wij wel zijn ingelicht, heeft minister Bongaerts de uitnoodiging om in de Staatscommissie zitting te ne men ook gericht tot alle of althans de meeste leden der commissie-Posthuma van wie enkelen echter daarvoor reeds hebben bedankt Onder dezen moet zich ook bevinden de heer Posthuma zelf. 50 jaar lid de Rekenkamer. In de vergadering van de Algemee- ne Rekenkamer, werd gister herdacht het feit, dat het lid, de heer G. C. Baron van Asbeck 50 jaar geleden bij dat col lege in dienst trad. De voorzitter, jhr. mr. J. H. v. Ree- nen, deed bij deze gelegenheid de me- dedeeling van de benoeming van den heer v. Asbeck tot commandeur in de orde van Oranje Nassau. Interparlementaire Unie. De „Conseil" van de Interparlemen taire Unie is te New York bijeengeko men, ter inleiding van het congres. Voor Nederland was baron Wittert v. Hoogland aanwezig. Tot permanente leden van den Raad werden o.a. benoemd de Ministers Kooien en Rutgers. Een „cycloon-museum." Naar bet Haagsche Aneta-kantoor verneemt, heeft jhr. De Muralt, bur gemeester van Borculo, het initiatief genomen tot het oprichten van een cycloon-museum. De heer J. Ressing, Gemeente-ont vanger, is voorloopig belast met het verzamelen v materiaal en gegevens. De stormramp. Bij 't Nationaal Steuncomité „Storm ramp" zijn door bemiddeling van het Depart, van Buitenlandsche Zaken in gekomen de opbrengsten van collecten door de Nederlandsche kolonies te Hongkong en Montreal gehouden op den verjaardag der Koningin, ten ba te van 'de slachtoffers van de Storm ramp, respect, groot f572.72 en 31.42 dollar. FEILLETON. Hei geheimvan Colde Feil. 57) Op zijn reizen h hij aan de meeste Europeesche h*n verkeerd, maar geen van de erkëe schoonheden daar had ook maar ihet minst zijn hart bekoord. Hij wa*ijn leven mét een zeer hoog ideaal jonnen, dat was z'n moeder. Meermalihad hij bij zichzelf gezegd, dat, als ooit iemand ont moette, die, al wihet nog maar zoo weinig, op zijn mier geleek, hij niet zou kunnen nala\, aan die vrouw zijn liefde te schei-n. Hij had nu ge zworven over de heele wereld en voor dat hij Alice \t ontmoette, had geen enkel gelaat,»en enkele stem, hem aan haar beried. Zijn moeder had dezelfde zachte, volle zangstem en 1 vreemdste was, dat zij vaak dezelfl liedjes had ge zongen. Hij herinne> zich, dat zijn -moeder maar zeldei^ansche versjes of Italiaansche lieftedjes had ge zongen altijd w de Engelsche ballades zacht en t< eenvoudig en vroolijk. Dan wa9 er een lichte ge lijkenis tusschen haa\iice had don ker haar evenals zijn0eder; zij had dezelfde hals, dezelfde ode schouders dezelfde trotsche houding van haar hoofd. Zij was de eerste die het beeld van zijn moeder zoo duidelijk voor hem had ongeroepen maar dat was niet alles. Ook dopr haar persoonlijke be koring had zij zijn hart stormender hand veroverd, door haar zingen, haar lieftalligheid en haar goedheid. Waarom zou hij niet trachten haar voor zich te winnen en haar tot zijn vrouw te maken? Lady Arden van Arden Towers! Hoe koninklijk zou zij die positie vervullen! Het is waar, hij kon trouwen met wie hij wilde. Iede re gravin of hertogin in Engeland zou hem met vreugde haar meest geliefde dochter afstaan. Maar het kwam niet in hem op om te trouwen anders dan uit liefde. Hij had dit sympathieke Engelsche meisje lief met zijn heel» hart; hij ver eerde haar met alles wat in zijn ziei was. Zij was voor hem de verwezen lijking van al zijn idealen, de incar natie van reinheid en vlekkelooze vrou welijkheid. Hij zei bij zichzelf, dat hij zich ge lukkig mocht achten, als hij haar voor zich kon winnen en daar was hij vol strekt nog niet zoo zeker van. Alice had niets van haar jonkvrouwelijke ingetogenheid en waardigheid verlo ren. Hoe haar hart ook mocjit slaan. hoe groot de ontroering ook mocht zijn die haar deed blozen en verbleeken, zij verborg die zooveel zij kon en bewaar de steeds haar uiterlijke kalmte. Na dien éénen dag in Versailles hield zij streng de wacht over zichzelf en stond niet toe, dat er één glir&pj'e van haar geheim zou worden ontdekt. Haar gra felijke vereerder was dus volstrekt niet zeker van haar. Hij beoordeelde haar volkomen juist. Zij zou nooit met hem trouwen om zijn positie en rijkdom. Als zij met hem trouwde, zou het zijn uit liefde en als hij haar wel kende, dan zou zij nooit haar liefde ongezocht of licht vaardig schenken, en hij was vast be sloten die te winnen. Hij zou naar haar hand dingen met gepaste nederigheid, alsof zij een prinses was geweest en hij haar onderdanige dienaar. Hij zou haar toonen, dat hij haar hooger schat te dan zichzelf; hij zou op allerlei ma nuren haar hart weten te winnen, zoo dat zij hem niet kon afwijzen. Hij was irotsch op zijn keus, trojsch op de be koorlijke vrouw, wier hand hij hoopte te venverven Wat betrof de vraag, wie zij was, daarover dacht hij nooit meer na. Toen hij eenmaal gehoord had, dat zij de dochter was van een dokter, die in de buurt van Londen had gewoond, was hii volkomen tevre den gesteld. Als zij hem maar wilde aannemen, dan zou hij haar tot zijn vrouw maken en zichzelf gelukkig prijzen. Toen hij eenmaal het besluit genomen had om haar te vragen, ging hij op zijn gewone eerlijke manier regelrecht naar mada me de Saint Luce. Nu hij als gast on der haar dak vertoefde, en haar be schermelinge had lief gekregen, wilde hij geen half uur wachten met haar zijn besluit mee te deelen. „Madame" begon hij zacht, „heeft u eenige oogenblikken voor mij? Ik heb u iets intiems te zeggen." „Kom dan in mijn boudoir, Lord Ar den" antwoordde madame. En in dat gezellige nestje van warm te en weelde vertelde Lord Arden van zijn liefde. Madame luisterde met vriendelijke belangstelling naar het verhaal dat haar zoo eerlijk werd verteld, 't Kwam ër eenigszins stootend uit. „Madame" zei hij, „ik ben voor het eerst in mijn leven verliefd." Madame glimlachte en knikte, niet precies we tende wat zij zou zeggen. „En ik hen verliefd op uw beschermelinge, juff- frouw Kent, die de liefste en mooiste vrouw is. die ik ooit in mijn leven ge zien heb." ,,Ik kan niet zeggen dat ik zeer verrast hen" antwoordde madame. „Ik moest wel opmerken, dat gij u zeer tot haar aangetrokken gevoeldet" „Ik heb haar lief" zei hij. ,Ik heb haar lief, madame, met mijn geheele hart. Al mijn idealen vind ik in haar terug. Daar zij bij u inwoont en in ze keren zin uw beschermelinge is, vond ik het mijn plicht om eerst de zaak met u te bespreken, madame." „Van Lord Arden kon niet andera verwacht worden" mompelde madame. „Voor zoover u betreft, madame, heb ik dan jjeiiof om juffrouw Kent te vra gen mijn vrouw te worden?" „Wat mij betreft zeer zeker en lk beschouw juffrouw Kent ais een geluk kige vrouw." „Denkt u, dat ik eerrfge hoop mag koesteren?" vroeg hij en madame keek hem wat verwonderd aan De mach tigste graaf van Engeland was niet zeker of hij wel zou worden aangeno men door iemand, die tenslotte niets anders was dan een gezelschapsjuf frouw. En toch. toen zij zich herinner de alles wat Alice op verschillende tij den had gezegd, dat zij nooit wilde trouwen, voelde madame zich toch niet geheel zeker van de zaak. „Als u mij die vraag had gedaan in betrekking tot iemand anders in de wereld" zeide zij, „zou ik in §taat zijn te antwoorden, ja." Voor juffrouw Kent kan ik niet instaan." Zijn gelaat betrok. Wordt vervolo^)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5