NIEUWE LËIDSCHE COURANT VAN VRIJDAG 2 OCTOBER 1925
TWEEDE BLAD.
Uit de Schriften.
DE WIL DES VADERS.
Wie van deze twee h^eft den
wil d<?3 Vader» gedaan?
Matth. 21:31.
Hoe menigmaal wordt de bekende
gelijkenis van den vader met zijn twee
zonen gelezen, en hoeveel heeft dit
beeld, gegrepen uit het leven, ons te
zeffgen.
We kunnen het ons zoo voorstellen
dit die vader aan zijn zoon vraagt
on in zijn wijngaard te arbeiden, en
d;t die zoon, in wrevelige ontstem
ming verkeerende, bits antwoordt, dat
hi niet doen wil wat zijn vad^r zoo
viendelijk van hem vraagt.
Maar we kannen ons ook zoo voor
stdien, dat de gekrenkte vader zijn
oiwilligen zoon aan zich zeiven over-
geaten hebbende en zich tot diens
brieder gewend hebbende, de jonge
mai tot inkeer komt en door betere
gelach ten zich laat leiden. Vcuwelijks
zijr de woorden van boozen onwil uit-
gesroken, of de consciëntie is ont-
wakt, en we lezen van hem: daarna
benuw (hebbende, ging hij heen.
Itusschen heeft de vader zijnvr^ag
bij den tweeden zoon herhaald, etn
dezi, voor het oog een en al_ voorko-
medheid, en bereidwilligheid, ant-
woodt aanstonds tot den arbeid te
zulla ingaan. Van hem leest ge dat
hij et echter niet deed. Hij was de
mandie gaarne een moo(e rol speelde,
die x>k een mooi woord over zich
had,en intusschen, als het er op aan-
kwaï, niets deed en niets uitvoerde-
Al de Heiland deze twee zonen,
den jen van het mooie woord, en
den nder van de goede daad, ,u voor
vooroogen gesteld heeft en hen in
hun evens werkelijkheid heeft get we
kend doet Hij een ernstige vraag,
die vor alle tijden van zoo groot ge
wichten beteekenis is, en. waarop het
altoo: aankomt: wie heeft den wil
des Vders gedaan?
En>p die vraag is maar é£n ant-
woorcte geven: de c:rste.
De leere Jezus heeft in die twee
zonen get eekend tweeërlei soort van
menscen, met wie Hij vc :V;.rcna
te doe had.
Dit lijkt wel uit de woorden die
onrnidtïliijk volgen; voorwaar 2eg ik
u dat e tollenaars en de hoer an u
voorgaa in het Koninkrijk Gods. Dit
wordt ichtstreeks gezega tot de trot-
sche Irizeeën die hoogst eigenge-
rechtignec diepe minachting neerza
gen opgevallen zondaren, ook nadat
deze me waarachtig berouw tot daad
werkelijk bekeering gekomen waren.
Het i n het optreden van den Hei;
land' altas zoo opmerkelijk, dat Hij
met die 'gengerechtige Farizeeën, die
den mor, vol hadden van heiligheid,
op zoo gpannen voet leefde, en dat
bij Hem oor de hoeren en tollenaars
waarvooüe wettische Jood zoo diepe
minachtir voelde, als zij waarachtig
berouw hiden en bekeering des le
vens betoiden, vriendelijke oogen en
milde halen waren.
De Jod< van Jezus' dagen verston
den dat et. Maar door de2e gelij
kenis (hee Jezus het hun'duidelijk
gemaakt, aarom dit zoo was.
De zes-die daar zeide: ik zal he;
doen, maametterdaad niets <ie:d, is
het beeld m den Farizesër, die veet
sprak vanïjn goede werken, maar
het zwaars der wet, datgene 'waar
het voor ad op aankwam, barm
hartigheid, efde en oordeel, teneenen
male nalietDe zoon die brutaalweg
zeide: ik Ce niets van hetgeen gh
mij beveelt,aaar daarna berouw had
en het toch eed, is het beeld van den
boetvaardigi zondaar die zich tpt
God bekeer
Er zijn nr althos menschep, die
door hét mie woord willen leven
in den schr, van het goede. Dan
wordt het rr. de religie zoo opper
vlakkig en 0 uitwendig genomen.
Van een ietsdoen voor den Heere
wordt dan ni-> go.nerkt. He: is hun
om den schijroor het oog der men-
schen, niet orde werkelijkheid voor
God te doen. Van dien geldt het woord
van den profeet: daarom dat dit volk
tot Mij nadert met zijn mond, en Mij
met hunne lippen eeren, doch hun
hart verre van Mij doen, en hun
vreeze waarmede zij "Mij vreezen, men-
schengeboden zijn, die hun geleerd
zijn. Qesaja 29:13.)
Gelukkig, er rijn ook anderen, bij
wie niet het mooie woord gevende»
wprdt, die zelfs menig boos woord
hebben gesproken, maar die tenslotte
den wil des Vaders doen.
Dezulken zijn niet beter door hun
hun woord, want hun woord was zpn-
dig, maar door hun doen. We heb
ben bij hen te denken aan dien eer-
Sten zoon, die met een berouwheb
bend hart er toe kwam om* te doen
wat zijn Vader van hem vroeg. Zijn
berouw en bekeering worden gepre
zen en ten voorbeeld gesteld.
De hoeren en de tollenaars, zelfs
de grootste zondaren, wanneer zij
maar van hun zonden aflaten, enden
wil des Vaders doen, die in de he
melen is, hebben ingang in het eeuwig
Koninkrijk.
Het is allerminst de bedoeling te
vergoelijken dat ge eerst in zware
zonde leeft en daarna tot bekeering
komt. Neen, het i$ er allpen om te
doen de huichelarij en de eigengerech
tigheid te ve^oordeelen. Zij worden
febrandmerkt die den mpnd vol heb-
en van goede woprden, maar wier
hart eft hand ledig is voor God en
Heere.
Een gevallen zondaar die tot waar
achtige bekeering komt, staat bii den
Vader in de hemelen zeer verre boven
den eigengerechtige die schijnheilig
praat, en bij wien het goede doen
niet gevonden wordt.
Daarom wordt tot de eigengerech-
tigen en s chijnheiligen dit gezegdJo
hannes is tot u gekomen in den weg
der gerechtigheid, en gij hebt hem
niet geloofd. Maar de tollenaars en
hoeren hebben hem geloofd. Doch gij,
zulks riende, hebt daarna geen be
rouw gehad om hem te gelopven.
Voor Jezus kwam het in die ge
lijkenis ten slotte hierop aan: wie
heeft den wil des Vaders gedaan?
Dat was de vraag die Hij deed, en
aan het antwoord op die vraag ge
geven, verbond Hij zijne onderwij
zing.
Weet het wel, de man die het woord
des He eren hoort en doet, is als de
voorzichtige man die zijn huis op een.
steenrots gebouwd heeit. De men?ch
die hoort en niet doet, is als de
dwaze man, die ziin huis op het zand
gebouwd heeft. Als de slagregen valt
en de waterstroomen komen en de
winden waaien en tegen het huis aan
slaan, hij blijft staan die dén wil des
Vaders gedaan heeft.
'k HOU VAN HOLLAND.
'k Hou van Hollands mooie polders,
Als bij 't kraaien van den haan,
Maaiers met hun zachte zichten,
In het vroege blanke lichten
Vóór den dag te hooien staan.
Als de karren zwaar bela&n
Rijden uit de lage polder^
Naar de hooge, dróge zolders.
k Hou van Hollands kalme vlieten,
Als de witte lelie bloeit
Langs de kroosbestrooide kanten,
Bij de bloemgetooide planten,
'Waar bet waterhoentje stoeit,
En de bliekjes, onvermoeid,
In de ochtendstilte vlieten,
Schichtig tusschen biezen schieten.
'k Hou van Hollands open weiden,
Door de middagzon geblaakt;
Als het loomerige loeien
Van de droomerige koeien,
Kikvorsch aan het gapen maakt
Hoor! hoe 9laperig hij kwaakt
En de lommerlooze weiden
Dommelend een zuchtje beiden.
k Hou van Hollands akkerlanden,
Zwijmend onder laten schijn;
Als bij licht-gezonken gloeien,
Westerwolken vonken sproeien
Tegen* 't luchtige gordijn
Verten vervend met karmijn,
En de schemer op de landen,
Brood gunt aan vermoeide handen.
'k Hou van Hollands rietmoerassen,
Als de wind de pluimen kust,
En de wufte vederkuiven
Suizend heen en weder wuiven,
Zachtkens wiegende gesust,
Tot een sluimerende rust
Avondkilte der moerassen
Daalt op ruischen'de gewassen.
H. A. HERSTEL.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Gouderak, J. C.
Klomp te Westbroek. Te Ouddorp, L.
v. Maastricht te Harderwijk. Te Wester
voort, cand. P. v. d. Staay te Leiden.
Te Amersfoort, C. v. d. W'oilde te Gor-
redgk. Te Strij^n A. v. <L .Vegt, te Olden
hove.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Na door Ds. P. C. v. Oosterzee van
Ooy met een leerrede over Matth. 12
iSa te zijn bevestigd, deed Zondag
Ds. J. J. v. Oost er zee, gekomen
van Hiem en Dodewaard zijn intrede
bij de Ned. Herv. Gemeente te Bergent-
heim, met een predicatie pver 1 Cor.
I 23a.
Een drietal sprekers richtte een
woord van welkom tpt den nieuwen leer
aar, o.w. de burgemeester van Ambt.
Hardeaiberg.
r Ds. W. van Gelder, geko
men van Lange&lag, deed Zondag ,j.l.
bij de Geref. Kerk van Tiel intrede.
Als bevestiger trad op Dr. G. Kei
zer, die Jerem. 15 19 tot tekst had.
Ds. van Gelder hield des namiddags
een intreepredicatie over 1 Cor. 12
Theologische School.
Voor bet candidaatsezamen aan de
Theol. School te Kampen is geslaagd de
heer Steenblok, Nieuwdorp (Zee
land.!
Schoolgeld-rariteiten.
Over dit onderwerp deelt het „Cor
respondentieblad", orgaan van de ver-
eeniging van Chr. Onderwijzers en on
derwijzeressen bi Nederlana en de over-
zeesche bezittingen bet volgende mede:
„De troonrede kondigt 'een nieuwe
scboolgeldregeling aan. Dat de bsstaan
de voor bet bijzonder onderwijs tot al
lerlei zonderlingheden aanleiding gééft
is uit de ervaring wel gebleken.
De heffing geschiedt, gelijk bekend,
naar evenredigheid van net belastbaar
bikomen volgens den aanslag in de in
komstenbelasting. Re:ds hieruit vloei.n
allerlei rariteiten voort. Zoo zijn ons ge
vallen bekend van personen, die een
belangrijk vermogen bezitten, doch in
een bepaald jaar wegens geleden ver
liezen niet aangeslagen zijn in de in
komstenbelasting, mèt hei zonderlinge
gevolg, dat ze nu ook voor bun kinderen
geen schoolgeld 'behoeven te betalen.
Hun vermogen moge nog zoo aanzien
lijk zijn, van schoolgeld zijn zij in zoo'11
jaar vrij.
De aanslag in de inkomstenbelasting
geschiedt vaal; volgens schatting. Daar
op volgen dan de reclames van hen, die
meenen te hoog aangeslagen te zijn, het
geen tot wijziging van den aanslag lei
den kan. Daar de aanslag in schoolgeld
op en neer gaat met dien in de inkom
stenbelasting, wordt lui wijziging v. den
laatsten aanslag ook de eerste gewijzigd
Dikwijls laat de beslissing op zoo'n re
clame zich lang wachten. Zoo komt het
voor, 'dat c enige jaren, nadat een leer
ling reeds de schooi veriaten heeft, eerst
de beslissing valt over het bedrag aan
schoolgeld, dat voor dien leerling ver
schuldigd is. Ons is een geval bekend,,
dat eerst in 1025 kwam vast te staan,
wat iemand over 1022 aan schoolgeld
verschuldigd was te betalen.
Soms ook bljjkt het, dat iemand te
laag is aangeslagen in de inkomstenbe
lasting. De verbooging van dezen belas
tingaanslag gaat weer gepaard met ver-
hcoging van den schoblgeldaanslag. Ook
dit kan tot zonderlinge omstandigheden
aanleiding geven. Het kind is van school
de ouders zfln verhuisd, soms vertrok
ken naar het buitenland, evenwel zijn zp
nog schoolgeld verschuldigd.
Dikwijls is het moeilijk voor den fis
cus den aanslag in de inkomstenbelas
ting vast te stellen. Er gaan maanden
overheen, alvorens men de gegevens
heeft. De leerlingen bezoeken inmiddels
de school, doch wat de ouders verschul
digd zijn aan schoolgeld is niet bekend.
Schoolbesturen, die zelf het school
geld innen, ondervinden door deze sa
menkoppeling van schoolgeldhefür.a en
inkomstenbelasting allerl.-i moeilijkhe
den als: a. in sommige gevallen het lam
durig uitblijven van de aanslagen; b. de
wijzigingen in de aanslagen, hetzij door
verlaging, hetzij door verhooging; c. de
daaruit voortvloeiende kwesties met de
ouders. Is het wonder, dat de school
besturen, vooral wanneer het over be
trekkelijk kleine bedragen gaat, zich
heel die soesa van den hals schuiven en
eenvoudig de gemeente verzoeken het
schorigeld te innen?
Wij nopen dat de nieuwe regeling van
dien aard zal zijn. dat de schoolbesturen
niet vanwege de practische moeielijkhe-
den als het ware gedwongen worden de
inning der schoolgelden aan de gemeen
tebesturen/over te laten.
Student en politiek.
Op Vrijdagavond 9 dezer zal te Am
sterdam in een vergadering van de Am-
sterdamsche studentenclub voor Staat-
kunde, de beer Mr. Tb. Heemskerk, lid
van de Tweede Kamer ,en oud-Minister
van Binn. Zaken en van Justitie, een re
de houden over: „Student en politiek".
Christ. Middelbaar Onderwijs.
De heer Mr. V. H. Rutgers heeft in
verband met zijn benoeming tot Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen het voorzitterschap van den
Bond van Vereenigingen voor Chr. Mid
delbaar en Voorbereidend Hooger On
derwijs neergelegd.
Protestantsche Bisschoppen?
De Brandenburgsche Provinciale Sy
node der Evangelische Landskerk zal,
krachtens besluit barer te Berlijn gehou
den vergadering, aan 3e Generale Sy
node verzoeken voor de generaal-supe
rintendenten den titel van bisschop in
te stellen.
Prol. Dr. Karl Barth.
De bekende Prof. Karl Barth te Göt-
tingen is tot gewoon hoogleeraar in de
Evangelisch Theologische faculteit te
Munster benoemd.
BINNENLAND.
Minister van Koloniën.
We hebben, zoo schrijft men aan de
N. R. Crt. dus weer een Minister van
Koloniën. Als we nu ook maar in bet
gelukkig bezit waren van.v koloniën.
Vroeger luidde art. 1 onzer Grond
wet: .,Het Koninkrijk der Nederlan
den omvat bet grondgebied in Europa,
benevens de koloniën en bezittingen
in andere werelddeelen." Let daarbij
vooral op bet voegwoord „benevens1
dat indertijd gekozen werd om den af
stand. tusschen het moederland en de
koloniën behoorlijk te accentueerefi.
Het voegwoordje „en" zou te vertrou
welijk zijn geweest.
Sinds 1922 is dat anders. Art. 1 der
Grondwet luidt thans: .Het Koninkrijk
der Nederlanden omvat het grondge
bied van Nederland, Nederlandsch-In-
öië, Suriname en Curagao." Hiermede
zijn de Nederlandsche koloniën van
de aarde verdwenen. Overal in de
Grondwet is bet woord „koloniën*1
zorgvuldig geschrapt en vervangen
'door de namen van die gewesten. Bij
elke voorkomende gelegenheid wordt
ook in de verschillende wetten het
woord „koloniën" verwijderd.
Desondanks hebben we nog steeds
een Minister van Koloniën met zijn
Departement van Koloniën: een ana
chronisme. Het is boog tijd, dat wij
een Minister van Overzeesche Gewes
ten krijgen. Als we dien titel 10 maal
achter elkaar zeggen, zijn we er aan
gewend.
De Radio-omroep.
In aansluiting aan bet bericht in
de „Msb." dat wij gisteren overnamen,
meldt men aan genoemd blad uit Am
sterdam bet volgende:
Geruimen tijd geleden reeds heeft
zich op initiatief van oud-minister
Postbuma een commissie van vooraan
staande personen gevormd om te trach
ten de aangelegenheid van den Natio-
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden 2 October 1925.
Evenals in 1574 worden nu ook de
toegangswegen naar Leiden, althans
naar de binnenstad afgesloten.
Maar geen met gewapende burgers
bezette wallen zijn noodig om de in
vallers te keeren, wat weer een gevolg
is van bet feit dat alleen een vredelie
vende invasie verwacht wordt.
De afsluiting van de stad geschiedt
trouwens ook niet met vijandelijke be
doelingen.
Vreemdelingen, die mee bet feest
van Leidens verzet willen vieren, zijn
als altijd welkom.
Maar de veiligheid van bet verkeer
en de veiligheid van ingezetenen en
vreemdelingen eischt, dat we althans
gedurende één dag van den hinder
van auto's en wat dies meer tij ver
schoond blijven.
Jammer slechts dat op zulk een dag
ook de zedelijke gevaren niet door
eenvoudige palen kunnen worden
buitengesloten.
OBSERVATOR.
nalen Omroep tot een bevredigende
oplossing te brengen.
Ondanks verschillende conferenties
slaagde de commissie er niet in tot
overeenstemming te komen betreffen
de aan de regeering in zake den na-
tionalen omroep aan te bieden voor
stellen. Met het oog op de urgentie
der zaak heeft minister Bongaerts nu,
gelijk gemeld, het initiatief genomen
tot het samenstellen van een Staats
commissie ter regeling van den radio-
omroep, welk initiatief ongetwijfeld in
breede kringen bijval zal vinden, om
dat het reeds lang het eenig juiste be
gin werd geacht om tot een oplossing
te komqp.
Indien wij wel zijn ingelicht, heeft
minister Bongaerts de uitnoodiging om
in de Staatscommissie zitting te ne
men ook gericht tot alle of althans de
meeste leden der commissie-Posthuma
van wie enkelen echter daarvoor reeds
hebben bedankt Onder dezen moet
zich ook bevinden de heer Posthuma
zelf.
50 jaar lid de Rekenkamer.
In de vergadering van de Algemee-
ne Rekenkamer, werd gister herdacht
het feit, dat het lid, de heer G. C. Baron
van Asbeck 50 jaar geleden bij dat col
lege in dienst trad.
De voorzitter, jhr. mr. J. H. v. Ree-
nen, deed bij deze gelegenheid de me-
dedeeling van de benoeming van den
heer v. Asbeck tot commandeur in de
orde van Oranje Nassau.
Interparlementaire Unie.
De „Conseil" van de Interparlemen
taire Unie is te New York bijeengeko
men, ter inleiding van het congres.
Voor Nederland was baron Wittert v.
Hoogland aanwezig.
Tot permanente leden van den Raad
werden o.a. benoemd de Ministers
Kooien en Rutgers.
Een „cycloon-museum."
Naar bet Haagsche Aneta-kantoor
verneemt, heeft jhr. De Muralt, bur
gemeester van Borculo, het initiatief
genomen tot het oprichten van een
cycloon-museum.
De heer J. Ressing, Gemeente-ont
vanger, is voorloopig belast met het
verzamelen v materiaal en gegevens.
De stormramp.
Bij 't Nationaal Steuncomité „Storm
ramp" zijn door bemiddeling van het
Depart, van Buitenlandsche Zaken in
gekomen de opbrengsten van collecten
door de Nederlandsche kolonies te
Hongkong en Montreal gehouden op
den verjaardag der Koningin, ten ba
te van 'de slachtoffers van de Storm
ramp, respect, groot f572.72 en 31.42
dollar.
FEILLETON.
Hei geheimvan Colde Feil.
57)
Op zijn reizen h hij aan de meeste
Europeesche h*n verkeerd, maar
geen van de erkëe schoonheden daar
had ook maar ihet minst zijn hart
bekoord. Hij wa*ijn leven mét een
zeer hoog ideaal jonnen, dat was z'n
moeder. Meermalihad hij bij zichzelf
gezegd, dat, als ooit iemand ont
moette, die, al wihet nog maar zoo
weinig, op zijn mier geleek, hij niet
zou kunnen nala\, aan die vrouw
zijn liefde te schei-n. Hij had nu ge
zworven over de heele wereld en
voor dat hij Alice \t ontmoette, had
geen enkel gelaat,»en enkele stem,
hem aan haar beried.
Zijn moeder had dezelfde zachte,
volle zangstem en 1 vreemdste was,
dat zij vaak dezelfl liedjes had ge
zongen. Hij herinne> zich, dat zijn
-moeder maar zeldei^ansche versjes
of Italiaansche lieftedjes had ge
zongen altijd w de Engelsche
ballades zacht en t< eenvoudig en
vroolijk. Dan wa9 er een lichte ge
lijkenis tusschen haa\iice had don
ker haar evenals zijn0eder; zij had
dezelfde hals, dezelfde ode schouders
dezelfde trotsche houding van haar
hoofd.
Zij was de eerste die het beeld van
zijn moeder zoo duidelijk voor hem
had ongeroepen maar dat was niet
alles. Ook dopr haar persoonlijke be
koring had zij zijn hart stormender
hand veroverd, door haar zingen, haar
lieftalligheid en haar goedheid.
Waarom zou hij niet trachten haar
voor zich te winnen en haar tot zijn
vrouw te maken? Lady Arden van
Arden Towers! Hoe koninklijk zou zij
die positie vervullen! Het is waar, hij
kon trouwen met wie hij wilde. Iede
re gravin of hertogin in Engeland zou
hem met vreugde haar meest geliefde
dochter afstaan. Maar het kwam niet
in hem op om te trouwen anders dan
uit liefde.
Hij had dit sympathieke Engelsche
meisje lief met zijn heel» hart; hij ver
eerde haar met alles wat in zijn ziei
was. Zij was voor hem de verwezen
lijking van al zijn idealen, de incar
natie van reinheid en vlekkelooze vrou
welijkheid.
Hij zei bij zichzelf, dat hij zich ge
lukkig mocht achten, als hij haar voor
zich kon winnen en daar was hij vol
strekt nog niet zoo zeker van. Alice
had niets van haar jonkvrouwelijke
ingetogenheid en waardigheid verlo
ren. Hoe haar hart ook mocjit slaan.
hoe groot de ontroering ook mocht zijn
die haar deed blozen en verbleeken, zij
verborg die zooveel zij kon en bewaar
de steeds haar uiterlijke kalmte. Na
dien éénen dag in Versailles hield zij
streng de wacht over zichzelf en stond
niet toe, dat er één glir&pj'e van haar
geheim zou worden ontdekt. Haar gra
felijke vereerder was dus volstrekt niet
zeker van haar.
Hij beoordeelde haar volkomen juist.
Zij zou nooit met hem trouwen om
zijn positie en rijkdom. Als zij met
hem trouwde, zou het zijn uit liefde
en als hij haar wel kende, dan zou zij
nooit haar liefde ongezocht of licht
vaardig schenken, en hij was vast be
sloten die te winnen. Hij zou naar haar
hand dingen met gepaste nederigheid,
alsof zij een prinses was geweest en
hij haar onderdanige dienaar. Hij zou
haar toonen, dat hij haar hooger schat
te dan zichzelf; hij zou op allerlei ma
nuren haar hart weten te winnen, zoo
dat zij hem niet kon afwijzen. Hij was
irotsch op zijn keus, trojsch op de be
koorlijke vrouw, wier hand hij hoopte
te venverven Wat betrof de vraag,
wie zij was, daarover dacht hij nooit
meer na. Toen hij eenmaal gehoord
had, dat zij de dochter was van een
dokter, die in de buurt van Londen
had gewoond, was hii volkomen tevre
den gesteld.
Als zij hem maar wilde aannemen,
dan zou hij haar tot zijn vrouw maken
en zichzelf gelukkig prijzen. Toen hij
eenmaal het besluit genomen had om
haar te vragen, ging hij op zijn gewone
eerlijke manier regelrecht naar mada
me de Saint Luce. Nu hij als gast on
der haar dak vertoefde, en haar be
schermelinge had lief gekregen, wilde
hij geen half uur wachten met haar
zijn besluit mee te deelen.
„Madame" begon hij zacht, „heeft u
eenige oogenblikken voor mij? Ik heb
u iets intiems te zeggen."
„Kom dan in mijn boudoir, Lord Ar
den" antwoordde madame.
En in dat gezellige nestje van warm
te en weelde vertelde Lord Arden van
zijn liefde.
Madame luisterde met vriendelijke
belangstelling naar het verhaal dat
haar zoo eerlijk werd verteld, 't Kwam
ër eenigszins stootend uit.
„Madame" zei hij, „ik ben voor het
eerst in mijn leven verliefd." Madame
glimlachte en knikte, niet precies we
tende wat zij zou zeggen. „En ik hen
verliefd op uw beschermelinge, juff-
frouw Kent, die de liefste en mooiste
vrouw is. die ik ooit in mijn leven ge
zien heb." ,,Ik kan niet zeggen dat ik
zeer verrast hen" antwoordde madame.
„Ik moest wel opmerken, dat gij u zeer
tot haar aangetrokken gevoeldet"
„Ik heb haar lief" zei hij. ,Ik heb
haar lief, madame, met mijn geheele
hart. Al mijn idealen vind ik in haar
terug. Daar zij bij u inwoont en in ze
keren zin uw beschermelinge is, vond
ik het mijn plicht om eerst de zaak
met u te bespreken, madame."
„Van Lord Arden kon niet andera
verwacht worden" mompelde madame.
„Voor zoover u betreft, madame, heb
ik dan jjeiiof om juffrouw Kent te vra
gen mijn vrouw te worden?"
„Wat mij betreft zeer zeker en lk
beschouw juffrouw Kent ais een geluk
kige vrouw."
„Denkt u, dat ik eerrfge hoop mag
koesteren?" vroeg hij en madame keek
hem wat verwonderd aan De mach
tigste graaf van Engeland was niet
zeker of hij wel zou worden aangeno
men door iemand, die tenslotte niets
anders was dan een gezelschapsjuf
frouw. En toch. toen zij zich herinner
de alles wat Alice op verschillende tij
den had gezegd, dat zij nooit wilde
trouwen, voelde madame zich toch niet
geheel zeker van de zaak.
„Als u mij die vraag had gedaan in
betrekking tot iemand anders in de
wereld" zeide zij, „zou ik in §taat zijn
te antwoorden, ja." Voor juffrouw
Kent kan ik niet instaan." Zijn gelaat
betrok.
Wordt vervolo^)