CHRISTELIJK DAGBLAD voorLEIDEN EN OMSTREKEN
6e JAARGANÖ
MAANDAG 21 SEPTEMBER 1925
NUMMER 1023
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per week i 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
BUREAUHooigracht 35
Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936
Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone «dvertentiën p«r regel 221/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dnbbel tarief.
Bij contract, belangrijke redactie.
Kleine advertentiSn bij YOoroitbeUliag
van ten boogete 30 woorden, worden dage-
lljka geplaatst ad 40 cent.
Het wegenvraagstuk.
Het nieuwe Kabinet wil zich bij
zijn arbeid laten leiden door de Chris
telijke beginselen.
Eén zaak van groote beteekenis.
Gepoogd zal worden om de aan de
burgerij opgelegde lasten te verminde
ren
Een mededeeling, die door alle volks
groepen met blijdschap zal zijn verno
men.
Aan de sociale wetgeving, voorzoo
ver daarmede geen groote geldelijke
offers gemoeid zijn, zal behoorlijk aan
dacht worden geschonken, zoodat bv
de invoering van de ziektewet in uit
zicht wordt gesteld.
Een toezegging, waardoor al het ge
bazel over de stopzetting van de soci
ale wetgeving afdoende is weerlegd.
Van beteekenis ii echter ook, wat in
de Troonrede gezegd wordt omtrent
het wegenvraagstuk.
„De zorg voor de groote verkeers
wegen te lande vordert bijzondere aan
dacht. Ook hieromtrent zijn voorzie
ningen in overweging genomen
Omtrent hetgeen hier geconstateerd
wordt zal wel geen verschil van mee
ning bestaan.
De toestand, met name van de groo
te verkeerswegen, laat alles te wen-
schen over.
Ze zijn op het moderne verkeer niet
ingericht waarom zoowel om de ei-
schen, die dat verkeer stelt, als met
het oog op de veiligheid, afdoende ver
betering dringend noodzakelijk moet
worden geacht.
Het stemt dan ook tot voldoening,
dat niet alleen voorzieningen in over
weging zijn genomen, maar -dat ook
reeds plannen zijn gemaakt, om de
noodige gelden te verkrijgen.
Uit de opbrengst van de rijwielbe-
lasfing zal een bedrag van f 2 milli-
oen voor dit doel beschikbaar worden
gesteld, terwijl tevens een kleine hef
fing voor het gebruik van motorrij
tuigen overwogen wordt.
Op die wijze kan het benoodigde ka
pitaal zonder al te veel moeite wor
den verkregen.
Verbetering van de wegen, waarvan
ook landbouw, handel en nijverheid
de goede gevolgen zullen ondervinden,
wordt dan mogelijk.
En tevens en dat is ook niet van
belang ontbloot wordt de werkge
legenheid vermeerderd.
STADSNIEUWS.
DE STORMRAMP
Bij den Penningmeester van het
Stormramp-Comité zijn weder de vol
gende giften ingekomen:
de Wed. H. f2.50, C f5, Batig saldo
Athletiekdag op 30 Augustusf 81.80.
Busje winkel Mej. Olivier, Hoogew.
f,1 559, Cl K. f2.50.
Giften worden nog gaarne ihge-
wacht bij den Penningmeester, den
heer S. Muys van de Moer, Plantsoen
49, Gironummer 57471.
Chr. Onderwijzersvergadering.
In de groote zaal van het' Nut
werd Zaterdagavond een gecombi
neerde vergadering gehouden van dei
Afd. Leiden der Vereen, v. Chr. On-
derw. en van de Afd. Leiden vanj
de Unie vanChr. Onderw., waarinj
als spreker optrad Drs. J. v. Ham,
leeraar a.d. Chr. H. B. S. te Leiden,
met het onderwerp: De dichter
Albert Verweij.
Alvorens dezen spreker het woord
te geven, sprak de voorzitter, dhr.
P. Zijlstra, een openingswoord in ver
band met Ps. 1Z6. Spr. zag daarin
en beeld van den toestand, waarin
het Chr. Onderwijs zich in deze zooi
veelszins moeilijke tijden bevindt.
Dankbaar voor de groote dingen
welke de Heere gedaan heeft, klimti
thans ook de 'bede op om het wen
den der gevangenis. Het onderwijs/
lijdt door te groote beperking der
leerkrachten, velen van het onaerwir-
zerscorps door salarisinkrimping of
dreigende of reeds gekomen op-
wachtgeld-stelling, terwijl de jonge
menschen geen plaats kunnen krij-
fen. Zooals het dorre Zuiderland naar
e waterstroomen snakte, zoo wordt
ook uitgezien naar betere tijden voor
het enderwijs, wordt gehoopt, dat dei
woorden uit de Troonrede over ver
zachting der genomen maatregelen do
eerste druppelen van een milden re
gen mogen zijn. Maar zooals Israël
reeds zijn besproeiingswerken inordej
had, zoo moeten wij ons dan ook
fereed houden, om bij 'tkeeren van
e tijden weer met volle kracht voor
waarts te kunnen gaan.
Drs. J. van Ham, hierna het woord
verkrijgende, begon met een aanha
king van iemand over Verweij, waar
in gezegd werd, dat deze dichter zich
niet gauw liet vangen. Spr. wil dat
ook zeggen, als hij denkt aan de af
zonderlijke plaats, welke Verweij in
neemt. 's Dichters groote intellectu-
eele begaafdheid en philosophische
aanleg maakt het verstaan zijner wer
ken ineermalen moeilijk. Maar daar
om mag deze poëzie maar niet kort
weg verstandspoèzie worden genoemd.
Aan de hand van uitnemend voor
gedragen verzen uit verschillende bun
dels ging spr. den groei van V's.
dichterschap na. Met gespannen aan
dacht werd o.m. de voordracht van
het aan verrassende beelden zoo rijkei
„Persephone" aangehoord en het roe
rend mooie „In memoriam patris"
Gehuwd met Me.j v. Vloten kreeg'
Verweij de beschikking over de boe
ken van zijn schoonvader en de in
vloed van die studie komt dan ook
in zijn dichtwerken uit.
Spr. staat wat langer stil bij 'den
bundel „Uit de lage landen bij dei
zee" in verband met de platvloerschei
critiek van Scharten, die meer dan
Verweij te kwetsen, daarmee getoond
heeft hem niet te willen of "kunnen
begrijpen.
De oprichting van „De Beweging"
zijn breuk met Van Deijssel is een
nieuw belangrijk moment in Verweij'si
leven.
Van hem verschijnt ook weer veel
nieuwe poëzie, waaruit ook wijziging
in 's dichters denken aan 't licht
treedt. Interessant zijn zijne nieuwere
gedachten over Bilderdijk, welke hij
vroeger niet onder de dichters re
kende. Toch kan Verweij's Bilderdijk-
beschcuwing' de onze niet zijn.
Opgevoed in religieuze omgeving,
komt de invloed daarvan uit in vele
fedichten en uitdrukkingen en beel-
en. Spr. toont echter aan, hoe Ver
weij essentieel van het Christendom
verschilt, vooral in de opvatting van
zonde en genade. Al wil spr. er geen
theologisch dispuut van maken, toch
doet hij scherp uitkomen, hoe V. vaak/
bezig is een God te maken naar eigen
beeld en gelijkenis.
Toch, als spr. terugziet op V's werk,
ziet hij hem als nooit rustend, maar
aldoor zoekend om het diepste van
|den mensch naar boven te halen. Hij|
openbaart ons aan onszelf. De zee,
de duintop, de rijke aarde, het land--
schap maakten zijn poëzie echt Hol-
landsch, evenals zijn krachtige, forsche
toon en rustige aandachtigheid, zoo
dat we bij alle verschil van opvatting
telkens de verwantschap gevoelen in
den zoekenden ernst.
Dhr. Zijlstra sprak zeker naar het
hart der vergadering teen hij dhr.
van Ham dankte voor zijn referaat,
dat de kenmerken droeg van het werk
te zijn van den jongen geleerde, die
een eigen kijk op het werk van den
dichter heeft. Spr. heeft veel gegeveni
voor verstand, maar ook voor hart
en gemoed, waarmee hij wezenlijk de
hoorders verrijkt heeft. Deze mooie
avond zal niet spoedig worden ver
geten.
Dhr. van Ham sloot daarna met
dankgebed de talrijk bezochte verga
dering. Onder de vele gasten was ook
aanwezig dhr. J. B. Meijnen, Wet
houder van Onderwijs, oud-lid der
Afdeeling.
In de daarop nog gevolgde korte
huishoudelijke vergadering der Afd.
van „de Groote" werd o.m. nog ge
kozen tot vice-voorz. dhr. H. de Boer
van Noordwijk en tot pennmr.esse,
Mej. C. de Nie van Leiden.
Overdracht Rectoraat.
In het Groot-Auditorium van het
Academiegebouw had hedennamiddag
de plechtige overdracht plaats van het
Rectoraat der Universiteit door den af
getreden Rector-Magnificus Prof. Mr
A. J Blok aan zijn ambtgenoot Ür. W.
de Sitter, met een toespraak waarbij
eerstgenoemde een overzicht gaf van
de lotgevallen der Universiteit gedu
rende den nu verstreken Academi-
schen leergang. Aan die toespraak
wordt het volgende ontleend:
Spr. ving aan met op te merken, dat
zijn taak niet louter zou bestaan uit
't opsommen van heuglijke feiten, maar
dat hij ook schaduwplekken heeft aan
te wijzen, wilde hij niet te kort schie
ten in de vervulling van zijn plicht
En dan had hij allereerst te gewagen
van het overlijden van twee oud-hoog
leeraren, vroeger leden van de juridi
sche faculteit, t.w. curator Oppenheim
en prof. Visser van IJzendoorn. Ook
het verlies van een dienstdoenden hoog
leeraar had de Universiteit te betreu
ren. Nog -in zijn volle werkkracht is
De Jong weggenomen/ kort nadat de
Académie de Medecine te Parijs zijn
wetenschap verdiensten had erkend
door zijn benoeming tot correspond ee
rend lid. Het organisch-chemisch La
boratorium werd üwaar getroffen door
den dood van zijn verdienstelijken con
servator Dr. P J. Montagne. Eindelijk
vermeldde spr. liog het overlijden van
,P. G. Haitsma, Mulder, T. Locher de
Bruijne en Mej. J. M. Raaymakers, al
len kweekelingen dezer Hoogeschool.
Tot het leed dat de Universiteit ge
durende dezen cursus ondervond, mag
spr. ook nog rekenen de op wankelen
bodem gebouwden, in het openbaar
geoefende critiek op het Leidsche on
derwijs aan aanstaande Indische amb
tenaren, zoo rechterlijke als bestuurs-
bestuursambtenar^n
De door den dood van Prof Mr. Op
penheim ontstane'vacature in het col
lege van Curatoren werd vervuld door
de benoeming van Prof. Mr. J. Lim
burg. Verder werd herinnerd aan het
heengaan van den Vaderlandschen his
toricus Dr. P J. Blok, wegens het be
reiken van den 70-jarigen leeftijd en
werden de namen genoemd van de
nieuwbenoemde hoogleerai'en.
Tot de benoeming van een bijzonder
hoogleeraar in „de Wijsbegeerte des
rechts" waarvoor Dr. L. Polak, pri
vaat-docent aan de gemeentelijke Uni
versiteit .te Amsterdam werd aangewe
zen, heeft het Leidsche Universiteits
fonds eerst het initiatief genomen toen
de Regeering had besloten de vervul
ling van de vacature Van der Vlugt.
terwille van de bezuiniging voorlooplg
achterwege te laten. Met ingenomen
heid maakte spr. meding van een ge
schenk van mevr. de wed. Speijer, be
staande in het geschilderd portret van
wijlen haren echtgenoot, 't welk de
Senaat dankbaar heeft aanvaard. Om
trent de universitaire instellingeh deed
de Rector-magnificus verschillende
mededeelingen.. o.a. dat de in 1919 be
gonnen reorganisatie der Sterrenwacht
zooverre is gevorderd, dat zij op 18
September 1924 plechtig kon worden
ingewijd en dat met de verbouwing
van het Natuurkundig Laboratorium
geregeld wordt voortgegaan. Van het
Museum van Oudheden werd het laat
ste stuk van de Egyptische afdeeling
opengesteld, eerstdaags zal ook de af
deeling Oost-Europa voor bezoekers
toegankelijk zijn. Met groote voldoe
ning maakte spr. gewag van het bui
tengewoon feit dat de International
Education Board der Rockefeller Foun
dation te New-York zich bereid, heeft
verklaard een som van 100.000 dollar
beschikbaar te stellen voor het onder
zoek bij de allerlaagste temperaturen
van het Natuurkundig Laboratorium.
Bezuiniging is oorzaak dta met na
me voor de Faculteit der Geneeskun
de aan dé Universiteits-Bibliotheèk 't
gevaar dreigt dat tot inkrimping der
tijdschrift-abonnementen moet wor
den overgegaan. Het Instituut voor
Tropische geneeskunde werd geheel in
gebruik genomen, zoodat nu ook in de
Ziekenafdeeling. patiënten kunnen wor
den opgenomen.
De Senaat verleende één Eere-doc-
toraat en wel in de rechtsgeleerdheid
aan H. M. de Koningin.
Het getal gewone promötiën steeg
van 41 op 49, waarvan voor het eerst
twee op het gebied van de Romaaii-
sche philologie Het aantal ingeschre
ven studenten is dit jaar gedaald van
1717 tot 1615. 497 studenten werden
voor het eerst ingeschreven t?gen 523
in den vorigen cursus. In het fgeloo-
pen jaar kwam de Universiteit meer
malen met het buitenland in aanra
king op congressen en wetenschappe
lijke bijeenkomsten. Komende tot de
Personalia werden 'de ambtsjubilea
herdacht van de Prof. Janse en Uhlen-
beck en o.a. herinnerd dat aan Prof
Eindhoven de Nobelprijs voor phy-
siologie en Geneeskunde ten deel viel.
Na aan het slot zijner rede de goedé
verstandhouding tusschen Academie
en de Studenten-Maatschappij te heb
ben geroemd, droeg spr. met eenige
vriendschappelijke woorden het Recto
raat over aan Prof. Dr. W. de Sitter.
Geduld Overwint.
Zaterdagmiddag j.l. hield de Poli-
tiehondendresseerclub „Geduld Over
wint" een demonstratie op haar oefen
terrein aan den Hooge Rijndijk te
Zoeterwoude. De opkomst van het pu
bliek was, gezien de weinige interesse
die er voor dezen tak van sport be
slaat, niet slecht te noemen. Onder de
aanwezigen was ook de beer P. Wap,
burgemeester van Zoeterwoude en
eerevoorzitter der club.
Om ruim 2 uur werd de demonstra
tie aangevangen, nadat alle aanwezi
gen waren welkom geheetüii door den
lieer Hertog, voorzitter der club.
Het werk van honden te beschrij
ven, zou teveel plaatsruimte in beslag
nemen. We kunnen volstaan met te
zeggen, dat er prachtig werk is gele
verd Tusschen de verschillende num
mers zorgde het muziekgezelschap..De
vote" uit Leiderdorp voor muzikale
illustratie. hetgeen door de aanwezigen
werd op prijs gesteld.
Een vermakelijk incident dot ern
stiger gevolg had kunnen hebben, deed
zich voor bij het voedsel 'weigeren.
Een heer uit het publiek wilde eens
pfobeeren of hij dén hond niet met
een stukje lever kon verschalken De
hond nam echter het lekkers niet en
toen de heer het stukje lever wi de
weghalen kreeg hij een knauw in zijn
pols, hetgeen gelukkig niet van be
teekenis was.
Na afloop deelde de e ere voorzitter,
de lieer P. Wap, burgemeester v. Zoe
terwoude de medailles uit, waarna hij
de prijswinnaars geluk wenschte met
de behaalde overwinning.
Uitslag: 1ste afdeeling:
löte prijs: W. A. Mugge met „All.
2e J. F. Pieters met „Eddy."
3e L. Abelman met „Max.'
4e L. Verberg met „Milort."
He afdeeling.
lste prijs F. den Hertog met „Bomor
2e J. F. Wolters met „Lux."
3e W. A. Mugge met „Willy."
4e J. Noordanus met „King."
5e J J. Witte met „Arno'
6e P. Amsterdam met „Ravode."
Speciale prijzen lste afdeeling:
W. A. Mugge met „Ali" 'n zilveren lau
wertak en verg. zilv. medaille.
J. P. Pieters met „Eddy" voor op één
na mee9t aantal punten, een speurtuig
en voor het beste stellen eep halsband
met riem.
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
„Ik peinsde er over, hoe vreemd het
toch is, dat sommigen zooveel hebben
en anderen zoo weinig Maar natuurlijk
weet ik, dat wij allen krijgen, wat het
beste voor óns is."
„Misschien is er een soort van even
wicht in deze wereld" zei Claire. „Ik
heb eens een 'geleerd man hooren be
weren, dat dit zoo was dat elk men-
schelijk wezen in deze \yereld een ze
ker percentage vreugde en leed krijgt,
dat vrijwel in evenwicht blijft. Gelooft
u daarin?"
„Neen, zeker niet, lieve" antwoordde
juffrouw Kent. „Ik heb menschen ge
kend wier heele leven zonneschijn en
vreugde was, misschien met een enkel
klein onbekend schaduwtje, maar er
zijn ook menschen voor wie niets dan
beproevingen schijnen weggelegd te
zijn. Het is in het leven volstrekt niet
gelijk verdeeld."
„Ik weet nog niet" zei Claire, die
graag haar eigen opinie zoo lang mo-
gel k vasthield. „Misschien is voor
dezen Engelschman, die naar het
schijnty, al zijn wenschen in vervulling
kan zien gaan. nog in de toekomst 'n
groot verdriet weggelegd, dat ge
heel en al opweegt tegen het geluk,
dat hij tot dusver heeft gekend."
„Ik hoop het niet" zei Alice Kent.
„ik denk hier heel anders over Claire.
Ik geloof nieb, dat in deze wereld aan
alle menschen een gelijk deel levens
vreugd en levensleed is toebedeeld.
Maar ik heb het vaste geloof, dat
ieder krijgt, wat hij noodig heeft. God
schikt ons toe, wat Hij voor ons per
soonlijk het beste acht. opdat wij daar
door nader tot Hem gebracht zouden
worden. En dan zullen eenmaal in het
leven na den dood alle tranen van
onze oogen gewischt worden" zei A-
lice zacht en met. een stillen glans in
haar oogen staarde zij voor zich uit.
„U moet veel verdriet hebben gehad"
zei Claire liefdevol, en legde haar hand
op die van haar oudere vriendin.
Alice glimlachte droef.
„Ja" zei ze, „maar dat is nu voorbij.
God bracht mij hier in deze veilige
haven. Ik dank Hem er eiken dag
voor."
Claire kuste haar.
„Ik hoorde Hem te danken, dat Hij
u aan mij heeft gegeven. Mijn leven
is door mijn omgang met u rijker en
dieper geworden. Ik heb zooveel van
u geleerd."
Toen keerden haar gedachten terug
naar de groote gebeurtenis. Haar hee
le jonge meisjesziel was vervuld van
den ridder, die haar als een sprookjes
held voorkwam.
„Verveelt het u niet te hooren van
Leopold, Lord Arden?" vroeg Claire,
na een uur.
„In 't geheel niet" antwoordde juf
frouw Kent. Je weet wel, wat jij pret
tig vindt, mij altijd interresseert. Je
vader en moeder hebben mij tot zich
genomen op een wijze, die zoo nobel
en edelmoedig is, dat niet velen het
hen na zouden doen. Het zou toch ai
heel ondankbaar zijn, als ik niet vol
belangstelling was voor ieder lid van
de familie. En waarom zou ik een uit
zondering maken voor je groote graaf,
Lord Arden. Ik wil graag alle9 van
hem hooren, omdat hij bij jon hoort."
„Hij komt' Dinsdag" zei Claire met
een zucht van voldoening. „Het is de
mooiste maand, die hij kon hebben
uitgezocht om Parijs te zien de
maand Mei bedoel ik de bloei
maand. Mama zegt, dat er niets zoo
mooi is als de Engelsche Meidag,
maar ik vind een Parij9chen Meidag
even heerlijk."
Zij praatte vroolijk verder, en zag
niet, dat het schoone gelaat met een
doodelijke bleekheid was overtogen.
Enkele oogenblikken later veront
schuldigde Alice zich en ging naar
haar eigen kamer
Haar lichaam* schokte, het was of
haar hart stilstond.
Lord Arden was niets voor haar. Hij
mocht komen en gaan, gelijk hij wil
de, het ging haar niets aan. Hij zou
daar in huis een jaar kunnen vertoe
ven, zonder dat zij hem obit zou zien.
'Maar hij kwam op Dinsdag, den vijf-
en-twintigsten Mei. De verjaardag van
den dood van haar man! Wat deed
het er toe of om haar heen heel de
natuur opbloeide en ontlook. Het was
voor haar de vreeselijkste dag van
het jaar. Zij zag nu nog, als in letters-
van vuur voor zich, hoe zij In de cou
ranten had gelezen:
„Hij stierf op den avond van Dins
dag den vijf-en-twintigsten Mei."
En het was op dien dag, dat Lord
Arden het huis bezocht, waar zij ver
toefde.
„Het is een vreemde samenloop van
omstandigheden" dacht zij, „maar het
beteekent natuurlijk niets." Het bracht
haar echter het droeve verleden met
dubbele kracht voor den geest.
HOOFDSTUK XXVI.
De vijf-en-twintigste Mei.
Het was een liefelijke Meidag, die
Dinsdag, stralend en zonnig als toen,
zes jaar geleden het ontzettend dra
ma van Colde Feil plaats had.
Een zoete lentedroom lag over het
land. De voorjaarsbloemen stonden
alle in -feilen bloei en de kiomen ystL*
ren gehuld in een teer groen waas. In
den tuin zongen de vogels hun hoog
ste lied en de duiven kirden verge
noegd en blij De seringen en narcis
sen vervulden de lentelucht met lie
felijke geuren de viooltjes staken met
hun diepa, innige kleuren de kopjes
boven den grond.
„Dinsdag, de vijf-en-twintig9te Meil
Het was de eerste gedachte, waarmee
Alice Kent ontwaakte toen de heer
lijke lentegeuren haar kamer binnen
drongen.
Zes jaar geleden had ook het vroo
lijk gezang der vogels haar gewekt en
had zij haar oogen geopenid in haar
eigen kamer te Colde Feil. weinig ver
moedende wat die dag haar zou bren
gen. Zij herinnerde zich elke bijzon
dorheid van dien dag. Hoe zij was op
gestaan en zich gekleed had in een
licht voorjaarstoilet. Hoe zij in den
tuin was gegaan om naar den dauw te
zien, die er dien nacht was neerge
daald. Hoe zij bloemen had geplukt
voor het diner van dien dag. Hier sche
nen haar gedachten stil te staan. O,
hoe zou zij dezen dag kunnen doorle
ven, waar alles haar herinnerde aan
het vreeselijke uur van haar leven. Zij
hief haar gelaat op naar den blauwen
morgenhemel en bad. dat God haar de
genade mocht schenken om te ver
geten.
W.ordt vervolgd).