MA.G-A.ZYZTEZT NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1925 GEMENGD NIEUWS. Door een koie aangevallem. Te H eerde wilde de weduwe J. v. d. Beid een bezoek brengen bij een harer buren en nam den weg, als ge woonlijk, door een weide waarin eeni- ge koeien graasden. Onverhoeds werd zij door een dezer koeien aangevallen en omver gestooten. Haar buurvrouw, Wensink zag dit en kwam haar direct ontzetten. De koe had haar evenwel al zoo toegetakeld, dat onmiddellijk! geneeskundige hulp moest worden in geroepen. De doktoren Versteeg en -Rakhorst waren spoedig ter plaatse en verbonden de vrouw, wieeengroote gapende wonde door een hoornstopt in de buik was toegebracht. Per auto werd de vrouw naar haar woning ver voerd. Per fiets naar Rome. Te Delft zijn teruggekeerd de heeren Ter- smette en van den Akker, die per fiets een pelgrinmstocht naar Rome hebben gemaakt. Zij vertrokken 1 Juli en zijn derhalve 71 dagen onderweg geweest. De koude September. Ook in Groot-Brittannië is de September maand buitengewoon koud ingezet, votfral in Schotland. Er is reeds in .verscheidene deelen van het land sneeuw gevallen. Ernstige val. De 40-jarige arbeider S., wonende te Arnhem, had het ongeluk bij het plukken van ap pels in een boomgaard achter het kas teel „Biljoen" te Velp, vermoedelijk tengevolge van het uitglijden, van een 7 meter hooge ladder te vallen, met het gevolg dat hij vermoedelijk den ruggegraat heeft gebroken. De onge lukkige, die gehuwd is, werd in be- wusteloozen toestand naar het zieken huis overgebracht. Om een kostelooze plaats. Te Bussum zijn twee 18-jarige jongens aangehouden, die de electrische licht- leiding van het daar voorstellingen ge vende circus Hagenbeek verstoord had den om 2ich in de verwarring der duisternis gratis toegang de verschaf fen. Het circus bleef tien minuten in duister gehuld vóór de oorzaak der storing ontdekt was. Gelukkig ont stond geen paniek. Nieuwe brandstichtingen. De brandstichters te Berlijn laten nog steeds de politie geen rust. Gister nacht 'zijn er t^ee branden gesticht en in den middag nog een, zoodat de brandstichters driemaal aanleiding hebben gegeven tot alarm. Tweemaal is het vuur ontdekt ge worden door de torenwachters, die door de politie op de verschillende torens zijn geplaatst. Tot nog toe is men er echter niet in geslaagd, een spoor van de brand stichters te ontdekken, hoewel een aan tal personen zijn gearresteerd. De derde brandstichting op giste ren geschiedde volgens nadere berich ten in Berlin-Schoeneberg. Evenals bij vorige gelegenheden is de brand in een zolderkamer aangestoken. De brandweer moest de bewoners van de vierde verdieping met behulp van lad ders redden. Ernstig ongeluk. Gistermor gen is bij den bewaakten spoorover weg aan de Kerklaan onder Oud-Die- raen een 33-jarige kal verkoopman uit Nigtevecht doodgereden door densriel trein, welke te 9 u. 20 uit Amster dam was vertrokken. De man bestuurde een wagen voor kal ver vervoer. Het paard is eveneens gedood, het voertuig was vernield. Dit het onderzoek, dat de politie van Diemen heeft ingesteld, is ge bleken, dat naar alle waarschijnlijk heid het slachtoffer op slag dood is geweest. Wij vernamen verder, dat de overwegwachter die als een ernstig beambte bekend staat en in zijn 32 dienstjaren nog nooit eerder een on geluk had gehad had verzuimd tij dig de boomen te sluiten. Hij had een telegrafische voormelding van blok B. A. niet doorgekregen en ging daarover seinen, doch had nagelaten vóór daarmee te beginnen, de boomen dicht te doen. Inmiddels kwam de sneltrein aan met het genoemde nood lottige gevolg. V1 i e g t u i g w r a k g e v o n d e n. Ren Engelsch stoomschip heeft het drijvend onderstel teruggevonden van een_ watervliegtuig, halverwege tus- schen Ajaccio en Nizza. Het onderstel behoorde lot een wa tervliegtuig, dat in zee verloren ging bij een bocht tusschen Ajaccio en St. Rafael. Vermoedelijk is het afkomstig van het vliegtuig, waarmede Laporte deel genomen heeft aan de Zaterdag gehouden wedstrijden. I r Gas vergif tiging. In het Oudeliedengesticht te Tilsit, .werden 4 mannen dood gevonden. Zij bleken ten 'gevolge van gasvergiftiging te zijn gestorven. 3^SE S -gg==3C3 Ons Babbelhoekje, I Beste jongens en meisjes, 'Ik heb minder briefjes gekregen dan ik verwacht had, maar het was de eerste maal na de vacantie en het valt niet altijd mee, cm een wagen, die een tijd lang heeft stilgestaan weer aan 't rollen te brengen. Als we 'npaar weken verder zijn en de avonden nog wat langer worden, dan twij fel ik niet, of het aantal raadselvrienden en -vriendinnetjes zal wel weer toenemen. Ik ho,op en ik reken daar ook wel een beet je op, dat zich ook' heel wat nieuwe neefjes en nichtjes zullen aanmel den. Alle jongens en meisjes, die mee willen doen, zijn hartelijk welkom. Laten zij, die vroeger meededen, hunne jongere broertjes en zusjes maar eens op wekken om mee te doen en als er ouderen zijn, die dit lezen, dan willen ze misschien ook wel eens de aandacht van hunne kinderen op deze rubri k vestigen. 't Verwondert mij altijd, dat er uit de idorpen zoo weinig Lelangstelling is. In Lisse heb ik een aantal heel trouwe neefjes en nichtjes en in Woubrugge en Leiderdorp ook een paar, maar er zijn ook heel wat dorpen, waar we heel veel lezers hebben en waai" toch niemand mee doet. Kom jongelui, laten we nu allemaal eens een briefje schrijven en meewerken! ,om ons hoekje tot 't gezelligste plekje van de krant te maekn. Mijn plan was eigenlijk niet, nu al een prijsraadsel te geven. Maar nu heb jk' Idrie raadsels en daarom zal ik zien tpch nog een paar prijzen beschikbaar te kunnen stellen. Ik weet nog niet hoe veel, maar laten we dit afspreken: hoe mmeer oplossingen, hoe meer prijzen. Voor hen die nog nooit meededen, deel ik even mede, dat de briefjes ge adresseerd moeten worden aan „Oom F e 1 i x" Nieuwe Leidsche Cou rant, Hooigracht 35, Leiden. „Vaders jongste", Leiden, 't Spijt me dat je niet meer mee kunt doen, maar het leeren moet natuurlijk voorgaan. Moge God je zegenen op je verderen levens weg. „Breistertje", Lisse. Dat was wel 'een heel droeve gebeurtenis. Ik' had het ge lezen in de bladen. Zoo zien we, dat de dood ieder uur wenkt. „Heidebloempje", Leiden. Ja, je bent er wel dicht bij geweest. Zoo, 200, de kachel al gezet? Nu, ik hoop dat hij fvoorloopig niet veel dienst behoeft te 'doen. „Eekhoorntje", Leiden. Zoo gaat het, er is een tijd van komen; en van gaan. Ik ben blij, <lat je zoolang meegedaan hebt, en wensoh je voor de toekomst Gods besten zegen toe. „Scholier". Leiden. Je blijft toch mee doen, hoop.ik? „Hartediefje", Leiden. Is het druk op School, of heb je niet te klagen. „Koekeroe", Leiden. Schrijf je ook eens een apart briefje? In welke klas zit je nu? „Waterlelie", Lisse. Neen, het is hede- maal geen vacantieweer da laatste dagen. "tZal nu wel weer geregeld gaan, denk ik'. „Boschviooltje", Lisse. Dat was wel een heel plotseling sterfgeval. Ja, we denken er weinig aan entochhet leven is een 'damp S. en C. W., Woubrugge. 't Heeft dus bij jullie ook nogal gespookt. Maar. geluk kig, dat er geen persoonlijk: ongelukken voorkwamen. Ik ben blij, dat we Weer kunnen dorre spondeeren. „Sneeuwwitje", Lisse. Je hebt 't goecf onthouden hoor. 'Nee, ik kende die mees ter niet. Wat een grooïe begrafenis is dat geweest. De oplossing van de raadsels is: 1. Wie in zijn eigen tuintje wiedt, Ziet 't onkruid bij een ander niet. Onderdeelen: tuintje, tuinman, boonen- jaar, dij, zegen, heeren, groeien, water, wekt, tien, ia. dik, zijde, in, i. 2 B o r c u 1 |0 e n k e r U Ri e e u w ij k iO o 1 o m b o Ui t r e c h ,t Lleerdaln' O, s t e n d e 1. Mijn geheel bestaat uit 51 letters. 26. 29. 2. 34. 18 is een stad die 400 jaar bestaat. 10. 34. 46. 31. 20. 23. 30. 42. 8 is een stad in 't noorden vam ons land. 21. 25. 33 is een dorp op een eiland. 28. 42. 27. 20. 6. 30 is een eiland. Te 11. 27. 26. -51, koopt- men beste schaatsen. 50. 5. 10. 31. 34. 23. 30 is een dorp aan de kust van Friesland. Het 13. 46. 43. 40. 17. 9 der Koningin aan Friesland werd door de Friezen tot een Ware 15. 44. 37. 35. 47. 39. 49. 1. 41 gemaakt. 23. 48. 16. 30. 34.4. 27. 24. 22 is een gedeelte van de Friesche k'usr waar geen dijken zijn. 50. 32. 38. 27. 7. 36. 45. 14, 8 is een drukke zeehaven. 3. 12. 19 mper ge zelf maar invullen. ie regel van links naar rechts en van b|oven naar beneden is een bekend woord dezer dagen. 2de regel is een vrucht. 3de regel: is onmisbaar. 4de regel: is een lichaamsdeel. 5de regel, is een vervoermiddel. 3. Mijn geheel bestaat uit 45 letters. De meeste winkels hebben een 22. 31. 28. 42. 28. 45. 8. De 1. 9. 28. 26. 34. 13. 9. r. 38. 6. 7. is een bekende marsch. Een plaats op een tentoonstelling noemt men eén 5. 39. 28. 16. 4. 27. 24. 19. 4. 12. 33 is een woord dat altijd in ons blad staat. Een 18. 3. 37. 21. 40. 10 geeft veel Werk. Een 13. 32. 4. 9. 43. 23. 41. i'5 is een eereteeken. 25. 2. 11. 17. 10. 5 zijn van steen. 14. 20 gebruikt men bij optelling. Een 44. 35. 36. 25 is een vrucht. 29. 32. 30. 27, is een kleur. Vele groeten van OOM FELIX. Cor's jachtavontuur. .Eensklaps ontwaarde hij in de verte aan den overkant van het ravijn, heen en weder gaande lichten, en hij verbeeldde 'zich, dat hij hoorde roepen en schieten. „Zij zoeken mij, en zullen nooit op1 het (denkbeeld komen, dat ik hier ben. Ik kan mij dus niet verstaanbaar maken en moet dus geduldig wachten tot het dag wordt. Die arme Chris heeft zeker braaf knorren gehad, omdat hij mij uit het oog heeft Verloren. Hij zal mij stellig niet verraden hebben, voordat hij er toe gedwongen werd. Ik zal er hem voor be loon en die Chris is een goede jongen en ik wilde wel, dat ik hem hier had, dan zonden wij het samen wel redden", dach: de verlaten knaap. Maar weldra verdwenen de lichtjes, de geluiden stierven weg, de nacht spreidde zijn sluier over de, bergen en alleen het ruischen van de dennen, het krassen van een uil en het zuchten van den allengs kouder wordenden wind, verbrak de stilte. Cornelis bleef wakker zoolang hij kon, uit vrees van weer te droomen en in den afgrond te storten, maar eindelijk dom melde hij toch in en bleef gerust door slapen totdat de dag aanbrak. Óp iederen anderen dag zou hij zich zeker verlustigd hebben in de pracht van den oostelijken hemel, toen de vuur- 100de gloed hoe langer hoe helderder werd, totdat de zon met verblindenden glans boven de bergen verrees en aan het woeste tooneel een onbeschrijfelijke schoonheid bijzette. Nu echter zou hij al die heerlijke tin ten en kleuren gaarne hebben willen ge ven voor een bord "warm eten of een kop warme koffie, toen hij zijn lippen bevochtigde met een paar Ijskoude dauw 'droppels en naar een blaadje of een 'grassprietje ïocht om zijn honger te st.l- len. Hij was stijf en hajd pijn in al zijn leden, maar het daglicht en de hoop op redding gaven hem moed en koel bloedigheid genoeg om te overlegden, op welke wijze hij zijn gevaarlijk nacht verblijf zou kunnen verlaten. Weldra blies de morgenwind de witte ïjevelen uiteen en hij kon zien, dar de uitgedroogde bedding van een bergstroom vlak onder hem lag. Om die te bereiken zou hij moeten sprin gen, op gevaar af van zijn beenen te breken, of een middel te bedenken om zich een voet of twaalf naar beneden te laten zakken. Was hem dit gelukt, dan zou hij, dien weg volgend, zeker op het rechte spoor zijn om naar huis te komen. Verheugd over deze ontdekking, nam hij den riem waaraan zijn geweer had gehangen, zijn lederen gordel en het ste vige koord van zijn kruilhoren, knoopte die zoo goed mogelijk aan elkander en vond zoo een middel om zich tot een paar voet afstand van den grond te laten afzakken. Hij bevestigde het aan den stam van den boom, waaraan hij zijn be houd te danken had, en voltooide zijn toebereidselen door het vastbinden van zijn zakdoek aan een der takken, als een wegwijzer voor hem zeiven, een teek'en voor anderen en een herinnering aan zijn geduchten val. Vervolgens stak hij met een gevoel van innige dankbaarheid een takje van iden groenen den in zijn knoopsgat, sloeg zijn beenen over den rand van de steilte cn begon zijn tocht. Gelukkig kwam hij behouden beneden, echter niet zonder zich •tegen de harde rots te stooton en te be- zeeren, maar wat wilde dit zeggen na alles wat hij reeds had ondergaan. I7SL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 7