NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 9 SEPTEMBER T925I
ie Jutphaas, waarbij Z. Eerw. tot t^kst
had Maith. 4: 19. -
De Gemeente zong haar nieuwen lee-
raar, nadat wederzijds toespraken, waren'
gehouden, Ps. 20:1 toe.
Ds. J. L. G. Gregoy heeft Zondag
met een leerrede over 2 Co 4: 5 cand. H.
C. J. Hoogen d ij k ui: Laren bevestigd
als predikant der Ned. Herv. Gemeente
te Kats, in Zeeland. -
Ds. Hoogendijk deed in de namiddag-
igodsdiensic^fening intrede met een pre-
idicatie over Ps. 425a.
Ambsi jubilea.
Ds. D. J. Kar ss en, em. pred. der
Geref. 'kerk van Amsterdam, wonende
te Baarn, hoopt 12 Sept. a.s. zijn 45-jarig
.ambtsjubileum te herdenken.
Ds. Karssen genoot zijn opleiding aan
de Doeiinchemsche Inrichtingen en werd
12 Sept. 1880 bevestigd bij de Ned. Herv.
.Gem. te Neerlangbroek. Van 1880 tot.
1883 stond Ds. Karssen te Steehwijk! 'en,
Idaarna te Amsterdam, waar hij in 1886
•met de doleantie meeging en tot 1 Jan.
1921 de Geref. Kerk van Amsterdam dien
de. Op genoemden datum ontving hij
zijn emeritaat. Ds. Karssen is 77 jaar.
Ds. M. B. Parievliet, pred. der
Geref. Kerk van Enter, hoopt 15 Sept.
a.s. zijn 25-jarige ambtsbediening te h;r-
idenk'en.
Ds. Parlevliet studeerde aan do Theol.
.school en werd te Nes en Wierum'beves-1'
liigd. Op 9 Maar 1913 deed hij zijn intrede
te Sleen en op 2 Juli 1916teEnter .V'
Het Rectoraat der Vrije Universiteit.
Woensdag 16 Sept. a.s. zal Prof. Dr. L.
(Bouwman, rector magnificus 5 der,£Vrije^
.Universiteit te Amsterdam, in h'et geb'oWj
van ;den werkenden Stand aldaar,', na ver-';
melding van de lotgevallen van de.un.iver-
siteit het rectoraat overdragen aan Prof.
Dr. F. W. Grosheide. -
Wijlen Ds. C. B. Oortliuys.
Dr. v. Gheel Gildemeesier vervolgt in/
ide 's Gravenhaagsche Kerkbode zijn'. Ie-
vvensschets van wijlen'Ds. C. B. Oorthuys
als volgt: -
Vier jaren bleef Ds. Oorthuys'in Wóu-
(drichem, toen nam; hij een b'ercep'aan
naar 'Harderwijk';" in die dagen' bekend
als „levende liel'V ,C
Hel: koloniaal werfdepot was daar: en
•de arme schipbreukelingen der maatschap
pij, niet alleen uit Nederland, voor wie
geen (i-ndereuitweg overbleef dan als
„koloniaal" naar de Oost te gaan, werden
al vast in Harderwijk op de hartelijkste
.wijze van helgrootste deel van hun hand
held afgeholpen. Publieke huizen en kroe
gen van de laagste so,ortbloeiden daar.
Het Ministerie van Koloniën drong er
geregeld op aan, dat die mooie inrichtingen
ten behoeve van dekolonialen goed in
■orde zouden zijn, en dat waren ze 'dan
jjppk', gemeen en goed..
„B.outjeshalers" heetten die philantro-
pen, die de kolonialen van het statica
iha.alden en naar de stad brachten in al
lerlei logemenijes, waar tot voor de laat
ste cent van Wun handgeld werd zórg
gedragen.
Toen Ds. Oorthuys in 1S83 naai' Har-
iderwijki beroepen werd, nam hij dit be
roep na eenige dagen aan.PI ij was niet
(gaan „kijken", had niet gezien welk een
schrikwekkend winkelhuis daar als pasto
rie betrokken moest worden; hij had niet
in aanmerking genomen, dat hij f 400
in iractement achteruitging, en dat met
een snel aangroeiend gezin. Hij moest
gaan, het werd hem ,van Boven bevolen".
In Harderwijk' is Ds. Oorthuysveel
voor de arme kjolo-nialen geweest. Baron
Aylva van Pallandt van Putten opende
daar weldra een militairen-tehuis, dat
goed werk deed en waar men ook' logee-
ren kon, maar geen borrels k'oopen. Een
uitnemend echtpaar was er als vader en
moeder aangesteld.
Oorthuys ging er dikwijls' heen, .las en
sprak met de jongens, bad met ze. Vriend
jstchapsbanden ontstonden er; Duitsche
'gesjeesde studenten en gedegradeerde of
ficieren waren onder hen, ze bleven in die
■dagen lang in Harderwijk, ze kwamen wel
bij Ds. en mevr. O. aan huis, die hen dan
trachtten te troosten en te bemoedigen.
Voor 'sommige kolonialen werd' Har
derwijk- tot grcoten zegen, en nog tegen
woordig wordt in „de Oost" de naam
van onzen Oorthuys met dank genoemd.
Daar werden er in die dagen tot God
(bekeerd, en later kwam soms bericht van
ihen ui: O. I., hoe zij daar met hunne
'kameraden over geestelijke dingen spra
nken, en „hoe de Heere daar zegen over
gaf".
Er was in Harderwijk weer, evenals
in Woüdrichem, grooie geestelijke zegen
iets van', een opwekking, Oorthuys was
•een gereformeerde me ihodisü.
Dë. invloed van zijn geestelijke vader,
H uet j; is' levenslang aan zijn werk' te zien
geweest.";
He. werk in Harderwijk greep hem zeer
aanïfeiVhij werd ziek." Een zware bron
chitis en'overwerk't zijn; hij kon niet voort
Lièyévvrierïden hebben hem toen in staat
'■gestéld fn'aar Pau en Cannes te gaan; na
een"? half jaar kwam hij genezen terug.
"-Terwijl hij weg was, was in Harderwijk
deCdclearuie uitgebroken; en het was
(.Oorthuysduidelijk, „dat de Heere hem
een^pooV te Pau en te Cannes had wil
len'opbergen tegen deze zoo geestelijke
beroering".'"
(Hij/heeft nooit eenige aantrekkings
kracht ah de doleantie gevoeld. Als men
.^henP'hier wel eens trachtte over te halen
'Vtaa'r 'de oltantie, dan kon hij zoo kalm
jnty/c>5r n? „Man, daarbij wordt het mij
'groen c.. aoel yootr de oogendaar moet
je;bijmee aankomen". Ik geloof
jfbij „Ca- t-uu^s aan groen en geel, want hij
zag" de dingen in kleuren.
AVat niét in zijn herinneringen gedrukt
staat, maar wel uit zijn herinneringen aan
mij" medegedeeld, wil ik hier eens zacht
jes oververtellen. In Cannes of in Pau ont
moette hij dien winter een hooge oome
'uit de Rpom'sche Kerk, een pauselijke
..kamerheer, die het pauselijke paars in
v zijn uniform droeg.
Oorthuys heeft menig gesprek met hem
I gevoerd. De tijd van het Carnaval komt
/aan; daar wordt in Zuid-Frankrijk' druk
jwerkjvan^ gemaaktook daar in Cannes.
/.V.In,het groot hotel waar Oorthuys en
'/de"'Rp;omsche hooge oome logeerden, was
Jo.ok een bal; "de Italiaan dringt aan, dat
Oorthuys daaraan deel zou nemen. Stel
u voor, Oorthuys op een carnavalsbal.
„Maar ik' zal wel eens naar je komen
Jkijken", zegt hij. En inderdaad, Oort
huys komt dien avond in de buurt van
de balzaal, -doet de deur half open en
ontdekt al spoedig den dansenden Ita-
liaailschen kamerheer in een domino-cos-
tjuum of zoo iets en hij heft bestraffend
ennadrukkelijk, driemalen, den vinger
tegen (hl»m pp.
Den volgenden morgen ontmoet hij zijn
rpomschen vriend, in wiens Italiaansche
mentaliteit geen plaats was voor wat hij
Sioemde die strenge puriïeinsche ideeën.
„Heb je daar nu gisteravond pleizier
gehad?" vraagt Oorthuys hem.
„Ach, mijn vriend", was het antwoord,
,rje moesc eens weten wat het is, altijd
'eenzaam te zijn zooals wij, je komt thuis,
je zoudt snakken naar gezelschap; je
bent a-lleen. altijd alleen. Dan wil je
wei eens graag als een gewoon mensch
doen onder andere menschen".
Oorthuys vertelde het mij voor kennis
geving. Hij zeide er zijn meening niet bij.
Maar in zijn lieve, zachte stem klonk iets
van .onnoemelijk medelijden.
Kerkelijke belasting.
De meening, dat kerkvoogdijen ten op
zichte van. onwilligen bij de heffing van
kerkelijke omslagen machteloos staan, is
dezer dagen te Wijk'-aan-Duin gelogen
straft.
De Haarlemsche kantonrechter heeft
vonnis gewezen aan een der lidmaten der
Ned. Herv. Kerk te AA'ijk'-aan-Zee en
Duin en heeft gedaagde veroordeeld tot
betaling, waarna door de gevolmachtig
den van genoemde kerk opdracht is ge-
geven lot executie.
„Filippus."
De algemeene vergadering van het Ge
ref. Traktaatgenootschap „Pilippus" zal
'gehouden' worden te Breda op Woensdag
28 Oct. 1925.
Op bezoek bij zendeling Kruyt.
Aan de reisbrieven van den heer Tille
ma in „Het.Koloniaal Weekblad" is het
volgende ontleend
Na een paar uur kwamen we te Pen-
idolo, waar we in de gastvrije woning van
de'familie Kruyt gastvrijheid genoten.
Pendolo ligt aan het Posomeer, het
meer, waarin indertijd de bekende geoloog
Fennema is verdronken. Het meer is
schoon, iqaar op mij maakte het Tob'a-
meer looh nog meer indruk.
I11 het meer leven visschen, palingen en
veel krokodillen, vermoedelijk niet vreed
zaam tezamen. Maar dien strijd onder de
"(oppervlakte ziet men niet. Bij menschen
trouwens ook' niet. Op verschillende plaat
sen Iaat 'de bevolking takkebossen, be
zwaard met steenen, in het meer neer.
De visch schuilt gaarne tusschen de tak-
TWEEDE BLAD.
Wat de bladen zeggen.
Gezond sentiment.
Sentiment in de politiek, zegt de
R 011 e r d. kan niet geheel ontbreken.
In de sociale politiek' vooral niet.
Toch kan deernis mej, het lot 'der
zwakken soms leiden tot het aanvaar
den van regelingen, die principieel
moeilijk kunnen worden aanvaard.
Bekend is het pijnlijke conflict,
waarvoor de antirevolutionairen zich
geplaatst zagen, toen in het eerste ont
werp Ongevallenwet Minister Lely
zonder eenige tegemoetkoming het mo
nopolie van de Rijksverzekeringsbank
doordreef.
Dr. Kuyper le'gde toen 13 Dec. 1899
voor het begin der stemming deze
merkwaardige verklaring af: „Rede
nen waarom wij, ons voorbehoudende
later elke poging tot decentraliseerïng
van de Ongevallenwet te steunen, vrij
heid vinden voor dit ontwerp te stem
men. Vooral nu niet wij zeiven, maar
verminkten, weduwen en weezen, bij
verwerping der voordracht, het. gelag
zouden betalen, achten wij het volgen
van 'deze gedragslijn èn geoorloofd èn
raadzaam."
Uit deernis met de ellendigen werd
berust in dè afkeurenswaardige rege
ling.
Voor korten tijd beleefden wij in de
verzekeringsmaterie eenzelfde geval.
Het droeve wachten op de invoering
'der Ziekteverzekering met het lugu
bere tusschenspel Posthuma-Kupers,
deed onderscheidenen in een despera
dostemming geraken, die de geesten
bereid maakte om alles te aanvaar
den, ipdien maar de essuventle haar
beslag kreeg.
Op de samenkomst onzer Christe
lijke vakorganisaties kwam 'die stem
ming duidelijk tot openbaring.
Zoowel de inleiding van den heer
Smeenk als het daarop volgend debat
vormde éen aaneenrijging van ge
gronde klachten tegen de ontworpen
regeling
En toch', het wachten moede, men
wilde Minister Aalberse's voorslag
aanvaarden, om de zaak haar beslag
te doen krijgen.
Niettemin kreeg de zaak nog niet
haar beslag.
In zekeren zin, gelukkig.
AA7ant nu een' nieuw bewindsman,
niet gebonden aan lastige anteceden
ten, verscli tegenover deze materie
staat, mag met meer recht dan ooit te
voren de eisch worden gesteld, dat
teruggegrepen zal worden naar het
oude ideaal, hetwelk al meer in de
rechterzijde als de eenig mogelijke op
lossing wordt gezien: de wet-Talma
met meerdere erkenning van de bijzon
dere kassen.
Onverwijlde verwezenlijking van liet
oude ideaal dat. is thans het gezon
de sentiment in deze aangelegenheid.
De Belasting-invordering.
De „Haagsche Post" pleit voor een
wijziging van artikel één van onze be
daagde wet op de invordering, luiden
de: „De invordering der directe belas
tingen geschiedt krachtens de kohie
ren.
De publieke opinie (en dat is een
dame, idie soms zeer oppervlakkig oor
deelt) meent nu, dat er alleen belas
tingplicht is als men op het kohier
staat. Zoo is het toch niet. Eigenlijk is
men belastingplichtig (of men moest
het zijn) omdat men een zeker inko
men heeft of een zeker huis bewoont.
Dus van 1 Januari tot 1 Januari. Men
moest ook het heele jaar door belas
ting kunnen betalen. Doordat men dat
niet kan, gaat alvast jaarlijks min
stens anderhalf millioen rente verlo
ren, en nog wel evenveel aan „onin
bare posten."
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
37)
„Hoe ziet zij er uit?" vroeg de be
drijvige meesteres van het huis aan
het dienstmeisje, dat haar kwam raad
plegen.
„Een dame, jong en mooi, maar het
3chijnt dat ze erg ziek is geweest" was
het antwoord.
,,'Wij kunnen wel plaats maken. Num
mer een en twintig en de zitkamer er
naast. Ik zal het wel schikken" zei de
directrice.
Maar de dame schrok hevig, toen zij
het nummer van haar kamer hoorde.
„Eenentwintig" zei zij. „Heeft u geen
andere kamer?"
„Neen, mevrouw. Ons huis is zoo
vol, dat we zelfs alleen met moeite de
ze kamer hebben kunnen vrij maken"
zei de bediende, vol verbazing, dat de
dame iets tegen deze rustige, aardige,
kamers had; zonder het flauwste idee
waarom „eenentwintig" zulk een vree-
helijken klank had in de ooren van de
vreemdelinge.
„Wat zult u gebruiken, mevrouw?"
was de volgende vraag". „Ons huis is
beroemd om zijn koffie.'
Weer ging er een vreeselijke huive
ring door de vreemdelinge. Wanneer
zou zij in staat zijn dat woord te hoo-
Is het dan zoo te regelen, dat men
kan betalen vóór men het aanslagbil
jet heeft? Zeker kan dat. Zelfs is er
al een bescheiden eerste stap naar
dien veel juisteren toestand gedaan
door de voorloopige aanslagen voor
inkomsten-belasting Die komen ech
ter alleen voor inkomens boven f 1500.
Maar voor een werkelijk goede rege
ling „in grooten stijl" is meer noodig.
Vooreerst moet men het belasting
jaar der inkomstenbelasting, evenals
dat van de personeele- en grondbelas
ting op 1 Januari laten ingaan. Daar
tegen is geen bezwaar Vervolgens moet
ieder burger van Januari af zijn „ko
hier artikel" zijn nummer op de re
kening met den staat hebben. Men
voelt wel: als men in Februari
wenscht te betalen, moet de ontvan
ger de betaling ordelijk kunnen boe
ken. Ook hiertegen is geen bezwaar.
En dan moet de burger weten hoeveel
hij zai te betalen hebben, hetzij geheel,
het/ij alvast een deel, 'tot de definitie
ve aanslag bekend is. Dat kan ook,
meen en wij hier op het kantoor.
Er zou veel gewonnen zijn als er op
deze wijze meer regelmaat in de Staats
machine kwam. De Staat zou eerder
zijn geld krijgen. Niets zou hem trou
wens beletten, een korting voor con
tante betaling te geven. Men zou eens
zien hoe dat hielp Alle winkeliers we
ten dit reeds goed. Onze kommies Hup
kes zou maar eenmaal naar Jan Jan
sen behoeven te wandelen.
De inspecteur, die Jan Jansen in de
inkomstenbelasting moet aanslaan,
zou alle gegevens bij elkaar hebben.
„Kijk" zou hij zeggen, „die Jan Jansen
heeft een motorfiets en hij bewoont
een huis van f400 huurwaarde. Dat
kan hij toch moeilijk doen met dat in
komen van f 1800, dat hij aangeeft. We
zullen hem eens oproepen." En wij op
bet kantoor? We zouden regelmatiger
vervolgen en voor alle belastingen te
gelijk. Wat den deurwaarder en ons
tijd zou besparen en Jan Jansen ver-
volgingskosten. Dat zou alles bezuini
ging zijn van de goede soort en dienie
mand leed behoeft te doen.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Amsterdam, C. Ko
ningsberger te Blokzijl. Te Steenwijk, D.
M. Blankhart, te Nijver dal.
B edank't: A'oor Ransdorp-Schelling-
wou de, W. Reus te .AVestk'apelle. Voor
Vreeswijk, J. F. Rofh te Almk'erk'.
Aangenomen: Naar Reilzum, AV.
J. de Wilde te Koudum. Naar Scherpe-
nisse, D. Los, te Mijnsheerensland.
GEREF. KERKEN.
Twee tal; Te St. Laurens, A. Koning
cand. te Nieuvverbrug a'. d. Rijn en J.
Maaskant, cand. te Rijsoórd.
Te Groningen, G. O. Donner te Em-
men en J. G. Feenstra te Scheveningen.
Beroepen: Te Zalk en Arecaten, A.
cle Koning te Nieuwerbrug a. d. Rijn. Te
AVerkëndam, J. v. d. Spek, cand. te Spij
k'ernisse.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Broek op Langendijk'
A. Zwiep te Iiillegom.
GEREF. GEMEENTEN.
Twee tal: Te Borssele, H. Kieviet te
Veenendaal en A. A^erhagen te Middel
'burg.
Beroepen: Te Paterson en te Kala
mazoo (New. Jersey, Noord- Amerika)
M. Hofman te Krabbendijk'e.
Bedankt: A7oor Aagtek'erk'e, M. Hof-
map te Rrabbendijke.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Het afscheid van Ds. J. G. R. Lang'-
hout van de Ned. Herv. G'em. te Mij
drecht is bepaald op 27 Sept. a.s., waarna
Z. Eerw. op 4 Oct. d.a.v. intrede hoopt te
doen te Lienden, na bevestigd te zijn door
Ds. G. van der Zee van Hagestein.
Na doior Ds. A. W. M. Odé, van
Haagvliet met een predicatie ojver 1 Thes.
5:241 e zijn bevestigd, heeft Zondag Ds.
J. Hengevelcl, gekomen uit Schipluiden,
intrede gedaan bij de Ned. Herv. Gem.
ren, zon'der dat het zulk een reeks van
verschrikkelijke herinneringen bij
haar opriep.
„Neen" antwoordde zij, „ik zal wat
thee gebruiken."
Toen de thee was binnengebracht cn
zij die had gebruikt, voelde zij zich
wat verfrischt; al de behoeften van
haar lichaam had zij vergeten in don
nood van haar ziel. Zij vroeg urn
nieuwsbladen, waarin zij hoopte be
richten te vinden over het vertrek van
de booten naar New-York. Zij dacht
er niet aan, dat zij iets zou vinden met
betrekking op haar eigen vonnis; dat
was voorbij. Hester Blair bestond niet
meer; maar de couranten waren er
vol van. De „Times" hacl een hoofd
artikel over het onderwerp en besprak
de vraag, of het verstandig was zulk
een vonnis te vellen. Een van de Lon-
densche bladen behelsde haar levens
geschiedenis, die nauwelijks op waar
heid berustte; de Liverpoolsche cou
rant bevatte een beschrijving van haar
zaak en de strekking van het artikel
was geheel tegen haar. Zij las het mot
een wanhopig hart, maar toch, wat
kwam het er op aan? Hester B'air
bestond niet meer. Haar hart was ziek
van ellende en moeheid.
„Het schijnt" zei zij bij zichzelf, bit
ter gestemd, „dat Dudley Ross gelijk
had, toen hij zei dat de naam van Hes
ter Blair wijd en zijd bekend i?. Hij
had er wel bij mogen voegen, dat hij
eveneens algemeen gehaat is."
Plet was voor het eerste sedert hare
terechtzitting, dat zij alleen was en
alles kwam haar weer voor den geest
als in een droom. De vier muren van
haar kleine zitkamer schenen te wij
ken en zij was nog eens in de overvol
le rechtzaal; zij hoorde weer de zware
stem van den rechter en de scherpe,
koude stem van Sir Burton Cairnes.
Weer hoorde zij die welsprekende ver
dediging, die nooit te vergeten was en
de conclusie van 'den rechter, die het
voor de jury zoo moeilijk maakte uit
te vinden of zij schuldig was of on
schuldig.
AA^at was zij dicht bij den rand van
het graf geweest! Hoe zou haar hart
hebben stilgestaan, als de twaalf jury
mannen langzaam de zaal waren bin
nengekomen. Als de voorzitter dan ge
zegd had: „Schuldig."
„Ik weet het niet' zei zij stil bij zich
zelf, „maar ik zou bijna even graag
gestorven zijn, als het maar niet £plk
een vreeselijke dood was geweest. En
ik ben nog zoo jong."
Het was een vreemd uur voor haar.
Zij wist niet van de ziekte, die boven
haar hoofd hing van het vuur, dat
reeds in haar brein begon te branden.
Zij kwam af en toe met een diepe zucht
tot zichzelf en dat wonderlijk gevoel,
als of zij niet zichzelf was, maar ie
mand anders, wier lot zij met belang
stelling volgde, overviel haar weer.
De letters schenen te dansen voor
haar oogen de plaatjes der Liver
pool sche courant van de stoombooten,
die zouden uitvaren schenen plotse
ling te leven.
„Mijn verdriet heeft mij krankzinnig
gemaakt" zei zij bij zichzelf.
Toén probeerde zij kalm een stoom
boot uit te zoeken, die binnenkort zou
vertrekken. Zij kon niet meer lezen
en begrijpen. „Ik moet maar wachten
tot morgen" dacht zij. Zij sliep zwaar
dien nacht, steeds droomende dat zij
weer terug was in de overvolle zaal
en wachtte op haar vonnis.
Zij wercl des morgens na dien zwa-
ren slaap onverfrischt wakker, maar
de helderheid van haar geest was
voor een deel teruggekeerd. Zij zag,
toen zij de courant naging, dat ejn
stoomboot, genaamd „The City of
Pearl" op den eersten Juli naar New-
York vertrok. Dien datum kwam haar
goed uit en zij vond den naam van de
boot aardig. Zij zou bijna drie dagen
hebben waarin zij haar uitzet kon koo-
pen en alles in gereedheid kon bren
gen voor de reis.
Dien dag ging zij naar het bureau en
kocht haar kaartje eerste klas, want
de gedachte met iemand anders een
hut te moeten deelen was haar ondra
gelijk. „Mejuffrouw Malcolm, leerare?
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 9 September 1925
Met groote belangstelling volg ik H.
M. onze Koningin op baar zegetocht
door Friesland.
Do Friezen komen niet zoo gauw
uit de plooi. Ze zijn van nature wat
stijf en harkerig. Zij geven zith niet
zoo gemakkelijk en lijken weieens wat
koud.
Maar ze zijn 't daarom niet.
Liefde en trouw zij'n deugden die
men bij de Friezen niet tevergeefs
zoekt.
En als ze Oranje zien, dan komen
ze los. Want ze hebben Oranje lief en
ons Oranjehuis kent geen trouwer on
derdanen.
Wat een geestdrift! Uren en uren
fiest en loopt en rijdt men in een stroo
menden regen om toch maar even het
Vorstelijk gezin te zien en om mee te
kunnen aanheffen die bekende ontroe
rende klanken van 'toude AVilhelmus.
Gelukkig ons volk, met z'n Vorstin,
die graag op een boerenkar plaati
neemt om een geisoleerd stukje Ne
derland te bezoeken.
Maar gelukkig ook de Vorstin, die
eenige dagen mag toeven temidden
van liefhebbende onderdanen voor wie
't: trouw tot in den dood, geen ijdele
klank is.
OBSERVATOR.
ken. Met vergif, dat tusschen d?ze tak
ken wordt aangebracht, bedwelmt men nu
de visch, waarna men zét gemakkelijk kan
vangen.
Op Pendolo troffen we een merkwaar
dig staaltje van de vindingrijkheid der
vrouw aan. Er is ter plaatse heel weinig
te krijgen en alles mo2t worden aange
voerd, wat lastig is en kostbaar. De vrou
wen bedenken dus allerlei listigheidjes
om het leven er zoo dragelijk mogelijk te
maken.
Ot.der meer had mevrouw Kruyt kren
tenbrood leeren bakken zonder krenten.
Zr-jiiiz als hazenpeper zonder haas. Het
was heel smakelijk en het uiterlijk was
cok! d"at van krentenbrood of liever'van
Tozijnenbrood.
Ik vroeg, hoe mevrouw aan die „sun-
maid" rozijnen kwam, waarop ze ant-
woordde, dat ze die zelf had in haar tuin.
Mijn verbazing was niet zoo heel erg
groot, want te Larantoeka had :k bij de
zusters druiven gegeten. Maar ik stond
toch wel stom verbaasd, toen mevr. Kr.
mededeelde, dat die zwarte stukjes in
het brood pisangs waren.
Dus geen lcrentebrood, maar pisang-
brood hadden we gegeten... en 't niet
gemerkt. Toevoeging van een organisch
zuur (citroenzuur b.v.) 7 u wellicht de
overeenkomst nog frappLïter maken.
Aan een def huizen in de buurt v-2n
Pendolo, in 't midden an dpn voorgevel
zagen we een paar trossen pisangs han
gen. Dr. Kruyt deelde .ons mede, dat daar
pas een bruiloft ,vas g.jvierd. JJe prbang
is het symbool der zoetheid en Je.* vrucht
baarheid.
De zending in Poso heeft, door zich'
op menschkundige wijze aan te rassen
aan de toestanden onder cle Foradj.ns.
succes verkregen. Een duidelijke ïiimtra-
tie hiervan leverde een godsdienstige bij
eenkomst 's Zondags in liet schoolge
bouw op. Een moeder zat er met haar
zuigeling op een der voorste banken.
Baby deed zich te goed aan da borst
en moeder luisterde naar de preek. Af
en toe liet baby de borst los, om met
vragende kraaloogjes de vele omstanders
op te nemen. AA*"as baby bevredigd, dan
begon ze weer da borst te zoeken. Moeder
hielp dan. Toen de gemeente eindelijk
staande het „Onze Vader" aanhoorde,
werd baby recht op de bank gezet en door
liefkoczingen stil gehouden, 't Was een
mooi beeld van kinderlijk vertrouwen van
,kind in moeder, en moeder in voorgan
ger.
Dr. Kruyt is leider van de kweekschool
met 31 interne leerlingen. De school is
eenvoudig, passend voor de omgeving.
De scholieren maken en wasschen hun
eigen kleeren en doen het huiselijk werk
voor de inrichting. Ieder heeft een houten
krib met klamboe (^die niet stuk was) en
een kastje voor zijn bezittingen.
in muziek." Zij bleef nog enkele oogen-
blikken op het bureau en vroeg naai
den waarschijnlijken duur van de reis,
en ging toen naar het postkantoor om
een brief aan Mr. Ross te schrijven.
„Ik heb mijn reisbiljet genomen",
schreef zij, „en wij varen uit op den
eersten Juli. De stoomboot is zeer
goed ingericht en heet „The City of
Pearl". En toen Dudley Ross dien
brief had gelezen, voelde hij, dat dit
het laatste was, dat hij van Hester
Blair zou hooren.
Zij deed verscheiden inkoopen en
liet die één voor één naar haar hotel
zenden. Een groote koffer, geadres
seerd aan mejuffrouw Annie Malcolm
passagier voor New-York per stoom
boot „The City of Pearl" werd regel
recht naar de boot gezonden, de rest
stuurde zij naar haar adres in het
hotel.
Op den laatsten dag van Juni ree.1
zij naar de boot om te zien of er niets
was vergeten. De stoomboot zou den
volgenden morgen vroeg vertrekken
en als zij iets had vergeten moest het
vandaag nog in orde worden gebracht.
Zij had niets gezegd tegen de men
schen in het hotel waar zij heen ging;
zij was van plan op den morgen van
den eersten Juli een rijtuig te nemt'i
van het hotel naar de aanlegplaats
van de boot
- .GYordt vervolgd