'NIEUWE LETDSCHE"COURANT VAN DINSDAG 8 SEPTEMBER 192S'
TWEEDE BLAD.
Wat de bladen zeggen.
Gedeputeerden-verkiezing.
De Nederl. voegt aan een geluk-
wensch tot de nieuw gekozen Gedepu
teerden de volgende opmerkingen toe:
Dit gezegd hebbende, mogen wij niet
verzwijgen, dat ons juist lijkt de mee
ning van die leden der Prov. Staten,
die in de plaats van den heer Rutgers
niet den heer Heukels maar den
heer Schaper hadden willen kiezen.
De Staten van Zuid-Holland tellen
82 leden, van welke 16 Roomsch, 16 A.
R., 12 Chr. H., 20 S.D.A.P., 8 Vrijheids
bond en 3 V.D.
Een college van Gedeputeerden, sa
mengesteld door 2 Roomschen, 1 A.R.
1 Chr. H., 1 V.B. enll S.D.A.P. ware
zeker te verdedigen. Het uitsluiten van
de S.D.A.P. en het verkiezen van 2 A.
R. lijkt ons noch logisGh, noch ver-
1 standig.
I Er zijn bezwaren tegen het verkiezen
van een sociaal-democraat in een be-
j stuurs-college. De revolutionaire draad
I die door hunne politiek loopt, zou, on
der bepaalde omstandigheden, ten ge
vaar kunnen worden. Dit is niet te
ontkennen.
Maar juist, waar-het hier geldt een
Jiestuurs-college, een college ook be
last met rechtspraak in tallooze ge
schillen, waarhij persoonlijke en gc-
zinsbelangen van vele burgers zijn.be
trokken daar zouden o.i. ernstiger
feiten moeten bestaan, dan. than3 kun
nen worden aangevoerd, om een partij,
die 25 pet. der Statenzetels bezet, van
dit bestuurscollege uit te sluiten
Uitsluiting van zoo talrijke groep uit
een college, dat rechtspreekt over be-
langen, waarin ook deze groep daelt,
geeft een gevoel van? rechteloosheid en
onderdrukking, dat verbittering wekt
terwijl erkenning en gelijkstelling
'jfuist tot bevrediging en vertrouwen
zouden lelden. Wij achten de thans ge
volgde -gedragslijn niet de juiste.
Toch. dezeilfden?
De sociaal-democratische fractie in
de Staten van Zuid-Holland is zeer in
haar wiek geschoten, omdat niet een
uit haar midden tot Gedeputeerde ge
mzen werd. Die er het naast bij be
trokken was, gaf lucht aan zijn onte
vredenheid op een wijze, die achteraf
i tot rechtvaardiging van dit yoorbij-
i gaan zou kunnen strekken.
Wij wgllen, zegt de Standaard,
over de zaak zelf niet spreken. Alleen
wijzen op de bedreiging, die geuit werd
Hoe men ook, over da stemming moge
dienken, zij is en blijft een volkomen
^wettige daad. De meerderheid van
i stemmen beslist nu eenmaal en inzon
derheid de „democratie" behoorde dit
feit te eerbiedigen, ook al zou zij den
..uitslag willen betreuren.
Wat gebeurde echter? De „democra-
>tte" vergat zich in haar teleurstelling
dermate, dat zij tot, het beleedigen van
de meerderheid de toevlucht nam. Ja,
men kwam zelfs tot het dreigement,
«dat men vooöaan ^wat pootiger" zou
optaeden.
DSt geschieddev.viak, na het wonder-
thjk protest, dat na dealgemeene ver-
fkiezmgen kwam» omdat de uitslag nu
jeemmaal nfet-saar dten zm dezer de-
hot beide gevallen een-toonen van de
(Vtóat, aès, -wo&omen in den weg van
da vrije tóoesfemng van het stem
recht, de uitslag niet zoo wordt, als
meti dien begeert.
j De verzekering, ttai de Sociaal-De-
Eaten wel revolutionairen zijn,
r geen swxstaJkters van geweld,
dit-a^es we4J wat vreemd aan.
I' Het nog- steeds op het bekende
Wd^ zet±eii><)nzEïi wiL-choca", liefst in vre-
maar als -het moet, dan slaan wij
er op los.
8Hf öocBett-tfe1 bcwdschap van ai die
vredelievendheid gaarne. Maar men
behoordewel wat beter zijn best
doen, dat het geloof ons niet ontbreekt
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Drietal: Te Amsterdam, (vac. Ds
Wiersma) B. Gijzel te Ijlst, J. £ïauta te
Katwijk aan Zee, en j. Stehouwer te
Weesp.
Te Joure, C. D. Israël Jr. te Koudekerk'
a. d. Rijn; Tj. Jonker te IBiezelinge
L. Moölhuizen te Minnertsga.
Aangenomen: Naar Hattem (2de
ipred.-pl., toez.) G. J. Koldewijn te Zetten-
Andelst.
Bedankt: Voor .Waarder (toez.) ,G.
Alers te Nieuw-Lekk'erland.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Werkendam, E. A.
.Groenewegen te 'Halfweg en J. van der
Spek te Spijkernisse.
Beroepen: Te De Lier, W. Moene
te Oostburg.
Aangenomen: Naar Zweeloo, G.
Ubbink, canid. te Dieren.
Bedankt: Voior Zegwaard en Velser-
oord, Herm. Knoop, te Kpoten (Fr.).
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te Den Haag, S. van der
'Molen te Zierikzee en <G. Salomons te
Amersfoprt.
Beroepen: Te Leerdam, J. B. G.
Croes te Bussum.
Bedankt: Voor Haarlem (2de pred.
plaats) Wl Vojs" te Dokkum.
GEREF. GEMEENTEN.
B e r oi-e pen: Te Nieuw- Beyerland, G.
-rH. Kfersten te Ierseke.
EVANG. LUTH. KERK.
B.edanlc't: Voor Wildervank'Veesn-
(dam (totez.), S. R. Hermanides, Nederl.
Herv. pred. te Valkenburg ad. Rijn.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Na dopr Ds. G. Meyer, van Marum,
ttnet een predicatie over Jer. 1:7 te zijn
(bevestigd, heeft Zondag Ds. J. Meyer,
gekomen van Fijnaart, intrede gedaan bij
de Geref. Kerld van Hoogeveen.
Ds. Meyer hadi tot tekst vojor zijn in-
tlreepredicatie geko'zeai Lucas '6: 1216.
Na db predicatie volgden verschillen
de toespraken, .waarna de gemeente, die
vooral in den avonddienst in grooten. ge
tale was opgekomen, den nieuwen pre
dikant Ps. 121:4 toezong.
Ds. A. M. v. d. Berg heeft Zondag
avond met een leerrede over Hab'. 3:2b
afscheid genomen van de .Geref. Kerld
van Nieuwerkerk a'. dl. IJssel.
Ds. v. 'dl. Berg werd, nadat hij zich
na de predicatie persoonlijk tot de ver
tegenwoordigers der burgerlijke gemeente
■jkerk, school en classis had gewend, toe
gesproken namens den kerkeraad, de ge
meente, den 'classis en de genabuurde
Ik'erk'en, waarna de Gemeente het toe
zang Ps. 121:4.
Zondag 13 Sept. a.s. ho'opt cand.
J. O. «Houtzagers te De Bilt zijn
jjntrede te doen bij de Geref. Kerld van
iReeuwijk'Sluipwijk, na bevestigd1 te zijn
(dojor Ds. Jpih. Dam van Bodegraven.
Ds. P. Zandt.
Ds. P. Zandt, pred. der Ned. Herv.
^Gemeente te Delft, die de beno&ming
tot vaste voorganger der Herv. Evangeli
satie Ce Zwolle aanvankelijk had; aange
nomen, heeft thans aan het b'estuur er
van bericht, dat hij de benoeming niet
"aanneemt.
Ds. Zandt heeft tegen .15 Sept. a-s. eme
ritaat aangevraagd, en hoo'pt 13 Sept.
te Delft afscheid te nemen.
Ds. M. Schuurman.
Na! een ongesteldheid vain enkele maan.
den trad Ds M. Schuurman, Geref. pre
dikant van 's Gravenhage-West, Zondag
Weer voor zijn gemeente op met een-
predikatie over Psalm 116 Ü2, ï3_en 14.
De gemeente zong haar leeraar aan het
einde toe Psalm' 134:3*
Prof. Mr. W. Zevenbergen.
Het overlijden van Prof. Mr. .W. Ze-
Ivenbergen, aldus schrijft Prof. H. H.
Kuyper in de „Heraut", is voOr de ju
ridische faculteit wel een zeer zware slag,
want ze verliest ^daarmede een hooglee
raar, wiens naam op wetenschappelijk
gebied een uitnemenden klank1 had en
die op bijzondere wijtze de liefde zijner
studenten zich had weten te veroveren.
Onverwacht «kwam deze slag niet. Reeds
geruimen tijd wist men, dat Prof. Zeven
bergen lijdende was aan een ernstige
kwaal, die hem eerst dwong een tijd
lang jn het buitenland te vertoeven en
na zijn terugkeer zijn opneming in Eudo-
'kia noodzakelijk mankte. De stifle hoop,
dat hij, in de volle kracht van zijn leven
was, die ziekte nog zou te boven komen,
werd niet vervuld. Nog pas een en veertig
jaar oud, is hij van ons heengegaan
En wat dit sterven nog tragischer maakt,
is dat hij juist begonnen was de vruch
ten van zijn onderwijs en studiën uit
te. geven in handboeken over het Neder-
]andsche< strafrecht en over de Formeele
Encyfclcpaedie, der Rechtswetenschap,
waardoorgroote invloed op zijn denken
werd uitgeoefend, een invloed, die zich
zelf in zijn taal deed merken. Zoowel z'n
kfcsoertatie als de artikelen die hij in
rechtsgeleerde tijdschriften schreef, trok
ken ook buiten onzen kring de aandacht
en werden pan hun wetenschappelijk k'a-
■rakter zeergewaardeerd. En het was
(dan ook' geen .wonder, dat de Vrije Uni
versiteit in 1920 hem tot hoogleeraar in
de juridische faculteit benoemde, waar
hij het strafrecht, de Encyclopaedic en
de Rechtsphilosophie doceerde.
In het publieke leven trad Prof. Zeven
bergen weinig op den voorgrond de stud
eerkamer was zijn eigenlijk terrein en
met alle kracht wijdde hij zich aan de
studie zijner vakken. Hoe hij in de vijf
tal jaren dat hij hoogleeraar \yas, zich
Sn die vakken heeft ingewerkt, welk 'n
verbazende litteratuurkërmis hij bezat en
hoe hij alle vraagstukken do'ordacht had,
toonden de door hem uitgegeven hand
boeken. Dat de resultaten, waartoe hij
kwam, ons op meer dan een punt niet
zonder bedenking schenen, weten de le
zers van de „Heraut".
iZijn vpornemen om zijn standpunt inzake
de doodstraf en andere vraagstukken nog
nader toe te lichten, is door zijn ziekte
verhinderd geworden. Vöor zichzelf stond
hij in de overtuiging de Gereformeerde
beginselen van harte te zijn toegedaan,
pok al meende hij op enkele punten te
(moeten afwijken van hetgeen door Ge
reformeerde theologen en juristen tot dus
ver was geleerd.
Bij een pas gesloten graf zwijgt men
echter G^et liefst over geschilpunten en ge
denkt -aUleën met stillen weemoed hoeveel
Ikpstelijke gaven naar hoofd en hart 'in
(Prof. Zevenbergen pjns ontnomen- zijn. Het
aantal ,onzer hoogjeeraren is reeds zop
'klein. Npg pas verloren we, zij het al
niet door den dood, Prof. Buytendijk', die
een sieraad was der medische faculteit.
WOidt de juridische faculteit getroffen en
[krimpt het getal harer hoogleeraren tot
een tweetal in, haar lector niet meegerei-
k'end.
Moge de ledige plaats na niet te langen
tijd vervuld worden en vojor nieuwe ver
liezen ,onze Hojogeschool worden behoed.
Nederlandsch Bijbelgenootschap.
De jaarvergadering van het Ned. Bijbel
genootschap, die dit jaar later dan anders
gehouden Wojrdt, is thans uitgeschreven
tegen Dinsdag 29 Sept. a.s. te Amsterdam
in de Doopsgezinde Kerk.
De beschrijvingsbrief welke de afge
vaardigden der afdeelingen uit het geheele
land tezamen roept, maakt melding van
het reorganisatie-rappott, dat in ,behan-
fdeling genomen zal Wolfden, alsmede van
begroeting van den afgevaardigde uit Ce
lebes met verlof in den lande, Dr. H. v.
:d. Veen, uit Rante Pao-, benevens een
voordracht door dezen te houden over
zijn arbeid.
Bp sprekende ezel.
Naar aanleiding van wat in verband met
de kwestie Geelkerken over bovenstaand
•onderwerp geschreven .werd, wordt in de
„;N. Pr. Gr. Crt" herinnert aan wat wijlen
Ds. H. Hoekstra hieromtrent geschreven
heeft.
In zijnboekje, getiteld: „Bileam", staat
pva. het navolgende te lezen„En toen
ppende de Heere den mond der ezelin".
(Niemand zal toch verwachten, dat wij
dit wonder zallen gaan- verdedigen tegen
de schimpscheuten van het plompplatte
iongelojóf. Ze zijn ons het aanzien niet
jwaard. Als de ezelin 200' knap geweest
was, dan zouden we misschien moeite
[doen om het te verdedigen, maar nul
niet, nu.er staat: „De Heere opende de!n
mond der ezelin".
Dat was eenvoudig een werk van dien
•God, zonder wiens macht er ook uit de
slang in het Paradijs geen woorden kon
den voortkomen. Dit viel den Heere niet
moeilijker, dan dat we lezen in het eerste
vers van den Bijbel: „In den beginne
schiep God den hemel en de aarde".
En wie op dit wonder van dien ezel
zit te kauwen en het niet door de keel
kan krijgen, rnoclu wel eens beginnen
met te denken of hij het wonder begrijpen
kan, dat liij zelf spreken kanmocht wel
eens beginnen met te bedenken, wie den:-
mensch den mond heeft gemaakt.
Maar hebt ge wel eens opgemerkt de
•wijsheid Gods,, die.er uitkomt in de wopr
[den, welke uit den muil van dat beest
voortkwamen Zoek maar geen verstand
in de ezelin. Da.-beest bleef wat het was.
Maar bewonder de wijsheid Gods, die in
•die f/oorden uitkwam".
Beperkte opleiding.
In „De Chr. Onderwijzer" vraagt de
redacteur, J. G. v. D.(itmarsch), om be
perking van het aantal kweekelingen. Hij
schrijft
„Volgens matige berekening zullen in
1930 voor ruuim 30.000 onderwijzersplaat
sen een 50.000 personal beschikbaar zijn,"
terwijl opheffing van het zevende leerjaar
en de groot ere klassen al weer liet getal
van onderwijzersbetrekkingen tot oen 25
[duizend in ons land kunnen doen dalen.
Duizenden collega's (en pok 12-jarige
leerlingen) dus. „op de keien", terwijl
rijp en groen maar opgeleid wordt, om
straks dat groote surplus van gediplomeer
den alweer te vermeerderen.
Dat is een misstand, die reeds wijlen
joinze voorzitter Ipema heeft trachten weg
te nemen ,door te pleiten voor een gere
gelde jaarlijk'schen opneming van kwee
kelingen, zoöals b.v. in het diamantbe-
Nverkersbedrijf pbk zijn getal leerlingen
ieder jaar vaststelt. Men hoeft daar na
tuurlijk niet te angstvallig mee te zijn,
een weinig „verschot" blijft voor onvoor
ziene omstandigheden gewenscht, maar de
„Overproductie" van leerkrachten is een
sociale belemmering vöo-r eon pnafhanke-
1 ijken ontderwijzersstand, welkë dpor Con
icurrentie en lage Iconen gedrukt Wordt,
terwijl bovendien de Staat handenvol gei$l
•wegsmijt aan diplomaverk'rijgenden, die
nooit het onderwijs zullen dienen.
Aan alle kanten dus verlies bij zulk
een ongelimiteerde opleiding voor onder-
(wijzers, waarom wij\ ten teerste bij den
nieuwen onderwijsbewindsman aandringen
pp wegneming van dit euvel, om te komen
tot een wfettige beperking van het kwee
kelingen ge lal, waarbij het laissez faire,
laissez aller, het laat maar waaien" sy
steem, op het gebied der opleiding voor
Kinderwijzers vojor goed uit is".
De Heilige Landstichting te Nipnegen.
In het „Alg. W-bld. v. Christendom -pn
Cultuur" schrijft Favonius een artikel over
de Heilige Land-stichting te Nijmegen,
[waarin hij het „heele gedoC' een niet
mooie, weinig schoon e, en in. zekeren zin
zeer onaantrekkelijke propaganda 4 acht
acht voor het Roomsch Katholicisme.
Prof. Dr. Th.-Obbink die, gelijk,ba
(kend, zelf Palestina bezocht vp.egt
aan dit vernietigend oordeel het.zijme toe:
„Dezen zomer doen ik', ppjtó op,.de-; Hei
lige Landstichting., geweest. Ookheb' i ik
het Heilige Land ..zelf gezien. En ik ben
niet alleen ontnuchterd, maar p>k geër
gerd over het .boerenbedrog, dat daar bij
Nijmegen wordt gepleegd. Er is zelfs
niet getracht - om -het Heilige Land na
te bootsen. ^Het lijkit*er eenvoudig niets -
op. Al .was dOj imitatie npg zop zwak, als
er maar een ppging* tolt imitaties whs. Geen!
sprake van .De duizenden, die zich' daar
als schapen laten rondleiden in de naïve
meening, dat de ook maar een zweem van
schijn van schaduw van een -Snrirukrkfijgen
van het Heüige Band, worden wel heel
erg bij den neus.genomen. Golgotha, de
Cenakelkerk, het heilige, graf, [die „berg"
der hemelvaart, de „vallei" ÏCedron, oiok
de afstanden en verhoudingen, kortom al
les is glaid mis. Als men dat vopr een,
zij1 et nog. zoo zwakke imitatie van het
'Heilige Land uitgeeft, dan is dat volko
men onkunde of iets anders".
Op heele en halve noten.
Vorige week is,te Utrecht in een nieu-
W'e G'èref. Kerk het orgel in gebruik' ge
nomen, waarbij de-aanwezigen de psal
men zongen pp heele en halve noten,
naar de bewerking van Dr. J. O. de Moor.
Het is, merkt Ds. Schilder in „De
Bazuin" pp, nog wiel geen godsdienst
.oefening, maar het-is dan tp'ch een sa
menkomst der gemeente, en als wje pjns
.niet vergissen, dan is het eerste voor
beeld van de aanwending van'deze zang
methode der vaderen in een openbare
samen k'ojmst der gemeente uiit' den laatsten
tijd na'? de bepleiting ervan, in onzen
kring hier gegeven. Wij hopen dat de
proef zal voldaan hebben. En dat hier
een begin zal zijn gemaakt van de ver
betering van den gemeentezangeen maat
regel, waarnaar .velen met verlangen:: uit
zien ,"p maardie vel vat voeten
aarde"..-zop^l niet Hebben, daa^töchyséei
ïknj^eh.zaï.'
HET GEBRUIK VAN GENOTMID
DELEN. :vu-h
I11 het H d b 1. werd cm langs de-vraag
behandeld' of een mensch werkelijk
behoefte heeft aan genotmiddelen-als
koffie, thee enz. waarhij om het voe
gende werd opgemerkt:
Zonder eenigen twijfel-is het veriaa
gen der menschen naar opwekkende,
stimuleerende middelen zeer algesneea
verspreid. Niet alleen bij beschaafde
volken, ook allerlei onbeschaafde ras
sen hebben de - stimuleeren de werking
der coffeine ontdekt. Onze aarde is
rijk aan allerlei eetbare planten; inde
verschillende landstreken wcrdamzeen
verschillende plantensoorten- als voed
sel r gebruikt.
Maar planten, die de\chemische stoft
coffeïne bevatten, zijn Ier maar wei
nige op aarde; hoe menook gezocht
heeft, men heeft er-maar teen v ijltaf
gevonden. En juist-deze wanen aan do
inboorlingen van de landen, waar ie
inheemsoli voorkomen bekend als plant
ten, waaruit opwekkende dranken of1
spijzen konden worden vervaardigd.
Al deze vijf planten zijn aartodithoon.'
gevonden; ze behooren tot geheel ver
schillende families en men moet-wéi'
aannemen dat de inwoners dier land
den systematisch allerlei pianbrnaf-
treksel geprobeerd.J^bben,tot- ze op
deze voor hen zoo kostbaare^plaKt w&i
ren gekomen. J'
Welke zijn die planten?
Coffeïne komt in belangrijke (hoeveel
beden voor in de boonen van «de Cot-
fea Arabica; deze boonen zijn te? ver<
gelijken met de pitten van perzik
pruim; bet vruchtvteesch. van .-de?kof
fieboon wordt voor «de bereidingNjdW
koffie niet, gebruikt.
Een tweede co££eïnehdudendn;ipfant'
is de ,Thea Sinensis, uit weffier bia^p-
ren de thee wordt getrokken. h
Een andere plant, walker btóderea
coffeine bevatten, is de Heve paxagn^"/
ensis; de uit deze hiaderen getrokkm.'
drank, de Mate, dient den heteroDC*»
van Paraguay tot opwekkend midd^i.
Dan komt in Afrika defheda acmniB-;,
-nata .voor, welker vademde (kola. leve-t
•ren der Afrikanegers, een uiterst öeP'
langrijk genotmiddel voor hen,
het hen in staat steltvlri} tte tropfeaS)»'
temperatuur zeer groote tocütwt' te on»
-tiernezuen i\
Eindelijkkomt .tte cotteiue voor -alt'
werkzaam bestaackieei van dB Goa-
ranapasta, een soort chocolade, die aès
genotmiddel door de bewoners van";
Brazilië op hoogen prijs wordt gesteètii
en vervaardigd wordt uit detzadem«ait
de in Brazilië groeiende Pauiluim {or-
bilis. dt
Wat is nu coiietne2 i
Coffeïne is een orgaaiscSe
ding, een zoogenaamde purine, tko-
vaat, dat men ook synttretiseh hee^t
kunnen bereiden.
Het geeft heel medcwaaBdige ver-'
schijnselen, ais men het Mj een warm
bloedig dier inbrengt. Deze zelfde ver-!
schijnselen doen zich vOor, indien een
mensch koffie, thee, guaranapasta,.ko-.
la of mate nuttigt. Vandaar dat tiet1
wensch'eiijk is allereerst de wei
van de coffeïne op tiet dierlijk en.
schelijk lictiaam na te gaan.
Na dan een en ander omtrent üe
opwekkende werking van coffeïne op
de skeletspieren, het hart, den btoeds-
omloop enz. te hebben nagegaan, ver- j
volgt de schrijver:
En nu de vraag: wat is een matig,
gebruik van koffie en thee? Geroos
terde koffie bevat 1—2 pet. coffeüne.
handelsthee 2l pet. coffeïne. VanïlO
gram thee zet men ongeveer tien kop
jes, van 10 gram koffie kan men onge
veer vijf kopjes schenken; het'- getal
FEUILLETON.
■rmtiiifti- -I. i-i.-
Het geheim van Colde Feil.
iss*
fiar?was--b^ri«öheete iioi, -dat over-
jStrocirHl was- -geweest met nieuwsgic-
jiageai, -weer teeg cc verladen. Ook de
menigte, die de straten had. gevuld,
lihad zich veaspreid. De gewone kalmte
tea lust was- weergekeerd in 'Ardrossa?i
(De groote opwinding was voorbij en
ofschoon meai öog over niets anders
jepcak, kan menansa^al merken, dat de
beèangsteHlng in deze zaak spoedig
toon zijn uitgestorven
f Toen de schemering over de stad
teas neergedaald, reed er een rijtuig
in snelle vaart van het gerechtshof
baar het station. Daarbinnen zaten
een dame, wier bteek gelaat nauwe-
bps achter de dichte, zwarte voile te
onderscheiden was. en. een heer die er
bedroefd en afgemat uitzag. Niemand
herkende hen. Niemand vermoedde,
jdat het de heldin van de beruchte zaak
was, die zoo snel door de straten reed.
wU heeft een lange reis voor u" zei
Dudley Ross, toen zij stonden te wach
ten- op den trein, „u- zult vermoeid zijn
als n in Liverpool aankomt. U denkt
wsl aan de verschillende wijzigingen
Js^ujwtkaartje."
„Ik heb een gevoel" zei ze zacht,
„alsof nu ik u verlaat, mijn laatste
-hoop in het leven wegzinkt en ik mijn
laatsten vriend verlies."
Zij keek hem aan met oogen vol
"vtranen. „Ik wilde graag" zeide zij, „dat
u mij, vóór wij scheiden, beloofde, dat
u 'nooit aan iemand iets van mij zult
vertellen of zeggen waar ik ben. U zou
ckunnen zeggen, naar waarheid, dat
Hester Blair niet meer bestaat."
„Ik kan zeggen, dat ik niets weet
van Hester Blair, waar zij is, of wat
5dan ook" zei hij, „en dat zal geheel
naar waarheid zijn. Met Hes ter Blair
"hebben we voor goed afgerekend. Uw
geheim is volkomen veilig bij mij.
Daar is de trein! Vaarwel I en God zij
met u."
Hij hielp haar in den trein en ver
gat nooit de uitdrukking op haar ge
laat, toen hij haar vaarwel zei.
„Ik ga naar een land van duisternis
en koude" zei zij.
„Zult u niet vergeten te schrijven,
met welke stoomboot u zult afvaren?"
vroeg hij.
„Ik zal het niet vergeten" antwoord
de zij. „Hoe zou ik ook kunnen? Wie
anders zal zich er om bekommeren of
ik afvaar of dat het schip vergaat of
wat er mij anders overkomt? In de
toekomst mogen er misschien betere
dagen voor mij aanbreken, maar nu
bent u' de eenige schakel, die mij verr
bindt met de wereld der menschen.
Vaarwel!"
En die woorden weerklonken nog in
zijn oorèn, toen hij op het perron alleen
stond. Eenige minuten lang kon hij
zijn ontroering nauwelijks meester
worden; liij voelde zich duizelig en ont
daan. In de laatste weken was heel zijn
denken geconcentreerd geweest op de
ze geheimzinnige zaak. Hij had bij
dag noch nacht aan iets anders ge
dacht. Zijne belangstelling, zijn tijd,
zijn heele leven was gewijd aan dit
geval. En nu zij weg was en alles voor
bij was, had hij een gevoel van leegte,
alsof hij niet wist, wat nu aan te van
gen.
Hij had vele gevallen in behande
ling: de eenige zoon van een bekende
oude familie, die beschuldigd was van
het zetten van een valsche handteeke-
ning; een jong meisje, beschuldigd van
kindermoord; een jonge man, haast
nog een jongen, beschuldigd van het
bestelen van zijn patroon. Er wachtte
hem overvloed van werk. maar hij kon
zijn gedachten niet losmaken van de
tragedie bekend onder den lifai" van
het Geheim van Colde Feil 1 on
niet vergeten het jonge, en n C1-'-- "l3
je, wier leven in zoo groot 3ovi-r-
geweest en voor wie hij zoo met vollen
ijver had gestreden. Zij was uit zijn.
leven gegaan en een nieuw, eigen le
ven begonnen. Hij kon haar niet ver
geten, noch de droevige woorden over
haar eenzaamheid en verlatenheid,
die zij bij hun afscheid had gesproken.
„Zij is nog maar een kind" zuchtte
hij bij zichzelf en dien avond kon hij
aan niets anders denken dan aan het
meisje, aan wie hij den naam van An
nie Malcolm had gegeven.
„Zij heeft die misdaad nooit begaan"
zei hij bij zichzelf. „Ik geloof niet, dat
zij zich zou verdedigen, als iemand
haar aanviel, veel minder zou zij het
leven van een ander kunnen nemen
Op den dag nadat juffrouw Malcolm
Ardrossan had verlaten, reed kapitein
Douglas naar Colde Fell in de vaste
overtuiging, dat hij de meesteres c^.ar
zou aantreffen; de bedienden wisten
niets van haar, zij hadden gehoord,
dat de plaats zou worden geslotm.
Van haar konden zij niets zeggen, zij
hadden niets van haar gehoord.
Vandaar ging hij naar het kantoor
van Mr. Ross in Ardrossan, maar met
hetzelfde resultaat. Mr. Ross zei hein,
dat Hester Blair Ardrossan had ver
laten, kort na afloop van de terccht-
sriiting en dat hij niets meer van haar
iv1st.
Met dit antwoord, ofschoon vi^eese-
«lijk teleurgesteld, was hij genood
zaakt tevreden te zijn.
HOOFDSTUK XX.
„The City of Pearl'P
De Royal Arms was een van die'rus
tige, eenvoudige hotels, dat altijd aan
bevolen werd aan dames of kinderen;
een hotel waar alles goed was gere
geld, waar nooit eenige stoornis was.
Er kwamen nooit menschen, die veel
uit gingen en van amusementen hiel
den, maar zij, die rust zochten en een
kalme, vriendelijke omgeving, voelden,
zich tehuis. Op dezen prachtigenjuni
dag den achtentwintigsten \was
de Royal Arms bijna vol. Het had al
eenige moeite gekost om een faireiiie,
die juist uit het verre Canada was
aangekomen te kunnen opnemen.Woer
hield een rijtuig voor de deur stil en
een dame vroeg of zij voor drie dagen
kamers kon krijgen. H-:t was een ele
gante verschijning, gekleed in grijze
zijde met een lief gelaat, mooi zacht-
bruin haar, dat ki'ulde over het voor
hoofd en in kleine lokjes over de ,ooren
lag. Zij zag er ziek uit en vroeg om
rustige kamers- haar stem was zacht
en zwak, alsof zij veel had geleden. Zij
had geen bagage bij zich, maar zei, dat
het onderweg was.
(W.ordt vervolgd/