fnfUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1925
j> TWEEDE BLAD.
Uit onze Indiën.
I 1
Luchtvaart in Indië.
De correspondent van de Loc. te
Bandóeng schrijft over den jongsten
vliegtocht (van Bandoeng naar Soera-
haja), dat de deelnemers zeer veel last
I hebben gehad van remous, vooral bo-
ven ,Darmaradjo in het Soemedang-
I sche en bij den Tjerimai. Dat is te ver-
klaren uit het feit, dat bij het door
staan van den Oostenwind in deze
bergstreek als het ware tochtgaten
ontstaan door de bergtrechters heen
'De toestellen worden zwaar op en
neer geslingerd en waren de inzitten
den niet getraind op dergelijke onder
bindingen, er zouden „zeezieken" zijn
geteld!
Boven de laagvlakte had men van
een en ander geen lastj daar lagen de
vliegtuigen geheel vjak in de lucht.
Ook bij het terugkeeren werd de
route langs Semarang gemaakt, of
schoon men er niet zou dalen, want
in Soerabaja was de order geweest:
-niet stoppen voor Bandoeng. Zulks
houdt 'verband met, het feit, dat men
uit een oogpunt van veiligheid de
reeks van noodlandingsteirrieinen
langs de Noordkust dient te volgm.
Op de gevolgde route vindt men
echter gemiddeld om de K.M. een lan
dingsterrein. x
Het ligt in de bedoeling, deze reeks
in de naaste toekomst uit te breiden
tot Malang toe.
Verder is in studie het inrichten van
noodlandingsterreinen in de Solo-val
lei, waardoor men gaat bereiken dat
het traject Bandoeng-Soerabaja wel
direct te bevliegen is.
Wat het materiaal betreft, zoo kan
de Loc. melden, dat de De Havillands
langzamerhand zullen worden afge
schaft in verband met het feit, dat de
motor te zwak is. Geleidelijk worden
ze vervangen door apparaten met de
isterkere Napier-motoren, welke men
|ook aantreft in de „Fokkers", die al
;zoo lang worden vernacht. Het is on
begrijpelijk, dat men zoo lang wacht
imet de uitzending, van de „Koolho-
vens" trouwens ook, waar deze fabri
katen zulke enorme successen in het
buitenland hebben. Dan zijn ze toen
voor Indië zeker goed genoeg?
De luchtvaart-af deeling gaat be-,
staan uit drie escadrilles, waarvan er
twee uit de nieuwe toestellen worden
geformeerd, terwijl de derde voors
hands uit „De Havillands" blijft sa
mengesteld, welke apparaten in ge
bruik blijven, met de noodige reserves,
zoolang de motoren er van nog niet
hun maximale aantal vlieguren heb-
iben gehaald.
De luchtvaartafdeeling groeit lang
zamerhand flink uit en daarom doet
het vreemd aan, dat de commandant
er van slechts den rang van kapitein
heeft. Deze toxch heeft ni^; minder dan
32 cfiicieren onder zijn commando
Kapitein Hoeksema de Groot moet
'evenwel op zijn bevordering volgens
de ranglijst wachten, welke denkelijk
tegen het einde va.n dit jaar zal plaats
vinden. Tot het voorjaar van 1927
blijft hij dan doordienen dan is er
recht op buitenlandsch verlof aanwe
zig, waarvan gebruik zal worden ge
maakt ook, teneinde zich op de hoogte
I te stellen van de luchtvaart in het bui
jtenland.
Tenslotte vermeldt de Loc. dat de
[verhuizing Soeka MiskinAdir bin
nen de tien maanden wordt verwacht.
De verpondingsbelasting.
Door het bestuur van den Batavia-
schen bond van huiseigenaren is, naar
de Javabode mededeelt, in een uitvoe
rig request aan den Gouverneur Ge
neraal aangedrongen op verlaging van
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
31)
Er kwam een vreemd gevoel over haar
alsof al deze vreeselijke dingen, waar-
jnaar zij zat te luisteren, gezegd waren
van iemand anders en niet van haar;
dat zij daar zat, afgezonderd van de
anderen en er niets mee te maken had.
En het vreeselijkste van alles was,
dat, bezield door deze gedaclite, dat zij
zat te luisteren naar het proces van
een ander, zij in haar hart zich ge
drongen voelde die ander te veroor
delen en zij betrapte er zich op, dat
7/j telkens, wanneer een der getuigen
geëindigd had, bij zichzelf zei: „Zij
moet het hebben gedaan!" Dan, met
een schok van schrik en ontzetting,
werd zij zich plotseling bewust, dat
al wat zij hoorde van haarzelf werd
gezegd.
HOOFDSTUK XVII.
De uitspraak.
In heel de geschiedenis van de recht
bank van Ardrossan heeft men nooit
gehoord van een meer schitterende
verdediging dan Mr. Dudley Ross
voerde voor mevrouw Blair.
Het was een "meesterstuk van wel
sprekendheid, van weerlegging der
aangevoerde feiten, van afdoende ar
gumenten. Allen luisterden als betoo-
de door verschillende omstandigheden
veel te zware verpondingsbelasting.
Het verzoekschrift toont aan dat in
het bijzonder de verpondingswaarde,
welke eens in de vijf jaren wordt vast
gesteld, over het algemeen veel Iioo-
ger is dan de werkelijke waarde van
thans, met het gevolg, dat er zelfs
eigenaren zijn, die meer verpondings
belasting moeten betalen dan de to
tale huuropbrengst der betrokken per-
ceelen bedraagt.
Adressanten vragen een grondig om
vormen en wijziging van de verpon-
dings-ordonnantie om aan dezen
noodtoestand een einde te makoa.
Het request eindigt aldus:
„Zelfs de grootste bezwaren zullen
moeten wijken waar het betreft ver
andering te brengen in een belasting
ordonnantie, waarbij aan een zeer
groote groep onderdanen een belasting
wordt opgelegd, die volgens de bepa
lingen in het meest gunstige uitzon
deringsgeval bedraagt:
voor buiseigenaren 17.5 pet. van het
netto-inkomen.
voor kampongeigenaren 62.5 pet. van
het bruto-inkomen, terwijl bij een
voor Batavia en Mr. Cornelis gehou
den onderzoek gebleken is, dat deze
belasting in werkelijkheid gemiddeld
bedraagt:
voor huiseigenaren 30 pet. van hot
netto-inkomen;
voor kampongeigenaren 100 pet. van
het netto-inkomen."
Een nieuwe profeet.
„Meermalen, aldus de „Sum. Post"
heeft de Loc. berichten opgenomen
over den in het Koeningansche wonen
de nieuwbakken profeet, die zich Pan-
ger^n Alibasah noemt, in werkelijk
heid slechts Madrais heet, en eennieu
we leer propageert. Wij kunnen zeg
gen, een dienst van het Vuur, waarbij
geen geloof wordt gehecht aan God,
Engel en Profeet, behlaye dan aan den
profeet Madrais.
Uit een ter zake uit Cheribon afkom
stige correspondentie in de Sin Po
haalt het blad thans o.m. het volgen
de aan:
De leer van Madrais is in het kort
als volgt te beschrijven: In huis be
vindt zich een vuurhaard, waar het
vuur altijd brandende wordt gehou
den. Van 'dit vuur^nu moet Madrais
zoogenaamd ^zijn bovenaardsche beve
len ontvangen en tevens de kracht
putten voor de van hem gevraagde
djimats en geneesmiddelen. Deze leer
schrijft voor, dat de menschen alles
mogen eten, wat eetbaar is en waar
zij lust in hebben; dat de verhouding
tusschen mannen en vrouwen dcor
niets aan banden kan worden gelegd
en dat een huwelijk voor deze peng-
hoeloe onzin is; dat de Islam moet
beschouwd worden als een vreemde
godsdienst, hier overgebracht door
vreemde lieden; dat de overledenen
gekist moeten worden en gekleed in
het pak, hetwelk zij in het gewone da-
gelijksche leven plachten te dragi-n.
Beèe leer wordt genoemd de 'agama
Djawa Boeddha."
Het spreekt vanzelf dat ciezc leer
groote bestrijding vindt bij het Isla-
mietische deel der bevolking. Toch
schijnt het, dat dank zij de door fami
lieleden van Madrais en anderen ge
maakte propaganda, de leer zich al
verbreid heeft en aanhangers worded
aangetroffen te Krawang .Tjikainpek,
Garoet, Tjiamis en Tasikmeiaja."
Javaansche koelies naar Surinam®.
Vermeldend, dat dr. Greve van Deli
naar Java vertrok en dan als scheeps
dokter een transport koelies naar Su
riname zou vergezellen, schrijft de Su
matra Post: Uit' berichten van Java
blijkt, dat dit transport deel uitidaakt
van een totaal van niet minder dan
ongeveer 2000 Javanen, die als koelies
verd toe; zij zouden wel den ganschen
dag hebben willen luisteren. Hij sprak
vier uren lang en de aandacht van z'n
toehoorders faalde nimmer.
Hij behandelde de bezwaren, die te
gen haar waren ingebracht één voor
één en naar de -meening van velen
vernietigde hij ze geheel.
Het eerste punt waaraan men veel
waarde had gehecht hij de aanklacht,
was het ongelukkige samenleven van
man en vrouw Dit had men beschouwd
als de aanleiding tot de misdaad.
Hij bewees, dat deze aanleiding niet
bestond. Als de beklaagde zich Van
haar man had willen bevrijden, zelfs
ten koste van een groote misdaad, dan
zou zij dit reeds lang geleden hebben
gedaan; zij zou daarmee niet al die
jaren gewacht hebben. En toen vertel
de hij in roerende bewoordingen de
geschiedenis van het mooie kind, dat
zich opofferde ter wille van haar va
der. Hij vertelde, hoe zij den man, dien
zij later huwde, had gesmeekt haar'
vrij te laten, zelfs tegen zijn begeerte
in; hoe zij bad en smeekte en hem
waarschuwde en hoe zij zag, dat er
geen ander middel was om haarvader
te redden, zich ten slotte gewillig on
derwierp en opofferde.
Haar geschiedenis, zooals h]j die
vertelde maakte diepen' indruk. Men
begreep nu volkomen al de oneenig-
heid en de ellende, die uit het huwe
lijk voortkwamen.
naar West-Indië gaan, hetgeen als 'n
werkelijke bijzonderheid mag worden
beschouwd. Het is jaren geleden
zoo het ooit is voorgekomen dat 'n
zoo groote hoeveelheid Javaansche
koelies binnen korten tijd naar West-
Indië vertrekt.
Drie Oceaanstoomers zijn daarvoor
benoodigd, die met betrekkelijk gerin
ge* tusschenruimte hun bestemming
zullen volgen.
Waar dit aan te danken is, is niet
bekend. Ongeveer een half jaar gelp-
d.en hebben wij opnieuw een ernstige
klacht uit Suriname over gebrek aan
werkkrachten gelezen, welke klacht
officieel behandeld is geworden. Wel
licht als gevolg daarvan is er van
gouvernementswege in een of anderen
vorm steun verleend om die gewesten
aan Javaansche werkkrachten te hel
pen. Mogelijk ook zijn de voorschotten
voor dit speciale doel verhoogd, ter
wijl misschien ook de commissie voor
de wervers iets voordeeliger is ge
weest. Anders begrijpen we niet, hoe
plotseling zulk een groote hoeveelheid
koelies voor West-Indië bij elkaar ge
kregen werd. In ieder geval was er
een omvangrijke georganiseerde voor
bereiding voor noodig.
Vast staat intusschen, dat dit eenigs
stagnatie in de werving voor de Oost
kust heeft gebracht. Er is hier op vele
plaatsen gebrek aan werkkrachten,
We hoorden zelfs, dat op kebons, die
booger op zijn gelegen, gebruik wordt
gemaakt van vrije Batak'kers, die per
dag worden betaald. Maar men kan
zich zoo ongeveer indenken, wat een
verdriet daaraan wordt beleefd en
hoe duur of het komt.
KERK EN SCHOOL,
NED. HERV. KERK.
Bedankt: Voor Roswinkel, Th. Kra
mer te Drogeham. Voor Gouderak, J.
H. Gunning te Lage Vuursche. Voor
Werkhoven, O. J. v. Rootselaar te Berg-
schenhoek.
Ahngenomen: Naar Blankenham,
F. IT. Plo,oy te Halle (G*,).
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Hjllegersberg (Terbreg-
ge), H. Knoop te Kooten en J. H. Kroe-
se te Leidschendam.
Beroepen: Te Oldeboorn, A. H.
Piersma, cand. te Leeuwarden.
DOOPSGEZINDE GEM.
Drietal: Te Purmerend, A. de Jong
te Broek op Langendijk, J. F. Knipscheer
te Knollendam en W. Banga te Wolvega.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Na des morgens' bevestigd te zijn door
Ds. J. Buenk, den schoonvader van den
nieuwen ieeraar' uit Amsterdam, met een
predicatie over 2 Cor. 3:413, deed Zon
dag j.l. Ds. J. H. Groille, gekomen
Van Sloten, zijn Intrede bij de Ned. IJerv.
Gem te Hillegom, sprekende naar aanlei
ding van Joh. 1:46 en 47.
Van den ring waren aanwezig Ds. Van
Dijk, consulent te Lisse en Ds. Krijkamp
van Sassenheim.
Ds. Van Dijk herinnerde in zijn tpe-
spraak' er .aan, dat met de vervulling van
dte vacature te Hillegom er geen vaca
tures in deze ring meer zijn.
Ds. T. Sap, gekomen van Gouda,
heeft, na door Ds.' H. Meulink van En
schedé met een predicatie over Ezechiël
3: 17 te zijn bevestigd, Zondag intrede
gedaan bij de Geref. kerk van Glanerbrug
sprekende naar aanleiding van 1 Kon.
22:14b.
Ds. T. Sap werd toegesproken namens
den Kerkeraad, namens de classis De
venter, door de kerk van Enschedé, na
mens »de gemeente en ook namens het
personeel van de Groen van Prinsterer-
school. Vooral des namiddags was de
kerk' tjokvol.
Ambstjubilea.
Dr. M. Woudstra, pred. der Ned.
ITerv. Gem. te Utrecht, herdenkt vandaag
den dag, waarop hij 25 jaar geleden te
Harich de Evangeliebediening aanvaard
de. Na tot ^1907 daar werkzaam te zijn
geweest, vertrok hij naar Welsrijp, welke
Toen behandelde hij de bijzonderhe
den van het geval zelf. Ten eerste, dat
mevrouw Blair zelf de vergiftigde kop
aan haar man had gebracht.
Hij bewees, door verschillende be
dienden tat getuigen te roepen, dat
dit haar vaste gewoonte was; dat het
kamermeisje, dat het blad met de kof
fie binnenbracht zelden of nooit wacht
te om die rond te dienen; er was
daarom niets ongewoons in dit feit.
Als bewijs van haar medeplichtigheid
of schuld, lag het dus tegen den grond.
De volgende omstandigheid, waarop
de aanklacht berustte, was het feit,
dat barones Blair onmiddellijk nadat
zij de koffie aan haar man had gege
ven, de salon had verlaten en zich
in haar eigen kamer had opgesloten.
Weer bewees hij, dat barones Blair
dit dikwijls deed; dat, wanneer de Vier
intieme vrienden van haar man bij
hen dineerden, zij dit bijna beschouw
de als een partijtje van vrijgezellen en
dat zij gewoonlijk een half uurtje in'
de salon bleef en dan de heeren alleen
liet om zich met biljarten of eenig an
der spel te amuseeren. Deze omstan
digheid dus, die bij de aanklacht haar
zoo .zwaar in rekening was gebracht,
was eerder, zooals hij dit nu verklaar
de, een bewijs van haar onschuld, dan
van haar schuld, Daarop volgde wat
hij voelde als het grootste bezwaar to
haren laste, namelijk de beschuldiging
van haar man. Wat hem betrof, zei
gemeente hij in 1912 verwisselde met zijn
tegenwoordige, waar hij op 3 Maart van
dat jaar zijn intrede deed.
Vandaag viert Ds. H. M. JDethmers
zijn zilveren ambtsjubileum als predikant
bij de Geref. Kerk te Sneek. Zijn vorige
standplaats was Paesens, waar hij in 1891
in zijn ambt werd bevestigd.
Gebrek aan predikanten.
Naar aanleiding van wat in verschillen
de bladen over overvloed van werkkrach
ten werd opgemerkt, wijst Ds. ,Groene-
weg in het „Doetinchemsche Preekblad"
op |h,et feit, dat er nog altijd een tekort
is aan arbeidskrachten op het terrein van
geestelijken arbeid.
In de Ned. Herv. Kerk! zijn ongeveer
260 predikants-vacatures. Die zullen,
meènt de schrijver, wel niet spoedig
vervuld worden wegens verschillende mise
rabele kerkelijke toestanden, vooral in
verband met, de salarissen, maar wan
neer degelijke kloeke jonge mannen, die
zelf de heerlijkheid van het Evangelie
hebben ervaren en er dus anderen wat
van kunnen laten zien, proponents-exa-
men hebben gedaan, behoeven ze door
gaans toch niet heel lang te wachten tot
een Gemeente hen beroept.
Ik voor mij durf het dan ook gerust
aan, de studie voor predikant te blijven
aanmoedigen, en ik verblijd mij dan ook,
dat bij ons telkens nieuwe aanvragen in
komen, maar nu dost zich hierbij het
groote bezwaar voor, dat het vaak jonge
menschen zijri uit zeer eenvoudige krin
gen, waar de ouders financiëel zoo goed
all niet, of in 't geheel niets kunnen bij
dragen, zelfs voor het eerste jaar, dat
toch als z.g. „proefjaar" moet worden
beschouwd. En dan wordt het wel een
stoute onderneming met dezulken toch
in zee te gaan.
Want onze inrichtingen willen wel hel
pen en gelukkig kunnen zij het ook', ge
lijk vele onzer kweekelingen ervaren, maar
verder te springen dan onze stok' lang is,
gaat eenvoudig toch niet.
In de laatste weken kreeg ik dan ook
weer verscheidene aanvragen, maar meer
malen met de opmerking er bij: ik kan
zelf niets betalen.
En dan durf ik het niet aan een
enkel heel bijzonder geval uitgezonderd
want jaren lang voor alles te moe
ten zorgen, kan eenvoudig niet, waar
onze fondsen toch beperkt zijn en wij
verscheidenen reeds bezig zijn te helpen.
Maar wij komen door dit alles wel m
eigenaardige toestanden. Aan de eene
zijde overvloed van werkkrachten en géén
werk en aan den anderen kant. over
vloed' van werk (ligt het op geestelijk
gebied in en buiten de Kerk met opge
stapeld) en geen voldoende werkkrachten.
En dat laatste vindt dan hoofdzakelijk!
zijn oorzaak, dat het geld ontbreekt om
die krachten te helpen vormen.
'k Voelde mij gedrongen een en ander
nog maar eens eens mede te deelen, op
dat men in onze Christelijke kringen zich
toch wat meer bewust worde hoe. het er
tegenwoordig in ons land voorstaat.
Er wordt heel veel gevraagd en gedaan
op menig gebied en ook wij zijn dankbaar
voor den steun, die ons voortdurend ver
leend wordt, maar wij zouden met onze
Opleiding nog zoo veel meer willen en
kunnen doen, als men ei: pns maar toe
in de gelegenheid stelde.
Doorgei fzakken.
Ds. van der L(inden) schrijft in de
„ITaagsche Kerkbode":
Een aanschouwelijke les wordt in Kerk
Oost, voorzoover de Gemeente daar des
avonds samenkomt, in de Duitsche Kerk,
gegeven inzake het collecteeren met door
gcefzakken, d.w.z. zakken met korten stok
die men in de banken aan elkander door
geeft.
Of we veel beter van zulk een collec-
teer-methode zouden worden, staat te be
zien. Onze diakenen en collectanten de
den [h>un collectewerk met vaardigheid
en meest ook met waardigheid, en er
is nooit van noemenswaardige' critïek ge
hoord op hun waarlijk niet gering werk.
Integendeel, wij waren hun dank verschul
digd voor hun belangelooze, en jnet veel
toewijding verrichtten arbeid. Met toewij
ding, ja. Ik' spreek nu alleen van hun ar
beid in de kerk. En dat is een zeer ge
ring deel van het geheel. Zie, hoe trouw
en ijverig ze zich begeven tot hun taak.
Met het opgegeven psalmlied op de lip
pen, komen ze tot de leden. En naarmate
hun collectezak zwaarder wordt, schijnt
hun blijdschap te rijzen. Bij iedere ont-
hij, liad echter deze beschuldiging wei
nig beteekenis. De ongelukkige baron
hield, niet van zijn vrouw en bet was
niet meer dan natuurlijk, dat hij baar
beschouwde als zijn vijandin als
iemand, die evenmin van hem hield,
als hij van haar het was natuurlijk,
dat zijn gedachten en verdenking on
middellijk op haar vielen. En zij was
het, die hem "de kop koffie gebracht
had en door die noodlottige kop had
hij den dood gevonden; het was niet
meer dan natuurlijk, dat hij meende,
dat zij hem het vergif had toegediend.
Veronderstel, dat Sir John Hart of Sir
Alan Fletcher hem de kop hadden ge
bracht, dan zou hij, en met evenveel
recht, één van hen hebben kunnen be
schuldigen.
Hij vroeg hen, om naar de beklaag
de voor hen te zien zoo jong. zoo
teer, zoo lief en men zou hegrijpen,
hoe geheel omnogelijk het was, dat
zij zelfs tot het beramen van zulk een
gruwelijke, lage misdaad in slaat zou
zijn.
De zegen, dien hij over zijn woorden
had afgesmeekt, scheen niet uit te
blijven Zijn lippen schenen aangeraakt
door een heilig vuur. Hij sleepte de
geesten en de harten der menschen
mee en weer kwam dezelfde vreemde
gewaarwording over het meisje, alsof
alles wat er gezegd werd niet haar
gold^maar een andere vreemde vrouw
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 2 Septeimber 1925.
Met bijzondere belangstelling heb
ik de laatste dagen gevolgd, de onder
handelingen omtrent het conflict in
de metaalnijverheid.
En de uitslag heeft geheel aan mijne
verwachtingen beantwoord.
Door de leiders der moderne ar
beidersbeweging werd zooals dat te
doen gebruikelijk is, een groote mond
opgezet, maar evenals bij het groote'
textielconflict, waren het ook nu weer
xde Christelijke organisaties die de
leiding namen.
Zij waren het, die een ernstig con
flict dat ook voor de arbeiders nood
lottige gevolgen zou moeten hebben,'
wisten te voorkomen 'en die den be-
drijfsvrede wisten te herstellen.
De robde organisatie Kad pör slot
van rekening niets anders te doen dan
te volgen.
De groote beteekenis van de Chris
telijke vakbeweging is opnieuw geble-'
ken -|
OBSERVATOR
vangen gift een vriendelijk oog voor den
gever, als wordt hem gezegd: Ik dank
u voor uw gave. En: Kom de volgende
keer toch weer, en laat uw: gave niet
minder, liefst nog beter zijn, als 't kan,
want er is zooveel rioodig.
Zoo gaat het, de gansche kerk' doo»
Is zoo'n diaken, zulk een collectant niet
hoog te waardeeren voor zijn stillen, rus-
tigen arbeid, die allen tegemoet komt
Noem dien arbeid niet op kleinneerende
wijs: hengelen, maair laat hij ons zijn het i
welwillend binnenoogsten van de liefde- j
offers der gemeente, waar de gemeente
aan gehecht is sinds vele tijden.
En nu? Twee mannen broeders moeten 1
zich stellen aan de einden van iedere bank
In hun dichte nabijheid stationeert zich
de man met de groote zak, waarin de
zakjes af en toe geledigd worden. Zijn
nu de paden overvol, dan schijnt de druk- j
te veel opvallender nog dan vroeger eti,
wordt er de stichting waarlijk niet beter
op, vooral niet, als de Ieeraar zijn pre--
diking aanvangt of voortzet. Wij moeten
niet vergeten, dat wij tot driemaal toe
collecteeren. In een kort bestek ziet ge
dus een dubbeltal broeders in actie, of
pauze, weldra achtervolgd door twee an
dere en eindelijk keeren ze na volbrachten,
arbeid met gezwinden stap naar hun
plaatsen voor in de Kerk. Maar de drukte,
de beweging is er waarlijk niet minder
door.
Eere dan aan den welbewusten manoe-
vreerder met den langen stok, den mam
van het ancien regime.
Dat hij blijve en nog tal van liefdes
gaven oogste voor de gemeente des Her
ren en haar talrijke belangen.
DAT GOD BESTAAT.
God bestaat. Het heelal eischt een God.
Er is geeïl werkstuk mogelijk zonder
werkman. I
Maar ook de wetenschap eischt een j
God.
Wat zegt de wetenschap? De ware ge
leerden
Een zekere Dr. Dennert, een gelooyig
prptestant, publiceerde in „Die Religion1
dér Naturforscher" (7de druk in 1908)
het resultaat van zijn onderzoekingen naar
de godsdienstige overtuiging van de 300
het meest op den voorgrond tredende ge
leerden der laatste drie eeuwen. Bij 38
van de 300, zegt hij, is mijn onderzoek op
niets uitgeloopen: er is niets van te ach
terhalen. Maar van. de 262 overigen, wa
ren er 242 Godsgeloovigen en maar 20
waren ongeloovig of onverschillig omtrent1
het Godsbestaan. Dus een verhouding van
92 tot 8. Verpletterende meerderheid
vindt u niet.
Nu zoudt ge misschien denken, dat dit
gaandeweg toch aan het veranderen is.
Daarom merken we op, dat voor de 19de
eeuw afzonderlijk de uitslag juist dezelfde
was. Van de 136, die in aanmerking
kwamen, waren er 124 geloovig en 12 on
geloovig. dus weer een verhouding van
92 tot 8.
En weer voelde zij, hoe zij over zich
zelf een oordeel uitsprak maar nu was
het in andere woorden:: „Zij heeft het
niet gedaan!" Dat was de stlle gevolg
trekking, die zij bij zichzelf maakte.
Doch nog steeds klonk de volle, klank
rijke stem van haar verdediger doorj
de zaal.
Hij kwam tot een nader punt, waar-'
op de aandacht gegrond was dat
was het vinden van arsenicum in het
bezit van beklaagde.
Ook dit feit kon hij verklaren en hij
vertelde van haar vrouwelijke ijdel-
heid en haar verlangen om de teere
teint van haar huid te behouden, die
het jonge vrouwtje er toe had gebracht
om dezen noodlottigen koop te doen.
Hij toonde aan hoe onwaarschijnlijk'
liet was, als zij van plan was geweest
om het arsenicum te gebruiken als
vergiftigingsmiddel, zij het dan ge
kocht zou hebben in een naburige stad
waar zij zoo goed bekend was en dat
zij er dan haar naam voor zou hebban
geteekend. Zij zou dan zeker moeite
hebben gedaan om het vergif in het
geheim te koopen. En bovendien, als
zij het arsenipum had gekocht met de
bedoeling bet haar man toe te dien./o,
waarom zou zij het dan maandenlang
hebben opgeborgen, alvonens liet te
gebruiken.
(Wordt vercolgdl