fnfUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1925 j> TWEEDE BLAD. Uit onze Indiën. I 1 Luchtvaart in Indië. De correspondent van de Loc. te Bandóeng schrijft over den jongsten vliegtocht (van Bandoeng naar Soera- haja), dat de deelnemers zeer veel last I hebben gehad van remous, vooral bo- ven ,Darmaradjo in het Soemedang- I sche en bij den Tjerimai. Dat is te ver- klaren uit het feit, dat bij het door staan van den Oostenwind in deze bergstreek als het ware tochtgaten ontstaan door de bergtrechters heen 'De toestellen worden zwaar op en neer geslingerd en waren de inzitten den niet getraind op dergelijke onder bindingen, er zouden „zeezieken" zijn geteld! Boven de laagvlakte had men van een en ander geen lastj daar lagen de vliegtuigen geheel vjak in de lucht. Ook bij het terugkeeren werd de route langs Semarang gemaakt, of schoon men er niet zou dalen, want in Soerabaja was de order geweest: -niet stoppen voor Bandoeng. Zulks houdt 'verband met, het feit, dat men uit een oogpunt van veiligheid de reeks van noodlandingsteirrieinen langs de Noordkust dient te volgm. Op de gevolgde route vindt men echter gemiddeld om de K.M. een lan dingsterrein. x Het ligt in de bedoeling, deze reeks in de naaste toekomst uit te breiden tot Malang toe. Verder is in studie het inrichten van noodlandingsterreinen in de Solo-val lei, waardoor men gaat bereiken dat het traject Bandoeng-Soerabaja wel direct te bevliegen is. Wat het materiaal betreft, zoo kan de Loc. melden, dat de De Havillands langzamerhand zullen worden afge schaft in verband met het feit, dat de motor te zwak is. Geleidelijk worden ze vervangen door apparaten met de isterkere Napier-motoren, welke men |ook aantreft in de „Fokkers", die al ;zoo lang worden vernacht. Het is on begrijpelijk, dat men zoo lang wacht imet de uitzending, van de „Koolho- vens" trouwens ook, waar deze fabri katen zulke enorme successen in het buitenland hebben. Dan zijn ze toen voor Indië zeker goed genoeg? De luchtvaart-af deeling gaat be-, staan uit drie escadrilles, waarvan er twee uit de nieuwe toestellen worden geformeerd, terwijl de derde voors hands uit „De Havillands" blijft sa mengesteld, welke apparaten in ge bruik blijven, met de noodige reserves, zoolang de motoren er van nog niet hun maximale aantal vlieguren heb- iben gehaald. De luchtvaartafdeeling groeit lang zamerhand flink uit en daarom doet het vreemd aan, dat de commandant er van slechts den rang van kapitein heeft. Deze toxch heeft ni^; minder dan 32 cfiicieren onder zijn commando Kapitein Hoeksema de Groot moet 'evenwel op zijn bevordering volgens de ranglijst wachten, welke denkelijk tegen het einde va.n dit jaar zal plaats vinden. Tot het voorjaar van 1927 blijft hij dan doordienen dan is er recht op buitenlandsch verlof aanwe zig, waarvan gebruik zal worden ge maakt ook, teneinde zich op de hoogte I te stellen van de luchtvaart in het bui jtenland. Tenslotte vermeldt de Loc. dat de [verhuizing Soeka MiskinAdir bin nen de tien maanden wordt verwacht. De verpondingsbelasting. Door het bestuur van den Batavia- schen bond van huiseigenaren is, naar de Javabode mededeelt, in een uitvoe rig request aan den Gouverneur Ge neraal aangedrongen op verlaging van FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 31) Er kwam een vreemd gevoel over haar alsof al deze vreeselijke dingen, waar- jnaar zij zat te luisteren, gezegd waren van iemand anders en niet van haar; dat zij daar zat, afgezonderd van de anderen en er niets mee te maken had. En het vreeselijkste van alles was, dat, bezield door deze gedaclite, dat zij zat te luisteren naar het proces van een ander, zij in haar hart zich ge drongen voelde die ander te veroor delen en zij betrapte er zich op, dat 7/j telkens, wanneer een der getuigen geëindigd had, bij zichzelf zei: „Zij moet het hebben gedaan!" Dan, met een schok van schrik en ontzetting, werd zij zich plotseling bewust, dat al wat zij hoorde van haarzelf werd gezegd. HOOFDSTUK XVII. De uitspraak. In heel de geschiedenis van de recht bank van Ardrossan heeft men nooit gehoord van een meer schitterende verdediging dan Mr. Dudley Ross voerde voor mevrouw Blair. Het was een "meesterstuk van wel sprekendheid, van weerlegging der aangevoerde feiten, van afdoende ar gumenten. Allen luisterden als betoo- de door verschillende omstandigheden veel te zware verpondingsbelasting. Het verzoekschrift toont aan dat in het bijzonder de verpondingswaarde, welke eens in de vijf jaren wordt vast gesteld, over het algemeen veel Iioo- ger is dan de werkelijke waarde van thans, met het gevolg, dat er zelfs eigenaren zijn, die meer verpondings belasting moeten betalen dan de to tale huuropbrengst der betrokken per- ceelen bedraagt. Adressanten vragen een grondig om vormen en wijziging van de verpon- dings-ordonnantie om aan dezen noodtoestand een einde te makoa. Het request eindigt aldus: „Zelfs de grootste bezwaren zullen moeten wijken waar het betreft ver andering te brengen in een belasting ordonnantie, waarbij aan een zeer groote groep onderdanen een belasting wordt opgelegd, die volgens de bepa lingen in het meest gunstige uitzon deringsgeval bedraagt: voor buiseigenaren 17.5 pet. van het netto-inkomen. voor kampongeigenaren 62.5 pet. van het bruto-inkomen, terwijl bij een voor Batavia en Mr. Cornelis gehou den onderzoek gebleken is, dat deze belasting in werkelijkheid gemiddeld bedraagt: voor huiseigenaren 30 pet. van hot netto-inkomen; voor kampongeigenaren 100 pet. van het netto-inkomen." Een nieuwe profeet. „Meermalen, aldus de „Sum. Post" heeft de Loc. berichten opgenomen over den in het Koeningansche wonen de nieuwbakken profeet, die zich Pan- ger^n Alibasah noemt, in werkelijk heid slechts Madrais heet, en eennieu we leer propageert. Wij kunnen zeg gen, een dienst van het Vuur, waarbij geen geloof wordt gehecht aan God, Engel en Profeet, behlaye dan aan den profeet Madrais. Uit een ter zake uit Cheribon afkom stige correspondentie in de Sin Po haalt het blad thans o.m. het volgen de aan: De leer van Madrais is in het kort als volgt te beschrijven: In huis be vindt zich een vuurhaard, waar het vuur altijd brandende wordt gehou den. Van 'dit vuur^nu moet Madrais zoogenaamd ^zijn bovenaardsche beve len ontvangen en tevens de kracht putten voor de van hem gevraagde djimats en geneesmiddelen. Deze leer schrijft voor, dat de menschen alles mogen eten, wat eetbaar is en waar zij lust in hebben; dat de verhouding tusschen mannen en vrouwen dcor niets aan banden kan worden gelegd en dat een huwelijk voor deze peng- hoeloe onzin is; dat de Islam moet beschouwd worden als een vreemde godsdienst, hier overgebracht door vreemde lieden; dat de overledenen gekist moeten worden en gekleed in het pak, hetwelk zij in het gewone da- gelijksche leven plachten te dragi-n. Beèe leer wordt genoemd de 'agama Djawa Boeddha." Het spreekt vanzelf dat ciezc leer groote bestrijding vindt bij het Isla- mietische deel der bevolking. Toch schijnt het, dat dank zij de door fami lieleden van Madrais en anderen ge maakte propaganda, de leer zich al verbreid heeft en aanhangers worded aangetroffen te Krawang .Tjikainpek, Garoet, Tjiamis en Tasikmeiaja." Javaansche koelies naar Surinam®. Vermeldend, dat dr. Greve van Deli naar Java vertrok en dan als scheeps dokter een transport koelies naar Su riname zou vergezellen, schrijft de Su matra Post: Uit' berichten van Java blijkt, dat dit transport deel uitidaakt van een totaal van niet minder dan ongeveer 2000 Javanen, die als koelies verd toe; zij zouden wel den ganschen dag hebben willen luisteren. Hij sprak vier uren lang en de aandacht van z'n toehoorders faalde nimmer. Hij behandelde de bezwaren, die te gen haar waren ingebracht één voor één en naar de -meening van velen vernietigde hij ze geheel. Het eerste punt waaraan men veel waarde had gehecht hij de aanklacht, was het ongelukkige samenleven van man en vrouw Dit had men beschouwd als de aanleiding tot de misdaad. Hij bewees, dat deze aanleiding niet bestond. Als de beklaagde zich Van haar man had willen bevrijden, zelfs ten koste van een groote misdaad, dan zou zij dit reeds lang geleden hebben gedaan; zij zou daarmee niet al die jaren gewacht hebben. En toen vertel de hij in roerende bewoordingen de geschiedenis van het mooie kind, dat zich opofferde ter wille van haar va der. Hij vertelde, hoe zij den man, dien zij later huwde, had gesmeekt haar' vrij te laten, zelfs tegen zijn begeerte in; hoe zij bad en smeekte en hem waarschuwde en hoe zij zag, dat er geen ander middel was om haarvader te redden, zich ten slotte gewillig on derwierp en opofferde. Haar geschiedenis, zooals h]j die vertelde maakte diepen' indruk. Men begreep nu volkomen al de oneenig- heid en de ellende, die uit het huwe lijk voortkwamen. naar West-Indië gaan, hetgeen als 'n werkelijke bijzonderheid mag worden beschouwd. Het is jaren geleden zoo het ooit is voorgekomen dat 'n zoo groote hoeveelheid Javaansche koelies binnen korten tijd naar West- Indië vertrekt. Drie Oceaanstoomers zijn daarvoor benoodigd, die met betrekkelijk gerin ge* tusschenruimte hun bestemming zullen volgen. Waar dit aan te danken is, is niet bekend. Ongeveer een half jaar gelp- d.en hebben wij opnieuw een ernstige klacht uit Suriname over gebrek aan werkkrachten gelezen, welke klacht officieel behandeld is geworden. Wel licht als gevolg daarvan is er van gouvernementswege in een of anderen vorm steun verleend om die gewesten aan Javaansche werkkrachten te hel pen. Mogelijk ook zijn de voorschotten voor dit speciale doel verhoogd, ter wijl misschien ook de commissie voor de wervers iets voordeeliger is ge weest. Anders begrijpen we niet, hoe plotseling zulk een groote hoeveelheid koelies voor West-Indië bij elkaar ge kregen werd. In ieder geval was er een omvangrijke georganiseerde voor bereiding voor noodig. Vast staat intusschen, dat dit eenigs stagnatie in de werving voor de Oost kust heeft gebracht. Er is hier op vele plaatsen gebrek aan werkkrachten, We hoorden zelfs, dat op kebons, die booger op zijn gelegen, gebruik wordt gemaakt van vrije Batak'kers, die per dag worden betaald. Maar men kan zich zoo ongeveer indenken, wat een verdriet daaraan wordt beleefd en hoe duur of het komt. KERK EN SCHOOL, NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Roswinkel, Th. Kra mer te Drogeham. Voor Gouderak, J. H. Gunning te Lage Vuursche. Voor Werkhoven, O. J. v. Rootselaar te Berg- schenhoek. Ahngenomen: Naar Blankenham, F. IT. Plo,oy te Halle (G*,). GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Hjllegersberg (Terbreg- ge), H. Knoop te Kooten en J. H. Kroe- se te Leidschendam. Beroepen: Te Oldeboorn, A. H. Piersma, cand. te Leeuwarden. DOOPSGEZINDE GEM. Drietal: Te Purmerend, A. de Jong te Broek op Langendijk, J. F. Knipscheer te Knollendam en W. Banga te Wolvega. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Na des morgens' bevestigd te zijn door Ds. J. Buenk, den schoonvader van den nieuwen ieeraar' uit Amsterdam, met een predicatie over 2 Cor. 3:413, deed Zon dag j.l. Ds. J. H. Groille, gekomen Van Sloten, zijn Intrede bij de Ned. IJerv. Gem te Hillegom, sprekende naar aanlei ding van Joh. 1:46 en 47. Van den ring waren aanwezig Ds. Van Dijk, consulent te Lisse en Ds. Krijkamp van Sassenheim. Ds. Van Dijk herinnerde in zijn tpe- spraak' er .aan, dat met de vervulling van dte vacature te Hillegom er geen vaca tures in deze ring meer zijn. Ds. T. Sap, gekomen van Gouda, heeft, na door Ds.' H. Meulink van En schedé met een predicatie over Ezechiël 3: 17 te zijn bevestigd, Zondag intrede gedaan bij de Geref. kerk van Glanerbrug sprekende naar aanleiding van 1 Kon. 22:14b. Ds. T. Sap werd toegesproken namens den Kerkeraad, namens de classis De venter, door de kerk van Enschedé, na mens »de gemeente en ook namens het personeel van de Groen van Prinsterer- school. Vooral des namiddags was de kerk' tjokvol. Ambstjubilea. Dr. M. Woudstra, pred. der Ned. ITerv. Gem. te Utrecht, herdenkt vandaag den dag, waarop hij 25 jaar geleden te Harich de Evangeliebediening aanvaard de. Na tot ^1907 daar werkzaam te zijn geweest, vertrok hij naar Welsrijp, welke Toen behandelde hij de bijzonderhe den van het geval zelf. Ten eerste, dat mevrouw Blair zelf de vergiftigde kop aan haar man had gebracht. Hij bewees, door verschillende be dienden tat getuigen te roepen, dat dit haar vaste gewoonte was; dat het kamermeisje, dat het blad met de kof fie binnenbracht zelden of nooit wacht te om die rond te dienen; er was daarom niets ongewoons in dit feit. Als bewijs van haar medeplichtigheid of schuld, lag het dus tegen den grond. De volgende omstandigheid, waarop de aanklacht berustte, was het feit, dat barones Blair onmiddellijk nadat zij de koffie aan haar man had gege ven, de salon had verlaten en zich in haar eigen kamer had opgesloten. Weer bewees hij, dat barones Blair dit dikwijls deed; dat, wanneer de Vier intieme vrienden van haar man bij hen dineerden, zij dit bijna beschouw de als een partijtje van vrijgezellen en dat zij gewoonlijk een half uurtje in' de salon bleef en dan de heeren alleen liet om zich met biljarten of eenig an der spel te amuseeren. Deze omstan digheid dus, die bij de aanklacht haar zoo .zwaar in rekening was gebracht, was eerder, zooals hij dit nu verklaar de, een bewijs van haar onschuld, dan van haar schuld, Daarop volgde wat hij voelde als het grootste bezwaar to haren laste, namelijk de beschuldiging van haar man. Wat hem betrof, zei gemeente hij in 1912 verwisselde met zijn tegenwoordige, waar hij op 3 Maart van dat jaar zijn intrede deed. Vandaag viert Ds. H. M. JDethmers zijn zilveren ambtsjubileum als predikant bij de Geref. Kerk te Sneek. Zijn vorige standplaats was Paesens, waar hij in 1891 in zijn ambt werd bevestigd. Gebrek aan predikanten. Naar aanleiding van wat in verschillen de bladen over overvloed van werkkrach ten werd opgemerkt, wijst Ds. ,Groene- weg in het „Doetinchemsche Preekblad" op |h,et feit, dat er nog altijd een tekort is aan arbeidskrachten op het terrein van geestelijken arbeid. In de Ned. Herv. Kerk! zijn ongeveer 260 predikants-vacatures. Die zullen, meènt de schrijver, wel niet spoedig vervuld worden wegens verschillende mise rabele kerkelijke toestanden, vooral in verband met, de salarissen, maar wan neer degelijke kloeke jonge mannen, die zelf de heerlijkheid van het Evangelie hebben ervaren en er dus anderen wat van kunnen laten zien, proponents-exa- men hebben gedaan, behoeven ze door gaans toch niet heel lang te wachten tot een Gemeente hen beroept. Ik voor mij durf het dan ook gerust aan, de studie voor predikant te blijven aanmoedigen, en ik verblijd mij dan ook, dat bij ons telkens nieuwe aanvragen in komen, maar nu dost zich hierbij het groote bezwaar voor, dat het vaak jonge menschen zijri uit zeer eenvoudige krin gen, waar de ouders financiëel zoo goed all niet, of in 't geheel niets kunnen bij dragen, zelfs voor het eerste jaar, dat toch als z.g. „proefjaar" moet worden beschouwd. En dan wordt het wel een stoute onderneming met dezulken toch in zee te gaan. Want onze inrichtingen willen wel hel pen en gelukkig kunnen zij het ook', ge lijk vele onzer kweekelingen ervaren, maar verder te springen dan onze stok' lang is, gaat eenvoudig toch niet. In de laatste weken kreeg ik dan ook weer verscheidene aanvragen, maar meer malen met de opmerking er bij: ik kan zelf niets betalen. En dan durf ik het niet aan een enkel heel bijzonder geval uitgezonderd want jaren lang voor alles te moe ten zorgen, kan eenvoudig niet, waar onze fondsen toch beperkt zijn en wij verscheidenen reeds bezig zijn te helpen. Maar wij komen door dit alles wel m eigenaardige toestanden. Aan de eene zijde overvloed van werkkrachten en géén werk en aan den anderen kant. over vloed' van werk (ligt het op geestelijk gebied in en buiten de Kerk met opge stapeld) en geen voldoende werkkrachten. En dat laatste vindt dan hoofdzakelijk! zijn oorzaak, dat het geld ontbreekt om die krachten te helpen vormen. 'k Voelde mij gedrongen een en ander nog maar eens eens mede te deelen, op dat men in onze Christelijke kringen zich toch wat meer bewust worde hoe. het er tegenwoordig in ons land voorstaat. Er wordt heel veel gevraagd en gedaan op menig gebied en ook wij zijn dankbaar voor den steun, die ons voortdurend ver leend wordt, maar wij zouden met onze Opleiding nog zoo veel meer willen en kunnen doen, als men ei: pns maar toe in de gelegenheid stelde. Doorgei fzakken. Ds. van der L(inden) schrijft in de „ITaagsche Kerkbode": Een aanschouwelijke les wordt in Kerk Oost, voorzoover de Gemeente daar des avonds samenkomt, in de Duitsche Kerk, gegeven inzake het collecteeren met door gcefzakken, d.w.z. zakken met korten stok die men in de banken aan elkander door geeft. Of we veel beter van zulk een collec- teer-methode zouden worden, staat te be zien. Onze diakenen en collectanten de den [h>un collectewerk met vaardigheid en meest ook met waardigheid, en er is nooit van noemenswaardige' critïek ge hoord op hun waarlijk niet gering werk. Integendeel, wij waren hun dank verschul digd voor hun belangelooze, en jnet veel toewijding verrichtten arbeid. Met toewij ding, ja. Ik' spreek nu alleen van hun ar beid in de kerk. En dat is een zeer ge ring deel van het geheel. Zie, hoe trouw en ijverig ze zich begeven tot hun taak. Met het opgegeven psalmlied op de lip pen, komen ze tot de leden. En naarmate hun collectezak zwaarder wordt, schijnt hun blijdschap te rijzen. Bij iedere ont- hij, liad echter deze beschuldiging wei nig beteekenis. De ongelukkige baron hield, niet van zijn vrouw en bet was niet meer dan natuurlijk, dat hij baar beschouwde als zijn vijandin als iemand, die evenmin van hem hield, als hij van haar het was natuurlijk, dat zijn gedachten en verdenking on middellijk op haar vielen. En zij was het, die hem "de kop koffie gebracht had en door die noodlottige kop had hij den dood gevonden; het was niet meer dan natuurlijk, dat hij meende, dat zij hem het vergif had toegediend. Veronderstel, dat Sir John Hart of Sir Alan Fletcher hem de kop hadden ge bracht, dan zou hij, en met evenveel recht, één van hen hebben kunnen be schuldigen. Hij vroeg hen, om naar de beklaag de voor hen te zien zoo jong. zoo teer, zoo lief en men zou hegrijpen, hoe geheel omnogelijk het was, dat zij zelfs tot het beramen van zulk een gruwelijke, lage misdaad in slaat zou zijn. De zegen, dien hij over zijn woorden had afgesmeekt, scheen niet uit te blijven Zijn lippen schenen aangeraakt door een heilig vuur. Hij sleepte de geesten en de harten der menschen mee en weer kwam dezelfde vreemde gewaarwording over het meisje, alsof alles wat er gezegd werd niet haar gold^maar een andere vreemde vrouw AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 2 Septeimber 1925. Met bijzondere belangstelling heb ik de laatste dagen gevolgd, de onder handelingen omtrent het conflict in de metaalnijverheid. En de uitslag heeft geheel aan mijne verwachtingen beantwoord. Door de leiders der moderne ar beidersbeweging werd zooals dat te doen gebruikelijk is, een groote mond opgezet, maar evenals bij het groote' textielconflict, waren het ook nu weer xde Christelijke organisaties die de leiding namen. Zij waren het, die een ernstig con flict dat ook voor de arbeiders nood lottige gevolgen zou moeten hebben,' wisten te voorkomen 'en die den be- drijfsvrede wisten te herstellen. De robde organisatie Kad pör slot van rekening niets anders te doen dan te volgen. De groote beteekenis van de Chris telijke vakbeweging is opnieuw geble-' ken -| OBSERVATOR vangen gift een vriendelijk oog voor den gever, als wordt hem gezegd: Ik dank u voor uw gave. En: Kom de volgende keer toch weer, en laat uw: gave niet minder, liefst nog beter zijn, als 't kan, want er is zooveel rioodig. Zoo gaat het, de gansche kerk' doo» Is zoo'n diaken, zulk een collectant niet hoog te waardeeren voor zijn stillen, rus- tigen arbeid, die allen tegemoet komt Noem dien arbeid niet op kleinneerende wijs: hengelen, maair laat hij ons zijn het i welwillend binnenoogsten van de liefde- j offers der gemeente, waar de gemeente aan gehecht is sinds vele tijden. En nu? Twee mannen broeders moeten 1 zich stellen aan de einden van iedere bank In hun dichte nabijheid stationeert zich de man met de groote zak, waarin de zakjes af en toe geledigd worden. Zijn nu de paden overvol, dan schijnt de druk- j te veel opvallender nog dan vroeger eti, wordt er de stichting waarlijk niet beter op, vooral niet, als de Ieeraar zijn pre-- diking aanvangt of voortzet. Wij moeten niet vergeten, dat wij tot driemaal toe collecteeren. In een kort bestek ziet ge dus een dubbeltal broeders in actie, of pauze, weldra achtervolgd door twee an dere en eindelijk keeren ze na volbrachten, arbeid met gezwinden stap naar hun plaatsen voor in de Kerk. Maar de drukte, de beweging is er waarlijk niet minder door. Eere dan aan den welbewusten manoe- vreerder met den langen stok, den mam van het ancien regime. Dat hij blijve en nog tal van liefdes gaven oogste voor de gemeente des Her ren en haar talrijke belangen. DAT GOD BESTAAT. God bestaat. Het heelal eischt een God. Er is geeïl werkstuk mogelijk zonder werkman. I Maar ook de wetenschap eischt een j God. Wat zegt de wetenschap? De ware ge leerden Een zekere Dr. Dennert, een gelooyig prptestant, publiceerde in „Die Religion1 dér Naturforscher" (7de druk in 1908) het resultaat van zijn onderzoekingen naar de godsdienstige overtuiging van de 300 het meest op den voorgrond tredende ge leerden der laatste drie eeuwen. Bij 38 van de 300, zegt hij, is mijn onderzoek op niets uitgeloopen: er is niets van te ach terhalen. Maar van. de 262 overigen, wa ren er 242 Godsgeloovigen en maar 20 waren ongeloovig of onverschillig omtrent1 het Godsbestaan. Dus een verhouding van 92 tot 8. Verpletterende meerderheid vindt u niet. Nu zoudt ge misschien denken, dat dit gaandeweg toch aan het veranderen is. Daarom merken we op, dat voor de 19de eeuw afzonderlijk de uitslag juist dezelfde was. Van de 136, die in aanmerking kwamen, waren er 124 geloovig en 12 on geloovig. dus weer een verhouding van 92 tot 8. En weer voelde zij, hoe zij over zich zelf een oordeel uitsprak maar nu was het in andere woorden:: „Zij heeft het niet gedaan!" Dat was de stlle gevolg trekking, die zij bij zichzelf maakte. Doch nog steeds klonk de volle, klank rijke stem van haar verdediger doorj de zaal. Hij kwam tot een nader punt, waar-' op de aandacht gegrond was dat was het vinden van arsenicum in het bezit van beklaagde. Ook dit feit kon hij verklaren en hij vertelde van haar vrouwelijke ijdel- heid en haar verlangen om de teere teint van haar huid te behouden, die het jonge vrouwtje er toe had gebracht om dezen noodlottigen koop te doen. Hij toonde aan hoe onwaarschijnlijk' liet was, als zij van plan was geweest om het arsenicum te gebruiken als vergiftigingsmiddel, zij het dan ge kocht zou hebben in een naburige stad waar zij zoo goed bekend was en dat zij er dan haar naam voor zou hebban geteekend. Zij zou dan zeker moeite hebben gedaan om het vergif in het geheim te koopen. En bovendien, als zij het arsenipum had gekocht met de bedoeling bet haar man toe te dien./o, waarom zou zij het dan maandenlang hebben opgeborgen, alvonens liet te gebruiken. (Wordt vercolgdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5