NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 1 SEPTEMBER 1925 kring gevormd werd en men daarover mediteerde, „een eisch die sommigen te zwaar vonden". „Maar vol liefde voor elkaar, onze medemenschen en de natuur, gingen wij naar onze ten ten...." v De schrijfster, blijkbaar een jong meisje, deelt mede, dat deze proef her haald zal worden. Al moge men de beteekenis van dit gedoe nu niet al te hoog aanslaan, het is een kenmerkend teeken van onzen tijd. En wij zouden het ons kunnen in denken, dat de ouders, "die hun kinde ren langs deze naturistische wegen ter bevordering van den algemeenen menschenzin zien afgedwaald, bij zul ke beschrijving toch wel eenigeN zorg in hun hart voelden opkomen. De ervaring biedt ook hier rijke leering. Er is alle reden, om op de ontaar ding van dit „natuurleven" der idea listen" onzer dagen ook, om op de ont wikkeling van het kampleven waar aan vele ouders hun kinderen maar overgeven, zonder blijkbaar te beden ken waarheen dit alles voeren kan, nauwlettend acht te geven. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroiepen: Te Wpldendorp, JF. Huisman te den Andel. Bedankt: Voor Steenwij ld, J. O. Jörg te Delfzijl. GEREF. KERKEN. Beroiepen: Te AarlanderVeen, H. Moplhuizen te Krommenie. Aangenoimen: Najar Tienhöyeiï, E. L. Smelik, cand. te Santpoort. Bedankt: Voor Woubirugge, cand. E. L. Smelik, cand. te Santpoort. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te iWerkendam", J. A. Riek'el te Moussen. Bedankt: Voor Harderwijk, A. Zwiep te Hillegom. i Ds. A. Stiel f In het Diac'onessenhuis te Leeuwarden is overleden Ds. A. Stiel, doopsgezind- predikant te Rottevalle-Witveen. Ds. S., die den ouderdom van 63 jaar bereikte, werd proponent in 1862, predikant te Hollum in 1898, te Terhorne in 1905 en te< Rottevalle in 1910. Pref. Mr. W. Zevenbergen. Naar men aan de „Standaard" mede deelt, is de toestand van Prof. Mr. .W. Zevenbergen minder goed1. De zieke heeft een hoogpre temperatuur en was den afgeloopen na'cht buiten kennis.* Kerktelefoon. - Voor den aanleg van kerktelefonen hier te .lande, ten behoeve van hen, die om' bijzondere omstandigheden de gods dienstoefeningen thuis wenscihen te vol- gen, worden rijksgeleidingen beschikbaar gesteld tusschen de microfooninstallatie in de k'erk en de perceelen, die daarop worden aangesloten. Voor de ingebruik'geving van deze ge leidingen is verschuldigd een huur van per 106 M. dubbeldraad of gedeelte daar van ad» f 3 per jaar en. f 4 in eens en voor eens. De installatie in de k'erk en de telefo nen i'n de aan te sluiten perceel en wor den door, de betrokken belanghebbenden buiten bemoeienis van het rijk aange schaft en onderhouden. De noodige geleidingen worden door het kerkbestuur voor zijn rekening aan gevraagd aan den districtsingenieur der telegraphie door tusschenkomst van den directeur van het betrokken rijkstelefoon kantoor. Dit bestuur kan de kosten over de aangeslotenen omslaan. Be Ned. Herv. Kerk in Afrika. Het officieel orgaan van de Ned. Her vormde Kerk' in Afrika „De Hervormer" geeft een verslag van de* algemeen e kerk vergadering, die van 17, tot 27 Juni te Pretoria gehouden, en waaraan het vol gende is ontleend. „Uit alles gebleken, dat er .een groo- te bloei en vooruitgang te ponstateeren valt. De kerk telt thans 51 gemeenten met 20 predikanten en twee professoren. Er waren afgevaardigden aanwezig uit den Vrijstaat, Natal en Rhodesia), terwijl •er ook nog gemeenten zijn in Oost- en Wiest-Afrika, die door den verren afstand uit den aard der zaak moeilijk afgevaar digden konden zenden. De vooruitgang der kerk is groot, doch het valt ook te constateeren, dat de vooruitgang niet al- een in de lengte en in de breedte is, maar ook in de diepte. Er is een groote belangstelling aangaande de dingen van het Koninkrijk Gods; er is een geestelijke ontwaking te bespeuren, die ongetwijfeld nog tot grooten zegen zal zijn. Was het getal zielen in ,1922 37,270, lidmaten 17.370, er waren nu 42.891 zielen en 19.034 lidmaten. Zeer sterk' sprak de vergadering zich uit tegen het deelnemen aan politiek door de leeraars. De vergadering was geheel eensgezind in de meening, dat zij zich zouden onthouden van spreken op den kansel of de platvormen over partijpo litiek. Eveneens oprdeelde de vergadering, dat het houden van biduren niet aan te be velen was, omdat men het niet go|ed' acht te tot bidden gedwongen te worden en zulke biduren aanleiding geven tot hoog moed en geveinsdheid. Zoo werd ook bepaald, dat, aangezien wij nu een grooter aantal predikanten hebben en vele jonge mannen studeeren aan de kweekschool de kerk niet meer zal beroepen uit andere kerken. Wanneer evenwel leeraars van andere kerken zich bij plns beroepbaar willen stellen, moe ten zij eerst het proponentsexamen af leggen, vo;or zij beroepen kunnen worden. Het congres te Stockholm. Aan een artikel van Prof. Hepp in „De Reformatie" over het Wereldcon gres van Kerken te Stockholm is het vol gende ontleend: „Wanneer men echter let op het inner lijk samenstel van zulk: een vergadering, I maakt zich dra een gevoel van teleur stelling Van u meester. Natuurlijk zullen anderen dit wijten aan Gereformeerde onbuigzaamheid en zwart kijkerij. Maar de Gereformeerde zelf weet be ter. Het zou hem wat liefs- waard zijn, indien dit congres zoo ware ingericht, dat hij er zfch thuis kon gevoelen. De katholiciteit van het Christendom is" hem een geloofsstuk', waarvan hij" zoo gaarne een begin van verwerkelijking zou aanschouwen. Evenwel moet hij daarvoor te Stock- na ün met iïijn. Stockholm is bij alle ge lijkenis in waarheid de antipode van Nicea. /trrst 'ae Typeering „ITïcea cfer etiïlék" stelt dat in i?et licht. Het stemt tot innige droefheid, dat, wanneer men land en zee heeft afgereisd o;m als Christelijke kerken saam1 te ko men, men niet spreekt over Hem, Wiens Naam eeuwig eer. moet ontvangen, maar over den mensch en zijn aardsche be langen. lA| De laatste dienen ook behartigd, maar daarvoor r'oept men geen concilie saam. Die hooren thuis op Christelijke soci ale congressen. Dit is de schrille tegenstelling tusschen. Nicea en Stockholm. Te Nicea stond de Drieëenige ,Gpd in het centrum der beraadslagingen. Te Stockholm de mensch. En dan nog niet het meest de mensch in zijn diepen nood en .behoefte aan ver lossing. Maar de mensch in zijn tijdelijke zor gen. En als een man als de Saksische bis schop Ihmels niet geheel en al van zijn geloof kan zwijgen, wordt hem dogmat tische starheid verweten. 1 Wat geeft Stockholm een treurig beeld van het Christendom onzer dagen te zien. Het Christendom gaat achter het hu manisme schuil. Als concilie kan Stockholm niet an der! dan een fiasco worden. Trouwens, door de weigering van Ro me om mee te doen is het al dadelijk een romp-,,concilie" geworden. Hoe kö|n men zoo naïf zijn ook slechts één op'genblik te meenen, dat Rome zou willen of kunnen deelnemen? Wij willen echter niet betwisten, dat Stockholm zijdelings eenig nut kan af werpen. Ongetwijfeld zullen daar vöoraanstaan- mannen, die min of meer op dezelfde geloofsbasis staan, in particuliere ge sprekken elkander leeren kennen en beter leeren kennen. Dat vpordeel achten we niet gering". f TWEEDE BLAD. Wat de bladen zeggen. Naar de natuur terug. Het kampleven schrijft de Stan daard neemt in den vacantietijd blijkbaar steeds grootere afmetingen aan. En het verkrijgt vormen, die ern- jstige menschen tot nadenken behoo- "ren te stemman Men vindt er een afspiegeling in van 'het moede Worden, van de oververza diging van het moderne cultuurleven, dat in de groote stad zijn hoogtepunt pleegt te vinden. Terug naar de na- Ituur is thans weer de leus, die vooral vele jonge harten bekoort, welke dan tevens getrokken worden door de grootsche idealen van broederschap en vrede onder de menschen en de volkeren. Een herleving van het Rousseau- ideaal. Dit kampleven wordt reeds interna tionaal. De bladen berichtten than9 over een .internationaal kamp ergens in Frankrijk, een proef, genomen op ini tiatief van een Hollandsche meisjesstu dente, ter bevordering van de interna tionale vriendschap. Wij lazen er een beschrijving van door een deelgenootet in het „Vader land." Er waren 150 deelnemers, mannen en vrouwen, jongens en meisj'cs. De leeftijdsgrens was 20 jaar. Er waren er ook heneden die grens. In dit tentenkamp was de geest zeer „ongedwongen." Geen wonder, waar de organisatie van het kamp be rustte bij de „Naturisten" die den schakel willen vormen tusschen het cultureel ongezonde stadsleven en„het den menschen oorspronkelijk toege-* dachte leven in de vrije natuur." Zij dringen aan op vereenvoudiging van het leven in kleeding en genotmidde len, alles gebaseerd op de resultaten van de biologische en sociologische wetenschappen. Sommige van hen wénschen de groenten ongekookt te eten. De ge kookte vinden zij te geciviliseerd. Kou sen en schoenen zijn natuurlijk afwe zig. De echte naturisten loopen in een kort geweven tunica van lichtgekleurd linnen. Men kan zich" van deze lieden nu wel ongeveer een voorstelling vormen. Er waren in het kamp vertegenwoor digd 'Anarchisten, Communisten, Soci aal-Democraten, vrije jeugd, enz. Allerlei revolutionair pacifisme, naar men ziet. De schrijfster verhaalt dan van de onderwerpen, die werden behandeld. Zij vond het leven in het kamp heer lijk. Om zeven uur gewekt, dan zich wasschen in de beek, die het kamp terrein begrenst "dan het voedsel toe bereiden, met als vergoeding voor het ontbreken van den vleeschsmaak een jof, ander bijsmaakje. Dan conferentie I onder een grooten ap'pelboom van 11 'tot 1. Men hield er zich niet altijd aan, want een van de leuzen was: weg met de Pruisische discipline. Dan ging men heel een dag op stap en „hoorde conferenties in badcostuum" ergens •gelegen aan "den weg. Des avonds ging het 't mooist. Dan ,zat men om het kampvuur in allerlei ■fantastische kleeding gehuld in de kens, en luisterde naar de zangen van vrede en verbroedering. De te hoop ge- loopen bevolking van den omtrek kon dan ook iets van al dat moois beluis teren. Ten slotte: „den laatsten avond, idat allen er waren de aflegging van den grooten eed afgelegd door bijna alle jongens en meisjes: liever te sterven, dan de wapenen op te nemen of iets te doen voor de groote oorlogsvoorberei ding. Waarna de groote hroederschaps FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 30) Zijn vrienden stonden dicht om hem heen, een of twee hunner spraken hem tegen, maar hij herhaalde de woor den en stierf. Een onderzoek werd in gesteld en de uitspraak was: „Gestor ven aan arsenicum-vergiftiging." Ba rones Blair werd in voorloopige hech- .tenis genomen en het huis werd in handen van de politie gesteld. Er had huiszoeking plaats en in een verborgen plaats van mevrouw Blair s kapdoos werd een pakje arsenicum ge vonden, waarvan een kleine portie was afgenomen. Overigens werd er geen Vergif gevonden, ofschoon er een zeer nauwkeurige huiszoeking plaats ha'd. Bij nader onderzoek bleek, dat barones Blair. dit arsenicum had gekocht eeni- i gen tijd geleden in den winkel van de Gebroeders Clelland, Hoogstraat, te Athole. Dit waren de feiten, die de jury had te overwegen. Ten eerste, dat man en vrouw niet gelukkig samen leefden; ten tweede, dat de man stierf tengevol ge van vergiftiging en hiervan zelf zijn .vrouw,,beschuldigde; en ten derde, dat hetzelfde vérgif in het bezit van de yrouw werd gevonden. Al deze dingen zouden, naar "hij vreesde, leiden tot de gevolgtrekking, dat de gevangene schuldig was aan de misdaad, waarvan zij- was aange klaagd." Een gewichtig proces-verbaal van de feiten, waarnaar met ademlooze be langstelling werd gefluisterd. De ge vangene zat roerloos. Zelfs had zij zich niet ingedacht, hoe vreeselijk deze schakels in elkaar pasten. Toen kwa men de getuigen a charge; sommigen van hen waren onwillig genoeg, maar het recht moet worden betracht. De eerstgenoemde was Sir John Hart wiens bleek, droevig gelaat en zachte stem duidelijk te kennen gaven, hoe zwaar het hem viel. Zijn getuigenis was belangrijk. „Ik zat in de oranjerie met baron Blair en kapitein James. Baron Blair was opgeruimd en, voor zoover wij konden nagaan, goed gezond. Wij spra ken over de aanstaande wedrennen te Ardrossan, toen barones Blair binnen kwam en mij een kop koffie bracht, die zij naast mij neerzette. Ik at daar 'dikwijls en mevrouw Blair weet, dat ik van koffie houd. Zij vroeg kapitein James, of hij koffie wenschte, doch hij antwoordde lachend, dat de avond te warm was om iets anders te gebrui ken dan selterswater en sherry. Ba rones Blair ging terug naar de salon en binnen enkele oogenblikken kwam zij weer met een tweede kop, die zij bij haar man neerzette. Ik kan mij niet herinneren, of zij ook enkele woor "den met elkaar* wisselden. Toen ver liet barones Blair de kamer. Getuige ging voort met mededeelin- gen te doen omtrent het verder ver loop van den avond. Toen hij geëin digd had scheen haar zaak donkerder dan ooit. Zij keek hem strak- aan, terwijl hij sprak en haar gelaat werd nog iets bleeker en de gejaagde blik in haar oogen nog hulpeloozer. Kapitein James werd daarna opge roepen, hij gaf hetzelfde getuigenis, in geen enkel opzicht verschillend van die van Sir John Hart. Noch sir Alan Fletcher, noch kapi tein Douglas waren opgeroepen als getuigen, daar zij zelfs nog minder wisten dan Sir John en kapitein Ja mes. Toen -kwam het getuigenverhoor van de d.oktoren, beide in haar nadeel Ieder ernstig woord, dat zij uitten, scheen haar zaak duisterder en hope- loozer le maken. Het was dezefde nood lottige geschiedenis de beschuldi ging van haar man, het vinden van arsenicum in het bezit van de be klaagde. Toen kwam knecht en de kame- G-erefcrmeerde Gemeenten in Hongarije. Volgens „Die Christliche Welt" zou de Tsjechische regeering aan de Hongaar- sche Gereformeerde gemeenten toestem ming tot de oprichting van een Theo logische school hebben geweigerd. Ook de nieuwe kerkorde dier gemeenten zou zijn afgekeurd. De Theologische School te Grand Rapids. Den I5den Maart van het volgende jaar hoopt de theologische school te Grand Ra pids haar halve eeuwfeest te vieren, naar „De Bazuin" mededeelt. Deze school was klein in haar begin. Zij had slechts één professor. Maar in 1884 werd een tweede hoogleeraar be noemd: Ds. G. H. Hemkes. En in den loop der jaren groeide de kleine Theo logische school uit tot twee zelfstandige inrichtingen: de Theologische school, die de theologische opleiding geeft voor de aanstaande predikanten, en het Calvin- College, dat niet alleen het voorbereidend onderwijs geeft voor de "aanstaande die naren, maar ook' om vóór te bereiden voor de studie in de andere faculteiten en tevens om de jonge leden der Chr. Ge- ref. Kerk een beschaafde opvoeding te 'geven. Het Curatorium van. de Theologische school en het Calvin-college hebben thans een commissie benoemcL, om een gedenk feest te organiseeren op 15 Maart 1926, waartoe o|ok een afgevaardigde van de Theologische school te Kampen, van de Vrije Universiteit te Amsterdam en .van de Theologische school te Potchefstroom zullen worden uitgenoodigd. Schoolblijven. Naar aanleiding van de gevallen van vergeten schoolkinderen, schrijft een on derwijzer in „Nieuw Nederland" over schoolblijven het volgende: Een uitnemend tuchtmiddel is 't school blijven, mits goed toegepast voor luie, slordige, nalatige leerlingen. Bijwerken, overdoen, inhalen is de natuurlijke straf voor dergelijken. En duurt het niet te lang, bijv. een kwartier, dan kweekt het ook geen verbittering. Maar bovenal, laat de onderwijzer zich niet aan zijn plicht onttrekken, bij zijn leerling in de klas te blijven. 't Is in mijn oogen schande, een leer linge in de klasse aan het werk te zetten, zonder dat het bijzijn van de onder,wijV zer hem tot werken dwingt. Wat moet er op die manier terecht komen van het werk en den tijd, daaraan besteed bij den trage, die alleen tengevolge zijneer betreurenswaardige eigenschap achter is geraakt? Hij komt niet uit het moeras. En terwijl de stakker alleen zit te zwoe gen, drinkt de onderwijzer een thee tje of gaat wandelen. Ik bedoel^met on derwijzers natuurlijk ook onderwijzeres!- sen. De treurige gevolgen te Delft en te Dordt liggen niet in 't schoolblijven, maar in 't plichtsverzuim der betrokken onder wijzeressen enin de zwakheid der schoolhoofden, die toestaan, dat zulks ge beurt. Laat de Gemeentebesturen aan iedere openbare en Bijzondere school een Lïps- slot aanbrengen aan de voordeur, dan kan voortaan geen- kind meer worden opge sloten. Het kleinste kind opent aan den binnenkant met gropt gemak de deur door het omdraaien van een metalen plaat je. Van opsluiten in school kan dan geen sprake meer zijn. Examen Fzansch L. O. Voor het examen Fransoh L. ,0., de zer dagen te Utrecht afgenomen en Za terdag geëindigd, hadden zich aangenield 471 manneiike en 218 1 vrouwelijke Candida ten. Daarvan hebben zich teruggetrokken 182 mannelijke en 65 vrouwelijke candii- daten. Afgewezen werden 16S. mannelijke en 54 vrouwelijke candidaten. Geslaagd zijn 121 mannelijke en 99 vrouwelijke candidaten. Martha-stichting te Alphen. De 42-ste jaarvergadering van de Mar- tha-stichting te Alphen a'. d. Rijn, wordt Woensdag 2 Sept a.s. op het terrein „Rijnstroopa", aldaar gehouden. 's Middags half 2 uur hoopt in de kerkzaal de voorzitter. Dr. J. Th. de Vis ser een openingsrede te houden, .waarna mededeelingen volgen door den directeur der stichtingsschool, den heer J. Tuin man die hoopt te refereeren over: „Onze Soholen". Voor de jaarvergadering worden de ge houwen, enz. bezichtigd; daarna kinder gezang en kinderspelen. nier Lucy Earnshaw; eindelijk de apo thekersassistent Charles Ramson.van de Gebroeders Chelland, die zwoer, dat hij op genoemden datum arseni cum aan beklaagde had verkocht en "die het boek toonde, waarin zij haar naam had geteekend. Toen schenen de schakels, die het onomstootelijk bewijs van haar schuld aaneenregen, compleet te zijn; zij die bij zichzelf hadden gezegd, dat zij te jong was, er te onschuldig uitzag voor zulk een lage misdaad, wijzigden hun opinie, zij, die afgaande op haar jeugd en schoonheid, uiting hadden gegeven aan hun vertrouwen in haar, hadden het verloren de aaneengeregen fei ten, die haar schuld aan het licht brachtten, vorm'den een zoo goed slui tende ketting, dat er geen speld was tusschen te krijgen. Gezichten die tot dusver onverschillig waren geweest, kregen nu een droevige uitdrukking: het was niet mogelijk haar aan te zien zonder medelijden, denkende aan liet vreeselijk lot, dat haar wachtte. „Ik zal nooit weer vertrouwen op een lief gezichtje" zei menigeen in die dichte menigte. Toen werd de diepe, klankvolle stem van Sir Burton Cairne3 weer verno men. Hij gaf aan hoe het nu stond met de gerechtelyke vervolging. De getuigen VINDT JE DAT NU ZOO ERG. Mevrouw v. Hoogstraten-Schoch schrijft in „De Nederlander" Ida Meyermans heeft kprt geleden een artikel geschreven over: „Vind je dat nu zoo erg?" Gebrek aan verantwoordelijkheids ge voel, slapheid en losheid van zeden wor den in onze dagen maar al te vaak tege moet gekomen met den uitroep: „Vind je dat {Hu woo erg?" Als Ida Heyer- mans in mijn buurt gewoond had, zou ik met het badnummer van „Het Leven" naar haar toe ?ijn gestapt pm haar 'dat te laten zien. Ik ken „Het Leven" niet, ik kijk het nooit in en bezit het ook niet. Be reis echter altijd net als een schilder, met een klein schetsboekje in mijn zak, en ik maak schetsen in trams en treinen en volle zalen en noteer de uitdrukkingen van gezichten en leg in mijn geheugen vast allerlei dingen, die ik zie gebeuren. Ik zag in een spoorwegcoupé een oudere man het badnummer van „Het Leven" inkijken, terwijl om zijn wellustige lippen een zekére grijns lag, die maakte, dat een koude rilling over mijn rug liep. .Waar had ik die uitdrukking meer ge zien? Bij een gier? Ja zeker, bij een gier. Ik zag hem het blad overrijken aan een maat, die een eindje verder in de coupé zat. Ook op diens gezicht kwam dat zekere, dat zop moeilijk te beschrij ven valt. Ik moet dat nummer, dat die uitdruk king op zekere gezichten wakker roept, toch eens zien te krijgen, dacht ik, want bij studie hoort materiaal. Ik vroeg „Het Leven" aan een jongetje op het perron. „Uitverkocht", zei het joggie, ouwe lijk grinnekend. Ik vroeg het aan den man van den boekenstal van een groot spoorwegsta tion: „Uitverkocht", zei de man. „lang uit verkocht". En er lag een grijns op zijn gezicht. Ik vroeg het aan den houder van een kiosk op het drukste punt van een onz^x groote steden. „Dat verkoopen we hier niet", zei ds man, me verwonderd monsterende Aan een stil, uitgeleefd stationnetje kocht ik 't badnummer van „Het Leven". Toen ik het doorbladerde, legde ziah als een koude hand op mijn hart. O zeker, je kunt best zeggen: „Vind je dat nu zóó erg? mogen we niet eens her innerd worden aan den gouden tijd van jong zijn en vroolijk zijn en^ terugdenken aan zee en zilten wind en een feestelijke vrijheid en ongedwongenheid Maar toch ik heb me over dat nummer geschaamd. Ik ga hier niets zeggen over den Redacteur. Die zal eenmaal verant woording moeten afleggen van al zijn da den aan God, evenals ieder van ojns dat zal moeten doen, vérantwoording over het gebruik van onze talenten en hoe we die gebruikt hebben. Maar ik heb me verbaasd afgevraagd: „Wat gaat er van een land worden, dat zóó zijn vrouwen eert, zóó zijn jong,, mooi lief vrouwelijk Nederland te koop biedt aan de begeerige blikken van degenereer den. Wat moet er van een volk worden, waarvan de jonge dochteren toestemming geven, om zóó afgebeeld te worden? iVat moet er van een volk worden, dat dit nummer zóó opkoopt, dat het weldra uitverkocht is Wat zou ik me schamen, als een def tige, voorname, fijngevoelige Britsch-In diër dit nummer inzag, of een hoogstaan de Javaan met zijn beschaafd aanvoelen. Wat moeten 2e van ons, een Christe lijke natie, denken „Misschien bezorg ik „Het Leven]' door mijn bespreking nog meer mijns 'inziens ongewenschte populariteit. Het kan best zijn, maar er zijn sommige dingen, die maar eens van het hart afmoeten. Ik kan niet begrijpen, dat wij, vrouwen, 200'n badnummer dulden, en het ccis door ons protest nog niet gelukt is, dat zoo'n uitgever met zijngeheele omlaag blijft zitten, en als we nog zop weinig de algemeene opinie hebben kunnen ver anderen, dat men gaat inzien, wat een bëleediging zoo'n nummer is. Ik vraag aan u, ernstig denkende vrou wen en meisjes, die gelooft aan uw hei lige roeping, niet „Vind je dat nu zoo erg?" maar: „Zullen we dit nog langer verdragen? Zullen we niet protesteeren, ieder in eigen kring, op eigen plaats bij eigen gelegenheid, tegen de mogelijkheid dat zulk een aflevering uitgegeven en uitverkocht wordt?" hadden geen kruisverhoor ondergaan; er was geen reden voor, iedereen had dezelfde geschiedenis te vertellen, de getuigenis van den een vsrschilde niet van die van den ander Het pu bliek vroeg zich nieuwsgierig af, langs welke lijn de verdediging zou worden gevoerd. Niemand kon ook maar in de verste verte gissen, waarop de verde diging zou kunnen berusten. Onder degenen, die bij liet proces aanwezig waren, bevonden, ?ich ver scheidene dames, die mevrouw Blair van zeer nabij hadden gekend; zij keek hen eenmaal in het gelaat, daarna niet meer. Haar oogen zochten het gelaat van kapitein Douglas, die mede aan wezig was en zoo dicht bij haar zat als hij kon. „Ik heb één vriend" zei zij bij zich zelf, „in heel de wijde wereld één vriend" en als haar hart ^cheïn te zul len bezwijken, als zij voelde, dat zij zou ineenzinken, dan keek zij hein aan en dat gaf haar nieuwen moed. Hoe laag zij ook was gevallen, hier was 'n man, die haar in de gevangeniscel op gezocht had en haar zijn liefde had geboden. Gedurende al den tijd, dat deze vreeselijke ketting van bezwaren de getuigenissen tegen haar was ge smeed, leefde zij als in een droom. {WfiT&t vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5