NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 1 SEPTEMBER 1925
kring gevormd werd en men daarover
mediteerde, „een eisch die sommigen
te zwaar vonden". „Maar vol liefde
voor elkaar, onze medemenschen en
de natuur, gingen wij naar onze ten
ten...." v
De schrijfster, blijkbaar een jong
meisje, deelt mede, dat deze proef her
haald zal worden.
Al moge men de beteekenis van dit
gedoe nu niet al te hoog aanslaan, het
is een kenmerkend teeken van onzen
tijd.
En wij zouden het ons kunnen in
denken, dat de ouders, "die hun kinde
ren langs deze naturistische wegen
ter bevordering van den algemeenen
menschenzin zien afgedwaald, bij zul
ke beschrijving toch wel eenigeN zorg
in hun hart voelden opkomen.
De ervaring biedt ook hier rijke
leering.
Er is alle reden, om op de ontaar
ding van dit „natuurleven" der idea
listen" onzer dagen ook, om op de ont
wikkeling van het kampleven waar
aan vele ouders hun kinderen maar
overgeven, zonder blijkbaar te beden
ken waarheen dit alles voeren kan,
nauwlettend acht te geven.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroiepen: Te Wpldendorp, JF.
Huisman te den Andel.
Bedankt: Voor Steenwij ld, J. O. Jörg
te Delfzijl.
GEREF. KERKEN.
Beroiepen: Te AarlanderVeen, H.
Moplhuizen te Krommenie.
Aangenoimen: Najar Tienhöyeiï, E.
L. Smelik, cand. te Santpoort.
Bedankt: Voor Woubirugge, cand. E.
L. Smelik, cand. te Santpoort.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te iWerkendam", J. A.
Riek'el te Moussen.
Bedankt: Voor Harderwijk, A. Zwiep
te Hillegom. i
Ds. A. Stiel f
In het Diac'onessenhuis te Leeuwarden
is overleden Ds. A. Stiel, doopsgezind-
predikant te Rottevalle-Witveen. Ds. S.,
die den ouderdom van 63 jaar bereikte,
werd proponent in 1862, predikant te
Hollum in 1898, te Terhorne in 1905 en
te< Rottevalle in 1910.
Pref. Mr. W. Zevenbergen.
Naar men aan de „Standaard" mede
deelt, is de toestand van Prof. Mr. .W.
Zevenbergen minder goed1. De zieke heeft
een hoogpre temperatuur en was den
afgeloopen na'cht buiten kennis.*
Kerktelefoon.
- Voor den aanleg van kerktelefonen
hier te .lande, ten behoeve van hen, die
om' bijzondere omstandigheden de gods
dienstoefeningen thuis wenscihen te vol-
gen, worden rijksgeleidingen beschikbaar
gesteld tusschen de microfooninstallatie
in de k'erk en de perceelen, die daarop
worden aangesloten.
Voor de ingebruik'geving van deze ge
leidingen is verschuldigd een huur van
per 106 M. dubbeldraad of gedeelte daar
van ad» f 3 per jaar en. f 4 in eens en
voor eens.
De installatie in de k'erk en de telefo
nen i'n de aan te sluiten perceel en wor
den door, de betrokken belanghebbenden
buiten bemoeienis van het rijk aange
schaft en onderhouden.
De noodige geleidingen worden door
het kerkbestuur voor zijn rekening aan
gevraagd aan den districtsingenieur der
telegraphie door tusschenkomst van den
directeur van het betrokken rijkstelefoon
kantoor. Dit bestuur kan de kosten over
de aangeslotenen omslaan.
Be Ned. Herv. Kerk in Afrika.
Het officieel orgaan van de Ned. Her
vormde Kerk' in Afrika „De Hervormer"
geeft een verslag van de* algemeen e kerk
vergadering, die van 17, tot 27 Juni te
Pretoria gehouden, en waaraan het vol
gende is ontleend.
„Uit alles gebleken, dat er .een groo-
te bloei en vooruitgang te ponstateeren
valt. De kerk telt thans 51 gemeenten
met 20 predikanten en twee professoren.
Er waren afgevaardigden aanwezig uit
den Vrijstaat, Natal en Rhodesia), terwijl
•er ook nog gemeenten zijn in Oost- en
Wiest-Afrika, die door den verren afstand
uit den aard der zaak moeilijk afgevaar
digden konden zenden. De vooruitgang
der kerk is groot, doch het valt ook te
constateeren, dat de vooruitgang niet al-
een in de lengte en in de breedte is,
maar ook in de diepte. Er is een groote
belangstelling aangaande de dingen van
het Koninkrijk Gods; er is een geestelijke
ontwaking te bespeuren, die ongetwijfeld
nog tot grooten zegen zal zijn.
Was het getal zielen in ,1922 37,270,
lidmaten 17.370, er waren nu 42.891 zielen
en 19.034 lidmaten.
Zeer sterk' sprak de vergadering zich
uit tegen het deelnemen aan politiek door
de leeraars. De vergadering was geheel
eensgezind in de meening, dat zij zich
zouden onthouden van spreken op den
kansel of de platvormen over partijpo
litiek.
Eveneens oprdeelde de vergadering, dat
het houden van biduren niet aan te be
velen was, omdat men het niet go|ed' acht
te tot bidden gedwongen te worden en
zulke biduren aanleiding geven tot hoog
moed en geveinsdheid.
Zoo werd ook bepaald, dat, aangezien
wij nu een grooter aantal predikanten
hebben en vele jonge mannen studeeren
aan de kweekschool de kerk niet meer zal
beroepen uit andere kerken. Wanneer
evenwel leeraars van andere kerken zich
bij plns beroepbaar willen stellen, moe
ten zij eerst het proponentsexamen af
leggen, vo;or zij beroepen kunnen worden.
Het congres te Stockholm.
Aan een artikel van Prof. Hepp in
„De Reformatie" over het Wereldcon
gres van Kerken te Stockholm is het vol
gende ontleend:
„Wanneer men echter let op het inner
lijk samenstel van zulk: een vergadering,
I maakt zich dra een gevoel van teleur
stelling Van u meester.
Natuurlijk zullen anderen dit wijten aan
Gereformeerde onbuigzaamheid en zwart
kijkerij.
Maar de Gereformeerde zelf weet be
ter.
Het zou hem wat liefs- waard zijn,
indien dit congres zoo ware ingericht,
dat hij er zfch thuis kon gevoelen.
De katholiciteit van het Christendom
is" hem een geloofsstuk', waarvan hij" zoo
gaarne een begin van verwerkelijking zou
aanschouwen.
Evenwel moet hij daarvoor te Stock-
na ün met iïijn. Stockholm is bij alle ge
lijkenis in waarheid de antipode van
Nicea.
/trrst 'ae Typeering „ITïcea cfer etiïlék"
stelt dat in i?et licht.
Het stemt tot innige droefheid, dat,
wanneer men land en zee heeft afgereisd
o;m als Christelijke kerken saam1 te ko
men, men niet spreekt over Hem, Wiens
Naam eeuwig eer. moet ontvangen, maar
over den mensch en zijn aardsche be
langen. lA|
De laatste dienen ook behartigd, maar
daarvoor r'oept men geen concilie saam.
Die hooren thuis op Christelijke soci
ale congressen.
Dit is de schrille tegenstelling tusschen.
Nicea en Stockholm.
Te Nicea stond de Drieëenige ,Gpd
in het centrum der beraadslagingen.
Te Stockholm de mensch.
En dan nog niet het meest de mensch
in zijn diepen nood en .behoefte aan ver
lossing.
Maar de mensch in zijn tijdelijke zor
gen.
En als een man als de Saksische bis
schop Ihmels niet geheel en al van zijn
geloof kan zwijgen, wordt hem dogmat
tische starheid verweten. 1
Wat geeft Stockholm een treurig beeld
van het Christendom onzer dagen te zien.
Het Christendom gaat achter het hu
manisme schuil.
Als concilie kan Stockholm niet an
der! dan een fiasco worden.
Trouwens, door de weigering van Ro
me om mee te doen is het al dadelijk
een romp-,,concilie" geworden.
Hoe kö|n men zoo naïf zijn ook slechts
één op'genblik te meenen, dat Rome zou
willen of kunnen deelnemen?
Wij willen echter niet betwisten, dat
Stockholm zijdelings eenig nut kan af
werpen.
Ongetwijfeld zullen daar vöoraanstaan-
mannen, die min of meer op dezelfde
geloofsbasis staan, in particuliere ge
sprekken elkander leeren kennen en beter
leeren kennen.
Dat vpordeel achten we niet gering".
f TWEEDE BLAD.
Wat de bladen zeggen.
Naar de natuur terug.
Het kampleven schrijft de Stan
daard neemt in den vacantietijd
blijkbaar steeds grootere afmetingen
aan. En het verkrijgt vormen, die ern-
jstige menschen tot nadenken behoo-
"ren te stemman
Men vindt er een afspiegeling in van
'het moede Worden, van de oververza
diging van het moderne cultuurleven,
dat in de groote stad zijn hoogtepunt
pleegt te vinden. Terug naar de na-
Ituur is thans weer de leus, die vooral
vele jonge harten bekoort, welke dan
tevens getrokken worden door de
grootsche idealen van broederschap
en vrede onder de menschen en de
volkeren.
Een herleving van het Rousseau-
ideaal.
Dit kampleven wordt reeds interna
tionaal.
De bladen berichtten than9 over een
.internationaal kamp ergens in
Frankrijk, een proef, genomen op ini
tiatief van een Hollandsche meisjesstu
dente, ter bevordering van de interna
tionale vriendschap.
Wij lazen er een beschrijving van
door een deelgenootet in het „Vader
land."
Er waren 150 deelnemers, mannen
en vrouwen, jongens en meisj'cs. De
leeftijdsgrens was 20 jaar. Er waren
er ook heneden die grens.
In dit tentenkamp was de geest
zeer „ongedwongen." Geen wonder,
waar de organisatie van het kamp be
rustte bij de „Naturisten" die den
schakel willen vormen tusschen het
cultureel ongezonde stadsleven en„het
den menschen oorspronkelijk toege-*
dachte leven in de vrije natuur." Zij
dringen aan op vereenvoudiging van
het leven in kleeding en genotmidde
len, alles gebaseerd op de resultaten
van de biologische en sociologische
wetenschappen.
Sommige van hen wénschen de
groenten ongekookt te eten. De ge
kookte vinden zij te geciviliseerd. Kou
sen en schoenen zijn natuurlijk afwe
zig. De echte naturisten loopen in een
kort geweven tunica van lichtgekleurd
linnen.
Men kan zich" van deze lieden nu
wel ongeveer een voorstelling vormen.
Er waren in het kamp vertegenwoor
digd 'Anarchisten, Communisten, Soci
aal-Democraten, vrije jeugd, enz.
Allerlei revolutionair pacifisme, naar
men ziet.
De schrijfster verhaalt dan van de
onderwerpen, die werden behandeld.
Zij vond het leven in het kamp heer
lijk. Om zeven uur gewekt, dan zich
wasschen in de beek, die het kamp
terrein begrenst "dan het voedsel toe
bereiden, met als vergoeding voor het
ontbreken van den vleeschsmaak een
jof, ander bijsmaakje. Dan conferentie
I onder een grooten ap'pelboom van 11
'tot 1.
Men hield er zich niet altijd aan,
want een van de leuzen was: weg met
de Pruisische discipline. Dan ging
men heel een dag op stap en „hoorde
conferenties in badcostuum" ergens
•gelegen aan "den weg.
Des avonds ging het 't mooist. Dan
,zat men om het kampvuur in allerlei
■fantastische kleeding gehuld in de
kens, en luisterde naar de zangen van
vrede en verbroedering. De te hoop ge-
loopen bevolking van den omtrek kon
dan ook iets van al dat moois beluis
teren.
Ten slotte: „den laatsten avond, idat
allen er waren de aflegging van den
grooten eed afgelegd door bijna alle
jongens en meisjes: liever te sterven,
dan de wapenen op te nemen of iets te
doen voor de groote oorlogsvoorberei
ding. Waarna de groote hroederschaps
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
30)
Zijn vrienden stonden dicht om hem
heen, een of twee hunner spraken hem
tegen, maar hij herhaalde de woor
den en stierf. Een onderzoek werd in
gesteld en de uitspraak was: „Gestor
ven aan arsenicum-vergiftiging." Ba
rones Blair werd in voorloopige hech-
.tenis genomen en het huis werd in
handen van de politie gesteld.
Er had huiszoeking plaats en in een
verborgen plaats van mevrouw Blair s
kapdoos werd een pakje arsenicum ge
vonden, waarvan een kleine portie was
afgenomen. Overigens werd er geen
Vergif gevonden, ofschoon er een zeer
nauwkeurige huiszoeking plaats ha'd.
Bij nader onderzoek bleek, dat barones
Blair. dit arsenicum had gekocht eeni-
i gen tijd geleden in den winkel van de
Gebroeders Clelland, Hoogstraat, te
Athole.
Dit waren de feiten, die de jury had
te overwegen. Ten eerste, dat man en
vrouw niet gelukkig samen leefden;
ten tweede, dat de man stierf tengevol
ge van vergiftiging en hiervan zelf zijn
.vrouw,,beschuldigde; en ten derde, dat
hetzelfde vérgif in het bezit van de
yrouw werd gevonden.
Al deze dingen zouden, naar "hij
vreesde, leiden tot de gevolgtrekking,
dat de gevangene schuldig was aan de
misdaad, waarvan zij- was aange
klaagd."
Een gewichtig proces-verbaal van de
feiten, waarnaar met ademlooze be
langstelling werd gefluisterd. De ge
vangene zat roerloos. Zelfs had zij zich
niet ingedacht, hoe vreeselijk deze
schakels in elkaar pasten. Toen kwa
men de getuigen a charge; sommigen
van hen waren onwillig genoeg, maar
het recht moet worden betracht.
De eerstgenoemde was Sir John Hart
wiens bleek, droevig gelaat en zachte
stem duidelijk te kennen gaven, hoe
zwaar het hem viel.
Zijn getuigenis was belangrijk.
„Ik zat in de oranjerie met baron
Blair en kapitein James. Baron Blair
was opgeruimd en, voor zoover wij
konden nagaan, goed gezond. Wij spra
ken over de aanstaande wedrennen te
Ardrossan, toen barones Blair binnen
kwam en mij een kop koffie bracht,
die zij naast mij neerzette. Ik at daar
'dikwijls en mevrouw Blair weet, dat
ik van koffie houd. Zij vroeg kapitein
James, of hij koffie wenschte, doch
hij antwoordde lachend, dat de avond
te warm was om iets anders te gebrui
ken dan selterswater en sherry. Ba
rones Blair ging terug naar de salon
en binnen enkele oogenblikken kwam
zij weer met een tweede kop, die zij
bij haar man neerzette. Ik kan mij
niet herinneren, of zij ook enkele woor
"den met elkaar* wisselden. Toen ver
liet barones Blair de kamer.
Getuige ging voort met mededeelin-
gen te doen omtrent het verder ver
loop van den avond. Toen hij geëin
digd had scheen haar zaak donkerder
dan ooit.
Zij keek hem strak- aan, terwijl hij
sprak en haar gelaat werd nog iets
bleeker en de gejaagde blik in haar
oogen nog hulpeloozer.
Kapitein James werd daarna opge
roepen, hij gaf hetzelfde getuigenis, in
geen enkel opzicht verschillend van
die van Sir John Hart.
Noch sir Alan Fletcher, noch kapi
tein Douglas waren opgeroepen als
getuigen, daar zij zelfs nog minder
wisten dan Sir John en kapitein Ja
mes.
Toen -kwam het getuigenverhoor
van de d.oktoren, beide in haar nadeel
Ieder ernstig woord, dat zij uitten,
scheen haar zaak duisterder en hope-
loozer le maken. Het was dezefde nood
lottige geschiedenis de beschuldi
ging van haar man, het vinden van
arsenicum in het bezit van de be
klaagde.
Toen kwam knecht en de kame-
G-erefcrmeerde Gemeenten in
Hongarije.
Volgens „Die Christliche Welt" zou de
Tsjechische regeering aan de Hongaar-
sche Gereformeerde gemeenten toestem
ming tot de oprichting van een Theo
logische school hebben geweigerd. Ook
de nieuwe kerkorde dier gemeenten zou
zijn afgekeurd.
De Theologische School te Grand
Rapids.
Den I5den Maart van het volgende jaar
hoopt de theologische school te Grand Ra
pids haar halve eeuwfeest te vieren, naar
„De Bazuin" mededeelt.
Deze school was klein in haar begin.
Zij had slechts één professor. Maar in
1884 werd een tweede hoogleeraar be
noemd: Ds. G. H. Hemkes. En in den
loop der jaren groeide de kleine Theo
logische school uit tot twee zelfstandige
inrichtingen: de Theologische school, die
de theologische opleiding geeft voor de
aanstaande predikanten, en het Calvin-
College, dat niet alleen het voorbereidend
onderwijs geeft voor de "aanstaande die
naren, maar ook' om vóór te bereiden voor
de studie in de andere faculteiten en
tevens om de jonge leden der Chr. Ge-
ref. Kerk een beschaafde opvoeding te
'geven.
Het Curatorium van. de Theologische
school en het Calvin-college hebben thans
een commissie benoemcL, om een gedenk
feest te organiseeren op 15 Maart 1926,
waartoe o|ok een afgevaardigde van de
Theologische school te Kampen, van de
Vrije Universiteit te Amsterdam en .van
de Theologische school te Potchefstroom
zullen worden uitgenoodigd.
Schoolblijven.
Naar aanleiding van de gevallen van
vergeten schoolkinderen, schrijft een on
derwijzer in „Nieuw Nederland" over
schoolblijven het volgende:
Een uitnemend tuchtmiddel is 't school
blijven, mits goed toegepast voor luie,
slordige, nalatige leerlingen. Bijwerken,
overdoen, inhalen is de natuurlijke straf
voor dergelijken. En duurt het niet te
lang, bijv. een kwartier, dan kweekt het
ook geen verbittering. Maar bovenal,
laat de onderwijzer zich niet aan zijn
plicht onttrekken, bij zijn leerling in de
klas te blijven.
't Is in mijn oogen schande, een leer
linge in de klasse aan het werk te zetten,
zonder dat het bijzijn van de onder,wijV
zer hem tot werken dwingt. Wat moet
er op die manier terecht komen van het
werk en den tijd, daaraan besteed bij
den trage, die alleen tengevolge zijneer
betreurenswaardige eigenschap achter is
geraakt? Hij komt niet uit het moeras.
En terwijl de stakker alleen zit te zwoe
gen, drinkt de onderwijzer een thee
tje of gaat wandelen. Ik bedoel^met on
derwijzers natuurlijk ook onderwijzeres!-
sen.
De treurige gevolgen te Delft en te
Dordt liggen niet in 't schoolblijven, maar
in 't plichtsverzuim der betrokken onder
wijzeressen enin de zwakheid der
schoolhoofden, die toestaan, dat zulks ge
beurt.
Laat de Gemeentebesturen aan iedere
openbare en Bijzondere school een Lïps-
slot aanbrengen aan de voordeur, dan kan
voortaan geen- kind meer worden opge
sloten. Het kleinste kind opent aan den
binnenkant met gropt gemak de deur
door het omdraaien van een metalen plaat
je. Van opsluiten in school kan dan geen
sprake meer zijn.
Examen Fzansch L. O.
Voor het examen Fransoh L. ,0., de
zer dagen te Utrecht afgenomen en Za
terdag geëindigd, hadden zich aangenield
471 manneiike en 218 1 vrouwelijke Candida
ten. Daarvan hebben zich teruggetrokken
182 mannelijke en 65 vrouwelijke candii-
daten. Afgewezen werden 16S. mannelijke
en 54 vrouwelijke candidaten. Geslaagd
zijn 121 mannelijke en 99 vrouwelijke
candidaten.
Martha-stichting te Alphen.
De 42-ste jaarvergadering van de Mar-
tha-stichting te Alphen a'. d. Rijn, wordt
Woensdag 2 Sept a.s. op het terrein
„Rijnstroopa", aldaar gehouden.
's Middags half 2 uur hoopt in de
kerkzaal de voorzitter. Dr. J. Th. de Vis
ser een openingsrede te houden, .waarna
mededeelingen volgen door den directeur
der stichtingsschool, den heer J. Tuin
man die hoopt te refereeren over: „Onze
Soholen".
Voor de jaarvergadering worden de ge
houwen, enz. bezichtigd; daarna kinder
gezang en kinderspelen.
nier Lucy Earnshaw; eindelijk de apo
thekersassistent Charles Ramson.van
de Gebroeders Chelland, die zwoer,
dat hij op genoemden datum arseni
cum aan beklaagde had verkocht en
"die het boek toonde, waarin zij haar
naam had geteekend.
Toen schenen de schakels, die het
onomstootelijk bewijs van haar schuld
aaneenregen, compleet te zijn; zij die
bij zichzelf hadden gezegd, dat zij te
jong was, er te onschuldig uitzag voor
zulk een lage misdaad, wijzigden hun
opinie, zij, die afgaande op haar jeugd
en schoonheid, uiting hadden gegeven
aan hun vertrouwen in haar, hadden
het verloren de aaneengeregen fei
ten, die haar schuld aan het licht
brachtten, vorm'den een zoo goed slui
tende ketting, dat er geen speld was
tusschen te krijgen. Gezichten die tot
dusver onverschillig waren geweest,
kregen nu een droevige uitdrukking:
het was niet mogelijk haar aan te zien
zonder medelijden, denkende aan liet
vreeselijk lot, dat haar wachtte.
„Ik zal nooit weer vertrouwen op
een lief gezichtje" zei menigeen in die
dichte menigte.
Toen werd de diepe, klankvolle stem
van Sir Burton Cairne3 weer verno
men.
Hij gaf aan hoe het nu stond met de
gerechtelyke vervolging. De getuigen
VINDT JE DAT NU ZOO ERG.
Mevrouw v. Hoogstraten-Schoch schrijft
in „De Nederlander"
Ida Meyermans heeft kprt geleden een
artikel geschreven over: „Vind je dat
nu zoo erg?"
Gebrek aan verantwoordelijkheids ge
voel, slapheid en losheid van zeden wor
den in onze dagen maar al te vaak tege
moet gekomen met den uitroep: „Vind
je dat {Hu woo erg?" Als Ida Heyer-
mans in mijn buurt gewoond had, zou ik
met het badnummer van „Het Leven"
naar haar toe ?ijn gestapt pm haar 'dat
te laten zien.
Ik ken „Het Leven" niet, ik kijk het
nooit in en bezit het ook niet. Be reis
echter altijd net als een schilder, met
een klein schetsboekje in mijn zak, en ik
maak schetsen in trams en treinen en
volle zalen en noteer de uitdrukkingen
van gezichten en leg in mijn geheugen
vast allerlei dingen, die ik zie gebeuren.
Ik zag in een spoorwegcoupé een
oudere man het badnummer van „Het
Leven" inkijken, terwijl om zijn wellustige
lippen een zekére grijns lag, die maakte,
dat een koude rilling over mijn rug liep.
.Waar had ik die uitdrukking meer ge
zien?
Bij een gier? Ja zeker, bij een gier.
Ik zag hem het blad overrijken aan
een maat, die een eindje verder in de
coupé zat. Ook op diens gezicht kwam
dat zekere, dat zop moeilijk te beschrij
ven valt.
Ik moet dat nummer, dat die uitdruk
king op zekere gezichten wakker roept,
toch eens zien te krijgen, dacht ik,
want bij studie hoort materiaal.
Ik vroeg „Het Leven" aan een jongetje
op het perron.
„Uitverkocht", zei het joggie, ouwe
lijk grinnekend.
Ik vroeg het aan den man van den
boekenstal van een groot spoorwegsta
tion:
„Uitverkocht", zei de man. „lang uit
verkocht". En er lag een grijns op zijn
gezicht.
Ik vroeg het aan den houder van een
kiosk op het drukste punt van een onz^x
groote steden.
„Dat verkoopen we hier niet", zei ds
man, me verwonderd monsterende
Aan een stil, uitgeleefd stationnetje
kocht ik 't badnummer van „Het Leven".
Toen ik het doorbladerde, legde ziah
als een koude hand op mijn hart.
O zeker, je kunt best zeggen: „Vind je
dat nu zóó erg? mogen we niet eens her
innerd worden aan den gouden tijd van
jong zijn en vroolijk zijn en^ terugdenken
aan zee en zilten wind en een feestelijke
vrijheid en ongedwongenheid Maar toch
ik heb me over dat nummer geschaamd.
Ik ga hier niets zeggen over den
Redacteur. Die zal eenmaal verant
woording moeten afleggen van al zijn da
den aan God, evenals ieder van ojns dat
zal moeten doen, vérantwoording over
het gebruik van onze talenten en hoe we
die gebruikt hebben.
Maar ik heb me verbaasd afgevraagd:
„Wat gaat er van een land worden, dat
zóó zijn vrouwen eert, zóó zijn jong,, mooi
lief vrouwelijk Nederland te koop biedt
aan de begeerige blikken van degenereer
den. Wat moet er van een volk worden,
waarvan de jonge dochteren toestemming
geven, om zóó afgebeeld te worden?
iVat moet er van een volk worden,
dat dit nummer zóó opkoopt, dat het
weldra uitverkocht is
Wat zou ik me schamen, als een def
tige, voorname, fijngevoelige Britsch-In
diër dit nummer inzag, of een hoogstaan
de Javaan met zijn beschaafd aanvoelen.
Wat moeten 2e van ons, een Christe
lijke natie, denken
„Misschien bezorg ik „Het Leven]' door
mijn bespreking nog meer mijns 'inziens
ongewenschte populariteit. Het kan best
zijn, maar er zijn sommige dingen, die
maar eens van het hart afmoeten.
Ik kan niet begrijpen, dat wij, vrouwen,
200'n badnummer dulden, en het ccis
door ons protest nog niet gelukt is, dat
zoo'n uitgever met zijngeheele omlaag
blijft zitten, en als we nog zop weinig de
algemeene opinie hebben kunnen ver
anderen, dat men gaat inzien, wat een
bëleediging zoo'n nummer is.
Ik vraag aan u, ernstig denkende vrou
wen en meisjes, die gelooft aan uw hei
lige roeping, niet „Vind je dat nu zoo
erg?" maar: „Zullen we dit nog langer
verdragen? Zullen we niet protesteeren,
ieder in eigen kring, op eigen plaats bij
eigen gelegenheid, tegen de mogelijkheid
dat zulk een aflevering uitgegeven en
uitverkocht wordt?"
hadden geen kruisverhoor ondergaan;
er was geen reden voor, iedereen
had dezelfde geschiedenis te vertellen,
de getuigenis van den een vsrschilde
niet van die van den ander Het pu
bliek vroeg zich nieuwsgierig af, langs
welke lijn de verdediging zou worden
gevoerd. Niemand kon ook maar in de
verste verte gissen, waarop de verde
diging zou kunnen berusten.
Onder degenen, die bij liet proces
aanwezig waren, bevonden, ?ich ver
scheidene dames, die mevrouw Blair
van zeer nabij hadden gekend; zij keek
hen eenmaal in het gelaat, daarna niet
meer. Haar oogen zochten het gelaat
van kapitein Douglas, die mede aan
wezig was en zoo dicht bij haar zat
als hij kon.
„Ik heb één vriend" zei zij bij zich
zelf, „in heel de wijde wereld één
vriend" en als haar hart ^cheïn te zul
len bezwijken, als zij voelde, dat zij
zou ineenzinken, dan keek zij hein aan
en dat gaf haar nieuwen moed. Hoe
laag zij ook was gevallen, hier was 'n
man, die haar in de gevangeniscel op
gezocht had en haar zijn liefde had
geboden. Gedurende al den tijd, dat
deze vreeselijke ketting van bezwaren
de getuigenissen tegen haar was ge
smeed, leefde zij als in een droom.
{WfiT&t vervolgd)*