Gemeenteraad Leiden.
I Vervolg.
I .10 Benoeming van een tijdelijk leeraar
I in de Hoogduitsche taal aan het Gym-
«nasium, voor den cursus 19251926.
193
Benoiemd wordt de ^eer B. H. D.
Von Arnim'.
20 Benoeming van eene tijdelijke leer-
&res in het Nederlandsch aan de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor
,(den oursus 19251926. 187,
1 Benoemd wordt Mej. Dr. S. Ho'fker.
30 Benoeming van eene tijdelijke leer-
1 ares in het Duitsch aan de Hoogere
'Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor
'den .cursus 1925—1926. 187,
Benoemd wordt Mej. Dra. E. A. W.
Broes van Dort.
40 Benoeming van een tijdelijke leer
aar in de plant- en dierkunde aan de
Hoogere ^Burgerschool met 5-jarigen cur
sus, .voor den cursus 19251926. 198
Benoemd wordt Dr. J. A. Wi Groene-
wegen, leeraar aan de Rijks H. B. S. te
Breda.
50 Benoeming van negen leden der
Commissie tot wering van Schoolverzuim.
188
Benoemd worden de heeren W. F. de
Bree, B. Basma, M. J. B. Herfst, R. G.
M. Hueber, Ph. Rank, J. Schouten, N.
IÏB. M. Vreeburg, A. J. den Hollander
en P. G. Hoeks.
60 Balans en Verlies- en Winstreke
ning, dienst 1924, van het Grondbedrijf.
Goedgekeurd.
1 70 "Rekening, dienst 1924, van het Bur-
gerlijk Armbestuur.
Goedgekeurd.
80 Staat van af- en overschrijving op
de begrooting, dienst 1924, van den Dis
trict-Keuringsdienst ,van Waren.
Goedgekeurd.
90 Balans en Verlies- en Winstreke
ning, dienst 1924, van den District-Keu
ringsdienst van Waren.
Goedgekeurd.
100. Voorstel tot overbrenging van het
dienstjaar 1924, op dat van 1925 van gel
den in verband met de voldoening van
onbetaald gebleven vorderingen en het
nog niet verwerkt of verbruikt zijn van
verleende credieten, alsmede tot over
brenging van verschillende ontvang- en
uitgaafposten yan den kapitaaldienst. 199
Goedgekeurd.
110. Rekening van de ontvangsten en
uitgaven der gemeente over het jaar 1924
met inbegrip van die der Haarlemmer
trekvaart. 185
Goedgekeurd.
120. Voorstel tot aanvaarding van de
voorwaarden, waaronder door- Gedepu
teerde Staten vergunning is verleend voor
den aanleg en de exploitatie van een hoog
spanningshjn, uitgaande van een hoog
spanningskabel in dé gemeente Zeven
huizen, ten behoeve van de levering van
draaistroom aan de gemeente Moerk'apel-
le, alsmede aan den polder „De Hon
derd Morgen of Wilde Veenen". 189
Goedgekeurd.
130. Voorstel:
a. tot goedkeuring van de bedragen
over het jaar 1924 besteed voor de nor
male uitbreidingen der Gasfabriek en der
Electriciteitsfabrielc
b. tot aanvulling van het uitbreidings
kapitaal der Electriciteitsfabriek;
c. tot vaststelling van den desbetref-
fenden .begrootingsstaat. 190
Goedgekeurd.
140. Voorstel tot het aangaan van een
overeenkomst betreffende de levering van
I electriciteit in de gemeente Noordwijlcer-
j hout, door ds Stedelijke Electriciteits-
fabriek .te Leiden. 196
Goedgekeurd.
150. Voorstel tot het aangaan van een
overeenkomst, betreffende <is levering
ivan elektriciteit in de gemeente Koude
kerk, door de stedelijke Electriciteits
fabriek te Leiden en tot wijziging van
de met de gemeente Koudekerk gesloten
overeenkomst betreffende de levering van
gas in die gemeente door de Stedelijke
Gasfabriek te Leiden. 197
Goedgekeurd.
160. Praeadvies op het verzoek van de
Nederlandsche Vereeniging van Fabri-
I kanten van Timmerwerken, inzake de wij
ze \vaarop de aanvragen en de toewij
zing van timmerwerken geschieden. 191
I De heer Wilbrink (C. H.) hoopt,
dat B. en W. spoedig zullen doen wat zij
zeggen voor te staan, n.l. de vrije con
currentie, zulks in het belang van de ge
meente. Er zal voordeeliger worden in
geschreven, .wanneer de inschrijvers wor
den vrijgelaten in het kiezen van de fabrie
ken waar zij hun materialen willen bestel-
I len.
De heer v. Stralen (S. D. A. P.)
1 meent, dat niet moet worden afgeweken
van de gewoonte om zooveel mogelijk
het werk te laten in handen van Leidsche
krachten.
De heer Splinter (C. H.) sluit zich
hierbij aan.
j De heer Wilbrink zegt, dat hier
slechts uitzondering wordt gemaakt voor
een bepaalde categorie. Er zijn handelaren
die hun materiaal rechtstreeks van buiten
laten komen, waar dus heel geen Leid
sche krachten aan hebben gewerkt. Men
treft nu alleen de timmerfabrieken.
Na verdediging van weth. Mulder
wordt het afwijzend prae-advies van B.
en W. z. h. st. aangenomen.
170. Voorstel:
a. tot nadere regeling van het verhaal
van bijdragen voor inkoop van diensttijd
[ingevolge de Pensioenwet 1922;
b. tot het verleenen van een tegemoet
koming in de bijdrage voor inkoop van
diensttijd voor pensioen aan thans in
dienst der gemeente zijnde ambtenaren,
die vóór 1 Juli 1925 een verzoek tot in
koop van diensttijd voor pensioen inge
volge de Pensioenwet 1922 hebben in-
ingezonden. 194 en 195.
De heer Heemske.rk (R.K.) keurt
het af in B. en W. dat zij tusschen de
ambtenaren die in gem. dienst zijn en
hen die dien dienst al hebben verlaten
een scheiding hebben gemaakt. In som
mige gevallen zal dit voor de reeds ver
trokkenen nadeelig verschil door een
prouoUft worde* wrtcgjxL die mud A
NIEUWE LEIDSCHE
vrucht was van wat zij hier geleerd heb
ben, maar in 't algemeen kan daarop
niet worden gebouwd.
De heer Baart (S.D.A.P.) gevoelt niets
voor den voorgestelden maatregel, die
slechts een besparing van f 30.000 zal
geven. Daarbij is spreker principieel
tegen iedere pensioenstorting.
In overeenstemming met wat door
het G.O. werd beslist moet spr. zich in
elk geval verzetten tegen een poging
om hen die den gemeentedienst heb
ben verlaten 50 pet. te laten bijdragen.
De heer Zuidema (A.R.) meent dat
het niet aangaat de financieele gevol
gen van aanhangige voorstellen te be-
oordeelen naar het bedrag dat er di
rect mee gemoeid is. Op die manier
kan men ieder voorstel als van weinig
beteekenis goedkeuren of veroordeelen
zeer ten nadeele van de gemeentefinan
ciën. Spr. meent dat het voorstel niet
in strijd is met wat door het G. O. werd
beslist. Er werd "daar een voorstel in
gediend om de verhoogde bijdrage te
eischen alleen van hen die na 1 Juli
1925 tot inkoop van diensttijd heslui
ten en die den gemeentedienst hebben
verlaten. Om formeel e redenen, omdat
gevreesd werd dat het niet goedge
keurd zou kunnen worden werd echter
het laatste gedeelte weggelaten. Nu
B. en W. echter een uitweg hebben ge
vonden waarbij dit wel mogelijk is,
heeft Spr. tegen het voorstel geen be
zwaar.
De heer W i t m a n s (D.P.) is tegen
het voorstel. Spr. meent dat een amb
tenaar eigenlijk niet heeft bij te dra
gen voor zijn pensioen.
De heer Wilbrink (C.H.) is er ook
tegen dat men onderscheid wil maken
tusschen ambtenaren die wel, en hen
die niet meer in dienst van de gemeen
te zijn. Een gesloten overeenkomst
moet, tegenover iedere categorie amb
tenaren zoo lang mogelijk gehandhaafd
blijven.
Weth. Sanders herinnert aan den
oorsprong der bestaande regeling.
Nu de gemeente de bevoegdheid heeft
gekregen om 50 pet. van de inkoopsom
te verhalen meent spr. dat in het bij
zonder onze gemeente verstandig en
billijk zal doen, althans gedeeltelijk
van die bevoegdheid gebruik te maken.
Het verwondert spr. dat nu door het G.
O. eenstemmig een besluit is genomen,
sommige leden in den Raad weer een
afwijkende meening verdedigen.
Spr. vraagt zich af: wat heeft men
op deze manier aan het georganiseerd
overleg? (instemming; stemmen:
Baart.)
De gemeente heeft niet vrijwillig de
huidige pensioenslasten op zich genp-
men. Zij werden haar bij de wet opge-
legd.
Dat was voor de betrokkèn ambtena
ren zuiver een voordeeltje. Nu echter
dezelfde wet de gemeente de bevoegd
heid geeft zich van een deel der haar
opgelegde lasten te ontdoen, mag zij
daarvan met vrijmoedigheid gebruik
maken.
De heer Heemskerk (R.K.) noemt
als zijn bezwaar dat zij die vrijwillig
hun pensioen hebben ingekocht, dit
misschien niet zouden hebben gedaan
wanneer zij hadden geweten dat het
verhaal later toch 50 pet. zou worden
opgevoerd.
De heer Knuttel (Comm.) ver
klaart zich tegen ieder verhaal op de
pensioensbijdrage.
De heer v. S tra le n (S.D.A.P.) zegt
het G. O. van veel beteekenis te ach
ten. In het algemeen meent spr. dat de
leden daarvan zich hij een genomen
beslissing moeten neerleggen,, en dat
ook de raad zoo'n uitspraak moet eer
biedigen. B. en W. hebben dit niet ge
daan, maar zijn van het advies van het
overleg afgeweken. Daarom zal spr.
ook in dit geval afwijken van de hou
ding van.liet G. O.
De heer Zuidema (A.R.) legt den
nadruk op het adviseerend karakter
van het G. O. Er is geen sprake van
dat het G. O. zou mogen gaan zitten
op de plaats van den gemeenteraad.
Verder onderstreept spr. dat het hier
geen overeenkomst tusschen de ge
meente en haar ambtenaren betreft,
doch slechts een door de wet gescha
pen verhouding. Overigens meent spr.
dat de gemeente wel degelijk tegenover
eigen ambtenaren anders staat dan te
genover hen die vrijwillig en in hun
eigen belang althans naar zij meenen,
de gemeente hebben verlaten.
Wat het bezwaar van den heer
Heemskerk betreft, zegt spr. dat zij die
50 pet. teveel vinden gelegenheid heb
ben hunne aanvrage ongedaan te ma
ken. Spr. meent dat hier van een on
rechtvaardige behandeling geen sprake
is. De bestaande toestand is zoo, dat
naar spr. meent tijdelijke ambtenaren
in een bevoorrechte positie verkeeren.
Dat is toch niet noodig. Uit billijkheids
overwegingen is hij er voor hen die
reeds een aanvrage indienden vrij te
stellen #,maar dit behoeft niet te gel
den voor hen die den gemeentedienst
verlieten.
De voorzitter zegt dat de door
den heer Baart genoemde som met dit
voorspel absoluut geen verband houdt.
Er is geen peil op te trekken, omdat
het alleen geldt van hen die reeds tot
inkoop gerechtigd zijn. Maar het kan
in de toekomst tot het oneindige wor
den opgevoerd, Zooals de heer Zuidema,
COURANT VAN DINSDAG
terecht heeft gezegd, zijn de ambtena
ren volkomen vrij om te doen wat zij
willen.
Het verhaal betreft alleen eigen pen
sioen. Sterft de betrokken ambtenaar,
dan moet de gemeente de geheele bij
drage bekostigen. Op het weduwenpen-
sioen kan niet worden verhaald.
De heer Heemskerk (R.K.) dient
een amendement in strekkende om het
voorgestelde verschil tflsschen vertrok
ken en nog in de gemeente vertoevende
ambtenaren op te heffen.
Weth. Reimeringer (V.B.) die
van den aanvang af een afwijkend
standpunt in B. en W. heeft ingenomen
zegt voor dit amendemeent te zullen
stemmen.
Het eerste gedeelte van het voorstel
van B? en W. wordt hierna met 11—7.
st. aangenomen. Tegen de S.D.A.P. en
de heer Knuttel en de heer Witmans.
Het amendement-Heemskerk wordt
met 99 st. aangenomen. Tegen de
heeren v. d. Reijden, v. Hamel, Huur
man, Splinter Zuidema, Deumer en ide
wethouders Meynen, Mulder en San
ders.
Het aldus geamendeerde voorstel
wordt aangenomen met op 3 na alg.
stemmen. Tegen de heeren Witmans
(de heer Oostdam: hij weet dat liet
toch wordt aangenomen; vroolijkheid)
Baart en Kooistra.
180. Voorstel om B. en W. te mach
tigen
a. to:t aank'oop van een automobiel-
motorspuit met afneembare ladder, in-
plaats ,van een automobiel-reddings-lad-
der;
b. tot den verkoop van niet meer voor
de brandweer geschikt- of benoodigd ma
terieel. 192
Op verlangen van den heer v. Hamel
gaat de raad in een zitting met geslo
ten deuren.
Na heropening wordt het voorstel z.
li s. aangenomen.
(Slot eerste pagina.)
GEMENGD NIEUWS.
Huw1 ijken op zee. Kapi
tein Hartley, van de Leviathan, heeft
-een dezer dagen, even nadat het schip
uit Cherbourg naar Southampton was
vertrokken, een paartje getrouwd. Dit
was al het tweede door hem voltrok
ken. Het huwelijk' op zee wordt be
paald populair.
Enkele getrouwden hadden hem al
(gevraagd, of hij aan boord ook de
bevoegdheid had, scheidingen uit ta
spreken, maar hij had geantwoord dat,
als dat zoo, was, zelfs een zoo groot
schip als dei Leviathan voor de pas
sagiers te klein zou zijn.
In hun hemd. Te Burnliam-on-
sea had een troepje badende meisjes,
0111 de kosten van badkoetsjes te ver
mijden, een 'kleedkamer van strand
stoelen gevormd.
Toen nu de stoel en verhuurder om,
zijn geld kwam, weigerden zij ook' dit
te betalen.
De verhuurder nam toen alle stoelen
weg en liet de meisjes, in letterlijke
m overdrachtelijke zin, in hun hemd
staan.
Fokken van wilde dieren
Ingezetenen van Villers-sur-Lesse, in
de Belgische provincie Namen, zijnJ
zich sedert ©enigen tijd speciaal gaan
toeleggen op het kweeken van wilde,
eenden, welke vooral bestemd zijn voor
de markten van Brussel en Londen.
Te Sart-lez-Spa, in het HoogeVeen
(pirov. Luik! houdt men er een an
dere specialiteit 'op na en wordt thans;
een terrein van 10 hectaren in orde
gebracht voor het fokken van goud
vossen en andere wilde dieren, waar
van de pels veel waarde heeft.
Op hetzelfde terrein, een reusachtigi
heideveld, dat op 540 meter hoogte
ligt, zal ook nog een sanatorium voor
zieke huisdieren worden gebouwd.
E e n infame grap? Ongel'
.Viöer een week geleden is tijdens een
donkeren, regenachtigen nacht uit
Newport (Engeland) een 21-jarigmeis
je verdwenen. Na haar verdwijning,
werden de heuvels en rivieren in de
omgeving der stad direct nauwkeurig
doorzocht, zonder dat echter ook maar
het geringste spoor van de vermiste
kon worden gevonden.
Thans heeft haar familie een schrij
ven ontvangen, dat eenige hoop ge
geven heeft, dat het verdwenen meisje
nog in leven is, indien men hier ten
tninste niet zooals de politieautori
teiten veronderstellen met een ge-
meene grap heeft' te doem
In bejdoeld schrijven wordt gezegd
dat de ouders zich -over hun doch
ter niet ongerust 'behoeven te maken.
Zij is namelijk ontvoerd en volkomen
ongedeerd.
De bedoeling van haar ontvoering is
geweest, een losgeld te krijgen, doch
daar het achteraf is gebleken, dat haar
ouders arme lieden zijn, zijn haar scha
kers bereid, haar vrijwillig en zonder
losgeld vrij te laten.
.Volgens het schrijven zou zij he
dennacht om 2 uur voor de deur van
haar woning in gechloroformeerden
toestand worden neergelegd, echter al
leen dan, als het schrijven zou wor
den gepubliceerd, hetgeen dan ook in
derdaad is geschied. De'brief is on
derteekend mot: „De zwijgend© vreem
delingen".
Zooals echter reeds gezegd, meent
dei politie hier met een infame grap
t-Va doen le hebben en. zii snaurt thans
AUGUSTUS 1925:
jj vorig naar den schrijver van het
epistel.
Doode-1 ijk ongeval. In een
der in aanbouw zijnde huizen aan de
■Klooster Koolhof (Scha©s berg 2r.VAg
te Heerlen, gebeurde Vrijdagmiddag
oen droevig ongelu.k Do timmerman
'L'. uit Kunrade, welke in genoemidi
huis met nog enkele arbeiders werk
zaam was, kwam in aanraking met
een der electrische draden, welke pas
in genoemd gebouw waren aangelegd.
De electrische stroom was van dien'
aard, dat de getroffene onmiddellijk
decid was. Geestelijke en medisch©
hulp was spoedig ter plaatse. De arme
igetroffene laat een weduwe na möff
3 kinderen.
ALEXANDER DE GROOTE EN DE
MUZIEK.
Aan het Amerikaansche muziektijd
schrift de Quarterly Review ontleenen
wij het volgende over de muziek ten
tijde van Alexander:
Koning Philippus, de geniale dronk
aard met de moraal van een gereser-
veerden pqliticus en een soldatesken
afkeer van muziek, had in de laatste
jaren van zijn leven de verbonden
staten van Griekenland gedwongen
hem aan te wijzen als algemeene aan
voerder van hun strijdmachten tegen
de Perzen.
Hij hield zijn oog alleen gericht op
de rijken der satrapen in Klein-Azië,
die reeds grootendeels de Grieksche
cultuur hadden aangenomen, en welke
hij hoopte aan zijn bezittingen toe te
voegen.
Maar toen hij viel door den dolk
van een sluipmoordenaar, verwezen
lijkte zijn zoon Alexander (336-323 v.
Chr.) die hem opvolgde, een grootere
gedachte: de verovering van het Azia
tische wereldrijk en de vestiging van
de Hellenistische wereldcultuur met
een Oostersch uiterlijk.
Alexander erfde de alcoholische nei
gingen van zijn vader; zijn liefde voor
de muziek was blijkbaar een gave van
zijn moordzieke, neurotische moeder
Olympias, een prinses van Epirus,
wier genegenheid voor gedresseerde
slangen een oorzaak van droefenis
geweest moet zijn voor haar aan den
drank verslaafden echtgenoot.
Het is bekend, dat Alexander in
zijn jeugd prijzen uitloofde, waarvoor
fluitisten en harpspelers streden, en
dat Philippus hem eens vroeg, waarom
hij zich niet schaamde zooveel ver
stand van muziek te hebben.
Toen hij, nadat hij over den Helle
spont in Azië gekomen was, werd
uitgenoodigd om de harp van Paris te
bezichtigen, gaf hij te kennen, dat hij
liever die van Achilles wou zien,
waarmee de roem van de dapperen
bezongen was. Ofschoon Alexander
een muziekminnaar was, en tot tal-
looze opera's het zijne heeft bijgedra
gen, valt het niet vast te stellen, of
hij op eenigerlei wijze aanleiding heeft
gegeven dat de muziek invloed uit
oefende in politiek of historisch opzicht.
Het gekletter van staal op de vij
andelijke wapenrusting, de ceremoni-
eele muziek bij groote staatsgebeurte
nissen, de drinkliederen bij zijn bras
partijen waren waarschijnlijk de eenige
betrekkingen welke hij later met de
muziek onderhield.
Ongetwijfeld hebben de mannen van
de Macedonische phalanx, de ruiters
van de Thracische en Thessalonische
heuvels evenals de soldaten van As-
syrië, Egypte en Perzië de liederen
uit de legerplaats gezongen, waarin
een satyre werd gegeven van die
legeraanvoerders die weinig bemind
waren en de oorlogen die den krijgers
niet sympathiek waren, zooals de sol
daten dat heden ten dage nog doen.
En zeker hebben deze liederen,
wier „cantus firmus" de eeuwen door
bewust of onbewust een element van
opstandigheid tegen de onnatuurlijke
toestanden in het militaire leven ge
weest is, er toe bijgedragen om dynas
tieën te onttronen, oorlogen te ver
liezen en versterkingen over te geven,
hetgeen dikwijls in de geschiedenis
belangrijke gevolgen gehad heeft.
Maar over het algemeen ontbreken
bijzonderheden. In hun monumenten
en inscripties spraken de koningen
liefst niet van de opstanden van hun
eigen krijgsvolk.
Het bevel van Alexander, gegeven
bij den dood van zijn vriend Haephaes-
tion, is kenmerkend voor een smart,
welke te groot was, dan dat muziek
ze zou kunnen verzachten.
De borstweringen van de omliggende
steden werden geslecht, de manen en
staarten van alle paarden en muilezels
in het kamp werden afgesneden, allen
moesten rouw dragen, de geneesheer
die den doode had behandeld werd
gekruisigd, en Alexander verbood dat
gedurende geruimen tijd „de fluit of
andere instrumenten" bespeeld zouden
worden. „Laat het donker en stil zijn
in Azië ,'zeide hij.
Als er vreugde heerschte, kwam de
muziek echter weer tof haar recht.
Na zijn terugkeer van den tocht
naar Indië vergastte hij zijn leger 7
dagen lang op een feestelijken door
tocht door Carmania. Het was niet
langer donker in Azië; iedere man
van het leger, van Alexander af, tot
den minsten Macedonischen paarden
knecht was voortdurend „-boven Jan",
wa&t .,de coldnAftQ hanteerden niei
anders dan bekers en drinkvaten va
Thericles, die zij gedurende den ge
heelen tocht uit groote kuipen en krui
ken vulden, en dronken op elkander
gezondheid".
De golf van dronkenschap stroomdi
mee met de muziek van trompettei
en fluiten, van harp en zang en vai
den dans der vrouwen, volgens dei
e ere dienst van Bacchus.
Door de overwinningen van Alexan
der en de stichting van koninkrijken
waarin zijn generaals zijn rijk na ziji
dood verdeelden, met als voornaamst
daarvan Syrië en Egypte, verspreiddi
zich de Helleensche cultuur, de muziel
daarbij inbegrepen, over Azië.
In Alexandrië, en in een honderdta
andere koninklijke residenties wer<
de Grieksche muziek als een kuns
beoefend. Fluit- en cithara-virtuozei
waren even talrijk als thans de viool
en piano-virtuozen, en concertzanger!
bekoorden de harten der koningen.
De invloed van de muziek op poli.
tiek gebied was echter niet zoo on
middellijk.
Als bederfster van karakters, mei
zenuwverslappende werking in tijden
van onophoudelijke twisten, wanneer
alleen de strengste militaire deugden
een koning op den troon kunnen hou
den, blijkt de zang een politieke, ko
ninklijke ondeugd te zijn, steeds ver
bonden met~ vrouwen en wijn.
In de absolute monarchieën van
eertijds had het persoonlijke karakter
van den koning veel invloed op den
loop der historische gebeurtenissen.
Muziek is het verderf van de oude
monarchieën; liefde voor muziek (en
wat er mee samenging) leidde tot den
ondergang van dynastieën.
Terwijl in het Oosten de Seleucidi-
sche koningen van Syrië en de Ptole-
maeën van Egypte hun tronen verloren
bij het zoete lokgeluid van fluiten,
verkregen de Romeinen, wier ernstiger
gemoed nog niet door de muziek was
verwerkelijkt, langzamerhand de heer
schappij over de wereld.
Brief uit Sassenheim
XXI, yy I Ij
Amice,
Juist nadat ik mé vanavond had
verblijd over de schitterende offervaar
digheid die men in verschillende plaat-
tsen. voor de geteisterde ïstrekèn b'etoont
vernam ik het resultaat van de alhiei
(gehouden collecte.
En ik kan niet zeggen, amice, dat
deize medejdeeling mijn blijde stemming
verhoogde. Ongeveer f 2200 is ongetwij
feld een mooi bedrag, maar als we in
(aanmerking nemen dat Lisse ongeveel
Ihet dubbele bedrag opbracht, kan ikjf
toch de gedachte niet (onderdrukkejiJ
dat niet alle Sassenheimers hun plicht
hebben gedaan.
Ik vraag me af, of men zich wei
Voldoende ingedacht heeft, welke
groote zegeningen we hier in. onze wel
varende bloembollenstreek genieten'.
[Vooral in dezen drukken tijd is het
[kostelijk olm eens een kijkje in onze
nijvere bloembollendorpen te nemen.
[Van 's morgens vrde'g tot 's avonds
laat, wordt er gejaagd en gedraafd
en dagelijks worden duizenden kisten
met ons mooie Hollandschei product
verscheept.
(Vooral als men eiken dag in de
(couranten leest van de slapte en ma
laise, waarmede nog zooveel verschil
lende bedrijven hebben te worstelen,
doet die drukte en bedrijvigheid zoo
weldadig aan. En lals wei dan eens even'
over deze dingen nadenken, amice,
(moeten we bekennen dat God ons
groote voorrechten schenkt.
Toen ik dan opk laatst lab van de
schrikkelijke ramp waarmede enkele
plaatsen in ons vaderland waren, geteis-
terd, dacht ik onwillekeurig hoe ver
schrikkelijk' het geweest zo,u zijn indiefn
ieen dergelijke ramp de bloembollen}',
streek getroffen had.
Denk je eens even in, amice, er
Werd verleden jaar voofr ruim dertig
smillioen gulden aan blotetribollen .uit
gevoerd. Dit bedrag zal dit jaar on
getwijfeld nog belangrijk booger zijn.
[En ik geloojf niet dat ik te bout
spreek, als ik zeig, 'dat een 80 pCt.
van dit bedrag verzonden wordt dooi
IHillegom, Lisse en Sassenheim.
Tel hier nog eens bij Öe waarde die
al het plantgoed vertegenwoordigt, ert
tracht je voor te stellen, welk een
schade een wervelwind als 'Borculd
teisterde, Jiier aan had kunnen richten!
juist in den tijd dat alles ter verzei*
ding gereed staat.
En als we dan zien hoiei wij woirdeiï
gespaard, tterwijl een gedeelte vab
onze landgenpoten zoo zwaar woiriü
getroffen, moet onze dankbaarheid
groot zijn. En echte dankbaarheid uit
zich in offervaardigdheid.
Ik herhaal dan ook, amice, als ik
ai deze omstandigheden in aanmerking'
neem, vind ik dat Sassenheim niet
gedaan heeft wat van Sassenheim ver-
Wacht mocht worden.
Ik zou dan ook zeer dankbaar zijn
als deze enkele regels aanleiding gj>
ven mochten, dat deze qf gene nog!
,eens over de zaak na zou denkeflk
en zijn bijdrage alsnog op peil zoü
brengen. Nagiften zullen zoowel dooi
lons plaatselijk Comité als door hst
(Bureau vaij ons blad gaarne- vv ont
vangst wordep. ^genop^RC.
SftS&EMEB