Gemeenteraad Leiden. I Vervolg. I .10 Benoeming van een tijdelijk leeraar I in de Hoogduitsche taal aan het Gym- «nasium, voor den cursus 19251926. 193 Benoiemd wordt de ^eer B. H. D. Von Arnim'. 20 Benoeming van eene tijdelijke leer- &res in het Nederlandsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor ,(den oursus 19251926. 187, 1 Benoemd wordt Mej. Dr. S. Ho'fker. 30 Benoeming van eene tijdelijke leer- 1 ares in het Duitsch aan de Hoogere 'Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor 'den .cursus 1925—1926. 187, Benoemd wordt Mej. Dra. E. A. W. Broes van Dort. 40 Benoeming van een tijdelijke leer aar in de plant- en dierkunde aan de Hoogere ^Burgerschool met 5-jarigen cur sus, .voor den cursus 19251926. 198 Benoemd wordt Dr. J. A. Wi Groene- wegen, leeraar aan de Rijks H. B. S. te Breda. 50 Benoeming van negen leden der Commissie tot wering van Schoolverzuim. 188 Benoemd worden de heeren W. F. de Bree, B. Basma, M. J. B. Herfst, R. G. M. Hueber, Ph. Rank, J. Schouten, N. IÏB. M. Vreeburg, A. J. den Hollander en P. G. Hoeks. 60 Balans en Verlies- en Winstreke ning, dienst 1924, van het Grondbedrijf. Goedgekeurd. 1 70 "Rekening, dienst 1924, van het Bur- gerlijk Armbestuur. Goedgekeurd. 80 Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1924, van den Dis trict-Keuringsdienst ,van Waren. Goedgekeurd. 90 Balans en Verlies- en Winstreke ning, dienst 1924, van den District-Keu ringsdienst van Waren. Goedgekeurd. 100. Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1924, op dat van 1925 van gel den in verband met de voldoening van onbetaald gebleven vorderingen en het nog niet verwerkt of verbruikt zijn van verleende credieten, alsmede tot over brenging van verschillende ontvang- en uitgaafposten yan den kapitaaldienst. 199 Goedgekeurd. 110. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1924 met inbegrip van die der Haarlemmer trekvaart. 185 Goedgekeurd. 120. Voorstel tot aanvaarding van de voorwaarden, waaronder door- Gedepu teerde Staten vergunning is verleend voor den aanleg en de exploitatie van een hoog spanningshjn, uitgaande van een hoog spanningskabel in dé gemeente Zeven huizen, ten behoeve van de levering van draaistroom aan de gemeente Moerk'apel- le, alsmede aan den polder „De Hon derd Morgen of Wilde Veenen". 189 Goedgekeurd. 130. Voorstel: a. tot goedkeuring van de bedragen over het jaar 1924 besteed voor de nor male uitbreidingen der Gasfabriek en der Electriciteitsfabrielc b. tot aanvulling van het uitbreidings kapitaal der Electriciteitsfabriek; c. tot vaststelling van den desbetref- fenden .begrootingsstaat. 190 Goedgekeurd. 140. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst betreffende de levering van I electriciteit in de gemeente Noordwijlcer- j hout, door ds Stedelijke Electriciteits- fabriek .te Leiden. 196 Goedgekeurd. 150. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst, betreffende <is levering ivan elektriciteit in de gemeente Koude kerk, door de stedelijke Electriciteits fabriek te Leiden en tot wijziging van de met de gemeente Koudekerk gesloten overeenkomst betreffende de levering van gas in die gemeente door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden. 197 Goedgekeurd. 160. Praeadvies op het verzoek van de Nederlandsche Vereeniging van Fabri- I kanten van Timmerwerken, inzake de wij ze \vaarop de aanvragen en de toewij zing van timmerwerken geschieden. 191 I De heer Wilbrink (C. H.) hoopt, dat B. en W. spoedig zullen doen wat zij zeggen voor te staan, n.l. de vrije con currentie, zulks in het belang van de ge meente. Er zal voordeeliger worden in geschreven, .wanneer de inschrijvers wor den vrijgelaten in het kiezen van de fabrie ken waar zij hun materialen willen bestel- I len. De heer v. Stralen (S. D. A. P.) 1 meent, dat niet moet worden afgeweken van de gewoonte om zooveel mogelijk het werk te laten in handen van Leidsche krachten. De heer Splinter (C. H.) sluit zich hierbij aan. j De heer Wilbrink zegt, dat hier slechts uitzondering wordt gemaakt voor een bepaalde categorie. Er zijn handelaren die hun materiaal rechtstreeks van buiten laten komen, waar dus heel geen Leid sche krachten aan hebben gewerkt. Men treft nu alleen de timmerfabrieken. Na verdediging van weth. Mulder wordt het afwijzend prae-advies van B. en W. z. h. st. aangenomen. 170. Voorstel: a. tot nadere regeling van het verhaal van bijdragen voor inkoop van diensttijd [ingevolge de Pensioenwet 1922; b. tot het verleenen van een tegemoet koming in de bijdrage voor inkoop van diensttijd voor pensioen aan thans in dienst der gemeente zijnde ambtenaren, die vóór 1 Juli 1925 een verzoek tot in koop van diensttijd voor pensioen inge volge de Pensioenwet 1922 hebben in- ingezonden. 194 en 195. De heer Heemske.rk (R.K.) keurt het af in B. en W. dat zij tusschen de ambtenaren die in gem. dienst zijn en hen die dien dienst al hebben verlaten een scheiding hebben gemaakt. In som mige gevallen zal dit voor de reeds ver trokkenen nadeelig verschil door een prouoUft worde* wrtcgjxL die mud A NIEUWE LEIDSCHE vrucht was van wat zij hier geleerd heb ben, maar in 't algemeen kan daarop niet worden gebouwd. De heer Baart (S.D.A.P.) gevoelt niets voor den voorgestelden maatregel, die slechts een besparing van f 30.000 zal geven. Daarbij is spreker principieel tegen iedere pensioenstorting. In overeenstemming met wat door het G.O. werd beslist moet spr. zich in elk geval verzetten tegen een poging om hen die den gemeentedienst heb ben verlaten 50 pet. te laten bijdragen. De heer Zuidema (A.R.) meent dat het niet aangaat de financieele gevol gen van aanhangige voorstellen te be- oordeelen naar het bedrag dat er di rect mee gemoeid is. Op die manier kan men ieder voorstel als van weinig beteekenis goedkeuren of veroordeelen zeer ten nadeele van de gemeentefinan ciën. Spr. meent dat het voorstel niet in strijd is met wat door het G. O. werd beslist. Er werd "daar een voorstel in gediend om de verhoogde bijdrage te eischen alleen van hen die na 1 Juli 1925 tot inkoop van diensttijd heslui ten en die den gemeentedienst hebben verlaten. Om formeel e redenen, omdat gevreesd werd dat het niet goedge keurd zou kunnen worden werd echter het laatste gedeelte weggelaten. Nu B. en W. echter een uitweg hebben ge vonden waarbij dit wel mogelijk is, heeft Spr. tegen het voorstel geen be zwaar. De heer W i t m a n s (D.P.) is tegen het voorstel. Spr. meent dat een amb tenaar eigenlijk niet heeft bij te dra gen voor zijn pensioen. De heer Wilbrink (C.H.) is er ook tegen dat men onderscheid wil maken tusschen ambtenaren die wel, en hen die niet meer in dienst van de gemeen te zijn. Een gesloten overeenkomst moet, tegenover iedere categorie amb tenaren zoo lang mogelijk gehandhaafd blijven. Weth. Sanders herinnert aan den oorsprong der bestaande regeling. Nu de gemeente de bevoegdheid heeft gekregen om 50 pet. van de inkoopsom te verhalen meent spr. dat in het bij zonder onze gemeente verstandig en billijk zal doen, althans gedeeltelijk van die bevoegdheid gebruik te maken. Het verwondert spr. dat nu door het G. O. eenstemmig een besluit is genomen, sommige leden in den Raad weer een afwijkende meening verdedigen. Spr. vraagt zich af: wat heeft men op deze manier aan het georganiseerd overleg? (instemming; stemmen: Baart.) De gemeente heeft niet vrijwillig de huidige pensioenslasten op zich genp- men. Zij werden haar bij de wet opge- legd. Dat was voor de betrokkèn ambtena ren zuiver een voordeeltje. Nu echter dezelfde wet de gemeente de bevoegd heid geeft zich van een deel der haar opgelegde lasten te ontdoen, mag zij daarvan met vrijmoedigheid gebruik maken. De heer Heemskerk (R.K.) noemt als zijn bezwaar dat zij die vrijwillig hun pensioen hebben ingekocht, dit misschien niet zouden hebben gedaan wanneer zij hadden geweten dat het verhaal later toch 50 pet. zou worden opgevoerd. De heer Knuttel (Comm.) ver klaart zich tegen ieder verhaal op de pensioensbijdrage. De heer v. S tra le n (S.D.A.P.) zegt het G. O. van veel beteekenis te ach ten. In het algemeen meent spr. dat de leden daarvan zich hij een genomen beslissing moeten neerleggen,, en dat ook de raad zoo'n uitspraak moet eer biedigen. B. en W. hebben dit niet ge daan, maar zijn van het advies van het overleg afgeweken. Daarom zal spr. ook in dit geval afwijken van de hou ding van.liet G. O. De heer Zuidema (A.R.) legt den nadruk op het adviseerend karakter van het G. O. Er is geen sprake van dat het G. O. zou mogen gaan zitten op de plaats van den gemeenteraad. Verder onderstreept spr. dat het hier geen overeenkomst tusschen de ge meente en haar ambtenaren betreft, doch slechts een door de wet gescha pen verhouding. Overigens meent spr. dat de gemeente wel degelijk tegenover eigen ambtenaren anders staat dan te genover hen die vrijwillig en in hun eigen belang althans naar zij meenen, de gemeente hebben verlaten. Wat het bezwaar van den heer Heemskerk betreft, zegt spr. dat zij die 50 pet. teveel vinden gelegenheid heb ben hunne aanvrage ongedaan te ma ken. Spr. meent dat hier van een on rechtvaardige behandeling geen sprake is. De bestaande toestand is zoo, dat naar spr. meent tijdelijke ambtenaren in een bevoorrechte positie verkeeren. Dat is toch niet noodig. Uit billijkheids overwegingen is hij er voor hen die reeds een aanvrage indienden vrij te stellen #,maar dit behoeft niet te gel den voor hen die den gemeentedienst verlieten. De voorzitter zegt dat de door den heer Baart genoemde som met dit voorspel absoluut geen verband houdt. Er is geen peil op te trekken, omdat het alleen geldt van hen die reeds tot inkoop gerechtigd zijn. Maar het kan in de toekomst tot het oneindige wor den opgevoerd, Zooals de heer Zuidema, COURANT VAN DINSDAG terecht heeft gezegd, zijn de ambtena ren volkomen vrij om te doen wat zij willen. Het verhaal betreft alleen eigen pen sioen. Sterft de betrokken ambtenaar, dan moet de gemeente de geheele bij drage bekostigen. Op het weduwenpen- sioen kan niet worden verhaald. De heer Heemskerk (R.K.) dient een amendement in strekkende om het voorgestelde verschil tflsschen vertrok ken en nog in de gemeente vertoevende ambtenaren op te heffen. Weth. Reimeringer (V.B.) die van den aanvang af een afwijkend standpunt in B. en W. heeft ingenomen zegt voor dit amendemeent te zullen stemmen. Het eerste gedeelte van het voorstel van B? en W. wordt hierna met 11—7. st. aangenomen. Tegen de S.D.A.P. en de heer Knuttel en de heer Witmans. Het amendement-Heemskerk wordt met 99 st. aangenomen. Tegen de heeren v. d. Reijden, v. Hamel, Huur man, Splinter Zuidema, Deumer en ide wethouders Meynen, Mulder en San ders. Het aldus geamendeerde voorstel wordt aangenomen met op 3 na alg. stemmen. Tegen de heeren Witmans (de heer Oostdam: hij weet dat liet toch wordt aangenomen; vroolijkheid) Baart en Kooistra. 180. Voorstel om B. en W. te mach tigen a. to:t aank'oop van een automobiel- motorspuit met afneembare ladder, in- plaats ,van een automobiel-reddings-lad- der; b. tot den verkoop van niet meer voor de brandweer geschikt- of benoodigd ma terieel. 192 Op verlangen van den heer v. Hamel gaat de raad in een zitting met geslo ten deuren. Na heropening wordt het voorstel z. li s. aangenomen. (Slot eerste pagina.) GEMENGD NIEUWS. Huw1 ijken op zee. Kapi tein Hartley, van de Leviathan, heeft -een dezer dagen, even nadat het schip uit Cherbourg naar Southampton was vertrokken, een paartje getrouwd. Dit was al het tweede door hem voltrok ken. Het huwelijk' op zee wordt be paald populair. Enkele getrouwden hadden hem al (gevraagd, of hij aan boord ook de bevoegdheid had, scheidingen uit ta spreken, maar hij had geantwoord dat, als dat zoo, was, zelfs een zoo groot schip als dei Leviathan voor de pas sagiers te klein zou zijn. In hun hemd. Te Burnliam-on- sea had een troepje badende meisjes, 0111 de kosten van badkoetsjes te ver mijden, een 'kleedkamer van strand stoelen gevormd. Toen nu de stoel en verhuurder om, zijn geld kwam, weigerden zij ook' dit te betalen. De verhuurder nam toen alle stoelen weg en liet de meisjes, in letterlijke m overdrachtelijke zin, in hun hemd staan. Fokken van wilde dieren Ingezetenen van Villers-sur-Lesse, in de Belgische provincie Namen, zijnJ zich sedert ©enigen tijd speciaal gaan toeleggen op het kweeken van wilde, eenden, welke vooral bestemd zijn voor de markten van Brussel en Londen. Te Sart-lez-Spa, in het HoogeVeen (pirov. Luik! houdt men er een an dere specialiteit 'op na en wordt thans; een terrein van 10 hectaren in orde gebracht voor het fokken van goud vossen en andere wilde dieren, waar van de pels veel waarde heeft. Op hetzelfde terrein, een reusachtigi heideveld, dat op 540 meter hoogte ligt, zal ook nog een sanatorium voor zieke huisdieren worden gebouwd. E e n infame grap? Ongel' .Viöer een week geleden is tijdens een donkeren, regenachtigen nacht uit Newport (Engeland) een 21-jarigmeis je verdwenen. Na haar verdwijning, werden de heuvels en rivieren in de omgeving der stad direct nauwkeurig doorzocht, zonder dat echter ook maar het geringste spoor van de vermiste kon worden gevonden. Thans heeft haar familie een schrij ven ontvangen, dat eenige hoop ge geven heeft, dat het verdwenen meisje nog in leven is, indien men hier ten tninste niet zooals de politieautori teiten veronderstellen met een ge- meene grap heeft' te doem In bejdoeld schrijven wordt gezegd dat de ouders zich -over hun doch ter niet ongerust 'behoeven te maken. Zij is namelijk ontvoerd en volkomen ongedeerd. De bedoeling van haar ontvoering is geweest, een losgeld te krijgen, doch daar het achteraf is gebleken, dat haar ouders arme lieden zijn, zijn haar scha kers bereid, haar vrijwillig en zonder losgeld vrij te laten. .Volgens het schrijven zou zij he dennacht om 2 uur voor de deur van haar woning in gechloroformeerden toestand worden neergelegd, echter al leen dan, als het schrijven zou wor den gepubliceerd, hetgeen dan ook in derdaad is geschied. De'brief is on derteekend mot: „De zwijgend© vreem delingen". Zooals echter reeds gezegd, meent dei politie hier met een infame grap t-Va doen le hebben en. zii snaurt thans AUGUSTUS 1925: jj vorig naar den schrijver van het epistel. Doode-1 ijk ongeval. In een der in aanbouw zijnde huizen aan de ■Klooster Koolhof (Scha©s berg 2r.VAg te Heerlen, gebeurde Vrijdagmiddag oen droevig ongelu.k Do timmerman 'L'. uit Kunrade, welke in genoemidi huis met nog enkele arbeiders werk zaam was, kwam in aanraking met een der electrische draden, welke pas in genoemd gebouw waren aangelegd. De electrische stroom was van dien' aard, dat de getroffene onmiddellijk decid was. Geestelijke en medisch© hulp was spoedig ter plaatse. De arme igetroffene laat een weduwe na möff 3 kinderen. ALEXANDER DE GROOTE EN DE MUZIEK. Aan het Amerikaansche muziektijd schrift de Quarterly Review ontleenen wij het volgende over de muziek ten tijde van Alexander: Koning Philippus, de geniale dronk aard met de moraal van een gereser- veerden pqliticus en een soldatesken afkeer van muziek, had in de laatste jaren van zijn leven de verbonden staten van Griekenland gedwongen hem aan te wijzen als algemeene aan voerder van hun strijdmachten tegen de Perzen. Hij hield zijn oog alleen gericht op de rijken der satrapen in Klein-Azië, die reeds grootendeels de Grieksche cultuur hadden aangenomen, en welke hij hoopte aan zijn bezittingen toe te voegen. Maar toen hij viel door den dolk van een sluipmoordenaar, verwezen lijkte zijn zoon Alexander (336-323 v. Chr.) die hem opvolgde, een grootere gedachte: de verovering van het Azia tische wereldrijk en de vestiging van de Hellenistische wereldcultuur met een Oostersch uiterlijk. Alexander erfde de alcoholische nei gingen van zijn vader; zijn liefde voor de muziek was blijkbaar een gave van zijn moordzieke, neurotische moeder Olympias, een prinses van Epirus, wier genegenheid voor gedresseerde slangen een oorzaak van droefenis geweest moet zijn voor haar aan den drank verslaafden echtgenoot. Het is bekend, dat Alexander in zijn jeugd prijzen uitloofde, waarvoor fluitisten en harpspelers streden, en dat Philippus hem eens vroeg, waarom hij zich niet schaamde zooveel ver stand van muziek te hebben. Toen hij, nadat hij over den Helle spont in Azië gekomen was, werd uitgenoodigd om de harp van Paris te bezichtigen, gaf hij te kennen, dat hij liever die van Achilles wou zien, waarmee de roem van de dapperen bezongen was. Ofschoon Alexander een muziekminnaar was, en tot tal- looze opera's het zijne heeft bijgedra gen, valt het niet vast te stellen, of hij op eenigerlei wijze aanleiding heeft gegeven dat de muziek invloed uit oefende in politiek of historisch opzicht. Het gekletter van staal op de vij andelijke wapenrusting, de ceremoni- eele muziek bij groote staatsgebeurte nissen, de drinkliederen bij zijn bras partijen waren waarschijnlijk de eenige betrekkingen welke hij later met de muziek onderhield. Ongetwijfeld hebben de mannen van de Macedonische phalanx, de ruiters van de Thracische en Thessalonische heuvels evenals de soldaten van As- syrië, Egypte en Perzië de liederen uit de legerplaats gezongen, waarin een satyre werd gegeven van die legeraanvoerders die weinig bemind waren en de oorlogen die den krijgers niet sympathiek waren, zooals de sol daten dat heden ten dage nog doen. En zeker hebben deze liederen, wier „cantus firmus" de eeuwen door bewust of onbewust een element van opstandigheid tegen de onnatuurlijke toestanden in het militaire leven ge weest is, er toe bijgedragen om dynas tieën te onttronen, oorlogen te ver liezen en versterkingen over te geven, hetgeen dikwijls in de geschiedenis belangrijke gevolgen gehad heeft. Maar over het algemeen ontbreken bijzonderheden. In hun monumenten en inscripties spraken de koningen liefst niet van de opstanden van hun eigen krijgsvolk. Het bevel van Alexander, gegeven bij den dood van zijn vriend Haephaes- tion, is kenmerkend voor een smart, welke te groot was, dan dat muziek ze zou kunnen verzachten. De borstweringen van de omliggende steden werden geslecht, de manen en staarten van alle paarden en muilezels in het kamp werden afgesneden, allen moesten rouw dragen, de geneesheer die den doode had behandeld werd gekruisigd, en Alexander verbood dat gedurende geruimen tijd „de fluit of andere instrumenten" bespeeld zouden worden. „Laat het donker en stil zijn in Azië ,'zeide hij. Als er vreugde heerschte, kwam de muziek echter weer tof haar recht. Na zijn terugkeer van den tocht naar Indië vergastte hij zijn leger 7 dagen lang op een feestelijken door tocht door Carmania. Het was niet langer donker in Azië; iedere man van het leger, van Alexander af, tot den minsten Macedonischen paarden knecht was voortdurend „-boven Jan", wa&t .,de coldnAftQ hanteerden niei anders dan bekers en drinkvaten va Thericles, die zij gedurende den ge heelen tocht uit groote kuipen en krui ken vulden, en dronken op elkander gezondheid". De golf van dronkenschap stroomdi mee met de muziek van trompettei en fluiten, van harp en zang en vai den dans der vrouwen, volgens dei e ere dienst van Bacchus. Door de overwinningen van Alexan der en de stichting van koninkrijken waarin zijn generaals zijn rijk na ziji dood verdeelden, met als voornaamst daarvan Syrië en Egypte, verspreiddi zich de Helleensche cultuur, de muziel daarbij inbegrepen, over Azië. In Alexandrië, en in een honderdta andere koninklijke residenties wer< de Grieksche muziek als een kuns beoefend. Fluit- en cithara-virtuozei waren even talrijk als thans de viool en piano-virtuozen, en concertzanger! bekoorden de harten der koningen. De invloed van de muziek op poli. tiek gebied was echter niet zoo on middellijk. Als bederfster van karakters, mei zenuwverslappende werking in tijden van onophoudelijke twisten, wanneer alleen de strengste militaire deugden een koning op den troon kunnen hou den, blijkt de zang een politieke, ko ninklijke ondeugd te zijn, steeds ver bonden met~ vrouwen en wijn. In de absolute monarchieën van eertijds had het persoonlijke karakter van den koning veel invloed op den loop der historische gebeurtenissen. Muziek is het verderf van de oude monarchieën; liefde voor muziek (en wat er mee samenging) leidde tot den ondergang van dynastieën. Terwijl in het Oosten de Seleucidi- sche koningen van Syrië en de Ptole- maeën van Egypte hun tronen verloren bij het zoete lokgeluid van fluiten, verkregen de Romeinen, wier ernstiger gemoed nog niet door de muziek was verwerkelijkt, langzamerhand de heer schappij over de wereld. Brief uit Sassenheim XXI, yy I Ij Amice, Juist nadat ik mé vanavond had verblijd over de schitterende offervaar digheid die men in verschillende plaat- tsen. voor de geteisterde ïstrekèn b'etoont vernam ik het resultaat van de alhiei (gehouden collecte. En ik kan niet zeggen, amice, dat deize medejdeeling mijn blijde stemming verhoogde. Ongeveer f 2200 is ongetwij feld een mooi bedrag, maar als we in (aanmerking nemen dat Lisse ongeveel Ihet dubbele bedrag opbracht, kan ikjf toch de gedachte niet (onderdrukkejiJ dat niet alle Sassenheimers hun plicht hebben gedaan. Ik vraag me af, of men zich wei Voldoende ingedacht heeft, welke groote zegeningen we hier in. onze wel varende bloembollenstreek genieten'. [Vooral in dezen drukken tijd is het [kostelijk olm eens een kijkje in onze nijvere bloembollendorpen te nemen. [Van 's morgens vrde'g tot 's avonds laat, wordt er gejaagd en gedraafd en dagelijks worden duizenden kisten met ons mooie Hollandschei product verscheept. (Vooral als men eiken dag in de (couranten leest van de slapte en ma laise, waarmede nog zooveel verschil lende bedrijven hebben te worstelen, doet die drukte en bedrijvigheid zoo weldadig aan. En lals wei dan eens even' over deze dingen nadenken, amice, (moeten we bekennen dat God ons groote voorrechten schenkt. Toen ik dan opk laatst lab van de schrikkelijke ramp waarmede enkele plaatsen in ons vaderland waren, geteis- terd, dacht ik onwillekeurig hoe ver schrikkelijk' het geweest zo,u zijn indiefn ieen dergelijke ramp de bloembollen}', streek getroffen had. Denk je eens even in, amice, er Werd verleden jaar voofr ruim dertig smillioen gulden aan blotetribollen .uit gevoerd. Dit bedrag zal dit jaar on getwijfeld nog belangrijk booger zijn. [En ik geloojf niet dat ik te bout spreek, als ik zeig, 'dat een 80 pCt. van dit bedrag verzonden wordt dooi IHillegom, Lisse en Sassenheim. Tel hier nog eens bij Öe waarde die al het plantgoed vertegenwoordigt, ert tracht je voor te stellen, welk een schade een wervelwind als 'Borculd teisterde, Jiier aan had kunnen richten! juist in den tijd dat alles ter verzei* ding gereed staat. En als we dan zien hoiei wij woirdeiï gespaard, tterwijl een gedeelte vab onze landgenpoten zoo zwaar woiriü getroffen, moet onze dankbaarheid groot zijn. En echte dankbaarheid uit zich in offervaardigdheid. Ik herhaal dan ook, amice, als ik ai deze omstandigheden in aanmerking' neem, vind ik dat Sassenheim niet gedaan heeft wat van Sassenheim ver- Wacht mocht worden. Ik zou dan ook zeer dankbaar zijn als deze enkele regels aanleiding gj> ven mochten, dat deze qf gene nog! ,eens over de zaak na zou denkeflk en zijn bijdrage alsnog op peil zoü brengen. Nagiften zullen zoowel dooi lons plaatselijk Comité als door hst (Bureau vaij ons blad gaarne- vv ont vangst wordep. ^genop^RC. SftS&EMEB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6