NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 23 JULI 1925
TWEEDE BLAD.
Wat de bladen zeggen.
De democratie verloochend.
Naar aanleiding van hét door de S.
D.A.P. gepubliceerde manifest waarin
j de arbeiders worden opgeroepen tegen
de opdracht van Kabinetsformatie aan
den heer Colijn te protesteeren, schrijft
het „Vaderland" na gewezen te hebben
op de geweldige propaganda die vroe
ger voor het algemeen kiesrecht wérd
gevoerd:
„De S.D.A.P. is door haar manifest
hals over kop in den anti-democrati-
schen afgrond gerold, en heeft, nu het
algemeen kiesrecht zich tegen haar
keert, dit eenvoudig verworpen. Zijn
daarvoor nu op de dè diverse '„roode
Dinsdagen" al die duizenden van hein
de en verre opgekomen?
Bij de S.D.A.P. is blijkbaar elke leuze
slechts propagandamiddel, en nu van
het Algemeen Kiesrecht niet gekomen
is wat men er van verwacht had ten
opzichte van het aantal vertegenwoor
digers in het Parlement, deugt het-
niet meer, juist zooals zij niet van het
referendum heeft willen weten, omdat
dit wel eens uitspraken kon doen, die
haar niet voordeelig zouden zijn.
Wij krijgen in het manifest het reeds
zoo vaak gehoorde refrein, dat de meer
derheid van de kiezers het bewind
van <!olijn niet wilde voortzetten. Het
is een waarheid als een koe, en wij
zouden ze kunnen aanvullen met de
andere onomstootelijke waarheid, dat,
er ook geen meerderheid van kiezers
was voor het bewind van een Katho
liek of Christelijk-Historische.
Maar, waar wèl een meerderheid
voor geweest is, en niet zoo geringe
ook, dat is vóór het behoud van de
Coalitie. Iedere katholiek, iedere anti
revolutionair, iedere christelijk-histo-
rische, die zijn stem op de candidaten
zijner partij heeft uitgebracht, wist,
dat hij daardoor medewerkte tot de
komst van het vijfde Coalitie-minis
terie. En in het ondenkbare geval, dat
hij het niet wist van huis uit, heeft de
propaganda van de S.D.A.P. dit wel
tot zijne kennis gebracht.
Het is dus volkomen juist, dat uit
de Coalitie een ministerie gevor&d
wordt, en dat de Kroon hem tot Ka
binetsformatie uitnoodigde, die vol
gens -Ie adviezen van de leiders van
Rechts daarvoor de eerst aangewezen
mail was.
En nu moge Ket Volk er hoog van
opgeven, dat de afgeloopen verkiezin
gen een verschuiving naar Links heb
ben gegeven, wat wij trouwens niet
ontkennen, en dat daarom Colijn dc
man niet kan wezen; het moge in zijn
bekenden gezwollen .stijl zeggen, dat
Colijn Kabinetsformateur beteekent
het weer op de zegekar hijschen van
Je reactie, die door de stembus is ver
oordeeld, en zooveel meer moois, dat
is alles een zaak, die den ovenvin-
nenden partijen thans aangaat.
Of de Coalitie thans onder anti-revo
lutionaire, christelijk-historische of
katholieke vlag liet regeeringskasteel
wil bezetten is entirely upon her. Het
heele protest van de S.D.A.P. komt dus
daarop neer, dat de 24 sociaal-defno-
craten zich verbeelden, dat zij 't recht
zouden hebben aan de 54 mannen van
de Coalitie aan te wijzen onder wiens
leiding- zij van hunne overwinning de
vrucht moeten plukken. Grooter ver
loochening van onze constitutioneele
instellingen in het algemeen, en van
het Algemeen Kiesrecht in het bijzon
der is niet denkbaar.
Wij betreuren het, dat de Coalitie
de meerderheid heeft gekregen, en de
wijze waarop de heer Colijn tot slui
tende begrooting is gekomen en zijne
luchthartigheid inzake zijne beloften
to,t> belastingverlaging worden door
ons betreurd.
Maar wat wij nog veel meer zouden
betreuren is, dat de Knoon de uit
spraak van de stembus niet ten volle
recht zou hebben laten wedervaren,
FEUILLETON.
Een doornig pad
(Uit het Engelsch).
40) (Slot).
HOOFDSTUK XIX.
Een beschamende uitspraak.
Er moest een gerechtelijke lijkschou
wing plaats hebben ten opzichte van
den naamloozen zwerveling; waarop
de gewone uitspraak volgde: dood ten
gevolge van uithongering. Deze uit
spraak wordt zoo dikwijls vernomen,
dat honderdduizenden van gezinnen,
die in overvloed leven, haar, zonder
geschokt te worden, kunnen vernemen.
In 1878 stierven alleen in Londen ze
ven en zeventig menschen op deze wij
ze. Toch had juffrouw Clack enkele
bezoekers, die met verslagen harten
naar al de bijzonderheden van Don's
vroegtijdigen dood kwamen vernemen,
om te zien, of er niet iets gedaan kon
worden, ten einde zulke sterfgevallen
In 't vervolg te voorkomen. Van hon-
&er te sterven te midden van een over
vloed, die zijns gelijke niet heeft op
^rdel van gebrek om te komen, ter
maar gelukkig is dat thans, dank zij
de traditie van het Kuis van Oranje,
weer geschied.
De Kroon stelde zich op zuiver con
stitutioneel standpunt, omdat onze
Grondwet thans meer dan ooit van de
democratische gedachte uitgaat, maar
de S D.A.P. wierp het. Algemeen Stem
recht weg en nam het reactionair, in
dit geval-revolutionair standpunt in.
1925 en 192?!
Bij de verkiezing voor de Tweede
Kamer, aldus Mr. Rutgers in de R o t-
t e r d. zijn in de provincie Zuid-Hol
land slechts 44 pet. der stemmen uit
gebracht op de lijsten der drie partijen
der rechterzijde. Wanneer ook bij de
Statenverkiezing de stemmen naar de
zelfde verhouding verdeeld zouden zijn
dan zou in 1927 de meerderheid, die
deze dfie partijen thans in de Provin
ciale Staten bezitten, verloren gaan.
De heer Ter Laan heeft daarin aan
leiding gevonden in de Statenverga
dering van Zuid-Holland opnieuw de
samenstelling van het college van Ge
deputeerde Staten ter sprake te bren
gen. Met een beroep op de cijfers der
Kamerverkiezing eischte hij voor dc
sociaaldemocraten de plaats in het col
lege van Gedeputeerde Staten, welke
hun krachtens het beginsel der even
redige vertegenwoordiging naar zijn
meening toekwam.
Tegenover dit betoog stond Mr. van
Baren sterk, toen hij elk beroep op de
cijfers dtr Kamerverkiezing afwees. De
verhoudingen bij de Statenverkiezing
kunnen zeer wel geheel anders zijr».
In schier elke plaats ziet men, dat
de stemmenverhoylingen bij de' ver
kiezingen voor Kamer, Staten en Ge
meenteraad uiteenloopen. Dit is niet
te vei wonderen. Bij de verkiezing voor
Prov. Staten of Gemeenteraad staat
het belang van provincie of gemeente
op der. voorgrond, en dit kan den kie
zer zeer wel brengen tot een /andere
voorkeur dan hij bij de Kamerverkie
zingen aan den dag legt.
Juist in de provincie Zuid-Holland
is dit Zi.o duidelijk gebleken. In 1918,
bij dc Kamerverkiezing, verwierven de
di'ie Coalitie-partijen slechts 42 pet. der
stemmen. Ook toen werd uitgerekend
dat de meerderheid in de Staten voor
■die partijen verloren was. Slechts 38
van do 82 zetels zouden zij bezetten.
Maar in 1919, bij de* Statenverkie
zing werd "51 pet. van de stemmen op
de coalitiepartijen uitgebracht, en ver
kregen zij 42 zetels; de meerderheid
hieef behouden.
In 1918 stond het dus in Zuid-Hol
land hij de Kamerverkiezing nog min
der gunstig dan in 1925. Teen kregen
de coalitie partijen 42 pet. der stem
men nu 44 pet. Toch werd in 1919 de
meerderheid in de Staten van ZuiJ-
Hoiiatid gehandhaafd. Waarom zou
dit dan voor 1927 uitgesloten zijn?
Laten de sociaal-democraten den wet
telijken termijn voor'vernieuwing van
Provinciale Staten en Gedeputeerde
Staten afwachten, en dan in 1927 zien
wat zij kunnen hereiken.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Zwaagvvestein-
de. H. W: M. Hupkes te Zandweer.
B e da nkh Voor Zegveld, dooor J.
H. Gunning te Vuursche.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Nierijl, W. Ooster-
heert te Ter Apel.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Ds. R. K o k, nam Zondagavond af
scheid van de Geref. Gemeente te Aag*
tekerke, wegens vertrek naar Gouda. Hij
sprak 'over 2 Tim. 2:8.
Zondagsmiddags heeft Ds. Kok afscheid
genomen van de gecombineerde gemeente
Oostkapelle.
In beide diensten werd Ds. Kok na
mens de respectieve Gemeenten hartelijk
toegesproken.
De heer M. Wiielemalcer, cand.
te VlisÜngen, beroepen pred. bij de Geref.
Kerk te SilvoldeGendringén, hoopt Zon
dag 2 Augustus a.s. intrede te doen, na
vooraf bevestigd te zijn door Ds. T- B.
Vanhaelen, pred. te Hoek, bij Terneuzen.
wijl op de Theems dag aan dag een
menigte zwaarbeladen schepen zich
verdringen, die van heinde en verre
koren en andere levensmiddelen aan
voeren! zich te moeten bekrimpen in
de onontbeerlijkste levensbenoodigd-
heden, terwijl aan alle kanten weelde
en verkwisting heerschen en millioe-
nen worden weggeworpen! dat was
verschrikkelijk. Christus was onder
ons gekomen in den vorm van een der
minste Zijner broederen; Hij was hon
gerig geweest, en wij hadden Hem niet
le eten gegeven, naakt, en wij hadden
Hem niet gekleed, een vreemdeling, en
wij hadden Hem niet geherbergd.
Er zijn liefdadige instellingen genoeg
om 'den noodlijdende te hulp te komen,
maar ergens in den keten moet een
schakel ontbreken, waardoor de ge-
heele machinerie der liefdadigheid on
toereikend is om in de behoefte der
stille armen te voorzien. Het kan zijn,
dat, zooals juffrouw Clack zeide, Don
van honger stierf zonder er op ver
dacht te zijn, daar de doöd langs dezen
weg zoo onmerkbahr weet nader te
sluipen, dat het bedoelde slachtoffer
zijn komst niet bespeurt. Maar zij, die
het lot van Don verna^n; gevoelden,
Ds. J. N. Seulij^i nam Zondag
afscheid van de Ned. Herv. Kerk te Men-
singeweer, wegens zijn vertrek naar Bel-
lingwolde.
Tot tekst zijner rede had hij gekozen.
Jac. 117b.
Dcor Ds. Tinga te Baflo. den heer
Offerhaus te Groningen, Ds. Kapteijn te
Eenrum en den heer v. Borssum, wer
den hartelijke- woorden van afscheid tot
hem gericht.
Op verzoek van een hunner werd hem
staande toegezongen Ps. 134. vs. 3.
Synccl? Chr. Geref. Kerk.
In de voortgezette vergadering van de
Synode der Chr. Geref. Kerk werden ver
schillende verslagen uitgebracht. In het
verslag van het kerkelijk blad „De Wek
ker", werd een woord van dank gebracht
aan den hoofdredacteur Doe. Lengkeek.
Het blijkt, dat „De Wekker" bloeit;
de 5000 a'conne's zijn bereikt.
Ingekomen stukken. Een hartelijk schrij
ven van Ds. H. Janssen, leger- en vloot-
predikant, uit Indië wordt voorgelezen.
Betreffende de Theol. school brengC-de
secretaris van het curatorium verslag- uit
over de opleiding voor den diens, des
Woords.
Het curatorium ontvangt vrijheid aan
de Theol. scncol cursorische voordrachten
te doen houden, en tevens machtiging
Ds. G. Wisse te benoemen als lector aan
de Theol. school.
Aan de orde wordt gesteld het rapport
omtrent het reglement van 1869.
Na bespreking en breed juridisch ad
vies van Mr. Dambrink, advocaat te
Utrecht,- besluit de Gen. Synode met al-
gemeene stemmen het reglement van 1869
bij de Hooge Overheid, te wijzigen in
de Dordtsche kerkorde.
Tot Deputaten voor correspondentie
met de Dcoge Overheid worden benoemd
Dcc. J. J. v. d. Schuit, Doc. A. v. d.
Heyden, Mr. H. A. Dambrink, JDs. R.
E. Sluiter en Ds. J. W. Gbels.
Kerk ei\ pers.
De Classe Harderwijk, in vergadering
bijeen, op 9 Juli 1925, dringt er bij ver
schillende kerken der classe op aan, in
de onderscheidene gezinnen ds Christe
lijke lectuur nog ernstiger aan te bevelen
dan tot hiertoe geschiedde.
Jonkvr. H. B. de la Bassecour Caanf
Dinsdag is te 's Gravenhage plotse
ling overleden jonkvrouwe H. B. de la
Bassecour Caan. een vooraanstaande per
soonlijkheid op het Zendingsgsbi.d. Wa.it
niet alleen was z'j lid \a.i hc. i.oOfdbesmu.
van den Zendingsstudieraad, zij was ook
hoofdbestuurslid van de Utrechtsehe Zen
dingsvereeniging cn comitélid van het
Sangi- en Talaud-comité en had zitting
in tal van organisaties, en commissie's de
zending betreffende. Eiken winter wer
den te haren huize zendingskringen ge
houden. en bij de zendingsconferenties te
Lunteren was, zij van den beginne af een
der vooraanstaande figuren.
Met hart en ziel Keert zij het zendings
werk hier te lande gesteund en de zen
ding verliest in haar een der grootste zen
dingsvrienden.
Zij heeft ook een reis naar Indië ge
maakt om de verschillende zendingspos-
ten persoonlijk te bezoeken.
Het ftLU.L.O.-onderwijs.
De M.U.L.O.-scholen, zegt de „Ned.",
hadden zich reeds op sterven voorbereid
De Schoolwet van 1920 kent slechts één
type lagere school, en daarna (evenwijdig
aan H.B.S. en gymnasium) de U.L.O.-
Kcpschool. De bestaande scholen voor
U.L.O. en M.U.L.O., volgens de oude wet,
mochten slechts tot 31 December 1925 in
stand blijven.
Menig schoolbestuur pijnigde zich reeds
enkele jaren met de vraag: wat te doen
voortgaan of opheffen?
Thans ligt voor ons een wetsontwerp
van Minister de Visser van 10 Juli 1925,
welks'indiening bij het jongste schoolde-
bat in de Eerste Kamer, reads door den
lieer De Vos van Steenwijlc werd vóórge-
voeld. Het vcorstel is van zeer eenvoudi-
gen aard.
Het bedoelt de verkende levenstermijn
der oude scholen voor D&.O. en M.U.L.
O. met een jaar te verlengen.
De strekking van het voorstel is beperkt
misschien wel iets te beperkt, want het zal
1 October zijn, eer dia1 nieuwe machine
behoorlijk loopt, en* 15 maanden zijn spoe
dig voorbij.
Toch achten wij het wijs gezien van den
Minister, den nieuwen termijn kort te ne
men; juist de zeer beperkte strekking van
wetsontwerp verhoogt de kans op zijn aan
neming en dringt tot onverwijlde, ernstige
bestudeering van het onderwerp, dat, naar
onze overtuiging, zoowel financieel als pae
dagogisch en sociaal, voor ons volk van
groote beteekenis Is. -
dal het een schande was voor de groot
ste en rijkste stad der wereld, en dat
nog wel een christelijke stad, dat
éen harer kinderen op straat van hon
ger kon omkomen.
Zij begroeven hem in het graf, dat
Abbott voor zijn moeder gekocht had
en waarin ook Hagar's kindje lag,
want zij konden het niét-over zich ver
krijgen, hem naar het algemeene graf
te doen brengen, waar weldra elk
spoor van zijn Jaatste rustplaats zou
zijn uitgewischt. Hij had geen naam
die op den steen had kunnen worden
gebeiteld, maar toch voogden zij een
nieuw opschrift bij hetgeen er reeds
op stond, waardoor zij altijd aan hem
zouden herinnerd, worden, wanneer zij
de plek bezochten: „.Hij zal niet meer
hongeren en zal niet meer dorsten, en
God zal alle tranen van zijne oogen
afwisschen."
Nadat Hagar en Abbott een paar
maanden getrouwd waren geweest,
haalden zij juffrouw Clack over, hare
oude woning in de steeg en hare ver
moeiende affaire op te geven en het
vroolijke zolderkamertje te betrekkon,
waar Hagar zelve indertijd een toe
vluchtsoord had gevonden. Zii hadden
Maar één ding staat vast, dat met dit
wetsontwerp, waarvoor wij minister De
Visser hartelijk) dankbaar zijn, gloort nieu
we hoop voor het Meer Uitgebreid La
ger Onderwijs.
De schoolbesturen, die reeds over slui
ten dachten, kunnen voorloopig de lui
ken wegzetten, en zij, die wilden splitsen,
kunnen de schoolschaar opbergen.
Aan het meer uitgebreid Lager on
derwijs wacht nog een schoone toekomst.
Neurenberg en de Reformatie.
Prof. H. v. Schubert schrijft in de JunL-
aflevering van Zeitwende een artikelDe
Rijksstad Neurenberg en de Reformatie".
Het Augustijnerklooster in N. was het
middelpunt, waar zich de krachten ver
zamelden, die van de zijde van de kerk
de Hervorming tegemoetkwamen.
Drie mannen vooral dienden in Neuren-
burg de zaak der Hervorming, n.l. 1. Wen
zelaus Link, vriend van Staupitz en Lu
ther, die in 1517 prediker werd bij de
Augustijners, in N. 2. Lazarus Spengler,
van 13071334 raadssecretaris, schrijver
van de eerste Duitsche „Schutzrede" voor
Luther; 3. Andreas Osiander, die in 1322
als leeraar in het Hcbreeuwsch naar Neu
renberg kwam. „Terwijl Link met v. Stau
pitz den haard schiep, waarop het heilige
vuur ontbrandde, Spengler als baanbre
ker onder den tconaangevcncfen stand fun
geerde, won Osiander de groote massa".
Als in het bégin van 1523 de pauselijke
gezant eischt, dat de vier Evangelische
predikers, in de eersteplaats Osiander,
gevangen gezet zullen worden, weigert
de Raad hieran gevolg te geven.
In de week voor Paschen 1324 had de
prior van het Angustijnenklcoster reeds
aan duizenden het Avondmaal mét den
beker uitgereikt.
Direct hierop namén de steden Straats
burg, Frankfort, Ulm, Augsburg en Neu
renberg het belangrijke besluit, dat' „man
das Evangelium und die Lehre Christi nit
könne unterdriicken lassen".
Zondag 5 Juni 1524 werd in de beide
parochiekerken de nieuwe godsdiens orde
naar Wittenbergscl^ voorbeeld ingevoerd.
„Zoo blevtfn nog slechts de kloosters der
stad als Jaqtste bolwerk der oude rich
ting en ook nog slechts een rest daar
van".
De Augustijners, Benedictijners, en Kar
thuizers hadden zich reeds tot de nieuwe
leer bekeerd, dus bleven neg slechts de
Dominicanen, Franciscanen en Karmeli-
ters. „De laatste phase van de Neuren-
bergsche Reformatie was een soort kloos
- teroorlog".
In een door den raad verordend dis
puut tusschen de monniken en de Evan
gelische predikanten bleken de woord-
voerders der eersten niet tegen die der
laatsten (Osiander) opgewassen, en ten
slotte, (14 Maart 1525) bleven ze weg.
Nu gaf de Raad Osiander alleen het
woord voor een lange slotrede en ver
klaarde de zaak hiermee voor afgedaan.
„Paschen 1525 was in Neurenberg de
mis geheel afgeschaft, alle geestelijken
werden belastingplichtige burgers en er
werd slechts Evange.isch gepreekt. De
Rijksstad was Evangelisch geworden".
De classis Harderwijk besloot naar aan
leiding van een voorstel-Oldebroek het
volgende1
Do ieerarensalarissen.
Door den heer Suring waren de vol
gende vragen gericht tot den Minister
van Onderwijs, K. en W..:
I. Is het den Minister hekend, dat
er meerdere op 31 December 1924 ge
huwde en met hen gelijkgestelde lee
raren zijn bij het middelbaar en voor
bereidend hooger onderwijs, wien irTi-
gevolge artikel 27 van het Bezoldi
gingsbesluit 1925 een zoodanige per
soonlijke toelage is toegekend, dat hun
inkomen over 1925 minder bedraagt
dan 90 pet. hunner jaarwedde, volgens
het Bezoldigingsbesluit 1920, zooals dit
bedrag voor hen op 1 October 1924 was
bepaald?
II. Is de Minister' niet van oordeel,
dat dit niet in overeenstemming is met
de uitdrukkelijke verklaring van Rc-
geeringszijde, dat voor gehuwde amb
tenaren gedurende 1925 de toestand
van 1 October 1924, voor wat betreft
het uit te keeren salaris, zou blijven
gehandhaafd?
III. Is de Minister bereid, niaatrege-
len te treffen, waardoor ook aan de
in vraag I bedoeldé leeraren in 1925
een inkomen zal worden verzekerd,
oVereenkomende met het bedrag, dat
JUUt I II
niet" vergete^, dat Don als een zoon
voor haar zou geweest zijn; en zij ge
voelden zich verplicht, haar zooveel
mogelijk te vergoeden, wat zij aan
hem had verloren. Zij had wel wat
voor den ouden dag opgespaard, zoo
dat zij gedeeltelijk v?tn hen onafhanke
lijk was; maar Hagar deed haar ge
voelen, dat men beter voor baar ge
mak en welzijn kon zorgen, als zij met
hen onder hetzelfde dak leefde.
Met der tijd werd H&gar weer geluk
kiger; want hoewel zij nooit het ver-
ledene kon vergeten, tobde zij er niet
langer over. Zij had God beter leeren
kennen en meer leeren vertrouwen, en
wanneer het Hem had behaagd, haar
weder op dezelfde proef te stellen,
waarvoor zij vroeger was bezweken,
zou zij die gewillig hebben ondergaan
Zij was nu bereid om het kruis te dra
gen en de schande te verachten.
Nooit vèrveelde het Dotje, de geschie
'denis te hooren van Don, die zooveel
van haar hield; en evenmin verveelde
het juffrouw Clack, die te vertellen.
Het kind dacht weldra niet meer aan
die moeilijke dagen, en zou ook Don
zeiven hebben vergeten, als men haar
niet 200 dikwijls van hem Besproken
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 23 Juli 1925.
Een lastige man toch, die minister
Colijn.
Daar heeft me de S.D.A.P. hem op
1 Juli een „donderend halt" toegeroe
pen en hij doet maar net of er niets
gebeurd is. Het „donderend h$lt" heeft
op dezen oud soldaat naar het schijnt,
evenveel indruk gemaakt als het gon
zen van een vliegje.
H. M. de Koningin heeft hem op
dracht gegeven een nieuw Kabinet te
vormen en rustig en vastberaden als
altijd, is de heer Colijn aan het werk
gegaan om die opdracht te vervullen.
En zoo werd er verteld hij zal
slagen ook.
Alleen, nu is er gisteren een kink
in de kabel'gekomen.
In naam en op last van den cenj-
ralen staf van de S.D.A.P. heeft nie
mand minder dan de heer Schaper gis
teren gedecreteerd dat er in geen g e-
val een Kabinet mag komen onder
leiding van Colijn.
.Dat is natuurlijk het eind van alle
tegenspraak. Ik kan me tenminste
haast niet indenken dat de heer Co-
iijn na dit nieuwe en zeer stellige
„halt" toch rustig zal doormarcheeren.
En toch is het niet verschrikke
lijk! met deze mogelijkheid wor.lt
rekening gehouden.
De heer Albarda die in September
als opperbevelhebber van de roode gar
de zal optreden, kwam al een en ander
vertellen van de aanvallen die hij
straks tegen het Kabinet Colijn zal on
dernemen en van de overwinningen,
die hij dan hoopt te behalen.
Een lastig man, inderdaad, die mi
nister Colijn.
OBSERVATOR.
door hen aan salaris op 1 October *24
werd genoten?
De Minister hepft hierop thans bet
volgende geantwoord:
I. De omstandigheid, waarvan inde
eerste vraag wordt gewag gemaakt, is
den ondergeteekende onbekend.
II. In de bedoelde passage van de
door bem in de vergadering van de
Tweede Kamer van 5 November 1924
uitgesproken rede heeft de Minister
van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw, voorzitter van den Raad van
Ministers, slechts besproken en op het
oog gehad de algemeene regeling van
het nieuwe Bezoldigingsbesluit en, zoo
als uit dien hoofde verklaarbaar is,
hierbij niet rekening gehouden met de
afwijkende voorziening, die in 1924
voor een deel der leeraren bij het M.O.
en het middelbaar nijverheidsonder
wijs is getroffen, door in aanmerking
te nemen de verlenging van den werk^
tijd in 1923.
Ten gevolge van die afwijkende
voorziening zijn de 'bedoelde leeraren
tegenover de overige ambténaren fei
telijk in het voordeel gebracht, omdat
bij de laatstbedoelde ambtenaren met
de verlenging van den werktijd geen j
rekening is gehouden, toen tot salaris
korting werd overgegaan. Beëindiging
van die voorziening mocht daarom re
delijk w&rden geacht.
Nochtans kan niet worden ontkend,t
dat door de verklaring van den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, letterlijk opgevat, bij de
bedoelde leeraren de verwachting kan
zijn gewekt, dat hun per 1 Januari '25
niet een nieuwe korting zou worden
opgelegd.
III. Op grond van het vorenstaande
zal alsdan een wijziging van het Be
zoldigingsbesluit worden uitgelokt,
krachtens welke uitsluitend over *25
aan bedoelde leeraren het salaris, het
welk zij op 31 December 1924 genoten,
wordt gegarandeerd.
Het ligt echter in de bedoeling tijdig
een regeling te treffen, waardoor het
bijzondere voordeel, hetwelk zij uit
dezen hoofde genieten, met ingang van
1 Januari 1926 komt te vervallen.
had. Ook Hagar legde dikwijls haar
werk weg en kwam luisteren, hoe pijn
lijk het haar ook aandeed.
Don had je lief en heeft zijn leven
voor je gegeven", zeide Hagar dan
met een droevigen glimlach tot het
kind, „maar o! als het maar niet alles
een vergissing ware geweest. Was hij
maar een dag later gekomen, toen juf
frouw Clack al thuis was, of had hij
manken Jaap maar niet geloofd, dan
zou Don nog in leven kunnen zijn."
„Dat is waar", zeide Abbott, toen
hij haar eenmaal hoorde spreken,
„maar toch maakte juist dit Don meer
gelijkvormig aan onzen Heer Jezus,
dan wanneer hij een gemakkelijk le
ventje had geleid en tot een man was
opgegroeid. Niemand heeft meer liefde
dan degen, die zijn leven zet voor zijn
vrienden. En, Hagar", ging hij op zach-
teu eerbiedigen toon voort, „bij Hem
was het geen vergissing ofleugen, zoo
als die, welke den dood van den ar
men Don veroorzaakte; maar omdat
Hij wist, dat er geen andere weg was
om ons tot God te brengen, kwam de
Heerrtfezus op aarde en heeft Hij Zijn
leveh voor ons gegeven."
EINDE-