NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 23 JULI 1925 TWEEDE BLAD. Wat de bladen zeggen. De democratie verloochend. Naar aanleiding van hét door de S. D.A.P. gepubliceerde manifest waarin j de arbeiders worden opgeroepen tegen de opdracht van Kabinetsformatie aan den heer Colijn te protesteeren, schrijft het „Vaderland" na gewezen te hebben op de geweldige propaganda die vroe ger voor het algemeen kiesrecht wérd gevoerd: „De S.D.A.P. is door haar manifest hals over kop in den anti-democrati- schen afgrond gerold, en heeft, nu het algemeen kiesrecht zich tegen haar keert, dit eenvoudig verworpen. Zijn daarvoor nu op de dè diverse '„roode Dinsdagen" al die duizenden van hein de en verre opgekomen? Bij de S.D.A.P. is blijkbaar elke leuze slechts propagandamiddel, en nu van het Algemeen Kiesrecht niet gekomen is wat men er van verwacht had ten opzichte van het aantal vertegenwoor digers in het Parlement, deugt het- niet meer, juist zooals zij niet van het referendum heeft willen weten, omdat dit wel eens uitspraken kon doen, die haar niet voordeelig zouden zijn. Wij krijgen in het manifest het reeds zoo vaak gehoorde refrein, dat de meer derheid van de kiezers het bewind van <!olijn niet wilde voortzetten. Het is een waarheid als een koe, en wij zouden ze kunnen aanvullen met de andere onomstootelijke waarheid, dat, er ook geen meerderheid van kiezers was voor het bewind van een Katho liek of Christelijk-Historische. Maar, waar wèl een meerderheid voor geweest is, en niet zoo geringe ook, dat is vóór het behoud van de Coalitie. Iedere katholiek, iedere anti revolutionair, iedere christelijk-histo- rische, die zijn stem op de candidaten zijner partij heeft uitgebracht, wist, dat hij daardoor medewerkte tot de komst van het vijfde Coalitie-minis terie. En in het ondenkbare geval, dat hij het niet wist van huis uit, heeft de propaganda van de S.D.A.P. dit wel tot zijne kennis gebracht. Het is dus volkomen juist, dat uit de Coalitie een ministerie gevor&d wordt, en dat de Kroon hem tot Ka binetsformatie uitnoodigde, die vol gens -Ie adviezen van de leiders van Rechts daarvoor de eerst aangewezen mail was. En nu moge Ket Volk er hoog van opgeven, dat de afgeloopen verkiezin gen een verschuiving naar Links heb ben gegeven, wat wij trouwens niet ontkennen, en dat daarom Colijn dc man niet kan wezen; het moge in zijn bekenden gezwollen .stijl zeggen, dat Colijn Kabinetsformateur beteekent het weer op de zegekar hijschen van Je reactie, die door de stembus is ver oordeeld, en zooveel meer moois, dat is alles een zaak, die den ovenvin- nenden partijen thans aangaat. Of de Coalitie thans onder anti-revo lutionaire, christelijk-historische of katholieke vlag liet regeeringskasteel wil bezetten is entirely upon her. Het heele protest van de S.D.A.P. komt dus daarop neer, dat de 24 sociaal-defno- craten zich verbeelden, dat zij 't recht zouden hebben aan de 54 mannen van de Coalitie aan te wijzen onder wiens leiding- zij van hunne overwinning de vrucht moeten plukken. Grooter ver loochening van onze constitutioneele instellingen in het algemeen, en van het Algemeen Kiesrecht in het bijzon der is niet denkbaar. Wij betreuren het, dat de Coalitie de meerderheid heeft gekregen, en de wijze waarop de heer Colijn tot slui tende begrooting is gekomen en zijne luchthartigheid inzake zijne beloften to,t> belastingverlaging worden door ons betreurd. Maar wat wij nog veel meer zouden betreuren is, dat de Knoon de uit spraak van de stembus niet ten volle recht zou hebben laten wedervaren, FEUILLETON. Een doornig pad (Uit het Engelsch). 40) (Slot). HOOFDSTUK XIX. Een beschamende uitspraak. Er moest een gerechtelijke lijkschou wing plaats hebben ten opzichte van den naamloozen zwerveling; waarop de gewone uitspraak volgde: dood ten gevolge van uithongering. Deze uit spraak wordt zoo dikwijls vernomen, dat honderdduizenden van gezinnen, die in overvloed leven, haar, zonder geschokt te worden, kunnen vernemen. In 1878 stierven alleen in Londen ze ven en zeventig menschen op deze wij ze. Toch had juffrouw Clack enkele bezoekers, die met verslagen harten naar al de bijzonderheden van Don's vroegtijdigen dood kwamen vernemen, om te zien, of er niet iets gedaan kon worden, ten einde zulke sterfgevallen In 't vervolg te voorkomen. Van hon- &er te sterven te midden van een over vloed, die zijns gelijke niet heeft op ^rdel van gebrek om te komen, ter maar gelukkig is dat thans, dank zij de traditie van het Kuis van Oranje, weer geschied. De Kroon stelde zich op zuiver con stitutioneel standpunt, omdat onze Grondwet thans meer dan ooit van de democratische gedachte uitgaat, maar de S D.A.P. wierp het. Algemeen Stem recht weg en nam het reactionair, in dit geval-revolutionair standpunt in. 1925 en 192?! Bij de verkiezing voor de Tweede Kamer, aldus Mr. Rutgers in de R o t- t e r d. zijn in de provincie Zuid-Hol land slechts 44 pet. der stemmen uit gebracht op de lijsten der drie partijen der rechterzijde. Wanneer ook bij de Statenverkiezing de stemmen naar de zelfde verhouding verdeeld zouden zijn dan zou in 1927 de meerderheid, die deze dfie partijen thans in de Provin ciale Staten bezitten, verloren gaan. De heer Ter Laan heeft daarin aan leiding gevonden in de Statenverga dering van Zuid-Holland opnieuw de samenstelling van het college van Ge deputeerde Staten ter sprake te bren gen. Met een beroep op de cijfers der Kamerverkiezing eischte hij voor dc sociaaldemocraten de plaats in het col lege van Gedeputeerde Staten, welke hun krachtens het beginsel der even redige vertegenwoordiging naar zijn meening toekwam. Tegenover dit betoog stond Mr. van Baren sterk, toen hij elk beroep op de cijfers dtr Kamerverkiezing afwees. De verhoudingen bij de Statenverkiezing kunnen zeer wel geheel anders zijr». In schier elke plaats ziet men, dat de stemmenverhoylingen bij de' ver kiezingen voor Kamer, Staten en Ge meenteraad uiteenloopen. Dit is niet te vei wonderen. Bij de verkiezing voor Prov. Staten of Gemeenteraad staat het belang van provincie of gemeente op der. voorgrond, en dit kan den kie zer zeer wel brengen tot een /andere voorkeur dan hij bij de Kamerverkie zingen aan den dag legt. Juist in de provincie Zuid-Holland is dit Zi.o duidelijk gebleken. In 1918, bij dc Kamerverkiezing, verwierven de di'ie Coalitie-partijen slechts 42 pet. der stemmen. Ook toen werd uitgerekend dat de meerderheid in de Staten voor ■die partijen verloren was. Slechts 38 van do 82 zetels zouden zij bezetten. Maar in 1919, bij de* Statenverkie zing werd "51 pet. van de stemmen op de coalitiepartijen uitgebracht, en ver kregen zij 42 zetels; de meerderheid hieef behouden. In 1918 stond het dus in Zuid-Hol land hij de Kamerverkiezing nog min der gunstig dan in 1925. Teen kregen de coalitie partijen 42 pet. der stem men nu 44 pet. Toch werd in 1919 de meerderheid in de Staten van ZuiJ- Hoiiatid gehandhaafd. Waarom zou dit dan voor 1927 uitgesloten zijn? Laten de sociaal-democraten den wet telijken termijn voor'vernieuwing van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten afwachten, en dan in 1927 zien wat zij kunnen hereiken. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar Zwaagvvestein- de. H. W: M. Hupkes te Zandweer. B e da nkh Voor Zegveld, dooor J. H. Gunning te Vuursche. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Nierijl, W. Ooster- heert te Ter Apel. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. R. K o k, nam Zondagavond af scheid van de Geref. Gemeente te Aag* tekerke, wegens vertrek naar Gouda. Hij sprak 'over 2 Tim. 2:8. Zondagsmiddags heeft Ds. Kok afscheid genomen van de gecombineerde gemeente Oostkapelle. In beide diensten werd Ds. Kok na mens de respectieve Gemeenten hartelijk toegesproken. De heer M. Wiielemalcer, cand. te VlisÜngen, beroepen pred. bij de Geref. Kerk te SilvoldeGendringén, hoopt Zon dag 2 Augustus a.s. intrede te doen, na vooraf bevestigd te zijn door Ds. T- B. Vanhaelen, pred. te Hoek, bij Terneuzen. wijl op de Theems dag aan dag een menigte zwaarbeladen schepen zich verdringen, die van heinde en verre koren en andere levensmiddelen aan voeren! zich te moeten bekrimpen in de onontbeerlijkste levensbenoodigd- heden, terwijl aan alle kanten weelde en verkwisting heerschen en millioe- nen worden weggeworpen! dat was verschrikkelijk. Christus was onder ons gekomen in den vorm van een der minste Zijner broederen; Hij was hon gerig geweest, en wij hadden Hem niet le eten gegeven, naakt, en wij hadden Hem niet gekleed, een vreemdeling, en wij hadden Hem niet geherbergd. Er zijn liefdadige instellingen genoeg om 'den noodlijdende te hulp te komen, maar ergens in den keten moet een schakel ontbreken, waardoor de ge- heele machinerie der liefdadigheid on toereikend is om in de behoefte der stille armen te voorzien. Het kan zijn, dat, zooals juffrouw Clack zeide, Don van honger stierf zonder er op ver dacht te zijn, daar de doöd langs dezen weg zoo onmerkbahr weet nader te sluipen, dat het bedoelde slachtoffer zijn komst niet bespeurt. Maar zij, die het lot van Don verna^n; gevoelden, Ds. J. N. Seulij^i nam Zondag afscheid van de Ned. Herv. Kerk te Men- singeweer, wegens zijn vertrek naar Bel- lingwolde. Tot tekst zijner rede had hij gekozen. Jac. 117b. Dcor Ds. Tinga te Baflo. den heer Offerhaus te Groningen, Ds. Kapteijn te Eenrum en den heer v. Borssum, wer den hartelijke- woorden van afscheid tot hem gericht. Op verzoek van een hunner werd hem staande toegezongen Ps. 134. vs. 3. Synccl? Chr. Geref. Kerk. In de voortgezette vergadering van de Synode der Chr. Geref. Kerk werden ver schillende verslagen uitgebracht. In het verslag van het kerkelijk blad „De Wek ker", werd een woord van dank gebracht aan den hoofdredacteur Doe. Lengkeek. Het blijkt, dat „De Wekker" bloeit; de 5000 a'conne's zijn bereikt. Ingekomen stukken. Een hartelijk schrij ven van Ds. H. Janssen, leger- en vloot- predikant, uit Indië wordt voorgelezen. Betreffende de Theol. school brengC-de secretaris van het curatorium verslag- uit over de opleiding voor den diens, des Woords. Het curatorium ontvangt vrijheid aan de Theol. scncol cursorische voordrachten te doen houden, en tevens machtiging Ds. G. Wisse te benoemen als lector aan de Theol. school. Aan de orde wordt gesteld het rapport omtrent het reglement van 1869. Na bespreking en breed juridisch ad vies van Mr. Dambrink, advocaat te Utrecht,- besluit de Gen. Synode met al- gemeene stemmen het reglement van 1869 bij de Hooge Overheid, te wijzigen in de Dordtsche kerkorde. Tot Deputaten voor correspondentie met de Dcoge Overheid worden benoemd Dcc. J. J. v. d. Schuit, Doc. A. v. d. Heyden, Mr. H. A. Dambrink, JDs. R. E. Sluiter en Ds. J. W. Gbels. Kerk ei\ pers. De Classe Harderwijk, in vergadering bijeen, op 9 Juli 1925, dringt er bij ver schillende kerken der classe op aan, in de onderscheidene gezinnen ds Christe lijke lectuur nog ernstiger aan te bevelen dan tot hiertoe geschiedde. Jonkvr. H. B. de la Bassecour Caanf Dinsdag is te 's Gravenhage plotse ling overleden jonkvrouwe H. B. de la Bassecour Caan. een vooraanstaande per soonlijkheid op het Zendingsgsbi.d. Wa.it niet alleen was z'j lid \a.i hc. i.oOfdbesmu. van den Zendingsstudieraad, zij was ook hoofdbestuurslid van de Utrechtsehe Zen dingsvereeniging cn comitélid van het Sangi- en Talaud-comité en had zitting in tal van organisaties, en commissie's de zending betreffende. Eiken winter wer den te haren huize zendingskringen ge houden. en bij de zendingsconferenties te Lunteren was, zij van den beginne af een der vooraanstaande figuren. Met hart en ziel Keert zij het zendings werk hier te lande gesteund en de zen ding verliest in haar een der grootste zen dingsvrienden. Zij heeft ook een reis naar Indië ge maakt om de verschillende zendingspos- ten persoonlijk te bezoeken. Het ftLU.L.O.-onderwijs. De M.U.L.O.-scholen, zegt de „Ned.", hadden zich reeds op sterven voorbereid De Schoolwet van 1920 kent slechts één type lagere school, en daarna (evenwijdig aan H.B.S. en gymnasium) de U.L.O.- Kcpschool. De bestaande scholen voor U.L.O. en M.U.L.O., volgens de oude wet, mochten slechts tot 31 December 1925 in stand blijven. Menig schoolbestuur pijnigde zich reeds enkele jaren met de vraag: wat te doen voortgaan of opheffen? Thans ligt voor ons een wetsontwerp van Minister de Visser van 10 Juli 1925, welks'indiening bij het jongste schoolde- bat in de Eerste Kamer, reads door den lieer De Vos van Steenwijlc werd vóórge- voeld. Het vcorstel is van zeer eenvoudi- gen aard. Het bedoelt de verkende levenstermijn der oude scholen voor D&.O. en M.U.L. O. met een jaar te verlengen. De strekking van het voorstel is beperkt misschien wel iets te beperkt, want het zal 1 October zijn, eer dia1 nieuwe machine behoorlijk loopt, en* 15 maanden zijn spoe dig voorbij. Toch achten wij het wijs gezien van den Minister, den nieuwen termijn kort te ne men; juist de zeer beperkte strekking van wetsontwerp verhoogt de kans op zijn aan neming en dringt tot onverwijlde, ernstige bestudeering van het onderwerp, dat, naar onze overtuiging, zoowel financieel als pae dagogisch en sociaal, voor ons volk van groote beteekenis Is. - dal het een schande was voor de groot ste en rijkste stad der wereld, en dat nog wel een christelijke stad, dat éen harer kinderen op straat van hon ger kon omkomen. Zij begroeven hem in het graf, dat Abbott voor zijn moeder gekocht had en waarin ook Hagar's kindje lag, want zij konden het niét-over zich ver krijgen, hem naar het algemeene graf te doen brengen, waar weldra elk spoor van zijn Jaatste rustplaats zou zijn uitgewischt. Hij had geen naam die op den steen had kunnen worden gebeiteld, maar toch voogden zij een nieuw opschrift bij hetgeen er reeds op stond, waardoor zij altijd aan hem zouden herinnerd, worden, wanneer zij de plek bezochten: „.Hij zal niet meer hongeren en zal niet meer dorsten, en God zal alle tranen van zijne oogen afwisschen." Nadat Hagar en Abbott een paar maanden getrouwd waren geweest, haalden zij juffrouw Clack over, hare oude woning in de steeg en hare ver moeiende affaire op te geven en het vroolijke zolderkamertje te betrekkon, waar Hagar zelve indertijd een toe vluchtsoord had gevonden. Zii hadden Maar één ding staat vast, dat met dit wetsontwerp, waarvoor wij minister De Visser hartelijk) dankbaar zijn, gloort nieu we hoop voor het Meer Uitgebreid La ger Onderwijs. De schoolbesturen, die reeds over slui ten dachten, kunnen voorloopig de lui ken wegzetten, en zij, die wilden splitsen, kunnen de schoolschaar opbergen. Aan het meer uitgebreid Lager on derwijs wacht nog een schoone toekomst. Neurenberg en de Reformatie. Prof. H. v. Schubert schrijft in de JunL- aflevering van Zeitwende een artikelDe Rijksstad Neurenberg en de Reformatie". Het Augustijnerklooster in N. was het middelpunt, waar zich de krachten ver zamelden, die van de zijde van de kerk de Hervorming tegemoetkwamen. Drie mannen vooral dienden in Neuren- burg de zaak der Hervorming, n.l. 1. Wen zelaus Link, vriend van Staupitz en Lu ther, die in 1517 prediker werd bij de Augustijners, in N. 2. Lazarus Spengler, van 13071334 raadssecretaris, schrijver van de eerste Duitsche „Schutzrede" voor Luther; 3. Andreas Osiander, die in 1322 als leeraar in het Hcbreeuwsch naar Neu renberg kwam. „Terwijl Link met v. Stau pitz den haard schiep, waarop het heilige vuur ontbrandde, Spengler als baanbre ker onder den tconaangevcncfen stand fun geerde, won Osiander de groote massa". Als in het bégin van 1523 de pauselijke gezant eischt, dat de vier Evangelische predikers, in de eersteplaats Osiander, gevangen gezet zullen worden, weigert de Raad hieran gevolg te geven. In de week voor Paschen 1324 had de prior van het Angustijnenklcoster reeds aan duizenden het Avondmaal mét den beker uitgereikt. Direct hierop namén de steden Straats burg, Frankfort, Ulm, Augsburg en Neu renberg het belangrijke besluit, dat' „man das Evangelium und die Lehre Christi nit könne unterdriicken lassen". Zondag 5 Juni 1524 werd in de beide parochiekerken de nieuwe godsdiens orde naar Wittenbergscl^ voorbeeld ingevoerd. „Zoo blevtfn nog slechts de kloosters der stad als Jaqtste bolwerk der oude rich ting en ook nog slechts een rest daar van". De Augustijners, Benedictijners, en Kar thuizers hadden zich reeds tot de nieuwe leer bekeerd, dus bleven neg slechts de Dominicanen, Franciscanen en Karmeli- ters. „De laatste phase van de Neuren- bergsche Reformatie was een soort kloos - teroorlog". In een door den raad verordend dis puut tusschen de monniken en de Evan gelische predikanten bleken de woord- voerders der eersten niet tegen die der laatsten (Osiander) opgewassen, en ten slotte, (14 Maart 1525) bleven ze weg. Nu gaf de Raad Osiander alleen het woord voor een lange slotrede en ver klaarde de zaak hiermee voor afgedaan. „Paschen 1525 was in Neurenberg de mis geheel afgeschaft, alle geestelijken werden belastingplichtige burgers en er werd slechts Evange.isch gepreekt. De Rijksstad was Evangelisch geworden". De classis Harderwijk besloot naar aan leiding van een voorstel-Oldebroek het volgende1 Do ieerarensalarissen. Door den heer Suring waren de vol gende vragen gericht tot den Minister van Onderwijs, K. en W..: I. Is het den Minister hekend, dat er meerdere op 31 December 1924 ge huwde en met hen gelijkgestelde lee raren zijn bij het middelbaar en voor bereidend hooger onderwijs, wien irTi- gevolge artikel 27 van het Bezoldi gingsbesluit 1925 een zoodanige per soonlijke toelage is toegekend, dat hun inkomen over 1925 minder bedraagt dan 90 pet. hunner jaarwedde, volgens het Bezoldigingsbesluit 1920, zooals dit bedrag voor hen op 1 October 1924 was bepaald? II. Is de Minister' niet van oordeel, dat dit niet in overeenstemming is met de uitdrukkelijke verklaring van Rc- geeringszijde, dat voor gehuwde amb tenaren gedurende 1925 de toestand van 1 October 1924, voor wat betreft het uit te keeren salaris, zou blijven gehandhaafd? III. Is de Minister bereid, niaatrege- len te treffen, waardoor ook aan de in vraag I bedoeldé leeraren in 1925 een inkomen zal worden verzekerd, oVereenkomende met het bedrag, dat JUUt I II niet" vergete^, dat Don als een zoon voor haar zou geweest zijn; en zij ge voelden zich verplicht, haar zooveel mogelijk te vergoeden, wat zij aan hem had verloren. Zij had wel wat voor den ouden dag opgespaard, zoo dat zij gedeeltelijk v?tn hen onafhanke lijk was; maar Hagar deed haar ge voelen, dat men beter voor baar ge mak en welzijn kon zorgen, als zij met hen onder hetzelfde dak leefde. Met der tijd werd H&gar weer geluk kiger; want hoewel zij nooit het ver- ledene kon vergeten, tobde zij er niet langer over. Zij had God beter leeren kennen en meer leeren vertrouwen, en wanneer het Hem had behaagd, haar weder op dezelfde proef te stellen, waarvoor zij vroeger was bezweken, zou zij die gewillig hebben ondergaan Zij was nu bereid om het kruis te dra gen en de schande te verachten. Nooit vèrveelde het Dotje, de geschie 'denis te hooren van Don, die zooveel van haar hield; en evenmin verveelde het juffrouw Clack, die te vertellen. Het kind dacht weldra niet meer aan die moeilijke dagen, en zou ook Don zeiven hebben vergeten, als men haar niet 200 dikwijls van hem Besproken AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 23 Juli 1925. Een lastige man toch, die minister Colijn. Daar heeft me de S.D.A.P. hem op 1 Juli een „donderend halt" toegeroe pen en hij doet maar net of er niets gebeurd is. Het „donderend h$lt" heeft op dezen oud soldaat naar het schijnt, evenveel indruk gemaakt als het gon zen van een vliegje. H. M. de Koningin heeft hem op dracht gegeven een nieuw Kabinet te vormen en rustig en vastberaden als altijd, is de heer Colijn aan het werk gegaan om die opdracht te vervullen. En zoo werd er verteld hij zal slagen ook. Alleen, nu is er gisteren een kink in de kabel'gekomen. In naam en op last van den cenj- ralen staf van de S.D.A.P. heeft nie mand minder dan de heer Schaper gis teren gedecreteerd dat er in geen g e- val een Kabinet mag komen onder leiding van Colijn. .Dat is natuurlijk het eind van alle tegenspraak. Ik kan me tenminste haast niet indenken dat de heer Co- iijn na dit nieuwe en zeer stellige „halt" toch rustig zal doormarcheeren. En toch is het niet verschrikke lijk! met deze mogelijkheid wor.lt rekening gehouden. De heer Albarda die in September als opperbevelhebber van de roode gar de zal optreden, kwam al een en ander vertellen van de aanvallen die hij straks tegen het Kabinet Colijn zal on dernemen en van de overwinningen, die hij dan hoopt te behalen. Een lastig man, inderdaad, die mi nister Colijn. OBSERVATOR. door hen aan salaris op 1 October *24 werd genoten? De Minister hepft hierop thans bet volgende geantwoord: I. De omstandigheid, waarvan inde eerste vraag wordt gewag gemaakt, is den ondergeteekende onbekend. II. In de bedoelde passage van de door bem in de vergadering van de Tweede Kamer van 5 November 1924 uitgesproken rede heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, voorzitter van den Raad van Ministers, slechts besproken en op het oog gehad de algemeene regeling van het nieuwe Bezoldigingsbesluit en, zoo als uit dien hoofde verklaarbaar is, hierbij niet rekening gehouden met de afwijkende voorziening, die in 1924 voor een deel der leeraren bij het M.O. en het middelbaar nijverheidsonder wijs is getroffen, door in aanmerking te nemen de verlenging van den werk^ tijd in 1923. Ten gevolge van die afwijkende voorziening zijn de 'bedoelde leeraren tegenover de overige ambténaren fei telijk in het voordeel gebracht, omdat bij de laatstbedoelde ambtenaren met de verlenging van den werktijd geen j rekening is gehouden, toen tot salaris korting werd overgegaan. Beëindiging van die voorziening mocht daarom re delijk w&rden geacht. Nochtans kan niet worden ontkend,t dat door de verklaring van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, letterlijk opgevat, bij de bedoelde leeraren de verwachting kan zijn gewekt, dat hun per 1 Januari '25 niet een nieuwe korting zou worden opgelegd. III. Op grond van het vorenstaande zal alsdan een wijziging van het Be zoldigingsbesluit worden uitgelokt, krachtens welke uitsluitend over *25 aan bedoelde leeraren het salaris, het welk zij op 31 December 1924 genoten, wordt gegarandeerd. Het ligt echter in de bedoeling tijdig een regeling te treffen, waardoor het bijzondere voordeel, hetwelk zij uit dezen hoofde genieten, met ingang van 1 Januari 1926 komt te vervallen. had. Ook Hagar legde dikwijls haar werk weg en kwam luisteren, hoe pijn lijk het haar ook aandeed. Don had je lief en heeft zijn leven voor je gegeven", zeide Hagar dan met een droevigen glimlach tot het kind, „maar o! als het maar niet alles een vergissing ware geweest. Was hij maar een dag later gekomen, toen juf frouw Clack al thuis was, of had hij manken Jaap maar niet geloofd, dan zou Don nog in leven kunnen zijn." „Dat is waar", zeide Abbott, toen hij haar eenmaal hoorde spreken, „maar toch maakte juist dit Don meer gelijkvormig aan onzen Heer Jezus, dan wanneer hij een gemakkelijk le ventje had geleid en tot een man was opgegroeid. Niemand heeft meer liefde dan degen, die zijn leven zet voor zijn vrienden. En, Hagar", ging hij op zach- teu eerbiedigen toon voort, „bij Hem was het geen vergissing ofleugen, zoo als die, welke den dood van den ar men Don veroorzaakte; maar omdat Hij wist, dat er geen andere weg was om ons tot God te brengen, kwam de Heerrtfezus op aarde en heeft Hij Zijn leveh voor ons gegeven." EINDE-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5