NIEUWE LEIDSCHÉ COURANT VAN DONDERDAG 9 JULI 1925 bestaat en dientengevolge zullen JvviJ alles in bet werk stellen deze to gehouden. Wanneer elke patroon zich wat meer opwerkte om zich aan te passen bij verschillende gewijzigde omstandighe den, hoeveel gemakkelijker zouden wij Komen tot een gezonde ontwikkeling tier dingen. r Wat zou er minder moeite voornoo- dig zijn om de arbeiders op te voeden, hen te wijzen op hun Goddelijke roe ping, die zij als arbeiders hebben te vervullen. De arbeid zou daardoor geen last, maar een lust zijn, en dien weg moet het uit, willen wij medewerken aan het economisch herstel. Neen, wij zullen er ons niet toe lee- nen, om als inquisiteur op te treden, omdat wij er ten volle van overtuigd zijn, dat God zóówel den patroon, als ook den arbeider 'n plaats in de maat schappij heeft aangewezen, maar wij zullen ons oog ook niet sluiten, wan neer wij zien dat de patroon zijn roe ping als rentmeester niet verstaat cn het eigenbelang als nummer één op der. voorgrond plaatst. Wij hopen van harte, dat ook gij er aan zult medewerken, dat in uwen kring een geest van liefde en saamhoo- righeid aangewakkerd zal worden, om dat wij'niet tegenover elkander behoe ven te staan als beschuldigden, maar dat wij gezamenlijk mogen arbeiden aan de gezonde ontwikkeling van ons maatschappelijk leven. Het verblijdt mij, dat U aanleiding hebt gevonden om op mijn gedachten in te gaan, omdat daardoor- wat meer helderheid in der(i stand van zaken is gekomen en wij daarmede elkander op verschillende dingen hebben mogen Wijzen. Ik vertrouw dan ook, hoewel ik gaar ne nader nog eens persoonlijk met U de zaken wensch te bespreken, dat gij er aan zult medewerken, dat ook in den kring der Chr Werkgeversvei eeni ging een betere samenwerking met on ze Chr. arbeiders gevonden wordt waardoor het beginsel meer en meer tot zijn recht komt. F ELKERBOUT. BINNENLAND. Beslag op pensioen. Door een vrouw was ter verkrij ging van de haar door den rechter toegekende uitkeering beslag gelegd op het gemeentelijk pensioen van haar gewezen echtgenoot. In de proce dure, waarin de gemeente verklaring moest afleggen, van'hetgeen deze van den man onder zich had, overwoog de Rechtbank te 's-Gravenhage,dat noch naar artikel 757 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, noch naar de wet. van 21 Ventóse An. 9, io deze laatste althans nog gold, beslag op pensioenen geoorloofd is. [Daar de desbetreffende gemeentelijke [pensioenverordening geenerlei afwij kende bepalingen op dit stuk inhield, was het beslag, voor zoover op het eigenlijke pensioen gelegd, ongeldig. fHierin werd volgens de Rechtbank geen verandering gebracht door de uitdrukkelijke verklaring van de Ge meente, dat zij geen bezwaar had te lgen het gelegde beslag, waar men hier 'te doen heeft met een uitdrukkelijk verbod, dat de rechter ook ambts halve moet toepassen. De Rechtbank 'achtte het beslag echter wel geldig voor wat betrof den aan den man toegekenden bijslag op het pensioen. Immers, de algeheele vrijheid aan B. en W. verleend, om dezen bijslag te verleenen, uit te -breiden, te beper ken of te onthouden, ontneemt daar aan ten eenenmale het karakter van „pensioen". Het verbod nu van art. r57 W. v. B. R., hetwelk slechts ge waagt van pensioenen, moet als in houdende een uitzondering op den re gel, dat alle goederen van den schul denaar voor zijn verbintenissen aan sprakelijk zijn, beperkt worden uitge; legd en toegepast. De gemeente werd derhalve in zooverre veroordeeld tot uitbetaling aan de arrestante. Nederl. Chr. Radioveresnigiing. Met de „St. Crt." "van D ids dag is o.m. oerzonden een afdruk van de statuten betreffende de Nederlandsche Christelij ke Radio-Vereeniging. Als doel der Vereeniging wordt in art. i omschreven j De Ned. Chr. Radio-Vereehiging stelt zich ten uoel, radio-vindingen toe te pas sen, eenerzijds in dienst van de.i Christelij jken arbeid op elk gebied, en anderzijds Iten behoeve van ons volksleven voor land bouw, handel en nijverheid, i Zij tracht dit dpef te bereiken langs wet tigen weg, en wel dooit: I- a. het instellen van een centrale, radio- jtelefonieuitzending over geheel Neder land, te weten: draadlooze verspreiding jvan Evangelieprediking, lezingen, het gesprokene op belangrijke vergaderingen «n bijeenkomsten, van publication en me- dedeclingen, van zang-, muziek- en voor drachtavonden, enz. b. het organiseeren van de luisteraars, zóó, dat zij allen het hurine bijdragen in de kosten van deze radio-uitzending; c. het in bereik brengen van de Chris telijke radio-ontvangst voor het volk, voor verpleegden in ziekenhuizen, inrichtingen pan weldadigheid, enz.; d. het uitgeven van een vereenigings- >rg»an ep voorts alle andere wettige middelen, he tot het doel bevorderlijk kunnen zijn KOFFIEHUISJARGON. Er zijn tal van alcoholische dranken, die, hetzij alleen, hetzij1 in samenvoeging met andere geschonken worden, bepaalde namen dragen, die geenerlei verband hou den met den aard der samenstelling of met de werkelijke benaming van de grond stof, aldus schrijft - de „Cegedisco". Deze namen zijn niet enkel verschillend, al 'naar gelang van het land waar de dran ken gedronken en geschonken worden, zij variëeren zelfs plaatselijk, binnen de grenzen van het land. En soms zijn zij1 be perkt tot den kring van een bepaalde sociëteit of een bepaald koffiehuis. Op deze wijze heeft zich een soort van koffiehuis jargon gevormd (dat niet en kel dranken, maar ook spijzen olmvat). En een kellner, die zijn vak verstaat, en niet altijd op één plaats is blijven hok ken, heeft een woordenboek van die ge ijkte termen in zijn hoofd. Het zou stellig de moeite loonen voor een geschiedkundig vorscher met letter kundigen aanleg, om eens na te gaan, waar die uitdrukkingen vandaan komen. Alleen in ons land zijn er dozijnen van die benamingen, waarvan toch de af komst wei moet zijn vast te stellen. Dikwerf za' men tot gissingen zijn toe vlucht •.iv 'en nemen, maar met gissm.gari kan r.ier soms c'e waarheid toch al zv.cr dicht benaderen. J.aat nns hiervan eens een proeve ge ven. Vv ar neet iemand in een koffiehuis den kellner een „hasssbas" bestelt, dan krijgt h'4 een glas brandewijn op tafel. Brandewijn en niet anders. Zonder eeinge bijvoeging van suiker of elixer. Zonde: vermenging met een anderen drank. Het zou dus heel wat eenvoudiger zijn, wanne de man, die brandewijn drinken wil, dr.: ook duidelijk te kennen gaf. Wat ligt nu voor de hand? Dat degeen, d: wie weet hoe lang ge leden, op het denkbeeld kwam om een glaasje brandewijn „hassebas" te doop-en een benaming, die in vele plaatsen nog altijd word,t gebezigd een bepaal de reden had om niet te doen blijken, dat hij brandewijn verlangde. Die reden kan ook van persoonlijken aard zijn. geweest, doch het is ook moge lijk, dat de benaming de bestelling moest verheimelijken, óf omdat het schenken van brandewijn niet geoorloofd was, óf omdat dit niet geoorloofd was in een be paalde plaats, dan wel onder bepaalde omstandigheden. Zoo lean men, mits een 'miend des hui zes zijnde, in sommige Belgische café's om „kamillen" vragen en dan een thee- kopjé krijgen, ten deele gevuld met een of andere lichtgele likeur, die niet ge schonken mag worden, wijl de Belgische drankwet dat verbiedt. Hoe kan nu zulk een benaming als „hassebas" in de wereld zijn gekomen Wij meenen als bekend te mogen aan nemen, dat er ia onze taal een aantal uit drukkingen burgerrecht hebben hebben verkregen, die uit hetHebreeuwsch af komstig zijn, of uit een verbastering van die taal (jargon, ten onrechte ook wel 'bargoenscn genoemd). In het Hebreeuwsch nu, bepaaldelijk in het gebedenboek, dat onze Joodsche me deburgers gebruiken op hun Paaschfeest komt te uitdrukking voor: „bahasabas dérèg". Dit beteekent: langs een omweg." Dérèg isweg. Door het daaraan voorafgaande woord wordt de uitdrukking datgene wat zij beteekent en de stam van dat woord is „hasabas", dat toch wel een merkwaar dige gelijkenis vertoont met het in de koffiehuizen gebezigde „hassebas". Het gissen wordt nu al heel wat ge makkelijker. Onze Israëlietische medeburgers zijn over het algemeen 'matige drinkers, maar zij versmaden de goededingen dezer aar de, waartoe een glas zuivere brandewijn behoort, in het algemeen niet. Bigt nu niet de onderstelling voor de hand, dat één hunner, op zulk een glaas je bijzonder gesteld, maar daar niet rond uit „voor willende uitkomen, met een be diende afsprak, o:n brandewijn te bren gen als hij „hasssbas" bestelde Wat hij nis: rechtstreeks wilde aandui den, da: vroeg hij „langs een omweg". Zoo kan de benaming „hassebas" .in de wereld zijn gekomen en gaandeweg burgerrecht lieboen.' verkregen, opgeno men zijn in het woordenboek van het kof fiehuis-jargon. GEMENGD NIEUWS. Gruwelen in een gevangenenkamp. Naar uit New York wordt gemeld, stelt een. speciale sommissie op het oogen- biik een onderzoek in naar de toestan den in twee gevangenenkampen in Noord Carolina. Deze commissie is benoemd nadat reeds twee wakers waren veroordeeld tot 2U jaar gevangenisstraf, wegens liet doodranselen van een gevangene. Thans is aan het licht gekomen, dat in het Rockymountkamp treurige toe standen heerschen. De bewakers handhaafden er een re gime van terreur, door bedreigingen, minachtten alle wetten, gingen zich aan onbeperkte boeveelheden verboden arahk te buiten, ontvingen 'nachtelijke bezoeken van kennissen en deelden tegen geringe vergoeding goederen, aan den staat behoorénde, aan vriendjes uit. Ranselpartijen met zware lederen rie men waren aan de orde van den dag. Zelfs jongens kregen 20 a 30 slagen, zonder dat men acht ;'oeg op hun phy- sieken toestand. Do slagen werden vaak toegekend door bewakers, die door den drank in een opgewonden stemming waren ge raakt- Een negerjonge werd afgestriemd en daarna werd er een bijtende stof op zijn wonden gegoten en hij werd als 'n beest araofliiont toen hij op den grond last te kruipen. De neger verklaarde dat hij twee jaar lang gesmeekt liad te mo gen sterven. Deze onthullingen hebben de com missie er toe geleid, de volledige afschaf fing van lijfstraffen aan te vragen. Nu de gevangenen eenmaal aan het praten zijn gebracht, zullen er waarschijnlijk nog meer vervolgingen tegen bewakers worden ingesteld. „Gemoedsbezwaren". Dat gemoeds bezwaren niet altijd eclit zijn, blijkt uit het volgende: Een A. R. juffrouw van ongeveer 40 jaar te R(ijsoord) wilde niet gaan stem men wegens „gemoedsbezwaren", zoo het heet. Een propagandist van de kiesvereepi- ging bezocht haar en zeide, dat ze dan f3 aan boete zou moeten betalen. Ze schrok. „Wat!" riep ze. „Drie guldenl Maar dan zal ik die 's even gaan verdienen". En dadelijk ging ze zich kleeden en ze haastte zich naar het stembureau. Zoete koek. Te Ouddorp (Z. H.) had van Braat beloofd, voor iedere stem, die de canchdaat van den Plattelanders- bond boven de honderd zou krijgen, een zoete koek af te staan. Hij is thans verplicht 30 koeken te ieveren. Wilde autobus. Te Houthem (L.) reed een autobus een kruidenierswinkel bin nen. Ze kwam met de vöorkap midden' in den winkel terecht, daar groote schade veroorzakend. In de autobus zaten, behalve de chauffeur, twaalf personen, die geen van allen letsel kre gen. Toevallig bevonden zich de bewo ners in het achterhuis, zoodat niemand gewond werd. De autobus is zwaar beschadigd Het huis, waarvan de voor gevel finaal is verdwenen, is met bal ken gestut, daar men door het doorbui gen der zoldering verdere instorting vreesde. Verdronken. Een 12jarige jongen die in de Zandsloot bij de Venenburgerlaan te Hillegom aan het hengelen was, kwam door onvoorzichtigheid in de sloot terecht. Toen men den jongen uit de sloot ophaalde, bleek hij reeds te zijn overleden. De inbraak in den St. Pieter. Het politieonderzoek heeft geleid tot de arrestatie van een der voornaamste or ganisatoren van de inbraak in ue schat kamer van St. Pieter. De gestolen kostbaarheden zijn terug gevonaen. Volgens een ander bericht uit Rome is een gedeelte van ue geroofde schatten teruggevonden. De Romeinsche bladen brengen eenige nadere bijzonderheden omtrent de aires tatie van ue schuldigen aan de inbraak. De hoofdschuldige is een schoenma ker. Hij had zich ook met de taak be last voor den verkoop van de gestolen voorwerpen te zorgen. Voorts is een vrbegere politieambte naar bij de zaak betrokken. De Inbraak t zelf is uitgevoerd door een metselaar,' die in de schatkamer is werkzaam geweest. De meeste voorwerpen zijn bescha digd, aangezien de dieven reeds maat regelen hadden getroffen om het goud te smelten. Nader meldt men nog uit Rome: De „Messagero" meldt: De uit de schatkamer van St. Pieter geroofde ko^t baarheden zijn binnen 48 uur opge spoord door commissaris Marotta. Bij bevonden zich bij den schoenma ker Mario Stella in de Via flavia. Een der medeplichtigen is de juwelier Graziani, Gelukkig Amerika. Volgens de nieuwe belastingjjcpalirigen zullen in de Ver- eenigde Staten de inkomen, van min der dan 5000 dollar (plm. 12.500 gulden per jaar onbelast blijven. Nieuwe aardschok in Japan. In het Kimosakidisrict 'werd gisteren om 1 uur 45 min., v.m. een aardschok waargeno men, die door geheel Japan is gevoeld. De bewoners viucnl e.< uit hun hui zen en brachten den nacht in de open lucht door. Schade of ongelukken worden niet gemeld. Op het dale. In de gevangenis te Park burst sprong Zondag tijdens,de gods dienstoefening een der gevangenen plot seling op den kansel, klauterde van daar uit op de balken en verdween ver volgens voor de blikken der aanwe zigen door het bovenlicht van de kapel. Daarna klom hij op het dak van de ge vangenis en geniet nu op een hoogte van circa 45 voet van de vrijheid en het zomersche weer. De gevangenisbewaarders hebben tot nu toe geen pogingen aangewend hem weder naar beneden te halen, daar zij aannemen, dat de honger hem wel zal dwingen van zijn verheven standplaats af te dalen. De gevangene heeft de dak pannen los gemaakt, teneinde deze even' tueel te gebruiken als munitie, zoo men hem mocht willen aanvallen. Dezelfde man heeft het op een derge lijke wijze eens acht dagen op het dak der gevangenis te Dartmoor uitgehou den. Nieuwe hittegolf. Een telegram uit New York meldt, dat Amerika opnieuw door een hittegolf wordt bezocht. Te New York zijn reeds twee perso nen tengevolge van het warme weer overleden en vijf bewusteloos gevallen. Om hun hondje te redden.Uit Stcke a d. Trent (Engeland) wordt 'n tragisch ongeval gemeld, dat aan twee jongens het leven kostte. De beide kinderen, 8 en 11 jaar oud waren met een hond aan het wandelen toen deze plotseling het-water insprong. Het jongste ventje, bang dat zijn hond, die niet kon zwemmen, naar hij meen de, zou verdrinken, sprong hem na; het oudere volgde zijn voorbeeld om hem te helpen, met het gevolg, dat beiden verdronken. Hun lijkjes werden later op gehaald. De hond, waarvoor zij zich hadden opgeofferd, slaagde er natuurlijk in, uit eigen kracht aan wal te komen. Aanvaring. Een der schepen van het Britsche eskader, dat Maandag van de Oostzee huiswaarts keerde, kwam in de fjord van Oslo in bosting met een plaat selijke stoomboot, welke ernstig werd beschadigd en later naar den .val ge sleept moest worden. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Hevige stormen in Italië. Hevige stor men hebben Noord-Italië geteisterd. De oogst heeft veel geleden, aldus meldt een bericht uit Rome. Weer een mijnongeluk. In de staats mijn „Hendrik" te. Brunssum is de 14 jarige J. Scherber, wonende te Bruns sum en werkzaam op de mijn, voor het lezen van kolen, tusschën een ketting- baan bekneld geraakt. Het hoofd en 'een heen werüen -verbrijzeld. De dood trad onmiddellijk in. Een en ander is te wijten aan onvoor- /jiCiuigiibiu van eten jongen. Verkeersongevallen. Maandagmiddag is een öjarig meisje T. v. S. uit de van iireugiieistraat te 'sGravenhage op den Zuid-Biniiensingei door een auto over reden. Zij bekwam eenige verwondingen aan het hoofd en moest door den Ge neeskundige dienst naar het ziekenhuis gebracht worden. Toen de heer v. D. te Hoorn woon achtig, op zijn motorrijwiel van zqii werk terugkeerde, is hij op den Hoorn- sclien weg nabij Zwaagdijk,-jji botsing gekomen met een vrachtauto. Het motorrijwiel werd als het ware versplinterd, en de ooggetuigen dachten niet anders, of ook de berijder was er ernstig aan toe. Tot hun verwondering echter kroop hij na eenige oogqnbiikkèn onder de kar vandaan. Zijn toestand is niet ernstig. Duinbrand. Te Zandvoort heeft weer éen zeer ernstige duinbrand gewoed langs de spoorbaan. De vermoedelyhb oorzaak is waarschijnlijk een gevallen vonk uit een locomotief. Meters hoog sloegen de vlammen op- uit het droge duingras. De jachtopziener E. Bol Jr., en.de wachter van Rijnland, Avan der Meu- len, waren echter spoedig op de plaats van het gevaar en begonnen het blus- schingswerk. Zè werden daarbij kranig geholpen door een achttal jongens. Een 6000 meter ongeveer is een. prooi der vlammen geworden. Brutale inbraaje op klaarlichten dag. In een Noordelijke voorstad van Lei den reed 'n auto met 4 nun voor een gesloten huis voor, waarvan de bewo ner reeds op zijn vacanbereis was. Zij openden de deur met ee r valsclien sleu tel, en sleepten een brandkast uit het huis, waarin zich het oip oivn geld lot een waarde van f100 000 bevond. De politie is met het geval in kennis gesteld. Tot nu toe is zij den brutalen inbrekers nog niet op het spoor. Tegen bankroovers. De 'vereniging van bankiers in Amerika, in totaal meer dan 100 banken vertegenwoordi gend, heeft een belooning van 2500 dol lar toegezegd aan de politiebeambten, voor eiken bankroover dien zij neer schieten. Zij beweren, dat zulke maatregelen noodzakelijk zijn voor de bescherming van het leven van hun personeel. DE GESCHIEDENIS DER LOGEMENTEN. Reeds voor meer dan twee duizend jaren, aldus „das Hotel", was het lo gement zoo bekend, dat men zich het kultureele leven niet zonder logement had kunnen denken. En zoowel in Athene als in Sparta bestonden er logementen, waar' men elkaar ont moette, at, en dronk en waar men indien te vergadering te lang had ge duurd, kon logeeren. Om reizigers te herbergen waren deze logementen wel is waar nog niet ingericht; eerst later ontstonden in de grootere Grieksche Steden loge menten, die ook den reizigers onder dak boden. Voor dien had men trouwens geen behoefte aan hotels. ,Wie naar een vreemde stad reisde had daar ge woonlijk de een af andere relatie, fa milie, kennissen of zakenvrienden, en het sprak van zelf dat men bij hen logeerde. Anders was het bij de Romeinen. Men had daar reeds reiswegen en straten, en zoodoende vond men daar reeds vroeg rustplaatsen voor de rei zigers aan de drukke straten; op deze rustplaatsen vonden de reizigers, be ambten en soldaten, daarnaast ech ter ook alle andere reizigers een goed onderkomen voor zichzelf en hun paar den. De Oudromeinsche logementen, die gewoonlijk door slaven onderhouden werden, hadden r&eds echte hotel-na*- men. Men had er een groote en kleine Adelaar, een Haan en een Zwaan, net zoo als op 'toogenblik in onze steden en dorpen. Gelegenheid om buitenshuis te eten was er in Rome overal. Wie niet veel kon betalen, ging in een een-- voudige eetkeuken, waar men voor weinig geld een goed en rijkelijk maal kreeg. Daarnaast had mèri 'de 'betere' lqgementen die van baden waren voor' zien, den Romeinen hun huiselijke ge zelligheid trachtten te vergoeden en die veel bezoek ontvingen, vooral, omdat het er altijd vrij vroolijk toe ging. In Duitschland kende men in dien tijd noch herbergen* noch logemen ten. De reiziger was alleen op de gastvriendschap aangewezen. Maar, die vond hij ook waar hij kwam; den doortrekkenden vreemdeling gast vrijheid te verleenen was een plicht die eiken burger door de wet van het volksrecht was opgelegd. Waar een klooster in de nabijheid was, kwam de gastvriendschap der- burgers niet in aanmerking, daar de reizigers in elk klooster vanzelfspret- kend een onderkomen vonden. Eerst in de middeleeuwen ontston den er langzamerhand ook in de Ger- maansche landen logementen die ech ter in elk opzicht veel te wenschen overlieten. Het waren donkere en be nauwde ruimten waar veelal twijfel achtige individuen verkeerden, avon- türiers en galante dames, zoodat de eerbare burger ze liever meed, ter wijl de vreemdeling, die gedwongen was, in zulk een logement te over nachten blij was, 'als hij er heelhuids afkwam. Aan geestelijken was het eeuwen lang verboden herbergen te bezoe ken. In de 9e en 10e eeuw beston den er reeds een massa, maar aan de zich ontwikkelende cultuur voldeden deze eenvoudige herbergen nietmeër. Iii menige stad richtte daarom de Raad eenige gelagkamers of kelders vodr de burgerij op, en deze genoege- lijke Raads-gelagkamèrs en Raads-kel ders bestaan nu nog. Daar ze in ver houding veel beter gemeubileerd waren dan de herbergen, werden ze druk bezocht en prikkelden tot navolging.' Zoo ontstonden langzamerhand ook logementen, die hun gasten een ge moedelijker oponthoud boden, dan de oude herbergen met hun dikwijls zeer twijfelachtige gasten. Een van deze goede middeleeuw- sche logementen heeft' zich tot dezen modernen tijd weten te handhaven-, het is de „Reus" in het duderwetsche Mainstadje Miltenberg. De opriteh* ting van dit oude logement moet' in het jaar 1160 zijn geweest, dus in het begin vail het Duitsche herberg* wezen. Deze oude Duitsche logementen wa ren natuurlijk geen hotels in onze be- teekenis. Vooral waren ze niet uit sluitend voor het onderkomen en ge mak der reizigers bestemd. In de eerste plaats waren het ge- noegelijke eet- en drinkgelegenhedën voor de inwonende burgers. Eerst tegen het einde van de 17e eeuw begon men de logementen meei en meer aan het vreemdelingen-yen keer aan te passen en in t dezen tijd ontstonden ook de eerste Duitsche „hotels" een naam die toen .echter in het internationale verkeer nog niet zoo gebruikelijk was als thans. Men noemde het vreemdelingen-logement liever „hof" en voegde er dan de een of andere stadnaam bij, zooals „Augsburger Hof", ,Nurnberger Hof' enz. En niemand had er toen een flauw vermoeden van, dat het Hotelwezen binnen een eeuw die groote vlucht zou nemen, waartoe het voorbestemd was LOFLIED VOOR DEN ZETTER. Wij lazen in „Het Tarief", orgaan het Boekdr ukkeréb edrijfde volgende dichterlijke ontboezeming: van de Federatie van Werkgevers in: Onbekende letterzetter, Typograaf, zoo men dit wil, Houdt bij 't zetten van dit' rijmpje Even uwen arbeid stil. 'kWil dit versje aan u wijden, Gij, die altijd even net, Mijne horrelvoetsche rijmen In dit Nieuwsblad hebt gezet, 'k Vraag vergeving voor de krabbels Door mij, meestal nonchalant. Op een blad papier gesmeten «- Met een dichterlijke hand. Als het voor de pers moet dienen Is men meestal gauw te vree; Met den zetterj die 'tmóet lezen, -■ O.ch, wie houdt daar reek'ning mee? Gij moet alles kunnen lezen, Zelfs het katterigste schrift; Duis'tre hiërogliefenteekens ii, In verweerden steen gegrift. j 'kWeet wel, hanepooten lezen Hoort nu eenmaal bij 't beroep, Maar men dient toch te bedenken: 'tZettersoog is nog geen loup! Onbekende medewerkers, Journalisten, zoo men wil, Schrijft Uw werk zóó, dat dé ze tl:.. Het kan lézen zonder bril. Gunt den man eens dat pleiziertje, Neemt eens nota van m'n vraag, En verlost de typografen iVan de hanepootenplaagl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6