NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 2 JULI 1925
versterkte Nederlandsche bezwaren
opnieuw in de bijeenkomst van 1923
uiteen.
De omkeer, ontstaan door het op
treden van nieuwe regeeringen in
Frankrijk en Engeland in 1924, gaf
ook de Nederlandsche regeering aan
leiding den toestand opnieuw te be
schouwen.
Zij gaf haar principieele toestem
ming onder voorbehoud van een
nieuw onderzoek voor de ratificatie.
Met het oog op de gevaren, die het
tot stand komen bedreigen, is dit
voorzichtig optreden volkomen te
verklaren en te prijzen. Met rustige
zekerheid, hoogen ernst en rijke er
varing wacht Nederland zonder op
timisme of pessimisme de toekomst
af."
BINNENLAND,
DE KONINKLIJKE FAMILIE IN HET
BUITENLAND.
H. M'. de Koningin en H. K. H.
prinses Juliana waren voornemens he
denmorgen 9.13 uur uit Zermatt naar
Bazel te vertrekken. Vanaf Viege in
het Rhonedal gaat de reis in het Ko
ninklijke rijtuig.
Z. K. H.' Prins Hendrik reisde reeds
gistermorgen naar Bazel af. Dinsdag
beklom Z. K. H. met drie gidsen de
Kiflhorn bij Zermatt, terwijl de Konin
gin en de Prinses met klein gevolg
de Gornergrat bezochten.
De waterleiding in Zuid-Holland.
In een te Zoetermeer gehouden ver
gadering van de waterleiding-commisr
sie werd medegedeeld dat door het
toetreden van de gemeente Bergschen
hoek het aantal (10; bij het $an be
trokken gemeenten voltallig is gewor
den.
De adviseur, Prof. Visser, diende
een voorstel in om tusschen de ge
meenten Berkel en Bergschenlioek
proefboring te doen, om te geraken
tot een eigen winplaats van water
Indien daar water van goede hoeda
nigheid in voldoende hoeveelheid ge
vonden mocht worden, zou het te le
veren water aanmerkelijk goedkooper
kunnen zijn dan wanneer de aange
sloten gemeenten water van Gouda
of Boskoop zouden moeten betrekken.
Ged. Staten van Zuid-Holland had
den het groote belang van een win
plaats in de nabijheid der gemeenten
ingezien en toegezègd dat bij eventu-
eele mislukking der boring de pro
vincie de kosten zou dragen.
Het voorstel van Prof. Visser werd
aangenomen. v
De boring die op een diepte van
plm. 100 M. moet geschieden zou plm.
f2000 k f3000 kosten. Het werk zal
de volgende week aanvangen.
Geen luchtlijnen in Indië.
De Luchtvaartcommissie te Bata
via vergaderde over het contract met
cje K.L.M.
De instelling van luchtlijnen zal voer
loopig niet tot stand komen. De ad
viezen zijn afwijzend. De K. L. M. zal
een nieuw voorstel meoten doen.
De voorzitter der commissie, de
heer Asselbergh, vertrekt binnenkort
naar Europa.
- De jacht op wilde ganzen.
Bepaald is, dat gedurende den tijd,
dat de jacht op wilde ganzen is ge
opend, aan alle houders van jacht
akten is vergund, op den door hen
gebruikten grond of op grond in ge
bruik bij anderen, van wie zij daartoe
toestemming hebben verkregen, wilde
ganezn te vangen door middel van
vang-of treknetten, waarvan de vleur
gels een lengte hebben van meer dan
dien Meter, gemeten van stijggaren
tot stijggaren, zooals het is bevestigd
aan de bovenlijn, en eene breedte van,
meer dan twee meter, gemeten vol
gens de lengte der staven, en waar
van de mazen een lengte en breedte
hebben, van meer dan drie centi
meter.
De werkgelegenheid te Rotterdam.
Enkele.dagen geleden publiceerde de
Scheepvaartvereeaiging „Zuid" een schrij
ven, waarin, o.ra. gezegd wordt, dat de
toestand in het havenbedrijf nog voort
durend aanleiding tot ernstige bezorgd
heid geeft.
Wel vermeerderde in de maand Mei het
aantal binnengekomen schepen, maar dit,
zoomin als de tonnage, zegt niéts ten aan
zien van de hoeveelheid te lossen en te
laden goederen.
Eén lijnboot van io.ooo ton laadvermo
gen, welke hier b.v. óooo ton goederen
kost en 4000 ton laadt, brengt meer .werk
in de haven dan 3 gelijksoortige schepen,
welke elk 1000 tori lossen en laden.
De S. V. schrijft verder:
Vergelijken wij de cijfers van Mei 1924
met die van Mei 1925 (18e en 22ste week)
dan blijkt, dat deze waren:
Gemiddeld aantal gewerkte taken per
week: Mei 1924 100.287; Mei 1925 92.P49.
Gemiddeld aantal schepen per week:
Mei 1924 209; Mei 1925 222.
Derhalve in Mei 1925 een vermeerde
ring van het aantal schepen, doch een
beteekenende achteruitgang van het aan
tal gewerkte taken, d.w.'z. belangrijke ver
mindering van werkgelegenheid.
Vergelijken wij de positie van Mei
1925, dan biedt alleen, de maand April
een minder gunstig beeld; in de maand
Maart is het aantal taken wel iets ge
ringer, maar in verhouding tot het aan
tal binnengekomen schepen was de werk
gelegenheid belangrijk gunstiger.
Gemiddeld aantal gewerkte taken per
week: April 1925, 87.261; Maart 1925
90.929; F.ebr. 1925 92.532; Januari ,1925
92.762.
Gemiddeld aantal schepen per week:
April 1925 203; Maart 1925 195; Fe
bruari 1925 192; Jamiari 1925 182.
Ook ten aanzien van de laatste vier
maanden van 1924 (de drie zomermaan
den zijn altijd stillere maanden) zijn de
resultaten van Mei 1925 niet gunstig:
Gemiddeld aantal gewerkte taken per
week
September 1924 91.120; October 1924
91.114; November 1924 99*463; Decem
ber 1924 106.905.
Gemiddeld aantal schepen per week:
September 1924 198; October 1924 206;
November 1924 202; December 1924 204.
De geringe toeneming van het ge
middeld aantal taken in Mei 1925 in ver
gelijking tot April 1925 kan gevoeglijk op
rekening van de vermeerdering van den
ertsaanvoer worden geschreven. Wij mee
nen dan ook, dat uit de vorenstaande .cij
fers mag worden geconcludeerd, dat ten
aanzien van het stukgoedverke^r, resp.
de werkgelegenheid, niet de minste voor
uitgang valt te constateeren, integendeel,
dat de eerste maanden van dit jaar, zoo
wel als de laatste 4 maanden van 1924
en eveneens Mei 1924 te dien opzichte
tegenover Mei 1925 een veel gunstiger
beeld te zien geven.
We geven deze cijfers, omdat ze niet
alleen voor de havenarbeiders van be
lang zijn, zoodat ze niet te optimistisch
oordeelen,. maar ook voor onze lezers,
die uit ervaring weten, dat alleen op
leving in het havenbedrijf voorbode is
van toehemende drukte in de andere be
drijven.
I I III
GEMENGD NIEUWS.
Vrouw van een dak gevallen. Een
veertigjarige vrouw, stortte in Oxford-
street te Londen van het dak van het
groote warenhuis Selfridge op straat.
Zij overleed terwijl men haar naar
het ziekenhuis vervperde.
Theaterbrand. Gistermorgen om 4
uur is brand uitgebroken in het Svens-
ka Theater te Stock,holm.
De oorzaak van den brand is nog on
bekend, doch naar Svenska Dagbladet
meldt, zou volgens onbevestigde geruch
ten aan brandstichting moeten worden
gedacht.
Om vijf uur stond het theater overal
in vlam, zoodat aan redding niet meer
te denken Viel.
De geheele Stockholmsche brandweer
bevond zich ter plaatse.
Roofmoordenaar. In de woning van
een Italiaansch koopman te Milaan zijn
in een koffer de overblijfselen van het
lijk van een vrouw gebonden, welke
door dezen koopman is vermoord, die
zich van haar juweelen en andere be
zittingen wilde meester maken.
De clader is gevlucht. Men heeft hem
tot nu toe niet kunnen aanhouden.
Groote overstrooming. In het Trans-
Kaukasïsche district Erivan heeft, een
wolkbreuk hevige overstrooming ver
oorzaakt, Talrijke gebouwen, waaron
der de hoogeschool en dat van het
Roode Kruis werden daardoor zwaar
beschadigd..
Auto door een trein gegrepen. Te
Empel nabij Emmerich is een auto uit
Bocholt door een trein uit Emmerich
gegrepen en vernield.
Vam de zeven inzittenden werden er
vier gedood, en drie zwaar gewond.
Dievenbende voor 't gerecht. Wolff
seint uit Berlijn d.d. gisteren:
Voor het Schoeffengericht Berlin
Mitte is heden het proces begonnen
tegen niet minder dan 45 Beklaagden,
die behoorden tot een wijdvertakte die
venbende, welke zichzelven de „Rei-
nickendorfer bloedhonden" noemde en
die in de jaren 1922 en 1923 door tal-
looze diefstallen en inbraken Noord-
Berlijn onveilig maakten.
Schip in brand geschoten. Het stoefm-
schip „Canberra" werd beschoten vanaf
de kust van de Wharf te Melbourne.
De 40 personen aan boord van het
schip werden met moeite gered.
De politie vermoedt, dat brandstich
ting in het spel is in verband met het
conflict tusschen den kapitein en den
zeeliedenbond.
Inwoners mishandeld!. In een dorp
nabij Prirmasens zijn twee inwoners,
w.o. een eenarmige kreupele op brutale
wijze mishandeld, daar zij de vlag van
de inrukkende afdeeling Fransche kleur
lingen weigerden te groeten.
Lijk gevonden. Te Schimmen werd
sedert eenige dagen de 25jarige onge
huwde mijnwerker J. v. Z. vermist.
Gistermiddag heeft de gemeenteveld
wachter het lijk van Z. uit de Geleen
beek opgehaald.
Door een autobus doodgereden. Gis
teravond liep de öjarige N. J. V., wo
nende in de Pupillenstraat, op den Nieu
wen Binnenweg te Rotterdam plotsling
achter een stilstaanden postauto van
daan.
Op dat oogenblik naderde van den
anderen kant een groote outabus, die
anderen kant een groote autobus van
den dienst RotterdamVlaardingen.
De chauffeur van deze bus trachtte
•nog door remmen een aanrijding te
voorkomen, ooch dit bleek onmogelijk,
hoewel de bus met mauge vaart reed.
Het ventje geradkte onder de bus en
wieu n over het lichaam
tengevolge waarvan de dood bijna on
middellijk intrad.
Een handig oplichter. Dinsdag heeft
te Berlijn de bekende oplichter Oerthel
in volie gerechtszaal gepoogd zich te
zelfmoorden, door een flesch met mor
phine uit zijn acietasch te voorschijn
te halen en die aan zijn lippen te zetten.
Hij werd op het laatste oogenblik
door zijn advocaat en een wachtmeester
van de politie in zijn voornemen verhin
derd.
Oerthel heet eigenlijk Freiherr von
Egloffstein. Zijn vader behoorde tot een
oud adellijk geslacht, maar was reeds
geheel aan lager wal geraakt en had
daarom den naam van Oerthel aangeno
men.
Onder de stoute stukjes, welke de
jonge Oerthel heeft uitgehaald, behoort
o.a. dat hij tijdens den oorlog zes weken
lang in het hoofdkwartier van maar
schalk von Mackensen gelogeerd heeft,
onder voorgeven, gedelegeerde van het
Amerikaansche Rooda Kruis te zijn.
Bij een andere gelegenheid slaagde
hij er in, verkleed als Roemeensch gene
raai een heele trein te stelen.
Ook heeft hij zich eens uitgegeven
als den beroemden vliegenier luitenant
von Richthofen. In deze kwaliteit
kwam hij te Breslau aan, waar de von
Richthofens juist een familiedag hiel
den, Hij 'slaagde er echter in zich uit
het geval te draaien.
Oerthel zag er ook niet tegenop
cheques te vervalschen, actentasscheu
te stelen, als belastingambtenaar bij boe
ren aan te kloppen, en dezen geld af te
persen, zich aan meineed schuldig te
maken, enz.
Gedurende het voorarrest slaagde hij
'er in, driemaal uit de gevangenis te ont
snappen, ten slotte wist hij zelfs zijn
eigen acten uit de bureaux van den
onderzoekingsrechter te lichten.
:elijk gezegd, heeft hij nu gepoogd
zijn carrière door zelfmoord te beëindi
gen. Hij heeft echter twee jaar tuchthuis
straf gekregen, onder aftrek van zijn
langdurige voorloopige hechtenis.
Een erfeniskwestie. Te Sydney (Aus
tralië) hebben ongeveer 300 personen 'n
vergadering gehouden teneinde overleg
te plegen, hoe zij in het bezit zouden ge
raken van een 9 millioen pond sterling,
welke door een kolonist, Thomas Rose
genaamd, nagelaten is. Al de aanwezi
gen verklaarden van dezen „oom" fa
milie en erfgenaam te zijn.
De „aandeelhouders" kozen uit hun
midden een voorzitter, een secretaris en
twee vertegenwoordigers van elke tak
der familie.
1 Penningmeester is nat '.uriijk „oom"
Rose.
WILLEM DE CLERCQ.
Een van de groote mannen van het Re
veil, de intieme vriend van Da Costa en.
van den heer en mevrouw 'Groen van.
Prinsterer, was Willem de Clercq, van.
wien. Ds. Deddens in de „Rijswijksche
Kerkbode" het een en ander mededeelt.
Willem de Clercq, het levend beeld van
de bescheidenheid, ootmoed, teederheid
der Christelijke liefde, was „een levend
anachronisme in het redeneerend protes
tantisme zijner dagen".
Reeds vroeg openbaarde zich bij De
Clercq de lust tot belletristische studie;
en toen hij 20 jaar was, tverd plotseling; 1
openbaar de wondere gave, die God hemj
geschonken had: de kunst om voor de
vuist over een opgegeven onderwerp in
dichtmaat të improviseeren.
De verzen stroomden hem, al sprekende
toe met een snelheid, door geen schrijver,
bij te houdenhet spreekt vanzelf, dat
alleen uitgebreide, parate kennis en niet
minder een verbazingwekkende vlugheid
van opvatting en groepeering der stof
hem/hiertoe in staat konden stellen.
De rijke geest van den improvisator om'
vatte het hooge en lageLeonidas en
de boekdrulckinst, ouder.iefde en de ha-
ring, geschiedenis der wijsbegeerte en 'n
kurk, Nebucadnezar, de Spaansciie om-
wenteling, een parel en he: buskruit. 1
Gedurende 30 jaren gaf hij niet minder f
dan 600 poëtische improvisaties pver de j
uiteenloopendste onderwerpen; naar de
berekening van Da Costa zouden zij niet
minder dan 10 to.t 12 beknopt gedrukte!
octavo boekdeeien hebben gevuld.
Nadat De Clercq tot den Christus ge
trokken was, begon hij zijn talent in dienst
te stellen van de verkondiging van den
Zaligmaker en werd aldus „de Evan
gelist der hoogeifo standen".
Iedere uitstorting van zijn gemoed werd
een belijdenis van zijn christelijkgeloof
iets, dat aan vele van z[jn hoorders lang
niet beviel, die er zich zelfs aan geërgerd
zouden hebben, indien het hun in ge
woon proza was voorgedragen, maar het
zich nu om den dichterlijken vorm .wil
den „getroosten".
Niets was er weldra, wat De Clercq
gevoeliger hinderde. Noemde men zijn
overtuiging overdreven, en v/ilde men
van 4'e overdrijving niet hooren, die voor
hem de eenige waarneid was, dan wilde
hij niet, dat maat en rijm de betoovering
van geïmproviseerds verzen een anders
gewijgerden toegang zouïcien verschaf
fen.
Het gevolg was, dat langzamerhand uit-
noodigingen werden afgeslagen waarvan-
het nevendoel in het verkrijgen van een
improvisatie gelegen was.
De Clercq begon zich terug te trekken
Behoudens het ononderbroken verkeer
met enkele collegiale families hield hij
zich de laatste jaren aan den huiselijken
kring. Daar bracht hij den 3den Febr.
met eenigen arbeid door, van tijd tot tijd
zingend een Engelsche hymne: I soon
may die (spoedig zou ik k,unnen ster
ven).
Den volgenden morgen ontsliep hij. De
„Aeolische harp, die bij elke windvlaag
nagalmde", zou hier op aarde niet meer
gehoord worden; die „altijd een kind ge
weest was", was heengegaan naar zijn
Vader".
NEDERLAND EN DE VOLKENBOND
Prof. mr. J. de Louter behandelt in
het Juni-nummer der Süddeutsche Mo
natshefte de verhouding van Neder
land tot den Volkenbond.
De toetreding van Nederland tot det>
Volkenbond schetst prof. De Louter
als volgt:
Toen de vredesconferentie h'et ver
drag van Versailles in z'n grondtrek
ken had vastgesteld, ontvingen de
afgevaardigden van dertien neutrale
mogendheden in Maart 1919 gelegen
heid om hun opvattingen en wen-
schen aan een comité onder voorzit
terschap van Lord Robert Cecil uit
één te zetten.
De toestand der neutralen was el
lendig. Eenerzijds waren velen vol
komen overtuigd dat het vredesver
drag een geweldvrede voor de over
wonnenen beteekende en dat de Vol
kenbond daarom nauwelijks meer
was dan een wederkeerig garantie
verdrag der overwinnaars voor de
uitvoering der vredesbepallngen.,
met welke eenige artikelen van het
Volkenbonds-verdrag nauw samen
hingen.
Anderzijds kon men niet looche
nen dat de Volkenbond de kern van
een nieuwe en betere wereldorde be
vatte, die van veel breeder strekking
was dan de oogenblikkelijke eischen
voiderden. Men moest toestemmen
of weigeren op het gevaar af dat het
gunstige oogenblik van 'n vrije keus
nooit zou terugkeeren."
Zooals men weet was prof. de Lou
ter lid van een bijzondere commissie
die belast was met een onderzoek van
het Volkenbondsproject.
Deze commissie adviseerde de regee
ring slechts onder groot voorbehoud
toe te treden.
„Politieke overwegingen", zegt pror
sfesor De Louter, „hebben ten slotte de
moreele tegenwerpingen overwonnen
eii met een bezwaard hart, wijzend
op de leemten en fouten en in de hoop
van een spoedige herziening, ls de toe
treding gevolgd.":
In de besprekingen, die daarop met
Lord Robert Cecil gevoerd werden,
deed Nederland het voorstel oorlogen
geheel te verbieden, maar kon zijn
standpunt niet doorzetten.
„Zonder voorbehoud", aldus sclir.,
„trad Nederland ten slotte tot den Vol
kenbond toe, zonder geestdrift en zon
der tegenzin, in blijde of in bange ver
wachting van hetgeen de toekomst zou
kunnen brengen."
Het tegenwoordige standpunt van de
Nederlandsche regeering ten opzichte
van der. Volkenhond zet prof. De Lou
ter als volgt uiteen:
„Het sterke gevoel van verantwoor
delijkheid voor het lot van een klei
nen, ouden, beroemden ernstig De-
dreigden staat, dat de Nederlandsche
regiering steeds bezielde, beeft de
elkaar opvolgende ministers tot ui
terste voorzichtigheid gemaand en
hen gewaarschuwd voor overhaaste
stappen. Daarom heeft de regeering
zich standvastig verzet tegen iedere
uitbreiding der verplichtingen, die
uit het Vólkenhond-statuut voort
vloeien, zoo lang de bestaande ge
breken >niet opgeheven zijn.
De propaganda-redevoerlngen van
Lord Robert Cecil voor zijn ontwape
ningsplan maakten slechts een voor-
bijgaanden indruk en waren geens
zins geschikt de regeering van haar
standpunt af te brengen. Reeds in
1922 heeft haar eerste gedelegeerde
de vroegere minister Loudon, ernsti-
gen twijfel geopperd over de aanne
melijkheid van het nauwelijks in
hoofdtrkken aangeduide compromis-
ontwerp van Ëngelsch-Franschen
oorsprong.
Nadat dit tot een verdrag was op-
ge steld^zettehijdeintusscheni^
FEUILLETON.
Een doornig pad
(Uit het Engelsch).
22)
„Wel! kent u hen?" vraagde juf
frouw Clack, met een gelaat dat van
verwondering en blijdschap straalde*
„Ja Don vond ze hier verleden Novem
ber. Wat was het een koude avond!
Don-is mijn boodschappenjongen, en
hij slaapt beneden; hij bracht ze bij
mij aan huis En het meisje antwoordt
op den naam van Dot, maar dat is
toch zeker haar doopnaam niet. De
oude man was door zijn dochter in
het park achtergelaten. Hij wist niet
zeker, of zij het uit moedwil gedaan
had of niet."
..Goddank", zeide Abbott, stil staan
de on zijn hoed afnemend.
„Kent u hen?" ging juffrouw Clack
voert.
„Ik ken Hagar", antwoordde hij, ,„en.
haar hart breekt van verlangen naar
hen. Ik dank God, dat ik met u mee
ben gegaan en u niet hebverlaten voor
dat gij mij dit verteld hebt. Waar zijn
zij? Nog bij u in huis?"
„De arme oude blindeman is dood
en begraven", zeide zij in tranen uit
barstend. ,.Ik kocht hem zoo goedkoop
een mooi pak nieuwe kleeren, maar
het was van iemand, die den typhus
gehad had, en daar wist ik niets van.
Hij kreeg die ziekte in ergen graad en
stierf er aan. O, ik wou dat ik het
nooit gedaan had. Dat is de oorzaak
van zijn dood, en hij zou nu zoo ge
lukkig geweest zijn. Hij treurde altijd
om zijn dochter Hagar."
„Arme Hagar", zeide Abbott zacht.
Hij .wist, dat het voor haar een bittere
smart zou zijn, en hij leed om harent
wil. Zij had de hoop gekoesterd, dat
zij haar vader en Dqtje terug zou vin
den, als een toeken-, dat God haar ver
geven had; en hij kon haar niet be
wegen om in Gods liefde en vergiffe
nis te gelooven zonder dat toeken.
„Maar Dotje is er toch", voegde hij
er na een oogenblik zwijgens bij.
„O ja, zij is goed in orde", ant
woordde juffrouw Clack. „Ik heb haar
bij de dochter van mijn buurvrouw ge
laten, bij Peggy Watson. Ik liad vrouw
Watson opgepast in den typhus, dien
zij van den ouden Lister had overge
ërfd, en nu moest zij haar zin hebben,
dat ik met haar mee naar buiten zou
gaan. Ik heb eerst den ouden man
opgepast en had nooit gedacht dat een
man zoo'n goedaardig schepsel zou
kunnen zijn. Hij heeft drie maanden
bij mij gewoond en nooit heb ik een
onvertogen woord van hem gehad,
neen, nooit."
„Ik-zal met u naar huis gaan", zei
de Abbott, „en dan moeten wij van
avond dadelijk dat arme Dotje naar
hare moeder brengen Haar hart breekt
van verlangen naar hen, arme ziel!"
Het was heel donker in het nauwe
steegje, toen zij er aankwamen, want
de eenige lantaren in het midden was
niet aangestoken, omdat het glas den
vcrigen dag gebroken was. Juffrouw
Clack kon haar weg best in donker
vinden, maar Abbott struikelde over
het ongelijke plaveisel, toen hij haar
volgde. Aan het einde flikkerde eea
flauw kaarsliohtje door het morsige
venster van de woning der Watsons,
waar Dotje gehuisvest was. Zij haast
ten zich derwaarts, en juffrouw Clack
tikte zenuwachtig aan de deur. Het
bovenraam werd geopend en P^ggy
stak haar vuil .gezicht en ruigen prui-
kebol naar buiten, om te zien wie er
was.
„Ik ben juffrouw Clack. Ik ben te
huis gekomen, en ik moet Dotje heb
ben."
0 juffrouw Clack 1" riep Peggy uit,
'„we zijn gisteren Dotje kwijt geraakt
en hebben nog niets van haar gehoord.
Geen van de dienders heeft haar ge
zien l"
HOOFDSTUK XI. -
Slechte tijding voor Don.
Don was uit het typhus-gasthuis
\%oor een veertien dagen naar een her
stellingsoord aan den zeekant gezon
den om weer wat op zijn verhaal te
komen voordat hij zijn Londensche
leven weer beginnen zou. Hij had niet
aan juffrouw Clack geschreven, om
dat hij niet schrijven kon en nu pas
zijn eerste lessen kreeg in die nuttige
kunst; maar de moeder uit het her
stellingshuis had een brief aan haar
geschreven en zijn hand vastgehou
den, terwijl hij zijn naam zette. Maar
geen oogenblik twijfelde bij er aan, of
juffrouw Clack hem welkom zou hee-
ten, als hij weer naar zijn oud tehuis
terugkeerde. Hij voelde, dat zij even
verrukt zou zijn hem weer te zien,
als hij zou zijn bij die gelegenheid.
Het scheen wel alsof er jaren waren
voorbijgegaan sedert den dag waarop
de oude Lister was gestorven en bij
zelf ziek was geworden. Hij was sterk
gegroeid gedurende zijn ziekte, en zijn
oude kleeren waren hem ongemakke
lijk kort geworden aan de armen en
beenen, hoewel hij ze veel te groot en
op den groei gekocht had. Maar hij
vertrouwde dat juffrouw Clack met
hare gewone behendigheid die kleine
moeilijkheid wel uit den weg zou rui
men.
Wat had hij haar een nieuws te ver
tellen! vooral van al de vreemde din
gen, die hij aan het strand gezien had;
en dan die wondervolle verhalen over
dien zelfden Heer Jezus, wiens naam
zij genoemd had, toen de arme blinde
man op sterven lag. Hij kon niet den
ken, dat juffrouw Clack al die mooie
geschiedenissen wist; anders zou zij
ze hem wel verteld hebben, want zij
waren waar, dat was nog. hét mooist
van alles. De moeder uit het herstei-
lingshuis had ze hem voorgelezen uit
een groot boek terwijl hij aan -t strand
lag, en had hem ook een paar woor
den leeren lezen. Hij had een klein
boekje met teksten meegebracht, en
nu zou hij aan juffrouw Clack vragen,
of zij hem eiken avond wilde hooren
lezen, totdat ze alle kende; dan kon
hij ze altijd later voor zich zelf over
zien, of 'ze voorlezen aan een arme
ziel, die op sterven lag zonder te we
ten waar hij heenging of wat Jezus
Christus voor hem gedaan had. Zijn
gemoed was vol, toen hij het steegje
inging; hij zou wel van blijdschap
hebben kunnen schreien.
- - [Wordt vervolgdi