NTEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 25 JUNI 1925
TWEEDE BLAD, j
Wat de bladen zeggen.
eEen liberale voorspelling.
iWjijj lezen in het Huisgezin:
Drie jaar geleden zaten .wij pok
in den verkiezingsstrijd.
Het is vandaag, op den dag af,
drie jaar geleden, Bat het „Hbld." aan
zijjn avondblad een bijvoegsel toevoeg
j de, dat den datum van "Donderdag
I 22 Juni 1922 droeg en 'bedoeld was,
den lezer een "beeld te geven van dfc'n
I rampspoédigen toestand, waarin dan,
dank zij de verderfelijke politiek der
.Christelijke regeering, ons land zou
i /verkeèren.
Niet beter, meende het „Hbld.",
kunnen wij bij de komende stembus
de Nederlandsche kiezers waarschu
wen vóór het wanbeleid van het
rechtsche ministerie en de rechtsche
regeeringsmeerderheid, dan door in
een toekomstbeeld te laten zien, hoe
wij er, wordt het rechtsche bewind be
stendigd, over drie jaar voor zullen
Staaii en waar wij; dan toe gekomen
zullen zijn.
Wij zijn er niet zeker van, dat het
'„Hbld." dat bijvoegsel van 22 Juni,
[1922 vanavond opnieuw aan zijn blad
zal toevoegen, om, droevig gestemd
.uiteraard, maar toch min of meer
triomfantelijk zijn lezers te kunnen
voorhouden: dat hebben wij drie jaar
'geleden voorspeld, en zooals ge ziet,
is het letterlijk uitgekomen,
j; "Met eenige voldoening, geen leed
vermaak, onzerzijds, mogen we wel
constateeren, dat" van al de Cassan-
dra-voorspellingen van het „Hbld.",
niets is uitgekomen,
j !i LWij; gaan niet naar het staats
bankroet; wij' staan niet voor een
afgrond; er dreigt geen mmistercri-
sis in verband met voorfdurende sta
kingen in het spoorwegverkeer; op
i;de beurs heerscht geen paniekstem
ming, die voor ons '"bedrijfsleven 'de
ernstigste gevolgen kan hebben; de
i papierprijzen zijn niet tot f2.50 per
kilogram gestegen, zoodat de grootste
dagbladen maar met twee pagina's
kunnen uitkomen; de Rijksmiddelen
over Mei 1925 leveren geen trooste
loos beeld op; er heeft zich geen
iDpitsch comité gevormd om' Neder-
j landsche kinderen in'Duitschland on
der te brengen; het aantal faillisse
menten in dé afgeloopen Week béu
draagt niet precies 630 noch het aan-
jtai vanI Januari tot nu ten voile
12.510. Dnz., enz.
'De voorspellende geest, "die drie
Ijaar geleden over het „Hbld." was
vaardig geworden, is buitengewoon
slecht geïnspireerd geweest, zooals het
profeten meer gaat.
iMaar het was bedoeld voor verkie
zingsdoeleinden, en dan mogen blijk-
baar de zwartste kleuren worden ge
bezigd, ten einde den tegenstanden
iafbreuk te doen.
if [Van één ding zijn we zeker: het
'„Hbld." zal ditmaal niet zijn voor-
j 'spellende geest aan het werk stellen,
om het -Nederlandsche volk voor te
houden, hoe rampzalig het er hier te
lande over drie jaar zal uitzien, in-
Idien 'de reofltsche meerderheid op-
I hieuw gehandhaafd en weer een ohris-
I Ijtelijk bewind gevormd mocht worden.
I "Doch, zal men het niet zoó bont
•maken, de tegenstanders trachten toch
[Wel, elk op zijn wijs, den kiezers in
te scherpen, dat een rechtsche meer
derheid en een rechtsch ministerie in
ieder geval moeten worden ^verijdeld
jde liberalen omdat zij droomen' van
leen „nationaal" kabinet voor het im-
1 mers ih meerderheid liberaalgeble-
Nèderland; de sociaal-democraten
j lomdat, zij; hun begeerte, eindelijk re-
I igeeringspartij te worden, niet langer
kunnen betóomen.
De katholieke kiezers zullen voor
,hun deel niets verzuimen, om "Ben
i toeleg van links te doen mislukken.
De tot mystificatie geworden voor-
I spelling van het „Hbld." is een baken
in zee.
i FEUILLETON.
Een doornig pad
1 v-v, (Uit het Engelsch).
16-
En terwijl zij daar zoo droevig en
eenzaam zat, scheen het haar toe als
of zij in den geest Jezus Christus zag,
in al zijn goedheid en heiligheid; hoe
Hij zijn tijd doorbracht, niet in afzon
dering zooals zij; hoe Hij zich niet
'zelfzuchtig op een afstand hield'van
de ruwe onwetende menschen rond-
I om hem, maar als één hunner onder
ben woonde., met hen wandelde op
het veld, met hen aanzat in hun huisi,
met hen voer in hunne schepen, hunne
feesten met hen vierde, bij hunne be-
I grafenissen weende, en zoo door hen
j verdrongen werd, dat Hij bijna niet
dopr hunne straten en wegen kon
j gaan. Luisterde Jezus nooit naar de
praatjes van de buren? kwam nie
mand Hem ooit vertellen, dat er een
jkind in dezelfde straat was geboren,
of dat een paar jongelieden gingen
trouwen? En sloot Hij zijn oor voor
al de gewone nieuwtjes? en ging Hij
voorbij alsof Hij daar niets mede te
maken had?
Haar eigen hart antwoordde haar,
BINNENLAND.
DE CHRISTEL. GEREFORMEERDEN
EN DE POLITIEK.
Ds. J. J. van der Schuit, docent aan
de Theologische School te Amsterdam
schrijft in de Rotterdammer:
Ik zie op heden een gevaar en ik
hoop, dat alle Christelijk Gereformeer
den zich daarvoor wachten. Er komt
een richting op, die bewust of onbe
wust kerk en politiek dooreenhaspelt
en bij den roep: „wij zijn geen kerke
lijke partij" toch aardig aan het kerk
je spelen is. Ik heb b.v. 'hooren bewe
ren,. „gij Christelijk Gereformeerden
hoort thuis in de Staatkundig Gere
formeerde Partij." Wanneer ik hier do
ze partij noem, dan is dit niet om iets
kwaads van haar te zeggen of haar
met gelijke munt te betalen als waar
mede zij de antirevolutionaire partij
hekelt. Ik wil alleen wijzen op het fou
tieve in zulk een bewering. Als Chris
telijk Gereformeerden behóorenj wij
tot geen enkele politieke partij. Maar
als Christen Staatsburgers hebben wij
ons te scharen onder antirevolutionai
re vlag, die, de kleuren van Gods or
dinantiën draagt. Laat men toch op
houden met de onware voorstelling
alsof alles wat deze „Christelijke Re-
geering" doet op rekening komt van
de antirevolutionaire partij. Laten wij
toch de eenheid trachten te bewaren
in den machtigen strijd tegen onge
loof en revolutie. Heiligt den strijden
laten kerkelijke hartstochten ons niet
verblinden.
Alle verbrokkeling is verspilling
van kracht en borduren op het vaan
del van socialisme en communisme.
Niet door groote, holle/ woorden
wordt ons vaderland gediend in dezen
donkeren tijd. Toon tegenover de we
reld, toon tegenover Satan en zijne
machten, dat wij toch bezitten een
wezenlijke eenheid,' Gode tot eer, ons
vaderland ten zegen.
Radio-politiek.
Voor de microfoon van den Radio-
omroep te Hilversum zullen Dinsdag
avond het woord voeren de heeren:
Wibaut, voor de S.D.A.P.; Colijn voor
tde Anti-Revotfutionaire Partij; Jhr
de Geer voor de Chr. Hist. Unie; Dres-
selhiiys voor den Vrijheidsbond; baron
Van Wijnbergen voor de R.K. Staats
partij en dr. v. d. Mijle voor den Na-
tionalen Bond (voor bezuiniging).
De Koningin naar Ameland.
Naar de Leeuw. Crt. verneemt, zui
len de Koningin en de Prins in het
begin van September een bezoek bron
gen aan het eiland Ameland.
Besmettelijke ziekten.
Bij de „St.crt." is een opgave ge
voegd van het aantal aangegeven ge
vallen van besmettelijke ziekten over
de Week van 14 tot en met 20 Juni.
Totaal voor het rijk werden aange
geven: 27 gevallen van buiktyphus
(2 te Amsterdam); 169 van roodvonk,
(25 te A'dam, waarvan 2 in één gezin);
101 van diphteritis (24 te A'dam, waar
van 1 maal 2 en 1 maal 3 gevallen in
één gezin) en 1 van meningitis (te
Arnhem). t
Minister Colijn.
Minister Colijn heeft gisteren drie
spreekbeurten vervuld. Des middags
te Goes, des avonds 7 uur te Middel
burg en om half negen te Vlissingen.
Er was een enorme belangstelling.
Het conflict in het schildersbedrijf.
Naar aanleiding van een conferen
tie, gehouden onder voorzitterschap
van den rijksbemiddelaar mr. S. de
Vries Czn. berichten partijen, dat het
contact weer is verkregen, wat tot ge
volg heeft dat onderhandelingen over
eventueele beëindiging van het con
flict zijn geopend.
Blanco stemmen!
Het bestuur van de Nationale Unie,
t waartoe o.a. behooren Dr. Gerretson,
dat de Heer Jezus Christus, Gods
Zoon, een geheel ander leven dan zij
moest geleid hebben, daar Hij anders
nooit de Zaligmaker der wereld had
kunnen zijn. Wel, zij had niemand ge
lukkig gemaakt, niemand zelfs een
oogenblik verdriet bespaard. Jezus
had huïine zonden, smarten, en krank
heden gedragen, maar zij had niets
gedaan, totdat Don den ouden Lister
en Dotje aan hare deur had gebracht;
en haai* hart was God-dank nog niet
zoo verhard geweest dat zij hen had
kunnen wegzenden om van honger te
sterven. Maar dat kwam dooi' Don,
en o! hoe blij was zij, dat zij hen in
huis had genomen en hen had verdra
gen en geleerd had hen een weinig
lief te hebben. Zij viel op hare knie
ën, verbergde haar beschreid gelaat
in hare handen, en bad tot God om
vergeving, dat zij zoolang^ zijne liefde
had vergeten, en om kracht, om niet
langer voor zich zelve te leven. Het
duurde lang, voordat zij opstond, Zij
bleef niet bepaald bidden, maar bracht
zich te binnen al wat Je'zus Christus
voor haar gedaan had, al zijn liefde
en zijn Tijden, die zij zoo zondig ge
durende al die jaren vergeten had.
Wat Hij van haar eischte, was., dat
zij zich ender hare medemenschen
begeven en zijne voetstappen 'navoT-
tot voor enkele jaren propagandist!
der Chr. Hist. Unie, en Ds. v. d. Voort
van Zijp, töt voor kort geleden jaren
aaneen voorzitter der A.R. Kamer
club, heeft aan de leden dezer Unie
den raad gegeven 1 Juli a.s. blanco
te stemmen.
Het merkwaardige hierbij is dat de
heef van der Voort van Zijp nog steeds
geen bezwaar heeft om als afgevaar
digde voor de A.R. partij te fungeeren.
De Glindhorst.
„Het Vad." meldt, dat" dezer dagen
de commissie-Bosch, die, zooals men
weet, een onderzoek* naar het voorma
lig en huidig beheer van de Glind
horst zal instellen geïnstalleerd is.
Invoerrecht op vleesch.
De commissie van deskundigen voor
de samenstelling van de prijscourant
ter berekening van het invoerrecht op
versch of gekoeld vleesch heeft, in
hare vergadering van 23 dezer, be
doelde prijscourant vastgesteld als
volgt. Rund- en kalfsvleesch, versch
of gekoeld, 100 K.g. f100; Paarden-
vleesch, versch of gekoeld 100 I£.g.
f55. Gedurende de maand Juli zal
mitsdien het invoerrecht voor de hier
boven bedoelde vleeschsoorten bedra
gen 10 pet. van de hiervoor vermelde
waarden.
E|3 tegenstander lacht.
Ds. van Èyck van Heslinga, van
Berlikum, heeft in de Chr, Hist, bla
den een stuk, dat zich richt tegen die
Chr. Historischen, welke neiging ge
voelen, oni dtmaal naar de Herv. (Ge-
ref.) Staatspartij candidaat-ds. Ling
beek over te gaan.
O.m. zegt hij, tot wie dit wil:
„Dan meent ge het beginsel, dat
ons heilig en dierbaar i9, te bevor
deren en verknoeit het,door hen, die
het met U dragen in hart en gebed,
uit elkaar te jagen en ze tegenover
elkaar, in plaats van schouder aan
schouder te helpen stellen.
En de tegenstander lacht....
Precies hetzelfde kan bij ons ge
zegd worden, tot degenen, die zich door
dr. Kersten, en 't Zandt en Barth, wil
len laten leiden van 'tA. R. pad!
Een leutige vergadering,
't Gebeurde in een landelijk dorpje,
dat een candidaat van Braat's partij
een gehoor van zoo omstreeks dertig
man toesprak.
De plattelander- geraakte in vuur.
Toen hij bij het hoogtepunt van zijn
vlammend betoog gertaderd was, trok
hij zijn schoenen uit, stak zijn platte
landers-voeten in een paar hagel
nieuwe klompen en schreeuwde zijn
auditorium toe, dat, "als hij gekozen
werd, hij op klompen de Kamer zou
binnengaan..
Maar, dit was ter adstructie zijner
plattelands-politiek nog lang niet vol-
doened. PIij zwaaide een knoestigen
knuppel, uitroepend: „dit is de'knup
pel van het platteland".
Sen der aanwezigen kwam in debat.
Blijkbaar vhad sprekers aanstekelijk
enthousiasme ook hem te pakken ge
kregen. Hij betoogde althans zoo na
drukkelijk, dat zrn kolletje (pruik) on
der daverend gelach van zijn hoofd
viel.
De candidaat achtte nu het oogen
blik gekomen om aan het debat een
eind te makeln door met een bas-
siteim te zinge'n: „Janus, zet jij
psakkie op je kop", 't Geheese au
ditorium brusde in koor mee., waar
na de vergadering eenlgezind, vroo-
sijk en wesvosdaan uiteenging.
Belconing telegraaf- en telefoonsta
tionshouders.
Met ingang van i Augustus a.s. wordt
de belooning van de houders van tele
graaf- en telefoonstations geregeld als
volgt:
voor een interlocaal gesprek', tegen ver
laagd tarief, van 3 minuten of minder,
aangevraagd uit het station, 4 cent;
voor een interlocaal gesprek tegen ver
laagd tarief, van 3 minuten of minder,
uit het station gevoerd, naar aanleiding
van een ontvangen telefconoproepbericht
4 cent;
voor een interlocaal gesprekj tegen ver
laagd tarief, aangevraagd uit het station,
doch niet gevoerd, 2 cent.
(Voor een interlokaal gesprek', tegen
verlaagd tarief, van 3 minuten of minder,
aangevraagd uit een perceel, dat op het
.station is aangesloten, wordt de bestaande
vergoeding van 2 cent gehandhaafd).
Voor inkomende interlocal© of interna-
tïonalegesprekkea (waartoe niet gerekend
worden uit het station naar aanleiding
van een ontvangen telefo,onoproepbericht j
2 cent.
Indien een station is in dienst gesteld
,op den voet van het bepaalde in artikel 3,
sub 2, van het rijkstelefoonreglement '19,
zal boven het gewone bedrag van 2 .cent
per aansluiting per dag aan den houder
worden uitgékeerd.
"bij ten hoogste 50 aansluitingen, on
derling locaal verkeer hebbende, per aan
sluiting op het station, 15 cent per jnaand.
bij 51100 aansluitingen, onderling lo
caal verkeer hebbende, per aansluiting op
het station, 20 cent per maand;
bij 101500 aansluitingen, onderling lo
caal verkeer hebbende, per aansluiting op
het station, 25 cent per maan.
Uit het Sociale Leven.
Aan wiien de schuld?
In antwoord op den „Open Brief", on
langs door den heer H. Diemer aan den
heer F. Eikerbout te Leiden gericht,
heeft de heer Elkérbout het volgende
schrijven gepubliceerd
„In „Een aanklacht tegen de Christe
lijke werkgevers", meent de heer H. Die
mer te Rotterdam, voorzitter van de Chr.
Werkgeversvereeniging, zijn leedwezen te
moeten uitspreken, over hetgeen door
mij in mijn openingswoord, ter gelegen
heid van de Algemeene vergadering van
den Christelijkën Metaalbewerkersbond in
Nederland, gesprokten is.
In het openingswoord, wat zoowel in
ons vakblad, als in de groote pers, slechts
verkort is overgenomen, wordt door mij
spijt uitgesproken over de mentaliteit der
werkgevers, en heb' ik mij als volgt uit
gesproken.
„Het liefst zag men alle in den' laat-
sten tijd getroffen sociale maatregelen
weer zoo spoedig en zoo absoluut moge
lijk! van het tooneel verdwijnen. Geen
uitbreiding van sociale maatregelen, geen
ziekteverzekering, geen wettelijke regeling
van werkloosheid, geen medezeggenschap
in de bedrijven, niets van dat alles, zie
daar het standpunt van de werkgevers,
een enkele goede niet te na gesproken.
Vooral 't gesol med de arbeiders ten op
zichte' van de ziekteverzekering is erger
lijk. Ook van de Christelijke werkgevers
kan helaas niet veel beters worden gezegd.
Van hen mocht toch wel ten minste wor
den verwacht, dat zij zich niet alleen door
materieel© overwegingen lieten leiden,
maar allermeest door hun Christelijk be
ginsel. Op het begeven toch van het be
leden beginsel koiht het aan".
Het spijt mij waarlijk, dat ik! door deze
woorden den geachten. heer en vriend Die-
mer leed heb aangedaan, te meer, daar ik
van hem toch zeker mag verwachten, dat
hij onder die patroons behoort, waarvan
ik heb gezegd, „een enkele goede niet te
na gesproken", doch daar hij ook schrijft,
dat dit ook velen van zijn vrienden leed
zal hebben gedaan, daar ben ik er te dien
opzichte nog niet van overtuigd.
Geachte vriend Diemer, ik kan nog niet
inzien, dat er voor U, in dezen tegenwoor-
digen tijd, moed voor noodig is, om als
werkgever, aan een bevrienden persoon,
nadere inlichtingen te vragen, in verband
met „de aanklacht tegenover de Christe
lijke Werkgevers", die, zooals U schrijft,
door mij over één kam geschort worden.
Dit laatste is absoluut onjuist, en ik
zou mij te dien opzichte zelf blameeren,
zoo ik mij daaraan 20U hebben schuldig
gemaakt.
Immers, mijn -jarenlange practijk in de
Christelijke Vakbeweging heeft mij meer
dan éénmaal het bewijs geleverd, dat nist
alle patroons er zoo over denken en dat
er zijn, die werkelijk gevoelen, wat hun
plicht en roeping is op het terrein van
het sociale leven.
Zal ik U nog eenige voorbeelden moe
ten aangeven, immers neen, gijzelf en ook
ik hebben meerdere malen met personen
gesproken, die wij als 't ware met Boaz
en zijn knechten konden vergelijken.
Maar o, hoe weinige zijn deze. De geest
van saamhoorigheid wordt vaak gemist
en men ziet zoo weinig van de goede ge-
Aan Het Zoeklicht
Leiden, 25 Juni 1925
Dat was nogeens een meevaller!
Ik was nog altijd zoo'n beetje onder
den indruk van de kwalificatie van
het Handelsblad, dat wij, Antirevol»»
tionairen, toch eigenlijk maar 'n troef*,
je half-anéüphabeten zijn.
Maar nu las ik in hetzelfde blad van
den heer Walrave Boissevain, die ver
telde dat hij een gematigd en fatsoen
lijk man had gesproken, die toch
rechts stemde.
Dat deed me goed.
Er zijn dus in ons goede land nog
gematigde en zelfs fatsoenlijke man
nen die het niet beneden zich achten
zich, zij 'tdan misschien maar tijde
lijk, aan de rechterzijde te scharen.
Ik veelde me bepaald vereerd.
'tZijn dus niet alleen de half-anal-
phabeten, waarop- de heer Colijn
steunt, maar men vindt daaronder
zelfs gematigde en fatsoenlijke kiezers
Aan den heer Boissevain breng ik
graag hulde voor deze bemoedigende
ontdekking.
OBSERVATOR.
volgen, in het leven van den dag. Zeker,
een geestelijke band wordt er gevonden,
maar de vruchten daarvan zijn o zoo wei
nig. Dit ondervonden wij dan ook, toen
wij het „Program van Actie" van de
Christelijke Werkgevers vereeniging moch
ten ontvangen. Wat een ontzettende teleur
stelling wedervoer mij, nadat ik dit pro
gram gelezen en herlezen had.
Ik' laat slechts enkele punten volgen
en lees dan:
1. Intrekking van nog geldende crisis-
wetten.
2. Met vooropstelling, dat de Arbeids
wet 1919 in principe niet juist is, omdat
de arbeidstijd niet algemeen, doch spe
ciaal in verband met de omstandigheden
in ieder bedrijf, allereerst tusschen pa
troons en arbeiders behoort geregeld te
worden, wordt, zoolang het systeem der
tegenwoordige arbeidswet intact blijft, aan
gedrongen op:
a. geen verdere uitvoering dier wet;
b. den overgangstermijn van art. 26 op
8 jaren te brengen
c. uitbreiding van grt. 2-8, lid 7, opdat
de daar genoemde vergunning ook zal wor
den verleend, indien een of meer werk
gevers in overleg met de bij hen in dienst
zijnde arbeiders het verzoek daartoe doen;
tevens worde de in dit artikel genoemde
grens van 2500 tot 2860 uren verhoogd.
Er worde geen uitvoering gegeven aan
het voornemen, om een wetsontwerp op
de arbeidsbemiddeling in te dienen, dat
verder gaat dan het tegengaan van wan
toestanden. De wetgever onthoude zich
van wettelijke maatregelen betreffende me
dezeggenschap of bedrijfsorganisatie.
Bij invoering eener ziektewet wordt rui
me plaats ingeruimd voor particuliere ziek'-
tekassen.
De invoering van een wet op de werk
loosheidsverzekering worde uitgesteld, tot
dat d(e lasten, die op het bedrijfsleven
drukken, verminderd zijn.
Is het te -verwonderen, geachte heer Die
mex, dat door mij in mijn openingswoord
de gedachte werd uitgesproken:
„Het zal U dan ook niet vreemd in de
oorerf klinken, dat wij het betreuren, dat
er zoo weinig sociaal gevoel onder de
Christenpatroons gevonden wordt en is
het onze plicht, dat wij als Christelijke
Vakbeweging ,die naar Gods Woord voor
onze beginselen wenschen op te komen,
een woord van afkeuring doen hooren,
ten aanzien van datgene, wat in hun So
ciaal program is opgenomen".
Welnu, ik hoop in 't kort mijn bezwaren
kenbaar gemaakt te hebben en geef U in
ernstige overweging, Uw Program van
Actie te herzien, omdat de Christelijke
Werkgevers en Christelijke arbeiders el
kander tot grooten zegen kunnen zijn. U
kunt er dan bij voorbaat van overtuigd
zijn ,dat ik, zoo noodig met vette letters,
aan onze arbeiders bekend zal maken de
vefanderde houding van de Christelijke
Werkgevers vereeniging.
Mocht u daartoe echter niet overgaan
zoo meen ik, in alle bescheidenheid, niets
te veel ge2egd te hebben.
Met belangstelling zie ik Uw antwoord
tegemoet.
en moedei' heeft den typhus gekregen,
vader zegt, dat u misschien zoo goed
zult willen zijn om on9 de matras te
leenen, waar de blinde muzikant op
gestorven is, zoodat meed er alleen
kan liggen. Wij hebben maar éen bed,
en zij woelt zoo."
„Ik zal zelf beneden komen en eens
naar baar gaan zien", antwoordde
juffrouw Clack.
I-Iier was nu al een roepstem, als
regelrecht uit den hemel, om te be
proeven of zij waarlijk Christus zou
willen volgen, die zijn leven voor zïjt»
broederen had gesteld. Zij was deze
menschen altijd voorbijgegaan met
neergeslagen oogen en een afgewend
gelaat, omdat zij armer en onweten-
Ber waren dan zij; maar nu haastte
zij zich om naar beneden te gaan en
hun te hulp te komen.
Het was geen kleine taak, die zij op
zich nam. Peggy was een dom onge
manierd kind van twaalf jaar, en het
huis, dat juist zulk een woning was
als de hare, was geheel ontbloot van
al wat maar naar gemak zweemd»
Maar juffrouw Clack bracht hare buur
vrouw over in hare eigen gezellige ka-i
mor en paste haar op, totdat de koo'
afnam en zij buiten gevaar verkla;
werd.
(Wordt vervolgd).
gen zou. Het zou een groote beproe
ving voor haar zijn, maar zij moest
het doen.
Als Don terug kwam, zoil zij wel
zorgen, dat zij hem alles leerde, wat
zij wist. Zij had "den armen ouden
Lister in duisternis zien heengaan,
terwijl zij in staat moest geweest zijn
om een heerlijk licht op zijn wegnaar
het graf te doen schijnen. Sterven als
een hond, ja, dat zou het zijn,, als er
geen Vader- hierboven en geen vader
huis in den hemel was.
Ja! het zou nog erger zijn, want 'n
stervende hond denkt niet aan zoo iets
en verlangt niet naar Gods vaderhuis
te gaan en zijne liefde te ondervinden,
maar daar te liggen sterven met niets
dan duisternis rondom, er^ te denken,
•dat het had kunnen zijn een heengaan
in hoop en vreugde, een gezegende
overgang in een beter leven, een wel
kom van geliefde lippen in de tegen
woordigheid van den Heiland zelv n
om de ziel te ontvangen, te denken,
dat dit alles had kijnnen zijn, maar
het niet was, zou het sterven van een
menscli duizendmaal erger maken
dan dat van een hond.
En dit leven! welk een nietswaardig
drcevig ellendig ding zou dit zijn, ten
minste voor de armen, indien allee
hiermede uit was. Altijd zwoegen en
slaven en schrapen, gebrek hebben
aan al wat het leven aangenaam
maakt, ja soms aan het noodige, bijna
nooit verzadigd worden, bijna nooit
warm in den winter of koel in don
zomer zijn, bekleed zijn met loiripen
en bijna barrevoets gaan, als dit
alles was, dan ware het duizendmaal
beter een hond te zijn dan een man
of vrouw, met een hart dat gevoelen
kan voor de kleine kinderen, die in
ellende opgroeien en voor de oude
lieden, die zonder hoop in het duis
tere graf moeten afdalen. Hoe was
het mogelijk, dat zij zoolang had kun
nen voortleven, zonder te denken aan
God en den hemel, waarin Hij woont,
en aan zijne groote liefde voor de
menschen, die Hem zijnen eenigen
zoon deed zenden om hen te verlos
sen. Welk een onverstandig zelfzuch
tig zondig mensch was zij al doze ja
ren geweest!
Zij was zoozeer in gedachten ver
zonken, dat zij niet hoorde, hoe er
zacht en beschroomd geklopt werd
aan de buitendeur onder aan de.trap;
maar toen het geklop herhaald werd.
opende zij haar venster en zag bene
den in de donkere steeg een meisjes-
gedaante staan.
„Och, juffrouw Clack" zeide. een be
droefde stem, „ik ben Peggy Wat-on.