NTEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 25 JUNI 1925 TWEEDE BLAD, j Wat de bladen zeggen. eEen liberale voorspelling. iWjijj lezen in het Huisgezin: Drie jaar geleden zaten .wij pok in den verkiezingsstrijd. Het is vandaag, op den dag af, drie jaar geleden, Bat het „Hbld." aan zijjn avondblad een bijvoegsel toevoeg j de, dat den datum van "Donderdag I 22 Juni 1922 droeg en 'bedoeld was, den lezer een "beeld te geven van dfc'n I rampspoédigen toestand, waarin dan, dank zij de verderfelijke politiek der .Christelijke regeering, ons land zou i /verkeèren. Niet beter, meende het „Hbld.", kunnen wij bij de komende stembus de Nederlandsche kiezers waarschu wen vóór het wanbeleid van het rechtsche ministerie en de rechtsche regeeringsmeerderheid, dan door in een toekomstbeeld te laten zien, hoe wij er, wordt het rechtsche bewind be stendigd, over drie jaar voor zullen Staaii en waar wij; dan toe gekomen zullen zijn. Wij zijn er niet zeker van, dat het '„Hbld." dat bijvoegsel van 22 Juni, [1922 vanavond opnieuw aan zijn blad zal toevoegen, om, droevig gestemd .uiteraard, maar toch min of meer triomfantelijk zijn lezers te kunnen voorhouden: dat hebben wij drie jaar 'geleden voorspeld, en zooals ge ziet, is het letterlijk uitgekomen, j; "Met eenige voldoening, geen leed vermaak, onzerzijds, mogen we wel constateeren, dat" van al de Cassan- dra-voorspellingen van het „Hbld.", niets is uitgekomen, j !i LWij; gaan niet naar het staats bankroet; wij' staan niet voor een afgrond; er dreigt geen mmistercri- sis in verband met voorfdurende sta kingen in het spoorwegverkeer; op i;de beurs heerscht geen paniekstem ming, die voor ons '"bedrijfsleven 'de ernstigste gevolgen kan hebben; de i papierprijzen zijn niet tot f2.50 per kilogram gestegen, zoodat de grootste dagbladen maar met twee pagina's kunnen uitkomen; de Rijksmiddelen over Mei 1925 leveren geen trooste loos beeld op; er heeft zich geen iDpitsch comité gevormd om' Neder- j landsche kinderen in'Duitschland on der te brengen; het aantal faillisse menten in dé afgeloopen Week béu draagt niet precies 630 noch het aan- jtai vanI Januari tot nu ten voile 12.510. Dnz., enz. 'De voorspellende geest, "die drie Ijaar geleden over het „Hbld." was vaardig geworden, is buitengewoon slecht geïnspireerd geweest, zooals het profeten meer gaat. iMaar het was bedoeld voor verkie zingsdoeleinden, en dan mogen blijk- baar de zwartste kleuren worden ge bezigd, ten einde den tegenstanden iafbreuk te doen. if [Van één ding zijn we zeker: het '„Hbld." zal ditmaal niet zijn voor- j 'spellende geest aan het werk stellen, om het -Nederlandsche volk voor te houden, hoe rampzalig het er hier te lande over drie jaar zal uitzien, in- Idien 'de reofltsche meerderheid op- I hieuw gehandhaafd en weer een ohris- I Ijtelijk bewind gevormd mocht worden. I "Doch, zal men het niet zoó bont •maken, de tegenstanders trachten toch [Wel, elk op zijn wijs, den kiezers in te scherpen, dat een rechtsche meer derheid en een rechtsch ministerie in ieder geval moeten worden ^verijdeld jde liberalen omdat zij droomen' van leen „nationaal" kabinet voor het im- 1 mers ih meerderheid liberaalgeble- Nèderland; de sociaal-democraten j lomdat, zij; hun begeerte, eindelijk re- I igeeringspartij te worden, niet langer kunnen betóomen. De katholieke kiezers zullen voor ,hun deel niets verzuimen, om "Ben i toeleg van links te doen mislukken. De tot mystificatie geworden voor- I spelling van het „Hbld." is een baken in zee. i FEUILLETON. Een doornig pad 1 v-v, (Uit het Engelsch). 16- En terwijl zij daar zoo droevig en eenzaam zat, scheen het haar toe als of zij in den geest Jezus Christus zag, in al zijn goedheid en heiligheid; hoe Hij zijn tijd doorbracht, niet in afzon dering zooals zij; hoe Hij zich niet 'zelfzuchtig op een afstand hield'van de ruwe onwetende menschen rond- I om hem, maar als één hunner onder ben woonde., met hen wandelde op het veld, met hen aanzat in hun huisi, met hen voer in hunne schepen, hunne feesten met hen vierde, bij hunne be- I grafenissen weende, en zoo door hen j verdrongen werd, dat Hij bijna niet dopr hunne straten en wegen kon j gaan. Luisterde Jezus nooit naar de praatjes van de buren? kwam nie mand Hem ooit vertellen, dat er een jkind in dezelfde straat was geboren, of dat een paar jongelieden gingen trouwen? En sloot Hij zijn oor voor al de gewone nieuwtjes? en ging Hij voorbij alsof Hij daar niets mede te maken had? Haar eigen hart antwoordde haar, BINNENLAND. DE CHRISTEL. GEREFORMEERDEN EN DE POLITIEK. Ds. J. J. van der Schuit, docent aan de Theologische School te Amsterdam schrijft in de Rotterdammer: Ik zie op heden een gevaar en ik hoop, dat alle Christelijk Gereformeer den zich daarvoor wachten. Er komt een richting op, die bewust of onbe wust kerk en politiek dooreenhaspelt en bij den roep: „wij zijn geen kerke lijke partij" toch aardig aan het kerk je spelen is. Ik heb b.v. 'hooren bewe ren,. „gij Christelijk Gereformeerden hoort thuis in de Staatkundig Gere formeerde Partij." Wanneer ik hier do ze partij noem, dan is dit niet om iets kwaads van haar te zeggen of haar met gelijke munt te betalen als waar mede zij de antirevolutionaire partij hekelt. Ik wil alleen wijzen op het fou tieve in zulk een bewering. Als Chris telijk Gereformeerden behóorenj wij tot geen enkele politieke partij. Maar als Christen Staatsburgers hebben wij ons te scharen onder antirevolutionai re vlag, die, de kleuren van Gods or dinantiën draagt. Laat men toch op houden met de onware voorstelling alsof alles wat deze „Christelijke Re- geering" doet op rekening komt van de antirevolutionaire partij. Laten wij toch de eenheid trachten te bewaren in den machtigen strijd tegen onge loof en revolutie. Heiligt den strijden laten kerkelijke hartstochten ons niet verblinden. Alle verbrokkeling is verspilling van kracht en borduren op het vaan del van socialisme en communisme. Niet door groote, holle/ woorden wordt ons vaderland gediend in dezen donkeren tijd. Toon tegenover de we reld, toon tegenover Satan en zijne machten, dat wij toch bezitten een wezenlijke eenheid,' Gode tot eer, ons vaderland ten zegen. Radio-politiek. Voor de microfoon van den Radio- omroep te Hilversum zullen Dinsdag avond het woord voeren de heeren: Wibaut, voor de S.D.A.P.; Colijn voor tde Anti-Revotfutionaire Partij; Jhr de Geer voor de Chr. Hist. Unie; Dres- selhiiys voor den Vrijheidsbond; baron Van Wijnbergen voor de R.K. Staats partij en dr. v. d. Mijle voor den Na- tionalen Bond (voor bezuiniging). De Koningin naar Ameland. Naar de Leeuw. Crt. verneemt, zui len de Koningin en de Prins in het begin van September een bezoek bron gen aan het eiland Ameland. Besmettelijke ziekten. Bij de „St.crt." is een opgave ge voegd van het aantal aangegeven ge vallen van besmettelijke ziekten over de Week van 14 tot en met 20 Juni. Totaal voor het rijk werden aange geven: 27 gevallen van buiktyphus (2 te Amsterdam); 169 van roodvonk, (25 te A'dam, waarvan 2 in één gezin); 101 van diphteritis (24 te A'dam, waar van 1 maal 2 en 1 maal 3 gevallen in één gezin) en 1 van meningitis (te Arnhem). t Minister Colijn. Minister Colijn heeft gisteren drie spreekbeurten vervuld. Des middags te Goes, des avonds 7 uur te Middel burg en om half negen te Vlissingen. Er was een enorme belangstelling. Het conflict in het schildersbedrijf. Naar aanleiding van een conferen tie, gehouden onder voorzitterschap van den rijksbemiddelaar mr. S. de Vries Czn. berichten partijen, dat het contact weer is verkregen, wat tot ge volg heeft dat onderhandelingen over eventueele beëindiging van het con flict zijn geopend. Blanco stemmen! Het bestuur van de Nationale Unie, t waartoe o.a. behooren Dr. Gerretson, dat de Heer Jezus Christus, Gods Zoon, een geheel ander leven dan zij moest geleid hebben, daar Hij anders nooit de Zaligmaker der wereld had kunnen zijn. Wel, zij had niemand ge lukkig gemaakt, niemand zelfs een oogenblik verdriet bespaard. Jezus had huïine zonden, smarten, en krank heden gedragen, maar zij had niets gedaan, totdat Don den ouden Lister en Dotje aan hare deur had gebracht; en haai* hart was God-dank nog niet zoo verhard geweest dat zij hen had kunnen wegzenden om van honger te sterven. Maar dat kwam dooi' Don, en o! hoe blij was zij, dat zij hen in huis had genomen en hen had verdra gen en geleerd had hen een weinig lief te hebben. Zij viel op hare knie ën, verbergde haar beschreid gelaat in hare handen, en bad tot God om vergeving, dat zij zoolang^ zijne liefde had vergeten, en om kracht, om niet langer voor zich zelve te leven. Het duurde lang, voordat zij opstond, Zij bleef niet bepaald bidden, maar bracht zich te binnen al wat Je'zus Christus voor haar gedaan had, al zijn liefde en zijn Tijden, die zij zoo zondig ge durende al die jaren vergeten had. Wat Hij van haar eischte, was., dat zij zich ender hare medemenschen begeven en zijne voetstappen 'navoT- tot voor enkele jaren propagandist! der Chr. Hist. Unie, en Ds. v. d. Voort van Zijp, töt voor kort geleden jaren aaneen voorzitter der A.R. Kamer club, heeft aan de leden dezer Unie den raad gegeven 1 Juli a.s. blanco te stemmen. Het merkwaardige hierbij is dat de heef van der Voort van Zijp nog steeds geen bezwaar heeft om als afgevaar digde voor de A.R. partij te fungeeren. De Glindhorst. „Het Vad." meldt, dat" dezer dagen de commissie-Bosch, die, zooals men weet, een onderzoek* naar het voorma lig en huidig beheer van de Glind horst zal instellen geïnstalleerd is. Invoerrecht op vleesch. De commissie van deskundigen voor de samenstelling van de prijscourant ter berekening van het invoerrecht op versch of gekoeld vleesch heeft, in hare vergadering van 23 dezer, be doelde prijscourant vastgesteld als volgt. Rund- en kalfsvleesch, versch of gekoeld, 100 K.g. f100; Paarden- vleesch, versch of gekoeld 100 I£.g. f55. Gedurende de maand Juli zal mitsdien het invoerrecht voor de hier boven bedoelde vleeschsoorten bedra gen 10 pet. van de hiervoor vermelde waarden. E|3 tegenstander lacht. Ds. van Èyck van Heslinga, van Berlikum, heeft in de Chr, Hist, bla den een stuk, dat zich richt tegen die Chr. Historischen, welke neiging ge voelen, oni dtmaal naar de Herv. (Ge- ref.) Staatspartij candidaat-ds. Ling beek over te gaan. O.m. zegt hij, tot wie dit wil: „Dan meent ge het beginsel, dat ons heilig en dierbaar i9, te bevor deren en verknoeit het,door hen, die het met U dragen in hart en gebed, uit elkaar te jagen en ze tegenover elkaar, in plaats van schouder aan schouder te helpen stellen. En de tegenstander lacht.... Precies hetzelfde kan bij ons ge zegd worden, tot degenen, die zich door dr. Kersten, en 't Zandt en Barth, wil len laten leiden van 'tA. R. pad! Een leutige vergadering, 't Gebeurde in een landelijk dorpje, dat een candidaat van Braat's partij een gehoor van zoo omstreeks dertig man toesprak. De plattelander- geraakte in vuur. Toen hij bij het hoogtepunt van zijn vlammend betoog gertaderd was, trok hij zijn schoenen uit, stak zijn platte landers-voeten in een paar hagel nieuwe klompen en schreeuwde zijn auditorium toe, dat, "als hij gekozen werd, hij op klompen de Kamer zou binnengaan.. Maar, dit was ter adstructie zijner plattelands-politiek nog lang niet vol- doened. PIij zwaaide een knoestigen knuppel, uitroepend: „dit is de'knup pel van het platteland". Sen der aanwezigen kwam in debat. Blijkbaar vhad sprekers aanstekelijk enthousiasme ook hem te pakken ge kregen. Hij betoogde althans zoo na drukkelijk, dat zrn kolletje (pruik) on der daverend gelach van zijn hoofd viel. De candidaat achtte nu het oogen blik gekomen om aan het debat een eind te makeln door met een bas- siteim te zinge'n: „Janus, zet jij psakkie op je kop", 't Geheese au ditorium brusde in koor mee., waar na de vergadering eenlgezind, vroo- sijk en wesvosdaan uiteenging. Belconing telegraaf- en telefoonsta tionshouders. Met ingang van i Augustus a.s. wordt de belooning van de houders van tele graaf- en telefoonstations geregeld als volgt: voor een interlocaal gesprek', tegen ver laagd tarief, van 3 minuten of minder, aangevraagd uit het station, 4 cent; voor een interlocaal gesprek tegen ver laagd tarief, van 3 minuten of minder, uit het station gevoerd, naar aanleiding van een ontvangen telefconoproepbericht 4 cent; voor een interlocaal gesprekj tegen ver laagd tarief, aangevraagd uit het station, doch niet gevoerd, 2 cent. (Voor een interlokaal gesprek', tegen verlaagd tarief, van 3 minuten of minder, aangevraagd uit een perceel, dat op het .station is aangesloten, wordt de bestaande vergoeding van 2 cent gehandhaafd). Voor inkomende interlocal© of interna- tïonalegesprekkea (waartoe niet gerekend worden uit het station naar aanleiding van een ontvangen telefo,onoproepbericht j 2 cent. Indien een station is in dienst gesteld ,op den voet van het bepaalde in artikel 3, sub 2, van het rijkstelefoonreglement '19, zal boven het gewone bedrag van 2 .cent per aansluiting per dag aan den houder worden uitgékeerd. "bij ten hoogste 50 aansluitingen, on derling locaal verkeer hebbende, per aan sluiting op het station, 15 cent per jnaand. bij 51100 aansluitingen, onderling lo caal verkeer hebbende, per aansluiting op het station, 20 cent per maand; bij 101500 aansluitingen, onderling lo caal verkeer hebbende, per aansluiting op het station, 25 cent per maan. Uit het Sociale Leven. Aan wiien de schuld? In antwoord op den „Open Brief", on langs door den heer H. Diemer aan den heer F. Eikerbout te Leiden gericht, heeft de heer Elkérbout het volgende schrijven gepubliceerd „In „Een aanklacht tegen de Christe lijke werkgevers", meent de heer H. Die mer te Rotterdam, voorzitter van de Chr. Werkgeversvereeniging, zijn leedwezen te moeten uitspreken, over hetgeen door mij in mijn openingswoord, ter gelegen heid van de Algemeene vergadering van den Christelijkën Metaalbewerkersbond in Nederland, gesprokten is. In het openingswoord, wat zoowel in ons vakblad, als in de groote pers, slechts verkort is overgenomen, wordt door mij spijt uitgesproken over de mentaliteit der werkgevers, en heb' ik mij als volgt uit gesproken. „Het liefst zag men alle in den' laat- sten tijd getroffen sociale maatregelen weer zoo spoedig en zoo absoluut moge lijk! van het tooneel verdwijnen. Geen uitbreiding van sociale maatregelen, geen ziekteverzekering, geen wettelijke regeling van werkloosheid, geen medezeggenschap in de bedrijven, niets van dat alles, zie daar het standpunt van de werkgevers, een enkele goede niet te na gesproken. Vooral 't gesol med de arbeiders ten op zichte' van de ziekteverzekering is erger lijk. Ook van de Christelijke werkgevers kan helaas niet veel beters worden gezegd. Van hen mocht toch wel ten minste wor den verwacht, dat zij zich niet alleen door materieel© overwegingen lieten leiden, maar allermeest door hun Christelijk be ginsel. Op het begeven toch van het be leden beginsel koiht het aan". Het spijt mij waarlijk, dat ik! door deze woorden den geachten. heer en vriend Die- mer leed heb aangedaan, te meer, daar ik van hem toch zeker mag verwachten, dat hij onder die patroons behoort, waarvan ik heb gezegd, „een enkele goede niet te na gesproken", doch daar hij ook schrijft, dat dit ook velen van zijn vrienden leed zal hebben gedaan, daar ben ik er te dien opzichte nog niet van overtuigd. Geachte vriend Diemer, ik kan nog niet inzien, dat er voor U, in dezen tegenwoor- digen tijd, moed voor noodig is, om als werkgever, aan een bevrienden persoon, nadere inlichtingen te vragen, in verband met „de aanklacht tegenover de Christe lijke Werkgevers", die, zooals U schrijft, door mij over één kam geschort worden. Dit laatste is absoluut onjuist, en ik zou mij te dien opzichte zelf blameeren, zoo ik mij daaraan 20U hebben schuldig gemaakt. Immers, mijn -jarenlange practijk in de Christelijke Vakbeweging heeft mij meer dan éénmaal het bewijs geleverd, dat nist alle patroons er zoo over denken en dat er zijn, die werkelijk gevoelen, wat hun plicht en roeping is op het terrein van het sociale leven. Zal ik U nog eenige voorbeelden moe ten aangeven, immers neen, gijzelf en ook ik hebben meerdere malen met personen gesproken, die wij als 't ware met Boaz en zijn knechten konden vergelijken. Maar o, hoe weinige zijn deze. De geest van saamhoorigheid wordt vaak gemist en men ziet zoo weinig van de goede ge- Aan Het Zoeklicht Leiden, 25 Juni 1925 Dat was nogeens een meevaller! Ik was nog altijd zoo'n beetje onder den indruk van de kwalificatie van het Handelsblad, dat wij, Antirevol»» tionairen, toch eigenlijk maar 'n troef*, je half-anéüphabeten zijn. Maar nu las ik in hetzelfde blad van den heer Walrave Boissevain, die ver telde dat hij een gematigd en fatsoen lijk man had gesproken, die toch rechts stemde. Dat deed me goed. Er zijn dus in ons goede land nog gematigde en zelfs fatsoenlijke man nen die het niet beneden zich achten zich, zij 'tdan misschien maar tijde lijk, aan de rechterzijde te scharen. Ik veelde me bepaald vereerd. 'tZijn dus niet alleen de half-anal- phabeten, waarop- de heer Colijn steunt, maar men vindt daaronder zelfs gematigde en fatsoenlijke kiezers Aan den heer Boissevain breng ik graag hulde voor deze bemoedigende ontdekking. OBSERVATOR. volgen, in het leven van den dag. Zeker, een geestelijke band wordt er gevonden, maar de vruchten daarvan zijn o zoo wei nig. Dit ondervonden wij dan ook, toen wij het „Program van Actie" van de Christelijke Werkgevers vereeniging moch ten ontvangen. Wat een ontzettende teleur stelling wedervoer mij, nadat ik dit pro gram gelezen en herlezen had. Ik' laat slechts enkele punten volgen en lees dan: 1. Intrekking van nog geldende crisis- wetten. 2. Met vooropstelling, dat de Arbeids wet 1919 in principe niet juist is, omdat de arbeidstijd niet algemeen, doch spe ciaal in verband met de omstandigheden in ieder bedrijf, allereerst tusschen pa troons en arbeiders behoort geregeld te worden, wordt, zoolang het systeem der tegenwoordige arbeidswet intact blijft, aan gedrongen op: a. geen verdere uitvoering dier wet; b. den overgangstermijn van art. 26 op 8 jaren te brengen c. uitbreiding van grt. 2-8, lid 7, opdat de daar genoemde vergunning ook zal wor den verleend, indien een of meer werk gevers in overleg met de bij hen in dienst zijnde arbeiders het verzoek daartoe doen; tevens worde de in dit artikel genoemde grens van 2500 tot 2860 uren verhoogd. Er worde geen uitvoering gegeven aan het voornemen, om een wetsontwerp op de arbeidsbemiddeling in te dienen, dat verder gaat dan het tegengaan van wan toestanden. De wetgever onthoude zich van wettelijke maatregelen betreffende me dezeggenschap of bedrijfsorganisatie. Bij invoering eener ziektewet wordt rui me plaats ingeruimd voor particuliere ziek'- tekassen. De invoering van een wet op de werk loosheidsverzekering worde uitgesteld, tot dat d(e lasten, die op het bedrijfsleven drukken, verminderd zijn. Is het te -verwonderen, geachte heer Die mex, dat door mij in mijn openingswoord de gedachte werd uitgesproken: „Het zal U dan ook niet vreemd in de oorerf klinken, dat wij het betreuren, dat er zoo weinig sociaal gevoel onder de Christenpatroons gevonden wordt en is het onze plicht, dat wij als Christelijke Vakbeweging ,die naar Gods Woord voor onze beginselen wenschen op te komen, een woord van afkeuring doen hooren, ten aanzien van datgene, wat in hun So ciaal program is opgenomen". Welnu, ik hoop in 't kort mijn bezwaren kenbaar gemaakt te hebben en geef U in ernstige overweging, Uw Program van Actie te herzien, omdat de Christelijke Werkgevers en Christelijke arbeiders el kander tot grooten zegen kunnen zijn. U kunt er dan bij voorbaat van overtuigd zijn ,dat ik, zoo noodig met vette letters, aan onze arbeiders bekend zal maken de vefanderde houding van de Christelijke Werkgevers vereeniging. Mocht u daartoe echter niet overgaan zoo meen ik, in alle bescheidenheid, niets te veel ge2egd te hebben. Met belangstelling zie ik Uw antwoord tegemoet. en moedei' heeft den typhus gekregen, vader zegt, dat u misschien zoo goed zult willen zijn om on9 de matras te leenen, waar de blinde muzikant op gestorven is, zoodat meed er alleen kan liggen. Wij hebben maar éen bed, en zij woelt zoo." „Ik zal zelf beneden komen en eens naar baar gaan zien", antwoordde juffrouw Clack. I-Iier was nu al een roepstem, als regelrecht uit den hemel, om te be proeven of zij waarlijk Christus zou willen volgen, die zijn leven voor zïjt» broederen had gesteld. Zij was deze menschen altijd voorbijgegaan met neergeslagen oogen en een afgewend gelaat, omdat zij armer en onweten- Ber waren dan zij; maar nu haastte zij zich om naar beneden te gaan en hun te hulp te komen. Het was geen kleine taak, die zij op zich nam. Peggy was een dom onge manierd kind van twaalf jaar, en het huis, dat juist zulk een woning was als de hare, was geheel ontbloot van al wat maar naar gemak zweemd» Maar juffrouw Clack bracht hare buur vrouw over in hare eigen gezellige ka-i mor en paste haar op, totdat de koo' afnam en zij buiten gevaar verkla; werd. (Wordt vervolgd). gen zou. Het zou een groote beproe ving voor haar zijn, maar zij moest het doen. Als Don terug kwam, zoil zij wel zorgen, dat zij hem alles leerde, wat zij wist. Zij had "den armen ouden Lister in duisternis zien heengaan, terwijl zij in staat moest geweest zijn om een heerlijk licht op zijn wegnaar het graf te doen schijnen. Sterven als een hond, ja, dat zou het zijn,, als er geen Vader- hierboven en geen vader huis in den hemel was. Ja! het zou nog erger zijn, want 'n stervende hond denkt niet aan zoo iets en verlangt niet naar Gods vaderhuis te gaan en zijne liefde te ondervinden, maar daar te liggen sterven met niets dan duisternis rondom, er^ te denken, •dat het had kunnen zijn een heengaan in hoop en vreugde, een gezegende overgang in een beter leven, een wel kom van geliefde lippen in de tegen woordigheid van den Heiland zelv n om de ziel te ontvangen, te denken, dat dit alles had kijnnen zijn, maar het niet was, zou het sterven van een menscli duizendmaal erger maken dan dat van een hond. En dit leven! welk een nietswaardig drcevig ellendig ding zou dit zijn, ten minste voor de armen, indien allee hiermede uit was. Altijd zwoegen en slaven en schrapen, gebrek hebben aan al wat het leven aangenaam maakt, ja soms aan het noodige, bijna nooit verzadigd worden, bijna nooit warm in den winter of koel in don zomer zijn, bekleed zijn met loiripen en bijna barrevoets gaan, als dit alles was, dan ware het duizendmaal beter een hond te zijn dan een man of vrouw, met een hart dat gevoelen kan voor de kleine kinderen, die in ellende opgroeien en voor de oude lieden, die zonder hoop in het duis tere graf moeten afdalen. Hoe was het mogelijk, dat zij zoolang had kun nen voortleven, zonder te denken aan God en den hemel, waarin Hij woont, en aan zijne groote liefde voor de menschen, die Hem zijnen eenigen zoon deed zenden om hen te verlos sen. Welk een onverstandig zelfzuch tig zondig mensch was zij al doze ja ren geweest! Zij was zoozeer in gedachten ver zonken, dat zij niet hoorde, hoe er zacht en beschroomd geklopt werd aan de buitendeur onder aan de.trap; maar toen het geklop herhaald werd. opende zij haar venster en zag bene den in de donkere steeg een meisjes- gedaante staan. „Och, juffrouw Clack" zeide. een be droefde stem, „ik ben Peggy Wat-on.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5