K NIEUWE LEIDSCHE CUURANT VAN DINSDAG 9 JÜFH TSfiSS TWEEDE BLAD. EEN VAKVEREENIGINGSJUBILEUM t Op Donderdag 9 en Vrijdag 10 Juli as. zal de Ned. Bond van- Chr. Fa- •brieks- en Transportarbeiders haar 2- jaarlijksche algemeene vergadering houden. Deze vergadering zal dit jaar niet. zooals gewoonlijk, te Utrecht plaats hebben, maar te Rotterdam en de re den daarvan ligt in een tweevoud-ij jubileum. De afdeeling Rotterdam, de oudste en grootste afdeeling van den bond, bestaat 25 jaar en dit feit zal op fees telijke wijze herdacht worden. Tevens dient de heer J. Quispel den bond 25 jaar als bestuurder en zal ii verband daarmee gehuldigd worden. Dit dubbele feest is wel waard, daar aan ook in breeder kring dan slechts onder de Chr. fabrieks- en transport arbeiders aandacht te schenken. De Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, in de wandeling N.B.C.F.T. genoemd, is ontstaan uit 'n fusie van verschillende plaatselijke vereenigingen, waarin bepaalde groe pen van fabrieksarbeiders (b.v. glasbla 1 zere-, lederbewerkers, melkfabrieksar- Jbeiders) georganiseerd waren. Deze bond bevat dan ook heel wat tot *op zekere hoogte heterogene ele menten, waarvoor b.v. de katholieken oen stuk of zes verschillende bonden hebben. Men heeft evenwel begrepen dat Een dracht macht maakt, en evenals in Duitschland, waar men het „Zentral- 1 verband christlicher Fabrik- und Tr'ansportarbeiter Deutschlands" heeft, "izijn hier de verschillende vakgroepen tot, een hechten bond aaneengegroeid, die de chr. arbeiders, werkzaam in de transport- en fabriekmatige bedrijven 1 omvat. Helaas, dat nog niet allen, die vol- >gens hun beginsel en hun beroep in dezen bond thuis behooren, zich onder zijn vanen hebben geschaard. Daar is een tijd geweest, waarin liet scheen of dit ideaal der vervulling na bij was. Dat was in de twee jaren, die 1 op.den bangen oorlogstijd volgden, ja il ren, van hoogconjunctuur voor de be- drijven en waarin het levenspeil der arbeiders zienderoog omhoog ging. Toen in 1914 de oorlog uitbrak, viel er van organisatie onder de fabrieks- arbeiders (bij de transportarbeiders was liet iets beter gesteld) nog weinig {te bespeuren. Op 1 Jan. 1617 telde de bond nog slechts 1743 leden, een jaar later 2504 en op 1 Jan. 1919 3998. Maar nadat de „vergissing" van Troelstra de menschen wakker ge schud had, ging het met sprongetjes 'de hoogte in: 1 Jan. 1920: 10081 leden, '1 Jan. 1921: 12530. Ook al houdt men er rekening mede, dat door de fusie met den C.Z.B. in 1919 een 3000 zeelieden tot den N.B. C.F.T. toetraden, een groei, die iets ab normaals had, zoodat tegenslag niet ;kon uitblijven. Zwaar werd ook deze bond getrof fen door de malaise. Het jaar '21 was een jaar van veel werkloosheid en waarin ook het leden tal reeds in dalende richting ging. Het volgend jaar was al niet. vee: betel': loonsverlaging en werkloosheid, tengevolge waarvan een zekere mat heid in de kringen der arbeiders niet te ontkennen viel. 1923., het jaar van liet Roerconflict, sloot zich hij zijn voorgangers wonder wel aan. f Doeli in 1924 werd voor het eerst in het bedrijfsleven een meer hoopvolle iklank gehoord. Het was het jaar van. 'kentering. - - f Rn hoewel h'et ledental zich nog in dalende lijn bleef bewegen, de daling ging niet zoo snel meer. Er kwam on der de arbeiders een begin van nieuwe bezieling en nieiiw enthousiasme. Op 1 Jan. '22 bedroeg 't ledenaantal: 10899, op 1 Jan. '23: 9376, op 1 Jan. 21: 7S15 en op 1 Jan. '25: 7178. Van de 140 afdeelingen was de groot •ste de afdeeling Rotterdam, die op 1 Jan. j.l. 948 leden telde, waarvan de grootste helft transportarbeiders zijn. Rotterdam is niet. slechts de groot ste, doch ook 'de oudste afdeeling. Op 8 Juli 1900 werd met 13 leden opge richt de Christelijke Bootwerkersver- eeniging Toenadering". Wat is op dat kleine begin een rijke ontwikkeling gevolgd en hoe past hier de betuiging: „Rehoböth, de Heere heeft ruimte ge maakt." Wie de geschiedenis der Rotterdam- sche afdeeling van den N.B.C.F.T. of juister, wie de geschiedenis der haven arbeiders zal schrijven, zal dit niet kunnen -doen zonder-telkens den naam vah Jochem Quispel te noemen. Met een variant op de woorden van de dames Kuyper over haar vader, zou den ook zijn kinderen van hem kun nen zeggen, dat hun vader in de eer ste plaats aan zijn levensroeping voor de havenarbeiders, en eerst in de twee de plaats aan zijn gezin toebehoorde. De heer Quispel behoort tot de pio niers der christelijke vakbeweging Voortgekomen uit de kringen van Patrimonium heeft hij als 't ware in tuïtief het beginsel der christelijke vakbeweging gegrepen, toen hij begon do bootwerkers te organiseeren in een vereeniging, die hij „Toenadering" noemde, gelijk het vakblad van den N.B.C.F.T. nog steeds heet. Deze naam is een program. „Toenad'ring eischt Gods orde en dezer tijden nood, Toenad'ring, waar ze ontbreekt, van vorst en volk, van groot En kiein, van rijk en arm; van stan den en belangen." „Toenadering", met dezen naam is positie gekozen zoowel tegen die arbei ders, die den Marxistischen klassen strijd prediken als tegen die werkge vers, die van medezeggenschap der ar beiders over hun arbeidsvoorwaarden niet weten willen. Zooals de chr. vakbeweging altijd op twee fronten moet strijden, en daarom van twee zijden klappen ontvangt. Ook de heer Quispel heeft van dien strijd ruimschoots zijn deel gehad, maar hij heeft reeds jong, geleerd, dat strijd staalt. De laatste 9 jaar was hij penning meester, een functie die hij, naar hij zelf verklaart, wel het allerminst be geerd heeft. Wat ieder zal begrijpen, die dezen voortvarenden Rotterdammer, met zijn- impulsief karakter .kent. Maar „God wijst in 's menschen leven elkeen zijn arbeid aan, En het is aan hem gegeven, om hier voor pal te staan." Hoewel hij slechts gewoon lager on derwijs genoten heeft, heeft hij zijn taak volbracht op een wijze, dat geen boekhouder-van-beroep het, althans wat het wezenlijke betreft, dezen „self made" man zou kunnen verbeteren. De heer Quispel is reeds over de zes tig en, zooals- hij zelf schrijft: „zijn zonnetje neigt naar den .ondergang." Moge hij dan de waarheid ondervin den van het woord van den profeet Zacharia: „Het zal geschieden ten tij de* des avonds, dat het licht zal we zen." B. HET NIEUWE PARLEMENT. De Haagsche Briefschrijver van „De Tijd" vertelt een en ander van de ver wachtingen van een politieken tegen- tander van wie het heet dat hij in de politiek vah het land goed thuis is. Volgens hem staat vast, dat de rech terzijde haar meerderheid behoudt, eene meening die, afgaan op hetgeen men rondom zich hoort, algemeen is. Wat zou men dan moeten beginnen als het niet zoo was? Mijn zegsman rekende echter wel op een achteruitgang eii omdat anti-revo lutionairen en katholieken door hun systeem van verbinding in 1922 teza men 3 zetels meer hebben gehaald dan anders het geval zou zijn geweest, maar ook omdat hij., op een afval van ontevredenen rekende. De groote recht sche partijen zouden het daarom vol gens hem niet verdér brengen dan tot hoogstens 54 leden. De heer Kersten zou echter wel een compagnon krijgen Niet tot de linkerzijde zouden dus behooren 56 leden, zoodat de linker zijde met 4 zetels zou vooruitgaan. De plattelanders zouden z.i. worden ge halveerd. En aangezien mej. Van Dorp geen candidaat meer is, kwajn hij dan tot de conclüsie, dat de drie. sterkste groe pen der linkerzijde van .35 zetels zou den komen op. 42, of 7 meer, De Vrij heidsbond zou in die winst niet dee- len, maar misschien één zetel verlie zen, zoodat sociaal-democraten en vrij zinnigdemocraten te zamen acht zetels Zouden vooruitgaan. Deze beide groe pen zouden van 25 op 33 komen. Hoe hij aan deze berekening kwam, lieb ik niet. vernomen. Zij lijkt mij voor de linkerzijde sterk geflatteerd en bestemd om bij haar den moed er in te houden. Maar zelfs al mocht zij uitkomen, dan zal de landspolitiek daarvan geen invloed behoeven te on dergaan en zal alleen de aansluiting van rechts steviger moeten zijn dan in het verleden. De eerste Juli zal echter wel betere cijfers te zien geven. BINNENLAND. De heer P. Bergmeyer burgemeester? „In de pers, aldus de Indische „Ba nier" doet het bericht de ronde dat het vast schijnt te staanj dat de heer Berg meyer over vijf maanden weer naar Indië zal terugkeeeren en bij aankomst weer in de politiek zal gaan, aangezien bij zijn vertrek naar Holland de af spraak is gemaakt, dat zijn opvolger bij terugkomst van den heer Bergmeyer, voor dezen plaats zal maken, waarop de partij qan de regeering zal verzoe ken den heer B. tot lid te benoemen. Buitenstaanders weten als altijd meer dan de betrokkene zelf: Noch het H. B. der C. E. P., noch de eerstbetrokkene zelf, de- heer van Hels dingen, hebben bericht gekregen dien aangaande. Het eenige wat bekend is, is: dat de heer B. zes maanden verlenging heeft gekregen. De terugkeer van den heer B. staat nog heelemaal niet vast. Waar hij echter noch op de hoofdlijst, noch op de ïr.ij lijst der A.RP. voorkomt, moeten we wel haast de slotsom trekken, dat- hij zich terug getrokken heeft, en dan is zijn terugkeer natuurlijk niet onmoge lijk en zal hij inderddad zijn oude plaats innemen. Naar aanleiding van het bovenstaan de kunnen wij mededeelen, schrijft de Rotterdammer, dat uit de omstandig beid, dat de. heer Bergmeyer nóch op de hoofdlijst noch op dé bijlijst der A. R. partij voorkomt, door de redactie van „De Banier" ten onrechte wordt ge concludeerd, dal 'de. heer B. zich £ou hebben teruggetrokken. Verder kunnen wij mededeelen tlaT cle zes maanden ver lenging. welke cle heer B. heeft gekre gen. verband houdt met de mogelijk heid van. zijn benoeming tot burgemees ter van een der Zuidhollandsche ge meenten. De bakkersnachïiarfoeid. De conventie in zake den bakkers- nachlarbeid is hedenmiddag door de Arbeidsconferent ie bij de eindstem ming aangenomen met 81 tegen 26 stemmen. De patroons en de regee- ringsgedelegeerden van Engeland, Z. Afrika en Indië stemden tegen, België en Zwitserland onthielden zich van stemming. De conventie in zake de beroeps ziekten werd aangenomen- bij eerste stemming met 95 tegen 3. Ook deze conventie zal het volgende jaar niet in tweede lezing behandeld worden. De conferentie heeft namelijk" bes-loten tweede lezingen tot uitzondering te maken. Dit besluit werd genomen met 66 tegen 45 stemmen. De Communistische partij. ^'7"* De buitengewone landelijke vergade ring van den Bond van. Comm. Strijd en Propaganda Clubs, (B.K.S.P.) heeft Zondag met algemeene 9temmen be sloten hare organisatie te handhaven en mot alle kracht aan den uitbouw en de versterking ervan te werken. Colijn's belastingontwerpen. De Tweede Kamer heeft thans liet eindverslag uitgebracht ovèr de be kende belastingontwerpen van minis ter Coiijn. De commissie van rapporteurs acht door de1 gewisselde schrifturen de openbare beraadslaging genoegzaam voorbereid. Een nieuw periodiek. Ton behoeve van de Ger. Jeugdor ganisaties zal, te beginnen met Sep tember a.s. een nieuwe maandperio- diek verschijnen, waarin beoordeel ui- gen van reeds verschenen en nieuwe lectuur gegeven zullen worden ten be hoeve van deze jeugdorganisaties. Het redactieadres ïs bij den heer P. vail Nes Czn., te Bodegraven. Uit het Sociale Leven. Ned. Chr. Textielarbeidersbond. 'Onder presidium van den heer G. {Ekkel, van Utrecht, hield de Ned. Chr. Textielarbeidersbond „Unitas", Zaterdag te Apeldoorn haar tweejaar- hjksche algemeene vergadering, die druk bezocht was. In zijn openingswoord herinnerde -de voorzitter aaii het conflict in Twente en aan de ongunst der tijden, waaronder ook deze bond te lijden, had. Gelukkig gaat nu het ledental weer omhoog, zoodat de organisatie plm. 3400 leden t elt. Nadat gewezen was op de standvastig heid en de trouw door de afdeelings- besturen bij den strijd in Twente aan den dag gelegd werd onder groote instemming der vergadering de grijze ■eere-voorzitter, de heer Verveld, ge huldigd in verband met zijn zilveren jubileum als vrijgestelde. Hierna kwam het jaarverslag van den secretaris, benevens het hoofd- bestuursbeleid aan de orde. Aan de discussie namen deel Goor, Hilversum, Enschedé, Nijverdal, Ede en Borne. Goor stelde er prijs op, dat deze eerste bondsvergadering na het groote conflict in Twente, aar onverzwakte trouw aan de leiding zou betuigen ((Daverend applaus). De afgevaardigde brak voorts een lans voor de wettelijke regeling der medezeggingschap waarvoor hij de .medewerking van heel de Chr. Vak beweging vroeg. Geleidelijkheid is hier uit den boozé. Hilversum maakte eenige op merkingen over het conflict in de Ta pijtindustrie. Het hoofdbestuur had zich hier meer moeten laten gelden. Enschedé vertolkte den vreese- lijken haat die tegen de Chr. arbei ders in Twente wordt gevonden, en gaf uiting aan haar dankbaarheid je gens het hoofdbestuur voor het ge voerde beleid. Ondanks mishandeling en terreur zijn de leden in Enschedé, staande gebleven. Zal er weer sprake zijn van samen werking met de modernen, dan moe ten niet wij, aldus Spr„ aan Stenhuis, maar hij aan ons vergeving vragen. Enschedé sjelde voor om indien zulks niet gebeurt, nooit meer samen te werken. Ook deze afdeeling pleitte voor wet telijk geregelde medezeggingschap. Ede klaagde over den Zondagsar- beid en vroeg ingrijpen van de Re geering. Men beperke dien arbeid tot het strikt noodzakelijke. het Zoeklicht. LEIDEN, 9 Juni 1925. Zeldzaam mooi is het heerlijke voor jaarsweer, waarvan we dag aan dag mogen genieten. Des te erger echter, dat nog altijd een deel van de stad wordt verpest door de vuilverbranding, die het vuil in dichte lagen over de huizen doet -neer dalen. 't Is meer dan erg soms. Wie niet zoo verstandig is deuren en ramen ondanks de warmte zorgvuldig gesloten te houden, wordt ieder oogen blik verrast door het groezelige vuil, dat gangen en kamers tot in alle hoeken doordringt. 't Is een akelige vuile boel, tot wan hoop van vele huismoeders, die wel graag zooveel mogelijk frissche lucht binnenlaten, maar die toch ook graag hun huishouden een beetje netjes hou den. En 't zou zeker aanbeveling verdie nen dat maatregelen werden genomen om aan deze vuildistributie op groote schaal een einde te maken. OBSERVATOR. Voorzitter en secretaris dienden hiel na van repliek. De bond jnoet er naar staan zijn financieele weerkracht te versterken. De arbeiders moeten Tn de eerster plaats zidiizelf'helpen en daarom plei ten we voor een behoorlijke sociale wetgeving. De medezeggingschap is voor de Chr. arbeiders een zeer begeerlijk goed. maar de werkelijkheid leert ons dat dit nog de toekomstmuziek is. (Hier past nuchterheid. 'Het hoofdbestuur zal bij het af- loopen der huidige overeenkomst "han delen naar bevind van zaken. De allereerste factoren voor samen werking met de modernen 2ijn niet aanwezig en bet hoofdbestuur voélt voor die Samenwerking thans niets. Ze zal er zonder goed omschreven voorwaarden niet meer komen. Het hoofdbestuur neemt Stenhuis niet ern stig. Na replieken, werTlen verslag en 'beleid goedgekeurd. Na opmerkingen van 'Leiden. Nij verdal, Almelo en Goor w^rc^ het be leid van de redactie van het orgaan goedgekeurd. Enkele wenschen werden geuit. De aftredende redacteur, de heer G. Ekkel, werd bij acclamatie her kozen. De heer Ekkel werd als voorzitter, eveneens herkozen. Tot leden van het hoofdbestuur, werden gekozen de heeren J. Stuiven- berg te Hilversum; J. Sukkel te Vee- nendaal; J. Wassink te Apeldoorp; j. Heres te Enschedé en G. Seuninga te Glanerbrug en gekozen L. Loo, te Borne. In de middagvergadering, die met een huishoudelijke zitting aanving, werd het financieel versJag na eenige. •discussie goedgekeurd en werden di verse interne besprekingen gevoerd. Voorstellen van Hilversum en Lei den inzake steun bij staking en werk loosheid werden resp. aangenomen en verworpen. Een voorstel-Oldenzaal inzake ex tra-contributie betaling bij conflicten werd verworpen, alsook een voorstel van die afdeeling om elk jaar een bondsvergadering te houden. Na' afwerking der agenda had de huldiging van den heer Verveld door. de bondsvergadering plaats» De voorzitter bood den jubilaris na mens den bond de teekeningen aan van twee fraaie clubfauteuils, terwijl Mevr. Verveld mooie bloemen in ont vangst had te nemen. (Levend1!ge bij valsbetuigingen). Met een enkel woord dankte da heer Verveld voor deze blijken van waardeering. Hierna werd het congres op ge* bruikelijke wijze gesloten. FEUILLETON. Een doornig pad (Uit het Engelsch). 2) Haastig en onhoorbaar spoedde zij zich voort over den- met afgevallen bladeren bedekten grond. Zij durfde niet meer omzien, met elkeii stap werd de afstand tusschen hèn grooter, totdat zij op het laatst hard begon te loopen, alsof zij bevreesd was achler- jhaald te zullen worden ,en ademloos '.vèrbergde zij zich in de drukke nren- schënmassa ojd den grooten weg. Zij (had: harén last afgeworpen. De blinde oude man bleef stilstaan op de plaats waar zij hem had verla ten, terwijl hij met zijn stok op den r grond tikte om de boomwortels te vin den, waarover hij vreesde te struike len. Twee of drie menschen gingen hem voorbij, maar niemand sprak dot hem. Spoedig begon hij ongeduldig tc worden en luisterde gespannen naar Hagar's terugkomst, met het grijze f hoofd voorover gebogen en de hand i aan het oor, om het flauwste geluid van hare naderende voetstappen op tc t vangen. mw nieta jvarnam hil. dan het onophoudelijk geratel van wagens door de straten en het spatten van de droppels, die van de takken dropen; de stappen der weinige voetgangers waren onhoorbaar totdat zij vlak bij hem waren, en dan wist hij wel dat zij het niet was. Eindelijk hief hij het hoofd op en riep: „Hagar.! Hagar! Hagar!" Hoe vreemd en onnadn-ekend van haar om zóóver weg te.gaan en hem daar op den openbaren weg te laten staan. Het was daarenboven hoog tijd, dat zij zorgde om een onderkomen voor den nacht voor hen te vinden. Het moest reeds laat zijn; hij .voelde de kille avondlucht, al.kon hij den donkeren hemel niet zien. „Hagar!" riep hij weder op luider toon. Hagar!" Maar geen stem antwoordde op zijn geroep, hoe gespannen hij ook luis terde. Zijne ongerustheid ging in een onbestemde vrees over. Ten allen tijde gaf zijne blindheid hem een gevoel van eenzaamheid, maar nu gevoelde hij zich zoo volkomen en wanttbpig alleen alsof hij in de eene of andere onbe- voonde woestenij was achtergelaten. Waar was hij? Hoe kon hij voortgaan, .11 aan zich zelf overgelaten 'n schuil plaats vinden? Hii tastte rond met 2ijn stok, maar voelde niets dan de boom stammen, die hem schenen inteslui- ten. Overal hoorde hij in de verte de beweging en het gedruisch van het woelige leven, maar den weg daarheen kon hij niet vinden. Nooit was het hem zoo duidelijk geweest wat Hagar voor hem was. „Hagar!" riep hij voor de derde maal. Geen antwoord. Hij zou boos gewor den zijn, als niet zijn blinde oogen vol tranen waren geschoten en hij niet met moeite een snik had gesmoord. Met het hoofd leunde hij tegen den ruwen boomstam, waarbij hij stond, en weende bitter. Hij begon zich af te vragen, ot liet mogelijk' was, dat zij hem had verlaten. Of was Hagar maar knorrig weggeloopen en hield zij zich nu een poosje op 'n afstand, om hem te doen gevoelen hoe hulpeloos en af hankelijk hij was. Misschien zat zij wel op een der banken dicht bij hem te wachten, totdat zij meende dat hij genoeg gestraft was. O, kon hij maar zien! „Waar is moeder?" vraagde 'n stem metje dicht bij hem. „Ben jij daar, Dot?" vraagde hij le vendig. „Ja, hier is Dot", antwoordde het kleine ding; maar waar i» rioeder?" „Kun je haar nergens zien?" vraag de hij, het koude kinderhandje stevig vastgrijpend, uit vrees, dat hij haar weer zou verliezen. „Kijk eens goed rond, Dot, tusschen de boomen, en zeg me of je haar nergens ziet?" „Neen, neen", snikte het kind. „Dot kan haar nergens zien, maar ze moet komen. Dot heeft zoo'n honger." „Hagar, Hagar!" schreeuwde hij zoo luid als zijn zwakke oude stem hem toeliet; en Dot riep „moeder!" met haar schril kinderstemmetje. Toen luisterden zij een oogenblik zwijgend, terwijl zij hand in hand onder de naakte boomen stonden. „Ze is weg!" kermde de oude man, het handje van zijn kleinkind losla tend en zijn stok op den grond wer pend. De wanhoop, die Hagar te sterk was geworden, begon zich van hem meester te maken. Wat moest er nu van hem worden? Hij was oud, blind, zonder geld en zonder dak. Hij had dikwijls gezworen, dat hij liever als een hond zou willen sterven, dan naar het werkhuis te gaan. Maar sterven is zoo gemakkelijk niet. De dood komt niet wanneer men hem roept. De ramp zaligste mensch kan niet sterven wan neer hij wil, of zoo gauw als hij wil. Nu Hagar hem verlaten had. soaoot hem niets over dan het gevreesde err gehate werkhifis. t HOOFDSTUK II. Hulp in nood. Een half uur ging voorbij, en de avond begon te vallen; maar nog steeds stonden de oude blindeman en het kleine kind even hulpeloos onder de donkere boomen te wachten. Nu en dan flikkerde even -een straal van hoop in den radeloozen grijsaard op, wanneer hij voetstappen hoorde en dacht dat Hagar misschien daar aan kwam. Hij wilde zich niet verroeren van de plek waar zij hem verlaten had uit vrees dat zij hen in de schemering zou misloopen. Dot schreide stil xoot zich heen, want zij had geleerd niet hard te schreeuwen, omdat grootva der haar anders zou hooren en boos worden. Zij gevoelde zich nog ongeluk kiger, omdat hij haar handje» zoo stijf vast hield dat zij geen stap van hem af kon doen. Hij vraagde haar onop houdelijk, of zij hare moeder niet zag; en het verkleumde hongerige kind zag niets dan de groote zwarte boomstam men, die hen aan alle kanten omring den en elk oogenblik zwarter schenen te worden. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5