K
NIEUWE LEIDSCHE CUURANT VAN DINSDAG 9 JÜFH TSfiSS
TWEEDE BLAD.
EEN VAKVEREENIGINGSJUBILEUM
t Op Donderdag 9 en Vrijdag 10 Juli
as. zal de Ned. Bond van- Chr. Fa-
•brieks- en Transportarbeiders haar 2-
jaarlijksche algemeene vergadering
houden.
Deze vergadering zal dit jaar niet.
zooals gewoonlijk, te Utrecht plaats
hebben, maar te Rotterdam en de re
den daarvan ligt in een tweevoud-ij
jubileum.
De afdeeling Rotterdam, de oudste
en grootste afdeeling van den bond,
bestaat 25 jaar en dit feit zal op fees
telijke wijze herdacht worden.
Tevens dient de heer J. Quispel den
bond 25 jaar als bestuurder en zal ii
verband daarmee gehuldigd worden.
Dit dubbele feest is wel waard, daar
aan ook in breeder kring dan slechts
onder de Chr. fabrieks- en transport
arbeiders aandacht te schenken.
De Ned. Bond van Chr. Fabrieks- en
Transportarbeiders, in de wandeling
N.B.C.F.T. genoemd, is ontstaan uit 'n
fusie van verschillende plaatselijke
vereenigingen, waarin bepaalde groe
pen van fabrieksarbeiders (b.v. glasbla
1 zere-, lederbewerkers, melkfabrieksar-
Jbeiders) georganiseerd waren.
Deze bond bevat dan ook heel wat
tot *op zekere hoogte heterogene ele
menten, waarvoor b.v. de katholieken
oen stuk of zes verschillende bonden
hebben.
Men heeft evenwel begrepen dat Een
dracht macht maakt, en evenals in
Duitschland, waar men het „Zentral-
1 verband christlicher Fabrik- und
Tr'ansportarbeiter Deutschlands" heeft,
"izijn hier de verschillende vakgroepen
tot, een hechten bond aaneengegroeid,
die de chr. arbeiders, werkzaam in de
transport- en fabriekmatige bedrijven
1 omvat.
Helaas, dat nog niet allen, die vol-
>gens hun beginsel en hun beroep in
dezen bond thuis behooren, zich onder
zijn vanen hebben geschaard.
Daar is een tijd geweest, waarin liet
scheen of dit ideaal der vervulling na
bij was. Dat was in de twee jaren, die
1 op.den bangen oorlogstijd volgden, ja
il ren, van hoogconjunctuur voor de be-
drijven en waarin het levenspeil der
arbeiders zienderoog omhoog ging.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak, viel
er van organisatie onder de fabrieks-
arbeiders (bij de transportarbeiders
was liet iets beter gesteld) nog weinig
{te bespeuren.
Op 1 Jan. 1617 telde de bond nog
slechts 1743 leden, een jaar later 2504
en op 1 Jan. 1919 3998.
Maar nadat de „vergissing" van
Troelstra de menschen wakker ge
schud had, ging het met sprongetjes
'de hoogte in: 1 Jan. 1920: 10081 leden,
'1 Jan. 1921: 12530.
Ook al houdt men er rekening mede,
dat door de fusie met den C.Z.B. in
1919 een 3000 zeelieden tot den N.B.
C.F.T. toetraden, een groei, die iets ab
normaals had, zoodat tegenslag niet
;kon uitblijven.
Zwaar werd ook deze bond getrof
fen door de malaise.
Het jaar '21 was een jaar van veel
werkloosheid en waarin ook het leden
tal reeds in dalende richting ging.
Het volgend jaar was al niet. vee:
betel': loonsverlaging en werkloosheid,
tengevolge waarvan een zekere mat
heid in de kringen der arbeiders niet
te ontkennen viel.
1923., het jaar van liet Roerconflict,
sloot zich hij zijn voorgangers wonder
wel aan.
f Doeli in 1924 werd voor het eerst in
het bedrijfsleven een meer hoopvolle
iklank gehoord. Het was het jaar van.
'kentering. - -
f Rn hoewel h'et ledental zich nog in
dalende lijn bleef bewegen, de daling
ging niet zoo snel meer. Er kwam on
der de arbeiders een begin van nieuwe
bezieling en nieiiw enthousiasme.
Op 1 Jan. '22 bedroeg 't ledenaantal:
10899, op 1 Jan. '23: 9376, op 1 Jan. 21:
7S15 en op 1 Jan. '25: 7178.
Van de 140 afdeelingen was de groot
•ste de afdeeling Rotterdam, die op 1
Jan. j.l. 948 leden telde, waarvan de
grootste helft transportarbeiders zijn.
Rotterdam is niet. slechts de groot
ste, doch ook 'de oudste afdeeling. Op
8 Juli 1900 werd met 13 leden opge
richt de Christelijke Bootwerkersver-
eeniging Toenadering". Wat is op dat
kleine begin een rijke ontwikkeling
gevolgd en hoe past hier de betuiging:
„Rehoböth, de Heere heeft ruimte ge
maakt."
Wie de geschiedenis der Rotterdam-
sche afdeeling van den N.B.C.F.T. of
juister, wie de geschiedenis der haven
arbeiders zal schrijven, zal dit niet
kunnen -doen zonder-telkens den naam
vah Jochem Quispel te noemen.
Met een variant op de woorden van
de dames Kuyper over haar vader, zou
den ook zijn kinderen van hem kun
nen zeggen, dat hun vader in de eer
ste plaats aan zijn levensroeping voor
de havenarbeiders, en eerst in de twee
de plaats aan zijn gezin toebehoorde.
De heer Quispel behoort tot de pio
niers der christelijke vakbeweging
Voortgekomen uit de kringen van
Patrimonium heeft hij als 't ware in
tuïtief het beginsel der christelijke
vakbeweging gegrepen, toen hij begon
do bootwerkers te organiseeren in een
vereeniging, die hij „Toenadering"
noemde, gelijk het vakblad van den
N.B.C.F.T. nog steeds heet.
Deze naam is een program.
„Toenad'ring eischt Gods orde en
dezer tijden nood,
Toenad'ring, waar ze ontbreekt, van
vorst en volk, van groot
En kiein, van rijk en arm; van stan
den en belangen."
„Toenadering", met dezen naam is
positie gekozen zoowel tegen die arbei
ders, die den Marxistischen klassen
strijd prediken als tegen die werkge
vers, die van medezeggenschap der ar
beiders over hun arbeidsvoorwaarden
niet weten willen.
Zooals de chr. vakbeweging altijd op
twee fronten moet strijden, en daarom
van twee zijden klappen ontvangt.
Ook de heer Quispel heeft van dien
strijd ruimschoots zijn deel gehad,
maar hij heeft reeds jong, geleerd, dat
strijd staalt.
De laatste 9 jaar was hij penning
meester, een functie die hij, naar hij
zelf verklaart, wel het allerminst be
geerd heeft.
Wat ieder zal begrijpen, die dezen
voortvarenden Rotterdammer, met zijn-
impulsief karakter .kent.
Maar
„God wijst in 's menschen leven elkeen
zijn arbeid aan,
En het is aan hem gegeven, om hier
voor pal te staan."
Hoewel hij slechts gewoon lager on
derwijs genoten heeft, heeft hij zijn
taak volbracht op een wijze, dat geen
boekhouder-van-beroep het, althans
wat het wezenlijke betreft, dezen „self
made" man zou kunnen verbeteren.
De heer Quispel is reeds over de zes
tig en, zooals- hij zelf schrijft: „zijn
zonnetje neigt naar den .ondergang."
Moge hij dan de waarheid ondervin
den van het woord van den profeet
Zacharia: „Het zal geschieden ten tij
de* des avonds, dat het licht zal we
zen." B.
HET NIEUWE PARLEMENT.
De Haagsche Briefschrijver van „De
Tijd" vertelt een en ander van de ver
wachtingen van een politieken tegen-
tander van wie het heet dat hij in
de politiek vah het land goed thuis is.
Volgens hem staat vast, dat de rech
terzijde haar meerderheid behoudt,
eene meening die, afgaan op hetgeen
men rondom zich hoort, algemeen is.
Wat zou men dan moeten beginnen als
het niet zoo was?
Mijn zegsman rekende echter wel op
een achteruitgang eii omdat anti-revo
lutionairen en katholieken door hun
systeem van verbinding in 1922 teza
men 3 zetels meer hebben gehaald dan
anders het geval zou zijn geweest,
maar ook omdat hij., op een afval van
ontevredenen rekende. De groote recht
sche partijen zouden het daarom vol
gens hem niet verdér brengen dan tot
hoogstens 54 leden. De heer Kersten
zou echter wel een compagnon krijgen
Niet tot de linkerzijde zouden dus
behooren 56 leden, zoodat de linker
zijde met 4 zetels zou vooruitgaan. De
plattelanders zouden z.i. worden ge
halveerd.
En aangezien mej. Van Dorp geen
candidaat meer is, kwajn hij dan tot
de conclüsie, dat de drie. sterkste groe
pen der linkerzijde van .35 zetels zou
den komen op. 42, of 7 meer, De Vrij
heidsbond zou in die winst niet dee-
len, maar misschien één zetel verlie
zen, zoodat sociaal-democraten en vrij
zinnigdemocraten te zamen acht zetels
Zouden vooruitgaan. Deze beide groe
pen zouden van 25 op 33 komen.
Hoe hij aan deze berekening kwam,
lieb ik niet. vernomen. Zij lijkt mij
voor de linkerzijde sterk geflatteerd
en bestemd om bij haar den moed er
in te houden. Maar zelfs al mocht zij
uitkomen, dan zal de landspolitiek
daarvan geen invloed behoeven te on
dergaan en zal alleen de aansluiting
van rechts steviger moeten zijn dan in
het verleden. De eerste Juli zal echter
wel betere cijfers te zien geven.
BINNENLAND.
De heer P. Bergmeyer burgemeester?
„In de pers, aldus de Indische „Ba
nier" doet het bericht de ronde dat het
vast schijnt te staanj dat de heer Berg
meyer over vijf maanden weer naar
Indië zal terugkeeeren en bij aankomst
weer in de politiek zal gaan, aangezien
bij zijn vertrek naar Holland de af
spraak is gemaakt, dat zijn opvolger bij
terugkomst van den heer Bergmeyer,
voor dezen plaats zal maken, waarop
de partij qan de regeering zal verzoe
ken den heer B. tot lid te benoemen.
Buitenstaanders weten als altijd
meer dan de betrokkene zelf:
Noch het H. B. der C. E. P., noch de
eerstbetrokkene zelf, de- heer van Hels
dingen, hebben bericht gekregen dien
aangaande.
Het eenige wat bekend is, is: dat de
heer B. zes maanden verlenging heeft
gekregen.
De terugkeer van den heer B. staat
nog heelemaal niet vast. Waar hij echter
noch op de hoofdlijst, noch op de ïr.ij
lijst der A.RP. voorkomt, moeten we
wel haast de slotsom trekken, dat- hij
zich terug getrokken heeft, en dan is
zijn terugkeer natuurlijk niet onmoge
lijk en zal hij inderddad zijn oude
plaats innemen.
Naar aanleiding van het bovenstaan
de kunnen wij mededeelen, schrijft de
Rotterdammer, dat uit de omstandig
beid, dat de. heer Bergmeyer nóch op
de hoofdlijst noch op dé bijlijst der A.
R. partij voorkomt, door de redactie
van „De Banier" ten onrechte wordt ge
concludeerd, dal 'de. heer B. zich £ou
hebben teruggetrokken. Verder kunnen
wij mededeelen tlaT cle zes maanden ver
lenging. welke cle heer B. heeft gekre
gen. verband houdt met de mogelijk
heid van. zijn benoeming tot burgemees
ter van een der Zuidhollandsche ge
meenten.
De bakkersnachïiarfoeid.
De conventie in zake den bakkers-
nachlarbeid is hedenmiddag door de
Arbeidsconferent ie bij de eindstem
ming aangenomen met 81 tegen 26
stemmen. De patroons en de regee-
ringsgedelegeerden van Engeland, Z.
Afrika en Indië stemden tegen, België
en Zwitserland onthielden zich van
stemming.
De conventie in zake de beroeps
ziekten werd aangenomen- bij eerste
stemming met 95 tegen 3. Ook deze
conventie zal het volgende jaar niet
in tweede lezing behandeld worden.
De conferentie heeft namelijk" bes-loten
tweede lezingen tot uitzondering te
maken. Dit besluit werd genomen met
66 tegen 45 stemmen.
De Communistische partij. ^'7"*
De buitengewone landelijke vergade
ring van den Bond van. Comm. Strijd
en Propaganda Clubs, (B.K.S.P.) heeft
Zondag met algemeene 9temmen be
sloten hare organisatie te handhaven
en mot alle kracht aan den uitbouw
en de versterking ervan te werken.
Colijn's belastingontwerpen.
De Tweede Kamer heeft thans liet
eindverslag uitgebracht ovèr de be
kende belastingontwerpen van minis
ter Coiijn.
De commissie van rapporteurs acht
door de1 gewisselde schrifturen de
openbare beraadslaging genoegzaam
voorbereid.
Een nieuw periodiek.
Ton behoeve van de Ger. Jeugdor
ganisaties zal, te beginnen met Sep
tember a.s. een nieuwe maandperio-
diek verschijnen, waarin beoordeel ui-
gen van reeds verschenen en nieuwe
lectuur gegeven zullen worden ten be
hoeve van deze jeugdorganisaties. Het
redactieadres ïs bij den heer P. vail
Nes Czn., te Bodegraven.
Uit het Sociale Leven.
Ned. Chr. Textielarbeidersbond.
'Onder presidium van den heer G.
{Ekkel, van Utrecht, hield de Ned.
Chr. Textielarbeidersbond „Unitas",
Zaterdag te Apeldoorn haar tweejaar-
hjksche algemeene vergadering, die
druk bezocht was.
In zijn openingswoord herinnerde
-de voorzitter aaii het conflict in
Twente en aan de ongunst der tijden,
waaronder ook deze bond te lijden,
had.
Gelukkig gaat nu het ledental weer
omhoog, zoodat de organisatie plm.
3400 leden t elt.
Nadat gewezen was op de standvastig
heid en de trouw door de afdeelings-
besturen bij den strijd in Twente aan
den dag gelegd werd onder groote
instemming der vergadering de grijze
■eere-voorzitter, de heer Verveld, ge
huldigd in verband met zijn zilveren
jubileum als vrijgestelde.
Hierna kwam het jaarverslag van
den secretaris, benevens het hoofd-
bestuursbeleid aan de orde.
Aan de discussie namen deel Goor,
Hilversum, Enschedé, Nijverdal, Ede
en Borne.
Goor stelde er prijs op, dat deze
eerste bondsvergadering na het groote
conflict in Twente, aar onverzwakte
trouw aan de leiding zou betuigen
((Daverend applaus).
De afgevaardigde brak voorts een
lans voor de wettelijke regeling der
medezeggingschap waarvoor hij de
.medewerking van heel de Chr. Vak
beweging vroeg. Geleidelijkheid is
hier uit den boozé.
Hilversum maakte eenige op
merkingen over het conflict in de Ta
pijtindustrie. Het hoofdbestuur had
zich hier meer moeten laten gelden.
Enschedé vertolkte den vreese-
lijken haat die tegen de Chr. arbei
ders in Twente wordt gevonden, en
gaf uiting aan haar dankbaarheid je
gens het hoofdbestuur voor het ge
voerde beleid. Ondanks mishandeling
en terreur zijn de leden in Enschedé,
staande gebleven.
Zal er weer sprake zijn van samen
werking met de modernen, dan moe
ten niet wij, aldus Spr„ aan Stenhuis,
maar hij aan ons vergeving vragen.
Enschedé sjelde voor om indien
zulks niet gebeurt, nooit meer samen
te werken.
Ook deze afdeeling pleitte voor wet
telijk geregelde medezeggingschap.
Ede klaagde over den Zondagsar-
beid en vroeg ingrijpen van de Re
geering. Men beperke dien arbeid tot
het strikt noodzakelijke.
het Zoeklicht.
LEIDEN, 9 Juni 1925.
Zeldzaam mooi is het heerlijke voor
jaarsweer, waarvan we dag aan dag
mogen genieten.
Des te erger echter, dat nog altijd
een deel van de stad wordt verpest door
de vuilverbranding, die het vuil in
dichte lagen over de huizen doet -neer
dalen.
't Is meer dan erg soms.
Wie niet zoo verstandig is deuren en
ramen ondanks de warmte zorgvuldig
gesloten te houden, wordt ieder oogen
blik verrast door het groezelige vuil,
dat gangen en kamers tot in alle hoeken
doordringt.
't Is een akelige vuile boel, tot wan
hoop van vele huismoeders, die wel
graag zooveel mogelijk frissche lucht
binnenlaten, maar die toch ook graag
hun huishouden een beetje netjes hou
den.
En 't zou zeker aanbeveling verdie
nen dat maatregelen werden genomen
om aan deze vuildistributie op groote
schaal een einde te maken.
OBSERVATOR.
Voorzitter en secretaris dienden hiel
na van repliek.
De bond jnoet er naar staan zijn
financieele weerkracht te versterken.
De arbeiders moeten Tn de eerster
plaats zidiizelf'helpen en daarom plei
ten we voor een behoorlijke sociale
wetgeving.
De medezeggingschap is voor de
Chr. arbeiders een zeer begeerlijk
goed. maar de werkelijkheid leert ons
dat dit nog de toekomstmuziek is.
(Hier past nuchterheid.
'Het hoofdbestuur zal bij het af-
loopen der huidige overeenkomst "han
delen naar bevind van zaken.
De allereerste factoren voor samen
werking met de modernen 2ijn niet
aanwezig en bet hoofdbestuur voélt
voor die Samenwerking thans niets.
Ze zal er zonder goed omschreven
voorwaarden niet meer komen. Het
hoofdbestuur neemt Stenhuis niet ern
stig.
Na replieken, werTlen verslag en
'beleid goedgekeurd.
Na opmerkingen van 'Leiden. Nij
verdal, Almelo en Goor w^rc^ het be
leid van de redactie van het orgaan
goedgekeurd.
Enkele wenschen werden geuit.
De aftredende redacteur, de heer
G. Ekkel, werd bij acclamatie her
kozen.
De heer Ekkel werd als voorzitter,
eveneens herkozen.
Tot leden van het hoofdbestuur,
werden gekozen de heeren J. Stuiven-
berg te Hilversum; J. Sukkel te Vee-
nendaal; J. Wassink te Apeldoorp;
j. Heres te Enschedé en G. Seuninga
te Glanerbrug en gekozen L. Loo,
te Borne.
In de middagvergadering, die met
een huishoudelijke zitting aanving,
werd het financieel versJag na eenige.
•discussie goedgekeurd en werden di
verse interne besprekingen gevoerd.
Voorstellen van Hilversum en Lei
den inzake steun bij staking en werk
loosheid werden resp. aangenomen en
verworpen.
Een voorstel-Oldenzaal inzake ex
tra-contributie betaling bij conflicten
werd verworpen, alsook een voorstel
van die afdeeling om elk jaar een
bondsvergadering te houden.
Na' afwerking der agenda had de
huldiging van den heer Verveld door.
de bondsvergadering plaats»
De voorzitter bood den jubilaris na
mens den bond de teekeningen aan
van twee fraaie clubfauteuils, terwijl
Mevr. Verveld mooie bloemen in ont
vangst had te nemen. (Levend1!ge bij
valsbetuigingen).
Met een enkel woord dankte da
heer Verveld voor deze blijken van
waardeering.
Hierna werd het congres op ge*
bruikelijke wijze gesloten.
FEUILLETON.
Een doornig pad
(Uit het Engelsch).
2)
Haastig en onhoorbaar spoedde zij
zich voort over den- met afgevallen
bladeren bedekten grond. Zij durfde
niet meer omzien, met elkeii stap
werd de afstand tusschen hèn grooter,
totdat zij op het laatst hard begon te
loopen, alsof zij bevreesd was achler-
jhaald te zullen worden ,en ademloos
'.vèrbergde zij zich in de drukke nren-
schënmassa ojd den grooten weg. Zij
(had: harén last afgeworpen.
De blinde oude man bleef stilstaan
op de plaats waar zij hem had verla
ten, terwijl hij met zijn stok op den
r grond tikte om de boomwortels te vin
den, waarover hij vreesde te struike
len. Twee of drie menschen gingen
hem voorbij, maar niemand sprak dot
hem. Spoedig begon hij ongeduldig tc
worden en luisterde gespannen naar
Hagar's terugkomst, met het grijze
f hoofd voorover gebogen en de hand
i aan het oor, om het flauwste geluid
van hare naderende voetstappen op tc
t vangen. mw nieta jvarnam hil. dan
het onophoudelijk geratel van wagens
door de straten en het spatten van de
droppels, die van de takken dropen;
de stappen der weinige voetgangers
waren onhoorbaar totdat zij vlak bij
hem waren, en dan wist hij wel dat
zij het niet was. Eindelijk hief hij het
hoofd op en riep:
„Hagar.! Hagar! Hagar!"
Hoe vreemd en onnadn-ekend van
haar om zóóver weg te.gaan en hem
daar op den openbaren weg te laten
staan. Het was daarenboven hoog tijd,
dat zij zorgde om een onderkomen
voor den nacht voor hen te vinden.
Het moest reeds laat zijn; hij .voelde
de kille avondlucht, al.kon hij den
donkeren hemel niet zien.
„Hagar!" riep hij weder op luider
toon. Hagar!"
Maar geen stem antwoordde op zijn
geroep, hoe gespannen hij ook luis
terde. Zijne ongerustheid ging in een
onbestemde vrees over. Ten allen tijde
gaf zijne blindheid hem een gevoel van
eenzaamheid, maar nu gevoelde hij
zich zoo volkomen en wanttbpig alleen
alsof hij in de eene of andere onbe-
voonde woestenij was achtergelaten.
Waar was hij? Hoe kon hij voortgaan,
.11 aan zich zelf overgelaten 'n schuil
plaats vinden? Hii tastte rond met 2ijn
stok, maar voelde niets dan de boom
stammen, die hem schenen inteslui-
ten. Overal hoorde hij in de verte de
beweging en het gedruisch van het
woelige leven, maar den weg daarheen
kon hij niet vinden. Nooit was het
hem zoo duidelijk geweest wat Hagar
voor hem was.
„Hagar!" riep hij voor de derde maal.
Geen antwoord. Hij zou boos gewor
den zijn, als niet zijn blinde oogen vol
tranen waren geschoten en hij niet
met moeite een snik had gesmoord.
Met het hoofd leunde hij tegen den
ruwen boomstam, waarbij hij stond,
en weende bitter. Hij begon zich af te
vragen, ot liet mogelijk' was, dat zij
hem had verlaten. Of was Hagar maar
knorrig weggeloopen en hield zij zich
nu een poosje op 'n afstand, om hem
te doen gevoelen hoe hulpeloos en af
hankelijk hij was. Misschien zat zij
wel op een der banken dicht bij hem
te wachten, totdat zij meende dat hij
genoeg gestraft was. O, kon hij maar
zien!
„Waar is moeder?" vraagde 'n stem
metje dicht bij hem.
„Ben jij daar, Dot?" vraagde hij le
vendig.
„Ja, hier is Dot", antwoordde het
kleine ding; maar waar i» rioeder?"
„Kun je haar nergens zien?" vraag
de hij, het koude kinderhandje stevig
vastgrijpend, uit vrees, dat hij haar
weer zou verliezen. „Kijk eens goed
rond, Dot, tusschen de boomen, en zeg
me of je haar nergens ziet?"
„Neen, neen", snikte het kind. „Dot
kan haar nergens zien, maar ze moet
komen. Dot heeft zoo'n honger."
„Hagar, Hagar!" schreeuwde hij zoo
luid als zijn zwakke oude stem hem
toeliet; en Dot riep „moeder!" met
haar schril kinderstemmetje. Toen
luisterden zij een oogenblik zwijgend,
terwijl zij hand in hand onder de
naakte boomen stonden.
„Ze is weg!" kermde de oude man,
het handje van zijn kleinkind losla
tend en zijn stok op den grond wer
pend. De wanhoop, die Hagar te sterk
was geworden, begon zich van hem
meester te maken. Wat moest er nu
van hem worden? Hij was oud, blind,
zonder geld en zonder dak. Hij had
dikwijls gezworen, dat hij liever als
een hond zou willen sterven, dan naar
het werkhuis te gaan. Maar sterven
is zoo gemakkelijk niet. De dood komt
niet wanneer men hem roept. De ramp
zaligste mensch kan niet sterven wan
neer hij wil, of zoo gauw als hij wil.
Nu Hagar hem verlaten had. soaoot
hem niets over dan het gevreesde err
gehate werkhifis. t
HOOFDSTUK II.
Hulp in nood.
Een half uur ging voorbij, en de
avond begon te vallen; maar nog
steeds stonden de oude blindeman en
het kleine kind even hulpeloos onder
de donkere boomen te wachten. Nu en
dan flikkerde even -een straal van
hoop in den radeloozen grijsaard op,
wanneer hij voetstappen hoorde en
dacht dat Hagar misschien daar aan
kwam. Hij wilde zich niet verroeren
van de plek waar zij hem verlaten had
uit vrees dat zij hen in de schemering
zou misloopen. Dot schreide stil xoot
zich heen, want zij had geleerd niet
hard te schreeuwen, omdat grootva
der haar anders zou hooren en boos
worden. Zij gevoelde zich nog ongeluk
kiger, omdat hij haar handje» zoo stijf
vast hield dat zij geen stap van hem
af kon doen. Hij vraagde haar onop
houdelijk, of zij hare moeder niet zag;
en het verkleumde hongerige kind zag
niets dan de groote zwarte boomstam
men, die hen aan alle kanten omring
den en elk oogenblik zwarter schenen
te worden.
Wordt vervolgd).