CHRISTELIJK DAGBLADvnorT FTDFN FN OMSTRFKFN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. Belangrijkste nieuws in dit Nummer 6e JAARGANG ZATERDAG 6 JUNI 1925 NUMMER 153t COURANT AB ONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIE-PRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per week i 0.19 Frapco per post per kwartaal I 2.90 vauuu x UJjiUJLx JL/ilV* V UUI LiUlL/iJli Ldl V/IUÜ X iALilk.Uli Gewone advertentién per regel 22% cent Ingezonden Mededeelingen, dribbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiSn bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, woeden dafls lijks geplaatst ad 40 cent. BUREAU: Hooigracht 35 - Leiden TeL 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 EERSTE BLAD. Samenwerking met Rome. Dit onderwerp is niet actueel. Immers, de samenwerking van de drie rechtsche partijen zooals we die vroeger gekend hebben behoort sinds de invoering van de evenredige ver tegenwoordiging tot het verleden. En vonden de vroeger gecoaliseerde partijen, nadien aanvankelijk hun vereenigingspunt in het Kabinet met welks program, zonder eenig onder ling aecoord der rechtsche Kamerfrac ties instemming was betuigd, de laat ste jaren is ook deze zwakke band ver broken en staan de rechtsche partijen en onder elkaar en tegenover het Ka binet even vrij als b.v. een man als Ds. Kersten, die als regel aan dit Ka binet zijn steun niet onthield en zich schaarde naast de rechtsche Kamer fracties. Het is dus niet juist thans nog van een coalitie te spreken. En wie in de gegeven omstandig heden den kiezers voorhoudt, dat de protestantsch Christelijke partijen zich aan Rome koppelden is óf niet op de hoogte óf hij maakt zich aan opzettelijke misleiding schuldig. Dit neemt echter niet weg, dat wij de samenwerking van de rechtsche partijen als een zaak van groote be- teekenis blijven beschouwen, omdat een andere partijgroepeering die meer natuurlijk is en waardoor onze begin selen beter worden gediend vrijwel on denkbaar is. En daarom is er ook wel aanleiding om aan de verwijten die deswege tot de A.R. partij worden gericht eenige aandacht te schenken. Wij stellen daarbij voorop, dat on juist is de voorstelling als zou die samenwerking een uitvinding van Dr. Kuyper zijn, waarbij het door Groen van Prinsterer aangegeven spoor werd verlaten. Precies het omgekeerde is het ge val. In zijne Deputatenrede in 1909 ge houden heeft Dr. Kuyper er de aan dacht op gevestigd, dat het Groen van Prinsterer was, die er op aan drong niet langer alleen protestpartij te zijn, maar samenwerking met de Hoomsch Katholieken te zoeken, ten einde met vereende kracht het Libe ralistisch overwicht te doen zwenken. Eerst aldus Dr. Kuyper wilde ik daar niet aan. Ik voelde diep, hoeveel schoons door dit omwerpen van het roer van onze vaart teloor ging; en ook voelde ik diep hoeveel zwaarder taak daar door op onze schouders werd gelegd, dón vooral zoo Groen zelf, wiens krach ten toen reeds zienderoogen afnamen, ons te ontvallen kwam. Het offer dat ik brengen moest was hard, maar toch voelde ik in 't eind, dat ik voor het brengen van dit offer niet mocht terugdeinzen, en zoo ben Ik gezwicht, gezwicht na overtuigd te zijn. En vanaf dat oogenblik begon ik aan den bouw der coalitie. Die coali tie is dan ook tot stand gekomen Niet op eens, maar fin lieverlede. Niet afgedwongen, maar vanzelf zich steikend." Door met de R.K staatspartij samen te werken en op die wijze een verder afglijden op het revolutionaire spoor te voorkomen, zijn we dus gebleven in tie lijn door Groen van Prinsterer aan gegeven. Dit blijkt niet alleen uit wat Dr, Kuyper mededeelde, maar het blijkt ook uit wat lang te voren door Groen zelf werd geschreven. Met instemming werd door hem overgenomen het woord van Stahi: Overwint 1e macht van dezen tijd, on- e'oof en haat legen God, dan zullen ite gdoovige Katholieken en de geloo- viee Protestanten hand hand het -chavot bestijgen." Het groote onderscheid, zoo luidde het elders, en dat geldt in dezen tijd zeker in niet mindere mate is niet Roomsch of on-Roomsch, maar geloof en ongeloof." Goede verstandhouding tusschen Protestanten en Roomsch-Katholieken achtte Grpen een der gewichtigste aangelegenheden van h^t land. De groote vraag op politiek gebied is niet Roomsch- on-Roomsch, maar geloof en ongeloof. Zoo heeft Groen van Prinsterer het gezien. Zoo heeft Dr. Kuyper en heeft Mr. de Savornin Lohman het gezien. Zoo heeft het gezien Ds. Kromslgt overigens volstrekt geen vriend van Rome toen hij schreef: Op politiek gebied gaat het niet over de vraag „Hoe wordt ik zalig" maar over de vraag. „Hoe denkt gij over het gezag, over den norm der zedelijkheid, over eigendomsrecht, onderrecht, staatsal- vermogen enz?" Op kerkelijk en godsdienstig gebied is er veel verschil van opvatting. Maar als het gaat over de vraag, waar wij de bron van het gezag vin den, over de vraag of de mensch in- zichzelf souverein is of dat hij zich aan de goddelijke ordinantiën heeft te onderwerper, dan komt er toenade ring. Fusie, samensmelting, samenkoppe ling is onmogelijk. Maar w e l mogelijk en in bepaalde oms'andigh rden zelfs wenschelijk is samenwerking. Dat heeft tenslotte zelfs Ds. Ker sten, een ijveraar tegen Rome als wei nigen, in de practijk getoond. Want wanneer men de stemmingen in de Tweede Kamer nagaat dan blijkt dat ook hij de door Groen van Prin sterer aangegeven scheidslijn aan vaardde en als regel met de Roomsch- Katholieken één lijn trok. De vraag of samenwerking met an dere partijen mogelijk en gewenscht moet worden geacht, komt eerst na de verkiezingen aan de orde. Misschien zijn dan de verhoudingen zoo, dat er zelfs niet over gesproken behoeft te worden. Misschien ook, dat het dan niet mogelijk blijkt een behoorlijke samen werking te verkrijgen. Thans is het alleen noodig in verband met de van zekere zijde ge voerde propaganda even va3t te eggen, in de eerste plaats dat alleen wie niet op de hoogte is of voor de naakte feiten de oogen sluit, kan spreken van de aan Rome vastgekop pelde rechtsche partijen en in de 2de plaats dat wanneer met' Rome voor een bepaald doel wordt samengewerkt eenvoudig de door Groen van Prinste rer aangegeven richting wordt ge volgd. V Stembus-phantasiën. In de „Telegraaf' geeft de heer Al- barda, een der leidende figuren in de S.D.A.P. een beschouwing over de ko mende verkiezingen. Het staat voor hem vast, dat de an tirevolutionairen belangrijke verlie zen zullen lijden. Colijn, zoo betoogt hij, heeft dui zenden van zich afgestooten en de instemming die hij in sommige krin gen heeft verworven, zal bij lange na niet opwegen tegen het stemmenver lies. Omtrent het lot van de Christelijke Historische Unie laat hij zich minder beslist uit, maar de kans dat ook de ze partij verliezen zal hebben te boe ken acht hij zeer groot. Ook voor de Katholieken staan z.i. de kansen ver van gunstig, waarom hij het noodig acht ernstig rekening te houden met de mogelijkheid dat een rechtsche regeering onmogelijk zal worden gemaakt. Samenwerking van de rechtsche groepen met de liberalen wordt als uitgesloten beschouwd, terwijl een re geering van de linkerzijde ondenkbaar wordt genoemkl. Tusschen liberalen en sociaal-democraten is geen eenheid meer bestaanbaar. En zoo blijft er maar één mogelijk heid meer over, nj. samenwerking van vrijz. democraten, sociaal-demo ten en roomsch-katholieken, een denk beeld dat den schrijver, althans als de democraten in de R.K. staatspartij de leiding nemen, zeer toelacht. Wij gaan op deze stembusphanta- siën thans niet nader in. Maar wel vestigen wij de aandacht op het feit, dat een gematigd man als de heer Albarda stellig op een groote nederlaag van de A.R. partij 3chijnt te rekenen. Dat moet ons toch wat te zeggen hebben. Het beteekent dat er gevaar dreigt voor onze A.R. partij, dat er gevaa: dreigt voor land en volk. Het beteekent dat het gevaar be staat, dat de revolutionaire groepen in ons land de leiding zullen nemen Welnu, als er gevaar dreigt, snelt een ieder te hulp. Laat het zoo ook nu zijn. Laten onze mannen en vrouwen wakker worden en aan het werk gaan, om zoo mogelijk de dreigende gevaren af te wenden en te voorko men, dat ze zich, maar te laat, hunne onverschilligheid en traagheid zouden verwijten. STADSNIEUWS. Uitvoering „Sursum Corda." Gisteravond hield het Gemengd Koor „Sursum Corda" in de Pieters kerk zijn gewone jaarlijksche kerkcon- eert. Ondanks het vergevorderde sei- soen was een breede schare belang stellenden opgekomen en zij zullen zich ondanks den prachtigen zomer avond den opgang naar het oude hei ligdom niet beklaagd hebben. Het eerste gedeelte van het pro gramma was gewijd aan de nage dachtenis van Mej. H. H. M. Berkel- jon, in leven secretaresse van „Sur sum Corda'". Zeldzaam innig en mooi w,erd het „Ecce, quomodo moritur Jus tus" van J. -Handl vertolkt. Het prach tige crescendo en decrescendo van den aanhef „Ecce" moet, dunkt ons, ieder in de ziel hebben gegrepen. IWjelk een rijkdom van nuanoeering wist de dirigent, de heer Hubert Cuy- pers in dit elegisch-weemoedige werk aan te brengen. Het koor zong met beheerschte ontroering, wat overal uit kwam, maar vooral in de pianissimo herhaling van „et erit in pace memo- rist ejus", zijn naam za: üi goede ge dachtenis blijven. Na dit werk volgde Psalm 103 vers 8 „Gelijk het gras is ons kortstondig leven", door den heer Cuypers vier stemmig bewerkt in den ouden toon aard. Ook dit werk werd met diep gevoel voorgedragen. Het trof ons sterk, hoe de bewerking geheel reke ning houdt met den tekst: de eerste drie versregels zijn in hoofdzaak voor sopraan, alt -en tenor. Indrukwekkend komt de bas met een tegenbeweging in „Wanneer de wind zich over 't land laat hooren." Voordracht, declamatie, nuanceering waren zeer schoon. Voor de tweede maal was het koor aan de beurt met „Wie schön leuchtet der Morgenstern" van C. H. Graun, een ietwat stugge compositie van een prachtigen tekst. Daarvan zouden Bach en Mozart toch iets heel anders hebben gemaakt. Het volgende num mer „Wie wohl ist mir, o Freund der Seele" van Hiller stono als compo sitie een heel klein beetje hooger. Beide werkjes werden natuurlijk goed gezongen, maar in verband met wat we van „Sursum Corda" gewoon zijn, moet ons van 'thart, dat men derge lijke dingen, die onmogelijk tot een hoog artistiek niveau kunnen worden opgevoerd, niet meer op het program ma moet plaatsen. Hetzelfde geldt, schoon in mindere ïnate van „Die Ehre Gottes aus der ,Natur". Beethoven is altijd Beethoven, maar |dit is toch niet Beethoven op zijn best. Het koor zong dit werk met groote toewijding en de heer Cuypers heeft er iets heel moois van gemaakt. Den echten grooten Beethoven hoorden wij in de subliem vertolkte „Hymne an die Nacht". Toen kwam het goudweefsel van Palestrina's „Sicut cervus desiderat". Maar, hoe schoon deze compositie mag zijn, hier misten we toch vooral in den aanvang den glans,, De noten waren er wel. maar het klonk onzeker, eenigszins mat. Veel zekerder was het „Ave verum" van Mozart dat in zijn eenvoud en naïve teit ontzettend hooge eischen stelt en waarbij de toonzuiverheid altijd ge vaar loopt. En eindelijk hoorden we twee num mers die op 9 Februari bij de eere promotie van H.M. de Koningin wer den uitgevoerd: de stralende Psaume 118 van Sweelinck en „Gelukkig Va derland" van Valerius in vierstem mige bewerking van den heer Cuy pers. Door den bekwamen organist An ton van der Horst werden een drietal orgelsolo's ten beste gegeven. De heer van der Horst begon met „Prélude fu- nèbre" van Alph. Mailly en „Conso lation" van Franz Lisa, beide compo nisten, die hun hoogtepunt bereikten na het midden der 19de eeuw, dus .betrekkelijk modem. .Ons trof de ge voelige registratie van deze beide wer ken. Maar de heer van der Horst had er zonder twijfel veel meer van kun nen maken, ais hy een minder stug instrument tot zijn dienst had gehau, voorzien van aite hulpmiddelen der moderne orgelachmek. Voortdurend wordt men gehinderd door bijgelui den, als de .Castagnettenmarscn der klaterende toetsen. Laat men toen eens een orgehonds stichten, opoat men tot eeu ombouw aan Komen, waardoor het zonder twijfel prachtige materiaal williger gehoorzaamt aan <ie handen van den Kunstenaar. Het derde nummer van den heer ,van der norst was een fijne rastoraie van M. Guumant. Een bijzondere aantrekkmgkraent, erlangen ue keraqoncerten van „hur- sum o-pjrda" steeds door de medewer king van Nederland s eerste en nog anijd onovertroiteti sopraansohstc, Mevr. Nooraewter-rvedcungius. Dit rei ne geluid, deze konMKnjK ueneersqhte vewrurncnc beluisterend, zou elke ge- daaite aan cntiek een vergrijp zgu. met dankbaar genoeg kunnen we zyii voor net voorrccnt, nat .God aan e<=a menscnenktna deze gave neeit gege ven. Mevr. .Noordewier zong een Aria .uit oelzazar van nanoen een Aria ,utt de ivaiiiate „Nun komui oer nei- den netlanden een rut de Kamwei „Alles nur naai ,Go,ttes VViueii oeiaej van jon. Oeo. naai. hoo voorgedra gen; streng, Deneerscnt en toen dij- e ,j.en ine, een ciiep-weemoeuigo vcr- nunging, neen deze muziek mug, niets tail naar ernstige, kioeke scuujnnieiu verioreu. ivleu nernmere zien sao.ua noediep-aangrijpcnu „Mem Jesus wilt es uiun gezungea werd. No.vuenen oraent Mevr. .\o,arde- wier ons met drie Engelsche Hym nen, een piechtig-verneven-tekst „blo. ly, hoiy, no.y, oord God Aimight.V op melodie van Dikes; een met min der schoone tekst „(J Jesus, imou art standing op melodie van builivan e.u eindelijk „Jesus Christ is risen to-day' op een 18de eeuwsche melodie. Als oompositie was de laatste Hymne in bewerking van Ant. van der Horst wel het mooist. En hierin toonde Mevr. Noordewier zich ook in al haar stralende gaven. Afgezien van de on berispelijke wijze waarop ze gezongen werd, vonden we de melodie van Sul- livans Hymne niet zoo erg mooi, aan 'tslot zelfs wat banaal. De heer van der Horst begeleidde de zangeres op artistieke wijze. Intusschen zijn we resumeerend, on verdeeld dankbaar voor al het geno- tene in dit gewijde avonduur en wen- schen we „Sursum Corda" van harte geluk. Geen menschenwerk is vol maakt, maar er waren menschelijker- wijs gesproken, momenten waarin het volmaakte benaderd werd. En daar mede mag men tevreden zijn. Coóporatle „Ons Doel". In de algemeene ledenvergadering van „Ons Doel" wend de balans goed gekeurd. Zij sluit met een winstsaldo groot f 13.734.17",, voor de afdeeling „Bakkerij", met een winstsaldo groot f 6.905.60 voor de afdeeling „Winkel" en met een winstsaldo groot f729.88' voor de afdeeling „Brandstoffen." De aftredende bestuursleden en die van het College van Commissarissen weiden herkozen. Uit het jaarverslag bleek, dat het aantal nieuwe leden met 77 is toege nomen. Het totaal aantal verbruikers van „Ons Doel" bedraagt 1400. Het dividend werd als volgt vastgesteld: 7 pet. Bakkerij. 7 pet Kruidenierswin kel en 7 pet. voor de afd. Brandstof fen. De gewone gratificatie van be stuur en personeel werd wederom vastgesteld en goedgekeurd. Ds. Thomas. Ds. Kouwenhoven schrijft in de Leidsche Kerkbode: Van Ds. Thomas komen gelukkig niet anders dan gunstige berichten. De tijd van rust schijnt een invloed ten goede uit te oefenen. Ongetwij feld verheugen zich daarin al onze lezers met ons, en vragen van onzen God volledig herstel voor onzen Broe der. Bewijzen van het meeleven met hem in dezen toestand, ook door aan hem gebrachte bezoeken, stelt hij zeer op prijs; maar toch mag ik welZ.Eerw's Binnenland De Koninklijke Familie op reis. De heer Snoeck Henkeman* orer de verkiezingen. Buitenland. Ernstige ongeregeldheden in Chili. Bomaanslagen in Spanje ontdekt De nota der geallieerden aan Dnitsch- land inzake de ontwapening heeft In Dnitsche regeeringskringen een zeer pessimlstischen indruk gemaakt. Zinovjef over de troebelen in China, Vier zoek overbrengen, om hem niet door al te veelvuldig bezoek den tijd van rusten korter te maken. De uren len de dagen, ook van rust, zijn kos telijk, en moeten onverdeeld gebruikr worden voor het doel, om, kon het zijn, door ongestoorde rust herstel te vinden van zijne krachten, onder den 'zegen des Heer en. Vandaar dit vriendelijk verzoèk, waarvan we natuurlijk allen gaarne nota nemen, terwijl wij onzen Broeder van 'harte een „tot weerziens, mocht het wezen in goeden toestand", toe roepen. „Mathesis Scientiarnm Genitiix." Gisteravond werd ia de kleine Stads- zaal de algemeene vergadering gehouden van het Genootschap „Mathesis Scienta- rum Genitrix". Het Gemeentebestuur was vertegen woordigd door den burgemeester en wet houder Meynen. De voorzitter, de beer Ir. A. M. Touw, opende de vergadering, heette de aan wezigen welkom op deze 140ste algemeene vergadering en gaf daarna het woord aan den secretaris, den heer Mr. H. A. Syp- kens, tot het voorlezen van de notulen der vorige algemeene vergadering, die onveranderd werden goedgekeurd. Vervolgens bracht Ds. J. W. Groot Enzerink het financieel rapport uit. De boeken waren in orde bevonden en den penningmeester werd decharge verleend. - Tot bestuursleden werden herkozen de heer en Mr. H. A. Sypkens en P. M. J. van Oerle en gekozen in de vacature-Ir. G. A. van Klinkenberg w.i. de heer Dr. C. 'A. ICrommelin en in de vacature- A. A. Haentjesns e.i. de heer Jhr C. C. 'Roëll. De beide eerste heeren namen de herbenoeming aan, aan de beide andere, che niet ter vergadering aanwezig wa- reta, zal van hun benoeming kennis ge geven worden. lt)e Voorzitter bracht daarop verslag uit oveX den toestand van het Genootschap en van de onderwijsinrichting. Vooraf heette- hij de aanwezigen welkom, in het b jzon'der den burgemeester en den wet- houdet van onderwijs en de vertegen woordigers van Zustervereenigingen, waar onder den directeur van de Ambacht onder den directeur van de Ambachts school. Het meng volgens spreker worden ge zegd, dat' de school van M.S.G. als the oretische vakschool haar naam heeft ge vestigd em als inrichting van onderwijs voor de statd Leiden niet zonder beteeke- nis is. De «weldra 140-jarige is met haar tijd meegegaan, her/t zich weten aan te passen aan de steeds nieuwere eischen van het valumderwijs en daarmede ge toond, dat zij als oudste in den lande niet is verouderd, maar jong blijft met hare leerlingen- Het bestuur stelt zich voor, om in de maand Sept. htit 140-jarig bestaan van de school te herdenken, waarmede dan zal samenvallen het 25-jarig bestaan van den electrotechnischeti cursus. Komende tot bet verslag der school zegt spr.De vooruitzichten op een res tauratie van het schiX>lgebouw zijn er ook dit jaar niet op verbeterd. Aan het gemeentebestuur is verzocht Om, waar met 1 Mei de Indische Post- school is opgeheven, .dit geheele gebouw ter beschikking van bet Genootschap te stellen. Het genootschap telt thans 1 eerelid ni. Prof. Dr. H. Kamerimgh Onnes, 5 leden van verdienste, 6 buitengewone le den en 306 gewone led^u. In het corps leeraren hadden eenige mutaties plaats plaats, welke door den heer Touw werden gemempreerd. Met eenigen weemoed herdacht de voor zitter den heer Ir. J. J. L. Bouwdrez, die op 28 Nov. '24 overleed, in dien9 plaats werd benoemd Ir. van Dijk. Op 1 Januari 1925 bedroeg het aan tal leerlingen aan de dagschool in de verschillende afdeel in gen 21, dat aan de avondschool 378, tegen resp. 14 en 413 op 1 Jan. 1924. De achteruitgang van het aantal leer lingen aan de avondschool is wel in hoofdzaak een 'ievolg van de bepaling in de Nijverheidsonderwijswet, dar de leer die overdag de ambachtsschool

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1