De Hitte
NIEUWE LËIÖSCHE COURANT VAN ZATERDAG SÖTtfiltSZS'
TWEEDE BLAD.
Uit de Schriften, jf
DE DINGEN DIE BOVEN ZIJN
Indien gij dan met Christus
zift opgewekt, zoo zoekt de din
gen, die boven zijn, waar Chris
tus is, zittende ter rechterhand
Gods. Bedenkt de dingen, die
boven zijn.
Collossensen 3:1—2.
Daar is een onverbrekelijk verband
tusschen paaschfeest en hemelvaarts
feest.
Het laatste is de kroon op het eer
ste. Zoo bij Jezus Christus, en dus
ook zoo bij allen, die Zijn verschijning
hebben liefgehad.
Voor Paulus was de opstanding van
Jezus Christus de drijfkracht van zijn
zendingsijver, van zijn geheiligd op
timisme, van zijn zekerheid van zon-
dienvergeving, van zijn eeuwigheids-
hoop.
Daarom vraagt hij van zijn lezers
ook meer dan alleen een ja knikken;
hij wildat ook zij zullen ervaren en
beleven de nieuwe orde van dingen,
die door den Opgestane in het leven
worden» binnengedragen.
Daarom toornt Paulus hier tegen de
gemeente van Colosse, die haar
kracht ging zoeken in het onderhou
den van allerlei spijswetten enjood-
sche instellingen, die op zichzelf niet
verkeerd zijn, maar waarbij Paulus
toch wil weten, wat voor hen dan
de opstanding van Christus beteekent.
Het is alsof Paulus vraagt: „Mijne
vrienden, hoe is 't nu mogelijk, dat gij,
die door het geloof uit het heiden
dom en jodendom zijt overgegaan
naar de nieuwe sfeer, die door het
heerjijke opstandingsgeloof groeit, u
zelf nu gaat bezighouden met aller
lei' kleinigheden en beuzelingen (zie
hfst. 2è20—23).
Indien ge met Christus zijt opge
staan, zoo zoekt andere en hoogere
dingen; zoekt de dingen, die boven
zijn, waar Christus is en leeft onder
een geopenden hemel".
Deze woorden van Paulus: „zoekt
de dingen, die boven zijn" zijn dus
geen vriendelijk bedoelde raadgevin
gen, zonder meer.
.Dan zouden ze ons wanhopig ma
ken, want de dingen, die op de aarde
zijn, bekoren ons, dringen zich aan
Dns op en houden ons naar beneden.
„De dingen, die boven zijn", zou
den wij ook niet vinden door in een
klooster te gaan en deze wereld te
vergeten.
Dat heeft Paulus zelf ook niet ge
daan; hij bleef tenten maken, hij bleef
leven temidden van veel aardsche be
slommeringen.
Als raadgeving zonder meer, heb
ben deze woorden geen zin en zou
den een armzalige prediking vormen.
Neen, het is een heerlijke Chris
tusprediking
Indien ge met Hem zijt opgewekt,
indien Hij in uw leven gekomen is,
indien Hij voor u den dood zijn schrik
heeft doen verliezen, indien Hij u
niet God verzoend heeft en u een
zeker uitzicht gegeven heeft op het
Vaderhuis.
dan
ja dan kan ik u er aan herinneren,
dat niet -uw inspanning, maar Zijn
overwinning en Zijn kracht het voor
u mogelijk maakt de dingen te be
denken, die boven zijn, waar Chrib
tus is en dan worden de paaschze-
gen en de hemelvaartsvreugde in el
kaar gevlochten.
Zonder dien opgestanen Christus
blijft uw bedenken altijd binnen de
aardsche verhoudingen.
Door ons denken kunnen wij terug
gaan vér in de geschiedenis, de we
reld doorreizen, de historie der men-
schen doortrekken in haar breedte
en hoogte, het is toch altijd als een
vogel, die hoog kan stijgen, maar toch
onder de polken blijft; ons denken
FEUILLETON.
De Loods van Zwaankreek.
Een verhaal uil het verre Westen.
50)
Alsof hij nog slechts een aanko
mende jongen was, 200 weinig werk
le zijn tegenspartelen uit op de lange
gespierde armen, die hem als In een
schroef gevangen hielden. Na enkele
seconden van wanhopig verzet stond
de jonkman even stil, van welk oogen-
blik 8111 bliksemsnel gebruik maak:2
om de hand, die den schouder vast
hield. te doen verhuizen naar het zit
gedeelte van de Ieeren broek.
Meedoogenloos werd de armo zon
daar nu door de sneeuw gehaald, op
en neer, achteruit, vooruit. Hoe hij ook
niet de handSi om zich been sloeg, hij
raakte niets dan ijle lucht. Geheel
weerloos was hij, totdat hij weder met
een smak op zijn voeten werd gezet,
hijgend en blazend, eliendlg, getemd.
,.ik zal je leeren agnostiekeren", bui-
derde Bill hem toe. „Wat denk je wel?
Hoe haal je het in Je hersens hierheen
ei te zakken, om ons je misselijke
tweedehandsche brouwsel In de keel
te gieten!" Bill zweeg oven om weer
op adem te komen; toen barstte hij
stuit toch altijd tegen den 'dood als
tegen een muur.
Maar „indien gij met Christus zijt
opgewekt" valt die muur en gaat de
hlemel voor ons open, en dan wor
den deze woorden geen simpele raad
geving, maar de beschrijving van den
groei en ontwikkeling van het in ge
meenschap met den opgestanen Chris
tus geboren leven.
Door dien Christus verliezen „de
dimg|en, die boven zijn" hun vaag
heid en onbekendheid, maar krijgen
een vasten vorm en worden ons be
kend, want ons vragen naar „de din
gen die boven rijn" wordt ons vra
gen naar Christus, ons zoeken naar
„die dingen, die boven zijn" wordt
ons zoeken naar Christus en ook het
vinden wordt in Hem mogelijk.
En in Zijn gemeenschap worden „de
dingen, die boven 2ijh" niet los van
ons aardsche leven, maar zooals de
zonnestralen een boom doorglanzen
len doorweven, zoo zullen ze ook in
Paulus' leven zijn vak van tenten
maker geadeld hebben en rijn pre
diking gloed hebben gegeven en
leefde hij hier temidden van zooveel
tastbare aardsche dingen toch beden
kende „de dingen, die boven zijn".
Neen niet onze aardsche verhoudin
gen behoeven ons van „de dingen, die
boven zijn" te scheiden, maar wat ons
naar beneden houdt, dat somt Paulus
op in de volgende verzen: „onrein
heid, hoererij, gierigheid". Die maken
ons onvatbaar voor „de dingen, die
boven zijn".
Paulus zag dat gevaar en daarom
predikte hij Jezus Christus, den Opge
stane en den ten hemel gevarene en
verbond zoo aardsche levens met den
hemel.
Die prediking blijft voor ons tel
kens weer noodig.
Is er ook in uw leven, in uw hui
selijk, in uw persoonlijk leven een
glans van „de dingen, die boven ons
zijn"
Gaat de hemel dikwijls voor u
open?
Is uw bidden dikwijls een beluis
teren van het loflied der gezaligden,
ook uw toekomstig erfdeel?
Wie kan daar ja op zeggen?
Zij,die in gemeenschap met den
opgestanen Christus, telkens hun
paaschfeest vieren en daardoor tel
kens heel zeker en heel bewust bo
ven het aardsche Uit bedenken „de
dingen, die. boven zijn" d.w.z. telkens
hemelvaartsfeest vieren.
AVONDLIEDEKE.
't Is goed in 't eigen hert te kijken
Nog even vóór het slapen gaan,
0£ ik van dageraad tot avond
Geen enkel hart heb zeer gedaan;
Of ik geen oogen heb doen schreien,
Geen weemoed op een wezen lei;
Of ik aan lieidelooze menschen
Een woordeke van liefde zei.
En vind ik, in het huis mijns herten,
Dat ik één droefenis genas,
Dat ik mijn armen heb gewonden
Rondom een hoofd, dat eenzaam was
Dan voel ik, op mijn jonge lippen,
Die goedheid lijk een avondzoen
't Is goed, in 't eigen hert te kijken
En zóó z'n oogen toe te doen.
ALICE NAHON.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te De Cocksdorp, Se-
rooskerke en Rouveen, cand. D. J. Vos-
sers te Utrecht.
Bedankt: Voor Vaassen, H. J. Schup-
pen te Groot Ammers.
GEREF. KERK.
Beroepen: Te Geesteren-Gilselaar,
Cand. J. Raalte te Hattum.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Aalsmeer, P. de Smit
te Nieuwe Pëkela. Te Franeker A, H.
Hilbers te Enschedé.
opDieuw los: „Er zijn geen woorden te
vinden voor zoo'n gédrag. Bij mijn
zielOp het .onverwachtst tilde hij
zijn gevangene van den grond en hield
hem op armslengte van zich af. „Ik
heb grooten lust om je...."
„Neen, neenl Ik smeek je, doe het
niet!" riep de arme spartelaar. „Ik zal
het nooit meer doen, ik beloof het je!"
Terstond liet Bill hem zakken en
zette hem op zijn voeten.
„Best! Hier.... je hand", zei hij en
stak den jonkman de zijne toe, die de
ze met de uiterste omzichtigheid aan
nam.
'tVVas een zeldzaam plotselinge be
keering, maar blijvend in de gevolgen.
Er is op onze gezellige avondjes nooit
meer van de agnosten gerept.
De belangstelling bij het lezen bleef
onverminderd.
„De Loods begint het er bij hen al
aardig in te wurmen", fluisterde Bill
mij eens toe, en als ik de ernstige, ge-
langstellende gezichten zag, moest ik
het ook wel gaan gelooven. Bij Bill
„wurmde" hij het er ook in, al wist
Bill het misschien zelf niet. Ik herin
ner mij nog, dat de Loods ons op ze
keren avond, toen de anderen waren
heengegaan, de gelijkenis van de ta
lenten voorlas. De dienstknecht, die
HERST. EV. LUTH. KERK.
{Drietal: Te Schiedam, J. P. van
Heest te Deventer, Th. Schatten, te Nij
megen en J. C. Schröder te Amsterdam.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
D.s O. Gröeneb'oer te Blankenham
hoopt Zondag den 21 sten Juni afscheid
te nemen van de Ned. Herv. Gem. te
Blankenham en Zondag den 28sten Juni
1925 zijn intrede te doen te Doetinchem,
na bevestigd te zijn door Ds. G. J. Waar
denburg van Zierikzee.
Ds. P. J. Steenbeelc van Berg
ambacht is voornemens op Zondag 12
Juli a.s. zijn intrede te doen ih de Ned.
Herv. Kerk te Kampen.
J. de Braai Ox.
Te Beilen is jn den ouderdom van 83
jaar overleden de heer J. de Braai Cin,
oefenaar in de Geref. Kerken van Drente
en vroeger reizend agent van de Vereen,
voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. Hij was
geboren te Zierikzee.
Synodale Commissie Ned. Herv. Kerk.
(Slot).
De ohlangs benoemde pensioenraad zal
op 11 Juni a.s. door den president der Alg.
Synode worden geïnstalleerd.
Tot leden van' de Spoedcommissie wor
den benoemd: de H,'H. Dr. J. R. Cal-
lenb'ach en Mr. G. F. Schoch, tot hunne
secundi de H.H. A. B. te Winkel en Mr.
H. J. M. Tyssens.
Tot leden van de Finajncieele Commis
sie worden benoemd de H.H. Mr. O. F.
Schoch en Mr. H. J. M. Tyssens en tot
hunne seoundi de H.H. Dr. J. R. Callen-
lbach en A, B.te Winkel.
De president, Dr. Weyland, richt eeni-
ge woorden van afscheid tot de heeren
G. E. M. Picard en H. Veenman, die eer
lang volgens de kerkelijke wet ophouden
lid der Alg. Synodale Commissie te zijn.
Daarna wordt de voorjaarsvergadering gie-
sloten.
Glir. Geref. predikanten.
De zevende vergadering der Vereen,
van Chr. Geref. predikanten in Neder
land zal den 3den Juni a.s. te Apeldoorn
gehouden worden.
De agenda vermeldt o.m. verkiezing
bestuursleden. Aftredend zijn: Ds. J. J.
v. d. Schuit en L. H. v. d. Meiden.
Referaat van Ds. F. Lengkeek over:
„Het doel der cate^ese".
Referaad van Ds. G. Wisse over: „De
Relatie tusschen Ambtelijke bediening en
eigen zieleleven van den Evangeliedie
naar".
Kerk en Radio.
Gelijk bekend, heeft indertijd de classis
Haarlem v. d. Geref. Kerken een commis
sie benoemd om haar tdienen van ad
vies inzake het gebruik van Radio ten
behoeve van den dienst des Woords en
van de Evangelisatie.
Deze Commissie hee^ iii (ie Cla- er-
gadering van <Je vorige week rapport
uitgebracht.
Na bespreking werd door de classis
de volgende conclusies genomen:
„De vergadering, overtuigd, dat het ge
bruik der Radio een uitnemend middel
kan zijn in den arbeid in het koninklijk
Gods, en van beduidende beteekenis kan
worden met name voor den Dienst deo
Woords in gestichten en voor den arbeid
der Evangelisatie over geheel Nederland,
uitsprekende, dat de radio door de leden
der gemeente nooit mag worden misbruikt
om de bijwoning van den Dienst des
Wpords in eigen Kerk te verzuimen
waardeerende wat de Kerk van Bloe-
mendaal tot heden inzake het Radioget-
bruik heeft gedaan;
dankbaar vernemende, dat de kerk van
Bloemendaal gaarne bereid is met haar
Radito (inrichting andere kerken te die
nen;
in 't oog houdende, dat alleen de Kerk
van Bloemendaal vergunning heeft tot
het uitzenden van preeken;
van oordeel, dat in het gebruik der
Radio een belang ligt, dat den Kerken
in het gemeen betreft;
besluit
ie. de Kerk van Bloemendaal te ver
zoeken, om haar radio-inrichting zoo te
vernieuwen, dat deze aan billijke eischen
behoorlijk voldoet, om voor heel het
land te dienen; en aan deze kerk voor
rente en ^flossing van het daarvoor be-
noodigde kapitaal en voor de exploitatie
een steun der classis toe te zeggen tot
een bedrag van een derde der kosten en
tot ten hoogste f 500 per jaar, mits deze
Kerk zich verbindt ter zake van haar
Radio-inrichting geen besluiten te nemen,
dan met goedvinden van de Classis; en
zulks voor een tijdperk van ten hoogste
10 jaar;
2e. aan de Part. Synode de vraag voor
te leggen, of het gebruik der Radio ten
zijn plicht verzuimde, trok bovenal
Bills aandacht.
„Een rare snuiter", zei hij, „en nog
hatelijk ook. Dat hij een standje kreeg,
had hij dubbel en dwars verdiend,
vind ik."
Toen echter de practische toepassing
van de gelijkenis hem helder wérd,
zeide hij na langdurig peinzen: „Ja,
dat zou me zoo doen denken, clat het
voor mij ook tijd wordt m'n handen
uit de mouw te steken." En een oogen-
blik later heel bescheiden: „Loods, de
ze kerkbouwerij hier, denkt u, dat die
misschien mee zou mogen rekenen?
Nee, nietwaar? Of wel? Maar 'theeft
toch in ieder geval natuurlijk niet veel
te beduiden." Goede Bill; hij was net
een groot kind, en de Loods ging heel
zacht en verstandig met hem om.
„Waar ben je het sterkst in, Bill?"
„Pony's africhten en vee drijven",
antwoordde Bill verwonderd. „Dat is
mijn vak."
„Welnu, Bill, mijn vak is op 't oogen
blik preeken en jullie binnenloodsen."
De glimlach, waarmee de Loods dit
zei, deed mij denken aan een zonne
straal op een regendag/ want er waren
tranen in zijn oogen en stem. „En nu
komt het er voor ons beiden op aan,
dat wij getrouw zijn in ons werk. Hoor
behoeve van den Dienst des Woords en
van den arbeid der Evangelisatie moet
worden geacht als een zaak, die ook den
Kerken ïn het gemeen betreft, weshalve
een gemeenschappelijke regeling daarvoör
gewenscht is en inmiddels haar te ver
zoeken, te bevorderen, da/t de Kerk van
Bloemendaal voor dit werk worde ge
steund door de Kerken dér provincie met
een bedrag van een derde der kosten en
tot ïen hoogste f 500 per jaax; en haar
te vragen, deze zaak aanhangig te ma
ken bij de Generale Synode.
Volksschool of Staatsschool.
In de gehouden vergadering van het
Geref. Schoolverband hield de heer J.
van AndeJ, directeur van de Chr. H.B.S.
te 's Gr&venhage, een referaat over boven
genoemd onderwerp, waarbij hij tot de
volgende conclusies kwam
1. Het is wenschelijk de Lager Onder
wijswet 1920 te herzien, teneinde de staats
bemoeiing inzake de lagere school in te
perken en de medewerking der ouders
inzake stichting, inrichting en beheer dei-
lagere school uit te breiden.
2. De lagere school worde gesticht en
in stand gehouden met financiëelen steun
der overheid, door de ouders der kinde
ren of wie dezen daartoe machtigen.
3. De ouders betalen schoolgeld, vol
gens een voorloopig door de Overheid
vast te stellen eenvoudige regeling.
4. Uit de opbrengst der schoolgelden
worden bestreden de exploitatieuitgaven
der lagere school.
5. De overheid steune rechtstreeks de
lagere school:
a. Door uitkeering van de vastgestelde
normaal salarissen der verplichte onder
wijzers.
b. Zoo noodig door aanvulling van de
onder punt 4 genoemde gelden tot een
jaarlijks bedrag per leerling, binnen nor
men, door de wet te geven, gelijkelijk voor
de bijzondere en de openbare school.
c. Door uitkeering van een per leerling
vast te stellen bedrag voor stichting of
vernieuwing va:i een gebouw, gelijkelijk
voor" de bijzondere en voor de openbare
school.
d. Door beschikbaarstelling van bouw
grond voor nieuwe scholen.
6. De overheid stelle matige eischen ten
opzichte van de verplichte leervakken, van
het minimum-aantal leerlingen per onder
wijzer en van de inrichting der schoolge
bouwen.
7. De oudercommissie der openbare
school ontvange de bevoegdheid:
a. In overleg met het personeel der
school het 'leerplan vast te stellen.
b. De onderwijzers te benoemen en te
ontslaan.
c. In overleg met de ouders der leer
lingen een schoolbijdrage-regeling vast te
stellen, boven de schoolgeldheffing (vol
gens punt 3).
d. Een salarisregeling voor de onder
wijzers vast te stellen, voor zoover deze uit
gaat boven de regeling, bedoeld in punt
8. De schoolbesturen ontvangen vrijheid
om de gelden, ontvangen boven de ver
plichte schoolgelden, te besteden naar ei
gen goedvinden, tot verbetering van hetv
onderwijs: hoogere salariëering, betere
leermiddelen, 7de leerjaar, kleinere klas
sen, enz.
9. Voor de stichting van nieuwe scholen
v/orden één regel gevolgd voor openbare
en bijzondere, zoo wat bijdrage uit de
publieke kas betreft, als wat raakt de te
stellen voorwaarden.
Hierover werd een uitvoerige bespre
king gehouden.
Ten slotte werd onder teekenen van bij
val aangenomen het voorstel van de com
missie van uitvoering de vorenvermelde
conclusies te aanvaarden als de wenschen
van het Verbond ten aanzien van de her
ziening der Lager Onderwijswet. De con
clusies zullen nu bij den schoolraad aan
hangig worden gemaakt.
De Kerk van Efeze.
Het bericht in de bladen, dat tengevol
ge van de vijandelijkheden der Turken
de laatste Christenen Efeze verlaten had
den, doet Dr. Bouma van Zwolle in het
„Geref. Kerkblad voor Drente en Overij-
sel" wijzen op de ontzaglijke dreiging
die we vinden in Openbaringen 2.
Efeze, een der machtigs .e koopsteden
van Klein Azië, de aangewezen haven voor
een reusachtig achterland, brandpunt van
beschaving en wetenschap, was ook door
een schrijver genoemd: „het openlijk
schouwtooneel van de meest in het oog
vallende zonden".
Hier hebben Paulus en Johannes geze
gend gearbeid, en is een bloeiende ge
meente ontstaan. Hier is Johannes, na
uit de ballingschap van Patmos terugge
keerd te zijn op hoogen leeftijd gestor-
maar wat de Heer zegt: „Wel, gij goe
de en getrouwe dienstknecht. Gij zijt
getrouw geweest."
'tWas Bill nog niet volkomen dui
delijk.
„Getrouw? Wil dat zeggen met het
vee ook?"
„Juist, Bill, en met alles wat verder
op je weg ligt."
Bill heeft die les niet vergeten, want
ik hoorde ze hem met ware voldoening
aan Hi oververtellen, alsof hij 'n goede
vondst had gedaan.
„Wat zeg je daarvan? Die geeft eer
lijk de kaarten! Ieder krijgt een kans.
Geen kaarten in zijn mouw weggemof
feld."
„Neen, hij deelt de troeven rond",
antwoordde Hi.
Langzamerhand begon men Bill te
beschouwen als een gezaghebbonde in
vragen van godsdienst en zedekunde.
Niemand wierp hem ooit naar 't hoofd,
dat hij „fijn" begon te worden. Hij
deed zijn werk rustig en bedaard,
maar zoodra hij een nieuwe ontdek
king had gedaan, moesten de kame
raden er mee van genieten. Mocht bij
zoo'n gelegenheid soms de een of an
der hem door spitvondigheden vast
zetten, dan rustte hij niet, voordat hij
hem hij den Loods had gobracht. En
RECLAME
veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijneen
Mijnhardt's Hooidpijntabletten do«c
ipoedig bedaren. Glazen buisjes 60 et,
Bij Apoth. en Drogisten. 3031
ven. Helder heeft de lamp des Evangelies
hier gebrand.
Maar tegen het einde der eerste eeuw
was het verval reeds ingetreden, zoodat
de Heere haar liet schrijven van Patmos:
„Ik heb tegen u, dat gij uwe eerste Hef-
de verlaten hebt". En de ontzettende drei
ging werd geboord, na de vermaning tot
bekeering: „en zoo niet, ik zal u haastig-
lijk bijkomen, en zal uw kandelaar van
zijn plaats weren, indien gij u niet be
keert".
En dan vervolgt de schrijver:
„Toen in 262, dus meer dan anderhal
ve eeuw na het schrijven .van dezen brief
Efeze's afgodstempel werd geplunderd
door de Gothen, was de Kerk van Efeze
nog een der belangrijkste gemeenten van
Klein-Azië.
Sedert het einde van de vierde eeuw,
dus weer een halve eeuw later, was
Efeze zelfs de zetel van een patriarch.
In 431 werd hier de derde oecumenische
d.i. Algemeene Synode gehouden, waar
Nestorius veroordeeld werd en eveneens
de dwaalleer van Pelagius.
Maar daarna kwam het verval. Reeds
in de vorige eeuw was er van een chris
telijke gemeente zoo goed als geen spoor
ineer over.
En nu lazen we da: courantenbericht-
je, dat de laatste Christenen uit Efeze
vertrokken Zijn.
Daarmee is het oordeel des Heeren
voltrokken".
D5 ELLENDE IN RUSLAND.
Gordon Self ridge, de bekende Ame-
rikaansch-Engelsche zakenman, die te
Londen het groote naar hem genoem
de warenhuis in Oxford Street stichtte
is aldaar van een bezoek aan Rus
land, hem met enkele andere toeris
ten door de Sovjet-regeering toege
staan, teruggekeerd.
Van zijn bevindingen vertelt hij aan
het radicale Londensche blad, de,
„Star", het volgende:
„Het lachen is in Rusland uitge
storven en zelfs betrekkelijk goed ge-
kleede mannen en vrouwen zijn er
niet te zien. Mijn verblijf was niet
lang genoeg voor een grondige studie
van de toestanden, maar overal werd
ik in Rusland getroffen door de ont
zettende armoede en de droeve gedich
ten van het Russische volk. De ©enige
personen die ik zag lachen, waren
de Sovjet-ambtenaren, met wie ik
sjomwijlen sprak.
In de opera te Moskou en nader
hand ook te Leningrad, was ik de'
teenige die bij een voorstelling een
smoking droeg. Een loge naast de
mijne was bezet met armzalig, ge-
kleede vrouwen en mannen, die onze
werklieden zouden beschouwen als be-
hooiende tot de laagste heffe van het
volk. Hunne voeten waren in lompen
gewikkeld. Schoenen of pantoffels,
zijn te duur voor het Russische volk.
De vertoonde opera behandelde een
revolutionair onderwerp met veel ge
schreeuw, maar vond weinig bijval
of geestdrift.
De vroegere groote hotels van Mos
kou en Leningrad zijn vervallen, ge
lijken op graftombes. De bedienden
werken met opgestroopte hemdsmou
wen. De voeding is slecht en duur.
Het logies kost tweemaal zooveel als
in de duurste Londensche hotels. De
bad- en waterpijpen lekken. De win
kels zijn verlaten, de goederen daarin
verkocht, zijn van slechte kwaliteit
en zeer duur.
Allerwegen blijkt, dat 't communis
me vooruitgang, ambitie, prikkel en
zelfs hoop doodt en het menschelijke
leven tot den laagsten trap verlaagt.
Het onderwijssysteem van den Sov
jet lijkt mooi in theorie, maar blijkt in
de practijk niet aanbevelenswaardig.
De kinderen zien er suf en zwak uit,
'die onderwijzer droef en armoedig.
Een der intelligente regeeringsambte-
naren deelde mij mee, dat onvoldoen
de voeding alom tot longtering leidt.
zoo gebeurde het, dat deze twee met
meer dan broederlijke liefde tot el
kander getrokken werden. Wanneer
Bill niet overweg kon met vraagstuk
ken, die mannen van grooter ontwik-1
keling verlegen hebben doen staan,
dan ontwarde de Loods den knoop, of
wel, hij richtte Bills oog op de waar
heden, die onomstootelijk klaar en
helder zijn, en dan was Bill tevreden.
„Daar moet ik genoeg aan hebben",
placht hij te zeggen, en zijn hart kwam
tot rust.
HOOFDSTUK XXH.
De Inwijding der kerk.
Toen de Loods in het begin aan De
cember ziek werd, verzorgde Bill hem
met groote trouw^ en cond hem te®
slotte weg, naar Gwen, om raat te m-]
men. Hij deed hem plechtig beloven
daar te zullen blijven, totdat de kok
voltooid zou zijn, en ging hem een
paar maal in de week bezoeken. De
band, die deze twee verbond, waa wer
kelijk verheffend en wanneer ik uAfü
hart bij tijd en wijle koud voel wor
den, en mijn geloof in mepsefwm en
dingen verflauwt, roep ik mij een top-4
neeltje voor den geest, dat ®fj sted
heeft aangegrepen.
[Kor* Mrwfe**