NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN 2ATER0A0 f6 MEÜ9213 TWEEDE BLAD. Uit de Schriften DE 8TILTE. '„Er was geen stem en geen antwoord en geen opmerking". I Kooi. 2829. „Immers is mijne ziel stil tot God". Ps. 622. Twee mannen uit den lateren tijd staan mij voor den geest, die het beiden over de stilte hebben gehad. Carlyle en Maeterlinck. Deze groote denkers hebben ach, als zoovelen vóörhen, aangetrokken gevoeld tot dit omderwerp en er merkwaardige dingen over gezegd. Beiden hebben de stilte liefgehad. Van Carlyle wordt gezegd, dat hij een avond had doorgebracht in ge zelschap van zijn vriend Tennyson. Beiden hadden zoo goed als niets ge zegd; zij hadden samen gezwegen. Toen zij afscheid namen zeide de een tot den ander: „wat hebben we een heerlijken avond samen gehad, kom je eens spoedig weer?" ■En Carlyle vergelijkt het leven, dat de stilte schuwt, met een bosch, Wélks boomen geen wortels hebben, de diepte en de kracht der diepe wor teling ontbreken er aan. Maeterlinck somt de voordeelen van de stilte op. Alle inspanning van het denken eischt stilte; geen gedachte leven zonder stilte. De stilte tusschen menschen, die Ramen zijn, is teeken van vertrou wen en van liefde. „De liefde spreekt niet; zij heeft lief". En de stilte is teeken van diep gevoelsleven. Ontroering smart en heilige blijd schap stemmen tot stilte. Maeterlinck "onderscheidt evenwel stilte van stilte. Er is de passieve en er is de actieve stilte- De passieve stilte is de stilte van den dood, van het niet-zijn. De ac tieve stilte is de stilte van het zwijgen. Dit blijkt ons o.a. duidelijk uit dat, waaraan de beide hierboven geplaat ste teksten ons herinneren van de stilte. Er heerscht stilte op Karmels top. De Baaipriesters hebben gebeden tot hun God, opdat deze het offer, dat bereid was, zou ontsteken. En toen ze gebeden hadden, was er stilte, angstige stilte van spanning. iVreeselijke stilte van den dood: Baal is er niet. Toen hebben die Baaipriesters in 'dolle sprongen, in wilde dansen, in bloedstorting, doordat zij zich met (messen en priemen staken, hun god aangeroepen. Weer die stilte; die stilte der span ning en de doodsche stilte van het niet-zijn. Baal is er niet. Baal be staat niet. De tragiek van dit gebeuren doet ons huiveren. Temeer, daar zij ons doet denken aan zoovaien, in onzen tjjd, in ortze omgeving, die ook hun goden heb ben, hun afgoden, op wie zij steunen en die, tenzij zij God leeren kennen als hunnen Vader in de hemelen, een maal zullen sidderen onder diezelfe doodsche stilte van het niet-zijn. Die afgoden hebben andere namen, anderen vorm, dan de afgoden uit Elia's tijd. Andere bekoring misschien ook. Maar ze worden bewonderd en aan gebeden, evenals de Baals en de As- taroth tes Syriërs. Die afgoden zijn: roem en eer, zil ver en goud, macht en invloed, ken- rjis en kunst. „Om voor te knielen!" zoo roept (men bewonderend uit. „Mijn alles", zon klinkt het in overdreven teeder- heid. Ze sleuren ons mee, ze nemen ons in beslag, ze vullen ons 'leven. Schijnbaar. .Want het oogenblik komt, dat zij uit ons oog verdwijnen, als droom beelden, die wijken bij ons ontwa ken. En als we dan hen aanroepen, smee kend dat zij zouden blijven; kermend vni hun hulp; snakkend naar hun vertroosting, dan is het eenige ant woord, dat wij ontvangen: De stilte. Wat nu is de heerlijkheid van on sen God en Vader in Christus Jezus Ik meen die heerlijkheid, die onze vertroosting en verkwikking is? Deze, dat onze .God een God is, die spreekt. O, ik wil niet ontkennen dat er zonderlinge bekoring is in die sphinx- beelden, die Boeddha-voorstellingen, die door hun zwijgen schijnen te spreken; de bekoring van het, eeuw in, eeuw uit dezelfde blijven, onver anderd, onveranderlijk bij alles wat er vtgprbijgaat en verandert. Maar deze bekoring blijft niet. Zij (wijkt voor de gedachte dat dit on- (veranderlijk-zijn, de onveranderlijk heid is van dót steenklomp en van de onmacht. Onze ziel heeft behoefte aan Eén, „Wien men aan het hart kan hangen, .waar alles henendrijft'-'. En de Eena is er. j En die Eéne spreekt. Voortijds vele malen en Op velerlei wijzen tot .de vaderen gesproken heb bende door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gespro ken door den Zoon. Hebr. 11. .Hij is er. Hij spreekt. Hij1 antwoordt Zoo groot is de heerlijkheid van dit spreken, dat de profeet het uit jubelt: „Eer zij roepen, zal ik ant woorden". Jes. 65 iM. Welnu, wie dit ervaren wie deze blijdschap gesmaakt heeft, wordt stil. Stil van groot geluk. Stil van heilige blijdschap. Stil van groot verwachten. Stil van hemelsche stilte. Laat ons dus hopen, dat wij een maal zullen kennen die ervaring van Gods nabijheid, die ons doet zeggen: „mijn ziel is immers stil tot God" en ons doet danken voor de stil te. AVONTGEBET De nacht, de moeder van de rust, Des hemels groote fackel blust; Van arbeyt zijn de ledén moeë, De sluymer druckt de oogen toe. O, Hoeder groot van Israël! Weest ons een trouwe nacht-gesel, En wacker om ons henen siet, So vreson wy den vyant niet. Ghy hebt, al wat op aerden is, Begraven in de diiystërnis; Begraeft ook onse sonde boos In u genade grondeloos! Wanneer het lichaem slapen gaet, De siele doch niet slapen laet, Maer waken tot U alle tijt, Die aller sielen vader sijt. Tot dat het aertsche wederom In soeten slaep ter aerden com, De Geest in volle salichheyt, Daer haer de rust is toegeseyt. JACOB REVIUS. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Enkhuizen, H. N. IJs brandy te Heerenveen. Te Bergambacht, D. Th. Keek te Garderen. Te Zeist, K. J. v. d. Berg te Amersfoort. Te Ernst, S. A. C. Rijnenberg, te Genderen. Bedankt: Voor Sparibroek en Op meer, F. J. Los te Wommels. GEREF. KERK. Beroepen: Te Amersfoort, J. Hoék te Soest. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. P. Chr. v. d. Vliet, gekomen van Vlissingen, heeft Donderdagavond te Utrecht intrede gedaan met een predicatie over i Cor. 2:2. Na de predicatie hield Ds. v. d. Vliet toespraken tot zijn bevestiger, de overige collega's,den kerk'eraad, de genalxuirde Kerken, de commissie van administratie en tot alle organisaties die zich naai den Naam van Christus noemen, in het bijzonder de jeugdorganisaties. Ook den missionairen dienaar, Ds. Netelenbos, her dacht hij. De gemeente zong haar nieuwen leer- aar Ps. 134:3 toe. Ds. T. Sap, Gèref. pred. te Gouda, die een beroep naar Glanerbrug aannam is voornemens op 9 Aug. van zijn ge meente afscheid te nenvs.- Ds.a W. H. Bouwm an hoopt 21 Juni afscheid te nemen van de Geref. Kerk van Lopik, om 28 Juni d.a.v. te Capelle a. d. IJssel te worden bevestigd door Dr. J. C. 'de MJoor van Utrecht. Emeritaat. Het Provinciaal Kerkbestuur van Noord- Holland heeft aan Ds. J. Jansen, p.e.iikant te Ransdorp c.a. met ingang van 1 Mei LI. eervol emeritaat verleend. Beroepbaar. Het Provinciaal Kerkbestuur van Noord Holland heeft den heer L. J. C. Visbeek, theol. cand. aan de Eijksuniver?itoir te Groningen tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk' toegelaten. Het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland heeft den heer E. J. F. Smits theol. cand. aan de Rijksuniversiteit te Groningen, tot de Evangeliebediening toe gelaten. Synodale Commissie Ned. Herv. Kerk. De behandeling vati voordrachten be treffende de aanvragen om suböidie voor herstelling of bouw yan. kerken en pas torieën, wordt voortgezet. De voordrach ten welke' de" correspondenten inbrengen bedragen ongeveer het dubbele vati de be schikbare som: Aan de orde komt het foïnds tot voor ziening in de geestelijke behoeften. Aan dit fonds is een bijdrage, groot f 750 gezonden door de Koningin. Uit de re kening blijkt^ dat een legaat inkwam groot f 500 van wijlen den heer P. J. Bouwmees ter te 's Gravenhage.. Een bedrag van on geveer f 5550 zal voor uitkeeringen kun nen worden bestemd. De voordrachten overtreffen de beschikbare som met f 425. Daarna komen aan de orde de aangele genheden van het fonds voor de schraalste predikantstractementen. Ten vorigen jare werd, uit het fonds „aanpakken" ontvan gen éen bedrag van f 30.000; Een gelijk bedrag wordt ook voor dit jaar door ..Aan pakken* beschikbaar' gesteld. Deze hulp van „Aanpakken" wordt op hoogen prijs gesteld, f 2904 werd door het Rijk be taald voor de diensten te Ede en te Millü- gen; in dit bedrag was nog een gedeelte uitkeering over 1.923. Ondanks de niet on belangrijke bijdragen 13 het nog niet mo gelijk alle tractamenten pp een behoorlijk peil te brengen. De aangelegenheid van dei algemeen© Weduwen- en Weezenbëurs "Worden in deze zitting, behandeld. Een uitkeering yaft' f .275 (d-i. f 205 be ven f 70 suppletie) werd gedaan aan 382 weduwen, 7 minderjarigen, en 19 erven tegenover resp. 394;,' 7 én 2 in het vorige jaar. Het totaalbedrag der uitkëeringen is f io7.692;74, d'.i. f 1053,08 meer dan in 1923. De Synode zal over het bedrag der uitkeering in dit jaar hebben te beslissen. Het zal echter in geen geval minder dan vroeger behoeven te zijn. Het hulppensioenfonds voor emeriti-pre dikanten telt 381 deelgerechtigde gemeen ten mét 525 plaatsen, waarvan 18 gemeen ten met 18 plaatsen zich hebben „uitge kocht". Een uitkeering werd gedaan aan 50 predikanten en 5 erven. Over. 1925 kan. het bedrag der uitkeering op f 120 worden bepaald. Na het Fonds van het Gebouw der Algemeene Synode komt de rekening van de Generale Kas aan de orde. De ontvangsten bedroegen f 68.546,68 waaronder f 5096,90, gekweekte rente. .Voor uitkeering isbeschikbaar f65.537,68 te vermeerderen met f 2850 wegens vrij gevallen subsidies, waarover binnen den voorgeschreven termijn niet is beschikt. Op de agenda staan 117 aanvragen om steun van gemeenten en personen. Predikantsopleiding. Ds. O. H. Kersten, te Ierseke, die zich bijzonder interesseert voor de stichting eener Theol. School der Geref. Gem., ontving voor dit doel den ïaatsten tijd belangrijke giften, n.l. een gift van f250 een collecte uit Nieuw-Beijerland van ruim f 340; 'een gift van f 300; 3 giften van f 100; en een gift van f 200; en een collecte uit Gouda van f 122. RECLAME. Asthma 1 Het middeL dat de benauwd- j heden verlicht is AKKER's Abdijsiroop De Zending. Als een koningskind werd de Zending op den grooten Pinksterdag te Jeruzalem ggeboren. Maar helaas wordt zij door de Gemeente niet altijd als een koningskind behandeld. Menigmaal laat men haar als een bedelares haren weg vervolgen. De arbeid van de Samenwerkende Zen ding scorporaties lijdt daaronder. Deze cor poraties hebben de dagelijksche zorg voor ongeveer 125 Zendelingsgezinnen.. Verder hebben zij vele kerken, scholen, vakscho len, ziekenhuizen, enz. te onderhouden, in.' r komt .bij de steun, die van Nederland il: aan de Rijnsche Zending geboden wordt voor haten arbeid in Ned. Oost- Indie en aan de Broeder Gemeente voor haren arbeid in Suriname. Voor dien vee' nvattenden a beid vra gen zij, niet meer- dan f 900.000 per jaar. Maar .wat zij -voor de eerste vier maan den van dit jaar noodig hadden, kregen zij niet. Zij moesten uitgeven f 300.000 en y.'.j ontvingen niet meer dan f 121.000. Het gevolg is, dat zij weer den Dedel- :.:f ter hand moeten nemen en moeten t;i vragen, opdat zij aan al die gezin- iun in Indië het dagelijk'sch voedsel kun- ken aanbieden. Om financiëele voordel len behoeft niemand in de Zending te gaan; maar het kan toch ook niet de be doeling zijn, dat men ginds arbeidende zelfs niet zekér is van hetgeen vobr le vensonderhoud noodig geacht wordt Als ieder nu eens naar vermogen mee deed en een zeker percentage van wat hij voor eigen genoegen uitgeeft aan de Zen ding ten goede deed komen, dan was de Zending een Koningskind, dat met het ontvangene tot grooten zegen zou kunnen zijn voor breede lagen van de Indische bevolking. Bijbelverspreiding. Het Britsch en Buitenlandsch Bijbelge nootschap heeft te Londen zijn jaarlijksche vergadering gehouden. Meegedeeld werd, dat het Genootschap nog steeds geen .vergunning heeft kunnen krijgen om haar producten in Rusland in te voeren. Bijbels zijn in den Sovjet-Staat nog steeds contrabande. Blijkens het' rapport over 1924 is het nu de derde maal in de geschiedenis van het genootschap, dat in één jaar tijds meer dan 10 millioen bijbeltjes verspreid werden Van deze 10 millicen boeken gingen er 4 millioen naar China. De helft van de toegenomen productie was vqpr het Chi- neesche Rijk bestemd. Onstichtelijke Bijbellezing. De methodisten van Andrews (Amerika) hebben, naar het „Hbld" meldt, een eigen aardig record gemaakt, door een kerk dienst te houden, die zeventien uren achter een duurde, tijdens welken dienst het ge- heele Nieuwe Testament werd gelezen. De „American Mercury" vermeldt dit in de rubriek „Americana". Er wordt tevens bij verhaald, dat andere, niet nader ge noemde inwoners van Andrews, ter zelfder tijd bezig waren het geheele Oude Testa ment achtereen door te lezen, maar dit duurde natuurlijk nog veel langer. Kerken in Amerika. Naar wij in „The inquirer" lezen, is, het aantal kerkleden in Amerika in het afge- loopen jaar toegenomen met 690,000, zoo dat het thans meer dan 46 millioen be draagt. Het aantal predikanten vermeer derde met 3740 en steeg tot 213.220. Het Evangelie in Japan. Men meldt uit Tokio, dat het Ame- rikaansch Bijbel-Genootschap in 1924 niet minder dan 771.774 Bijbels in Japan en Korea'verkocht, hetgeen ten opzichte van 1923 een stijging van 125 pet beteekent. Deze BjjJjels zijn verschenen in 11 ver schillende talen, terwijl 576 exemplaren in Braille-schrift werden uitgegeven. Se dert 1904 verkocht dit genootschap in Japan 6.000.924 bijbels. Het Staatsexamen. Benoemd is tot -lid én voorzitter van de commissie, aan welke in 1925 het afnemen van het examen, bedoeld in art. 12 der H.CL-wet, wordt opgegdragen: dr. C. J. Vinkésteyn, inspecteur der gymnasia, 's- Gravenhage en tot leden: dr. J. Ber- lage, Deventer; dr. O. Spoelder, Haar lem; J. O. Bruyn, 's-Gravenhage; dr. E. Aan bet Zoeklicht. Leiden, 16 Mei 1925. Wondere dingen kan men toch be leven in de politiek. Daar is de partij van Da. Kersten die principieeie bezwaren beeft te gen verzekering en die mee daarom de, A R. partij in den«ban deed. Verzekering van arbeiders tegen de geldelijke gevolgeii van ouderdom en invaliditeit is uit den booze. Wordt ver oordeeld als in strijd met Gods Woord. Dat is een standpunt, waarvoor lk, als de bezwaren ernstig gemeend zijn,' respect heb. Maar wat is nu bet merkwaardige? Ds. Kersten zelf, beeft voor zich per soonlijk geen bezwaar tegen verzeke ring. Om later als Kamerlid zijn pensioen, te kunnen halen betaalt hij trouw zijn pensioen-premie. En de secretaris van de pa. rij ver keert in betzelfde geval. Hij beeft al evenmin bezwaar tegen het betalen van premie voor het verzekeren van een ouderdoms- en weduwenpensioen. Nu zal men zeggen: dat li Keel wat anders En dat is 'took. Er Is dit verschil dat men bezwaar heeft als 't de verze-' kering van andgren, b.v. de arbeiders geldt, maar dat t bezwaar wegvalt als men er zelf van kan proflteeren. OBSERVATOR. Slijper, Utrecht; dr. Ji Mehle, Baam; dr. D. Cohen, dr. E. H. Rankema, beiden '^Gravenhage; J. W. Kemper, Amster dam; A. L. van Beeclr, Leiden; J. Mar tin Muller, dr. C. Haze .wnkel, beiden Am sterdam; dr. P, A. Okken, Groningen, dr. H. Schamhardt, Zeist; R. Cramer, Rolduc. HET HERSTEL VAN DEN GOUDEN STANDAARD. Dit historische feit gaf aan de vrij zinnige „N. Arnh. Crt" aanleiding een artikel te schrijven waaraan wij het vol gende ontleenen; „Toen de minister van Financiën in de Tweede Kamer mededeeling Had gedaan van het herstel van den gouden standaard, werd deze verklaring naar de overzichtschrijver van „Het Vader land" schrijft zeer nuchter opgenomen. „Sommigen" zegt de schrijver verder „hadden een mededeeling van ganach anderen aar Uverwach! (.net name over de ambtenaarssalarissen) en daarvoor ware de belangstelling ih de Kamer grooter geweest. Thans gold het „slechts" het herstel van den gouden standaard Zoo toonde ons parlement dus, vo! gens dezen overzichtschrijver, weinig belangstelling en Hit 'eekent de geestes gesteldheid. Want het feit, "dat Nederland mei Zweden, Engeland en de Ver. Staten in staat is om de kern te vórmen var de solide basis (den gouden standaard waarop het internationale verkeer, al: voor den oorlog moet worden gesteld is voor het land belangrijker dan e de vraagstukken en vraagstukjes me politieken inslag, 'die de politici zoovee hoofdbreken kosten. De terugkeer tot 'den gouden stan daard tegelijk' met Engeland, is 'de be kroning van een in groote lijnen juiste nationale politiek gedurende de reek van jaren van 1914 af, gevoerd niet al leen door de verschillende regeerders maar mede door vele andere in dei- lande op den voorgrond tredende lei dende personen. Een der grootste oorzaken van' 3. malaise wordt nu allengs weggenome: en het Nederlandsche parlement ii te leurgesteld omdat de Minister spral over den gouden standaard inste'de var een verklaring af te leggen over de sa larissen der ambfeanren. De geschiedenis zal over 'dit felt an aers oordelen dan zij, maar dan be hooren de verkiezingen van 1925 ook tot de geschiedenis. FEUILLETON. De Loods van Zwaankreek. Een verhaal uit het verre Westen. 45) - Vandaag waren er geen schaduwen, behalve die, welke de boomen op het groene mos en de zwarte rotsblokken wierpen. De toppen der hooge olmen waren reeds sterk gedund, maar bet gebladerte der ruige eiken, die aan weerskanten den hollen weg opzoom- den, was heerlijk roodbruin getint. De peppels en berken langs de belling, zachtgeel, hier en daar overgaand in oranje, waren overgoten met gouden licht, dat ook de wijdvertakte wilde rozen een ongeëvenaarden gloed bij zette. Heel beneden, in de diepte, ston den de ceders en de terpentijnboomen, nog mooi groen. Wij bleven eenige oogenblikken zwijgend staren naar de dichte warreling van takken en glan zige bladeren, zich vermeiende ln het zonlicht, totdat mevrouw Ashley het stilzwijgen verbrak, bijna fluisterend en eerbiedig, alsof zij zich in een ka thedraal bevond. „En dit is dus Gwens tuin-" „Ja; maar dien zij, helaas, nooit meer ziet" antwoordde ik, want ik kon er niet doorrijden zonder te denken aan het kind wier hart aan die vallei hing. Mevrouw Ashley zweeg, en wij volgden het pad, 'dat naar beneden voerde in dezen doolhof van kleuren, licht en schaduw. Overal lagen afge vallen bladeren, bruin en -geel en rood, overal op bet pad, op het mos en tusschen de varens. En terwijl wij verder reden, maakten hoog boven ons hoofd telkens weder bladeren zich los van de takken en voegden zlcli zachtkens bij de andere, die hen wa ren voorgegaan. De bloemen hadden haar besten tijd al gehad, maar 't Zwaantje zong als altijd zijn geheimzinnig lied, terwijl het zijn weg vervolgde over ondiep ten en steenachtige plaatsen, draai kolken en vallen vormende, vandaag vriendelijk, morgen dreigend, al naar- dat zijn luim het meebracht. Ach, hoe dikwijls zijn later in afmattende, neer drukkende dagen die kijkjes en gelui den en hoorbare stilten tot mij geko men en hebben mijn hart tot rust ge bracht! Toen wij naar het vrije veld begon nen op te klimmen, keek ik tersluiks naar mijn gezellin. De vallei had haar werk gedaan bij mevrouw Ashley, evenals bij ons allen. De gewone hoog hartige uitdrukking was van haar ge laat verdwenen en had plaats ge maakt voor een van peinzenden ernst. Met dit gelaat en. met zachte, vrien delijke oogen trad zij Gwens kamer binnen. Gwen, die dagelijks naar haar had uitgekeken, vergat haar zenuwachtig tegenopzien, knikte vriendeiijk tegen de bezoekster, en riep haar vroolijk toe: „O, wat ben ik blij! U hebt ze ge zien en hebt 'haar liefgekregen Mijn mooie vallei bedoel ik", voegde zij er bij, in antwoord op mevrouw Ashley's vragenden blik. „Is het niet net een tuin?" „Ja, kindje", antwoordde deze, en drukte een kus op het bleeke gezicht je, „ik heb haar lielgekregen." Zij kon niet verder gaan, want liaar oogen stonden vol tranen. Gwen staar de haar aan, zich verwonderend jy u- dat stilzwijgen en verzocht toen vrien delijk: „Vertel mij hoe zij er vandaag uitziet! Dat doet de Loods altijd. Wil ik u eens wat zeggen?de Loods doet er mij altijd aan denken, en en.u ook." Mevrouw Ashley lag geknield "sast de rustbank, en streek lielkoozend over Gwens mooie haar. ;,Wel,- wel, dat is een groote eer, evenals uw. Loods te doen denken aan die mooie vallei. Gwen knikte en herhaalde haar ver zoek. „Vertel mij hoe zij er vandaag uitziet, t Is al zoo'n tijd geleden, dat ik er niet geweest ben." Mevrouw Ashley ontroerde, maar zij bedwong zich en zei vroolijk: „O neen, ik zie geen kans je haar voor te tooveren, zooals de Loods dat doet; maar ik wil je vertellen wat lk zag." „Draai mij zoo, dat ik naar buiten kan zien", vei-- echt Gwen mij, en ik rolde haar naar het raam en beurde haar een weinig op, zoodat zij het pad kon afzien, dat naar den ingang van den hollen weg voerde. „Ziezoo", zeide zij, toen de pijn door het optillen veroorzaakt voorbij was, „begin maar als tublieft." Nu schetste mevrouw Ashley haar den hollen weg in warme, schitteren de kleuren en Gwen luisterde, de oogen gevestigd op het pad, tot waar de toppen der olmen zichtbaar wor den. „Hè, dat is mooi", zei zij met een diepen zucht, „u maakt dat jk het els 't Is of ik alles daar voor mij heb, war neer ik door het raam kijk." Mevrouw Ashley zag haar onderzoe kend aan, verbaasd over haar lieven glimlach, totdat zij eindelijk de vraag niet langer binnen kon houden; „Ver lang je niet erg het in werkelijkheid, met eigen oogen te zien?" ,;0 ja, dikwijls heel erg. O zoo erg?" „Ach kind, hoe houd je het uitl Zeg, Gwen, ik heb alles gehoord van de bloemen in je hartetulntje; maar lk begrijp niet hoe je zoo berustend bent geworden onder je gemis." Gwen keek haar aan, alsof zij dat niet recht vatte, maar langzamerhand ging haar een licht op. „Is er ln uw hart ook een tuin? vroeg zij aarzelend. Mevrouw Ashley zweeg een oogen blik, toen knikte zij toestemmend. Het kwam mij ongeloofeltjk voor, dat zij, de ongenaakbare, baar hart zou ope nen voor dit kind. „Maar er bloeien geen bloemen, Gwen, geen enkele", zei zij droevig. Er' is niets; geen zon, geen zaadjes, geen vruchtbare aarde zelfs, vrees lk." i.j „Was de Loods maar hier! Hij het u wel verklaren." (W.or&l vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5